Verhuiswensen ouderen komen moeilijk uit

Vergelijkbare documenten
Particuliere verhuurders

Doorstroming op de koopwoningmarkt

Bijlage bij hoofdstuk 11 Wonen

WoON-themarapport. Woningbouwplanningen van kwantiteit naar kwaliteit

Woningtransacties per kwartaal Nederland

Feiten NVM Open Huizen Dag 5 oktober 2013

Basisscholen in krimpgebieden in schooljaar 2017/2018

De intermediair voor verantwoord lenen. Leef met je hart, leen met verstand.

Leenonderzoek Verbouwingen De cijfers 2017 vs 2016

Vastgoedbericht juni 2008

Leenonderzoek Het autolening onderzoek 2017

Woningen. Prijzen en transacties. Provincie / Steden. Marktgegevens en prognoses. Transactieprijzen koopwoningen in mediaan 2016

Nederland - gemiddelde koopsom per kwartaal

Bijlagen hoofdstuk 2 Demografie en ruimtegebruik Carola Simon

Koopsom per maand, Nederland

Leenonderzoek Verbouwingen De cijfers 2016 vs 2015

Nederlanders tevreden met hun woning

Figuur 1: Ontwikkeling aantal leerlingen Figuur 2: Prognose aantal leerlingen (index: 2011 = 100) (index: 2016 = 100)

Gemiddelde koopsom

Woningen Provincie/Gemeenten Marktgegevens en prognoses Prijzen en transacties. Prijs per m² GBO in mediaan 2017

Gemeentelijke Duurzaamheidsindex GDI-2014 Data voor alle 12 provincies

Woningmarktcijfers Nederland derde kwartaal 2008

Nationaal Leenonderzoek Analyse van tienduizenden leningaanvragen

Woningtransacties per maand, Nederland

Vastgoedbericht december 2009

Persoonlijke achtergrondgegevens burgemeesters

Vastgoedbericht november 2008

Persoonlijke achtergrondgegevens burgemeesters

Vastgoedbericht oktober 2008

Persoonlijke gegevens van wethouders

Figuur 1: Ontwikkeling aantal leerlingen Figuur 2: Ontwikkeling aantal leerlingen (index: 2009 = 100) (index: 2014 = 100)

Vastgoedbericht juli 2009

Steeds meer bewoners vier grote steden verlaten hun stad

Persoonlijke achtergrondgegevens burgemeesters

Ouderen op de woningmarkt: feiten en cijfers

Respons op enquête Er zijn 955 enquêtes verzonden waarvan 305 zijn teruggestuurd (31%). Dat is een mooi hoge respons!

Vastgoedbericht december 2010

Vastgoedbericht augustus 2010

Vastgoedbericht juli 2010

Vastgoedbericht oktober 2009

Vastgoedbericht november 2009

Wie kopen er hypotheekloos?

CIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN FYSIOTHERAPEUTEN Peiling 2003

Jaaroverzicht verkochte particuliere woningen 2009

Vastgoedbericht augustus 2009

Vastgoedbericht april 2009

Jaaroverzicht verkochte particuliere woningen 2010

Persoonlijke gegevens van Wethouders

Koopstarters en particuliere investeerders in studentensteden

Migratie en pendel Twente. Special bij de Twente Index 2015

Nationaal Leenonderzoek Analyse van tienduizenden leningaanvragen uit 2016

Vastgoedbericht mei 2010

WOONTEVREDENHEID 2011

In gemeenten met minste huurwoningen worden de meeste huurwoningen geliberaliseerd

Persoonlijke gegevens raadsleden

Bijlagen hoofdstuk 8 Mobiliteit Lucas Harms

Bijlage 1 Spreiding en fluctuaties leerplichtige asielzoekers

Gemiddelde koopsom bestaande woningen Nederland

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009

Vastgoedbericht april 2010

WOONWENSENONDERZOEK PARKSTAD LIMBURG

absoluut % van totaal % van 55+ < % - Huishoudens

Woningtransacties per maand, Nederland

Monitor Nieuwe Woningen tot en met het derde kwartaal 2011

Persbericht. Werkloosheid in alle provincies gedaald

DE WOX 1E KWARTAAL 2008

Grote gemeenten goed voor driekwart van bevolkingsgroei tot 2025

Enquête Oostvaardersplassen. Inhoudsopgave. 1 Algemeen...1

4 maart 2019 Auteur: Jeroen Kester. Onderzoek: Binding met provincie

Vastgoedbericht november 2010

Woonwensenonderzoek Valkenswaard %

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Arbeidsmarkt: verschil tussen Utrecht en Noorden van het land blijft groot

Onderzoek kleine kernen

KORTE ANALYSE KOOPWONINGMARKT NEDERLAND

Vastgoedbericht oktober 2010

Ontsluitingskwaliteit openbaar vervoer voor woningen,

Vastgoedbericht september 2010

Bijlagen hoofdstuk 13 De leefsituatie-index Jeroen Boelhouwer

Financiering in het MKB

Transacties en koopsom bestaande koopwoningen Nederland

Verkoopprijs woningen, 2010

Ontwikkeling leerlingaantallen

Leningen oversluiten Het oversluitonderzoek

Leningen oversluiten Oversluitonderzoek 2017

Factsheet Peiling woonvoorkeuren en reacties beleidsplannen uitkomsten WoON-module Wens en Werkelijkheid

Graydon Kwartaalmonitor

Verkoopprijs woningen, 2016

Woningbouw in VINEX-bouwgemeenten: aantallen en bouwkosten

Verkoopprijs woningen, 2013

Wonen in Ede Bijlage

Waardering van leefbaarheid en woonomgeving

FACTSHEET OUDEREN EN WONEN PURMEREND APRIL 2015

Ontwikkeling golfers van

WoON 2015 Zuid-Holland. Berry Blijie

BIJLAGE: Huurprijsontwikkeling op Pararius.nl, tweede kwartaal 2013

Joost Meijer, Amsterdam, 2015

Fact sheet. Dienst Wonen, Zorg en Samenleven. Eigen woningbezit 1e en 2e generatie allochtonen. Aandeel stijgt, maar afstand blijft

(65%) Totaal Mannen Vrouwen. Totaal jaar jaar

Transcriptie:

Verhuiswensen ouderen komen moeilijk uit mei 2018, Leo Prins en Paul de Vries - Ouderen verhuizen zeer weinig. Van alle senioren in een koopwoning wil 6,6 procent verhuizen, maar dat lukt maar 2,3 procent. - In Utrecht komen verhuiswensen van senioren het meest uit, in Drenthe het minst. Hoofdreden? Het is in Drenthe moeilijker een geschikte seniorenwoning te vinden. - De helft kiest voor een goedkopere woning. Verhuiswens groter dan het daadwerkelijk doen Van alle eigenaar-bewoners tussen de 60 en 75 jaar wil 4,3 procent verhuizen en nog eens 2,3 procent wil verhuizen, maar kan geen geschikte woning vinden (tabel 1). In totaal willen dus 6,6 procent van de senioren die in een koopwoning wonen, verhuizen. Lang niet alle verhuiswensen worden ingelost. Gemiddeld verhuist 2,3 procent van de senioren per jaar. We zien grote regionaal verschillen. In Friesland en Limburg verkopen senioren het minste aantal woningen: 1,9 procent van de eigenaar-bewoners verkoopt hun koopwoning. Maar wat verhuiswens zijn ze onvergelijkbaar. In Friesland ligt de verhuiswens van senioren met 8,2 procent ver boven het Nederlands gemiddelde. In Limburg wenst slechts 3,4 procent van de senioren te verhuizen, ver onder het landelijk gemiddelde. Tabel 1: confrontatie wens en gedrag eigenaar-bewoners bezit waarvan: verhuisgeneigdheid verhuisgedrag totaal grondgebonden Waarvan geen wil verhuizen woning kan vinden verkocht aantal X 1.000 % aandeel % van eigenaar-bewoners Nederland 1157,0 86% 6,6% 2,3% 2,3% Groningen 44,8 90% 4,8% 0,8% 2,2% Friesland 53,3 95% 8,2% 3,1% 1,9% Drenthe 42,7 94% 10,6% 2,6% 2,2% Overijssel 79,6 92% 5,3% 1,8% 2,0% Flevoland 26,7 92% 9,8% 2,5% 2,0% Gelderland 145,4 89% 6,2% 2,0% 2,1% Utrecht 78,8 86% 3,8% 1,4% 2,6% Noord-Holland 165,5 80% 7,1% 2,8% 2,4% Zuid-Holland 212,7 73% 7,9% 3,0% 2,5% Zeeland 35,3 92% 8,0% 3,1% 2,4% Noord-Brabant 179,6 91% 6,5% 2,4% 2,2% Limburg 92,6 92% 3,4% 0,5% 1,9% & WoON2015 (verhuisgeneigdheid) 1

Figuur 1: Wens en gedrag van huishoudens tussen de 60 75 jaar Kwardrant 1: kleine verhuiswens veel verhuizingen 3,0% Kwardrant 2: grote verhuiswensen veel verhuizingen Utrecht Zuid-Holland As: verhuiswens Noord-Holland Zeeland 2,0% Groningen Noord-Brabant 11,0% Drenthe Gelderland Flevoland Limburg Overijssel Friesland Kwardrant 4: kleine verhuiswensen weinig verhuizingen Bron: WoOn2015 & Kadaster 1,5% As: verhuisgedrag Kwardrant 3: grote verhuiswensen weinig verhuizingen Toelichting figuur 1 Het figuur geeft de confrontatie weer tussen de verhuiswens en het verhuisgedrag per provincie van huishoudens tussen de 60 en 75 jaar. Op de horizontale as staat de verhuiswens en op de vertikale as het verhuisgedrag. De assen kruizen elkaar bij de gemiddelden voor Nederland. 6,6 procent van de huishoudens heeft een verhuiswens en 2,3 procent verhuist. De vier kwadranten delen de provincies in. In kwardrant 1 staan provincies waar meer dan gemiddeld wordt verhuisd, maar minder dan gemiddeld een wens is om te verhuizen. Inwoners uit provincies in kwadrant 2 willen meer dan gemiddeld verhuizen en hebben ook een grotere verhuiswens dan gemiddeld. Kwadrant 3 geeft de provincies met meer dan gemiddelde verhuiswensen en minder dan gemiddelde verhuisgedrag. Dat zijn provincies waar de verhouding tussen wens en gedrag scheef ligt. Het vierde kwadrant, kent een kleine verhuiswens en weinig verhuizingen. 2

Gedrag grotendeels hetzelfde, wens verschilt per regio Een eerste conclusie is dat de provincies qua verhuiswensen veel meer van elkaar verschillen dat het verhuisgedrag. De verhuiswensen lopen uiteen van 3,4 procent in Limburg tot bijna 11 procent van de senioren in Drenthe. Wat verhuisgedrag betreft verkopen relatief de minste ouderen in Limburg en Friesland (1,9 procent) hun woningen en de meeste in Utrecht (2,6 procent). Om de wens en het gedrag te visualiseren is figuur 1 opgenomen. Daarin zijn de provincies ingedeeld naar minder of meer verhuiswensen of verkopen dan het Nederlands gemiddelde. Friesland, Flevoland en Drenthe zijn provincies met relatief een grote verhuiswens en weinig verkopen. In Friesland kan het kleine aandeel appartementen een reden hiervoor kunnen zijn en in Flevoland het beperkte aanbod van seniorenwoningen. Opvallend is de positie van de provincie Utrecht in het eerste Kwadrant. In deze provincie is de verhuiswens relatief gering, maar het aantal verkopen groot onder senioren. Dit kan worden uitgelegd dat senioren zeer tevreden zijn met hun woning en woonomgeving, maar ook kan het grote aantal verkopen van woningen van 60-75 jarigen erop duiden dat hun woningen makkelijk verkocht worden aan bijvoorbeeld koopstarters. Iets wat niet de situatie is en de provincies Friesland, Overijssel en Limburg. In alle provincies overtreft de wens om te verhuizen het daadwerkelijke gedrag. Voor Nederland komt het verschil uit op 2,3-procentpunt. Als we dat gemiddelde als normaal beschouwen, dan kunnen senioren in de provincies Utrecht, Limburg en Groningen het meest eenvoudig hun wens in vervullen laten gaan. Drenthe en Flevoland zijn de provincies waar senioren veel meer zouden willen verhuizen dan dat zij daadwerkelijk doen (figuur 2). Figuur 2: verschil tussen wens en gedrag (procentpunt) Drenthe Flevoland Friesland Zeeland Zuid-Holland Noord-Holland Noord-Brabant Gelderland Overijssel Groningen Limburg Utrecht Nederland 0,00% 2,00% 4,00% 6,00% 8,00% 10,00% Bron: WoOn2015 & Kadaster 3

Senioren kopen nog steeds veel eengezinswoningen Senioren in de leeftijd van 60 75 jaar wonen voornamelijk (86%) in grondgebonden woningen (tabel 1). Dat percentage verschilt per provincie. In Friesland is het grondgebonden bezit het hoogst en in Zuid-Holland het laagst. De basis voor een verhuiswens van ouderen is vaak de toegankelijkheid van de woning. Senioren tussen de 60 en 75 jaar zoeken een woning zonder trap. Men zou dus een verhuisbeweging verwachten van grondgebonden naar appartementen. Als we naar de verdeling naar woningtype kijken, dan zien we dat 80 procent van de verkochte woningen van senioren een grondgebonden woning is. Dat betekent dat relatief veel senioren uit grondgebonden woningen verhuizen naar een nieuwe huur- of koopwoning, wat strookt met de verwachting. De woning waar zij in gaan wonen is voor ongeveer 45 procent een appartement. Verder zien we dat relatief veel jonge woningen worden verkocht en gekocht (figuur 3). Ook verruilen veel senioren hun koopwoning in voor een niet koopwoning. Ongeveer 60 procent kiest voor weer een koopwoning. Nader onderzoek moet uitwijzen of ze uitstromen naar een huurwoningen, verzorgingshuis of dat ze zijn overleden. Het percentage dat zegt te willen verhuizen naar een koopwoning ligt trouwens lager, namelijk rond de 40 procent. De meeste ouderen verhuizen in Zuid-Holland en Utrecht. Dat zijn ook de twee provincies met het hoogste percentage appartementen. De provincies Friesland en Limburg hebben de minste verhuizingen onder ouderen tussen de 60 en 75 jaar, ook qua aandelen zijn dit de laagste van Nederland. Figuur 3: Verdeling naar woningtype, bezit, verkocht en gekocht door huidige eigenaarbewoners procenten 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% type bouwjaar type bouwjaar type bouwjaar BEZIT VERKOCHT GEKOCHT grondgebonden appartement voor 2000 2000 en later 4

Friezen kopen eengezinswoningen, in de Randstad appartementen Er worden naar verhouding veel minder eengezinswoningen gekocht door 60-75 jarigen dan dat zij bezitten. Dat veel van de ouderen nog een eengezinswoning koopt is wel opvallend (figuur 4). Of deze eengezinswoning specifiek bedoeld zijn voor ouderen is niet te achterhalen op basis van de Kadastrale registratie. Wel zien we dat een groot deel van de aangekochte woningen van vrij recente datum is. Dat kan betekenen dat deze woningen wel degelijk geschikt zijn voor senioren. Vooral het aandeel eengezinswoningen dat in Friesland en Drenthe (beide rond de 80 procent) wordt gekocht, is opvallend. Dat komt hoogstwaarschijnlijk door de bestaande woningvoorraad die ook hoofdzakelijk uit grondgebonden woningen bestaat. In Zuid-Holland worden er juist veel appartementen aangeschaft (67%). Naar verhouding kochten de meeste ouderen een woning in Drenthe (Drenthenieren). Ook in Zeeland en Utrecht kopen naar verhouding veel ouderen een woning. Figuur 4: Gekochte woningen van 60 75 jarigen, naar woningtype, 2006-2017 Zuid-Holland Noord-Holland Utrecht Noord-Brabant Groningen Gelderland Limburg Flevoland Overijssel Zeeland Drenthe Friesland 0% 20% 40% 60% 80% 100% Grondgebonden Appartement 5

Verhuisredenen De verhuisgeneigdheid onder senioren is niet groot. Bijna 90 procent van alle senioren geeft aan niet te willen verhuizen omdat zij tevreden zijn met hun woning. Dat bijna 9 procent wel wil verhuizen is van maatschappelijke relevantie. Veel van hen zegt niet te kunnen verhuizen omdat er een gebrek is aan aanbod van geschikte seniorenwoningen (figuur 5). Tegen de 9 procent van de Nederlanders tussen de 60 en 75 jaar geeft aan dat zij niet verhuizen omdat er geen geschikte woning is. Andere redenen zijn dat het verhuizen duur is (35%) of dat men te oud is om te verhuizen. Dat laatste argument krijgt meer gewicht als men ouder is (tabel 2). Redenen om wel te verhuizen zijn over het algemeen gerelateerd aan de fysieke conditie. Men noemt de gezondheid als een van de belangrijkste reden op en wenst daarom een woning die geschikt is voor ouderen (figuur 6). Figuur 5: Reden om niet te verhuizen, 60 tot 75-jarigen in een koopwoning Figuur 6: Reden om wel te verhuizen, 60 tot 75-jarigen in een koopwoning procenten 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% totaal 60-64 65-74 75 en ouder wil niet weg uit de buurt kan geen geschikte woning vinden Tabel 2: redenen om niet te verhuizen totaal 60-64 65-74 75 en ouder tevreden met woning 89% 87% 90% 89% tevreden met woonomgeving 68% 67% 69% 69% ik wil thuis blijven wonen 19% 10% 17% 23% ik ben te oud 13% 39% 71% 50% woningen te duur 17% 16% 20% 11% verhuizen kost te veel 35% 34% 15% 25% 6

Verhuisbeweging: naar goedkopere woning Ongeveer de helft van de senioren kiest voor een goedkopere woning en een derde naar een duurdere (figuur 8). Daarmee onderscheidt deze groep zich van de jongere generaties, die vooral verhuizen naar duurdere woningen. De meeste senioren tussen de 60 en 75 jaar houden geld over aan hun verhuizing. In het tijdvak 2014-2016 bedroeg de waardesprong gemiddelde 64 duizend euro (figuur 7). De beweging naar goedkopere woningen gaat gelijk op met de keuze van senioren om te kiezen voor kleinere woningen. Bijna de helft (47 procent) kiest voor een kleinere woning en 36 procent voor een grotere woning. Figuur 7: waardesprong, 2014-2016 Figuur 8: verdeling duurder of goedkoper wonen 2006-2008 2009-2013 2014-2016 33% 50% -33.446 17% Bron: bewerking Kadaster -64.260 Duurder Gelijk goedkoper Verhuisbeweging: naar appartementen en naar een andere gemeente Huishoudens tussen de 60 en 75 jaar zijn het minst honkvast. Zijn verhuizen gemiddeld over langere afstanden dan de andere leeftijdscategorieën, slechts 18 procent van de verhuisde ouderen blijft in de eigen gemeente wonen. Er kiezen meer senioren om vanuit de (zeer) sterk stedelijke omgeving te verhuizen naar weinig tot niet stedelijk dan andersom. Als we naar de doorstromers kijken, dan woont voor de verhuizen 46 procent in de (zeer) stedelijke gebieden en na de verhuizing 42 procent. Voor de weinig tot niet stedelijke gebieden zien we een toename van 36 naar 39 procent. Als 60 tot 75-jarigen verhuizen, dan is de grootste verhuisstoom die van eengezinswoningen naar appartementen. Voor de verhuizing woonde driekwart van de 60 tot 75-jarigen in een eengezinswoningen, na verhuizing nog steeds 55 procent. De meeste ouderen verhuizen niet en wonen dus in een eengezinswoning en in weinig tot niet stedelijke gebieden. 7

Informatie Paul de Vries Woningmarktexpert Tel: 06 2719 9503 E-mail: paul.devries@kadaster.nl Linkedin: https://nl.linkedin.com/in/paul-de-vries-26895a17 8