5. Economische e ecten an nieuwe stations



Vergelijkbare documenten
De belangrijkste prijseffecten vinden plaats binnen 250 meter van de investeringslocatie.

De economie van het ruimtelijk ordeningsbeleid

Fiets en OV. Danique Ton PhD: Keuzegedrag van Fietsers en Voetgangers. Niels van Oort Assistant Professor: Openbaar Vervoer. #FietsOV #SUMS2017

Evaluatie sleutelprojecten

Leefbaarheidsbaten A2 tunnel Maastricht zeer aanzienlijk: meer dan 200 miljoen

Stedelijke voorzieningen, consumptie externaliteiten en heterogeniteit

Bereikbaarheidswinst van openbaarvervoerknooppuntenbeleid. Prof. dr. ing. Karst Geurs

wordt door Zuidasdok nog beter bereikbaar De feiten op een rijtje

Stedelijke railprojecten De stand internationaal en nationaal

Leefbaarheidsbaten A2 tunnel Maastricht zeer aanzienlijk: meer dan. Uitgevoerd op verzoek van de. Zak.en en Koninkrijksrelaties,

Vragen. Andrew Switzer. SRMT Project 2: Het bevorderen van verdichting rondom knooppunten

Haarlem leefbaar en bereikbaar

Openbaar vervoer-, auto- en multimodale ontsluiting woongebieden,

Economische effecten van overstromingen van de Maas

Wat als we de kracht van de trein-fiets combinatie beter (h)erkennen?

EXPERTS OP DE TOEKOMST VAN VASTGOED DE VINEX-WIJK VANUIT BEWONERSPERSPECTIEF

Openbaar vervoer-, auto- en multimodale ontsluiting woongebieden,

INVESTEREN IN UW REGIO

EEN VISIE OP VERSTEDELIJKING EN MOBILITEIT. Mariana Faver Nationaal Verkeerskundecongres 2018

De waarde van winkels

Matching public transport networks to land-use patterns

Auteurs: Willemijn Weijschede Van der Straaten, Jan Rouwendal, Jan Möhlmann

Samenvatting (summary in Dutch)

De ruimtelijke variatie in de relatie tussen voorzieningen en omvang is groot. Dit wijst op grote verschillen in preferenties.

De autoliefhebber die in de compacte stad plots een fanatiek fietser werd. Paul van de Coevering. Breda University 1. Kees Maat

Inzichten in gebruik van en reizigersvoorkeuren voor de combinatie fiets en openbaar vervoer. Niels van Oort

DUURZAME INFRASTRUCTUUR

Theorie naar Praktijk

Analyse vraaghuurprijzen kantoorruimte

Woningprijsindices zijn onder

Urbanisatie-effecten en vastgoedwaardeontwikkeling: Human Capital = Capital Growth. Richard Buytendijk, MSc, MSRE

Robuust verstedelijken

OEI, IK GROEI! Over de groei van OV in de zuidelijke Randstad. MRDH_Oei ik groei_wt5.indd :01

rendement van cultureel erfgoed

Aanbod openbaar vervoer,

Bereikbaarheid als maatstaf voor beleid!

Leegstand van winkels,

Aanbod openbaar vervoer,

'Leefbare wijken' in Australië wat is het effect van het ontwerp van de wijk op het beweeggedrag van de bewoners?

s-hertogenbosch, voor de vierde maal Meest Gastvrije Stad van Nederland en iets uitgelopen op de concurrentie.

GEBIEDEN. 4 havo 3 Stedelijke gebieden 4-5

Herbestemming in het onderwijs

Tentatieve berekening van de bijdrage van vermogensvolatiliteit aan consumptievolatiliteit

2. Verklaringen voor verschillen in mobiliteit

Fietsgebruik,

Laakhaven Hollands Spoor: een nieuw centrum in Den Haag. 3 april Dr. Pieter van der Heijde

Nederlandstalige samenvatting (summary in Dutch language)

Agglomeratiekrachten naar opleidingsniveau

OEI, IK GROEI! Over de groei van OV in de zuidelijke Randstad

Meta-analyses naar de waarde van stedelijk openbaar groen

Cultuur in stad en provincie. De culturele positie van de stad en de provincie Utrecht

FIETSSTRATEN DE DOODSTEEK VOOR DE MIDDENSTAND? Kees van Ommeren Renee van der West Decisio

Aanbod openbaar vervoer,

GEEF ME DE 5- METHODIEK IN DE ZORG

Helsinki. Gewestelijk mobilteitsplan -Dec be samen slim mobiel

MULTIMODALE KNOOPPUNTEN en de wisselwerking van stad, spoor en snelweg. TON VENHOEVEN VENHOEVENCS architecture+urbanism

Doe het anders, een frisse blik op parkeren

Woon-werkverkeer drijvende kracht achter groei mobiliteit

CTB Transport & Planning Sommen- en vragencollege Delen 1 en 2

Overzicht opleidingen

De invloed van de residentiële mismatch op het verplaatsingsgedrag in Vlaanderen

De waarde van openbare ruimte

Aanbod openbaar vervoer,

Mobiliteitsmanagement en fiscaliteit

Bijlage 8. Enquête. Analyse- en Oplossingsrichtingenfase MIRT-onderzoek Bereikbaarheid Rotterdam Den Haag

Dutch Summary. Dutch Summary

Wie kopen er hypotheekloos?

Bereikbaarheidsindicator: hemelsbrede reissnelheid,

Dichtheid wonen, werken en detailhandel in stedelijke centra,

Factsheet. Nieuwbouw kantoorruimte Nederland

Persbericht. 31 juli Werkloosheid en bezuinigingen grootste problemen in Twentse gemeenten

Vervoer naar retail: gaan we uit van argumenten of emotie? Hans Voerknecht (KpVV)

De rol van stations: vele stakeholders

Wijkraad Leidsche Rijn, de ogen en oren van de wijk

Inwoners van Enschede beoordelen bereikbaarheid centrum

Oost-Nederland REGIONALE MARKTONTWIKKELINGEN KANTORENMARKT. Marktstructuur. Vraag. Aanbod

Beleggen met betekenis

De vastgoedactiviteit volgt de evolutie van het aantal vastgoed-gerelateerde dossiers op die maandelijks binnekomen in de notariskantoren.

Regionale behoefteraming Brainport Industries Campus Eindhoven

Openbaarvervoer-, auto- en multimodale ontsluiting werkgebieden,

Effecten Dienstregelingswijzigingen. Bert Vaessens, NS Commercie, Suzanne Kieft, NS Commercie,

S a m e nw e r k i n g e n s t r u c t u r e l e f o r m a t i e e x t e r n e v e i l i g h e id E i n d r a p p o r t a g e

München. Gewestelijk mobilteitsplan -Dec. 2017

Reële karakteristieken van beleggingscategorieën

Mobiliteit in binnensteden: nieuwe trends. Prof. Dr. Henk Meurs Radboud Universiteit/MuConsult

De vergeten baten van light rail

Meest Gastvrije Stad 2013

Effecten van Mobility Mixx voor de BV Nederland

Wat wordt de Randstad er beter van?

Openbaar vervoer-, auto- en multimodale ontsluiting werkgebieden,

Gastvrije Stad. Meest. van Nederland

Ruimte delen. De impact van mobiliteit op de binnenstad. Sebastiaan de Wilde Directeur Ontwikkeling/Vastgoed & Ontwikkeling 7 oktober 2015

Nieuwbouw logistiek 2014

Leefbare steden. met connected lighting

LANDELIJKE FACTSHEET. 1. Hoofdpunten en kansen voor beleid. Beter Benutten. Gedragsmeting 2016

Trends in fietsgebruik

MIRT onderzoek Noordwestkant Amsterdam. 1 juni 2016 PORA Terugblik Analysefase en Vooruitblik Oplossingsrichtingenfase

Healthy Urban Living Slim, Gezond en Groen

Mobiliteit in Amsterdam Zuidoost Mobiliteit wordt beleid als de pijn voelbaar is

MaaS: Samenwerken aan optimalistie van het mobiliteitssysteem

Transcriptie:

5. Economische e ecten an nieuwe stations Hans Koster Vrije Universiteit Amsterdam Verkeerscongestie en milieuvervuiling door wegverkeer dwingen overheden om na te denken over alternatieve manieren om steden bereikbaar te houden. In Nederland is daarom de laatste decennia substantieel geïnvesteerd in het uitbreiden en verbeteren van het openbaar vervoernetwerk als alternatief voor het wegverkeer. Voorbeelden zijn de HSL-Zuid, de Noord-Zuidlijn, de RandstadRail, maar ook de opening van een aantal nieuwe stations zoals Nijmegen Lent en Amersfoort Vathorst. Het idee achter deze investeringen is dat stedelijke ontwikkeling en de ontwikkeling van het openbaar vervoernetwerk samen moeten opgaan. Dit is in lijn met het Amerikaans planningsconcept Transit-Oriented Development (TOD), dat zich richt op stedelijke ontwikkelingen nabij OV-knooppunten. De investeringen in het openbaar vervoernetwerk zijn substantieel. Daarom moet worden nagegaan of deze ook maatschappelijke baten genereren om zo inzicht te verkrijgen in het rendement van de investering. In tijden van economische crisis is het steeds belangrijker om alleen die projecten te selecteren die het grootste maatschappelijke rendement genereren. In dit hoofdstuk staan de economische e ecten van nieuwe stations centraal. Nieuwe stations zijn een belangrijk onderdeel van investeringen in het openbaar vervoernetwerk. De opening van een station kan in de miljoenen euro s lopen en ook de kosten om er regelmatig een trein te laten stoppen zijn aanzienlijk (Ministerie van Verkeer en Waterstaat, 11). Gibbons en Machin (5) beargumenteren dat de belangrijkste baten van nieuwe stations toekomen aan de mensen en bedrijven die rond dat nieuwe station zijn gevestigd. Bij de 67 Ontwikkeling van de Zuidas naast Station Amsterdam Zuid, Amsterdam

68 opening van een nieuw station behalen inderdaad vooral bewoners en werknemers die in de buurt wonen en werken tijdswinst. Een belangrijke implicatie van deze tijdswinst is dat gebruikers van zo n nieuw station de buurt aantrekkelijker vinden en meer willen betalen voor hun huis en kantoor. Bij aanzienlijke stijgingen in vastgoedprijzen nabij stations kunnen overheden marktpartijen en ontwikkelaars een hogere prijs voor land vragen. Dit zogenaamde value capturing* kan een manier zijn om toekomstige OV-ontwikkelingen te nancieren. Het gebruik van vastgoedprijzen als maatstaf van maatschappelijke kosten of baten wordt vaak toegepast om economische e ecten van ruimtelijke voorzieningen te meten. 1 In de wetenschappelijke literatuur zijn regelmatig positieve economische e ecten van stations gevonden. De meta-analyse van Debrezion et al. (7) laat zien dat de waarde van vastgoed gemiddeld 4,9 procent hoger is voor elke 5 meter dat een huis dichterbij een station is gevestigd. Zij laten echter ook zien dat bij het meenemen van meer eigenschappen van de omgeving (zoals bereikbaarheid per snelweg), het e ect van stations kleiner wordt. Debrezion et al. (11) focussen op de e ecten van stations in Amsterdam, Rotterdam en Enschede, waaruit blijkt dat stations positieve prijse ecten hebben op vastgoedprijzen. Een groot probleem van dergelijke studies is dat het moeilijk is om het bereikbaarheidse ect van stations van andere zaken te scheiden. Stations liggen vaak op aantrekkelijke locaties met toegang tot winkels en andere stedelijke voorzieningen en bieden agglomeratievoordelen* voor bedrijven (denk bijvoorbeeld aan de Zuidas). Bij onderzoek naar het economische e ect van stations moet gecorrigeerd worden voor alle bovenstaande factoren die niet zoveel te maken hebben met stations. Als dit niet gebeurt is er een substantiële overschatting van het economische e ect van een station. Behalve een positief bereikbaarheidse ect kunnen stations ook negatieve e ecten op hun omgeving hebben, zoals geluidsoverlast (door optrekkende treinen), onaantrekkelijke ruimtes (grote parkeerterreinen) en clustering van criminaliteit (bijvoorbeeld hangjongeren) (Bowes en Ihlanfeldt, ). Een andere studie onderzocht de economische e ecten van een uitbreiding van de Tube in Londen. 3 Het probleem van het scheiden van het stationse ect van andere e ecten wordt opgelost door grotendeels te kijken naar nieuwe stations en veranderingen in de prijs van vastgoed. Het idee is dat de locaties van winkelcentra, kantorenparken, etc. grofweg gelijk blijven over de tijd en dus geen invloed hebben op veranderingen in vastgoedprijzen. De studies van Koster et al. (11) en Koster (1) gebruiken eenzelfde methode om de economische e ecten van nieuwe stations te analyseren. Er blijken geen noemenswaardige prijse ecten te zijn van stationsopeningen op huizenprijzen en prijzen van commercieel vastgoed. Achtergrond en data Voor de presentatie van de eigenlijke resultaten wordt eerst de achtergrond van het Nederlandse spoornetwerk geschetst en kort ingegaan op de geselecteerde stations voor de analyse (Claessens et al., 1998). Tot 193 is het netwerk zeer sterk uitgebreid. Destijds exploiteerden veel private bedrijven het spoornetwerk. Na 193, door de opkomst van de auto, bus en tram, werd een groot aantal stations gesloten, zoals te zien in Figuur 5.1.

Figuur 5.1: Het aantal stations in Nederland tussen 183-1. Het blauwe gebied in de guur geeft de onderzoeksperiode van deze studie weer. 8 7 6 5 4 3 1 183 185 187 189 191 193 195 197 199 1 Bron: Koster et al. (1) Jaar Na de Tweede Wereldoorlog is vooral de e cientie van het netwerk verbeterd en de capaciteit van een aantal verbindingen verdubbeld. Aan de geleidelijke toename van het aantal stations is te zien dat er geen grote uitbreidingen van het spoorwegnetwerk zijn geweest in de afgelopen decennia. Uitzonderingen zijn de Betuwelijn en de HSL-Zuid. Op dit moment beslaat het spoorwegnetwerk.8 kilometer en is het één van de drukst bereden netwerken ter wereld met dagelijks ongeveer, miljoen in- en uitstappers. Dit onderzoek naar de economische e ecten van een aantal nieuwe stations bestudeert stationsopeningen in Nederland in de afgelopen 15 jaar. Figuur 5. is een overzichtskaart van de geselecteerde stations. Zeer kleine voorstadhaltes (zoals Apeldoorn De Maten) worden genegeerd. De focus ligt op stations met dubbelspoor en in ieder geval een halfuursdienst (in beide richtingen). De nieuwe stations zijn grofweg vergelijkbaar in termen van frequentie en bereikbaarheid. Om de woningprijsverandering voor en na stationsopeningen te analyseren zijn data van de Nederlandse Vereniging van Makelaars (NVM) gebruikt. Voor de prijse ecten van commercieel vastgoed is data van Strabo, een specialist in vastgoedinformatie over prijzen van transacties van kantoren en bedrijfsruimtes, beschikbaar. Om de bereikbaarheidse ecten van deze nieuwe stations duidelijker in beeld te krijgen laat Figuur 5.3 zien wat de afstand is van alle woningen binnen een straal van vijf kilometer van de nieuwe stations tot een bestaand station. Ongeveer tachtig procent van de woningen lag al binnen zes kilometer van een bestaand station voor de opening van het nieuwe station. Dit is eenvoudig te verklaren: veel stations zijn voorstadhaltes die relatief dichtbij bijvoorbeeld het centrale station liggen (bijvoorbeeld Arnhem 69

Figuur 5.: Belangrijkste stationsopeningen 1996-7 Haarlem-Spaarnwoude (1998) 998) 98 9 8) 8) Hillegom ()) Utrech U Ut trech re echtt-te Te T erw rwijde rw w jd de e ( ( (( 3) 3 3 3)) 3 3) Nijmegen-Lent Nij Ni N ij iijme meg m ge en-l n-lent n-le e t ( ( ( ) ) )) ArnhemArn Ar A rnh hem-z he em m-z --Z Zuid Z d (( ( (5) 5) 5 5) 5) uid Almere-Par ep Parkwijk Pa ark arkwij a rkwijjk k (19 (19 996) 9 6)) 6 Amersf Amer A m mers r fo rsf ffoor oort-vat oor oo o ort-vath t Va attth h ho ors o rst rs st (( st 6) Almere-Strand A llm mer m ere ere-strand e St S (19 (199 19 999) 9 99) 9) 9) Voorhout (1997) R Tilbur Tilbu Tilburg Til T illb burg-ree urrrgu g---r g Reeshof Ree Re ee esh sh hof ho h off (3 o ( (( 3 3 3) 3) 3) Helmond H lmond nd Brandevoort Bra Brandevo an nd devoo voort ort ort rt (( ( 6) 6) 6) 6) 6) Bron: gebaseerd op Koster et al. (1) Figuur 5.3: Afstand naar oud station voor opening nieuw station Figuur 5.4: Afstandreducties na opening nieuw station 14 % van aantal observaties % van aantal observaties 7 15 1 5., 4, 6, km naar het dichtsbijzijnde station Bron: Koster et al. (1) 8. 1 1 8 6 4., 4, 6, km naar het dichtsbijzijnde station Bron: Koster et al. (1) 8.

Zuid, Haarlem Spaarnwoude). De afstandsreducties door nieuwe stations zijn weergegeven in Figuur 5.4. De gemiddelde afstandsreductie blijkt door de stationsopeningen twee kilometer voor woningen binnen een straal van vijf kilometer van een nieuw station. Voor achttien procent van de huizen is de reductie in afstand minder dan een kilometer. Dit suggereert dat de bereikbaarheidstoename niet spectaculair is. Resultaten Resultaten van de huizenmarkt Statistische regressiemethoden zijn gebruikt om te bekijken welk deel van prijsveranderingen in huizenprijzen kan worden gerelateerd aan de opening van nieuwe stations. Uiteraard wordt er gecorrigeerd voor het feit dat woningen duurder zijn geworden in de afgelopen jaren. Er blijken geen noemenswaardige e ecten te zijn van stationsopeningen, huizen zijn zelfs een beetje goedkoper zijn geworden (een kwart procent per 5 meter)(zie Tabel 5.1). Dit zou kunnen doordat woningen nabij deze nieuwe stations zijn ontwikkeld. Deze gebieden hebben een sterke toename van bevolkingsdichtheid en een verlies van toegang tot open ruimte meegemaakt (denk aan Leidsche Rijn en Utrecht Terwijde). Een correctie voor bevolkingsdichtheid (en veranderende karakteristieken van het huis) verandert echter niets aan de resultaten. Een andere verklaring is dat huizenprijzen zich al hebben aangepast voor de opening van het station. Als dit anticipatiee ect in acht wordt genomen verandert er echter ook niet zoveel. Een aparte analyse is gedaan om te kijken of stations met weinig concurrentie van (grotere) andere stations (bijvoorbeeld Voorhout en Hillegom) een sterker e ect hadden op prijzen, maar dat was niet het geval. Door de sample uit te breiden met alle woningtransacties in Nederland en meer buurtkenmerken toe te voegen zijn nog een aantal andere checks gedaan. De belangrijkste vinding dat er geen prijse ect is, blijft echter ongewijzigd. De economische e ecten van openingen van stations op basis van deze analyse zijn dus gering. Hier kunnen een aantal redenen voor zijn. Allereerst hebben de nieuwe stations een relatief lage frequentie en maar een beperkt aantal stations zijn bereikbaar binnen één overstap. De verwachte e ectieve tijdswinst voor gebruikers is daarom klein. Doordat het vooral voorstadhaltes betreft kunnen veel mensen besluiten om toch naar het grotere station in de buurt te reizen om zo een extra overstap te vermijden. Ten tweede kunnen stations ook negatieve e ecten hebben op hun omgeving, zoals geluidsoverlast van optrekkende treinen of een onaantrekkelijk stationsgebied (denk aan grote parkeerplaatsen). Deze negatieve e ecten worden vaak genegeerd maar zijn wel degelijk van invloed (zie Bowes en Ihlanfeldt, 7). Als derde reden kan worden aangedragen dat maar twee procent van de verplaatsingen plaatsvindt per trein (CBS, 7). Dit suggereert dat maar een klein deel van de bevolking een betere bereikbaarheid per trein belangrijk vindt. Waarom worden er in andere studies dan wel positieve economische baten gevonden? Allereerst omdat stations vaak bij aantrekkelijke locaties zoals winkelcentra en kantorengebieden liggen (denk aan Hoog Catharijne, Zuidas). De hoge vastgoedprijzen worden dan niet (alleen) bepaald door een goede bereikbaarheid per OV, maar juist door de eerdergenoemde factoren. Andere locatiefactoren, zoals stedelijke voorzieningen en de demo- 71

Tabel 5.1: Percentuele verandering in de woningprijs voor 5 meter dichter bij het station (1) () (3) Prijse ect van station -.5% -.5% -.13% Prijstrend X X X Bevolkingsdichtheid X X Huiskarakteristieken X X Anticipatie-e ect X Opmerking: Deze e ecten zijn niet statistisch signi cant verschillend van nul. 7 Tabel 5.: Percentuele verandering in de prijs van commercieel vastgoed voor 5 meter dichter bij het station (1) () (3) Prijse ect van station -.41% -.63% -.9% Prijstrend X X X Werkgelegenheidsdichtheid X X Pandkarakteristieken X X Anticipatie-e ect X Opmerking: Deze e ecten zijn niet statistisch signi cant verschillend van nul. Bron: Koster et al. (1)

gra sche samenstelling van de buurt zijn inderdaad veel belangrijker in het bepalen van de woningprijs dan bereikbaarheid per openbaar vervoer, zo laat Koster (13) zien. Bij het analyseren van de economische e ecten van stations kan zonder een correctie voor deze factoren een sterke overschatting worden gevonden van het prijse ect van stations. Ten tweede mag worden verwacht dat de e ecten veel sterker zijn bij stations in dichtbevolkte gebieden met een bevolking waar een hoog aandeel dagelijks gebruikt maakt van het openbaar vervoer. Dit kan verklaren waarom Gibbons en Machin (5) wel prijse ecten vonden: veertig procent van de verplaatsingen in Londen vindt plaats per metro. Omdat het voor een deel de underground betrof waren de bovengrondse negatieve e ecten, zoals geluidsoverlast, gering. Resultaten met betrekking tot het commercieel vastgoed De prijse ecten van nieuwe stations op de huizenmarkt zijn dus gering. Geldt dit ook voor de markt voor kantoren en bedrijfsruimtes? Dezelfde stappen als bij de analyse van de huizenmarkt zijn doorlopen. Ook in al deze analyses is geen signi cant prijse ect van stationsopeningen op prijzen van commercieel vastgoed gevonden (zie Tabel 5.). Dit kan komen door een kleinere dataset (iets meer dan.5 observaties). Desalniettemin, als er substantiële prijse ecten waren zou dat waarneembaar moeten zijn geweest. Een verklaring kan zijn dat het e ect alleen voor kantoren geldt; maar als alleen wordt gefocust op kantoren veranderen de resultaten niet noemenswaardig. Een andere tegenwerping is dat de e ecten vooral lokaal zijn (binnen 5 meter), maar extra gevoeligheidsanalyses bevestigen niet dat er zeer lokaal wel een prijse ect te vinden is. Het ontbreken van een prijse ect is in lijn met Korteweg (199) 4 ; volgens zijn bevindingen wil geen enkel bedrijf op een locatie zitten met alleen een NS-station. Slechts vier procent van de bedrijven heeft genoeg aan een locatie met een NS-station en een oprit naar de snelweg. Aangezien de nieuwe stations vaak worden gebouwd nabij woonwijken (en niet nabij kantorenparken) is het niet geheel verbazend dat er geen prijseffecten worden gevonden. Conclusies en aanbevelingen Het openen van nieuwe stations wordt beschouwd als een belangrijk beleidsinstrument om bereikbaarheid per openbaar vervoer te verbeteren. Dat ontwikkeling van het openbaar vervoersnetwerk en stedelijke ontwikkeling samen opgaan past in het TOD-concept. In Nederland zijn er in de laatste twee decennia een substantieel aantal stationsopeningen geweest, meestal voorstadhaltes. De kosten van stationsopeningen zijn aanzienlijk en inzicht in de meetbare maatschappelijke baten zijn dan ook van belang. De economische e ecten van stationsopeningen zijn geanalyseerd door te kijken naar prijsveranderingen in vastgoed voor en na de opening. Als locaties aantrekkelijker worden (bijvoorbeeld door tijdswinst), dan uit zich dat in een hogere betalingsbereidheid van mensen en bedrijven voor deze locatie, dus in hogere vastgoedprijzen. Er blijken echter geen meetbare prijse ecten te zijn door stationsopeningen. Dit kan komen door negatieve e ecten van stationsopeningen (bijvoorbeeld door een toename van geluidsoverlast) en de vaak slechts marginale verbetering in bereikbaarheid. Dit onderzoek sluit dus niet per de nitie alle prijse ecten van stations uit. Stations als Utrecht Centraal en Amsterdam Zuid lijken belangrijk te zijn (geweest) voor de ontwikkeling van de woon- en werklocaties in de nabij- 73

74

heid. Dit positieve bereikbaarheidse ect is echter zeer moeilijk te scheiden van andere positieve kenmerken (bijvoorbeeld agglomeratievoordelen*) van dergelijke locaties. Door het ogenschijnlijk ontbreken van prijse ecten lijkt value capturing als middel om nieuwe stations te nancieren niet opportuun. Als economische e ecten belangrijk zijn in de keuze om wel of niet een station te openen, suggereert de huidige analyse dat nieuwe stations alleen moeten worden geopend als er een substantieel bereikbaarheidse ect is. Met andere woorden, nieuwe stations zullen gebieden moeten ontsluiten die nog niet of nauwelijks per openbaar vervoer bereikbaar zijn. Er kan worden betwijfeld of de voorstadhaltes die in de afgelopen jaren zijn geopend wel een voldoende bereikbaarheidstoename hebben geïmpliceerd. Literatuur Bowes, D.R, Ihlandfeldt, K.R. (1). Identifying the Impacts of Rail Transit Stations on Residential Property Values. Journal of Urban Economics 5: 1-5. Keijer, M.J.N., Rietveld, P. (). How Do People Get to the Railway Station? The Dutch Experience. Transportation Planning and Technology 3(3): 15-35. Koster, H.R.A., Van Ommeren, J.N., Rietveld, P. (1). The Gains of Trains. The E ect of Station Openings on House Prices. Tinbergen Discussion Paper TI 1-94/3, downloadable from www.urbaneconomics.nl, see papers working papers. Koster, H.R.A. (1). Rocketing Rents: the Magnitude and Attenuation of Agglomeration Economies in the Commercial Property Market. LSE-SERC Discussion Paper 15. Koster, H.R.A. (13). The Internal Structure of Cities: The Economics of Agglomeration, Amenities and Accessibility. Amsterdam: Rozenberg Publishers. Ministerie van Verkeer en Waterstaat (11). MIRT Projectenboek. Den Haag: Ministerie van Verkeer en Waterstaat. Rietveld, P. (). The Accessibility of Railway Stations: The Role of the Bicycle in the Netherlands. Transportation Research Part D 5(1): 71-75. 75 Claessens, M.T., Van Dijk, N.M., Zwaneveld, P.J. (1998). Cost Optimal Allocation of Rail Passenger Lines. European Journal of Operational Research 11: 474-489. Debrezion, G., Pels, E., Rietveld, P. (7). The Impact of Railway Stations on Residential and Commercial Property Values: A Meta-Analysis. Journal of Real Estate Finance and Economics 35: 161-18. Debrezion, G., Pels, E., Rietveld, P. (11). The Impact of Rail Transport on Real Estate Prices: An Empirical Analysis of the Dutch Housing Market. Urban Studies 48(5): 997-115. Rouwendal, J. en Straaten, J.W. van der (5). The Costs and Bene ts of Providing Open Space in Cities. Tinbergen Institute Discussion 8-1/3, Tinbergen Institute. Paper. 1 Zie bijvoorbeeld Rouwendal en Van der Straaten (5) voor een analyse van de waarde van parken. Station Amsterdam Lelylaan is bijvoorbeeld jarenlang een broedplaats geweest van straatroof, diefstal en andere kleine criminaliteit. Pas na het inschakelen van een particulier beveiligingsbedrijf kon de criminaliteit worden verminderd. 3 Zie factsheet Londen. 4 Zie bijdrage van Frank Bruinsma. Station Leiden Centraal, Leiden