Visie van OPTA op de markt en de strategische agenda voor Consultatiedocument

Vergelijkbare documenten
Visie en jaarplan 2007

Telecom en Toezicht. Chris Fonteijn collegevoorzitter OPTA. Nationaal Overleg Telecommunicatie, 22 juni 2006

Begroting en Vergoedingen OPTA Meerjarenraming OPTA Externe begroting 2007

Marktanalyses OPTA. Naam spreker. Jilles van den Beukel

regulering zakelijke netwerkdiensten

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Telecommonitor Q1 Q2 2018

Pagina. Concept advies over de toekenning van frequentieruimte voor digitale ethertelevisie. Openbaar ACM/DTVP/2016/

Bijlage: Gegevensset. Vragen aan marktpartijen

Presentatie van OPTA s jaarverslag 2010

Tweede Kamer der Staten-Generaal

ǫ P a g 1 in / 5 a Juni 2016

Kansen & keuzes op de televisiemarkt

Two is as good as it gets OPTA hoorzitting 2 september 2008

Telecommonitor Q4 2016

Inhoudsopgave. Voorwoord 5. Leeswijzer 7. Introductie Post Elektronische communicatie Toezicht door OPTA 41

Telecommonitor Q2 2016

Pagina. Marktanalyse ontbundelde toegang en retailanalyse internettoegang. - vragenlijst - Datum:

Telecommonitor Q3 Q4 2018

RICHTSNOEREN AANWIJZING AANMERKELIJKE MACHT OP DE MARKT

Wat iedereen móet weten van de marktafbakening door OPTA - in het bijzonder voor de kabel.

Telecommonitor Q3 Q4 2017

Telecommonitor Q3 Q4 2017

Telecommonitor Q4 2015

Telecommonitor Q3 2016

Telecommonitor Q1 - Q2 2017

DISCUSSIEDOCUMENT TEN BEHOEVE VAN RONDE TAFEL BIJEENKOMST MCTN+

Zienswijze UPC Nederland B.V. en UPC Nederland Business B.V. inzake OPTA ontwerp besluit marktanalyse vaste telefonie

Telecommonitor Q Openbare rapportage

Telecommonitor Q Openbare rapportage

Datum 7 november 2014 Betreft Kabinetsreactie en beantwoording vragen over de overname van Ziggo door Liberty Global

Wijziging van de Telecommunicatiewet ter implementatie van de herziene telecommunicatierichtlijnen

Presentatie van OPTA s jaarverslag 2011

EUROPESE COMMISSIE. Brussel, SG-Greffe (2005) D/206586

OPTA, kabeltoegang en auteursrecht

Visie van OPTA Consultatiedocument

Hiermede reageert YouCa op het ontwerpbesluit wholesale fixed access als gepubliceerd op 27 februari jongstleden.

Opmerkingen overeenkomstig Artikel 7(3) van Richtlijn 2002/21/EG 1

Antwoorden op de vragen van lid Crone en lid Van Dam (beiden PvdA) over de overname van Orange door T-Mobile

Welkom bij de Autoriteit Consument en Markt, de ACM! Mijn naam is Chris Fonteijn.

1. Oprichting van een Europese Autoriteit voor de elektronische communicatiesector

8 Consultatie ontwerpbesluit toegang en gespreksopbouw op openbare mobiele telefoonnetwerken

2 Wat is uw oordeel over deze overname en de gevolgen voor respectievelijk de telefonie-, TV- en internetmarkt?

Met welke ontwikkelingen en strategische factoren houdt ACM rekening bij toezicht op de ziekenhuiszorg?

Ontwerpbesluit Marktanalyse Wholesale Fixed Access

Telecommonitor Q Openbare rapportage

Evaluatie artikel 9 Postwet verslag over de effecten in de praktijk en advies over de wenselijkheid van aanvullende regels -

Voorlopig oordeel inzake interconnectie

Introductie. Dit zijn de privacy voorwaarden die van toepassing zijn op de verwerking van persoonsgegevens door Netvia B.V. (hierna samen: wij ).

Marktanalyse Omroep. Ontwerpbesluit (notificatie)

Geachte heer, mevrouw,

AMBITIE & VISIE. Dienstverlening

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage. Datum 22 november 2010

Marktanalyse Omroep. Ontwerpbesluit (notificatie)

Telecommonitor Q Openbare rapportage

Wanadoo is van mening dat OPTA specifiek aan deze punten en in het algemeen aan de relaties tussen markten meer aandacht moet besteden.

Pagina 1/6. Speerpunten 2013 Autoriteit Consument & Markt

De Landsverordening inzake Concurrentie. De regels uit de Landsverordening inzake concurrentie uitgelegd

Gelet op de artikelen 4.2, 4.3 en 15.1, derde lid, van de Telecommunicatiewet en artikel 4:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht,

Schriftelijke bijdrage van Koninklijke KPN N.V. in de uniforme openbare voorbereidingsprocedure o.g.v. artikel 6b.1 Tw

Contactpersoon Ons kenmerk Uw kenmerk Doorkiesnummer. Reactie OPTA consultatiedocument nummeridentificatie

mw. mr. Mei Po Man OPTA/IPB/2006/ (070) augustus 2006 consultatiedocument wijziging Regeling universele 1 dienstverlening

NL/2008/0821: retailmarkten voor vaste telefonie voor residentiële en zakelijke afnemers in Nederland

Betreft: Zaak NL/2008/0822: gespreksopbouw op het openbare telefoonnetwerk, geleverd op een vaste locatie

Pagina 1/8. Consultatie verplichtingen marktanalyse postsector Van. 1 Inleiding. ACM Post-MA

VISIE OP TOEZICHT & HANDHAVING. Inleiding. 1 Accentverschuiving: meer aandacht voor preventie

BELEIDSREGELS NUMMERHANDEL OPTA

Visie op de postmarkt. Geachte heer/mevrouw,

De markt is grenzeloos;

De Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit, 18 december 2002

Aansluitingen voor mobiele diensten (x 1.000) Verhoudingen mobiele telefonie 2011 Q3 14%

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties

Marktmonitor OPTA hebben gemeld.

Strategy, Legal & Regulatory Affairs Postbus BM Maastricht

Nederlandse Mededingingsautoriteit

Telecommonitor Q1 2016

Wanadoo reactie OPTA All IP issue paper

Bouwstenen voor een duurzaam reguleringskader perspectief van zakelijke energiegebruikers. Tilburg, 17 juni 2016 Hans Grünfeld

IP Services. De grenzeloze mogelijkheden van een All IP -netwerk

Gelet op de artikelen 21, eerste lid, van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen en 4:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

Pagina 1/8. Retailanalyse zakelijke netwerkdiensten. - vragenlijst - Datum: Ons kenmerk: Zaaknummer:

Algemeen. Doelstellingen en uitgangspunten van regulering

Pagina 1/12. Advies over de toekenning van frequentieruimte voor digitale ethertelevisie. Openbaar ACM/DTVP/2016/

Marktanalyse Vaste Telefonie. Presentatie voorontwerp besluiten Remko Bos 1 juli 2005

Marktanalyse Omroep. Ontwerpbesluit (notificatie)

Comsave Privacy voorwaarden. Laatste update: 16 mei 2018

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

OPTA/EGM/2003/ U RvB 03/022 pricing. 17 april 2003 E , tariefvoorstel "Tariefpakket Extra" -

Samenvatting Samenvatting

Strategische agenda pag. 3 Onze missie pag. 3 Onze koers pag. 5 Onze speerpunten pag. 6 Onze kerntaken

De Nederlandse Postmarkt in

Nationale consultatie over het ontwerpbesluit m.b.t. de marktanalyse van de cluster Huurlijnen. Presentatie aan de sector 28 april 2006

Jaaragenda Fair Trade Authority Curaçao

Analyse Televisie Annex D Nota van Bevindingen

Impact Cloud computing

Transcriptie:

Visie van OPTA op de markt en de strategische agenda voor 2007 Consultatiedocument 1 juli 2006 OPTA/IPB/2006/202041

Inhoudsopgave Inhoudsopgave 2 1 Voorwoord 3 2 De opdracht van OPTA 4 2.1 Kaders 4 2.2 Taken 4 2.3 Missie 4 2.4 Strategische thema s 5 3 Elektronische communicatie 6 3.1 Trends 6 3.2 Mogelijke toekomstige ontwikkelingen 9 3.3 Effecten en visie 10 3.4 Strategische uitdagingen op basis van de scenario s 12 3.5 Visie en strategische uitdagingen in het versterken van de invloed van de eindgebruiker 15 3.6 Vraagstukken van veiligheid, kwetsbaarheid en afhankelijkheid 15 4 Post 17 4.1 Algemeen 17 4.2 De huidige postmarkt 18 4.3 De toekomstige situatie op de postmarkt 18 5 Visie op de interactie van OPTA met de omgeving 19 5.1 Een professionele relatie met relevante instanties binnen de communicatiesector 19 5.2 Openheid over OPTA s maatschappelijke functie en zichtbaarheid van haar maatschappelijke rol 21 5.3 Deskundig en gemotiveerd personeel dat onder optimale werkomstandigheden zijn taken kan verrichten 23 5.4 Principes van reguleren: maatwerk en proportionaliteit 24 6 OPTA s Strategische agenda en Jaarplan voor 2007 29 6.1 Thema: Een dynamische en concurrerende communicatiesector met ruimte voor innovaties en investeringen. 29 6.2 Thema: Sterke consumenten die beschermd zijn tegen onoorbare gedragingen en economisch misbruik in de communicatiesector 31 6.3 Thema: Een efficiënte toezichthouder met openheid over haar maatschappelijke functie en zichtbaarheid van haar maatschappelijke rol. 32 6.4 Topprioriteiten 2007 33 Annex: Consultatie-informatie 34 2

1 Voorwoord Het is belangrijk dat het werk van OPTA wordt gedragen door de ondernemingen uit de sector en andere belanghebbenden. Niet om het onderling altijd eens te zijn, wel om elkaar goed te begrijpen. Daarom wil OPTA transparant zijn over haar verwachtingen en visie op technologische en andere ontwikkelingen op de markten voor elektronische communicatie en post. Daarom bieden wij hierbij onze visie en de daaruit voortvloeiende strategische agenda voor 2007 ter consultatie aan. Het gaat om een conceptversie, die pas definitief wordt gemaakt nadat de sector er zijn mening over heeft gegeven. De komende weken hebt u daarvoor de tijd, daarna zijn wij weer aan zet. De input die wij ontvangen wordt of verwerkt in het stuk, of met opgave van reden juist niet opgenomen. U hebt dus gelegenheid om het werkprogramma van OPTA voor volgend jaar te beïnvloeden. In het verleden brachten wij onze visie in het voorjaar uit, en de daarop gebaseerde strategische agenda - en de begroting - in het najaar. Dat vonden wij niet langer logisch. Vandaar dat wij het vanaf dit jaar anders doen. In het najaar presenteren wij nu het geheel. Hopelijk vindt u dat net als wij een verbetering. Ik dank u bij voorbaat hartelijk voor uw medewerking en spreek de verwachting uit dat het werk van OPTA beter en transparanter wordt door uw actieve deelname aan het consultatieproces! Chris Fonteijn Voorzitter college 3

2 De opdracht van OPTA OPTA houdt toezicht op de naleving van wet- en regelgeving binnen de communicatiesector. De communicatiesector omvat zowel de markten voor elektronische communicatie (denk hierbij aan bellen, internetten en televisiekijken) als de postmarkten. Op deze markten treedt OPTA op bij concurrentieproblemen en kan verplichtingen opleggen aan marktpartijen om duurzame concurrentie te stimuleren of de belangen van eindgebruikers te beschermen. Het motto daarbij is soepel waar het kan, streng waar het moet (het proportionaliteitsbeginsel). OPTA richt zich dan ook op deregulering en stelt maatwerk en versoepeling voorop. 2.1 Kaders OPTA is een zelfstandig bestuursorgaan (ZBO) en voert wetten en regels uit die door de wetgever zijn vastgelegd in de Telecommunicatiewet (Tw), de Postwet en alle bijbehorende Europese en lagere regelgeving. Deze kaders bepalen dat OPTA een aantal doelen kent. Ten eerste dient OPTA binnen de communicatiesector concurrentie te bevorderen door onder andere efficiënte investeringen op het gebied van infrastructuur aan te moedigen en innovaties te steunen. Ten tweede moet OPTA bijdragen aan de ontwikkeling van de interne Europese markt. Tot slot heeft OPTA tot opdracht om de belangen van eindgebruikers te beschermen wat betreft prijs en kwaliteit en zo keuze te bevorderen. De politieke verantwoordelijkheid voor OPTA ligt bij de minister van Economische Zaken. OPTA neemt onafhankelijk beslissingen, dat wil zeggen zonder invloed van politiek of individuele ondernemingsbelangen. De minister kan algemene aanwijzingen geven, maar niet ingrijpen in individuele dossiers. 2.2 Taken De taken van OPTA zijn onder te verdelen in drie hoofdgroepen. Ten eerste heeft OPTA een taak bij concurrentieregulering. Hieronder vallen verantwoordelijkheden op het gebied van marktanalyses, zoals de bepaling van partijen met aanmerkelijke marktmacht en het eventueel opleggen van verplichtingen aan dergelijke partijen om concurrentiebeperkend gedrag te voorkomen. Ook vallen hieronder taken op het gebied van communicatiemogelijkheden van eindgebruikers onderling en bereikbaarheid van diensten (interoperabiliteit). Ten tweede heeft OPTA als taak om consumenten te beschermen, bijvoorbeeld door bewaking van privacy en door op te treden tegen spam en malware om internetveiligheid te vergroten. Tot slot schept OPTA randvoorwaarden op communicatiemarkten, bijvoorbeeld door het beheer van nummerplannen en de registratie van marktpartijen, waaronder zogenaamde Trusted Third Parties (TTP s). 2.3 Missie Uitgangspunt bij de bepaling van de missie van OPTA is het gegeven dat de communicatiesector zonder tussenkomst van OPTA nog onvoldoende duurzame concurrentie kent. Doordat eenvoudige en eenduidige informatie regelmatig ontbreekt, hebben consumenten niet altijd voldoende vertrouwen in hun keuzemogelijkheden. Ook de veiligheid van het gebruik van communicatiemiddelen, zoals internet met de problemen rond spam en spyware, vraagt blijvend aandacht. OPTA stuurt actief op deze aspecten en zorgt er onder andere voor dat marktpartijen zich aan de spelregels houden. Daardoor nemen concurrentie en vertrouwen in de communicatiesector toe en hebben consumenten 4

meer keuzemogelijkheden. OPTA gebruikt het begrip consumenten in haar missie breder dan de wettelijke definitie en verstaat hier naast particuliere ook de (groot)zakelijke afnemers van diensten op de diverse communicatiemarkten onder. Het kader waarbinnen OPTA opereert, wordt bepaald door wettelijke bevoegdheden. Daarbij handelt OPTA als onafhankelijk toezichthouder vanuit de kernwaarden transparantie, consistentie, betrouwbaarheid en voorspelbaarheid. Naarmate de concurrentie en het vertrouwen in de sector toenemen, treedt OPTA meer terug. OPTA formuleert haar missie voor de komende jaren als volgt: OPTA zorgt voor concurrentie en vertrouwen in de communicatiesector in het belang van de consument. 2.4 Strategische thema s Voor de uitvoering van haar taken, moet OPTA een scherp beeld hebben van de communicatiesector en van al haar stakeholders. Naast marktpartijen en andere relaties binnen de markten voor elektronische communicatie en post, rekent OPTA hiertoe ook het brede publiek in zijn rol als burger, consument en (potentieel) werknemer. OPTA wil professionaliteit en betrouwbaarheid uitstralen naar al deze partijen bij haar activiteiten als toezichthouder, als gesprekspartner op het gebied van beleid en bestuur en als werkgever. OPTA vertaalt haar missie daarom in de volgende thema s, die leidend zijn bij de bepaling van de aandachtsgebieden voor de komende jaren en bij het Jaarplan voor 2007: 1. Een dynamische en concurrerende communicatiesector met ruimte voor innovaties en investeringen. 2. Goed geïnformeerde gebruikers, die beschermd zijn tegen onoorbare gedragingen en economisch machtsmisbruik in de communicatiesector. 3. Een efficiënte toezichthouder met openheid over haar maatschappelijke functie en zichtbaarheid van haar maatschappelijke rol. Inhoudelijk worden deze thema s gedreven door de visie op de elektronische communicatiesector en postmarkt, die respectievelijk in hoofdstuk 3 en 4 zijn beschreven, en de visie op de interactie van OPTA met de omgeving, die in hoofdstuk 5 uiteen wordt gezet. De thema s zelf worden in hoofdstuk 6 verder uitgewerkt in de Strategische agenda. 5

3 Elektronische communicatie De visie op de Elektronische communicatiediensten wordt beschreven aan de hand van twee reeds zichtbare trends, convergentie en horizontalisering (paragraaf 3.1). Afhankelijk van de vraag hoe aanbieders handelen op basis van deze trends, kunnen twee tendensen worden onderscheiden die van invloed zijn op de marktstructuur: voortgaande horizontalisering of juist verticalisering (paragraaf 3.2). Voor beide tendensen worden eerst de effecten beschreven en daarna de mogelijke implicaties voor regulering en toezicht (paragraaf 3.3). Vervolgens wordt op basis daarvan in paragraaf 3.4 een aantal strategische uitdagingen voor OPTA geformuleerd. In paragraaf 3.5 wordt ingegaan op de rol die is weggelegd voor de positie van de consument in relatie tot marktwerking. In paragraaf 3.6 wordt ingegaan op integriteitsvraagstukken die samenhangen met de positie van de consument. Trends (3.1): Convergentie Horizontalisering & decentralisatie Mogelijke scenario s (3.2): Horizontale marktstructuur Verticale marktstructuur Analyse van de strategische uitdagingen in ieder scenario (3.3): Oligopolie Flessenhals Vrijwillige toegang Overstapdrempels Oligopolie Rol van content Belangrijkste strategische uitdagingen voor 2007 (3.4): Oligopolie Flessenhals Vrijwillige toegang Figuur 1: De opbouw van hoofdstuk 3 gevisualiseerd. 3.1 Trends 3.1.1 Convergentie Het huidige dienstenaanbod op de telecommunicatiemarkten is nog sterk gekoppeld aan een specifiek netwerk. Telefonie vindt grotendeels plaats via de telefoonlijn en televisie via kabelaansluitingen. Deze situatie verandert echter, nu steeds meer content en toepassingen via dezelfde technieken over meerdere soorten netwerken geleverd kunnen worden. Dit verschijnsel heet convergentie. Convergentie leidt tot markten met gemengde bundels, waarbij verschillende producten via een en hetzelfde netwerk zowel los als in een pakket worden aangeboden. Er zijn twee hoofdvormen van bundeling te onderscheiden. Bundeling van technisch geïntegreerde diensten (bijvoorbeeld Voice over 6

Breedband (VoB) en breedband internettoegang) en bundeling van technisch niet-geïntegreerde diensten (bijvoorbeeld telefonie via PSTN en televisie via de digitale ethertechniek). Convergentie heeft betrekking op de eerste hoofdvorm. Convergentie wordt gestimuleerd door technologische ontwikkelingen. De belangrijkste zijn digitalisering en het internet protocol (IP) en voortgaande vergroting van de bandbreedte, waardoor een veelheid van diensten kan worden getransporteerd: Digitalisering leidt tot een efficiëntere benutting van de verschillende infrastructuren en maakt innovatie in het dienstenaanbod mogelijk. Dit is voornamelijk het geval bij televisiesignalen waarbij door digitalisering een veelvoud van het huidige aanbod te ontvangen is over de bestaande capaciteit van de kabel. Het bestaan van een IP-laag in een netwerk maakt het mogelijk elke toepassing te gebruiken zonder dat hier een specifieke infrastructuur voor nodig is. Om verschillende multimedia diensten toegankelijk te maken voor de eindgebruiker, is voldoende bandbreedte nodig. Ten gevolge van deze drie ontwikkelingen ontstaat de mogelijkheid om analoge spraaktelefonie en analoge TV in IP-datapakketjes over een breedbandaansluiting te leveren en daarmee verdwijnt het onderscheid tussen afzonderlijke data-, spraak- en omroepnetwerken. De mogelijkheden voor convergentie groeien evenredig met de continue groei van de hoeveelheid breedbandaansluitingen op basis van IP. Aan het einde van het eerste kwartaal van 2006 had zestig procent van de huishoudens een breedbandaansluiting. Partijen rollen nieuwe glasvezelnetwerken uit, waarover data met een grote snelheid verstuurd kunnen worden, en ontwikkelen technieken die het mogelijk maken steeds hogere snelheden over bestaande netwerken te realiseren. Zo is KPN van plan een IP-georiënteerd netwerk aan te leggen ( All-IP ). KPN rolt dan glasvezel uit tot alle 28.000 straatkasten en gaat vanaf daar op basis van VDSL-techniek breedband internettoegang bieden. Met deze plannen verdwijnen de aparte netwerken van KPN voor telefonie, datacommunicatiediensten, huurlijnen en breedband internet en ontstaat één op IP gebaseerd geïntegreerd netwerk waarover alle diensten geleverd kunnen worden. Door convergentie ontstaat potentieel meer concurrentie tussen de afzonderlijke infrastructuren, omdat de marktspelers als gevolg van convergentie elkaars traditionele markten kunnen gaan betreden. Aanbieders van telefonie kunnen ook televisiediensten aanbieden, terwijl kabelbedrijven ook telefonie kunnen leveren. Dit heeft mogelijk meerdere gevolgen: Doordat een breedbandaansluiting de sleutel is tot het aanbieden van meerdere diensten over één netwerk, kan de reeds bestaande concurrentie op de markt voor breedband internettoegang een positief effect hebben op de concurrentie op de telefonie- en televisiemarkten. Bestaande machtsposities 1 op het gebied van telefonie of televisie kunnen afkalven. De vraag is met welke snelheid dat gebeurt. Machtsposities verdwijnen niet van vandaag op morgen. Convergentie kan partijen immers ook de mogelijkheid bieden om marktmacht van hun traditionele markten over te hevelen naar andere markten. Een aanbieder die dominant is op de telefoniemarkt kan in theorie ook marktmacht op de markt voor omroep verwerven, bijvoorbeeld via het inzetten van zijn 1 In dit stuk worden de begrippen (economische) machtspositie en (aanmerkelijke) marktmacht door elkaar gebruikt. Met beide wordt echter de situatie bedoeld waarin een of meerdere aanbieders zich onafhankelijk van elkaar en van de eindgebruiker kunnen gedragen. 7

corporate image, de toegang tot financiële middelen, de omvang van het klantenbestand of de beschikbaarheid van klantgegevens en vice versa. Doordat aanbieders op meerdere markten actief kunnen worden, zijn zij ook beter in staat gebundelde producten aan te bieden. Multiplay bundels zijn profijtelijk voor aanbieders omdat ze door convergentie over één infrastructuur kunnen worden aangeboden. Bundels zijn daarmee niet meer dan een logisch gevolg van nieuwe technologische ontwikkelingen. Bundels kunnen echter ook ingezet worden door aanbieders om lock ins en overstapdrempels te creëren voor consumenten. Een dominante speler op de markt kan dan zijn positie eenvoudiger vasthouden. Convergentie kan ook tot gevolg hebben dat aanbieders van content meer macht krijgen. In de nieuwe wereld kunnen content aanbieders immers kiezen uit meerdere infrastructuren om de eindgebruiker te bereiken. 3.1.2 Horizontalisering en decentralisering De huidige markten zijn nog sterk verticaal georiënteerd, waarbij (tele)communicatieaanbieders alle diensten in de waardeketen bieden, van toegang tot content. Door de opkomst van het IP als de dominante technologie zijn er bewegingen zichtbaar waarbij content (bijvoorbeeld live uitzendingen van voetbal), de toepassing (bijvoorbeeld instant messaging), het transport (IP-pakketjes) en de toegang (bijvoorbeeld het kabelnetwerk) ontkoppeld worden. Er ontstaan mogelijk horizontale markten op verschillende niveaus ( lagen ) in de waardeketen. Op een aantal van deze horizontale markten hebben andere dan de traditionele telecommunicatieaanbieders een sterke positie. Dit zijn aanbieders uit de internetwereld, zoals Google en Microsoft en aanbieders uit de mediawereld, zoals Disney. Content Blogs Boeken Muziek Films Nieuws Games Toepassingen Telefonie TV Internet P2P E-mail IP-laag/ISP s ISP s Infrastructuurlaag Kabel xdsl Ether Glasvezel Satelliet Figuur 2: Horizontale marktstructuur. Het gebruik van het IP zorgt naast de mogelijkheid van horizontalisering ook voor decentralisatie. Eindgebruikers kunnen zonder tussenkomst van een aanbieder software downloaden en via internet bellen en video s bekijken. Hiervoor zijn niet langer telefooncentrales van KPN en tv-platforms van kabelaars nodig. Door decentralisatie is er steeds meer macht bij de eindgebruiker gekomen en is het voor netwerkaanbieders moeilijker controle te houden over de gehele waardeketen. 8

3.2 Mogelijke toekomstige ontwikkelingen De drijvende kracht achter horizontalisering en decentralisering is de IP-technologie vanuit de internetwereld. Deze wereld wordt gekenmerkt door open netwerken waartussen interconnectie en verkeersuitwisseling veelal zonder regulering door de markt tot stand komen ( peer-to-peer of P2P). Drijvende kracht achter verticalisering zijn de gedragingen op de oorspronkelijk verticaal geordende communicatiemarkten. In deze markten kwamen interconnectie en toegang tot netwerken niet vanzelfsprekend zonder regulering tot stand. De uitkomst van dit krachtenspel bepaalt welke marktstructuur ontstaat. Dit wordt in sterke mate bepaald door de strategieën van de netwerkaanbieders en nauwelijks beïnvloed door regulering. Als uitersten zijn twee scenario s mogelijk; een scenario van horizontalisering en decentralisering en een scenario van verticalisering en consolidatie. In de praktijk kan de marktstructuur echter ook resulteren in een mengvorm. Blogs Blogs Blogs Blogs Blogs Blogs Boeken Boeken Boeken Boeken Boeken Boeken Muziek Muziek Muziek Muziek Muziek Muziek Films Films Films Films Films Films Nieuws Nieuws Nieuws Nieuws Nieuws Nieuws Games Games Games Games Games Games Telefonie Telefonie Telefonie Telefonie Telefonie Telefonie TV TV TV TV TV TV Internet Internet Internet Internet Internet Internet P2P P2P P2P P2P P2P P2P E-mail E-mail E-mail E-mail E-mail E-mail ISP s ISP s ISP s ISP s ISP s ISP s xdsl Kabel Mobiel WiFi Satelliet Glasvezel Figuur 3: Verticale marktstructuur met gebundeld aanbod van toepassingen en content. 3.2.1 Scenario horizontalisering en decentralisering Netwerkaanbieders kunnen kiezen voor de rol van infrastructuuraanbieder en geen eigen diensten over hun netwerk leveren. Zo beperken netwerkaanbieders zich tot één laag in de waardeketen en hebben er in de concurrentiestrijd met andere netwerkaanbieders belang bij zoveel mogelijk diensten over hun netwerk te laten transporteren. Er ontstaat dan een horizontale marktstructuur. In dit geval zet ook decentralisatie verder door: op het moment dat eindgebruikers een breedbandaansluiting hebben, heeft hij in beginsel vrij toegang tot alle applicaties en content die worden aangeboden over IP. Concentratie door middel van horizontale fusies en overnames kan er toe leiden dat spelers hun positie binnen één laag versterken. 9

3.2.2 Scenario verticalisering en consolidatie Netwerkaanbieders kunnen ook proberen markten verticaal geïntegreerd te houden. Verticale integratie kan worden bereikt door als netwerkaanbieder zelf met (exclusieve) aantrekkelijke content en applicaties te komen, mogelijk in samenwerking met andere partijen, en de content en applicaties van andere aanbieders te blokkeren. Er ontstaat dan een marktstructuur met exclusieve relaties tussen netwerkaanbieders en content- en applicatieaanbieders. Tot bepaalde diensten is er geen vrije toegang mogelijk over de breedbandaansluiting, waardoor de decentralisatie minder is. De mate waarin netwerkaanbieders de wil hebben en in staat zijn om deze relaties exclusief te houden is mede afhankelijk van de machtsverhoudingen tussen de partijen in de verticale keten. In een verticale marktstructuur kan het moeilijk zijn om te overleven voor aanbieders met een kleine schaal en een smal productaanbod en voor aanbieders die niet verticaal geïntegreerd zijn. Ook kan het een bewuste strategie van een marktspeler zijn om spelers in andere delen van de waardeketen op te kopen om zo een sterkere verticale speler te worden. Dit scenario leidt daardoor tot verdergaande concentratie en consolidatie. 3.3 Effecten en visie Onderstaand wordt per scenario bekeken wat het effect van convergentie is op de noodzaak voor regulering op retail- en wholesaleniveau. Hierbij is het van belang te beseffen dat het huidige aanbod van de belangrijkste aanbieders van triple play pakketten (kabelaars, KPN, Tele2) in aanzienlijke mate is gebaseerd op eigen infrastructuur maar ook gedeeltelijk op (gereguleerde) vormen van toegang tot infrastructuur van andere partijen. Op de wholesalemarkten bestaat concurrentie dus enerzijds (mede) dankzij regulering (alternatieve DSL aanbieders), en anderzijds dankzij aanwezige infrastructuur zoals kabel. Onderstaand wordt bekeken of zonder regulering van infrastructuur effectieve concurrentie nog kan plaatsvinden. 3.3.1 Scenario horizontalisering en decentralisering In het scenario van horizontalisering en decentralisering wordt het relevante reguleringsvraagstuk of er een concurrentieprobleem bestaat of ontstaat op één van de lagen. Concurrentie gaat zich meer en meer op het niveau van bundels afspelen. Er ontstaan gemengde markten waarin diensten zowel los als gebundeld worden aangeboden door veel verschillende spelers. Tegen deze achtergrond is het minder waarschijnlijk dat machtsposities op individuele diensten (telefonie, breedband internet en televisie) kunnen worden uitgebuit. Dat opent de weg voor minder regulering op retailniveau (zoals op het gebied van tariefregulering), behalve bij nieuwe concurrentieproblemen als gevolg van bundeling. Zoals gesteld, leidt convergentie naar verwachting tot verdergaande bundeling (multiplay) van producten. Het Economisch Analyse Team (EAT) brengt eind 2006 een paper uit, waarin op enkele belangrijke aspecten van bundeling wordt ingegaan. Deze aspecten zijn te vatten in de volgende vragen: wanneer leiden bundels tot een toename van concurrentie of juist een afname door overheveling van marktmacht? in hoeverre belemmeren overstapdrempels en lock ins de concurrentie? Het is de vraag of er ook mogelijkheden zijn voor deregulering op wholesaleniveau. Op dit gebied bestaan kansen maar ook bedreigingen. Het relevante reguleringsvraagstuk is voornamelijk of er een 10

concurrentieprobleem bestaat of ontstaat op één van de wholesalelagen. In het verleden was dit de infrastructuurlaag. Het bestaan van twee volwaardige vaste infrastructuren (DSL en kabel) betekent dat op de infrastructuurlaag op korte termijn het risico op monopolie afwezig is. Het voortbestaan van deze situatie is echter afhankelijk van een aantal onzekerheden: 1. Naast vaste netwerken bestaan er ook mobiele netwerken en zijn er technische ontwikkelingen voor draadloze netwerken met voldoende bandbreedte voor (een deel van) de diensten die over DSL en kabel worden geboden. Het is nog onzeker welke concurrentiedruk mobiele en draadloze netwerken in de toekomst kunnen uitoefenen. Hierdoor is er geen duidelijk beeld hoe reëel het is om op termijn een marktstructuur met meer dan twee relevante concurrerende infrastructuren te verwachten. Hierbij speelt ook de vraag in hoeverre de verschillende infrastructuren op zichzelf voor voldoende concurrentiedruk kunnen zorgen zonder dat er ook op de langere termijn een rol voor regulering blijft bestaan. In paragraaf 3.4.1 wordt verder ingegaan op de vraag hoe OPTA met een oligopolie dient om te gaan. 2. Uit de analyse van de mededinging in het oligopolie kan blijken dat de relevante markt niet effectief concurrerend is, doordat één van de aanbieders over infrastructuur beschikt die een flessenhals ( bottleneck ) vormt. Twee relevante vragen hierbij zijn of deze flessenhals tot blijvende dominantie van die partij leidt en of toegangsregulering passend is. Hierop wordt in paragraaf 3.4.2. ingegaan. 3. Voorzover er een dominante speler is die vrijwillig toegang verleent tot zijn infrastructuur, is nauwkeurige monitoring van de condities waartegen toegang wordt verleend aan de orde. Juist door vrijwillige toegang te bieden, kan een partij de markt naar zijn hand zetten met mogelijke gevolgen voor zijn marktpositie. In de paragraaf 3.4.3 wordt beschreven tot welke strategische uitdaging dat leidt. 3.3.2 Scenario verticalisering en consolidatie Ook indien een verticale marktstructuur ontstaat, hoeft dit niet direct te betekenen dat er sprake is van marktmacht van een dominante aanbieder. Er is een aantal verschillende situaties denkbaar: 1. Als er effectieve (infrastructuur)concurrentie bestaat tussen verticaal geïntegreerde partijen, zorgen de marktkrachten er in beginsel voor dat de consument voldoende keuzemogelijkheden heeft. Zowel op retail- als op wholesaleniveau kan regulering dan worden verminderd of worden losgelaten. Wel moet OPTA ervoor waken dat de aanbieders geen overstapdrempels opwerpen voor eindgebruikers. 2. Net zoals in het horizontale scenario is er voor OPTA in dit scenario een aantal vragen over de effecten op de concurrentie van een oligopolide marktstructuur. Hierop wordt in paragraaf 3.4.1 en 3.4.2 ingegaan. 3. Doordat bij een verticale marktstructuur het aantal aanbieders van multiplay diensten beperkt is, kunnen er specifieke problemen ontstaan rond de positie van grote contentaanbieders. Er is in de markt een tendens zichtbaar waarbij grote contentaanbieders drempels opwerpen voor nieuw opkomende infrastructuuraanbieders. Alternatieve aanbieders van omroepnetwerken (zoals Digitenne) ondervinden bijvoorbeeld problemen bij het krijgen van toestemming om bepaalde programma s door te geven. Dit kan toegang en toetreding tot de markt bemoeilijken voor nieuwe spelers die een alternatieve verticale kolom willen vormen. Door deze complicatie kan de toegang van eindgebruikers tot specifieke content beperkt worden. Voor het verlagen van dergelijke toetredingsdrempels is mogelijk hechte samenwerking van OPTA met andere instanties, zoals het Commissariaat voor de Media, nodig. 11

3.3.3 Verschillen en overeenkomsten in effecten tussen de scenario s In beide scenario s bestaan vergelijkbare vraagstukken rond regulering van mogelijke machtsposities in de infrastructuur (de flessenhals) en concurrentieproblemen die samenhangen met een oligopolide marktstructuur. De scenario s verschillen vooral op mogelijke problemen rond toegang; in de horizontale marktstructuur is er met name een strategische uitdaging voor OPTA als de dominante speler geen vrijwillige toegang levert, terwijl in de verticale marktstructuur contentaanbieders hun positie kunnen aanwenden om de toegang tot de markt voor nieuwe (infrastructuur)aanbieders te bemoeilijken. 3.4 Strategische uitdagingen op basis van de scenario s In het voorgaande is aangegeven dat uit de verschillende scenario s drie strategische uitdagingen volgen. Eerst wordt ingegaan op de vraag of er effectieve concurrentie kan zijn in een oligopolie. Ten tweede wordt stilgestaan bij de kwestie of er sprake is van een zodanige flessenhals bij één van de partijen in een oligopolie, dat er blijvende dominantie van die partij valt te verwachten. Tot slot wordt bekeken wat de consequenties kunnen zijn als een partij toegang biedt op vrijwillige basis. 3.4.1 Uitdaging in beide scenario s: effectieve concurrentie binnen een oligopolie? De netwerken van de kabelbedrijven en de netwerken van DSL-aanbieders worden als gevolg van convergentie in toenemende mate daadwerkelijke concurrenten van elkaar. Deze effecten zijn nu al zichtbaar op de breedbandmarkten, waar DSL en de kabel met elkaar concurreren en er elk in slagen een zeer aanzienlijk deel van de markt te behouden. De verwachting is dat deze effecten sterker worden naarmate er meer geconcurreerd wordt op multiplay bundels. Er bestaat echter ook een risico van een duopolide of oligopolide marktstructuur. Concurrentieproblemen spelen op het terrein van de infrastructuur of op de retail-eindgebruikersmarkt voor bundels, afhankelijk van het scenario. Zolang de aanbieders van de twee infrastructuren door alternatieve dienstaanbieders worden geprikkeld om te concurreren om de klant, kan een oligopolide marktstructuur op zich duurzame concurrentie op retailmarkten opleveren. Voorwaarde hierbij is wel dat er geen noemenswaardige overstapdrempels zijn. Sommige overstapdrempels zijn op basis van de huidige of toekomstige regelgeving effectief aan te pakken, zoals nummerportering en aspecten rond de contractduur. Het valt echter niet uit te sluiten dat bestaande instrumenten in het regelgevend kader onvoldoende zijn om alle overstapdrempels te slechten. Zo kunnen verplichtingen rond het mogelijk maken van het overstappen zich slechts richten op partijen met een dominante positie. Bij de lopende herziening van het Europese Nieuwe Regelgevend Kader kunnen problemen rond overstapdrempels aandacht krijgen. De uitdaging voor OPTA is om scherp in beeld te krijgen welke concurrentieprikkels er zijn en hoe ze ontstaan. De uitdaging is ook om op de achtergrond te blijven waar de markt voldoende prikkels biedt voor duurzame concurrentie op gedefinieerde relevante markten. Bij afwezigheid van marktprikkels bestaan verschillende oorzaken waardoor concurrentie onvoldoende tot stand komt. Naast de eerder genoemde problematiek rond machtsposities, zoals het bestaan van een flessenhals of een collectieve machtspositie, spelen vanuit de aard van een oligopolide marktstructuur ook aspecten zonder machtspositie van één of meer partijen. Een voorbeeld hiervan is de potentiële prikkel voor 12

marktspelers om te hoge prijzen (boven de marginale kosten) vast te stellen 2. Dit leidt tot nadelen voor de consument en welvaartsverliezen. Op grond van het Nieuwe Reguleringskader valt dit probleem vooralsnog niet aan te pakken zonder dat sprake is van een enkelvoudige of collectieve economische machtspositie. Ook dit kan een aandachtspunt vormen bij de herziening van het Europese Nieuwe Regelgevend Kader. Het Economisch Analyse Team (EAT) voert een analyse uit met de titel Is two enough?. Hierin worden de risico s van een oligopolie op infrastructuurgebied uitgewerkt. Het onderzoek betrekt het gegeven dat de duurzaamheid van concurrentie in een oligopolie wordt bepaald door het aantal spelers, dreiging van toetreding van buiten het oligopolie, de rol van verzonken en vaste kosten, de mate waarin overstapdrempels bestaan voor consumenten, de hoogte van de toetredingsdrempels door economies of scope and scale, de afhankelijkheid van ordergrootte, en de heterogeniteit van producten en de (on)mogelijkheden tot prijsdifferentiatie 3 die daarmee samenhangen. De analyse van EAT wordt eind 2006 met de marktpartijen besproken en vormt een belangrijke bouwsteen voor de gedachtevorming ten behoeve van de toekomstige marktanalyses die in 2008 afgerond moeten zijn. 3.4.2 Uitdaging in beide scenario s: blijvende dominantie op flessenhals infrastructuur? Zoals eerder aangegeven, blijft een centrale vraag of delen van de infrastructuur een flessenhals blijven of dat ontwikkelingen in de technologie en investeringen van marktpartijen op termijn zorgen voor ontstaan van voldoende alternatieven. Als er een belangrijke flessenhals blijft bestaan, is er een reëel risico dat een dominante verticaal geïntegreerde speler marktmacht kan misbruiken op de markt waar hij dominant is, of die marktmacht kan overhevelen naar nieuwe én bestaande markten. De strategische uitdaging voor OPTA is primair om met passende regulering te voorkomen dat een dominante speler zijn dominantie uitbreidt naar andere markten of marktsegmenten door overheveling van marktmacht via de flessenhals. Wanneer geconstateerd wordt dat overheveling reeds plaatsvindt, moet effectief ingegrepen worden. Dergelijke regulering mag niet te zwaar zijn, omdat dat een belemmering kan vormen voor de verdere ontwikkeling van concurrentie op de markt voor de bundel, maar mag ook niet te licht zijn, om dezelfde redenen. Concreet betekent dit voor OPTA dat regulering op traditionele markten zorgvuldig getoetst moet worden op potentiële effecten in gesignaleerde opkomende markten. Dit heeft als consequentie dat ontwikkelingen op opkomende markten nauwlettend gevolgd moeten worden. Een voorbeeld van passende regulering is de huidige regulering van de eindgebruikerstarieven van KPN, waarbij alleen in voorgeschreven gevallen een tariefsvoorstel van KPN op consequenties wordt beoordeeld ( stoplichtmodel ). Hierdoor wordt de prijsstelling van een bundel van breedband internet en internettelefonie zodanig gereguleerd dat KPN ruimte wordt geboden om te concurreren met alternatieve aanbieders, maar tegelijkertijd alternatieve aanbieders niet in een prijsklem komen door te lage tarieven van KPN. Overheveling van marktmacht van het segment traditionele telefonie naar het segment internettelefonie kan hiermee worden voorkomen. Tegelijkertijd kan KPN meer ruimte worden geboden om voor internettelefonie lagere prijzen te zetten dan voor traditionele telefonie. KPN kan zo de voordelen van een nieuwe dienst als internettelefonie aan eindgebruikers ten goede laten komen. Internettelefonie kent immers lagere kosten dan traditionele telefonie via het PSTN netwerk. 2 Dit laatste staat in de mededingingsliteratuur ook wel bekend als unilaterale effecten. 3 Zie voor een uitvoerige beschrijving van deze begrippen onder andere F.M. Scherer and D. Ross, Industrial Market Structure and Economic Performance, 1990, Boston, met name hoofdstuk 4-8 13

3.4.3 Uitdaging in het horizontale scenario: vrijwillige toegang door een dominante partij Uit de analyses van de breedbandmarkt blijkt dat de regulering van toegang tot de aansluitlijn niet alleen positieve effecten heeft op de concurrentiesituatie op de retailmarkt voor breedband internet maar indirect ook op tussenliggende wholesalemarkten, zoals wholesale-breedbandtoegang. Op deze markt is effectieve concurrentie mede het gevolg van wholesalediensten van DSL-aanbieders op basis van toegang tot de aansluitlijn en de vrijwillige bitstroom dienstverlening van KPN. Hier is sprake van opkomende concurrentie op niveau van netwerktoegang. Ook op andere markten is het ontstaan van wholesaleconcurrentie waar te nemen (mobiele toegang en gespreksopbouw, transit). De opkomst van wholesaleconcurrentie is positief voor de ontwikkeling van concurrentie op retailmarkten. Wat betekent de transitie naar All-IP netwerk van KPN voor infrastructuurconcurrentie? De transitie naar All-IP in het net van KPN maakt meer diensten mogelijk op een efficiëntere wijze. Tegelijkertijd heeft All-IP grote impact op één van de bouwstenen voor infrastructuurconcurrentie, namelijk de toegang tot de wijkcentrale (ontbundeling van het aansluitnet). Regulering van de ontbundeling van het aansluitnet is een voorbeeld van een effectieve aanpak van een flessenhals. Doordat KPN verder verglaast naar kabelverdeelkasten in de wijk, moet de vraag worden gesteld of de flessenhals anders wordt. Ook in de markten voor telefonie kan dat betekenis hebben en een kritische blik is vereist op de implicaties voor het speelveld van multiplay. In dit kader heeft OPTA het issue-paper All-IP uitgebracht. Hoofdlijn in dit stuk is dat er een grote verantwoordelijkheid bij KPN ligt om een volwaardig alternatief voor de bestaande gereguleerde flessenhals te bieden. Hierbij is een belangrijke rol van OPTA weggelegd om te garanderen dat bepalingen rond bijvoorbeeld transitie en tarieven voor partijen helder zijn. De wijze waarop andere aanbieders op het All-IP plan van KPN gaan reageren heeft een belangrijke invloed op het vraagstuk rond infrastructuur- versus dienstenconcurrentie. Als deze aanbieders KPN niet kunnen volgen is dit een teken dat de infrastructuur van KPN op middellange termijn niet dupliceerbaar is en verschuift de focus van regelgeving eerder naar dienstenconcurrentie. Als deze aanbieders echter ook gaan investeren in verdere verglazing naar kabelverdeelkasten, is dit een belangrijke verdere stap naar infrastructuurconcurrentie. Daarnaast gaat OPTA de effecten van All-IP nauwlettend volgen om snel maatregelen te kunnen nemen als blijkt dat er een nieuwe flessenhals dreigt te ontstaan. Een belangrijke vraag is welk gewicht bij een marktanalyse aan wholesaleconcurrentie moet worden toegekend. Daarbij is met name van belang welke partijen wholesaletoegang verlenen. Het bieden van vrijwillige toegang door een partij met marktmacht kan op korte termijn concurrentiebevorderend zijn, maar kan op langere termijn een strategie zijn om dienstenaanbieders ervan te weerhouden om te investeren in eigen infrastructuur. De strategische uitdaging voor OPTA is om te bepalen in welke situaties naast vrijwillige toegangsarrangementen een noodzaak bestaat voor toegangsregulering. Deze regulering kan er bijvoorbeeld op gericht zijn om toegang op lagere netwerkniveaus af te dwingen, waarbij partijen meer investeren in eigen infrastructuur dan wanneer toegang op hoge netwerkniveaus plaatsvindt. Een voorbeeld is de gereguleerde toegang tot de ontbundelde aansluitlijn versus de bitstroom die KPN aanbiedt, terwijl OPTA haar daartoe niet verplicht. 14

3.5 Visie en strategische uitdagingen in het versterken van de invloed van de eindgebruiker Een belangrijke andere strategische uitdaging voor OPTA is om de positie van de consument in deze veranderende wereld te versterken en te beschermen waar nodig. Het gaat immers om de resultaten van marktwerking voor de zakelijke en particuliere consument. Deze moeten per saldo economische voordelen voor de consument opleveren, en geen economische schade veroorzaken. De strategische uitdaging is om zaken die de consument belemmeren om ten volle te profiteren van de marktwerking, zoals overstapdrempels of ongewenste marketingmethodes, op een effectieve manier aan te pakken. De marktdynamiek die hiervoor is beschreven, leidt over het algemeen tot een toename van de keuzevrijheid voor consumenten. De consument ervaart deze keuzevrijheid niet altijd even positief. Overstapdrempels en problemen rond informatievoorziening zijn hier in belangrijke mate de oorzaak van: Overstapdrempels ervaart de consument als hij niet gemakkelijk kan wisselen van aanbieder. Aanbieders hebben een economische prikkel om de klant zo lang mogelijk aan zich te binden en overstapdrempels op te werpen. Voorbeelden zijn een lange contractstermijn of andere belemmerende bepalingen in de algemene voorwaarden. Aanbieders kunnen ook de overgang naar een andere aanbieder vertragen door bijvoorbeeld de aansluitlijn van de consument bezet te houden, zodat diens nieuwe aanbieder er nog niet op kan. OPTA vindt het belangrijk dat overstapdrempels voor consumenten zo laag mogelijk zijn en ziet er daarom actief op toe dat de overdrachtsprocedures tussen aanbieders onderling geen belemmering vormen. Een tweede belemmering voor consumenten om optimaal van hun keuzevrijheid te genieten kan paradoxaal genoeg de grote diversiteit van aanbiedingen zijn. OPTA acht transparantie van aanbod van belang en streeft dit zonodig actief na, bijvoorbeeld wanneer dit niet vanzelf door aanbieders in de markt geboden wordt. 3.6 Vraagstukken van veiligheid, kwetsbaarheid en afhankelijkheid De samenleving wordt steeds afhankelijker van elektronische communicatie. Voor veel consumenten is (veel) communiceren bijna een primaire levensbehoefte. In het bijzonder voor jongeren is een bestaan zonder mobiele telefoon, MSN en internet nagenoeg ondenkbaar. Ook worden steeds meer diensten via communicatietechnieken afgenomen, zoals het doen van belastingaangifte, het zetten van elektronische handtekeningen via de mobiele telefoon of internetbankieren. De technologische en innovatieve ontwikkelingen gaan snel en zijn vaak van grote invloed op het functioneren van de elektronische communicatiemarkten en de economie. Deze ontwikkelingen brengen ook mee dat in de digitale wereld steeds meer geld omgaat en dat steeds meer consumenten moeten kunnen vertrouwen op de probleemloze werking van de geleverde diensten. Veel van die consumenten hebben echter weinig tot geen besef van de gecompliceerde techniek waarmee ze werken. Dat maakt hen kwetsbaar voor misbruik door anderen die juist wel goed op de hoogte zijn. De jonge generaties groeien weliswaar op in het digitale tijdperk en worden op die manier gewapend met kennis, maar dit geldt vooral voor een elite van voorlopers en niet voor de grote meerderheid van de consumenten. Het geldt nog minder voor de oudere generaties. Deze groepen zijn nu en nog lange tijd in de meerderheid als consumenten. 15

Doordat zowel de te behalen opbrengsten toenemen, als de kring van potentiële slachtoffers groter wordt, wordt het aantrekkelijker om gebruik te maken van de mogelijkheden die nieuwe digitale communicatietechnieken bieden voor illegale doeleinden. Huidige boosdoeners als virussen, spam, dialers, malware en keyloggers krijgen steeds kwaadaardiger en capabeler opvolgers. Het mobiele internet krijgt ook te maken met dergelijke problemen, als het eenmaal echt een grote vlucht neemt. Ook een fenomeen als phishing, waarbij vertrouwelijke gegevens van eindgebruikers worden verkregen door hen naar nagebouwde websites van bijvoorbeeld banken te lokken, neemt snel in omvang toe. Zelfs de oplettende gebruiker kan hierbij steeds moeilijker vaststellen dat er iets mis is. Een andere tendens die waarneembaar is, versterkt de al aanwezige risico s. De wereld van hackers en andere handige computergebruikers die het niet zo nauw nemen met de regels, vermengt zich langzaam maar zeker met de georganiseerde misdaad. Daar is het besef ook gegroeid dat er veel geld te verdienen valt in de digitale wereld. Zo worden netwerken van gehackte computers ( botnets ) niet alleen ingezet voor spam en de verspreiding van spyware, maar ook voor afpersing en diefstal. Samenwerking met verschillende instanties, zoals politie en justitie, wordt steeds belangrijker. De geschetste ontwikkelingen kunnen de privacy van consumenten schenden en ook andere schade berokkenen aan gebruikers en marktpartijen. Als consumenten te vaak worden geconfronteerd met lastige virussen die om verwijdering vragen, te hoge telefoonrekeningen en diefstal van gegevens, schaadt dit hun vertrouwen in zowel internet zelf als de dienstverlening via internet. Door verminderd vertrouwen gebruiken consumenten niet alle mogelijkheden die communicatie biedt, waardoor de ontwikkeling van nieuwe diensten en markten wordt geremd. Dat ook nog eens veel van de genoemde dreigingen en kwetsbaarheden een internationaal karakter kennen, maakt effectieve bestrijding een van de grootste uitdagingen voor de komende jaren. 16

4 Post 4.1 Algemeen De postmarkt maakt onderdeel uit van de bredere communicatie- en distributiemarkt. In figuur 4 wordt de weergegeven aan welke markten de postmarkt raakt en welke diensten op de postmarkt worden aangeboden: TELECOMMUNICATIE MARKT Collectie van de afzender GERELATEERDE DIENSTEN MARKT Hybride mail: elektronische transmissie Postkantoor diensten Bezorging van Postbus naar Geadresseerde Verhuur van Postbussen van postdiensten Document Exchange diensten, Sortering diensten Standaard briefpostdiensten Aangetekende zendingen, verzekerde zendingen, portvrije zendingen Overige kern postdiensten -Koeriersdiensten -Express bezorging diensten -Pakketbezorging diensten -Overige niet- standaard - postdiensten KERN POSTMARKT collectie + sortering + transport + bezorging Geadresseerde postzendingen Brieven en kaarten Direct Mail Overige postzendingen Pakketten Ongeadresseerde zendingen ADVERTENTIE MARKT Mail Preparation diensten Transport van zendingen TRANSPORT MARKT Figuur 4: De postmarkt in een brede context. Bron: post en postaal gerelateerde diensten, Eurostat. Bewerkt door OPTA. Telecommunicatie en postdiensten hebben met elkaar gemeen dat ze beide betrekking hebben op de afhandeling van communicatie. Bij post gaat het om de afhandeling van communicatie in materiële en tastbare vorm (brieven en dergelijke) en bij telecommunicatie om de afhandeling van communicatie in niet tastbare vorm (zoals telefonie en elektronische data). Post en telecommunicatie kennen echter ook raakvlakken, zoals bij de zogeheten hybride maildiensten. Dit zijn diensten die elektronische en fysieke vormen van communicatie combineren. Naast raakvlakken met de telecommunicatiemarkt, kent post ook raakvlakken met drie andere markten. 17

Ten eerste raakt post de advertentiemarkt, bijvoorbeeld doordat klantgroepen benaderd worden met fysieke mailings. De voorbereiding van fysieke mailings (zoals selectie van klantgroepen, het drukproces en verzendklaar maken van de mailings) wordt mail preparation genoemd. Hierna worden de mailings verzonden en bezorgd door postbedrijven. Ten tweede raakt post aan de transportmarkt. Het raakvlak hier ontstaat door de fysieke afhandeling van fysieke objecten als belangrijk kenmerk van postdiensten. Het transportproces wordt voor een groot deel gekenmerkt door de omvang en gewicht van de fysieke objecten. Dit bepaalt ook deels of de bezorging in de transport- of postmarkt thuishoort. Tot slot zijn er diensten die direct gerelateerd zijn aan de postmarkt, zoals het ophalen van postzending van een klant en aanbieden aan de postvervoerder. Dit vormt het derde raakvlak. 4.2 De huidige postmarkt De kern van de postmarkt, de geadresseerde postzendingen, is qua volume sinds 2000 stabiel gebleven. De verwachting is dat het totale marktvolume voor geadresseerde postzendingen de komende jaren licht daalt als gevolg van substitutie door e-mail en gebruik van internet (elektronische postbus). Deze daling betreft met name de dienst brieven, terwijl de omvang van direct mail naar verwachting gelijk blijft en wellicht nog stijgt. De huidige situatie op de postmarkt wordt gekenmerkt door het monopolie van TNT voor brieven tot en met 50 gram. In het vrije marktsegment zijn er twee prominente alternatieve aanbieders, Sandd en Selekt Mail Nederland. Beide zijn actief in de zakelijke markt. Zij hebben een eigen landelijk netwerk van postbodes en bieden een postdienst aan met een overkomstduur van 72 uur waarbij er tweemaal per week bezorgd wordt. TPG Post bezorgt landelijk zesmaal per week waarbij er een overkomstduur van 24 uur geldt. In 2005 is het volume van deze twee concurrenten verdubbeld. 4.3 De toekomstige situatie op de postmarkt De toekomstige situatie op de postmarkt hangt mede af van de wettelijke context waarin markt- en concurrentieontwikkelingen kunnen plaatsvinden. Die context is op dit moment nog in wording. Op dit moment ligt een wetsvoorstel voor een nieuwe Postwet voor behandeling in de Tweede Kamer. Hierin wordt volledige liberalisering van de Nederlandse postmarkt per 1 januari 2008 voorgesteld. Deze liberalisering is afhankelijk gesteld van een de facto volledige liberalisering van de postmarkten in het VK en Duitsland. In het wetsvoorstel zijn regels opgenomen die er toe strekken bij te dragen aan een goede marktwerking door aan te geven welke verplichtingen postvervoerbedrijven over en weer hebben. Als blijkt dat op de nationale postmarkt of een onderdeel daarvan daadwerkelijke concurrentie ontbreekt, dan kunnen bij AMvB regels worden gesteld met betrekking tot het verrichten van postvervoerdiensten tegen speciale tarieven en voorwaarden. Als er andere oorzaken zijn voor gebrekkige marktwerking dan gelden hiervoor de algemene mededingingregels. De verwachting is dat door volledige liberalisering van de postmarkt economische voordelen kunnen worden behaald voor met name de zakelijke afnemers. Het toestaan van concurrentie leidt echter niet noodzakelijkerwijs tot daadwerkelijke concurrentie. Die komt er wanneer toegangsbarrières in de markt worden geslecht. Omdat de postmarkt een markt in transitie is, waar nog geen sprake is van volledige marktwerking, is het van belang om de marktsituatie in het oog te houden en de ontwikkelingen in de nationale en de internationale context te volgen. Hiertoe is in de concept Postwet specifiek een taak voor OPTA opgenomen. 18

5 Visie op de interactie van OPTA met de omgeving Om haar rol als toezichthouder naar behoren in te kunnen vullen, moet de interactie van OPTA met de omgeving aan een aantal voorwaarden voldoen. Ook op de thema s die hieruit volgen heeft OPTA een visie ontwikkeld. Deze visie loopt langs de volgende lijnen: Een professionele relatie met relevante instanties binnen de communicatiesector. Openheid over OPTA s maatschappelijke functie en zichtbaarheid van haar maatschappelijke rol. Deskundig en gemotiveerd personeel dat onder optimale werkomstandigheden zijn taken kan verrichten. Principes van reguleren: maatwerk en proportionaliteit. 5.1 Een professionele relatie met relevante instanties binnen de communicatiesector 5.1.1 Internationale samenwerking Door convergentie en internationalisering van de communicatiesector veranderen de verhoudingen tussen toezichthouders, regeringen en de communautaire autoriteiten. In het regelgevend kader voor communicatiediensten heeft de Europese Commissie een zware toetsende rol op het toezicht op markten in de lidstaten. Toezichthouders en de Commissie werken aan intensivering van de samenwerking in de ERG, primair ten behoeve van harmonisatie. Dat gebeurt vanuit het besef dat verschillen in regulering in de lidstaten op zijn minst verklaarbaar moeten zijn voor alle betrokkenen. De balans in verantwoordelijkheden is niet statisch; bij de aanpak van een grensoverschrijdend probleem als roaming heeft de Commissie het voortouw genomen, toen het nieuwe regelgevend kader onvoldoende mogelijkheden bleek te bieden voor een nationale aanpak van dit probleem. Ook de herziening van het Europese Nieuwe Regelgevend Kader kan gevolgen voor toezicht hebben. De nationale toezichthouders hebben een belangrijke rol en verantwoordelijkheid bij het realiseren van de Europese interne markt en de doelstellingen van liberalisering van communicatiediensten. OPTA is van mening dat daarbij twee uitgangspunten centraal moeten staan. Ten eerste is van groot belang dat het Europees regelgevend kader flexibeler wordt dan het nu is, zodat nationale toezichthouders hun regulering kunnen toesnijden op de concurrentieproblemen die zij tegenkomen. Juist omdat het tempo van marktontwikkelingen tussen lidstaten verschilt, moeten toezichthouders de ruimte hebben om maatwerk te leveren. Ten tweede moeten toezichthouders er alles aan doen om de consistentie van regulering tussen lidstaten te bevorderen. Vergelijkbare concurrentieproblemen moeten met vergelijkbare, proportionele verplichtingen verholpen worden. Met andere woorden: flexibel en consistent, waarbij de toezichthouders keuzes maken vanuit hun onafhankelijkheid, expertise en inzicht in marktontwikkelingen en marktomstandigheden. Alleen op die manier kan een toezichthouder proportionaliteit en maatwerk bieden. Deze uitgangspunten brengt OPTA in bij de lopende herziening van het Europees regelgevend kader en bij de gesprekken met haar collega s in de ERG. Voor sommige handhavingstaken rond waarborgen voor consumenten is samenwerking onontbeerlijk voor succes. Spam, malware, dialers, phishing en identity theft zijn alle slechts op beperkte schaal op nationaal niveau aan te pakken. Een lastig punt daarbij is de grote verscheidenheid aan instanties die bevoegd zijn tot deze wetshandhaving. OPTA blijft de initiatieven voor internationale samenwerking 19