Stichting Bedrijfstakpensioenfonds. voor de Groothandel in Bloemen en Planten. Akerstraat 92 6411 HD Heerlen



Vergelijkbare documenten
Stichting Bedrijfstakpensioenfonds. voor de Groothandel in Bloemen en Planten. Akerstraat HD Heerlen

Stichting Bedrijfstakpensioenfonds. voor de Groothandel in Bloemen en Planten. Akerstraat HD Heerlen

Stichting Bedrijfstakpensioenfonds. voor de Groothandel in Bloemen en Planten. Akerstraat HD Heerlen

2013 verkort in beeld. Ontwikkelingen. Pensioenen Beleggingen Organogram

Stichting Pensioenfonds SMIT. Bestuursreglement V120620

Verkort jaarverslag 2013

Reglement arbeidsongeschiktheidspensioen Stichting Voorzieningsfonds Getronics

In de Pensioenwet is vastgelegd dat wanneer een pensioenfonds niet langer voldoet aan de gestelde eisen ten aanzien van:

Bijlage 3 Het Financieel Crisisplan

SPNG. veranderingen. was voor. een jaar van grote. Verkort jaarverslag 2013 >

stichting pensioenfonds wonen

Beschrijving Pension Fund Governance Stichting Bedrijfspensioenfonds voor het Bakkersbedrijf

Stichting Metro Pensioenfonds Populair jaarverslag 2008

voor de beleggingscommissie van Stichting Pensioenfonds voor Verloskundigen (hierna: SPV).

Kort jaarverslag Stichting Pensioenfonds nv Linde Gas Benelux

Informatiebijeenkomst Pensioenen: actueler dan ooit. Oktober 2013

HET FINANCIEEL CRISISPLAN

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Baksteenindustrie

Stichting Pensioenfonds Caribisch Nederland. Uitvoeringsreglement als bedoeld in artikel 11f van de Pensioenwet ambtenaren BES

Communicatieplan Stichting Brocacef Pensioenfonds

Datum Briefnummer Behandeld door Doorkiesnummer N.W. Dijkhuizen 630

Bijlage 3 Het Financieel Crisisplan

VGB - 19 mei Pensioenfonds PGB Angelo van Langevelde

Stichting Pensioenfonds Allianz Nederland. Waardeoverdracht uit dienst

VERKORT JAARVERSLAG 2016

Geef pensioen de aandacht die het verdient. Jaarbericht Stichting Pensioenfonds

REGLEMENT AANVULLEND PENSIOEN STICHTING PENSIOENFONDS ALLIANCE

Het jaarverslag 2014 samengevat

Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland

Stichting Pensioenfonds Buizerdlaan. Waardeoverdracht uit dienst

Stichting Pensioenfonds NEG Nederland Huishoudelijk Reglement

VERKORT JAARVERSLAG 2017

Een nieuwe keuze in pensioenoplossingen. ICK Beschikbare Premieregeling

TRANSPARANTIEDOCUMENT

Communicatieplan Stichting Brocacef Pensioenfonds

Startbrief. 1. Algemeen. Waardeoverdracht. Informatie die u geeft. Wanneer bent u deelnemer in de Basisregeling?

Uitbestedingsbeleid Stichting Pensioenfonds van de ABN AMRO Bank N.V.

Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland

BeterExcedent. Pensioenregeling 2015

Verklaring inzake beleggingsbeginselen

2009: een actief jaar met interessante ontwikkelingen

Communicatieplan Stichting Brocacef Pensioenfonds

Voorbeeld Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Model 3 Premieovereenkomst

IORP II De implementatie is nu een feit: Communicatie

Grondslagen StiPP verklaring financiële en actuariële gelijkwaardigheid 2016

Toeslagverlening. Versie

Taakopdracht, bevoegdheden en samenstelling commissies. van het Bedrijfstakpensioenfonds voor het Schilders-, Afwerkings- en Glaszetbedrijf

PENSIOENREGLEMENT II STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE MEUBELINDUSTRIE EN MEUBILERINGSBEDRIJVEN. Juni 2015

124 De Pensioenwereld in 2015

Wat is pensioen? Pensioen is inkomen voor als u later stopt met werken. Pensioen is ook inkomen voor uw nabestaanden als u overlijdt.

2011 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG

Voorbeeld Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Model 3 Premieovereenkomst

Beschikbare premieregeling De premie

HERSTELPLAN 31 maart 2009

REGLEMENT AANVULLEND PENSIOEN STICHTING PENSIOENFONDS ALLIANCE

Deelnemersvergadering. Haarlem 26 juni 2017 Boxmeer 29 juni 2017 Oss 29 juni 2017

Toelichting. Uniform Pensioenoverzicht Uitkeringsovereenkomst

Toeslagverlening. Versie

Verder in deze nieuwsbrief een samenvatting van het rapport van de visitatiecommissie.

Brochure. Toeslagverlening

Informatiebijeenkomst Pensioenfonds KPN Pensioengerechtigden. Oktober 2013

UITVOERINGSOVEREENKOMST MET REXEL NEDERLAND B.V.

Brochure Toeslagverlening

Uitvoeringsreglement Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Waterbouw

Toeslagverlening Uitgave mei 2015

Toeslag- verlening Uitgave mei 2015

Mijn Pensioen. Pensioen is meer! Onderwerpen van vandaag 23/11/2015. Mijn Pensioen (1) Hoe ziet mijn pensioen eruit?

Transparantiedocument Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Handel in Bouwmaterialen

Beleggingsrendement 3% over het vierde kwartaal van 2012 (14,4% over geheel 2012); waarde van de beleggingen gestegen naar miljoen.

Stichting Pensioenfonds. voor. Verloskundigen

Bijlagen. Stichting Pensioenfonds Unisys Nederland. Versie 1 januari 2013 PENSIOENREGLEMENT UNISYS PENSIOENKAPITAALPLAN

Nettopensioenregeling

Een overzicht van de kerncijfers vindt u op <pagina 8 en 9> van het volledige jaarverslag.

Welk pensioen kunt u verwachten?

Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Voor de Drankindustrie Uitvoeringsovereenkomst Aanvullende pensioenregeling

Stichting Norit Pensioenfonds

Stichting Voorzieningsfonds Getronics 11 februari Stand van zaken SVG. 1 van 19

Stichting Pensioenfonds Xerox

Voorbeeld Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Model 2 <kapitaalovereenkomst> <premieovereenkomst> <netto><bruto> pensioenregeling

PROFIELSCHETS. Philips Pensioenfonds NIET UITVOEREND BESTUURDER 1/5. Stichting Philips Pensioenfonds

Functieprofielen Algemeen Bestuur Stichting Pensioenfonds ING. Algemeen functieprofiel Bestuur Stichting Pensioenfonds ING

delta lloyd pensioenfonds Over het jaar 2012

Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Schoonmaak- en Glazenwassersbedrijf

Stichting Pensioenfonds Avery Dennison. Algemene Vergadering van Deelnemers en Gepensioneerden Oegstgeest, 3 september 2018

Communicatieplan. Stichting Pensioenfonds NEG Nederland. Communicatieplan Pensioenfonds NEG v

BeterExcedent. Pensioen Werknemer 2015

Terugblik 2011 in cijfers

Uitgangspunten. Nettopensioenregeling

Addendum 2 bij het Pensioenreglement Sanoma 2009 pensioenregeling, van Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland, contractnummer

Profielschets lid Raad van Toezicht. 20 mei 2019

Verkort Jaarverslag 2014

PENSIOENREGLEMENT UNISYS PENSIOENKAPITAALPLAN PENSIOENREGLEMENT UNISYS COMBI PENSIOEN UNISYS PENSIOENREGLEMENT, 12E NOTA VAN WIJZIGING

Herstelplan 2015 Compartiment SPDHV

Uitbestedingsbeleid Stichting Pensioenfonds NIBC

Stichting Pensioenfonds Unisys Nederland in liquidatie

Aanvullend reglement Extra Pensioenopbouw Boven de Salarisgrens 2015

1. Organisatie BIJLAGE I: VERKLARING BELEGGINGSBEGINSELEN STICHTING PENSIOENFONDS ACHMEA. ABTN 2014 versie Stichting Pensioenfonds Achmea

Transcriptie:

Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Groothandel in Bloemen en Planten Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Groothandel in Bloemen en Planten Akerstraat 92 6411 HD Heerlen Ingeschreven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel onder nummer 34266436 Verslag over het boekjaar 1-1-2012 t/m 31-12-2012

2

Inhoud Pagina Bestuur en organisatie Organisatie 6 Meerjarenoverzicht 7 Bestuursverslag Inleiding 9 Beleggingen 13 Risicoparagraaf 17 Verslag van de visitatie 2012 Taakopdracht en wettelijk kader 23 Reactie van het bestuur 26 Jaarrekening Balans per 31 december 28 Staat van baten en lasten 30 Kasstroomoverzicht 32 Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling 33 Toelichting op de balans per 31 december 37 Toelichting op de staat van baten en lasten 42 Risicoparagraaf 45 Overige gegevens Gebeurtenissen na balansdatum 53 Resultaatbestemming 53 Actuariële verklaring 54 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant 56 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Groothandel Bloemen en Planten Jaarverslag 2012 3

4

Bestuur en organisatie Bestuur per 31-12-2012 Leden werkgevers Functie Namens De heer F. Verschuren Voorzitter oneven jaren VGB Vice-voorzitter even jaren De heer R. Roodenburg Bestuurslid VGB De heer R.M. Westhuis Bestuurslid VGB De heer P. van der Zwaard Bestuurslid VGB Leden werknemers Functie Namens De heer G.P.M.J. Roest Voorzitter even jaren FNV Bondgenoten Vice-voorzitter oneven jaren Vacature Bestuurslid FNV Bondgenoten De heer M. Wallaard Bestuurslid CNV Dienstenbond De heer G.J. Seffinga (v.a. 24-09-2012) Bestuurslid CNV Dienstenbond Voorzitter 2012 De heer G.P.M.J. Roest Vice-voorzitter 2012 De heer F. Verschuren Plaatsvervangers bestuur in 2012 Namens De heer J. Kraijpoel Vacature VGB CNV Dienstenbond Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Groothandel Bloemen en Planten Jaarverslag 2012 5

Deelnemersraad Leden namens deelnemers De heer S. Verhoeff De heer A. Witkowski Mevrouw Y. Smits De heer P. Glasbergen (v.a. 10-12-2012) De heer V.C.F.B. Scheerhoorn (v.a. 10-12-2012) Leden namens gepensioneerden De heer A. Klootwijk (v.a. 10-12-2012) Organisatie Beleggingscommissie De heer G.P.M.J. Roest (voorz. 2012) De heer F. Verschuren De heer P. van der Zwaard Communicatiecommissie De heer R. Westhuis De heer M. Wallaard Visitatie commissie VisitatieOpMaat Accountant KPMG Accountants N.V. te Utrecht Certificerend actuaris Towers Watson B.V. te Amstelveen Vermogensbeheer en Beleggingsadministratie APG Investment Services N.V. Pensioenadministratie, adviserend actuaris en bestuursadvisering AZL N.V. te Heerlen 6

Meerjarenoverzicht 2012 2011 2010 2009 Aantallen Deelnemers 3.530 3.313 3.091 2.910 Gewezen deelnemers 2.383 2.184 1.724 1.462 Pensioengerechtigden 72 44 18 12 5.985 5.541 4.833 4.384 Financiële gegevens (in duizenden euro) Voorziening voor risico deelnemers 29.292 22.284 17.177 11.612 Voorziening voor risico pensioenfonds 1.563 812 219 118 Reserves Algemene reserve 3.439 2.549 2.003 1.462 Premiebijdragen 7.482 7.224 5.972 5.192 Pensioenuitkeringen 305 240 295 167 Beleggingen voor risico pensioenfonds Belegd vermogen 34.376 25.146 18.395 12.727 Beleggingsopbrengsten 2.971-362 232 658 Rendement o.b.v. total return 10,9% 1) -1,2% 1) 1,3% 1) 7,4% 1) Het rendement is berekend als het gewogen gemiddelde van de rendementen van de onderliggende beleggingen in de APG en Cordares pools en het rendement op de aangehouden kasgelden in de loop van het jaar. Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Groothandel Bloemen en Planten Jaarverslag 2012 7

8

Bestuursverslag Inleiding In overeenstemming met de statuten van de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Groothandel in Bloemen en Planten (Bpf GBP) wordt hierbij verslag uitgebracht over het jaar 2012. Dit is het zesde jaarverslag van het fonds, dat is opgericht op 3 november 2006. Daarbij is op basis van de CAO voor de Groothandel in Bloemen en Planten een stichting opgericht die per 1 januari 2007 een bedrijfstakpensioenregeling in de zin van de Wet Bpf 2000 uitvoert. De in het verslag genoemde bedragen luiden in duizenden euro s, tenzij anders is aangegeven. Doelstelling Doel van het fonds is de verstrekking van pensioenen en andere uitkeringen ter zake van ouderdom en overlijden van werknemers en gewezen werknemers alsmede hun nagelaten betrekkingen in de branche van de Groothandel in Bloemen en Planten, overeenkomstig de bepalingen van het pensioenreglement, het uitvoeringsreglement en de statuten. Het fonds verricht slechts activiteiten in verband met pensioen en werkzaamheden die daarmee in verbinding staan. Er worden geen grensoverschrijdende activiteiten uitgevoerd. Organisatie van het fonds Het bestuur heeft op basis van zijn verantwoordelijkheid voor het beheer van het fonds gekozen voor uitbesteding van alle werkzaamheden inzake pensioen- en vermogensbeheer aan externe partijen. Het bestuur bestaat uit acht personen, van wie vier leden namens werkgevers en vier leden namens werknemers. Werkgevers- en werknemersorganisaties leveren beurtelings de voorzitter en de vice-voorzitter voor de periode van één jaar. In het verslagjaar werd de functie van voorzitter bekleed door de heer G.P.M.J. Roest namens de werknemersorganisatie FNV Bondgenoten. In het verslagjaar is de heer G.J. Seffinga per 24 september 2012 benoemd tot bestuurslid aan de zijde van de werknemers namens CNV dienstenbond en volgt daarmee mevrouw P.M.B. Wilson op. In 2013 wordt de voorzittersfunctie vervuld door de heer F. Verschuren namens de werkgeversorganisatie VGB. In het verslagjaar kwam het bestuur vier maal in vergadering bijeen. In de maand april is er een studiemiddag voor het bestuur georganiseerd waarin de uitwerking van het financieel beheersplan (zie verderop) en de invulling van het vermogensbeheer aan de orde is geweest. Beleggingscommissie Het fonds heeft de voorbereiding van het beleid en het toezicht op de uitvoering van het vermogensbeheer in het verslagjaar gedelegeerd aan de beleggingscommissie. De commissie bestaat uit 3 personen, waaronder steeds de fungerend bestuursvoorzitter. De commissie wordt bijgestaan door een accountmanager van vermogensbeheerder APG en wordt daarbij secretarieel ondersteund door AZL. De beleggingscommissie stelt in overleg met de vermogensbeheerder het beleggingsplan ter advisering aan het bestuur vast. Verder doet zij voorstellen aan het bestuur inzake het beleggingsbeleid dat niet direct voortvloeit uit het beleggingsplan, voert overleg met APG en houdt zich bezig met het beoordelen van de door hen gerealiseerde resultaten. Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Groothandel Bloemen en Planten Jaarverslag 2012 9

De beleggingscommissie rapporteert aan het bestuur door de behandeling van de kwartaalrapportage vermogensbeheer en het verslag van de commissie te bespreken in de vergaderingen van het fonds. De beleggingscommissie komt in de regel 2 weken vóór een geplande bestuursvergadering bijeen, of zoveel vaker als de ontwikkeling van de beleggingen, van de financiële markten of andere omstandigheden dat vereisen. In het verslagjaar is de commissie dan ook weer viermaal bijeen gekomen. Deelnemersraad Het fonds heeft een deelnemersraad in de zin van de PW waarin deelnemers en pensioengerechtigden in principe evenredig op basis van hun onderlinge getalsverhouding zullen worden vertegenwoordigd. De deelnemersraad is einde 2012 uitgebreid met drie nieuwe leden, waarvan één gepensioneerde en bestaat nu uit zes leden. Het bestuur is blij dat de deelnemersraad kon worden versterkt en dat het ook mogelijk was om een vertegenwoordiger uit (het nog geringe aantal) gepensioneerden te vinden. De deelnemersraad adviseert het bestuur over diverse aangelegenheden die het fonds betreffen, zoals het communicatiebeleid en het premie- en indexatiebeleid. De taken en bevoegdheden van dit orgaan alsmede de samenstelling, benoeming en werkwijze zijn vastgelegd in de statuten van het fonds en het reglement deelnemersraad. Uitbestede werkzaamheden Administratie De administratie wordt uitgevoerd door AZL N.V. te Heerlen. AZL N.V. draagt zorg voor de volgende zaken: de pensioen- en deelnemersadministratie; de financiële administratie; de actuariële advisering en analyse; de jaarverslaglegging; de bestuursondersteuning en bestuursadvisering. Het fonds wordt door AZL onder meer door middel van periodieke rapportages op de hoogte gehouden van de uitbestede dienstverlening. Om aan de behoefte van het bestuur aan zekerheid en daarmee kwaliteitsgaranties tegemoet te komen verstrekt AZL jaarlijks een ISAE 3402 type II rapportage. Daarbij geeft de directie een In Control Statement af. Het betreft een rapportage over de resultaten van een audit die bij AZL N.V. heeft plaatsgevonden en die gericht is op de opzet en het bestaan van de beheers- en controlemaatregelen, processen en procedures van AZL N.V. Vermogensbeheer Het vermogensbeheer werd in het verslagjaar uitgevoerd door APG Investment Services N.V. (APG). De dienstverlening is omschreven in een Service Level Agreement (SLA). Ook heeft APG een ISAE 3402-rapportage (type II) over het verslagjaar verstrekt. Dit rapport bevat een integrale beschrijving van de relevante hoofdprocessen, beheersdoelstellingen en controlemaatregelen van alle APG-entiteiten die bij de uitvoering van vermogensbeheer voor klanten betrokken zijn. Actuariële waarmerking en advisering Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen adviserende en waarmerkende werkzaamheden. Het bestuur heeft de adviserende werkzaamheden in het verslagjaar opgedragen aan AZL N.V. te Heerlen en de waarmerkende werkzaamheden aan Towers Watson B.V. te Amstelveen. 10

Controle De controle van de jaarrekening is toevertrouwd aan KPMG Accountants N.V. te Utrecht. Goed pensioenfondsbestuur Het bestuur onderschrijft de Principes voor goed pensioenfondsbestuur die de Stichting van de Arbeid heeft vastgesteld en die in de Pensioenwet zijn opgenomen. Het bestuur streeft ernaar om deze principes na te leven. De Principes hebben betrekking op de volgende onderdelen: zorgvuldig bestuur, transparantie, openheid en communicatie, deskundigheid en functioneren van het bestuur, verantwoording en intern toezicht. Zelfevaluatie en deskundigheid In overeenstemming met de Principes voor goed pensioenfondsbestuur heeft het bestuur in zijn statuten een procedure opgenomen teneinde het eigen functioneren, zowel van het bestuur als geheel als van de individuele bestuursleden, periodiek te evalueren. De zelfevaluatie van het bestuur over het verslagjaar wordt schriftelijk voorbereid. De resultaten worden tijdens de studiedag in april 2013 besproken. Deze evaluatie van het functioneren gaf in 2012 geen aanleiding om directe maatregelen te nemen ten aanzien van een of meerdere bestuursleden. In het verslagjaar heeft het bestuur het deskundigheidsplan aangepast aan de Beleidsregel Deskundigheid van DNB en de Autoriteit Financiële Markten. Naar aanleiding hiervan zijn de deskundigheidseisen en competenties (her)benoemd die een bestuurslid moet hebben of moet ontwikkelen. Deze zijn vastgelegd in een profiel. Ook voor de commissies binnen het bestuur en de deelnemersraad is een competentievisie vastgesteld. De deskundigheidsbevordering van bestuursleden is verder ingevuld aan de hand van de uitslag en de bespreking van de getoetste deskundigheid door middel van de kennisreflector van SPO (Stichting Pensioen Opleidingen). Het bestuur heeft besloten dat er bij verlenging van de bestuurstermijn opnieuw een deskundigheidstoets zal worden afgenomen bij de bestuursleden (dus om de 4 jaar). In het verslagjaar is er door het gehele bestuur een deskundigheidstoets van SPO gedaan. In de maand april van het verslagjaar is er een studiebijeenkomst geweest. Door middel van het opleidingsplan wordt bewerkstelligd dat de afzonderlijke bestuursleden aan de deskundigheidseisen kunnen voldoen. Zo hebben individuele bestuursleden de mogelijkheid een specifieke opleiding op pensioengebied te volgen en hun kennis op deelgebieden te versterken. In het verslagjaar hebben de leden van de deelnemersraad gezamenlijk een cursus gevolgd waardoor hun deskundigheid is bevorderd. De aandacht van het bestuur in het verslagjaar voor de Principes van goed pensioenfondsbestuur heeft mede gezorgd voor een integere bedrijfsvoering. In 2013 zal het bestuur onveranderd aandacht aan de Principes voor goed pensioenfondsbestuur blijven besteden. Financieel beheersplan DNB verplicht de fondsbesturen op grond van een beleidsregel om een financieel crisisplan op te stellen. Deze verplichting zou, zonder nadere wetgeving, opgelegd kunnen worden op grond van het bestaande voorschrift van het voeren van een beheerste en integere bedrijfsvoering. De bedoeling is dat de fondsbesturen beter op een crisis zijn voorbereid dan op de huidige. Daarom moet in dit plan, vooraf en op fondsniveau, worden gedefinieerd wanneer sprake is van een crisissituatie en op welke wijze en met welke maatregelen deze crisis zal worden bestreden. Het bestuur heeft onder andere tijdens de studiemiddag in april 2012 nadere invulling gegeven aan de inhoud van een financieel beheersplan. Dit plan is voor 1 mei 2012 ingediend bij DNB. Visitatie Het bestuur heeft eerder besloten voor de invulling van intern toezicht te kiezen voor een visitatiecommissie. Deze dient eenmaal in de drie jaar het functioneren van het pensioenfonds te evalueren en te toetsen. Het gaat daarbij om een beoordeling van de beleids- en bestuursprocessen, de bestuursprocedures en de controleomgeving van het fonds. Tevens behelst het een beoordeling van de wijze Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Groothandel Bloemen en Planten Jaarverslag 2012 11

waarop het fonds wordt aangestuurd, alsmede een beoordeling van de wijze waarop door het bestuur wordt omgegaan met de risico s op de langere termijn. De visitatiecommissie is voor 2012 weer herbenoemd en bestaat uit drie externe, van het fonds onafhankelijke deskundigen. Het visitatietraject is in december 2012 gestart en afgerond in maart 2013. Deze visitatie heeft een breed karakter en dekte daarmee alle relevante beleidsgebieden af. Het visitatierapport is gebaseerd op analyse van geleverde documentatie en op interviews met bestuur en pensioenbureau. Verderop in dit jaarverslag is een samenvatting van het verslag van de visitatiecommissie opgenomen. Reglementen en Statuten In het verslagjaar heeft de toezichthouder DNB in het kader van het thematisch onderzoek geen premie geen pensioenverwerving het pensioenreglement getoetst. In het pensioenreglement werd de pensioenverwerving afhankelijk gesteld van premiebetaling. DNB is van oordeel dat dit op grond van de parlementaire geschiedenis van de Pensioenwet niet is toegestaan. Enkele bepalingen in het reglement konden volgens de toezichthouder in strijd komen met de Pensioenwet. Zo kan zich de situatie voordoen dat een aangesloten werkgever onterecht een of meerdere werknemers niet opgeeft. Het is dan mogelijk dat een werknemer jaren later stelt dat deze onterecht bij het fonds onbekend is gebleven, maar onder de werkingssfeer van het fonds valt en alsnog aanspraken claimt. Dat de werkgever voor hem/haar geen premie heeft voldaan mag voor de beoordeling van deze claim dan in principe niet relevant zijn. In het verslagjaar is daarop een reglementswijziging doorgevoerd zodat het pensioenreglement in overeenstemming wordt gebracht met de bepalingen in de Pensioenwet inzake geen premie, maar waarin de risico s op claims zoveel mogelijk beperkt blijven. Verder is tegen het einde van het verslagjaar nog besloten dat de voorwaardelijke toeslagverlening voor gepensioneerden niet meer gemaximeerd zal worden op de rendementsbijschrijving op de pensioenkapitalen. Deze reglementsaanpassing zal in 2013 worden doorgevoerd. In de statuten zijn in het verslagjaar geen wijzigingen doorgevoerd. Aanpassing van de actuariële en bedrijfstechnische nota (abtn) In het verslagjaar is veel aandacht geweest voor de verdeling van de vrije reserves en het daarbij toegepaste toeslagen beleid. Het bestuur heeft besloten de vrije reserve van GBP op te splitsen in een specifiek deel voor DB (de ingegane pensioenen) en DC (de belegde kapitalen). Hiermee wordt ook de wijze van toeslagverlening gewijzigd. Voor de toeslagverlening van de ingegane pensioenen is het dan alleen van belang in hoeverre deze toeslagverlening gefinancierd kan worden uit de vrije reserve DB. In beginsel worden jaarlijks rendementen toegekend aan de kapitalen en worden pensioenrechten geïndexeerd. Uitgaande van de nieuwe verdeling kunnen dan de (negatieve) resultaten op toekenning beleggingsrendement worden toegewezen aan de vrije reserve DC en de (negatieve) resultaten op toeslagverlening worden toegewezen aan de vrije reserve DB. De hierop gebaseerde teksten in de ABTN worden na het verslagjaar aangepast en verder geactualiseerd Deze wijzigingen zijn tijdig voor advies voorgelegd aan de deelnemersraad. Deze heeft op deze adviesaanvragen positief geadviseerd. Naleving wet- en regelgeving Het afgelopen jaar zijn aan het fonds geen dwangsommen of boetes opgelegd. Er zijn door DNB geen aanwijzingen aan het fonds gegeven, noch is een bewindvoerder aangesteld of is bevoegdheidsoefening van organen van het fonds gebonden aan toestemming van de toezichthouder. De vermogenspositie is zodanig dat er geen lange- of kortetermijnherstelplan van toepassing is. Compliance en Gedragscode De compliance officer bewaakt dat het fonds voldoet aan de van toepassing zijnde regels op het gebied van gedrag en integriteit voor de aan het fonds verbonden personen. Jaarlijks dient door de bestuursleden te worden bevestigd dat zij de gedragscode nageleefd hebben. De bevindingen inzake de naleving van de code over het jaar 2012 zijn vastgelegd in een brief van de compliance officer aan het bestuur. Uit deze bevindingen zijn geen bijzonderheden voortgekomen. 12

Uitvoeringskosten Vanaf het verslag over 2012 worden door het fonds de uitvoeringskosten gepresenteerd. Deze kosten worden opgenomen aangezien het bestuur volledige transparantie wenst te realiseren ten aanzien van deze kosten. Dit gaat dus verder dan alleen de direct in de jaarrekening te verantwoorden kosten. Het transparant maken van alle kosten en mogelijk afzetten tegen een benchmark is daarbij een middel om de kosten verder te beheersen. Met onderstaand overzicht geeft het fonds hieraan gevolg. Kostenoverzicht 2012 Pensioenbeheer Kosten in euro per deelnemer 1) 249,58 Vermogensbeheer Kosten in % van het gemiddeld belegd vermogen 2) 0,3060% Transactiekosten in % van het gemiddeld belegd vermogen 0,1446% Beleggingen Op 1 januari 2012 was het vermogen belegd in een viertal deelportefeuilles, te weten: Zekerheid, Pensioenpot, Vrije Reserve en Opwaarts Potentieel. De onderliggende portefeuilles waren belegd in verschillende APG Vermogensbeheerfondsen. De portefeuille Zekerheid wordt belegd met als doelstelling een rendement te realiseren waarbij op de pensioendatum een bedrag bereikt wordt dat minimaal gelijk is aan de inleg van bruto premies plus de in de periode van inleg tot de pensioendatum opgetreden inflatie. Voor deze inflatie wordt de Europese inflatie als uitgangspunt genomen. Om de omvang van de portefeuille Zekerheid op enig moment vast te stellen wordt uitgegaan van het op dat moment bereikte pensioenkapitaal (stortingen plus toegekend rendement) van de individuele deelnemers. Per geboortejaar kan op basis hiervan een kasstroom worden bepaald die gelijk is aan de som van de kapitalen van de betreffende deelnemers en die tot uitkering komt in het gemeenschappelijke jaar van pensionering. Deze uitkering representeert de inkoop van pensioenaanspraken uit de kapitalen op de pensioendatum. Ieder kwartaal worden deze jaarlijkse kasstromen verdisconteerd met de dan geldende reële rentecurve. De som van deze verdisconteerde kasstromen is de omvang van de portefeuille Zekerheid, die daarmee dus afhankelijk is van de hoogte van de inleg van de deelnemers, de geldende reële rente en de resterende looptijd. Op basis van het beleggingsbeleid is besloten om hiervoor mede te beleggen in aan inflatie gerelateerde staatsobligaties. De inflatiegerelateerde obligaties (ILB, Inflation Linked Bonds) hebben aan het eind van het rapportage jaar een gemiddelde looptijd van 8,4 jaar. Inflatiegerelateerde staatsobligaties kenmerken zich door een vergoeding te geven voor de feitelijk opgetreden inflatie. Dit soort obligaties wordt over het algemeen uitgegeven door overheden. Met de eurocrisis van de afgelopen jaren is echter duidelijk geworden dat ook landen in de problemen kunnen komen en dat er dus geen sprake is van een expliciete garantie op deze obligaties. Op basis van het door het bestuur goedgekeurde beleggingsplan 2012 is voor de deelportefeuilles Zekerheid, Pensioenpot en Vrije Reserve besloten om naast de ILB-portefeuille deels of uitsluitend te gaan beleggen in Staatsobligaties van de kern Euro landen. Dit om het concentratierisico in de ILB-portefeuille te mitigeren en tevens het risico van het uiteenvallen van de Euro te mitigeren. 1) Kosten van het pensioenbeheer bestaan uit de kosten van uitbesteding, bestuurskosten en de kosten van toezicht. De totale kosten bedragen 899.000. Om de kosten per deelnemer te berekenen is conform de aanbeveling van de Pensioenfederatie het aantal deelnemers gedefinieerd als de som van het aantal actieve deelnemers en pensioengerechtigden. Gewezen deelnemers tellen dus niet mee. 2) Kosten van het vermogensbeheer kunnen in twee categorieën worden onderscheiden. De eerste categorie betreft de kosten zoals die in de jaarrekening zijn verwerkt. Daaronder vallen de beheervergoeding van de vermogensbeheerder(s) en overige beheervergoedingen. Dit betreft een bedrag van 13.690. De tweede categorie betreft kosten die rechtstreeks ten laste van het beleggingsrendement zijn gebracht. Deze kosten zijn dus niet inbegrepen in de kosten van de vermogensbeheerder(s) zoals opgenomen in de jaarrekening en zijn geschat op 78.103. De totale kosten vermogensbeheer komen daarmee uit op circa 91.793. Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Groothandel Bloemen en Planten Jaarverslag 2012 13

De omvang van de tweede zogenaamde Vrije Reserve portefeuille is 5/80 van het totaal van de inleg (stortingen) van de deelnemers. Het doel van deze Vrije Reserve portefeuille is onder andere de mogelijkheid te krijgen tot het verstrekken van toeslagen op ingegane pensioenuitkeringen. Gedurende 2012 is de allocatie van uitsluitend ILB veranderd in 50% ILB en 50% Core Euro Staatsobligaties. De derde portefeuille, de Pensioenpot, was tot en met 2011 volledig belegd in ILB, maar gezien het nominale karakter van de verplichtingen voor dit deel van de regeling is besloten uit voorzichtigheidsoverwegingen om de positie in ILB te ruilen naar een positie in Core Euro Staatsobligaties. De vierde portefeuille waarin wordt belegd, is de zogenaamde Opwaartse Potentieel (Upside Potential) portefeuille. De bedoeling is om in deze portefeuille te beleggen in een gespreide portefeuille van zakelijke waarden. De omvang van deze portefeuille is hetgeen resteert na het invullen van de portefeuilles Zekerheid, Pensioenpot en Vrije Reserve. De portefeuille Upside Potential bestaat uit zakelijke waarden waarvan 75% aandelen, 15% vastgoed en 10% commodities. In het beleggingsplan 2013 is een verdere verfijning van de beleggingen doorgevoerd. De belegging in bedrijfsobligaties wordt gesplitst om het fonds de mogelijkheid te geven zelf te kiezen of het fonds in zowel bedrijfsobligaties van ontwikkelde landen wil beleggen als ook in bedrijfsobligaties in opkomende landen wil beleggen. Het fonds heeft er vervolgens voor gekozen om in beide asset categorieën te beleggen. Ook binnen de Aandelen Developed Pool treedt een wiziging op die door het fonds wordt overgenomen. Er zal vanaf 2013 ook belegd gaan worden in de Minimum Volatility Aandelen pool. Dit is een belegging in aandelen in ontwikkelde landen die een lager risicoprofiel kennen maar op de lange termijn ten opzichte van de gewogen aandelen ontwikkelde landen index wel een gelijkwaardig resultaat laten zien. Vanwege het besluit tot de splitsing van de vrije reserve in een specifiek deel voor DB en DC zal in 2013 bij de beleggingen een nadere verdeling van deze fondsvermogens in de portefeuille worden gemaakt. In het beleggingsplan 2013 is hier reeds rekening mee gehouden. APG zal, op basis van de door AZL aangeleverde verdeling van het vermogen, de nieuwe mix gedurende 2013 implementeren. Premiebeleid en herverzekering De reglementair door werkgevers totaal verschuldigde doorsneepremie wordt door CAO-partijen vastgesteld. Deze premie is 8% van de loonsom. De door het fonds ontvangen premies worden collectief over alle werknemers verdeeld op basis van de beschikbarepremiestaffel in het pensioenreglement. Indien de feitelijk ontvangen premie afwijkt van de totale kostendekkende premie die voor het fonds benodigd is, dan kan de staffel op advies van de actuaris door het bestuur naar evenredigheid worden aangepast. Deze staffel is in het verleden al 2 maal aangepast. In 2012 werd de bestaande staffel aangehouden. Het fonds blijft echter gevoelig voor wijzigingen in de bestandssamenstelling. In het verslagjaar heeft het bestuur gesproken over het invoeren van een netto fiscale staffel. Uiterlijk per 1 januari 2015 moeten de bestaande beschikbare-premieregelingen aan het nieuwe netto besluit inzake beschikbare-premiestaffels zijn aangepast. Het bestuur heeft ervoor gekozen om deze beslissing nog even uit te stellen en veranderingen die het pensioenakkoord en het nieuwe fiscale Witteveen -kader kunnen meebrengen af te wachten. De premies worden na vermindering van een door het bestuur vast te stellen inhouding voor kosten en risico s collectief door het fonds belegd. In 2012 was ook 25% van de totale premie benodigd voor kosten, buffers en collectieve risicodeling. Het resterende gedeelte van de premie wordt ingelegd voor de werknemers op basis van de voor de werknemer geldende fiscale beschikbare-premiestaffel. De werknemer verwerft op basis van de voor hem ingelegde premie een pensioenkapitaal, als onderdeel van het door het fonds totaal belegde vermogen. 14

Het fonds heeft de risico s van overlijden en arbeidsongeschiktheid volledig herverzekerd bij Algemene Levensherverzekering Maatschappij NV (Swiss Re, voorheen Alhermij). Het bestuur heeft het herverzekeringscontract en de gewenste dekking tegen het licht gehouden. Het herverzekeringscontract is hierop in 2012 aangepast. Het herverzekeringscontract met Swiss Re is geëindigd per 31 december 2012. In de eerste helft van 2013 neemt het bestuur een besluit over een nieuw herverzekeringscontract. Bij drie partijen zijn hiervoor offertes opgevraagd. In verband met de lopende offertebeoordeling is de herverzekering bij Swiss Re in onderling overleg tot 1 juli 2013 verlengd. Communicatie In het verslagjaar zijn de werkgevers en werknemers verder geïnformeerd op basis van het communicatieplan van het fonds. Zo hebben in mei 2012 de actieve werknemers het Uniforme Pensioenoverzicht (UPO) over 2011 ontvangen. De UPO s voor gepensioneerden en uitkeringsgerechtigden zijn eveneens in mei 2012 verzonden. In de maand juni hebben alle slapers (oud deelnemers) van het fonds een UPO ontvangen. Dit zal voor de slapers eens in de vijf jaar worden herhaald. In april 2012 is inmiddels de vijfde nieuwsbrief van het fonds verzonden. Hierbij zijn de deelnemers onder meer geïnformeerd over de financiële situatie van het fonds, de mogelijkheden om extra pensioen op te bouwen en een kennismaking en oproep van de deelnemersraad. De website van Bpf GBP (www.pensioenfondsgbp.nl) zal na het verslagjaar geheel worden vernieuwd. Er is een communicatiebeleidsplan opgesteld, welk in het verslagjaar nader besproken is in de communicatiecommissie. De speerpunten van dit beleid zijn het aangaan van de dialoog met de doelgroepen, toegankelijkheid en digitalisering. Ter uitwerking van het communicatiebeleidsplan worden de deelnemers via verschillende kanalen benaderd. De pensioenregeling in 2012 De pensioenregeling heeft het karakter van een collectieve beschikbare-premieregeling. Dit is een premieovereenkomst in de zin van de Pensioenwet. Iedere werknemer van een bij het fonds aangesloten onderneming is verplicht deelnemer zodra hij/zij ouder is dan 21 jaar en valt onder de functiegroepen 1 tot en met 6. Op verzoek van een werkgever mogen werknemers met functiegroep 7 en hoger vrijwillig deelnemen, indien de werkgever al zijn werknemers aanmeldt. De pensioendatum is de eerste van de maand waarin de (gewezen) deelnemer 65 jaar wordt; eerder of later uittreden is mogelijk. Het ouderdomspensioen is gelijk aan de jaarlijkse pensioenuitkering die op basis van het pensioenkapitaal op de pensioenleeftijd kan worden aangekocht. Het pensioenkapitaal wordt afhankelijk van de leeftijdsklasse jaarlijks opgebouwd aan de hand van een in het reglement opgenomen fiscaal voorgeschreven tabel. Hierin staan op de pensioengrondslag gebaseerde individuele beschikbare premies. Deze premies worden gefinancierd uit de door het bestuur vastgestelde en voor iedereen gelijke (op doorsneetarieven gebaseerde) pensioenpremiebijdrage. De aangesloten ondernemingen betalen de reglementair verschuldigde premie van 8,0% over het totale pensioengevend salaris. De werkgever mag daarvan maximaal 50% inhouden bij zijn onder de regeling vallende werknemers. Het pensioensalaris is gemaximeerd tot het maximum loon in de zin van de Coördinatiewet Sociale verzekering (in 2012: 50.853,-). Op de pensioendatum kunnen een partnerpensioen en wezenpensioen worden meeverzekerd. Tijdens het dienstverband is er een (bijzonder) partnerpensioen op risicobasis verzekerd voor de (gewezen) echtgenote, echtgenoot of partner van de (gewezen) deelnemer. Het partnerpensioen bedraagt bij overlijden van een actieve deelnemer 70% van het bereikbare ouderdomspensioen, het wezenpensioen is 20% hiervan. Bij arbeidsongeschiktheid van meer dan 35% wordt de pensioenopbouw voortgezet op premievrije basis aan de hand van een staffel gebaseerd op het arbeidsongeschiktheidspercentage van de Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA). Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Groothandel Bloemen en Planten Jaarverslag 2012 15

Bij een premie- of kapitaalovereenkomst heeft de deelnemer een wettelijk recht om te besluiten tot gesplitste aankoop van zijn pensioenuitkering. Bpf GBP is verplicht om mee te werken aan deze pensioenknip indien het kapitaal op de pensioendatum ten minste 10.000 bedraagt. Ook is er de mogelijkheid om aanspraken van slapers die niet meer terugkeren in het fonds en geen waardeoverdracht verzoeken na 2 jaar af te kopen. Hierbij wordt een afkoopgrens gehanteerd van 150. Tot en met 2012 is dit beleid gehanteerd. Begin 2013 is op basis van een evaluatie besloten de afkoopgrens te verhogen naar 165,-. Toeslagen en rendementstoekenning Per 1 januari 2013 konden de ingegane pensioenen worden verhoogd met 2%. Dit op basis van de voorwaardelijke reglementaire bepaling dat de pensioenen met de prijsindex worden verhoogd als dit uit het beleggingsrendement gegeven kan worden. De toekenning van toeslagen op de ingegane ouderdoms-, partner- en wezenpensioenen kan per jaar verschillen en wordt slechts voorwaardelijk verleend. Het verlenen van een toeslag is dus geen automatisme. Per jaar beoordeelt het bestuur of de ingegane pensioenen de ontwikkeling van de prijzen kunnen volgen. Het toekennen van een toeslag is alleen verantwoord als het bestuur van het fonds vindt dat de financiële positie van het fonds dit toestaat. Bpf GBP betaalt de toekomstige verhogingen van de pensioenen uit beleggingsrendement op het DB deel. Aan het begin van het verslagjaar konden de ingegane pensioenen door het negatieve rendement op de pensioenkapitalen niet worden verhoogd. Dit op basis van de reglementaire bepaling dat de ingegane pensioenen niet met een hoger percentage kunnen worden verhoogd dan de rendementsbijschrijving op de kapitalen van (gewezen) deelnemers. Besloten is deze bepaling in 2013 naar aanleiding van de splitsing van de vrije reserve (zie hiervoor) voor 2013 te schrappen. De uitkeringsgerechtigden hebben door eerder verleende verhogingen en de verwachting voor komende jaren niet meteen ook recht op verhogingen in de toekomst. Bij een gunstige financiële positie kan het bestuur overigens besluiten om gemiste toeslagen in het verleden in te halen. Rendementstoekenning De met de beschikbare premie gefinancierde pensioenkapitalen van de (gewezen) deelnemers worden jaarlijks reglementair aangepast op basis van de door het bestuur te bepalen netto opbrengsten van de beleggingen. Het bestuur heeft op basis van het behaalde rendement in het verslagjaar besloten om een verhoging van 9,7% op de pensioenkapitalen van de actieven en slapers toe te kennen. Toekenningen afgelopen 5 Jaar 2013 2012 2011 2010 2009 Rendement op kapitalen actieven en gepensioneerden 9,7% 0% 1,5% 4% 3,5% Toeslagen pensioenen 2% 0% 1,4% 0% 2,8% Aansluiting van ondernemingen Bij de oprichting van het fonds hebben CAO-partijen afgesproken een verzoek tot verplichtstelling in te dienen bij de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) op basis van de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000. Door een verplichtstelling kan het draagvlak en daarmee de collectiviteit en de solidariteit van de bedrijfstakpensioenregeling worden vergroot. Voor het indienen van een dergelijk verzoek dient de representativiteit van de aanvragende organisaties te worden aangetoond. Een eerder verzoek is teruggetrokken omdat de cijfers hiervoor niet betrouwbaar genoeg bleken. Op basis van een nieuwe enquête bij de werkgevers in de sector kon een voldoende representativiteit worden aangetoond. Hierop is einde 2011 een nieuw verzoek tot het verkrijgen van een verplichtstelling gedaan. In verband daarmee dient door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in deze procedure een advies te worden gevraagd aan de toezichthouder DNB. Omdat deze niet in staat bleek tijdig te adviseren over 16

de financiële opzet van het bedrijfstakpensioenfonds en de grondslagen waarop deze opzet is gebaseerd na de verplichtstelling, is de aanvraag wegens termijnoverschrijding begin 2013 helaas niet verder in behandeling genomen. Het bestuur is hierover nu in overleg met DNB. Daarna zal zo snel mogelijk een nieuwe aanvraag worden ingediend. Omdat een afgegeven verplichtstelling geen terugwerkende kracht heeft, zal pas hierna de verplichte aansluiting actief door het fonds kunnen worden gehandhaafd. Zolang de verplichtstelling nog niet van kracht is, kunnen werkgevers op vrijwillige basis deelnemen. De werkgevers die lid zijn van de werkgeversorganisatie VGB dienen zich aan de CAO-afspraken inzake de af te sluiten pensioenregeling te houden. Ondernemingen dienen zich aan te melden vanaf 1 januari 2007 dan wel de datum van oprichting van de onderneming. In principe kunnen zij zich alleen nog aan deelname onttrekken indien zij tijdig al een eigen pensioenregeling hadden getroffen. Risicoparagraaf Inleiding Het fonds wordt bij het beheer van de pensioenverplichtingen en de financiering daarvan geconfronteerd met risico s. De belangrijkste doelstelling van het fonds is het nakomen van de pensioenverplichtingen. Voor het realiseren van deze doelstelling wordt gestreefd naar een toereikende solvabiliteit op basis van de marktwaarde van de pensioenverplichtingen. In deze paragraaf wordt ingegaan op het beleid van het pensioenfonds en de risico s die het pensioenfonds bij de uitvoering van zijn taken loopt. Beleid en risicobeheer Het bestuur heeft zijn beleid verwoord in de actuariële en bedrijfstechnische nota. Algemene leidraad voor het uitvoeren van zijn beheertaken is risicomijdend operationeel management. Het bestuur beschikt over een aantal beleidsinstrumenten ten behoeve van het beheersen van deze risico s. Deze beleidsinstrumenten betreffen: ALM-beleid en duration matching; beleggingsbeleid; premiebeleid; toeslagbeleid; herverzekeringsbeleid; beleid ten aanzien van uitbesteding. De keuze en toepassing van beleidsinstrumenten vindt plaats na uitvoerige analyses ten aanzien van te verwachten ontwikkelingen van de verplichtingen en de financiële markten. De invloed van deze sturingsmiddelen op de financiële positie van het fonds wordt jaarlijks geëvalueerd. Bij deze evaluatie speelt zowel de huidige financiële positie, alsmede de financiële positie van het fonds in de toekomst, een rol. Om te toetsen of het beleid op lange termijn tot de gewenste ontwikkeling leidt, heeft het pensioenfonds in 2010 besloten een beperkte ALM-studie laten uitvoeren. Een ALM-studie is een analyse van de structuur van de pensioenverplichtingen en van verschillende beleggingsstrategieën en de ontwikkeling daarvan in diverse economische scenario s. Begin 2011 zijn de resultaten van de ALM-studie tijdens de studiemiddag besproken. Het bestuur heeft daarop besloten om in 2012 een aanvullende analyse op de ALMstudie te laten doen. De uitkomsten van deze bespreking hebben geleid tot aanpassing van het beleggingsbeleid voor 2013. Financiële risico s Solvabiliteitsrisico Het belangrijkste risico voor het fonds betreft het solvabiliteitsrisico, ofwel het risico dat het fonds niet beschikt over voldoende vermogen ter dekking van de pensioenverplichtingen. De solvabiliteit wordt gemeten zowel op basis van algemeen geldende normen Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Groothandel Bloemen en Planten Jaarverslag 2012 17

als ook naar de specifieke normen welke door de toezichthouder worden opgelegd. Indien de solvabiliteit van het fonds zich negatief ontwikkelt, bestaat het risico dat er geen ruimte beschikbaar is voor eventuele toeslagverlening over de opgebouwde aanspraken en ingegane pensioenen. In het uiterste geval kan het noodzakelijk zijn dat het fonds verworven pensioenaanspraken en pensioenrechten moet verminderen. Het solvabiliteitsrisico bestaat uit de volgende risicocategorieën: renterisico (S1); zakelijke waarden risico (S2); valutarisico (S3); grondstoffenrisico (S4); kredietrisico (S5); verzekeringstechnisch risico (S6); liquiditeitsrisico (S7); concentratierisico (S8); operationeel risico (S9). Renterisico (S1) Pensioenfondsen kennen doorgaans een langere looptijd voor hun verplichtingen dan voor hun bezittingen. Vanwege deze mismatch ondervindt een fonds renterisico. Immers bij een rentedaling zullen de verplichtingen sterker toenemen in waarde dan de bezittingen. Het standaardmodel van DNB bevat voorgeschreven rentescenario s (verschuiving actuele rentetermijnstructuur via voorgeschreven rentefactoren) om het vereist eigen vermogen voor dit risico te bepalen. De rentegevoeligheid wordt uitgedrukt in de zogenaamde duration. De duration van de verplichtingen is hoger dan de beleggingen, derhalve is er sprake van een duration mismatch: de waarde van de verplichtingen is gevoeliger voor de renteontwikkelingen dan de waarde van de beleggingen. Zakelijkewaardenrisico (S2) Het zakelijkewaardenrisico heeft te maken met het risico van een afname van de marktwaarde van de zakelijke waarden, zoals aandelen en vastgoedbeleggingen. Het aandelen- en vastgoedrisico wordt voornamelijk gemitigeerd door het diversificeren van de beleggingsportefeuille oftewel het spreiden van de beleggingen over sectoren en regio s. Er wordt beperkt actief beheer uitgevoerd, wat betekent dat er een kleine risico-opslag wordt meegenomen als gevolg van afwijkingen van de benchmarks. Valutarisico (S3) Het valutarisico betreft het risico dat de waarde van de beleggingen die in vreemde valuta luiden vermindert als gevolg van veranderingen van vreemde valutakoersen. De pensioenverplichtingen luiden in euro s. Een aanzienlijk deel van de beleggingsportefeuille luidt in vreemde valuta. Daardoor loopt het fonds valutarisico. De voor het fonds belangrijkste vreemde valuta zijn de Amerikaanse dollar, het Britse Pond en de Japanse Yen welke strategisch voor 100% worden afgedekt. Grondstoffenrisico (S4) Fondsen die beleggen in grondstoffen (commodities) lopen het risico dat de waarde van deze beleggingen daalt. Kredietrisico (S5) Kredietrisico is het risico dat een tegenpartij in gebreke blijft om haar verplichtingen te voldoen. Dit kunnen verplichtingen zijn tot het betalen van rente, maar het kan ook om de terugbetaling van de uitgeleende bedragen zelf gaan. Het kredietrisico komt tot uitdrukking in de zogenaamde creditspread. Deze spread is het verschil tussen de uitkering die afhangt van de kredietwaardigheid van de tegenpartij en een uitkering die met volledige zekerheid, risicovrij, tot uitkering zal komen. 18

Verzekeringstechnisch risico (S6) Naast de financiële risico s staat het fonds bloot aan verzekeringstechnische risico s. Verzekeringstechnisch risico is het risico dat voortvloeit uit de mogelijke afwijkingen van actuariële inschattingen die worden gebruikt voor de vaststelling van de technische voorzieningen en de hoogte van de premie. In de actuariële analyse worden de afwijkingen geanalyseerd. Het omvat onder andere de risico s als gevolg van afwijkingen ten opzichte van de verwachte sterfte en afwijkingen van de verwachte sterftetrend (langlevenrisico). Liquiditeitsrisico (S7) Liquiditeitsrisico is het risico dat beleggingen niet tijdig en/of niet tegen een aanvaardbare prijs kunnen worden omgezet in liquide middelen, waardoor het fonds op korte termijn niet aan zijn verplichtingen kan voldoen. Waar de overige risicocomponenten vooral de langere termijn betreffen (solvabiliteit), gaat het hierbij om de kortere termijn. Dit risico kan worden beheerst door in het strategische en tactische beleggingsbeleid voldoende ruimte aan te houden voor de liquiditeitsposities. Concentratierisico (S8) Grote posten zijn aan te duiden als een vorm van concentratierisico. Om te bepalen welke posten hieronder vallen moeten per beleggingscategorie alle instrumenten met dezelfde debiteur worden gesommeerd. In het algemeen geldt dat concentratierisico kan optreden als een adequate spreiding van activa en passiva ontbreekt. Concentratierisico s kunnen optreden bij een concentratie van de portefeuille in regio s, economische sectoren of tegenpartijen. Een portefeuille van leningen die sterk sectorgebonden is, kan door deze sectorconcentratie een verhoogd risico lopen. Indien aandelen in dezelfde sector worden aangehouden is sprake van een cumulatief concentratierisico. Operationeel risico (S9) Het operationeel risico is het risico op verlies als resultaat van inadequate of foutieve interne processen, mensen en systemen of als gevolg van externe gebeurtenissen. Operationele risico s hebben een negatieve impact op een goede uitvoering van de pensioenregeling. Voor deze operationele risico s geldt wel dat een verregaande reductie onevenredig veel inspanning en kosten met zich mee kan brengen. De operationele uitvoering geschiedt door AZL N.V. Deze partij heeft een ISAE 3402-rapportage (type II). Door het overleggen van deze verklaring toont AZL N.V. aan het pensioenfonds én aan de accountant van het pensioenfonds aan, dat de uitvoering in control is. Het overleggen van de ISAE 3402-rapportage komt tevens tegemoet aan de Beleidsregel Uitbesteding Pensioenfondsen waarin DNB heeft vastgesteld dat een pensioenfonds dat zijn administratie uitbesteedt aan een uitvoerder verantwoordelijk is en blijft voor een juiste administratie. Overige risico s Sponsorrisico Het pensioenfonds heeft via het uitvoeringsreglement een contractuele band met de werkgevers die op basis van de CAO zijn aangesloten als sponsor van het pensioenfonds. Daarnaast zijn er nog veel werkgevers vrijwillig aangesloten bij het fonds. Deze afhankelijkheid vertaalt zich in risico s voor het pensioenfonds, de zogenaamde sponsorrisico s. Voorbeelden van sponsorrisico s zijn onder meer: faillissementsrisico, betalingsonmacht van de sponsors veroorzaakt door negatieve ontwikkelingen bij de sponsor, financieringsrisico en beëindiging van de aansluiting van werkgevers. Via het incassobeleid en handhaving daarvan wordt dit risico beheerst. Na het verkrijgen van een verplichtstelling zal de handhaving van de verplichte aansluiting een nieuw risico vormen. Door het opzetten van een handhavingsbeleid in overleg met de pensioenuitvoerder AZL zal dit risico kunnen worden beheerst. Omgevingsrisico Hieronder worden risico s verstaan als gevolg van externe veranderingen. Gedacht kan worden aan veranderingen in de maatschappelijke wens om duurzaam te beleggen. Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Groothandel Bloemen en Planten Jaarverslag 2012 19

Inflatierisico Het pensioenfonds kent een voorwaardelijk toeslagbeleid en communiceert dit beleid, conform wettelijke voorgeschreven formuleringen, naar alle deelnemers, slapers en gepensioneerden. Door die communicatie is de kans zeer gering dat verwachtingen worden gewekt en juridische claims moeten worden gehonoreerd. Aangetoond is dat het toeslagbeleid, ook in financieel mindere tijden, consequent wordt uitgevoerd. Het pensioenfonds belegt via de deelportefeuille Zekerheid in inflatiegerelateerde producten (zoals index-linked bonds, zie hiervoor onder beleggingen). Deze zijn relevant vanuit rendementsperspectief, als wordt verwacht dat de werkelijke inflatie hoger is dan de in de producten ingeprijsde inflatie. Gedurende 2012 is een deel van de ILB portefeuille geruild naar Core Euro Treasuries. Deels was dit een gevolg van de dreiging van het uiteenvallen van de Euro en deels om de concentratie in Franse obligaties terug te brengen. Naast ILB s werd er ook belegd in categorieën die indirect gerelateerd kunnen worden aan inflatie namelijk Grondstoffen, Vastgoed en Aandelen. Uitbestedingrisico s Het bestuur heeft onder behoud van zijn verantwoordelijkheden een aantal werkzaamheden structureel uitbesteed. De uitbesteding van werkzaamheden aan een derde partij heeft tot gevolg dat het bestuur geen directe gezagsverhouding heeft met de personen die bij de derde partij feitelijk en dagelijks zijn belast met de uitvoering van die werkzaamheden. Het bestuur heeft voorts geen rechtstreeks zicht op en voert geen directe controle uit op administratieve processen, zoals uitbetaling van pensioenen, pensioenberekeningen en dergelijke. Het bestuur erkent voorts dat aan de uitbesteding het risico is verbonden van discontinuïteit van de dienstverlening door APG Investment Services N.V. en AZL N.V. Bij alle uitbestedingsactiviteiten conformeert het fonds zich volledig aan de regelgeving van DNB op het gebied van uitbesteding. Het fonds beschikt voor iedere extern uit te voeren activiteit over een uitbestedingsovereenkomst die voldoet aan het bij of krachtens artikel 34 van de PW bepaalde. In voorkomende gevallen worden met de uitvoerende organisatie nadere afspraken omtrent procedures, processen, informatieverschaffing en te leveren diensten vastgelegd in een SLA. In een SLA worden ten minste ook afspraken vastgelegd over de administratieve organisatie, de autorisatie- en procuratiesystemen en de interne controle van de uitvoerende organisatie. Voor wat betreft de uitbestedingsrisico s kan worden opgemerkt dat het bestuur via de bestuursadviseur van het fonds overleg heeft met APG investment services N.V. en AZL N.V. Dit overleg gaat mede over de contractuele relatie en over de dienstverlening inclusief de SLA. Voor wat betreft het uitbestedingsrisico met AZL kan worden opgemerkt dat het dagelijks bestuur in het verslagjaar een aantal maal overleg heeft gehad met AZL N.V. Dit overleg ging over de contractuele relatie en over de dienstverlening inclusief de SLA. In het verslagjaar is het nieuwe contract voor een periode van vijf jaar met AZL N.V. tot stand gekomen. Het nieuwe vermogensbeheer contract tussen GBP en APG is in de tweede helft van 2012 ondertekend. Om aan de behoefte van het bestuur aan zekerheid en daarmee aan kwaliteitsgaranties tegemoet te komen, hebben APG Investment Services N.V. en AZL N.V. ervoor gekozen om gecertificeerd te worden volgens de richtlijnen van ISAE 3402. Voor de meeste relevante processen is een beschrijving van de AO/IC opgesteld, die heeft geleid tot een beschrijving van de beheersingsmaatregelen voor de betreffende processen. Jaarlijks vinden er controles plaats door actuaris en accountant op de uitvoering door het fonds. Materiële onvolkomenheden worden door hen gerapporteerd. Voorts wordt het bestuur door middel van periodieke rapportages van zowel de vermogensbeheerder, de uitvoeringsorganisatie alsmede van externe adviseurs in staat gesteld de risico s en fondssituatie goed te monitoren. IT-risico De informatietechnologie is een belangrijke risicocategorie voor pensioenfondsen. Omdat het merendeel van de fondsen de IT hebben uitbesteed, is dit risico tot een uitbestedingsrisico verworden. Dit geldt ook voor Bpf GBP. 20

Integriteitrisico DNB verstaat hieronder het risico dat de integriteit van het pensioenfonds dan wel het financiële stelsel wordt beïnvloed als gevolg van niet integere, onethische gedragingen van de organisatie, medewerkers dan wel van de leiding, een en ander in het kader van weten regelgeving en maatschappelijke en door het fonds opgestelde normen. Bij de beheersing van dit risico kan gedacht worden aan onder meer gedragscodes en procesmatige waarborgen. Bpf GBP heeft een gedragscode en een compliance officer die daarop toeziet. Beide zijn een wettelijke verplichting en DNB ziet actief toe op naleving. Een regeling voor omgang met integriteitgevoelige functies komt relatief weinig voor. DNB toetst voorts nieuwe bestuursleden. Juridische risico s Een pensioenfonds loopt het risico in rechte aangesproken te worden. Ten einde dit risico te beperken kan het fonds maatregelen treffen. Eén risico is dat de fondsstukken niet voldoen aan de wettelijke bepalingen. Een ander risico is dat men als fondsbestuurder in persoon kan worden aangesproken. Een derde risico betreft het niet in voldoende mate vorm geven aan consistent beleid; dit maakt het fonds kwetsbaar indien het hierop wordt aangesproken. Een vierde risico betreft het niet of onduidelijk communiceren naar partijen. Een vijfde risico betreft aansprakelijkheid door het niet of niet goed uitvoeren door partijen die het fonds heeft ingehuurd. Met betrekking tot bovengenoemde risico s heeft het bestuur de volgende maatregelen genomen: 1. Het fonds heeft een gekwalificeerde bestuursadviseur van AZL aangesteld. Deze toetst bij wetswijzigingen de fondsstukken en stelt waar nodig wijzigingen voor aan het Bestuur. 2. Het fonds heeft geen bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering afgesloten, maar zal, ervan uitgaande dat er sprake is van te goeder trouw handelen, eventuele schade van het bestuurslid vergoeden. 3. Het fonds ziet erop toe dat besluitvorming consistent en goed gedocumenteerd plaatsvindt. Deze documentatie zorgt ervoor dat ook derden de inhoud en werking van het beleid kunnen volgen. 4. Het fonds werkt volgens een communicatieplan. Dit plan bewaakt de wettelijk verplichte communicatiemomenten. Naast deze vereisten heeft het fonds eigenstandige communicatiedoeleinden. 5. Met alle ingehuurde partijen zijn contractuele afspraken gemaakt. Partijen dienen regelmatig te rapporteren over het wel of niet voldoen aan de gemaakte afspraken. Daar waar mogelijk heeft het pensioenfonds activiteiten gescheiden ondergebracht, waardoor er een mechanisme ontstaat van controle van de ene door de andere partij. Fondsspecifieke risico s De hierboven genoemde risico s zijn niet limitatief maar de juiste afdekking van deze genoemde risico s geeft wel een indicatie van de weerbaarheid van het pensioenfonds. Het bestuur draagt er zorg voor dat het voldoende kennis en kunde bezit om haar verantwoordelijkheid te kunnen dragen. Voor wat betreft de financiële risico s kan worden opgemerkt dat het bestuur elk kwartaal wordt voorzien van managementinformatie m.b.t. de status van de beleggingen. Minimaal een keer per jaar wordt APG investment Services N.V. gevraagd direct aan het bestuur verantwoording af te leggen door middel van een presentatie of toelichting in een bestuursvergadering. Om meer inzicht te krijgen in de mate waarin de fondsspecifieke risico s worden beheerst, zijn aan de hand van de ConFirm-risicoanalysemethode de voor het fonds relevante risico s beoordeeld. Deze analyse is gebaseerd op het door DNB ontwikkelde Financiële Instellingen Risicoanalyse Methode (FIRM). Aan de hand hiervan is een risicomatrix voor het fonds opgesteld. Met deze matrix zijn de risico s van het pensioenfonds, op basis van de perceptie van de bestuursleden en uitvoerders zo volledig mogelijk in kaart gebracht. Hierbij kwamen het uitbestedingsrisico vermogensbeheer, het marktrisico en het omgevingsrisico in de zone liggen waarbij extra aandacht nodig is. Deze risico s zijn op strategisch niveau besproken met het gehele bestuur en hieruit zijn een aantal aanbevelingen voor de reductie en beheersing van risico s gekomen. Zo is in het vorige verslagjaar het communicatiebeleid reeds aangescherpt en is in de ALM-studie meer aandacht gegeven aan het marktrisico. In de beleggingscommissie komt het onderwerp risicomanagement nu ieder kwartaal aan de orde. Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Groothandel Bloemen en Planten Jaarverslag 2012 21