Trekkende voertuigen. Aanbevelingen. Wielbasis

Transcriptie

1 Algemene informatie over trekkende voertuigen Algemene informatie over trekkende voertuigen Trekkende voertuigen zijn bedoeld voor het trekken van aanhangers en zijn daarom uitgerust met een koppelschotel die het mogelijk maakt eenvoudig van aanhanger te wisselen. Om optimaal gebruik te kunnen maken van het trekkende voertuig zonder de eigenschappen van het voertuig negatief te beïnvloeden, is het belangrijk dat de nationale en internationale regelgeving in acht worden genomen bij het selecteren van de wielbasis en de positie van de koppelschotel. Aanbevelingen Wielbasis De keuze van de wielbasis wordt beïnvloed door factoren zoals: De overhang voor van de aanhanger Nationale regelgeving m.b.t. voertuiglengte en maximaal toelaatbaar totaalgewicht Deze factoren beperken de mogelijkheden om de positie van de koppelschotel in lengterichting te variëren. Over het algemene dient de kleinst mogelijke wielbasis geselecteerd te worden. 05:10-01 Uitgave 4 nl-nl 1 (13)

2 Aanbevelingen Algemene richtlijnen voor positioneren koppelschotel Het is niet mogelijk om exacte aanbevelingen voor het positioneren van de koppelschotel te geven aangezien er zoveel factoren een rol spelen, zoals de chassisconfiguratie, de wielbasis en belangrijker nog wettelijke vereisten met betrekking tot asdruk en voertuigafmetingen. BELANGRIJK! Houd het volgende in acht bij het bepalen van de positie van de koppelschotel: Controleer bij het positioneren van de koppelschotel altijd de asbelasting voor elk afzonderlijk geval. Controleer of er genoeg ruimte tussen de aanhanger en de achterzijde van het chassisframe aanwezig is. Het risico dat de aanhanger de cabine of de achterzijde van het chassisframe raakt, mag niet aanwezig zijn. Als de koppelschotel te ver vóór de aandrijfas van een 2-assig voertuig is geplaatst, heeft dit de onderstaande gevolgen: De rij-eigenschappen worden negatief beïnvloed Het risico van overschrijding van de toegestane voorasbelasting neemt toe Als de afstand tussen de koppelschotel en het midden van de achteras of bogie te kort is, dan verplaatst de aanhanger het trekkende voertuig in dwarsrichting bij scheefstand (rijden in bochten of slippen), wat een risico is op een glad wegdek. De verplaatsing varieert afhankelijk van de lading en de omstandigheden en hoe hoog de versnelling of vertraging is. Om zoveel mogelijk gebruik te maken van de voorasbelasting bij lange trekkende voertuigen, wordt de koppelschotel vaak ver vooruit gepositioneerd, wat het risico op frametrillingen verhoogt :10-01 Uitgave 4 nl-nl 2 (13)

3 Aanbevelingen De volgende positie van de koppelschotel geeft de voertuigcombinatie goede rij-eigenschappen en een relatief lage voorasbelasting: Bij 2-assige voertuigen: 10% van de wielbasis vóór de achteras. Bij 3-assige voertuigen: 10% van de wielbasis vóór de achteras. Positioneer de koppelschotel iets verder naar voren om de voorasbelasting te verhogen. max 760 mm Positioneer de koppelschotel max. 760 mm vóór de achteras bij 2-assige trekkende voertuigen, aangezien rijden met een aanhanger voor een zeer geconcentreerde belasting van het chassisframe zorgt Het theoretische bogiemidden wordt aangegeven op de ICD (individuele chassistekening) 05:10-01 Uitgave 4 nl-nl 3 (13)

4 Aanbevelingen Speciale regelgeving om te voldoen aan EG-richtlijn 96/53/EG Om een EU-aanhanger met een lengte van 13,6 m te kunnen transporteren (met een totale lengte van maximaal 16,5 m), mag de afstand tussen de voorzijde van het trekkende voertuig en het midden van de koppelschotel niet groter zijn dan mm. Bij een EU-aanhanger is de afstand tussen de fuseepen van de aanhanger en de achterzijde van de aanhanger 12 m. 96/53/EG is een EG-richtlijn (EG = Europese Gemeenschap) waarin regels zijn vastgelegd voor gewichten en afmetingen (Massa's en afmetingen) die op voertuigverkeer van toepassing zijn. max mm :10-01 Uitgave 4 nl-nl 4 (13)

5 Aanpasbare uitrusting voor verschillende transporttypen Aanpasbare uitrusting voor verschillende transporttypen Om het trekkende voertuig geschikt te maken voor verschillende transporttypen, worden verstelbare koppelschotels en verwisselbare vergrendelmechanismen gebruikt. Verstelbare koppelschotel Een koppelschotel die in lengterichting van het trekkende voertuig kan worden versteld maakt het volgende mogelijk: Aanpassing aan de nationale regelgeving van diverse landen m.b.t. asbelasting en voertuiglengte Optimalisatie van gewichtsverdeling tussen de voor- en achteras Aanpassing aan verschillende aanhangertypen Verwisselbaar vergrendelmechanisme Een verwisselbaar vergrendelmechanisme maakt het mogelijk om verschillende soorten aanhangers te trekken :10-01 Uitgave 4 nl-nl 5 (13)

6 Voertuigen en uitrusting combineren in overeenstemming met ISO 1726 Voertuigen en uitrusting combineren in overeenstemming met ISO 1726 ISO 1726 is een internationale norm m.b.t. de eigenschappen en positie van de koppelschotel en de vereiste speling voor de aanhanger. Trekkende voertuigen en aanhangers die aan de norm voldoen, kunnen uit puur technisch opzicht met elkaar gecombineerd worden. BELANGRIJK! Naast de onderlinge technische verwisselbaarheid is het belangrijk dat regelgevingen m.b.t. de externe maten en asbelastingen van de voertuigcombinatie in acht genomen worden. Verticale positie van de koppelschotel De volgende maten gelden voor de verticale positie van de koppelschotel. Vrachtwagen-/volgwagencombinatie Minimum Maximum Geladen trekkend voertuig mm mm Trekkend voertuig zonder volgwagen mm Geladen, bulkaangepast trekkend voertuig mm mm Bulkaangepast trekkende voertuig zonder volgwagen mm Geladen, bulkaangepast trekkend voertuig met 900 mm 975 mm direct bevestigde koppelschotel Bulkaangepast trekkend voertuig zonder volgwagen met direct bevestigde koppelschotel mm A A = Hoogte koppelschotel boven de grond :10-01 Uitgave 4 nl-nl 6 (13)

7 Voertuigen en uitrusting combineren in overeenstemming met ISO 1726 Minimale hellingshoek Om onder alle rij-omstandigheden voor voldoende speling tussen het trekkende voertuig en de aanhanger te zorgen, moet het trekkende voertuig de volgende minimale hellingshoeken voor de volgwagen mogelijk maken. Voorwaarts: 6 (ω1) Achterwaarts: 7 (ω2) Zijwaarts: 3 (α1 = α2) De volgende hoeken gelden voor trekkende voertuigen met laag bevestigde koppelschotel: Voorwaarts: 3,5 (ω1) Achterwaarts: 4,5 (ω2) Zijwaarts: 2 (α1 = α2) ω1 ω N.B.: In ISO 1726 wordt de hellingshoek ω gespecificeerd als speling ten opzichte van de banden. 1 2 α α Hoeken koppelschotel 05:10-01 Uitgave 4 nl-nl 7 (13)

8 Voertuigen en uitrusting combineren in overeenstemming met ISO 1726 Speling voor vooroverhang aanhanger Om het trekkende voertuig vrij te kunnen bedienen, mag de diagonale maat van de vooroverhang van de aanhanger (BEP-L078) niet groter zijn dan mm. Het achterste deel van het trekkende voertuig moet eveneens voldoende speling hebben. De minimale toegestane afstand van de volgwagenfuseepen tot het steunwiel van de aanhanger wordt aangeduid met G. Zorg voor 100 mm extra speling tussen de radius die wordt beschreven door de afstand vanaf de fuseepen tot het achterste obstakel van het trekkende voertuig (BEP- L079) en radius G om eventuele hoekverschillen tussen het trekkende voertuig en de aanhanger op te vangen. Controleer de maat bij een stuurhoek van +/- 45. BEP-L078 BEP-L079 G BEP-L078: Maximaal mm BEP-L079: Maximaal mm G: Minimaal mm Raadpleeg het document Maatbenamingen voor meer informatie over maatbenamingen :10-01 Uitgave 4 nl-nl 8 (13)

9 Voertuigen en uitrusting combineren in overeenstemming met ISO 1726 Verwisselbaarheid tussen trekkend voertuig en aanhanger controleren P Er is een koppelingsprofiel bedacht dat gebruikt kan worden om ervoor te zorgen dat de aanhanger voldoende speling heeft ten opzichte van het trekkende voertuig. Het koppelingsprofiel duidt de belangrijkste maatlimieten aan die de verwisselbaarheid tussen de voertuigen garanderen. Alle trekkende voertuigen en aanhangers geproduceerd in overeenstemming met ISO 1726 voldoen aan deze maatlimieten. P = Minimaal 750 mm Y = Maximaal 4 R = Maximaal 450 mm G = Minimaal mm G Y R :10-01 Uitgave 4 nl-nl 9 (13)

10 Berekening van D-waarde volgens richtlijn UN-ECE R55 Berekening van D-waarde volgens richtlijn UN-ECE R55 UN-ECE R55: Regelgeving met betrekking tot de typegoedkeuring van koppelinrichtingen. U De D-waarde omschrijft een theoretische horizontale referentiekracht voor trekeenheden in de lengterichting van het voertuig. De geselecteerde trekeenheid moet dezelfde of een hogere D-waarde hebben dan de D-waarde van de beoogde vrachtwagen-/volgwagencombinatie. T D = g 0,6 T R T + R - U (kn) T = Technisch toegestaan maximaal toelaatbaar totaalgewicht voor trekkend voertuig (in ton) R = Technisch toegestaan maximaal toelaatbaar totaalgewicht voor aanhanger voertuig (in ton) U = Verticale belasting op koppelschotel (in ton) g = Zwaartekracht (9,81 m/s²) R :10-01 Uitgave 4 nl-nl 10 (13)

11 Trekker voor zwaar transport Trekker voor zwaar transport Een trekker voor zwaar transport is een vrachtwagen-/volgwagencombinatie met een totaalgewicht van het maximaal toegestane gewicht tot maximaal 250 ton. Een trekker voor zwaar transport heeft een beperkte levensduur wat zijn aandrijflijn betreft en vereist kortere onderhoudsintervallen dan andere voertuigtypen. Algemene informatie over trekkers voor zwaar transport Scania definieert de volgende voorwaarden voor zwaar transport: Wanneer de lading zwaar en omvangrijk is, bijvoorbeeld onderdelen voor elektriciteitscentrales, bouwuitrusting en dergelijke. Wanneer het transport op een zeer hard wegdek gebeurt Wanneer een speciale vergunning van de transportoverheid is vereist vanwege de afmetingen en het gewicht van de voertuigcombinatie. Voertuigen met een treingewicht tot 250 ton kunnen compleet af fabriek worden geleverd. 05:10-01 Uitgave 4 nl-nl 11 (13)

12 Trekker voor zwaar transport Aanbevelingen Scania raadt aan dat voertuigen met een totaal beladen treingewicht tussen 150 en 250 ton op wegen rijden met een helling van minder dan 3%. Voertuigen met een totaal beladen treingewicht van minder dan 150 ton mogen op wegen rijden met een helling tot 12%. De gewichten zijn niet afhankelijk van het motorvermogen en gelden voor standaarduitrusting en achterasaandrijvingen van Scania. Neem contact op met een Scania dealer voor meer informatie Y % X Y = Max. treingewicht, X = Helling 05:10-01 Uitgave 4 nl-nl 12 (13)

13 Trekker voor zwaar transport Montage Over het algemeen wordt een hulpchassis aanbevolen voor trekkers voor zwaar transport. De bevestigingshoek kan worden gebruikt als aan de volgende voorwaarden is voldaan: Gunstige wegomstandigheden Gemiddelde snelheden Ervaren chauffeur Dwarsliggers en langsliggers Bij het nemen van bochten moeten de laterale krachten van de aanhanger worden verdeeld over de langsliggers van het chassis. Als slechts een chassisbalk wordt belast door de laterale krachten, dan kan deze vervormd raken. Het subframe moet daarom worden uitgerust met dwarsliggers voor en achter de koppelschotelbevestigingen. Meer informatie over hulpchassis voor trekkende voertuigen, het aanbrengen van de koppelschotel en informatie over de installatie van lieren of kranen vindt u in het document Koppelschotel aanbrengen. Meer informatie over koppelschotels en de installatie ervan vindt u in het document Koppelschotel aanbrengen. Motorkoppel Voor trekkers voor zwaar transport wordt koppelbegrenzing aangeraden om de koppeling te beschermen. Meer informatie vindt u in het document Krachtafnemers en motortoerentalregeling. De volgende voorbereidingen en opties kunnen af fabriek worden verkregen: Opticruise Beschermingsmodus voor koppelingsactuator Bescherming tegen koppelingsslijtage Hellingrem Retarder 05:10-01 Uitgave 4 nl-nl 13 (13)