Herinrichting De Boskamp te Epe

Vergelijkbare documenten
Kloosterstraat. Loon op Zand. Geohydrologisch onderzoek en waterparagraaf SAB. juli 2009 concept

Daalhuizerweg. Velp. Geohydrologisch advies en waterparagraaf. SAB Arnhem. december 2009 definitief

Apeldoornsestraat te Voorthuizen

Rouveen-West fase IV

Ontwikkeling stadsvilla s op terrein Cellarius/de Hullu te Deventer-Colmschate

Bedrijventerrein Kasteelsestraat

Brede school. Didam. Geohydrologisch onderzoek en waterparagraaf. SAB Arnhem. december 2010 definitief

Waterhuishoudingsplan

: SAB Prinses Margrietlaan Best Betreft : Watertoets ontwikkeling Prinses Margrietlaan nabij nr. 24

De Marke II. Marienberg. Waterstructuurplan. SAB Arnhem/ Gemeente Hardenberg. mei 2010 definitief

Watertoets Klaproosstraat 13, Varsseveld

Toetsing waterhuishouding

Watertoetsen. Herinrichting N377. Watertoetsen. Provincie Overijssel. september 2013 definitief

Geohydrologisch onderzoek Centrumplan Oldebroek

14. Geohydrologie Zuidbuurt eemnes Tauw Kenmerk N BTM-V

De Rikker V en VI. Winterswijk. Geohydrologisch onderzoek SAB. juni 2009 concept

Woningbouwlocatie Hoeve Oost te St. Isidorushoeve

BUREAUSTUDIE FASE 1 BEDRIJVENTERREIN STEPELERVELD EN VREGELINKSHOEK WATER

Waterparagraaf Heistraat Zoom

MEMO DHV B.V. Logo. : SAB Arnhem : Michiel Krutwagen. : St Elisabethgaarde Winterswijk : Watertoetsnotitie. Datum : 13 januari 2012

Memo. Inleiding. Huidige situatie

Bepaling Gemiddeld Hoogste Grondwaterstand Natuurbegraafplaats te Rooth (Maasbree)

Watertoets bestemmingsplan wijziging Crematorium Haarlo

Geohydrologische adviezen De Wehme a/d Nieuwstad te Vorden

Infiltratieonderzoek autobedrijf Van den Brink Rosendaalsestraat

Betreft: Variatie in grondwaterpeilen en bodemopbouw (bureaustudie) ter plaatse van de Landgoed Huize Winfried te Wapenveld (gemeente Heerde).

Projectnummer: D Opgesteld door: Ons kenmerk: Kopieën aan: Kernteam

Waterparagraaf. Kenbelstraatje te St. Willebrord

Bijlage 1. Geohydrologische beschrijving zoekgebied RBT rond Bornerbroek

Geohydrologische situatie Burg. Slompweg

Bedrijventerrein Rollepaal Oost

Landgoed Heijbroeck. Waterparagraaf. Datum : 11 juni Bureau van Nierop, Landgoed Heijbroeck, Waterparagraaf 1

: BügelHajema (Linda Smoors, Hermien Kerperien) : Evert de Lange : Waterschap Veluwe (Wietske Terpstra), 03-Projectontwikkeling (René Kroes)

Betreft Effecten ontwikkeling Oosterdalfsen op grondwaterstanden en natuurwaarden EHS

Startpunt Wonen. Caspar Cluitmans Bert Hage (verificatie) Peter Geerts (validatie)

Het waterbeleid van de provincie Limburg is beschreven in het Provinciaal Waterplan Limburg, dd. 20 november 2009.

1 Inleiding en projectinformatie

Notitie. Aan : Jorg Pieneman, Irene Quakkelaar. Kopie aan : Jasper Overbeeke, Albert Kemeling. Datum : 9 maart 2017

: gemeente Heerde : Evert de Lange : Rob Boshouwers (DHV), Jasper Timmer (Waterschap Veluwe)

In deze notitie wordt de bepaling van de waterbergingsopgave toegelicht en wordt aangegeven hoe deze ingevuld kan worden.

Waterparagraaf. Opdrachtgever. Groenstraat 2, Sprundel. De heer C.J.M. Lazeroms Groenstraat SK Sprundel

MONITORING GRONDWATERSTANDEN 3E OOSTERPARKSTRAAT EN VROLIKSTRAAT TE AMSTERDAM

1. INLEIDING 1.1 ALGEMEEN. 1.2 DE WATERTOETS. NOTITIE

BODEMONDERZOEK GROEI- LOCATIE GLASTUINBOUW KLEINE HEITRAK, ASTEN

Watertoets De Cuyp, Enkhuizen

Notitie. De kamp. Figuur 1 Locatie De Kamp in Cothen. Referentienummer Datum Kenmerk 4 oktober Betreft Geohydrologisch onderzoek Cothen

De projectlocatie ligt globaal op de coördinaten: X = en Y =

In opdracht van Jansen Bouwontwikkeling BV is ons bureau betrokken bij de waterhuishouding van het project Ceres te Bemmel.

Waterhuishoudkundig plan

Waterdocument Sulvada Loenen

Watertoets Dorpshart Mijnsheerenland

Waterparagraaf Rietdijk te Vorstenbosch

Toelichting Watertoets

In deze memo beschrijven wij de bestaande situatie en de omgang van het vuil- en regenwater binnen het plan.

Waterparagraaf Melkveebedrijf M.C.M. Sieben, Witte Plakdijk 6 Ospel

BODEMOPBOUW EN INFILTRATIECAPACITEIT VLASSTRAAT/BRIMWEG, SOMEREN

De locatie Het ontwerp van het winkelcentrum en directe omgeving is opgenomen in figuur 1.

Projectnummer: C /LB. Opgesteld door: Tristan Bergsma. Ons kenmerk: :0.2. Kopieën aan: Cees-Jan de Rooi (gd)

Waterparagraaf. Perron 073 Den Bosch. ing. J.A. Wemekamp. Definitief. Auteur

: G. de Jong (Waterpas Civiel Adviesbureau B.V.) : Waterhuishouding Weerreys Park te Zundert

Notitie. Afstemming met Waterschap Groot Salland heeft plaatsgevonden tijdens een telefonisch overleg op 25 oktober Ligging locatie Kampmansweg

Groene Waterberging Operalaan e.o. te Oldenzaal

Geohydrologisch advies bestemmingsplan Clarenburg 1 te Leusden

Onderzoeksrapportage naar het functioneren van de IT-Duiker Waddenweg te Berkel en Rodenrijs

1. INLEIDING 1.1 ALGEMEEN. 1.2 DE WATERTOETS. NOTITIE

Geohydrologisch onderzoek Aldenhofpark. Te Hoensbroek In de gemeente Heerlen. Projectnr.: Datum rapport: 17 december Postbus AA Heerlen

Rapport Watertoets. Zandvoort 23 te Gendt. Uitvoeren watertoets tbv opstellen waterparagraaf R-MVV/83. De heer Huisman BD Doornenburg

Inhoudsopgave. 1 Inleiding 3

In deze memo beschrijven wij de bestaande situatie en de omgang van het vuil- en regenwater binnen het plan.

Bestemd voor : Van Dun advies B.V., t.a.v. de heer P. Monster, Dorpsstraat 54, 5113 TE ULICOTEN. Van : ing. G. Spruijt Paraaf :

Bijlage IV Watertoets. Uitgevoerd door R. Zuidema, 14 juni 2014

NOT a 12 september 2013 Water Bij elke ruimtelijke ontwikkeling is het opstellen van een waterparagraaf verplicht gesteld, mede in relatie

Team stedelijk water B

Beschrijving geohydrologische situatie Vondelpark en Willemsparkbuurt te Amsterdam

DOORLATENDHEIDSONDERZOEK WOUTERIJ 55 TE KOEWACHT

Waterstructuurplan. De Marke III te Hengevelde. Gemeente Hof van Twente. februari 2014 definitief

Effectenstudie toename verhard oppervlak op bermsloot A67

Oplegnotitie waterhuishoudingsplan 2012 Bedrijvenpark A1 Bijlage 8b exploitatieplan

Gemeente Deventer. Waterhuishouding Spijkvoorderenk. Witteveen+Bos. van Twickelostraat 2. postbus AE Deventer. telefoon

Het nieuw te realiseren plan Aan de Kasteeltuinen is ongeveer 1,75 hectare groot en biedt plek aan 34 woningen.

Waterparagraaf. Scherpenbergsebaan tussen 8A en 10 te Schijf

Notitie Tennispark Haelen Watertoets ten behoeve van de ruimtelijke onderbouwing

DE EGYPTISCHE POORT TE BLADEL

Toelichting watertoets Ontwikkelingslocatie Hultens End te Hulten

Voorontwerp infiltratievoorzieningen en RWA- leidingen

Notitie. 3 Planbeschrijving Het jongerenhuis Harreveld is gelegen ten noordwesten van de kern Harreveld, zie figuur 3.1.

Ten aanzien van deze watersaspecten is contact geweest, overlegd en advies gevraagd aan het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier.

Invloed damwand Meers-Maasband op grondwaterstroming

Geohydrologisch onderzoek

Op figuur 1 is een op een luchtfoto de globale ligging van het plangebied weergegeven.

Bijlage 1 Watertoets en (standaard) waterparagraaf

Bijlage 5 Wateradvies Wetterskip

Waterparagraaf BIJLAGE 5

Zoals met u besproken doen wij u hierbij de watertoets van de Oude Molenheide 8 te Schijndel toekomen.

Waterhuishouding en riolering Groot Zonnehoeve

Berekening hwa-riool Oranjebuurt te Riel

BJZ.nu T.a.v. de heer N. Broekhuis Twentepoort Oost 16a 7609 RG ALMELO. Boxmeer, 11 september Oplegnotitie waterparagraaf Kerkstraat te Bergeijk

Waterparagraaf Landgoed De Heihorsten te Someren

Watertoets uitbreidingsplan Molenweg inclusief begraafplaats te Scherpenisse

Dimence. Waterhuishouding Brinkgreven. Witteveen+Bos. van Twickelostraat 2. postbus AE Deventer. telefoon

Transcriptie:

Herinrichting De Boskamp te Epe Geohydrologisch onderzoek Habion mei 2010 definitief

Herinrichting De Boskamp te Epe Geohydrologisch onderzoek dossier : C2111-01.005 registratienummer : ON-D20090244 versie : 02 Habion mei 2010 definitief DHV B.V. Niets uit dit bestek/drukwerk mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt d.m.v. drukwerk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van DHV B.V., noch mag het zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander werk dan waarvoor het is vervaardigd. Het kwaliteitssysteem van DHV B.V. is gecertificeerd volgens ISO 9001.

INHOUD BLAD 1 INLEIDING 2 1.1 Aanleiding 2 1.2 Locatie 2 1.3 Ontwikkelingen 3 1.4 Veldwerk 3 2 BODEMOPBOUW EN GEOHYDROLOGIE 4 2.1 Maaiveldhoogten en afwatering 4 2.2 Regionale bodemopbouw 4 2.3 Lokale bodemopbouw en doorlatendheden 4 2.4 Grondwaterstanden 5 2.4.1 Grondwatertrappen 5 2.4.2 TNO peilbuizen 6 2.4.3 Actuele grondwaterstanden en inschatting GHG en GLG 6 2.5 Conclusies 7 3 GEOHYDROLOGISCH ADVIES 8 3.1 Ontwateringseisen 8 3.2 Omgaan met regenwater 8 3.3 Waterberging 9 4 WATERPARAGRAAF 10 5 COLOFON 11 BIJLAGEN 1 Boorprofielen 2 Locatie boringen ON-D20090244-1 -

1 INLEIDING 1.1 Aanleiding Het terrein van verzorgingshuis De Boskamp zal worden herontwikkeld. Stedenbouwkundig adviesbureau Witpaard is verantwoordelijk voor het stedenbouwkundig plan. Witpaard heeft DHV gevraagd de milieukundige onderzoeken ter voorbereiding en onderbouwing van het te herontwikkelen plangebied uit te voeren. Dit geohydrologisch onderzoek is één van de milieukundige onderzoeken dat is uitgevoerd. Dit onderzoek is uitgevoerd ten behoeve van de watertoets en geeft op basis van de huidige situatie en de wensen en randvoorwaarden van gemeente en waterschap een advies over de toekomstige waterhuishouding in het gebied. 1.2 Locatie Het plangebied is gelegen in het westen van Epe en is ca. 2,3 ha groot. Het gebied wordt doorkruist door de Albert Schweitzerlaan en ten zuiden bevindt zich de Beekstraat. In onderstaande figuur is de ligging van het plangebied weergegeven. Figuur 1: locatie plangebied ON-D20090244-2 -

1.3 Ontwikkelingen De geplande ontwikkeling bestaat uit het realiseren van 70 woningen (koop en huur) en 80 zorgplaatsen. Ten behoeve van deze ontwikkelingen zal het bestaande verzorgingshuis worden gesloopt. Een voorontwerp van het stedenbouwkundig plan staat in figuur 2 weergegeven. 1.4 Veldwerk Figuur 2: Voorontwerp stedenbouwkundig plan Om inzicht te krijgen in de lokale bodemopbouw en grondwaterstanden is in februari 2009 een geohydrologisch veldwerk uitgevoerd dat is gecombineerd met een bodemkundig veldwerk. Onderstaande werkzaamheden zijn uitgevoerd: - 3 boringen tot 4 m mv, inclusief geotechnische boorbeschrijving; - 2 boringen tot 2 m mv, inclusief geotechnische boorbeschrijving; - 3 peilbuizen tot 1,5 meter beneden de grondwaterstand; - Inschatting van doorlatendheden per bodemlaag; - Inschatting van de gemiddeld hoogste (GHG) en laagste grondwaterstanden (GLG) op basis van hydromorfe kenmerken in de bodem; - Inmeten van de boorpunten in X, Y-richting en de hoogte ten opzichte van NAP. Tijdens het veldwerk zijn de uitkomende grondlagen beschreven conform NEN 5104. Tevens zijn de actuele grondwaterstanden waargenomen. In bijlage 1 staan de boorstaten weergegeven. In bijlage 2 zijn de locaties van de boringen weergegeven. ON-D20090244-3 -

2 BODEMOPBOUW EN GEOHYDROLOGIE 2.1 Maaiveldhoogten en afwatering De maaiveldhoogte in het plangebied loopt uiteen. De hoogte varieert van 12,60 m +NAP in het zuidelijk deel van het plangebied tot 14,30 m +NAP rondom de gebouwen. In het noordelijk ligt de hoogte rond de 13,50 m +NAP. In het zuidelijk deel van het plangebied bevindt zich een sloot. Het waterpeil bevond zich op vrijdag 13 februari op 12,30 m +NAP. Tijdens het veldwerk is waargenomen dat de waterstroming van west naar oost verloopt. De dichtstbijzijnde A-watergangen zijn de Grift en het Griftkanaal ten oosten van Epe. 2.2 Regionale bodemopbouw Uit de TNO- grondwaterkaart van Nederland kan worden opgemaakt dat Epe gelegen is, op de rand van de stuwwal. Het watervoerend pakket bestaat hoofdzakelijk uit goed doorlatende grove zanden (Formatie van Harderwijk). Hieronder bevindt zich een kleiige afzetting op een diepte van ongeveer 110 meter (formatie van Tegelen). De grondwaterstroming is vanaf de stuwwal naar het oosten richting de IJssel. Tabel 1: Regionale bodemopbouw Karakterisering Diepte (m) Samenstelling Doorlatendheid 1 e watervoerend 0-110 Matig fijn tot grof zand Goed doorlatend pakket Geohydrologische basis >110 Klei Slecht/ ondoorlatend De bodemkaart van Nederland geeft geen informatie over de bodem in stedelijk gebied. Het plangebied is gelegen in het westen van de kern Epe. Volgens de bodemkaart van Nederland komen hier laarpodzol- en beekeerdgronden voor. 2.3 Lokale bodemopbouw en doorlatendheden Uit het veldwerk, dat is uitgevoerd op 6 februari 2009, is gebleken dat de bodem bestaat uit matig fijn tot matig grof zand. Plaatselijk zijn leemresten waargenomen die de doorlatendheid enigszins beperken. In bijlage 1 staan de boorprofielen weergegeven, in bijlage 2 de locaties van de boringen. Tijdens het veldwerk zijn de doorlatendheden per bodemlaag ingeschat. Hieruit blijkt dat de doorlatendheid varieert van matig tot goed (0,3 tot 5 m/d). Vooral de doorlatendheid van de toplaag is matig. In tabel 2 staan de doorlatendheden van 1-2 m -mv weergegeven. De doorlatendheid van deze laag is bepalend voor de mogelijkheden voor infiltratie. ON-D20090244-4 -

Tabel 2: Doorlatendheden op en diepte van 1-2 m -mv Boring/ peilbuis Diepte [m mv] Veldschatting (m/d) B01 1-2 1,8-2,3 B05 1-2 0,6-4 B09 1-2 0,3 3 B14 1-2 0,35 3 B19 1-2 3 B22 1-2 3 B25 1-2 0,3 B26 1-2 0,3-3 2.4 Grondwaterstanden Voor de toekomstige maaiveldhoogte is het voornamelijk van belang inzicht te krijgen in de maximale grondwaterstanden. Inzicht in minimale grondwaterstanden kan van belang zijn voor het risico van zettingen. Zettingen kunnen plaatsvinden als het grondwater wordt verlaagd (bijvoorbeeld ten behoeve van een bouwkuip) onder de gemiddeld laagste grondwaterstand. Daarnaast kan het van belang zijn bij de aanleg van een vijver die, ten allen tijden watervoerend moet zijn. Er zijn verschillende bronnen geraadpleegd om inzicht te krijgen in de grondwaterstanden ter plaatse van het plangebied. 2.4.1 Grondwatertrappen De grondwatertrappen zijn gebaseerd op de gemiddeld hoogste (GHG) en gemiddeld laagste (GLG) grondwaterstand en geven de diepte beneden maaiveld tot waar onder gemiddelde weersomstandigheden de grondwaterstand in de winter stijgt en in de zomer daalt. Op de Bodemkaart van Nederland (schaal 1: 50.000) is de grondwatertrappenindeling weergegeven. Ter indicatie zijn in onderstaande tabel voor de 7 grondwatertrappen de grondwaterstanden in centimeter ten opzichte van maaiveld weergegeven. Tabel 3: grondwatertrappen Grondwatertrap I II III IV V VI VII GHG in cm beneden maaiveld (<0,20) (<40) <40 >40 <40 40-80 >80 GLG in cm beneden maaiveld <50 50-80 80-120 80-120 >120 >120 (>160) Op de grondwatertrappenkaart van de provincie Gelderland wordt geen informatie gegeven over de grondwatertrappen in stedelijk gebied. In de omgeving van Epe komen grondwatertrap IV en VI voor. Dit betekent dat de GHG in ieder geval lager ligt dan 0,4 m -mv en de GLG lager dan 0,8 m -mv. ON-D20090244-5 -

2.4.2 TNO peilbuizen In de directe omgeving van het plangebied staan drie peilbuizen met een meetreeks van meerdere jaren welke zijn opgenomen in het TNO-NITG DINO grondwaterarchief. De meetreeksen van 2 peilbuizen zijn te kort om de GHG en GLG te kunnen berekenen (zie definitie GHG en GLG). Peilbuis B27D0387 bevat wel een meetreeks die lang genoeg is om de GHG en GLG te berekenen. De ligging van de peilbuis t.o.v. het plangebied staat weergegeven in figuur 3. Gegevens van de peilbuis staan weergegeven in tabel 4, Uit gegevens van de peilbuis blijkt dat de gemiddelde grondwaterstand ligt op 12,64 m + NAP. De GHG en GLG liggen gemiddeld respectievelijk op 13,06 en 12,48 m +NAP. Figuur 3: Ligging peilbuis t.o.v. plangebied Tabel 4: TNO grondwaterstanden, GHG s en GLG s Peilbuis Maaiveld [m +NAP] Filterdiepte [m +/- NAP] Start en eind opname Gem. GWS [m mv] / [m +NAP] GHG [m mv] / [m NAP] GLG [m mv] / [m NAP] B27D0387 13,95 2,00 1,00 1999 2008 1,31 / 12,64 0,89 / 13,06 1,47 / 12,48 Definitie GHG en GLG: GHG/GLG: voor de gemiddeld hoogste/ laagste grondwaterstand worden jaarlijks de 3 hoogste/ laagste grondwaterstanden gemiddeld (HG3) over de periode van 1 april tot en met 31 maart (hydrologisch jaar) en het gemiddelde van deze jaarlijkse HG3-waarden over een periode van tenminste 8 jaar waarin geen ingrepen hebben plaatsgevonden wordt gebruikt als GHG/ GLG. 2.4.3 Actuele grondwaterstanden en inschatting GHG en GLG Tijdens het veldwerk op 6 februari 2009 zijn in de boorgaten de actuele grondwaterstanden waargenomen. Het grondwater bevond zich op een diepte van gemiddeld 1,86 m -mv. Op basis van de hydromorfe kenmerken (kleurverschillen in de bodem) is geprobeerd een inschatting te maken van de gemiddeld hoogste (GHG) en laagste (GLG) grondwaterstanden. De ingeschatte GHG varieert tussen 1,3 en 1,6 m -mv. De ingeschatte GLG varieert van 2,3 tot 2,6 m -mv. In tabel 5 staan alle grondwaterstanden t.o.v. maaiveld en NAP weergegeven. De actuele grondwaterstanden die zijn waargenomen en de ingeschatte GHG s liggen lager dan de meetreeks van de TNO peilbuis. ON-D20090244-6 -

Tabel 5: Veldwerkgegevens (06-02-2009) Boornummer MV t.o.v. NAP GHG t.o.v. NAP GLG t.o.v. NAP GWS t.o.v. NAP GHG-mv GLG-mv GWS-mv 01 13,53 12,23 11,23 11,93 1,3 2,3 1,6 05 13,89 12,49 11,49 11,99 1,4 2,4 1,9 09 14,05 12,55 11,55 12,15 1,5 2,5 1,9 14 13,83 12,23 11,23 11,73 1,6 2,6 2,1 19 n.b. - - - 1,4-1,7 22 n.b. - - - 1,5 2,5 2,1 25 13,80 12,40 11,40 12,00 1,4 2,4 1,8 26 n.b. - - - 1,3-1,8 2.5 Conclusies De resultaten uit het literatuuronderzoek, de TNO-peilbuis in de omgeving en het veldwerk geven een eenduidig beeld van de lokale geohydrologische situatie. Samengevat kan geconcludeerd worden dat: maaiveldhoogte varieert van 12,6 m +NAP tot 14,3 m +NAP; bodem bestaat uit matig fijn tot matig grof zand; doorlatenheid met k-waarden van 0,3 tot 5 m/d varieert van matig tot goed; GHG varieert van 1,3 tot 1,6 m -mv en van 12,2 tot 12,6 m +NAP; GLG varieert van 2,3 tot 2,6 m -mv en van 11,2 tot 11,6 m +NAP. ON-D20090244-7 -

3 GEOHYDROLOGISCH ADVIES 3.1 Ontwateringseisen Om problemen met draagkracht, opvriezen en natte kruipruimtes te voorkomen, moet de ontwateringsdiepte voldoende zijn. De ontwateringsdiepte is het verschil in hoogte tussen het maaiveld en de gemiddeld hoogste grondwaterstand (GHG). Afhankelijk van het gebruik moet er een minimale afstand zitten tussen het maaiveldniveau en de GHG. DHV adviseert om onderstaande ontwateringseisen te hanteren voor de verschillende gebruiksfuncties. Tabel 3: Ontwateringseisen Gebruik Ontwateringsdiepte Secundaire Ontwateringsdiepte van 0,7 m, waarbij een zandbed met minimale dikte 0,5 m aanwezig moet zijn. wegen Voor primaire wegen wordt een ontwateringsdiepte van 1,0 m mv gehanteerd. Het wegpeil ligt minimaal 0,2 m lager dan het vloerpeil. Bebouwing De ontwateringsdiepte onder en rondom bebouwing hangt af van het type gebouw. Voor woningen of gebouwen met een niet-waterdichte kruipruimte, die goed toegankelijk moet zijn, geldt een eis van 0,8 m minus maaiveldniveau. De ontwatering dient zodanig te zijn dat zich geen grondwater in de kruipruimte bevindt. Als norm wordt vaak gehanteerd dat het grondwater tenminste 0,2 m beneden de vloer van de kruipruimte moet staan. Uitgaande van een 0,6 m hoge kruipruimte en een vloerdikte (woonvloer) van 0,2 m betekent dit een afstand van 1,0 m tussen de GHG (gemiddeld hoogste grondwaterstand) en de bovenzijde van de vloer. Afhankelijk van de uitvoering van de bodem van de kruipruimte zal een laag grof, leemarm zand, minimaal 0,2 m dik, aangebracht moeten worden om capillaire verzadiging tegen te gaan. Door kruipruimteloos te bouwen kan de ontwateringsdiepte met 0,3 m verminderd worden. Groenzones Voor deze bestemming wordt een ontwateringdiepte van 0,5 m geadviseerd. Een langdurige te hoge grondwaterstand beïnvloedt de beworteling nadelig. Daarnaast dient het vochtgehalte in de bodem voldoende gewaarborgd te blijven om verdroging te voorkomen. Op basis van de ingeschatte en gemeten GHG s kan geconcludeerd worden dat met de huidige maaiveldhoogten ruim voldaan wordt aan de gestelde ontwateringseisen voor bebouwing, wegen en groen. Het maaiveld hoeft niet opgehoogd te worden ten behoeve van de ontwateringsdiepte. Wel wordt geadviseerd om het vloerpeil van de woningen hoger aan te leggen dan het straatpeil, zodat wateroverlast voorkomen kan worden. 3.2 Omgaan met regenwater Infiltratie van regenwater Infiltratie van regenwater is niet mogelijk wanneer de doorlatendheid van de bodem slecht is (k-waarde <0,3) en/of de grondwatertrap I of II is. De laagst geschatte k-waarde in het plangebied bedraagt 0,3 m/d. Dit betekent dat de doorlatendheid in het plangebied voldoende is om regenwater boven- of ondergronds te kunnen infiltreren. ON-D20090244-8 -

Lozen op oppervlaktewater Indien de bergingscapaciteit van de infiltratievoorzieningen wordt overschreden kan het regenwater overstorten op oppervlaktewater. De watergang in het zuiden van het plangebied kan gebruikt worden als ontvangend oppervlaktewater. 3.3 Waterberging De minimale hoeveelheid waterberging die gerealiseerd dient te worden binnen het plangebied, hangt af van de toename van het verhard oppervlak als gevolg van de ontwikkelingen. Waterschap Veluwe heeft haar uitgangspunten ten aanzien van waterberging omschreven in de notitie; Richtlijnen voor (her) inrichting van (stedelijk) water. Een maatgevende bui met een herhalingstijd van T=10 (35,7 mm in 45 minuten) moet binnen het plangebied geborgen kunnen worden. Om de hoeveelheid benodigde waterberging te berekenen moet de hoeveelheid te bufferen water (in mm s) vermenigvuldigd worden met het te compenseren oppervlak. In het plangebied breidt de hoeveelheid verhard oppervlak uit als gevolg van de ontwikkelingen. Het is echter nog niet bekend hoeveel het verharde oppervlak zal toenemen. Bij het stedenbouwkundig ontwerp zal er voor elke hectare verhard oppervlak 357 m 3 aan berging gerealiseerd moeten worden in infiltratievoorzieningen. Indien de bergingscapaciteit wordt overschreden kan het water overstorten op de waterloop die zich in het zuidelijk deel van het plangebied bevindt. De watergang in het zuidelijk deel van het plangebied bleek tijdens het veldwerk watervoerend te zijn. Gezien de lage GLG in het gebied is de kans aanwezig dat deze waterloop gedurende de zomer droog komt te staan. 3.4 Afvalwater Het huishoudelijk afvalwater kan worden afgevoerd op het bestaande rioolsysteem. ON-D20090244-9 -

4 WATERPARAGRAAF In Epe wordt het terrein van verzorgingshuis De Boskamp herontwikkeld. Op deze locatie wordt het bestaande verzorgingshuis gesloopt. Hier worden onder andere zorgwoningen en verpleegwoningen voor teruggebouwd. Deze bouwactiviteiten hebben gevolgen voor de hoeveelheid verhard oppervlak in het plangebied. In de huidige situatie is het terrein voor een groot deel onverhard. Door de ontwikkelingen zal de hoeveelheid verhard oppervlak toenemen. Uit geohydrologisch onderzoek blijkt dat de bodem bestaat uit matig fijn tot matig grof zand. De doorlatendheid van de bodem varieert van 0,3 tot 5 m/d. De hoogst waargenomen GHG (gemiddeld hoogste grondwaterstand) bedraagt 1,3 m -mv. Hiermee is de huidige ontwatering voldoende voor de te realiseren ontwikkelingen. De doorlatendheid van de bodem in het plangebied is voldoende om regenwater boven- of ondergronds te kunnen infiltreren. Uitgaande van een bergingsopgave van 35,7 mm is berekend dat het volume van de infiltratievoorziening 357 m 3 groot moet zijn per ha verhard oppervlak. Indien de bergingscapaciteit van de infiltratievoorzieningen wordt overschreden kan het water overstorten op de waterloop die zich in het zuidelijk deel van het plangebied bevindt. Het huishoudelijk afvalwater kan worden afgevoerd naar een DWA-riool, wat op zijn beurt weer loost op het bestaande rioolsysteem. ON-D20090244-10 -

5 COLOFON Habion/Herinrichting De Boskamp te Epe ON-D20090244 Opdrachtgever : Habion Project : Herinrichting De Boskamp te Epe Dossier : C2111-01.005 Omvang rapport : 11 pagina's Auteur : Rinus Hoogeslag Interne controle : Evert de Lange Projectleider : Bart Jansen Projectmanager : Mark Groen Datum : 25 mei 2010 Naam/Paraaf : ON-D20090244-11 -

Ruimte en Mobiliteit Verlengde Kazernestraat 7 7417 ZA Deventer Postbus 927 7400 AX Deventer T (0570) 63 93 00 F (0570) 63 93 01 E deventer@dhv.nl www.dhv.nl

BIJLAGE 1 Boorprofielen Habion/Herinrichting De Boskamp te Epe bijlage 1 ON-D20090244

BIJLAGE 2 Locatie boringen Habion/Herinrichting De Boskamp te Epe bijlage 2 ON-D20090244

1 26 25 9 22 5 19 14 Habion/Herinrichting De Boskamp te Epe bijlage 2 ON-D20090244