EMPOWERMENT EN AANLOOPHUIZEN



Vergelijkbare documenten
Empowerment en veerkracht in armoedesituaties

BIND-KRACHT in ARMOEDE

Rehabilitatiecongres Parallelsymposium II Armoede en zelfregie Tine Van Regenmortel, 21 mei 2015 Den Bosch

Van een geïntegreerde visie naar methodische handelingsprincipes

Bind-Kracht: Krachtgericht sociaal werk in dialoog. Kristel Driessens

Bind-Kracht: Een wervend kader voor een lokaal armoedebeleid

Inclusie van mensen met een verstandelijke beperking: Reële mogelijkheden zelfbepaling en participatie. Petri Embregts

Verbinden vanuit diversiteit

Samenwerken in de strijd tegen ARMOEDE

Toespraak van Vlaams minister Lieten op eindcongres The Missing Link - woensdag 21 september 2011

Hoe kan de ontwikkeling van ervaringswerk en -kennis een participatieve jeugdhulp versterken?

Laagdrempelige verenigingen: omgaan met mensen uit kansengroepen. Workshop Roeselare stadhuis donderdag 10 september

De meervoudig gekwetste mens. Uitdagingen voor een passende verantwoordelijkheidsopname

Positie van meerzijdige partijdigheid als hulpverlener. Hilde Delameillieure Foton

Community Care en relationeel burgerschap: een uitdaging. Greet Demesmaeker - Wim Van Tongel

Fiche 4: Hoe verhoog je je interculturele competentie?

opdrachtsverklaring centrum voor volwassen personen met handicap MOZAÏEK

Je steunsysteem is overal om je heen.

PRESENTATIE DE KRACHTLIJNEN VAN STERK SOCIAAL WERK VOOR DE TOEKOMST

5/11/2017. Wat is Bind-Kracht? Bind-Kracht als inspiratiebron voor het onderwijs Kristel Driessens en Cindy Van Geldorp

Stimuleren van eigen kracht en sociale netwerken. Ervaringen uit het veld

Synergiën en Convergenties tussen werk en welzijn. Hendrik Delaruelle, Commissie W² Vlaams Welzijnsverbond

Basisschakelmethodiek, een opstap in de armoedebestrijding

Ervaringsdeskundigheid in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking. Petri Embregts

Opdrachtsverklaring Missie - Visie

herstelgerichte visie als leidend principe Hoe doe je dat

Netwerkgericht werken binnen de jeugdhulp. Bie Melis en Mia Claes

(SPORT) PARTICIPATIE

Kenmerken verbindende en versterkende hulpverleningsrelatie

Beleidsvisie Sociaal Werk

tekst voor voorbereiding forum visie

UITDAGENDE VORMINGEN VOOR SOCIAAL WERKERS EN HULPVERLENERS

VISIE OP DAGBESTEDING EN WERK DICHTERBIJ

Geestelijke gezondheid!? Ik stel u voor. Cijfers voor Gent. Tijd om normaal te doen over geestelijke gezondheidsproblemen.

Empowerment van (kinder) psychiatrische verpleegkundigen

De Week gaat van start met de Breingeindag op maandag 26 maart 2012 in t Veerhuis te Nieuwegein.

Verbinding in perspectieven. Jelle de Vos Petri Embregts

Zienn gaat verder. Jaarplan 2014

Specifiek Concept S2ch2ng MeeleefGezin

+ Te beantwoorden vragen

Waarom de inzet van ervaringsdeskundigen bijdraagt aan herstel en participatie van kwetsbare burgers

IRB in de Sociale Verslavingszorg. Eerste ervaringen. Cees Witsenburg

Naar een betere geestelijke gezondheidszorg. door de realisatie van zorgcircuits en netwerken


Wijkcentrum De Kring

Wat willen we in Pegode VZW bereiken?

Onkundig en onaangepast: eenzaamheid en sociaal isolement

v.u.: Ward Van Hoorde, Kwatrechtsteenweg 168, 9260 Wetteren opdrachtsverklaring SINT-LODEWIJK

Boekbespreking. 1. Krachtgerichte hulpverlening waarmaken

GEKLEURDE ARMOEDE BEA VAN ROBAEYS

We stellen voor deze vragenlijst één maal per jaar te gebruiken.

The Missing Link: het verhogen van sociale inclusie door de inschakeling van Opgeleide Ervaringsdeskundigen (OED)

Belangrijke woorden Herstel Centraal

Samen doen. Zorgvisie. Zorg- en dienstverlening van A tot Z

Samen voor een sociale stad

Verslag focusgroep ouders met jongeren in secundaire scholen

POLPAROL HOE ONT-MOETEN KAN BIJDRAGEN TOT HERSTEL

ZIJN WIE JE BENT EN WIE JE WILT ZIJN. De waarde van de praktijkhuizen van Ixta Noa

Samenspel Formeel - Informeel. Vanuit ieders waarde en nieuw verhaal schrijven, , Jolanda Elferink

SAMENVATTING BOUWSTENEN ZELFMANAGEMENT EN PASSENDE ZORG

Reflectie op besluitvorming en handelen

Probleem? Geen probleem. Met de vaardigheden die Humanitas je aanreikt, verander je je leven. Helemaal zelf. En het mooie is: iedereen kan het.

IPS en Begeleid Leren

SoNeStra. Ontwikkelen vanuit beweging

Kleurrijke Maatzorg: Een cultuurgevoelig onthaal? Studiedag 20 november 2013 Antwerps netwerk cultuurgevoelige

Kwaliteitsvol. jeugdwerk. In vogelvlucht. Startmoment traject Jeugdwerk in de Stad Brussel, 27 september 2016

Interculturele competenties? In de opleiding gezinswetenschappen

Van twee naar één netwerk Een nieuw netwerk Een nieuwe naam

Slotwoord Jongerenmediadag

Lezing cliëntenparticipatie en ervaringsdeskundigheid

Naar een betere geestelijke gezondheidszorg. door de realisatie van zorgcircuits en netwerken

standpunt noodhulp 18 augustus 2009

Eerst even: terug naar de bedoeling Preventief en Collectief wijkgericht Werken

Tanja Gouverneur 21 maart 2012

Inspiratiedag: Over continuïteit in de ondersteuning van kwetsbare mensen. 13 december 2012, Berchem - Antwerpen

kinderen toch blijven ondersteunen. Het maakt niet uit wat (Surinaamse vader, 3 kinderen)

Er zijn als het moet. Visie van de William Schrikker Groep op gespecialiseerde jeugdzorg aan kinderen (van ouders) met een beperking

Visie en Methoden Mondiaal Burgerschap

Bestuur & Management Consultants. Katherine Boon Ester Rood

Er valt niet nieuws te vertellen, maar er moet nog van alles gebeuren

I N C R E A S I N G S O C I A L I N C L U S I O N BY E N G A G I N G E X P E R T S B Y E X P E R I E N C E

Armoedebeleidsplan Gent Onze visie als regisseur armoedebestrijding

Reflecties uit een kinderrechtenbril

Diversiteit en beroepsvaardigheden Leer jezelf kennen Basishouding en diversiteit Discriminatie Gedrag bij diversiteit Pesten. Hoofdstuk 2: werken

3.6 Diversiteit is meer dan verschil in cultuur Antwoorden uit de gezondheidswetenschappen

Burgervriendschappen. wiens zorg is dat? Ellen MJ Witteveen

Bijlage 11: Stellingen voor focusgroepen activering. Thema s voor de focusgroepen activering

CAW Brussel - PROJECT WINTEROPVANG. Tijdelijke halftijdse vacature voor psychologisch hulpverlener

Geachte Dames en Heren,

In het hart van complexiteit werkt eenvoud

VORMINGEN VOOR HULPVERLENERS EN BEGELEIDERS VAN MENSEN IN ARMOEDE KRACHTGERICHTE HULPVERLENING IN DIALOOG

Raad van Kerken Conferentie Nieuwe Krachten met Kerk en Stage. Diaconaal leren Wanneer wijkt de duisternis voor het licht?

Ratificatie VN-verdrag 2006a

Ontwikkeling van een gezondheidsbevorderende interventie voor en door dak- en thuisloze jongeren

Hoe kan je kwetsbare groepen betrekken bij participatieve projecten?

Inleiding Sociale psychiatrie 19 Ivonne van der Padt. 2 Elementen van een sociaal- psychiatrische methodiek 45 Ben Venneman

VLAAMS PARLEMENT VOORSTEL VAN RESOLUTIE. van mevrouw Ria Van Den Heuvel en de heren Jan Roegiers, Carlo Daelman en Koen Helsen

Functieprofiel. Wat is het?

KHB Kwaliteitsbeleid: Visietekst: gezinsgericht werken

Rehabilitatie onmisbaar voor herstel ondersteunende zorg? Individuele Rehabilitatie Benadering erkende participatiemethodiek

Transcriptie:

1 EMPOWERMENT EN AANLOOPHUIZEN Inleiding Ik ben blij om hier vandaag te mogen staan. Het doet me denken aan eerdere momenten in Gent: de feestdag van Metawonen, de voorstelling van het boek Meervoudig gekwetsten, de studiedag van OCMW Gent met haar twee projecten over integraal werken en over het tewerkstellingsproject in samenwerking met de verslavingszorg De Sleutel enz. Het zijn steeds momenten geweest waarbij ik een grote verbondenheid voelde met mensen en organisaties die eenzelfde visie op hulpverlening en een bijzondere aandacht hebben voor kwetsbare groepen in onze samenleving. Deze manifestatie kadert in de week van de GGZ. Een belangrijk initiatief om de negatieve beeldvorming van mensen met een psychische of psychiatrische beperking te doorbreken. In het weekend kwamen de ervaringsdeskundigen zelf op straat, heel goed vind ik. Op de televisie hoorde ik ze bepleiten om als volwaardige burgers behandeld te worden. Een vrouw formuleerde het treffend: we zijn enkel wat anders gewoon. Daar gaat het in wezen om dat iedereen, ook die een beetje anders gewoon zijn, volwaardig kunnen participeren in onze samenleving, gewoon kunnen meedoen, zoals ik het een Nederlandse collega onlangs hoorde zeggen in een workshop over cliëntenparticipatie. Hierbij kom ik automatisch bij empowerment terecht. De reden waarom ik vandaag werd uitgenodigd. Empowerment was het onderwerp van mijn doctoraat en vormt het centrale uitgangspunt van onze onderzoeksgroep Armoede, maatschappelijke integratie en migratie aan het HIVA. Het kruisen van kennis vind ik steeds erg belangrijk: de wetenschappelijke, theoretische kennis kruisen met de praktijk- en beroepskennis en -niet in het minst- met de ervaringskennis van de mensen waarover we het hebben. Deze drie bronnen van kennis vullen elkaar aan, zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Dit vertaalt zich ook in de wijze waarop we onderzoek doen (participatorisch, actiegericht onderzoek) en in de methodieken die we ontwikkelen (b.v. maatzorg, ervaringsdeskundigen in de armoede en sociale uitsluiting, het lokaal cliëntoverleg). Ik ga eerst toelichten wat ik onder empowerment versta, nadien sta ik stil bij de betekenis van empowerment voor de hulpverlening en zorg, ten slotte kijk ik vanuit dit gedachtegoed naar de ontmoetingshuizen of aanloophuizen die vandaag in de picture staan. Deel I: Wat is empowerment Als ik over empowerment spreek dan doel ik eigenlijk op het empowermentparadigma. Een paradigma staat voor een globaal denkkader én handelingskader. Het reikt verder dan een nieuwe methodiek. Het gaat om een meer fundamentele verandering in het kijken naar sociale problemen en naar haar oplossingen met gevolgen voor interventie, onderzoek en beleid. Inherent aan dit empowermentparadigma is de primaire bekommernis voor personen of groepen die maatschappelijk kwetsbaar zijn. Een streven naar volwaardig burgerschap voor iedereen is hierbij de rode draad. De doelgroep in het kader van empowerment is heel verscheiden, maar veelal zijn het personen in een minderhedenpositie (b.v. patiënten, allochtonen, ouderen, gezinnen in een problematische opvoedingssituatie, personen met een handicap). Ikzelf heb empowerment vooral toegepast in

2 armoedesituaties, bij personen die in armoede leven en een multicomplexe problematiek kennen. In 2005 hebben we een studie afgerond naar de toegankelijkheid van de GGZ voor personen die in armoede leven. Deze bleek erg ontoegankelijk voor deze groep. Empowerment vormde het kader voor deze studie, want ook in de sfeer van rehabilitatie, zorgvernieuwing, en verrmaatschappelijking komt dit concept steeds duidelijker naar voren. De rode draad uit dit onderzoek hebben we in de titel van deze studie geformuleerd: versterkend werken door nieuwe vormen van liaisons. Het blijkt immers belangrijk -zeker voor maatschappelijk kwetsbare groepen- dat er bruggen worden gemaakt tussen b.v. de GGZ en de algemene welzijnszorg, tussen GGZ en de bijzondere jeugdzorg, tussen GGZ en doelgroeporganisaties, tussen ambulante, residentiële en crisiswerkingen enz. We pleiten voor meer horizontale partnerschappen, voor de uitbouw van laagdrempelige lokale dienstverlening en ontmoetingsmogelijkheden in de buurt, voor zinvolle en creatieve vrijetijdsactiviteiten en persoonlijke ontplooiingsprojecten. Dit brengt ons erg dicht bij het concept van aanloophuizen. Tot op de dag van vandaag is distancing het dominante antwoord van mensen die niet-anders zijn tegenover mensen die anders zijn. Men neemt afstand van deze zogenaamde moeilijke en zonderlinge mensen. We leven daarom ook in een gesegregeerde samenleving, een hokjessamenleving. De Nederlandse hoogleraar Jan Latten spreekt in zijn oratie over uitsortering en stelt dat de samenleving zwanger is van segregatie. Het is een heel beklijvende deprimerende publicatie. Mensen kiezen bewust of onbewust- voor gelijksoortigheid: in woonplek, in schoolkeuze, in partnerkeuze en zo blijven de hokjes bestaan. Daarom zijn net kwartiermaken, maatjesprojecten, aanloophuizen, acties als deze week van de GGZ zo noodzakelijk. De betrachting moet evenwel zijn dat de samenleving en maatschappelijke instituties als dusdanig veranderen, dat we geen aparte circuits maken die segregatie institutionaliseert. Wel zijn het noodzakelijke tussenstappen om bruggen te maken, te kunnen maken. Ontmoetingen tussen anderssoortigen dienen immers gearragangeerd te worden, net omwille van de aanwezige uitsorteringsmechanismen. Empowerment geeft een kader en taal voor de andere zijde van dit klassieke verhaal. Noem het gerust een positiever verhaal. Een verhaal dat ook rekening houdt met beperkingen, kwetsuren, risicofactoren maar deze niet als eerste en enige focus neemt. Een verhaal dat niet eindigt in fatalisme, in massale gevoelens van afwijzing en sociale overbodigheid, in afhankelijke hulpverleningsrelaties, in een zich neerleggen bij een duale samenleving. Maar een verhaal dat het belang van dichterbij komen benadrukt, verbindingen maken. Slechts dan is er kans op echt ontmoeten. Personen die maatschappelijk kwetsbaar zijn hebben in deze prioritair recht op aandacht, maar dan wel op positieve aandacht. De eigen kijk van empowerment vertaalt zich in de focus op gezondheid, krachten en competenties en natuurlijke helpsystemen in de persoon zelf en zijn omgeving. De empowermenttheorie verbindt steeds het individuele welzijn, de individuele krachten en natuurlijke helpsystemen met de bredere sociale en politieke omgeving. Ze doet een actief appèl op de veerkracht van personen, groepen, buurten of organisaties. Maar vecht daarnaast ook actief discriminerende, onderdrukkende en vernederende praktijken aan. Dit is erg belangrijk om niet in de valkuil te trappen dat we de eigen verantwoordelijkheid van maatschappelijk kwetsbare individuen en groepen gaan benadrukken en dat de samenleving en haar instituties worden ontlast van hun verantwoordelijkheid. Vanuit empowerment gaan we uit van gedeelde verantwoordelijkheid. Men kan immers werken aan het empowerment van mensen die kwetsbaar zijn in je bureau, in het aanloophuis, maar als deze buiten komen (op straat, bij de bakker, bij de huisbaas, werkgever, gebuur enz) en zich bevinden in omgevingen die kwetsen, stigmatiseren, uitsluiten, dan wordt het voor deze mensen wel erg moeilijk. In een streven naar een vermaatschappelijking van de zorg, dient ook aan deze zijde van de samenleving, bij deze die niet-anders-zijn, actief te worden gesleuteld. Kwartiermaken dus om het met de woorden van Doortje Kal te zeggen.

3 Een ander aspect in de empowermenttheorie is dat men empowerment niet kan krijgen, men kan anderen dus niet gaan empoweren. Empowerment moet men zelf verwerven, maar steeds mits ondersteuning van de omgeving. De nadruk bij empowerment ligt op het proces. Het is een proces met een open einde, een continu proces dat verschillende gradaties heeft en verschillende vormen aanneemt naargelang b.v. de populatie of culturele context. Zo zal empowerment b.v. iets anders inhouden voor een zwangere tiener dan voor een oudere werkloze arbeider of voor iemand die ontslagen wordt uit het psychiatrische ziekenhuis. De nadruk op het proces is ook te merken in haar omschrijving. Empowerment is een proces van versterking waarbij individuen, organisaties en gemeenschappen greep krijgen op de eigen situatie en hun omgeving en dit via het verwerven van controle, het aanscherpen van kritisch bewustzijn en het stimuleren van participatie. Persoonlijk verkies ik het woord kracht boven macht (zie power ). Mensen krachtiger maken, mensen versterken, heeft een heel andere connotatie dan mensen machtiger maken of eigen baas maken. Kracht is iets dat van binnenuit en vanonderuit komt. Macht is iets dat van bovenaf komt, en leidt tot sancties, weerstand en tegenmacht, dominantie en afhankelijkheid. Op collectief vlak, wat b.v. de groep van personen met een psychiatrische beperking betreft, is het belangrijk dat deze meer invloed krijgt in onze maatschappij, dat hun positie versterkt wordt. Empowerment heeft dus wel een politieke agenda. Het empowerment van één groep mag hierbij wel niet indruisen tegen het empowerment van een andere groep. Dit zou immers indruisen tegen de waarden van democratie, pluralisme en diversiteit waarop het empowermentparadigma is gebaseerd. Empowerment is wel degelijk ethisch gegrond. Wat betekent empowerment nu voor de hulpverlening? Deel II: Betekenis voor de hulpverlening Het krachtenperspectief Empowerment zet zich af tegen het klassieke ziektemodel. In dit model worden patiënten beschouwd als zwak, met een tekort aan capaciteiten. Empowerment is geen deficitmodel, maar wel een krachtgericht model. De toevoeging van het krachtenperspectief is een belangrijk aspect van een empowerende hulpverlening. Dit houdt in dat de hulpverlener niet alleen gelooft in de aanwezigheid van krachten bij iedereen, maar er ook expliciet appèl op doet. Leren naar positieve zaken kijken is te kaderen binnen een meer algemene verandering binnen de psychologie, men spreekt dan van positieve psychologie. Deze houdt zich niet bezig met hoe ziekten worden genezen, maar wel hoe kan welzijn of gezondheid bevorderd worden zodat een hogere levenskwaliteit kan worden bereikt. Positieve psychologie legt mechanismen bloot waardoor psychologische weerstand kan worden opgebouwd. Ik benoem dit als psychologisch kapitaal. Voor de verkenning van deze nieuwe notie van psychologisch kapitaal is de studie van het concept van veerkracht (resilience) uitermate geschikt. Veerkracht is een belangrijke conditie van empowerment. Het geeft mooie inzichten in de psychologische processen die maken dat mensen -ondanks zeer moeilijke omstandigheden- toch weten stand te houden, survivors zijn.

4 Bouwstenen voor veerkracht zijn onder meer een veilige gehechtheid (of attachment ) waarbij warme veilige bindingen met anderen als een bron van veerkracht worden beschouwd. Ook een interne beheersingsoriëntatie (of locus of control), het gevoel van greep te hebben op de eigen situatie en de omgeving is een belangrijke veerkrachtbeschermer. Andere bouwstenen zijn onder meer: niet opnemen van de slachtofferrol of positieve identeitsvorming (veelal worden mensen met een psychiatrische beperking een negatieve identiteit toebedeeld: iemand die geen zorg draagt voor het gezin, iemand die niet veel weet, niet werkt, niet veel kan leren enz). Ook het principe van wederkerigheid in de geven-nemen balans is een belangrijk aspect. De power of giving, de kracht van het geven, wordt al zeer lang vanuit de zelfhulporganisaties benadrukt en is een bouwsteen voor veerkracht. De inbreng van het krachtenperspectief binnen de hulpverlening betekent ook een streven naar de minst ingrijpende hulpverlening (liever ambulant dan residentieel, eerder algemene zorg dan bijzondere zorg, liefst in het eigen milieu dan in een verafgelegen specialistische voorziening). Een hulpverlening die het dichtst staat bij de natuurlijke hulpbronnen van het individu en een bijzondere aandacht heeft voor de sociale netwerken.. Relatie tussen hulpvrager en hulpverlener In een empowerende hulpverlening wordt de hulpvrager een volwaardige actor met als uitgangspunt gelijkwaardigheid. Dit doelt op een gelijkwaardigheid in het mens zijn, er is immers wel een verschil in machtpositie binnen de voorziening tussen hulpvrager en hulpverlener. Dat mag niet ontkent worden, moet net boven tafel komen. Empowerment pleit sterk voor een positieve basishouding bij hulpverleners. Ook presentie en respect aan de orde. In de presentiebenadering van Andries Baart staat aandacht centraal. Het betekent ontmoeting, er zijn voor iemand. De basisbeweging is naar de ander toe (letterlijk en figuurlijk), men sluit zich aan bij de leefwereld, men heeft een open agenda en laat zich verrassen en verwonderen. Het present-zijn schept kansen voor de trage en duurzame processen, naast de snelle antwoorden die er ook moeten zijn. Presentie en interventie dienen binnen het hulpverleningproces wel samen te gaan. Het medevoelen is geen medelijden. Medelijden kan verwonden. Het kan aanzetten tot passieve ontvangers van zorg. Respect betekent een openheid voor het anders-zijn. Het verschil wordt hierbij een ingang tot dialoog, wordt een kracht. De kracht van het verschil dus. De positieve basishouding betekent ook geen houding van u vraagt, wij draaien. Niet de vraag, maar de dialoog moet immers de zorg sturen. Een hulpverlener dient betrokken te zijn, bewogen. Dit gaat lijnrecht in tegen het klassieke hulpverleningsmodel waarbij het wordt belangrijk geacht om afstand te behouden. Dat is veilig voor de hulpverlener, maar opdat de hulpvrager zich zou veilig voelen, is net die nabijheid belangrijk. Vanuit deze betrokkenheid kunnen verbindingen worden gemaakt naar de omgeving. Dit is erg essentieel omdat personen in maatschappelijk kwetsbare situaties net moeilijkheden ondervinden met het maken van verbindingen: met zichzelf, met de anderen, maar ook met de maatschappelijke instituties. Een hechte band tussen hulpverlener en hulpvrager is wel geen doel op zich van de hulpverlening en onderscheidt zich hierdoor ook van een vriendschapsrelatie. Sommigen spreken van afstandelijke betrokkenheid of professionele vriendschap, net om dit onderscheid te maken. Hulpverlening stopt niet bij een hechte band tussen hulpvrager en hulpverlener. Vanuit deze veilige positieve band kunnen stappen naar buiten worden gezet, bruggen worden geslagen met de eigen omgeving die (terug) aansluiting met de samenleving mogelijk maken.

5 3. Attitude en technieken van de hulpverlener Deze veranderingen in de rolrelatie tussen hulpvrager en hulpverlener heeft natuurlijk ook gevolgen voor de attitude en technieken. Faciliterende activiteiten hebben het meeste empowerend potentieel: door hulpvragers te ondersteunen, door open te staan voor het uiten van gevoelens. Er wordt ook gewezen op het belang van humor, op het creatief-zijn en op het zich blootgeven van de hulpverlener ( het afstand nemen van de functionele identiteit, de mens achter de hulpverlener laten zien, b.v. spreken vanuit je rol als ouder of partner, toegeven dat je iets vergeten bent of een slechte dag had). Ook het belang van outreaching werken wordt benadrukt en de meerwaarde van ervaringskennis met de aandacht voor culturele en persoonlijke levensgeschiedenissen, levensverhalen en tradities. Aandacht gaat hierbij naar wat personen over zichzelf hebben geleerd, maar ook over anderen en de wereld wanneer ze met moeilijke levensgebeurtenissen worden geconfronteerd. Een exploratie ook van de gevoelens van trots over de manier waarop ze met moeilijkheden of tradities zijn omgesprongen ( survivor s pride ). Dit betekent een anders leren kijken naar pijnlijke levensverhalen die terug openingen geeft en een toekomst schept. Dit alles vraagt ook om specifieke vraagtechnieken, om aangepast taalgebruik en om een holistisch en dynamisch assessment gericht op krachten. Vanuit de krachtenbenadering deed men het voorstel om aan de aan de klassieke DSM (Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders) een krachtenas toe te voegen waarbij de hulpverlener en hulpvrager tezamen de krachten van de hulpvrager en zijn omgeving dienen weer te geven. Ook het planmatig handelen een middel. Een plan dat de hulpverlener en de organisatie belet om met verborgen agenda s te werken (hidden agenda). Ordening maakt trouwens ook participatie van de hulpvrager mogelijk. Dit alles behoeft organisaties en contexten die de hulpverlener toelaat om in een dergelijke rolrelatie in te stappen. 4. Organisatorische context Om competente werkers te hebben inzake empowerment, heeft men ook competente organisaties nodig die hun macht gebruiken om empowerend te werken ( the use of power to empower ). Dit zijn onder meer organisaties die openstaan voor het werken met ervaringsdeskundigen en vrijwilligers, die ruimte laten voor creativiteit en samenwerking met andere sectoren. Er is reeds onderzoek gedaan naar de kenmerken van een empowerende organisatie. De term enabling niche wordt hierbij in de mond genomen. (dit staat tegenover de entrapping niche ). Enabling niches zijn plaatsen waarin men niet wordt gestigmatiseerd, waarin er aandacht is voor de gehele persoon, met sterke verwachtingen van persoonlijke groei en verandering. Het zijn niches die toegang geven tot andere niches die andere perspectieven inbrengen zodat de wereld wordt verruimd (geen sektes). Deze sociale niches stimuleren het aanleren van vaardigheden, men voelt zich er fysiek veilig en sociaal gewaardeerd voelt. Het is een omgeving waarin de betrokkenen een gevoel van eigenwaarde kunnen ontwikkelen en waarbij men tot medezeggenschap wordt uitgenodigd. Het belang van het groepsaspect wordt benadrukt in een empowerende context. De link hier met ontmoetingshuizen is snel gemaakt.

6 Naast organisaties zijn er nog andere belangrijke contexten: het buurtniveau, het beleid met wet- en regelgeving enz. Op het buurtniveau vind ik kwartiermaken cruciaal. Maar daar zal Doortje jullie straks alles over vertellen. 5. Casemanagement Tot slot nog kort iets over de samenwerking tussen organisaties. Een grensoverschrijdende werking is belangrijk om een zorg op maat te kunnen aanbieden, om tot een multidisciplinaire aanpak en naadloze hulpverlening te bekomen, belangrijke aspecten bij empowerment. Men spreekt van casemanagement dat ingevuld wordt als een vraaggestuurd overleg waarbij de beleving en de krachten van de hulpvrager centraal staan. Een empowerende hulpverlening bepleit sterke overlegnetwerken. 1 + 1 is 3 bij empowerment. Coöperatie en niet competitie behoren tot de taal van empowerment. Synergieën dienen gesmeed te worden, wil empowerment echt kans op slagen hebben. Hierin schuilt net ook een grote kwetsbaarheid van empowerment. Deel III: Empowerment en aanloophuizen Ter voorbereiding van vandaag heb ik de scriptie van Tom Van Hoey gelezen over Poco Loco, één van de aanloophuizen. Een boeiend werk vond ik met ook een aantal kritische geluiden. Het hoeft geen betoog dat het concept van aanloophuizen vanuit het empowermentgedachtegoed enkel maar kan worden aangemoedigd. Het is een enabling niche, een warme plek in de nabije omgeving van mensen gericht op ontmoeting. Mensen voelen zich er veilig en gesteund. In de citaten van bezoekers van Poco Loco vielen de volgende woorden me op: niet verstikkend interessante tijdsinvulling niet pushen gewaardeerd worden goedkoop compagnie weg van de dagelijkse sleur vriendelijk gezellig antwoorden op vragen respect plaats zonder verplichtingen. Het opnemen van een rol als vrijwilliger wordt door velen positief gewaardeerd. Dit biedt kansen voor de opbouw van een positieve identiteit en de mogelijkheid om te geven, belangrijke aspecten voor veerkracht en empowerment. In de marge van mijn grote warme appreciatie voor het concept van aanloophuizen, maak ik een aantal kanttekeningen.

7 Participatie Participatie is een kernaspect bij empowerment. Niet zozeer het mee aanwezig zijn, het mee rond de tafel zitten is hierbij van tel, maar wel het gevoel van erbij te horen is een meerwaarde: dat de andere apprecieert dat je meedoet, dat je er echt toe doet. Het aanwezig zijn op Poco Loco betekent voor velen een meerwaarde. Maar er zijn ook beperkingen. De mix wordt niet voldoende bereikt. Vooral mensen met een psychiatrische beperking komen over de vloer en dan vooral mannen. Waar zitten de gewone burgers, de vrouwen? Hoe komt het dat deze burgers wel meer komen als Soirée Deluxe iets doet. Is de ontmoeting met de anders gewonen an sich dan niet aantrekkelijk genoeg? Professionelen De ontmoetingshuizen worden nog niet echt gerund door de mensen zelf. Het lijken toch vooral de professionelen die verantwoordelijk zijn. Beslissen zij over de openingsuren, over de afwezigheid van alcohol? Er is wel inspraak, mensen worden wel als vrijwilligers ingeschakeld maar een echt beheer, een echte kanteling is er niet. In vaktermen kunnen we spreken over consumer-involved, maar niet over consumerrun. Zou dit in de toekomst een optie kunnen zijn? Dient er aan de kadervorming van de mensen zelf gesleuteld te worden? In Nederland zie ik b.v. cliëntenraden, cliëntenbelangenbureaus, organisaties die worden geleid door cliënten zelf uit de GGZ. Ze krijgen hier ook een loon voor betaald. In Vlaanderen denk ik aan de ervaringsdeskundigen in de armoede en sociale uitsluiting, een decretale functie met een erkend beroepsprofiel dat leidt tot betaalde jobs in het reguliere systeem. Waar staat het met cliënten uit de GGZ in Vlaanderen? Waar liggen de knelpunten om ook deze weg in te slaan? Is de weerstand nog te groot hiervoor? Bij wie? Bezoekers vinden het ook jammer dat professionelen hun privé-leven volledig afschermen. Dit wijst op het discours van afstand en nabijheid, het zichzelf blootgeven als mens, aspecten die ik dikwijls tegenkom bij laagdrempelige en vraaggerichte werkingen. Hoe hier mee om te gaan? Waar liggen juist de grenzen, moeten ze er zijn? Geen gemakkelijk iets, maar dit verdient wel de nodige aandacht. Financiering De grote stroom van middelen, van centen, gaat vandaag de dag nog steeds naar de residentiële zorg van de GGZ - de psychiatrische ziekenhuizen en annex beschut wonen. Als men naar een echte vermaatschappelijking van de zorg wil gaan, dient ook hier een kanteling te gebeuren: naar ambulante werkingen, naar geïntegreerde wreeingen naar creatieve, ervaringsgerichte en krachtgerichte werkingen. Het valt me op dat vele best practices die we in onze onderzoeken omtrent empowerment oplijsten, steeds te kampen hebben met een gebrek aan structurele financiering. Zegt dit niet veel over de visie van de beleidsvoeders van de GGZ? Of over de macht van gevestigde instanties? Ook dit dient in een discours over vermaatschappelijking en empowerment in de GGZ een plaats te krijgen en ernstig te worden genomen.

8 Brugfunctie Ontmoetingshuizen wensen bruggen te leggen met de gewone samenleving. Dit lijkt geen gemakkelijke opdracht. In deze zin dienen ook andere werkingen als b.v. maatsjesprojecten ruim uitgebouwd te worden en aansluiting te vinden bij ontmoetingshuizen. Ook samenwerking met de brede eerste en nulde lijn is hierbij aan de orde en netwerking tussen organisaties, ook buiten het klassieke GGZ-circuit: het algemene welzijnswerk, het sociaal-cultureel aanbod: verenigingsleven, sport, vormingswerk, culturele activiteiten. Het betekent ook dat deze toegankelijker moeten worden voor mensen met een psychische of psychiatrische beperking. Deze brugfunctie impliceert ook een verdere destigmatisering van ontmoetingshuizen, maar ook van de psychiatrie in het algemeen. Krachten dienen hiertoe gebundeld te worden. Empowerment staat dan ook voor Bind-Kracht, voor gedeelde verantwoordelijkheid en gedeelde zorg. Dit is nodig opdat maatschappelijk kwetsbare personen en groepen in onze samenleving -als mensen met een psychiatrische beperking- volwaardig zouden kunnen participeren. Een streven naar een positieve psychiatrie is hierbij een belangrijke stap. Ontmoetingshuizen dragen hier zeker hun steentje toe bij. Ik hoop dit ook te kunnen blijven doen via empowerend onderzoek. Hartelijk dank voor uw aandacht! Tine Van Regenmortel, 10 oktober 2007