After the goldrush. Grafiek 1: Recente evolutie van de Dow Jones prijsindex

Vergelijkbare documenten
Zijn Europese aandelen écht ondergewaardeerd?

Grafiek 1: Evolutie van de voornaamste aandelenindices in de VS, Eurozone, China en de groeilanden in vergelijking met de evolutie van de goudprijs.

Niettemin, blijft de inflatie in de V.S. op een laag niveau en alleszins onder het FED target van 2%.

Vooral wanneer ze in deze volgorde staan en uit de pen vloeien van een economist, zijn de volgende woorden erg gevaarlijk: Deze keer is anders.

BEHEERSVERSLAG TRANSPARANTINVEST 4/3/2015. Macro & Markten, strategie. 1. Rente en conjunctuur : EUROPA

Van Lieshout & Partners Nieuwsbrief 3 e kwartaal Bron: Reuters

Oktober Macro & Markten. 1. Rente en conjunctuur :

Beheersverslag ICF TRANSPARANT INVEST dd 13 augustus 2016

QE in de eurozone: bezit van de zaak, einde van het vermaak?

10-jaars rente Duitsland. 10-jaars rente VS. Van Lieshout & Partners Nieuwsbrief 4 e kwartaal 2017

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)!

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

BEHEERSVERSLAG Transparantinvest Portfolio Fund februari 2016

Special Report Op weg naar een nieuwe seculaire stierenmarkt?

BEHEERSVERSLAG Transparantinvest Portfolio Fund juli 2015

Evaluatie van de huidige economische en financiële situatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2014 t/m 30 juni Samenvatting: dalende rente

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2017 t/m 31 maart Samenvatting:

T T A M. Vandaag lijken aandelen volgens TreeTop Asset Management absoluut en relatief goedkoop.

In troebel water is het goed vissen

september MARKTCOMMENTAAR

De somberste dag van het jaar ligt al achter ons

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2016 t/m 31 december Samenvatting:

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2014 t/m 31 december 2014

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2017 t/m 30 juni Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2014 t/m 31 maart Samenvatting: stijgende aandelen

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2015 t/m 30 juni Samenvatting:

Van Lieshout & Partners Nieuwsbrief 1 e kwartaal 2019

Wijs & van Oostveen VISIE Robert Schuckink Kool Hoofd Beleggingsstrategie. drs. Martijn Meijer Hoofd Vermogensbeheer

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Derde kwartaal juli 2015 t/m 30 september Samenvatting:

Euroschuldencrisis en beleggingsalternatieven. Koen De Leus Senior Economist KBC Group

Zero Bond Perpetual. Grafiek 1: Rente op Belgische overheidsobligaties op 10 jaar. Nominale en reële rentevoeten.

Lijst met zware beroepen

Terugblik. Maandbericht april 2018

Interpolis Obligaties 4e kwartaal 2013

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal april 2015 t/m 30 juni 2015

De macro-economische vooruitzichten voor de wereldeconomie: evenwichtige groei in Europa, terugval in de Verenigde Staten en Japan

Hoe (slecht) gaat het met de conjunctuur? Edwin De Boeck Fedustria 13 oktober 2011

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2015 t/m 31 maart 2015

Neem geen vlieglessen van een slang

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2013 t/m 31 december Samenvatting: stijgende aandelen

KWARTAALBERICHT Eerste kwartaal 2015

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Lageloonlanden. Intussen vallen ook de VS onder deze definitie van een lageloonland. Gedeeltelijk dan toch

Just a perfect day. De vraag is alleen welk instrument hiervoor het meest geschikt zou zijn.

Wall Street of niet, dat is de vraag

Informatie over beleggingen in de prepensioneringsregeling

AG Protect + Risk Control Europe 90 / 2. Lancering : 14 september tot en met 30 oktober 2015* *Behoudens vervroegde afsluiting

Belfius Pension Fund Maandelijkse Reporting Juni 2015

De lange termijnrente stijgt: een reëel gevaar voor de aandelenmarkten?

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2016 t/m 30 juni Samenvatting:

Het inflatie dilemma

Laag, lager, negatief: de onstuitbare val van de rentevoeten

Kan de rente nog lager?

Waardig ouder worden.

Veranderingen in de internationale positie van Nederlandse banken

Terugblik. Maandbericht mei 2018

Update april 2015 Beleggen

Wijnimport Nederland naar regio

Blijvende onrust op de beurs: hoe nu verder?

Beleggingsstrategie. Zeer defensief. ingsstrategie

Interpolis Obligaties 4e kwartaal 2012

Interpolis Obligaties 3e kwartaal 2012

Technische Analyse: Haarscheuren in de obligatiebubbel!

MERIT CAPITAL : MACRO-ECONOMISCHE VOORUITZICHTEN 2015

Update Macro-Economie & Belangrijkste Beleggingsthema's

Kwartaalbericht. 2e kwartaal 2015 Den Haag, 14 juli Samenvatting cijfers per 30 juni 2015

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Derde kwartaal juli 2017 t/m 30 september Samenvatting:

Zal de groei op de afspraak zijn? VS

Terugblik. Maandbericht maart 2018

visie op 2017 seminar a.s.r. vermogensbeheer 2 november 2016 Jack Julicher

BEHEERSVERSLAG Active Multi Allocation Fund september 2015

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)!

Wolf! (of misschien toch niet?)

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Vierde kwartaal oktober 2016 t/m 31 december Samenvatting:

Van Lieshout & Partners Nieuwsbrief 4 e kwartaal 2018

februari MARKTCOMMENTAAR

Go with the flow. 2 April 2015

BEHEERSVERSLAG Transparantinvest Portfolio Fund december 2015

Jaarbericht ABC 2013

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2012 t/m ultimo juni Samenvatting:

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)!

Perscommuniqué. Het Federaal Planbureau evalueert de gevolgen van de duurdere dollar en de hogere olieprijzen voor de Belgische economie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal april 2016 t/m 30 juni 2016

Persbericht ABP, eerste halfjaar 2008

3e kwartaal 2016 Den Haag, oktober 2016

DOUBLEDIVIDEND OUTLOOK 2015 KWALITEIT ONAFHANKELIJK BETROKKEN

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM. Eerste kwartaal januari 2013 t/m 31 maart 2013

juni MARKTCOMMENTAAR

E F F E C T U E E L. augustus Slachtoffer van eigen succes? Hilaire van den Bergh

Blog 26 september 2016

De Minister van Financiën Ir. J.R.V.A. Dijsselbloem Postbus EE Den Haag. DNB-analyse effecten langdurig lage rente

De huidige economische indicatoren maken deze taak momenteel zeker niet gemakkelijker en laten zowel een scenario met vrieskou als zomerwarmte toe.

1000 bommen en granaten

Hoofdstuk 2: Het Taylor-Romer model

Beleggingsstrategie. Zeer Dynamisch. ingsstrategie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Vierde kwartaal oktober 2014 t/m 31 december 2014

Transcriptie:

De goudkoorts die in 1849 een volkstoeloop in de richting van de woeste Californische bergketens ontketende, heeft slechts een handvol gouddelvers het verhoopte geluk gebracht. Enkel de schop-, houweel- en muilezelverkopers en de meetrekkende horecazaken hebben er een klein fortuin aan overgehouden. Het is ander gesteld met de beurshausse die zich sinds eind 2011 heeft ingezet en iedere deelnemer (met een beetje geduld en inzicht) een meer dan behoorlijke return heeft opgeleverd. De wereldbeurzen hebben het nieuwe jaar intussen ingezet met een niet mis te verstaan statement over hun visie op de verdere toekomst met stevige nieuwe records van de wereldindices, geïnspireerd door een nieuwe, adembenemende recordrace van de Amerikaanse aandelenbarometers. Dergelijk feestgedruis verveelt ons nooit. Vooral het doorbreken van de nieuwe mythische grens van 25.000 punten van de legendarische Dow Jones-index weet hierbij de aandacht te trekken van de populaire pers. De recente beweging is inderdaad merkwaardig omdat het minder dan een jaar geleden is dat de vorige fabelachtige horde van 20.000 punten moeiteloos werd genomen. Ook de S&P-index en de NASDAQ laten zich niet onbetuigd en weten de records aan een te rijgen. Grafiek 1: Recente evolutie van de Dow Jones prijsindex Dergelijk cijfers zeggen ons echter niet zoveel omdat men zich hierbij te veel fixeert op de evolutie van prijsindices die een vertekend beeld geven van de werkelijke kracht van deze beleggingsklasse, zeker wanneer we de opbrengst over langere periode in beschouwing nemen. Ter illustratie rekenen we even voor wat de effectieve opbrengsten zijn geweest van een investering in de Dow Jones-index, rekening houdend met zowel de prijsevolutie als de dividenduitkeringen. De Dow Jones-index werd voor het eerst berekend in 1896 en kende een startwaarde van 40,96 indexpunten. Op 5 januari 2018 liep deze indexwaarde op boven 25.000 punten. Dit lijkt indrukwekkend maar is dat helemaal niet. Op jaarbasis betekent dit immers slechts een nominale return van 5,35 % en na aftrek van inflatie blijft hier slechts 2,5 % van over (voor 1

belastingen, wel te verstaan ). De werkelijke kracht komt pas tot uiting wanneer we ook de uitgekeerde dividenden in rekening brengen (en telkens herinvesteren). De oorspronkelijke waarde (40,96 punten) blijkt dan te zijn aangegroeid tot 2.785.003,73 punten. Dit laat zich omrekenen tot een jaarreturn van 9,28 % in nominale termen en tot een reëel rendement van 6,41 %. Now, we re talking De beschouwde periode is weliswaar lang en brengt u terug in overgrootvaders actieve jaren, maar het bedrag blijft hoe dan ook verbluffend. Ook wanneer we de totale periode opdelen in subperiodes van 10 jaar (behoudens de eerste periode die loopt van 1896 tot 1900 en de laatste periode van 2010 tot 2018) blijft de track record van deze returnindex opvallend sterk. Een dergelijke vergelijking geeft overigens ook aan hoe uitzonderlijk zwak het vorige decennium was, maar tevens dat de recente periode bij de allerbeste decennia gerekend mag worden. Tabel 1: Nominale jaarreturn per decennium (De opgegeven datum in de tabel betreft telkens de einddatum van de beschouwde periode.) Spectaculaire buitelingen, snoekduiken en enkele kortstondige momenten van totale verdwazing even buiten beschouwing gelaten, is het zeer geslaagde parcours van breed gespreide aandelenmarkten natuurlijk niet beperkt gebleven tot de VS. Ook de Europese markten hebben na WO II een gelijkaardige klim gekend en hebben zich in de recente periode zeker niet onbetuigd gelaten in het heroïsche klimwerk van aandelenprijzen. Grafiek 2: Evolutie van de prijsindex van Europese aandelenbeurzen 2

Maar reeds uit een eerste vergelijking blijkt dat, in tegenstelling tot de VS, slechts weinig Europese prijsindices hun precrisis recordniveau (meestal ergens medio 2007 gesitueerd) kunnen overtreffen, ondanks het recente koersgeweld. In prijstermen blijkt dat de donkere schaduw van de banken- en de eurozonecrisis nog niet helemaal is weggewerkt. Het (te) hoge gewicht van de banksector in de Europese economie (met alle daarbij horende kwalijke bijwerkingen zoals moral hazard, politieke benoemingen allerhande en too-big-to-fail perversiteiten) verklaart dit in belangrijke mate. In returntermen liggen deze duistere tijden echter ver achter ons, met onder meer uitstekende prestaties van de Duitse, Nederlandse, Franse en Belgische aandelenbeurzen. Grafiek 3: Evolutie van de returnindex (prijsindex + dividenden) van Europese aandelenbeurzen 3

Zowel in de VS, Europa als de meeste Aziatische aandelenmarkten blijkt het bereikte koersniveau verantwoord op basis van de rentestand, de vermoedelijk beperkte opwaartse bewegingsruimte van de langetermijnrente, de verwachte gunstige evolutie van de bedrijfsresultaten en het potentieel voor verdere afname van de risicopremie, hetgeen op zijn beurt het toegenomen economisch optimisme weerspiegelt. De koers-winstverhoudingen van de meeste aandelenbeurzen vertonen weliswaar recordniveaus, maar bij de effectieve waardering dient ook rekening te worden gehouden met de lage rentestand en het toegenomen groeiritme van de bedrijfsresultaten. Dit laatste gegeven is vooral een functie van de verwachte economische evolutie. De verwachtingen in de VS, de eurozone, China en India wijzen op toenemende bedrijfsactiviteit zodat zich hier geen dreigend gevaar voordoet. Het voornaamste risico voor ons optimistisch scenario bevindt zich vooral in de ontwikkeling van de langetermijnrente. Het uitgangspunt wordt hierbij gevormd door een moderate ontwikkeling van de inflatie. Het huidige peil van de verwachte inflatie bevindt zich in de VS relatief kort bij de doelstelling van 2 %, maar de centrale bank heeft hierop al geanticipeerd met aangekondigde verhogingen van haar beleidsrente in 2018. In de eurozone bevindt de verwachte inflatie zich nog ruimschoots onder deze doelstelling, zodat ook hier geen dramatische opstoot van de langetermijnrente wordt verwacht. Een tegenvaller op dit vlak kan echter schokgolven veroorzaken, gelet op het nog steeds extreem lage niveau waarop de rente zich bevindt, en zowel de obligatiemarkten als de aandelenbeurzen sterk onder druk brengen. We willen toch graag even de huidige rentetarieven in historisch perspectief plaatsen. Wat dacht u van de volgende statistieken? Een recent artikel van de Bank of England[i] biedt ons de kans om even terug te blikken. Tot 1273 om precies te zijn. Hierbij wordt de risicovrije rente gemeten telkens gedefinieerd als het prevalerende rentetarief in de regio die op dat 4

moment economisch toonaangevend is en in de loop van geschiedenis verschuift van Venetië en Genua naar ondermeer Spanje, de Nederlanden, het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en de VS. Dit laat toe om de stand van de langetermijnrente, de huidige obligatiehausse en rentedalingen te situeren. De huidige dalingen van de rentevoeten hebben zich voorgedaan vanaf 1981 nadat voorafgaandelijk de toenmalige Fed-voorzitter, de legendarische Paul Volcker, de torenhoge inflatie succesvol wist te bestrijden met ongeziene rentestijgingen (of was het gewoon zo dat de rente gewoon begon af te nemen omdat de economische groei zodanig was teruggevallen dat ook de olieprijzen terugvielen en hierdoor de inflatieverwachtingen drastisch afnamen, tegelijk de pc zijn opwachting maakte en productiviteitsgroei veroorzaakte en de nieuwgekozen president Reagan terecht meer aandacht gaf aan de aanbodkant van economie?) Dit veroorzaakte een volgehouden trend van rentedalingen en een obligatiehausse van 1981 tot nu. Om u een idee te geven hoe uitzonderlijk deze rentebeweging wel is: sinds 1273 was er maar één periode van dalingen van de nominale rente die langer duurde dan de huidige, met name van 1441 tot 1481. Diezelfde periode steekt ons overigens als enige ook de loef af inzake de orde van grootte (intensiteit) van de nominale rentedaling. In termen van reële rentedaling was er in de geschiedenis ook slechts één periode langer, met name van 1451 tot 1511. In orde van grootte daalde de reële rente enkel meer tussen 1933 en 1948. Onze generatie heeft dus genoten van de op één na langste en meest intense periode van rentedalingen van de laatste 800 jaar. Meer nog, sinds 1273 is de nominale risicovrije rente nooit lager geweest dan medio 2016 (en de beperkte stijgingen sindsdien worden vooralsnog niet als een trendbreuk aanzien). Grafiek 4: Evolutie van de risicovrije rente sinds 1273 Bron: BOE wp 686 Het risico hierbij is dat men vergeet dat het ook wel eens de andere kant kan opgaan. Een radicale ommekeer in dit scenario, op basis van rabiate rentestijgingen zou bijzonder nefast zijn voor alle financiële markten. In de eerste plaats natuurlijk voor obligaties en vastgoed maar zeker ook voor aandelenmarkten. In historisch perspectief doet een dergelijke 5

trendbreuk zich voor bij miscommunicatie door centrale banken (zoals recent in 1968 en kortstondig in 1994) en bij een te sterke toename van de loongroei. Geen van beide storende elementen vormt momenteel echter een bedreiging. De centrale bankiers van de Fed en de ECB wisten er in de recente periode immers een zeer accurate en tijdige communicatie op na te houden en konden hierdoor bijzonder veel vertrouwen opwekken bij investeerders, die dan ook prompt reageerden met verlaagde inflatieverwachtingen en die hierdoor de langetermijnrente laag houden. Ook de evolutie van de lonen in de VS blijft (tot nu toe) zeer gematigd, ondanks de extreem lage werkloosheid. Wellicht wordt dat veroorzaakt door de gebrekkige groei van vacatures, waardoor de onderhandelingspositie van werknemers verzwakt, en vooral de beperkte productiviteitsgroei waardoor bedrijven hoe dan ook geen mogelijkheid zien om loonsverhogingen toe te kennen. Bij de asset-allocatie blijven we vandaar aandelenposities overwegen, vooral in de eurozone en Aziatische groeilanden. De VS blijft echter nadrukkelijk aanwezig in onze aandelenposities. Onze obligatieposities blijven vanzelfsprekend en worden (enkel) uitgebreid met Spaanse en Italiaanse inflation-linked obligaties, Portugal ( in een volgehouden inhaalbeweging) en Polen (dankzij een versterkende wisselkoers). [i] Bank of England. Staff Working Document 686: Eight centuries of the risk free rate. Paul Schmelzing 10/2017 6