Cliëntprofielen 2014/2015

Vergelijkbare documenten
Doelgroep jeugdbescherming en jeugdreclassering

Doelgroep vrijwillige jeugdzorg, jeugdbescherming en jeugdreclassering

Factsheet cliëntprofielen Jeugd- en Gezinsbescherming 2014 en 2015

Factsheet cliëntprofielen 2017

Kengetallen gemeenten Friesland

Onderzoek cliëntprofielen 2018

,vl. BLJreauJeugdzorg

Er zijn geen noemenswaardige verschillen tussen het voorkomen van risicosituaties tussen jongens en meisjes.

Tabellenboek. GO Jeugd 2012

1 Algemene Gezondheid

GO Jeugd 2008 Seksualiteit

Leeswijzer Voorbeeld: Kerncijfers ervaren gezondheid, 65 jaar en ouder (%)

Ontwikkeling banen in %

Bevolking: gemeentelijke indeling in regio s. Regio s

Grote banen: banen van 15 uur of meer Kleine banen: banen van minder dan 15 uur Peildatum: 1 april. Ontwikkeling werkgelegenheid in % 1,5

Sociale omgeving. 1. Kindermishandeling

Perceelbeschrijving 4 Crisishulp en opvang

Alleen als het echt niet anders kan

Deelrapportage met resultaten uit de gezondheidsenquête volwassenen/ouderen 2010

Opvoedingsproblemen. leeftijd ouders leeftijd ouders leeftijd ouders middelbaar onderwijs. hoger onderw ijs.

Demografische gegevens

2. Overgewicht. allochtone kinderen. autochtone kinderen. eenouder ouder+stiefouder. beide ouders. % kinderen met overgewicht. laag.

GO Jeugd 2008 Mishandeling

GO Jeugd 2008 Alcohol

Bevolking: gemeentelijke indeling in regio's

Gebruik jeugdzorg in Noord-Friesland, 1e half jaar Feitenblad

Psychosociale gezondheid

Vitaliteit. Samen. Lokaal. Integraal. Versterken. Verbinden Vitale regio Fryslân. Bestuurscommissie. 8 december 2016

Notitie. 1. Inleiding. 2. Analyse huurvariant. 2.1 Uitgangspunten huurvariant. Concept 0.3. Addendum Rapportage Vastgoed VRF

Gebruik jeugdzorg in Zuidoost-Friesland, 1e half jaar Feitenblad

Fluchskrift Jeugdbescherming: minder als het kan, meer als het moet!

Perceelbeschrijving 2 (Dag) behandeling

fluchskrift Vergrijzing in Fryslân neemt toe Aantal senioren sterk gestegen Aantal 65-plussers in Fryslân, /2012

N O O R W E G E N DENEMARKEN L I T O U W E N K O N I N G K R IJ K O O S T E N R IJ K

Perceelbeschrijving 3 Pleegzorg

Regionale Maandcijfers Arbeidsmarktinformatie Friesland

Regionale maandcijfers Arbeidsmarktinformatie Friesland

Regionale Maandcijfers Arbeidsmarktinformatie Friesland

Regionale Maandcijfers Arbeidsmarktinformatie Friesland

Perceelbeschrijving 1 Gespecialiseerde ambulante hulp

Ik heb op 2 juni 2016 een verzoek op grond van artikel 41b van de Woningwet ontvangen namens 24 gemeenten, te weten

Lichamelijke gezondheid

Deelrapportage met resultaten uit de gezondheidsenquête volwassenen/ouderen 2010

Energieverbruik en -opwek Bestuurlijke regio s provincie Fryslân

Psychosociale gezondheid en gedrag

Figuur 1. Redenen van jongeren om zich thuis of in de woonomgeving bang of angstig te voelen (GGD Fryslân GO Jeugd 2004).

N O O R W E G E N. Oslo DENEMARKEN. Kopenhagen L I T O U W E N K O N I N G K R IJ K. Berlijn. LUXEMBURG Luxemburg Praag. Wenen O O S T E N R IJ K

Kenniskring Entree van zorg

Verantwoording van de gegevens Gespecialiseerde Jeugdzorg in beeld. startfoto /2013

Broodmaaltijd. 0-3 dagen per week. 4-5 dagen per week. 6-7 dagen per week. kinderen Groep 7 schooljaar jongeren GO Jeugd 2004

Gebruik jeugdzorg in Zuidwest-Friesland, 1e half jaar Feitenblad

fluchskrift

Regionale arbeidsmarktrapportages. primair onderwijs Regio Friesland. December PO. Van en voor werkgevers en werknemers

jongens meisjes 18 jaar of ouder

Declaratieformat GEMEENTE SCHIERMONNIKOOG. Gemeentelijke Groene Vink

Declaratieformat GEMEENTE HARLINGEN. Gemeentelijke Groene Vink

Onderzoeksrapport. Sport op Basisscholen

Kaartbijlagen. Bijlagen

Agrarische grondmarkt Provincie Friesland

Subsidieregeling Iepen Mienskipsfûns Fryslân

Gezondheid in Friesland

Voortgangsrapportage 2017 WoonFriesland. Samen werken aan goed en betaalbaar wonen

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Friesland, april 2016

GEMEENTE LEEUWARDERADEEL. Notitie Bestuurlijke toekomst gemeente Leeuwarderadeel Met Leeuwarden naar 2018

Rapportage quick scan Friese taal 2007 Provincie Fryslân

Procesevaluatie Fries Jeugd en Alcoholbeleid

2 Lichamelijke Gezondheid

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Friesland, januari 2017

BEGROTINGSWIJZIGING 2018

Ontwikkeling werkgelegenheid in % 2 1,7 1,5 1,1 0,5 -0,5 -1,5 -1,4. -2 Totaal banen Grote banen Kleine banen

Register van gemeenschappelijke regelingen als bedoeld in artikel 27 van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr)

fluchskrift

Figuur 1. Jongeren in Friesland en Nederland, die voldoen aan de Nederlandse Norm Gezond Bewegen (GGD Fryslân GO Jeugd 2004; CBS, 2003) 1.

Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017)

Gezondheid in Friesland

Register van gemeenschappelijke regelingen als bedoeld in artikel 27 van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr)

Aanvraagformulier. t.a.v. afdeling Subsidiezaken Postbus HM LEEUWARDEN. Tweebaksmarkt KZ LEEUWARDEN

Tabel 1: Bevolking naar kenmerken en werkgelegenheid

Doelgroepenanalyse Rubicon Jeugdzorg. Een analyse van de huidige cliënten binnen het cluster Verblijf

Juryrapport Fairtrade Provincie Friesland

Lichamelijke activiteit

letsel, blessure of vergiftiging middelbaar onderwijs 75 jaar en ouder lager onderwijs hoger onderwijs

REGIONALE ARBEIDSMARKTRAPPORTAGES PRIMAIR ONDERWIJS Regio Friesland. januari ARBEIDSMARKTPLATFORM PO. Van en voor werkgevers en werknemers

Tussenevaluatie. Fries Jeugd en Alcoholbeleid

Inleiding. Jaarrapportage Verwijsindex Fryslân 2017

Gebruik jeugdzorg in Achtkarspelen, 1e half jaar Feitenblad

Highlights Regio in Beeld Arbeidsmarktregio Friesland

Evaluatie regionale samenwerking Jeugdzorg

Samenwerking JGZ - Jeugdzorg

B-82 Green Deal Friese Waterketen

Rapportage 1 e half jaar 2013

Zorgvorm Doelgroep Problematiek Hulp Duur Financiering

Woonzorgatlas Fryslân Leeuwarden, 1 juni 2015 Versie: 1.0 Auteurs/Werkgroepleden

Leefstijl. 1. Genotmiddelengebruik

Gebruik jeugdzorg in Littenseradiel, 1e half jaar Feitenblad

Hoogwaardig breedband en de basisscholen in Fryslân

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : J A A R

Visie: Indien de veiligheid van de jeugdige in het geding is, worden verantwoordelijkheden (tijdelijk) overgenomen.

Belang van landschap & natuur in Fryslân

Factsheet Jeugd in cijfers

Transcriptie:

Cliëntprofielen 2014/2015 Doelgroep vrijwillige jeugdzorg, jeugdbescherming en jeugdreclassering Een kwantitatief en kwalitatief onderzoek naar kernproblemen van cliënten binnen de vrijwillige jeugdzorg, jeugdbescherming en jeugdreclassering van Bureau Jeugdzorg Friesland / Regiecentrum Bescherming en Veiligheid in 2014 en 2015. Regiecentrum Bescherming en Veiligheid Niets uit deze publicatie mag worden overgenomen zonder overleg vooraf. Publicatie alleen met bronvermelding. Technisch applicatiebeheer: Opmaak: Onderzoeker/cartografie: Auteurs: Redactie en tekst beantwoording onderzoeksvragen: Auke Duurken Geeke Barlage Nynke Kok, Manouk van der Wit Nynke Kok, Manouk van der Wit Lutske de Vries

Voorwoord Het Regiecentrum Bescherming en Veiligheid (voorheen Bureau Jeugdzorg Friesland) doet jaarlijks onderzoek naar de aard van de problematiek van jeugdigen die cliënt zijn van het regiecentrum. Het gaat om jeugdigen die ernstig in hun ontwikkeling worden bedreigd en/of waarbij sprake is van (een vermoeden) van kindermishandeling. Het betreft gezinnen met een combinatie van complexe problemen, zoals psychiatrische problematiek, verslaving, verstandelijke beperking, werkloosheid, financiële problemen, ontbreken van sociale steun en/of een slechte woonsituatie. Zij zijn niet in staat (onvoldoende vaardig) of zijn niet bereid (zorgmijdend) om hulp te vragen. De werkzaamheden van het Regiecentrum Bescherming en Veiligheid zijn hierop afgestemd, namelijk verbindend, vasthoudend en voorwaardelijk begeleiden en ondersteunen. Met als doel dat jeugdigen zich weer veilig (thuis) kunnen ontwikkelen en opgroeien. Door de transformatie in de jeugdzorg is de organisatie en visie binnen het zorgveld veranderd. Daarom is in dit zesde onderzoek naar de cliëntprofielen, gekozen voor het meenemen van de twee jaren (2014 en 2015) rondom deze verandering. Door cliëntprofielen in kaart te brengen, wordt het mogelijk de inkoop van het zorgaanbod af te stemmen op de behoefte van de jeugdige en het gezin. Het Regiecentrum Bescherming en Veiligheid wordt gevormd door Jeugd- en gezinsbescherming en Veilig Thuis. Het onderzoek cliëntprofielen heeft plaatsgevonden binnen de Jeugd- en Gezinsbescherming. Dit rapport van het onderzoek cliëntprofielen 2014 en 2015 is een naslagwerk met betrekking tot de uitkomsten van het onderzoek. Omdat er enige veranderingen zijn in 2015 ten opzichte van 2014 (o.a. gemeentelijke herindeling, informatie over verwijzingen in 2015) is de informatie van de jaren 2014 en 2015 niet geïntegreerd, maar als twee aparte onderdelen weergegeven. Op basis van het onderzoek worden aanbevelingen gedaan met betrekking tot diagnostiek, behandeling en beleid. In de factsheet cliëntprofielen 2014/2015 zijn de meest belangrijke uitkomsten van het onderzoek en de aanbevelingen weergegeven. De factsheet is te downloaden via www.regiecentrumbv.nl Met vriendelijke groet, Raad van Bestuur Bureau Jeugdzorg Friesland Mevrouw M. Sinot Mevrouw J. Nijland 2

Inhoudsopgave Voorwoord.. 2 Inleiding.. 4 Hoofdstuk 1 Onderzoeksresultaten kernproblemen 2014 6 1.1 Kenmerken van de gehele onderzoeksgroep. 6 1.2 Prevalentie kernproblemen en beschermende factoren van de totale onderzoeksgroep.. 7 1.3 Prevalentie subcategorieën kernproblemen jeugdige 9 1.4 Prevalentie kernproblemen per leeftijdscategorie 11 1.5 Kernproblemen en sekse 18 Hoofdstuk 2 Samenhang tussen kernproblemen 2014. 20 2.1 Aantal kernproblemen op hoofdcategorieën. 20 Hoofdstuk 3 Onderzoeksresultaten kernproblemen en gemeenten 2014 25 3.1 Inleiding.. 25 3.2 Aantal registraties procentueel per gemeente 26 Hoofdstuk 4 Onderzoeksresultaten kernproblemen 2015.. 36 4.1 Kenmerken van de gehele onderzoeksgroep 36 4.2 Prevalentie kernproblemen en beschermende factoren van de totale onderzoeksgroep. 37 4.3 Prevalentie subcategorieën kernproblemen jeugdige 39 4.4 Vergelijking met onderzoeksuitkomsten uit 2014 40 4.5 Prevalentie kernproblemen per leeftijdscategorie 41 4.6 Kernproblemen en sekse.. 48 Hoofdstuk 5 Samenhang tussen kernproblemen 2015. 49 5.1 Aantal kernproblemen op hoofdcategorieën. 49 5.2 Ernst van de problematiek.. 52 Hoofdstuk 6 Onderzoeksresultaten kernproblemen binnen gemeenten 2015. 54 6.1 Gemeente van herkomst 54 6.2 Aantal registraties procentueel per gemeente. 56 Hoofdstuk 7 Beantwoording onderzoeksvragen. 66 7.1 Onderzoeksvraag 1 66 7.2 Onderzoeksvraag 2 68 7.3 Onderzoeksvraag 3 72 7.4 Onderzoeksvraag 4 74 Hoofdstuk 8 Aanbevelingen. 76 Bijlage 1 Registratieformulier Kernproblemen en beschermende factoren... 78 Bijlage 2 Tabellen bij hoofdstuk 1 81 Bijlage 3 Tabellen bij hoofdstuk 2 91 Bijlage 4 Tabellen bij hoofdstuk 4 92 3

Inleiding Verantwoording registratiesysteem kernproblemen Het registratiesysteem is ontwikkeld door de gedragswetenschappelijke staf in 2006 en is een uitwerking van de pedagogische visie van Bureau Jeugdzorg Friesland 1 waarbij de wisselwerking tussen aanlegfactoren, gezinsfactoren en omgevingsfactoren het uitgangspunt is. Het registratiesysteem is qua categorie indeling vergelijkbaar met de het pas later uitgebrachte CAP-J 2 maar minder gedetailleerd uitgewerkt en hanteert een andere rubricering. In tegenstelling tot het CAP-J systeem is er een extra categorie beschermende factoren op kind-, gezins- en sociale context niveau passend bij de pedagogische visie- toegevoegd. Omdat een belangrijke kerntaak van Bureau Jeugdzorg Friesland zich richt op het onderkennen van, onderzoeken en stoppen van kindermishandeling, is de categorie veiligheidsproblemen (vormen van kindermishandeling) uitgebreider opgenomen in het registratiesysteem dan in de CAP-J. Het registratiesysteem 3 bestaat uit kernproblemen en beschermende factoren die onderverdeeld worden in subcategorieën. Op kindniveau: - (vermoeden) van klinische stoornissen; - Gedragsproblemen; - Persoonlijkheidsproblematiek wijzend in de richting van duurzame individuele kenmerken; - Achterstand in de (functie)ontwikkeling; - Gezondheidsproblemen, somatische aandoeningen. Op gezinsniveau: - Gezinsproblemen; - Veiligheidsproblemen (vorm van kindermishandeling) Op het niveau van de sociale context: - Problemen in het schools functioneren; - Vrijetijdsproblemen. De beschermende factoren/protectieve factoren zijn onderverdeeld en richten zich op het kind, het gezin en de sociale context. Protectieve factoren zijn per definitie die factoren die bescherming bieden tegen negatieve invloeden. 4 Daarnaast zijn er in het registratiesysteem per 2013 twee nieuwe vragen opgenomen die om een inschatting vragen t.a.v. hoeverre de problemen van invloed zijn op het functioneren van de jeugdige en in welke mate er problemen zijn met de kwaliteit van de 1 Interne publicatie Bureau Jeugdzorg Friesland, 2012. 2 CAP-j, classificatiesysteem voor de aard van de problematiek van de cliënten in de jeugdzorg. Nederlands Jeugdinstituut 2009. 3 Voor een volledig overzicht van het registratiesysteem zie bijlage 1. 4 Uit helpen bij opgroeien en opvoeden: eerder, sneller en beter. Een advies over vroegtijdige signalering en interventies bij opvoed- en opgroeiproblemen. Opgesteld door de Inventgroep, Prof. Dr. Jo Hermanns, ea. September 2005. 4

omgeving van de jeugdige. Deze vragen zijn in het systeem opgenomen omdat daarmee ook de belemmerende werking van de problematiek in kaart wordt gebracht. Onderzoeksdoelgroep De onderzoeksgroep bestaat in 2014 uit 1881 jeugdigen en in 2015 uit 1610 jeugdigen. Dit onderzoek richt zich op jeugdigen die in 2014 en/of 2105 hulp hebben ontvangen via Bureau Jeugdzorg Friesland/Regiecentrum Bescherming en Veiligheid in vrijwillig kader of middels het uitvoeren van een beschermingsmaatregel en/of een jeugdreclasseringsmaatregel. Alle nieuwe begeleidingen in 2014 of 2015 binnen deze functies zijn in het onderzoek opgenomen. Daarnaast wordt er bij begeleidingen die langer duren dan één jaar opnieuw een registratie gedaan. Deze zijn ook opgenomen in de onderzoeksgroep. Wijzigingen ten opzichte van vorig onderzoek In 2015 is er informatie toegevoegd wat betreft de verwijzingen die gedaan zijn vanuit de Jeugd- en gezinsbescherming vanuit de maatregelenhulp. Er is sprake van gemeentelijke herindelingen geweest waardoor de data soms herrekend moest worden naar de actuele verdeling op gemeentelijk niveau. Onderzoeksdesign en onderzoeksvragen Het onderzoek is te typeren als een beschrijvend onderzoek op basis van cijfermatige gegevens. Deze gegevens zijn uit het registratiesysteem getrokken middels gedigitaliseerde formulieren en in een dataset geplaatst. Om de onderzoeksvragen te beantwoorden zijn in SPSS analyses uitgevoerd met de dataset. Er is gebruik gemaakt van frequentie- en kruistabellen en correlaties om een beschrijvend onderzoek uit te voeren. Onderzoeksvragen Voor de doelgroep vrijwillige jeugdzorg, jeugdbescherming en jeugdreclassering zijn de volgende onderzoeksvragen geformuleerd: - Wat zijn de kenmerken van de gehele onderzoeksgroep (vrijwillige jeugdzorg, jeugdbescherming en jeugdreclassering) op het aantal registraties, werksoort, sekse leeftijd en nationaliteit? (hoofdstuk 1 (2014) en 4 (2015)) - Hoe kenmerkt het cliëntprofiel van de gehele onderzoeksgroep zich op kernproblemen, subcategorieën en beschermende factoren? (hoofdstuk 1 (2014) en 4 (2015)) - Welke kernproblemen komen in samenhang met elkaar voor? (comorbiditeit). (hoofdstuk 2 (2014) en 5 (2015)) - Wat is de ernst van de problematiek: dat wil zeggen welke belemmerende werking heeft deze op de jeugdige en zijn/haar omgeving? (hoofdstuk 2 (2014) en 5 (2015)) - Wat is de prevalentie van alle kernproblemen op gemeentelijk niveau en welke gemeenten onderscheiden zich in positieve of negatieve zin? Welke gemeenten scoren per kernprobleem boven het provinciale gemiddelde? (hoofdstuk 3 (2014) en 6 (2015)). 5

Hoofdstuk 1 Onderzoeksresultaten kernproblemen 2014 (Vrijwillig, Jeugdbescherming en Jeugdreclassering 5 ) 1.1 Kenmerken van de gehele onderzoeksgroep In het onderzoek gaat het om alle jeugdigen waarvoor in 2014 een registratie is gedaan en waarvan de kernproblematiek is ingevuld. De gegevens zijn verkregen uit het registratiesysteem IJ. Aantal cliënten De totale onderzoeksgroep bestaat uit 1881 cliënten. Bij 3 registraties ging het om een ongeboren kind. Werksoort binnen Bureau Jeugdzorg Friesland Van de 1881 jeugdigen werden er 764 (40,7%) cliënten geregistreerd binnen het vrijwillig kader. De jeugdbescherming (OTS + voogdij) registreerde 970 (51,5%) cliëntprofielen en de jeugdreclassering registreerde 147 cliëntprofielen (7,8%). Tabel 1 Onderzoeksgroep naar functie Voorziening Aantal jeugdigen Percentage Vrijwillig kader 764 40,7% Jeugdbescherming, OTS 774 41,1% Jeugdbescherming, voogdij 196 10,4% Jeugdreclassering 147 7,8% Geslacht en leeftijd van de cliënt De onderzoeksgroep bestaat uit 1003 jongens, 875 meisjes en 3 ongeboren kinderen (respectievelijk 53,3%, 46,5% en 0,2%). De grootste leeftijdscategorie wordt gevormd door 12 t/m 17 jarigen en bestaat uit 799 jeugdigen (42,5%). Deze leeftijdscategorie wordt direct gevolgd door de leeftijdscategorie 4 t/m 11 jarigen met 726 jeugdigen (38,6%). De groep 0 t/m 3 jarigen is kleiner met 266 jeugdigen (14,1%) en de leeftijdscategorie 18+ is met 72 jeugdigen de kleinste groep (3,8%). 5 Informatie over absolute aantallen, procenten en andere mogelijke tabellen/grafieken zijn te vinden in bijlage 2. 6

Nationaliteit van de cliënt (+ herkomst cliënt, geboorteland van vader en moeder) Van de 1881 cliënten heeft 91,4% de Nederlandse nationaliteit (1719 jeugdigen). De variabele land van herkomst laat een evenredig beeld zien. Van 39 cliënten is niet bekend welke nationaliteit zij hebben. In bijlage 2 staan de tabellen van zowel het land van herkomst als de nationaliteit. De groep met de Nederlandse nationaliteit en herkomst is zeer nadrukkelijk het grootst. De tabellen laten daarnaast een grote diversiteit zien aan nationaliteiten. 1.2 Prevalentie kernproblemen en beschermende factoren van de totale onderzoeksgroep Kernproblemen De tabel geeft het totaal aantal keer aan dat bij een bepaalde hoofdcategorie van kernproblemen (gedragsproblemen, klinische stoornis etc.) is aangegeven dat er een kernprobleem bij de jeugdige aanwezig is. Voor de jeugdige kunnen meerdere kernproblemen worden aangevinkt. De subcategorieën kernproblemen komen aan bod in hoofdstuk 1.3. Tabel 2: Aantal registraties van kernproblemen per hoofdcategorie van de onderzoeksgroep Hoofdcategorie kernproblematiek Aantal Percentage Jeugdige Gedragsproblemen 1211 64,4 % (Vermoeden van) klinische stoornis 970 51,6 % Achterstanden in de (functie)ontwikkeling 1060 56,4 % Gezondheidsproblemen/somatische 522 27,8 % aandoeningen Persoonlijkheidsproblematiek 570 30,3 % Gezin Gezinsproblemen 1642 87,3 Veiligheidsproblemen 887 47,2 Sociale Context Problemen in het schoolse functioneren/de 802 43,2 % daginvulling Problemen met de vrije tijd 403 21,4 % (n=1881) Bij twee derde van de cliënten is aangegeven dat er één of meerdere gedragsproblemen bestaan en er is bij ruim 87% sprake van gezinsproblemen. Kernproblemen binnen de groepen (een vermoeden van) een klinische stoornis en achterstanden in de (functie)ontwikkeling komen bij ruim de helft van de cliënten voor. Bij bijna de helft van de onderzoeksgroep is sprake van een veiligheidsprobleem ; dat wil zeggen een vorm van kindermishandeling. Dit geldt ook voor problemen in het schoolse functioneren / de daginvulling. Persoonlijkheidsproblematiek lijkt minder vaak voor te komen, echter moet er wel rekening gehouden worden met het gegeven dat persoonlijkheidsproblematiek bij jonge 7

kinderen nog niet echt aanwezig is of niet tot uiting kan komen of komt. Problemen met de vrije tijd komen in dit onderzoek het minst vaak voor, vooral niet bij jonge kinderen. Onder gedragsproblemen vallen externaliserende variabelen en internaliserende variabelen, deze bestaan weer uit verbale agressie, fysieke agressie, liegen/bedreigen, niet aan huisregels houden, weglopen, schoolverzuim, autoriteitsproblemen, angst, slaapproblemen, teruggetrokken, somber, automutileren, suïcidepoging, anders. Beschermende factoren Tabel 3 laat zien hoeveel beschermende factoren aanwezig zijn op de totale onderzoeksgroep op het niveau van het kind, het gezin en de sociale context. Tabel 3: Beschermende factoren, n= 1881 Beschermende factor Aantal Percentage Niveau van het kind 1493 79,4% Normale intelligentie van het kind 935 49,7% Veerkracht van het kind 597 31,7% Gemakkelijk temperament 369 19,6% Speciale talenten van het kind 163 8,7% Aantrekkelijke verschijning 903 48,0% Humor van het kind 397 21,1% Niveau gezin 1378 73,3% Goede relatie met 1 van de ouders 1085 57,7% Responsieve en sensitieve ouders 524 27,9% Steun van broertjes en zusjes 574 30,5% Stabiele financiële situatie 333 17,7% Niveau van sociale context 1127 59,9% Sociale steun 709 37,7% Toegang tot zorgzame volwassene buiten het 901 47,9% gezin Uit het onderzoek naar de beschermende factoren kan worden opgemaakt dat: - Bij bijna 80% van de jeugdigen er een beschermende factor aanwezig is op het niveau van het kind. De normale intelligentie, aantrekkelijke verschijning en veerkracht van het kind scoren hier het hoogst. - Bij bijna drie kwart van de jeugdigen er een beschermende factor aanwezig is op het niveau van het gezin. Een goede relatie met 1 van de ouders wordt binnen dit niveau het meest gezien. - Bij bijna twee derde van de jeugdigen is er tevens sprake van een beschermende factor op het niveau van de sociale context. Toegang tot zorgzame volwassenen buiten het gezin lijkt bij ongeveer de helft van de jeugdigen aanwezig lijkt te zijn. Sociale steun komt in 37% van de jeugdigen voor. 8

1.3 Prevalentie subcategorieën kernproblemen jeugdige Niveau van de jeugdige Gedragsproblemen (64,4%) Binnen de hoofdcategorie Gedragsproblemen komen externaliserende gedragsproblemen (met een prevalentie van 47,0%) vaker voor dan internaliserende gedragsproblemen (39,3%). Binnen de categorie externaliserende gedragsproblemen komen verbale agressie (26,7%) en niet aan huisregels houden (25,1%) het meest voor. Binnen de categorie internaliserende gedragsproblemen komt angst het meeste voor (22,4%) gevolgd door teruggetrokken gedrag (16,5%) en somberheid (14,2%). (Vermoeden van) klinische stoornissen (51,6%) De meest voorkomende (vermoeden van) klinische stoornis in de onderzoekspopulatie is (het vermoeden van) hechtingsproblematiek/-stoornis met 19,8% prevalentie. Hierna volgen (het vermoeden van een) trauma (16,7%) en ADHD met (15,4%). Achterstand in de (functie) ontwikkeling (56,4% prevalentie) Achterstanden op het gebied van de emotionele (43,5%) en sociale ontwikkeling (35,8%) worden het meeste geregistreerd. Het kernprobleem hechting (gerelateerd aan achterstand in de ontwikkeling) volgt met een registratie van 19,3% van de jeugdigen. Verder komen ook problemen die samenhangen met cognitie (16,5%) en taal/spraak (9,5%) relatief vaak voor. Gezondheidsproblemen/somatische aandoeningen (27,8% prevalentie) De kernproblemen slaapproblemen (9,4%), buikpijn (5,9%), lusteloosheid/vermoeidheid (4,8%) en hoofdpijn (5,0%) komen het meeste voor. Binnen de subcategorie middelenafhankelijkheid scoort drugs afhankelijkheid het hoogst (4,1%). COPD (0,3%) en gokverslaving (0,2%) komen relatief weinig of niet voor. 9

Persoonlijkheidsproblematiek (30,3%) prevalentie) Het meest voorkomende kernprobleem hier is de categorie jongeren met ernstige problemen in de ontwikkeling van identiteit, autonomieontwikkeling en zelfstandigheid (17,5%). Deze categorie wordt gevolgd door de categorie jongeren met ernstige problemen in de persoonlijkheidsontwikkeling, oppositionele en/of anti-sociale gedragsproblematiek (9,0%) en meisjes met problemen in de persoonlijkheids- en identiteitsontwikkeling (bijvoorbeeld afhankelijkheid van groepscultuur, jongens of loverboys) (4,8%). Niveau van het gezin Gezinsproblemen (87,3% prevalentie) Deze hoofdcategorie scoort de hoogste prevalentie. Bij 86,5% van de registraties is er sprake van problemen in het gezin. Een gezinssysteem waarin jonge moeder gedragsproblematiek voorkomt is het meest voorkomend met 38,0%. Ook verslavingsproblematiek komt met 35,2% veel voor. Verder komen lage cognitieve opvoeders (29,1%), gezinnen met multiproblem problematiek (26,2%), echtscheiding van de opvoeders (22,4%) en opvoedingsproblemen die verband houden met relatie/communicatie problemen van de ouders (17,0%) vaak voor. Veiligheidsproblemen (vorm van kindermishandeling) (47,2% prevalentie) Gezinnen waarin sprake is van huiselijk geweld (26,8%) en psychische verwaarlozing (24,1%) komen het meest voor. Niveau van de omgeving Problemen in het schoolse functioneren/ de daginvulling (43,2% prevalentie) De meest voorkomende problemen vallen onder niet aan de regels houden (17,2%). Schoolprestaties onder niveau (15,2%) komen daarna binnen dit cluster het meest voor. Ook zijn er bij 14,9% van de jeugdigen wisselende prestaties en bij 12,8% van de jeugdigen schoolverzuim. Problemen met de vrije tijd (21,4% prevalentie) Met 10,5% prevalentie is risicovolle vriendengroep de meest voorkomende subcategorie. De categorie wordt gevolgd door geen invulling van de vrije tijd (9,2%) en politiecontacten (6.9%). 10

1.4 Prevalentie kernproblemen per leeftijdscategorie Leeftijdscategorie 0-3 jarigen 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 2014 2015 De leeftijdscategorie 0-3 jarigen omvat 266 jeugdigen. Bij de 0-3 jarigen komen gezinsproblemen (92,5%) en veiligheidsproblemen (53,4%), beide op het niveau van gezin verreweg het meest voor. Op het niveau van de jeugdige is een achterstand in de (functie)ontwikkeling met 26,3% het meest geregistreerd, gevolgd door gedragsproblemen (16,2%) en gezondheidsproblemen/somatische aandoeningen (15,4%). Problemen op het niveau van de sociale context ( problemen in schools functioneren en problemen op gebied van vrije tijd doen zich nauwelijks voor. 11

Leeftijdscategorie 4 t/m 11 jarigen 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 2014 2015 De leeftijdscategorie 4-11 jarigen omvat 726 jeugdigen. Bij de 4-11 jarigen komen gezinsproblemen (93%) en gedragsproblemen (63,4%) het meest voor. Daarnaast komen achterstand in ontwikkeling (62,8%), (vermoeden van) klinische stoornis (63%) en veiligheidsproblemen (53,6%) veel voor. Problemen in het schools functioneren zien we bij ruim één op de drie (37%) jeugdigen. Problemen in de vrije tijd komt in de leeftijdscategorie 4-11 jarigen weinig voor. 12

Leeftijdscategorie 12-17 jarigen 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 2014 2015 De leeftijdscategorie 12 t/m 17 jarigen omvat 799 jeugdigen. In de categorie 12 t/m 17 jarigen geldt dat er bij rond vier op de vijf jeugdigen gedragsproblemen (82,1%) en gezinsproblemen (82,6%) zijn geregistreerd. Problemen in het schools functioneren, achterstand in de functieontwikkeling en (vermoeden van) een klinische stoornis speelt bij ongeveer twee derde van deze jeugdigen. Ook in deze leeftijdscategorie is er sprake van meervoudige problematiek, dat wil zeggen dat er kernproblemen geregistreerd worden op het niveau van de jeugdige, kernproblemen op het gezinsniveau en het niveau van de sociale context. Binnen dit laatste niveau zien we een forse toename in vergelijking met de 0-11 jarigen op zowel problemen op schools functioneren als problemen in de vrije tijd. 13

Leeftijdscategorie 18 jaar en ouder 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 2014 2015 De leeftijdscategorie 18 jaar en ouder omvat 72 jeugdigen. Problemen in het schools functioneren/daginvulling komen op het niveau van de jeugdige bij zeven op de tien jeugdigen voor (79,2%), gevolgd door gedragsproblemen (70,8%) en problemen in de vrije tijd (50%). Ook in deze leeftijdscategorie is sprake van meervoudige problematiek dat wil zeggen dat er problemen zijn op het niveau van de jeugdige (met name gedragsproblemen ), op het niveau van het gezin ( gezinsproblemen en veiligheidsproblemen ) en op het niveau van de sociale context waarbij de problemen in het schools functioneren/daginvulling en de vrijetijdsbesteding verder toenemen. 14

Vergelijking leeftijdscategorieën Gedragsproblemen Leeftijdscategorie Aantal % 0 t/m 3 jaar 43 16,2% 4 t/m 11 jaar 460 63,4% 12 t/m 17 jaar 656 82,1% 18 jaar en ouder 51 70,8% totaal 1210 (Vermoeden van ) een klinische stoornis Leeftijdscategorie Aantal % 0 t/m 3 jaar 70 26,3% 4 t/m 11 jaar 456 63,0% 12 t/m 17 jaar 495 62% 18 jaar en ouder 39 54,4% totaal 1060 Persoonlijkheidsproblematiek Leeftijdscategorie Aantal % 0 t/m 3 jaar 9 1,5% 4 t/m 11 jaar 119 16,4% 12 t/m 17 jaar 402 50,3% 18 jaar en ouder 40 55,6% totaal 570 Achterstanden/problemen in de functieontwikkeling Leeftijdscategorie Aantal % 0 t/m 3 jaar 70 26,3% 4 t/m 11 jaar 456 62,8% 12 t/m 17 jaar 485 60,7% 18 jaar en ouder 47 65,3% totaal 1058 Gezondheidsproblemen/ somatische aandoeningen Leeftijdscategorie Aantal % 0 t/m 3 jaar 41 15,4% 4 t/m 11 jaar 155 21,4% 12 t/m 17 jaar 292 36,6% 18 jaar en ouder 31 43,1% totaal 519 Gezinsproblemen Leeftijdscategorie Aantal % 0 t/m 3 jaar 246 92,5% 4 t/m 11 jaar 674 93,0% 12 t/m 17 jaar 660 82,6% 18 jaar en ouder 45 62,5% totaal 1625 15

Veiligheidsproblemen Leeftijdscategorie Aantal % 0 t/m 3 jaar 142 53,4% 4 t/m 11 jaar 389 53,6% 12 t/m 17 jaar 333 41,7% 18 jaar en ouder 12 16,7% totaal 876 Problemen in het schoolse functioneren/de daginvulling Leeftijdscategorie Aantal % 0 t/m 3 jaar 4 1,5% 4 t/m 11 jaar 268 37,0% 12 t/m 17 jaar 483 60,5% 18 jaar en ouder 57 79,2% totaal 812 Problemen met de vrije tijd Leeftijdscategorie Aantal % 0 t/m 3 jaar 3 1,1% 4 t/m 11 jaar 59 8,1% 12 t/m 17 jaar 305 38,2% 18 jaar en ouder 36 50,0% totaal 403 Kernproblemen per leeftijdscategorie van de onderzoeksgroep 0-3 jarigen Jeugdige absoluut percentueel (vermoeden) klinische stoornis 70 26,3% gedragsproblemen 43 16,2% persoonlijkheidsproblematiek 9 1,5% achterstand in 70 26,3% functieontwikkeling gezondheidsproblemen 41 15,4% Gezin gezinsproblemen 246 92,5% veiligheidsproblemen 142 53,4% Sociale context problemen in schools 4 1,5% functioneren problemen vrije tijd 3 1,1% 4-11 jarigen jeugdige absoluut percentueel (vermoeden) klinische stoornis 456 63,0% gedragsproblemen 460 63,4% persoonlijkheidsproblematiek 119 16,4% achterstand in functieontwikkeling 456 62,8% 16

gezondheidsproblemen 155 21,4% gezin gezinsproblemen 674 93,0% veiligheidsproblemen 389 53,6% Sociale context problemen in schools functioneren 268 37,0% problemen vrije tijd 59 8,1% 12-17 jarigen jeugdige absoluut Percentueel (vermoeden) klinische stoornis 495 62,0% gedragsproblemen 656 82,1% persoonlijkheidsproblematiek 402 50,3% achterstand in functieontwikkeling 485 60,7% gezondheidsproblemen 292 36,6% gezin gezinsproblemen 660 82,6% veiligheidsproblemen 333 41,7% Sociale context. problemen in schools functioneren 483 60,5% problemen vrije tijd 305 38,2% 18 jaar en ouder Jeugdige absoluut percentueel (vermoeden) klinische stoornis 39 54,4% gedragsproblemen 51 70,8% persoonlijkheidsproblematiek 40 55,6% achterstand in 47 65,3% functieontwikkeling gezondheidsproblemen 31 43,1% Gezin gezinsproblemen 45 62,5% veiligheidsproblemen 12 16,7% Sociale context. problemen in schools 57 79,2% functioneren problemen vrije tijd 36 50,0% 17

Bij een aantal kernproblemen valt op dat naarmate de jeugdigen ouder worden er een toename is in de prevalentie van de kernproblemen. Dit is het geval bij gezondheidsproblemen/somatische aandoeningen, persoonlijkheidsproblematiek, problemen school en/of dagbesteding en problemen vrije tijd. Bij de kernproblemen gedragsproblemen, (vermoeden van) klinische stoornis en achterstand ontwikkeling zit deze lijn er echter niet in. Dit scheelt een paar procenten. Op het niveau van het gezin zien we dat gezinsproblemen over alle leeftijdscategorieën vrij stabiel in hoge mate blijven voorkomen. Veiligheidsproblemen zijn bij meer dan 50% van de 0-3 jarigen en 4-11 jarigen aanwezig, bij 12-17 jarigen nemen de veiligheidsproblemen af (41,7%) en bij 18 jaar en ouder nemen deze nog meer af (16,7%). 1.5 Kernproblemen en sekse Sekseverschillen per kernprobleem zijn procentueel berekend en geanalyseerd door middel van een correlatiematrix middels SPSS. De sekse van de jeugdigen is afgezet tegen de kernproblemen. De analyses zijn ook uitgevoerd door de subcategorieën van het kernprobleem (vermoeden van) klinische stoornis en de subcategorieën behorend bij de interne- en externe gedragsproblemen van het kernprobleem gedragsproblemen. 18

Kernproblemen: wel of geen verschillen tussen jongens en meisjes Kernproblemen: wel significante verschillen Significante verschillen zijn er op het niveau van de jeugdige gevonden bij gezondheidsproblemen/somatische aandoeningen. Deze groep kernproblemen komt statistisch gezien significant vaker voor bij jongens dan bij meisjes. Ook bij de kernproblemen problemen in het schoolse functioneren/daginvulling en problemen met vrije tijd is een statistisch significant effect gevonden, jongens scoren ook hier significant hoger dan meisjes. Kernproblemen: geen significante verschillen Op het niveau van de jeugdige zijn er voor de kernproblemen gedragsproblemen, (vermoeden van) klinische stoornissen, achterstanden/problemen in functieontwikkeling en persoonlijkheidsproblematiek geen statistische significante verschillen tussen jongens en meisjes gevonden. Ook kernproblemen op het niveau van het gezin namelijk gezinsproblemen en veiligheidsproblemen komen statistisch gezien bij jongens en meisjes even vaak voor. Subcategorieën gezondheidsproblemen/somatische aandoeningen Binnen de subcategorie van gezondheidsproblemen/somatische aandoeningen komen hoofdpijn en ondergewicht significant vaker voor bij meisjes dan bij jongens. Bij jongens komen middelenafhankelijkheid alcohol, middelenafhankelijkheid drugs en verslaving games/pc significant vaker voor dan bij meisjes. Geen verschillen binnen dit cluster zijn gevonden voor buikpijn, slaapproblemen, COPD, lusteloosheid/vermoeidheid, overgewicht en gokverslaving. Subcategorie gedragsproblemen Binnen het cluster gedragsproblemen blijkt dat de hoofdgroepen externaliserende gedragsproblemen en internaliserende gedragsproblemen significant geen verschillen kent tussen jongens en meisjes. Echter, voor wat betreft de kernproblemen als subcategorie zijn er wel significante verschillen. Bij externaliserende gedragsproblemen komen de kernproblemen verbale agressie, fysieke agressie, schoolverzuim en autoriteitsproblemen significant vaker voor bij jongens. Liegen/bedriegen, niet aan huisregels houden en weglopen komen hier even vaak voor bij jongens als meisjes. Bij internaliserende gedragsproblemen komen de kernproblemen angst en slaapproblematiek significant vaker voor bij meisjes dan bij jongens. Teruggetrokken, somber, automutilatie en suïcidepoging komen even vaak voor bij jongens als bij meisjes. 19

Hoofdstuk 2 Samenhang tussen kernproblemen 2014 (Comorbiditeit: het tegelijkertijd aanwezig zijn van meerdere aandoeningen/stoornissen) 2.1 Aantal kernproblemen op hoofdcategorieën Kernproblemen komen vaak in samenhang met elkaar voor. Gemiddeld heeft een jeugdige 4,2 kernproblemen. In de onderstaande tabel is te zien dat de jeugdige het vaakst een combinatie heeft van vijf (15,7%), twee (14,5%) of vier (13,5%) kernproblemen. Jeugdigen met één kernprobleem komt bij 9,8 procent van de onderzoeksgroep voor. 47,5 procent van de jeugdigen hebben meer vijf of meer kernproblemen. Aantal jeugdigen met x aantal kernproblemen Frequentie Percentage Valid,00 51 2,7 1,00 185 9,8 2,00 272 14,5 3,00 226 12,0 4,00 254 13,5 5,00 295 15,7 6,00 231 12,3 7,00 190 10,1 8,00 130 6,9 9,00 47 2,5 Total 1881 100,0 20

Comorbiditeit op de niveaus Van de jeugdigen in de onderzoeksgroep heeft 40,4% (760 jeugdigen) kernproblemen op alle niveaus. 39 jeugdigen hebben alleen een of meerdere problemen op het niveau van de jeugdige, dat is 2,1% van de onderzoeksgroep. 14,5% alleen een of meerdere kernproblemen op het niveau van het gezin (273 jeugdigen). Slechts 11 jeugdigen hebben alleen een of meerdere problemen kernproblemen op het niveau van de sociale context (0,6%). Comorbiditeit kernproblemen De percentage scores zijn voor de leesbaarheid omgezet naar een maat van samenhang, hiervoor is het volgende uitgangspunt gehanteerd: 1 = zeer klein deel van de jeugdigen: de percentagescores variëren tussen de 0-20% 2 = klein deel van de jeugdigen: de percentagescores variëren tussen de 20-40% 3 = rond de helft van de jeugdigen: de percentagescores variëren tussen de 40-60% 4 = groot deel van de jeugdigen: de percentagescores variëren tussen de 60-80% 5 = zeer groot deel van de jeugdigen: de percentagescores variëren tussen de 80-100% Bijvoorbeeld: Kolom: klinisch gedragsproblemen Rij (vermoeden van) een klinische stoornis x 5 Deze 5 score wil zeggen dat voor een jeugdige met het kernprobleem (vermoeden van een) klinische stoornis (rij) voor een zeer groot deel (5 score: dat wil zeggen tussen de 80 en 100% van deze jeugdigen) tegelijkertijd sprake is van gedragsproblemen (kolom). Ditzelfde geldt niet automatisch andersom, immers: klinisch (vermoeden van) een klinische x stoornis gedragsproblemen 4 De 4 score wil zeggen dat voor een jeugdige met het kernprobleem gedragsproblemen (rij) voor een groot deel (4 score, dat wil zeggen tussen de 60-80% van deze jeugdigen) tegelijkertijd sprake is van een (vermoeden van een) klinisch stoornis. 21

Comorbiditeit kernproblemen Klinische stoornis Gedragsproblemen Persoonlijkheidsproblematiek Achterstand in functieontwikkeling Gezondheidsproblemen Gezinsproblemen Veiligheidsproblemen Schoolproblemen Problemen met vrije tijd Klinische stoornis Gedragsproblemen Persoonlijkheids problemen Achterstand in (functie) ontwikkeling Gezondheidsproblemen Gezinsproblemen Veiligheidsproblemen School problemen Problemen met vrije tijd x 5 3 4 2 5 3 3 2 4 x 3 4 2 5 3 3 2 4 5 x 5 3 5 3 4 3 4 4 3 x 2 5 3 3 2 4 5 3 4 x 5 3 4 2 3 4 2 3 2 x 3 3 2 3 4 2 4 2 5 x 3 1 4 5 3 4 2 5 3 x 2 4 5 3 4 3 5 3 4 x Betekenis van de cijfers: 1 = zeer klein deel van de jeugdigen: de percentagescores variëren tussen de 0-20% 2 = klein deel van de jeugdigen: de percentagescores variëren tussen de 20-40% 3 = rond de helft van de jeugdigen: de percentagescores variëren tussen de 40-60% 4 = groot deel van de jeugdigen: de percentagescores variëren tussen de 60-80% 5 = zeer groot deel van de jeugdigen: de percentagescores variëren tussen de 80-100% Sterke verbanden Wat opvalt, is dat voor alle kernproblemen geldt dat voor een zeer groot deel (80% of meer) jeugdigen) tegelijkertijd sprake is van - gezinsproblemen - gedragsproblemen En dat voor alle kernproblemen (behalve gezinsproblemen) geldt dat voor een groot tot zeer groot deel (60% of meer) tegelijkertijd sprake is van - (vermoeden van) klinische stoornis - achterstand/problemen in de (functie) ontwikkeling Verder zien we dat bij jeugdigen met een (vermoeden van) klinische stoornis voor een zeer groot deel (80% of meer) tegelijkertijd sprake is van gedragsproblemen. Andersom wordt een iets minder maar toch nog steeds sterk verband gevonden want bij jeugdigen met gedragsproblemen is voor een groot deel (60% tot 80%) tegelijkertijd sprake van een (vermoeden van) een klinische stoornis. Als er in het gezin veiligheidsproblemen aan de orde zijn, is er bijna altijd ook sprake van gezinsproblemen, andersom geldt dit in mindere mate. Geen sterke verbanden Voor alle kernproblemen geldt dat er bij een klein deel (20% tot 40%) tegelijkertijd sprake is van problemen met de vrije tijd, behalve bij persoonlijkheidsproblemen, daar komt het vaker voor. 22

Samenhang kernproblematiek, absolute aantallen Klinisch Gedrag Persoonlijk Functieontw. Gezondheid Gezin Veilig School Vrije tijd Klinisch (970) X 803 431 756 355 866 501 557 273 Gedrag (1211) 803 X 518 843 451 1077 624 720 365 Persoonlijk (570) 431 518 X 459 257 519 291 390 241 Functieontw. (1060) 756 843 457 X 378 959 591 592 286 Gezondheid (522) 355 451 257 378 X 464 273 320 200 Gezin (1642) 866 1077 519 959 464 X 859 701 332 Veilig (887) 501 624 291 591 273 859 X 381 168 School (812) 557 720 390 592 320 701 381 X 308 Vrije tijd (403) 273 365 241 286 200 332 168 308 X Zie ook bijlage 3 (tabel bij hoofdstuk 2) 23

Samenhang kernproblematiek, procentuele aantallen Klinisch Gedrag Persoonlijk Functieontw. Gezondheid Gezin Veilig School Vrije tijd Klinisch (970) x 82,8 44.4 77.9 37.0 89.3 51.7 57.4 28.1 Gedrag (1211) 66.3 x 42.8 69.6 37.2 88.9 51.5 59.5 30.1 Persoonlijk (570) 75.6 90.9 x 80.5 45.1 91.1 51.1 68.4 42.3 Functieontw. (1060) 71.3 79.5 43.1 x 35.7 90.5 55.8 56.1 27.0 Gezondheid (522) 68.0 86.4 49.2 72.4 x 88.9 52.3 61.3 38.3 Gezin (1642) 52.7 65.6 31.6 58.4 28.3 x 52.3 42.7 20.2 Veilig (887) 56.5 70.4 32.8 66.6 30.8 96.8 x 43.0 18.9 School (812) 68.6 88.7 48.0 72.9 39.4 86.3 46.9 x 37.9 Vrije tijd (403) 67.7 90.6 59.8 71.0 49.6 82.4 41.7 76.4 x 24

Hoofdstuk 3 Onderzoeksresultaten kernproblemen en gemeenten 2014 3.1 Inleiding In dit hoofdstuk staat de onderzoeksvraag naar de prevalentie van kernproblemen binnen de onderzoeksgroep, vrijwillig, jeugdbescherming en jeugdreclassering op gemeentelijk niveau centraal. Als gemeente van herkomst is de gemeente genomen waar de jeugdige geregistreerd staat (GBA) bij aanvang van de hulp van Bureau Jeugdzorg Friesland, dus niet de gemeente waar de jeugdige op dit moment verblijft. Een jeugdige kan bijvoorbeeld door een uithuisplaatsing ergens anders verblijven. Dit figuur geeft het beeld van het aantal registraties uit het onderzoek per gemeente. De gemeentelijke herindeling per 1 januari 2014 is meegenomen in dit onderzoek. Voor de gemeenten Leeuwarden, Súdwest-Fryslân en Smallingerland worden in absolute zin de meeste registraties gevonden. Daarna volgen Heerenveen en De Friese Meren. Buiten provinciaal werden 53 jeugdigen geregistreerd. 25

3.2 Aantal registraties procentueel per gemeente De absolute aantallen van jeugdigen jonger dan 20 jaar in gemeentes zijn overgenomen uit cliëntprofielen 2013. De getallen waren voor 2014 niet beschikbaar bij het CBS. Totaal aantal jeugdigen jonger dan 20 jaar per gemeente, totaal aantal cliënten 18+ per gemeente en de procentuele percentages Gemeente Totaal aantal jeugdigen jonger dan 20 jaar (absoluut aantal) Totaal aantal cliënten 0 t/m 18+ (absoluut aantal) % registraties in 2014 Achtkarspelen 7116 75 1,05% Ameland 813 1 0,123% Het Bildt 2636 39 1,4%% Dantumadiel 4634 47 1,014% Dongeradeel 5936 73 1,23% Ferwerderadiel 2275 23 1,011% Franekeradeel 4887 58 1,187% De Friese Meren 12789 95 0,74% (Gaasterlân-Sleat, Lemsterland, Skarsterlan) Harlingen 3658 58 1,59% Heerenveen 11368 118 1,04% Kollumerland en 3155 35 1,11% Nieuwkruisland Leeuwarden 23583 424 1,8% Leeuwarderadeel 2493 19 0,76% Littenseradiel 2889 26 0,90% Menameradiel 3393 21 0,62% Ooststellingwerf 5841 70 1,2% Opsterland 7442 70 0,94% Schiermonnikoog 191 0 0,00% Smallingerland 13406 190 1,42% Súdwest-Fryslân 20765 203 0,98% Terschelling 1022 1 0,1% Tytsjerksteradiel 7743 75 0,97% Vlieland 221 0 0,00% Weststellingwerf 5686 72 1,27% Friesland totaal 153942 1793 Gem: 1,17% Buitenprovinciaal 53 Totaal 1846 Boarnsterhim is verdeeld over De Friese Meren, Heerenveen, Leeuwarden en Súdwest- Fryslân (4843-59). N=1881 26

In plaats van kaartjes worden de cijfers in tabellen weergegeven. Als maat is genomen: het gemiddelde + >0,10 is beduidend meer en het gemiddelde - <0,10 is beduidend minder, de gemeenten die daartussen in vallen zitten rond het gemiddelde. Een groene kleur betekent dat de gemeente onder het gemiddelde scoort, een gele kleur betekent dat de gemeente rond het gemiddelde scoort en een rode kleur betekent dat de gemeente boven het gemiddelde scoort. < 1,08% 1,08 1,28% > 1,28% Achtkarspelen 1,05% Ameland 0,123% Het Bildt 1,4% Dantumadiel 1,014% Dongeradeel 1,23% Ferwerderadiel 1,011% Franekeradeel 1,187% De Friese Meren (Gaasterlan-Sleat, 0,74% Lemsterland, Skarsterlan) Harlingen 1,59% Heerenveen 1,04% Kollumerland en Nieuwkruisland 1,11% Leeuwarden 1,8% Leeuwarderadeel 0,76% Littenseradiel 0,90% Menameradiel 0,62% Ooststellingwerf 1,2% Opsterland 0,94% Schiermonnikoog 0,00% Smallingerland 1,42% Súdwest-Fryslân 0,98% Terschelling 0,1% Tytsjerksteradiel 0,97% Vlieland 0,00% Weststellingwerf 1,27% Gerelateerd aan het totale aantal jeugdigen jonger dan 20 jaar in de gemeente is voor de gemeenten Leeuwarden, Harlingen, Smallingerland en Het Bildt een ruim boven het gemiddelde aantal registraties gevonden. Er is een verschuiving zichtbaar ten opzichte van het onderzoek uit 2013. In dat onderzoek waren jeugdigen met kernproblemen uit de gemeenten Leeuwarden, Weststellingwerf, Het Bildt, Franekeradeel en Tytsjerksteradiel boven gemiddeld aanwezig. Gemiddelde prevalentie kernproblemen in Friesland Hieronder wordt het voorkomen van de kernproblemen per gemeente van herkomst in de provincie Friesland weergegeven. Om de gegevens op gemeentelijk niveau te kunnen interpreteren wordt eerst een overzicht gegeven van het percentage waarin het kernprobleem zich in de gehele provincie voordoet. Hiervoor is het aantal malen dat het kernprobleem geregistreerd is afgezet tegen het totale aantal jeugdigen jonger dan 20 jaar in de provincie in 2013 volgens het CBS (153942). 27

Kernproblemen en prevalentie binnen Friesland % Kernprobleem Prevalentie binnen Friesland in % Jeugdige (vermoeden van) klinische stoornis 0,63 Gedragsproblemen 0,79 Achterstand in de (functie)ontwikkeling 0,69 Gezondheidsproblemen 0,34 Persoonlijkheidsproblematiek 0,37 Gezin Gezinsproblemen 1,07 Veiligheidsproblemen (vorm van 0,58 kindermishandeling) Sociale context Schoolproblemen 0,52 Vrijetijdsproblemen 0,26 Hieronder volgen tabellen waarin per gemeente van herkomst wordt weergegeven wat het vóórkomen van een bepaald kernprobleem is. Aan de kleuren in de tabel is per gemeente te zien of de gemeente op de kernproblematiek beduidend boven het gemiddelde, rond het gemiddelde of beduidend onder het gemiddelde scoort. Een groene kleur betekent dat de gemeente onder het gemiddelde scoort, een gele kleur betekent dat de gemeente rond het gemiddelde scoort en een rode kleur betekent dat de gemeente boven het gemiddelde scoort. Als maat is, net als bij de vorige tabel, telkens uitgegaan van de gemiddelde prevalentie van het kernprobleem +>0.10 als beduidend meer en het gemiddelde - <0.10 als beduidend minder, de gemeenten die daartussen in vallen zitten rond het gemiddelde. De gekozen maat is steeds terug te vinden in de legenda bij de desbetreffende tabellen. Percentage (vermoeden van) een klinische stoornis ten opzichte van het aantal jeugdigen jonger dan 20 jaar per gemeente 2014 Achtkarspelen 0,48% Ameland 0 Het Bildt 0,59% Dantumadiel 0,53% Dongeradeel 0,43% Ferwerderadiel 0,52% Franekeradeel 0,64% De Friese Meren (Gaasterlan-Sleat, 0,51% Lemsterland, Skarsterlan) Harlingen 0,54% Heerenveen 0,53% Kollumerland en Nieuwkruisland 0,69% Leeuwarden 0,46% Leeuwarderadeel 0,53% Littenseradiel 0,5% Menameradiel 0,73% Ooststellingwerf 0,5% 28

Opsterland 0,63% Schiermonnikoog 0% Smallingerland 0,55% Súdwest-Fryslân 0,5% Terschelling 0% Tytsjerksteradiel 0,47% Vlieland 0% Weststellingwerf 0,46% <0.53 0.53 0.73 > 0.73 In de provincie Friesland is binnen de gedane registraties voor gemiddeld 0,63% van de jeugdigen sprake van een (vermoeden van) klinische stoornis. In de gemeente Menameradiel (0,73%) komt het kernprobleem (vermoeden van) klinische stoornis beduidend vaker dan gemiddeld voor. Percentage gedragsproblemen ten opzichte van het aantal jeugdigen jonger dan 20 jaar per gemeente 2014 Achtkarspelen 0,6% Ameland 0 het Bildt 0,69% Dantumadiel 0,64% Dongeradeel 0,59% Ferwerderadiel 0,83% Franekeradeel 0,01% De Friese Meren (Gaasterlan-Sleat, 0,66% Lemsterland, Skarsterlan) Harlingen 0,64% Heerenveen 0,65% Kollumerland en Nieuwkruisland 0,67% Leeuwarden 0,62% Leeuwarderadeel 0,63% Littenseradiel 0,65% Menameradiel 0,86% Ooststellingwerf 0,6% Opsterland 0,71% Schiermonnikoog 0% Smallingerland 0,72% Súdwest-Fryslân 0,65% Terschelling 1% Tytsjerksteradiel 0,53% Vlieland 0% Weststellingwerf 0,60% <0.69 0.69 0.89 > 0.89 29

In de provincie Friesland is binnen de gedane registraties voor gemiddeld 0,79% van de jeugdigen sprake van gedragsproblemen. In de gemeente Terschelling (1%) komt het kernprobleem gedragsproblemen beduidend vaker dan gemiddeld voor. Percentage achterstand in de (functie)ontwikkeling ten opzichte van het aantal jeugdigen jonger dan 20 jaar per gemeente 2014 Achtkarspelen 0,51% Ameland 1% Het Bildt 0,69% Dantumadiel 0,64% Dongeradeel 0,63% Ferwerderadiel 0,70% Franekeradeel 0,53% De Friese Meren (Gaasterlân-Sleat, 0,51% Lemsterland, Skarsterlan) Harlingen 0,62% Heerenveen 0,5% Kollumerland en Nieuwkruisland 0,57% Leeuwarden 0,56% Leeuwarderadeel 0,68% Littenseradiel 0,62% Menameradiel 0,81% Ooststellingwerf 0,54% Opsterland 0,5% Schiermonnikoog 0% Smallingerland 0,58% Súdwest-Fryslân 0,59% Terschelling 0% Tytsjerksteradiel 0,43% Vlieland 0% Weststellingwerf 0,57% <0.59 0.59 0.79 > 0.79 In de provincie Friesland is binnen de gedane registraties voor gemiddeld 0,69% van de jeugdigen sprake van een achterstand in de (functie)ontwikkeling. In de gemeenten Ameland (1%) en Menameradiel (0,81%) komt het kernprobleem achterstand in de (functie)ontwikkeling beduidend vaker dan gemiddeld voor. Percentage gezondheidsproblemen/somatische aandoeningen ten opzicht van het aantal jeugdigen jonger dan 20 jaar per gemeente 2014 Achtkarspelen 0,31% Ameland 0 Het Bildt 0,33% Dantumadiel 0,40% Dongeradeel 0,29% Ferwerderadiel 0,48% Franekeradeel 0,16% 30

De Friese Meren (Gaasterlân-Sleat, 0,27% Lemsterland, Skarsterlan) Harlingen 0,36% Heerenveen 0,22% Kollumerland en Nieuwkruisland 0,26% Leeuwarden 0,25% Leeuwarderadeel 0,21% Littenseradiel 0,19% Menameradiel 0,38% Ooststellingwerf 0,29% Opsterland 0,23% Schiermonnikoog 0% Smallingerland 0,35% Súdwest-Fryslân 0,27% Terschelling 1% Tytsjerksteradiel 0,12% Vlieland 0% Weststellingwerf 0,32% <0.24 0.24 0.44 > 0.44 In de provincie Friesland is binnen de gedane registraties voor gemiddeld 0,34% van de jeugdigen sprake van gezondheidsproblemen/somatische aandoeningen. In de gemeente Ferwerderadiel (0,48%) komt het kernprobleem gezondheidsproblemen/somatische aandoeningen beduidend vaker dan gemiddeld voor. Percentage persoonlijkheidsproblematiek ten opzichte van het aantal jeugdigen jonger dan 20 jaar per gemeente 2014 Achtkarspelen 0,19% Ameland 0 Het Bildt 0,18% Dantumadiel 0,32% Dongeradeel 0,29% Ferwerderadiel 0,48% Franekeradeel 0,21% De Friese Meren (Gaasterlan-Sleat, 0,28% Lemsterland, Skarsterlan) Harlingen 0,29% Heerenveen 0,28% Kollumerland en Nieuwkruisland 0,31% Leeuwarden 0,28% Leeuwarderadeel 0,26% Littenseradiel 0,54% Menameradiel 0,43% Ooststellingwerf 0,24% Opsterland 0,34% Schiermonnikoog 0% Smallingerland 0,38% Súdwest-Fryslân 0,34% Terschelling 1% 31

Tytsjerksteradiel 0,19% Vlieland 0% Weststellingwerf 0,22% <0.27 0.27 0.47 > 0.47 In de provincie Friesland is binnen de gedane registraties voor gemiddeld 0,37% van de jeugdigen sprake van persoonlijkheidsproblematiek. In de gemeenten Ferwerderadiel (0,48%), Littenseradiel (0,54%) en Terschelling (1%) komt het kernprobleem persoonlijkheidsproblematiek beduidend vaker dan gemiddeld voor. Percentage gezinsproblemen ten opzichte van het aantal jeugdigen jonger dan 20 jaar per gemeente 2014 Achtkarspelen 0,93% Ameland 1% Het Bildt 1(39/39)% Dantumadiel 0,83% Dongeradeel 0,89% Ferwerderadiel 0,78% Franekeradeel 0,88% De Friese Meren (Gaasterlân-Sleat, 0,88% Lemsterland, Skarsterlan) Harlingen 0,83% Heerenveen 0,8% Kollumerland en Nieuwkruisland 0,69% Leeuwarden 0,88% Leeuwarderadeel 0,95% Littenseradiel 0,88% Menameradiel 0,90% Ooststellingwerf 0,84% Opsterland 0,87% Schiermonnikoog 0% Smallingerland 0,86% Súdwest-Fryslân 0,90% Terschelling 1% Tytsjerksteradiel 0,92% Vlieland 0% Weststellingwerf 0,83% <0.97 0.97 1,17 > 1,17 32

Percentage veiligheidsproblemen (vorm van kindermishandeling) ten opzichte van het aantal jeugdigen jonger dan 20 jaar per gemeente 2014 Achtkarspelen 0,56% Ameland 0 Het Bildt 0,67% Dantumadiel 0,66% Dongeradeel 0,62% Ferwerderadiel 0,44% Franekeradeel 0,45% De Friese Meren (Gaasterlân-Sleat, 0,52% Lemsterland, Skarsterlan) Harlingen 0,49% Heerenveen 0,43% Kollumerland en Nieuwkruisland 0,4% Leeuwarden 0,47% Leeuwarderadeel 0,47% Littenseradiel 0,38% Menameradiel 0,62% Ooststellingwerf 0,4% Opsterland 0,51% Schiermonnikoog 0% Smallingerland 0,46% Súdwest-Fryslân 0,48% Terschelling 0% Tytsjerksteradiel 0,29% Vlieland 0% Weststellingwerf 0,24% <0.48 0.48 0.68 > 0.68 Percentage schoolproblemen ten opzichte van het aantal jeugdigen jonger dan 20 jaar per gemeente 2013 Achtkarspelen 0,44% Ameland 0 Het Bildt 0,41% Dantumadiel 0,36% Dongeradeel 0,47% Ferwerderadiel 0,70% Franekeradeel 0,53% De Friese Meren (Gaasterlan-Sleat, 0,43% Lemsterland, Skarsterlan) Harlingen 0,43% Heerenveen 0,43% Kollumerland en Nieuwkruisland 0,43% Leeuwarden 0,41% Leeuwarderadeel 0,37% Littenseradiel 0,54% Menameradiel 0,38% 33

Ooststellingwerf 0,37% Opsterland 0,39% Schiermonnikoog 0% Smallingerland 0,49% Súdwest-Fryslân 0,46% Terschelling 1% Tytsjerksteradiel 0,23% Vlieland 0% Weststellingwerf 0,43% <0.42 0.42 0.62 > 0.62 In de provincie Friesland is binnen de gedane registraties voor gemiddeld 0,52% van de jeugdigen sprake van schoolproblemen. In de gemeenten Ferwerderadiel (0,70%) en Terschelling (1%) komt het kernprobleem schoolproblemen beduidend vaker dan gemiddeld voor. Percentage problemen vrije tijd ten opzichte van het aantal jeugdigen jonger dan 20 jaar per gemeente 2014 Achtkarspelen 0,17% Ameland 0 Het Bildt 0,28% Dantumadiel 0,13% Dongeradeel 0,22% Ferwerderadiel 0,35% Franekeradeel 0,16% De Friese Meren (Gaasterlân-Sleat, 0,2% Lemsterland, Skarsterlan) Harlingen 0,21% Heerenveen 0,19% Kollumerland en Nieuwkruisland 0,29% Leeuwarden 0,25% Leeuwarderadeel 0,21% Littenseradiel 0,19% Menameradiel 0,29% Ooststellingwerf 0,19% Opsterland 0,17% Schiermonnikoog 0% Smallingerland 0,26% Súdwest-Fryslân 0,18% Terschelling 0% Tytsjerksteradiel 0,09% Vlieland 0% Weststellingwerf 0,19% <0.16 0.16 0.36 > 0.36 34

Gemeente Klinisch Gedrags probl. Achterst ontw. Gezondh probl. Pers. probl. Gezinsprobl. Veiligh. probl. Schoolprobl. Vrijetijdsprobl. Gem. Friesland 0,63 0,79 0,69 0,34 0,37 1,07 0,58 0,52 0,26 Achtkarspelen - - - - - - - - - Ameland - - + - - - - - - Het Bildt - - 0 - - - + - + Dantumadiel - - - + - - + - - Dongeradeel - - - - - - + - - Ferwerderadiel - + + + + - - + + Franekeradeel + - - - - - - + - De Friese Meren - - - - - - - - - Harlingen - - - + - - - - - Heerenveen - - - - - - - - - Kollumerland en + - - - - - - - + Nieuwkruisland Leeuwarden - - - - - - - - - Leeuwarderadeel - - - - - - - - - Littenseradiel - - - - + - - + - Menameradiel + + + + + - + - + Ooststellingwerf - - - - - - - - - Opsterland 0 - - - - - - - - Schiermonnikoog - - - - - - - - - Smallingerland - - - + + - - - 0 Súdwest-Fryslân - - - - - - - - - Terschelling - + - + + - - + - Tytsjerksteradiel - - - - - - - - - Vlieland - - - - - - - - - Weststellingwerf - - - - - - - - - - = gemeente zit onder het gemiddelde 0 = gemeente zit precies op het gemiddelde + = gemeente zit boven het gemiddelde 35

Hoofdstuk 4 Onderzoeksresultaten kernproblemen 2015 (Vrijwillig, Jeugdbescherming en Jeugdreclassering 6 ) 4.1 Kenmerken van de gehele onderzoeksgroep In het onderzoek gaat het om alle jeugdigen waarvoor in 2015 een registratie is gedaan en waarvan de kernproblematiek is ingevuld. De gegevens zijn verkregen uit het registratiesysteem IJ. Aantal cliënten De totale onderzoeksgroep bestaat uit 1610 cliënten. Bij 7 registraties ging het om een ongeboren kind. Werksoort binnen Bureau Jeugdzorg Friesland Van de 1610 jeugdigen werden er 365 (22,7%) cliënten geregistreerd binnen het vrijwillig kader. De jeugdbescherming (OTS + voogdij) registreerde 1052 (65,3%) cliëntprofielen en de jeugdreclassering registreerde 193 cliëntprofielen (12%). Onderzoeksgroep naar functie Voorziening Aantal jeugdigen Percentage Vrijwillig kader 365 22,7% Jeugdbescherming, OTS 841 52,2% Jeugdbescherming, 211 13,1% voogdij Jeugdreclassering 193 12% Geslacht en leeftijd van de cliënt De onderzoeksgroep bestaat uit 902 jongens en 707 meisjes. Er zijn meer jongens (56%) dan meisjes (43,9%). De grootste leeftijdscategorie wordt gevormd door 12 t/m 17 jarigen en bestaat uit 733 jeugdigen (45,5%). Deze leeftijdscategorie wordt direct gevolgd door de leeftijdscategorie 4 t/m 11 jarigen met 623 jeugdigen (38,7%). De groep 0 t/m 3 jarigen is kleiner met 174 jeugdigen (10,8%) en de leeftijdscategorie 18+ is met 73 jeugdigen de kleinste groep (4,5%). 6 Informatie over absolute aantallen, procenten en andere mogelijke tabellen/grafieken zijn te vinden in bijlage 4. 36

Figuur 1 Onderzoeksgroep naar geslacht Figuur 2 Onderzoeksgroep naar leeftijdscategorie 4.2 Prevalentie 7 kernproblemen en beschermende factoren van de totale onderzoeksgroep Kernproblemen De tabel geeft het totaal aantal keer aan dat bij een bepaalde hoofdcategorie van kernproblemen (gedragsproblemen, klinische stoornis etc.) is aangegeven dat er een kernprobleem bij de jeugdige aanwezig is. Voor de jeugdige kunnen meerdere kernproblemen worden aangevinkt. De subcategorieën kernproblemen komen aan bod in hoofdstuk 1.3. Aantal registraties van kernproblemen per hoofdcategorie van de onderzoeksgroep Hoofdcategorie kernproblematiek Aantal Percentage Jeugdige Gedragsproblemen (externaliserend en 1127 70,0% internaliserend) (vermoeden van) klinische stoornis 906 56,3% Achterstanden in de (functie)ontwikkeling 980 60,9% Gezondheidsproblemen/ somatische aandoeningen 550 34,2% Persoonlijkheidsproblematiek 525 32,6% Gezin Gezinsproblemen 1431 88,9% Veiligheidsproblemen (vorm van kindermishandeling) 795 49,4% Sociale context Problemen in het schoolse functioneren/ de 788 48,9% daginvulling Problemen met de vrije tijd 403 25% (n= 1610) 7 Frequentie waarmee een bepaalde eigenschap in een groep aanwezig is 37

Bij bijna drie kwart van de cliënten is aangegeven dat er één of meerdere gedragsproblemen bestaan en er is bij ruim 88% sprake van gezinsproblemen. Kernproblemen binnen de groepen (een vermoeden van) een klinische stoornis en achterstanden in de (functie)ontwikkeling komen bij ruim de helft van de cliënten voor. Bij bijna de helft van de onderzoeksgroep is sprake van een veiligheidsprobleem ; dat wil zeggen een vorm van kindermishandeling. Dit geldt ook voor problemen in het schoolse functioneren / de daginvulling. Persoonlijkheidsproblematiek lijkt minder vaak voor te komen, echter moet er wel rekening gehouden worden met het gegeven dat persoonlijkheidsproblematiek bij jonge kinderen nog niet echt aanwezig is of niet tot uiting kan komen of komt. Problemen met de vrije tijd komen in dit onderzoek het minst vaak voor, vooral niet bij jonge kinderen. Beschermende factoren De tabel laat zien hoeveel beschermende factoren aanwezig zijn op de totale onderzoeksgroep op het niveau van het kind, het gezin en de sociale context. Beschermende factoren, n= 1610 Beschermende factor Aantal Percentage Niveau van het kind 1549 85,6% Normale intelligentie van het kind 790 49,1% Veerkracht kind 568 35,3% Gemakkelijk temperament 270 16,8% Speciale talenten van het kind 131 8,1% Aantrekkelijke verschijning 792 49,2% Humor van het kind 382 23,7% Niveau gezin 1192 74 % Goede relatie met 1 van de ouders 953 59,2% Responsieve en sensitieve ouders 406 25,2% Steun van broertjes en zusjes 536 33,3% Stabiele financiële situatie 286 17,8% Niveau van sociale context 989 61,4% Sociale steun 612 38,0% Toegang tot zorgzame volwassene buiten het gezin 787 48,9% Uit het onderzoek naar de beschermende factoren kan worden opgemaakt dat: - Bij 95,2% van de jeugdigen één of meerdere beschermende factoren in ieder geval aanwezig zijn. Bij ruim twee derde is er sprake van 1 tot 5 beschermende factoren, bij ruim een kwart is er sprake van meer dan 5 beschermende factoren. - Bij ruim 85% van de jeugdigen er een beschermende factor aanwezig is op het niveau van het kind. De normale intelligentie, aantrekkelijke verschijning en veerkracht van het kind scoren hier het hoogst. - Bij bijna drie kwart van de jeugdigen er een beschermende factor aanwezig is op het niveau van het gezin. Een goede relatie met 1 van de ouders wordt binnen dit niveau het meest gezien. - Bij bijna twee derde van de jeugdigen is er tevens sprake van een beschermende factor op het niveau van de sociale context. Sociale steun komt hier bij ongeveer twee op de vijf jeugdigen voor, terwijl toegang tot zorgzame volwassenen buiten het gezin bij ongeveer de helft van de jeugdigen aanwezig lijkt te zijn. 38

4.3 Prevalentie subcategorieën kernproblemen jeugdige 8 Onderstaand volgt een analyse van de aanwezige kernproblemen per hoofdcategorie, verder ingedeeld naar het niveau van de jeugdige, het niveau van het gezin en het niveau van de omgeving. Niveau van de jeugdige Gedragsproblemen (70%) Binnen de hoofdcategorie gedragsproblemen komen externaliserende gedragsproblemen (met een prevalentie van 53,2%) iets vaker voor dan internaliserende gedragsproblemen (47,3%). Binnen de categorie externaliserende gedragsproblemen komen verbale agressie (30,9%) en niet aan huisregels houden (26,5%) het meest voor. Binnen de categorie internaliserende gedragsproblemen komt angst het meeste voor (24,3%) gevolgd door teruggetrokken gedrag (17,6%) en somberheid (15,4%). (Vermoeden van) klinische stoornissen (56,3%) De meest voorkomende (vermoeden van)klinische stoornis in de onderzoekspopulatie is (het vermoeden van) hechtingsproblematiek/-stoornis (21,9%). Hierna volgen (het vermoeden van een) trauma met 18,6% prevalentie en ADHD met (16,0%). Achterstand in de (functie) ontwikkeling (60,9 % prevalentie) Achterstanden op het gebied van de emotionele (46 %) en sociale ontwikkeling (37,5 %) worden het meeste geregistreerd. Het kernprobleem hechting (gerelateerd aan achterstand in de ontwikkeling) volgt met een registratie van 21,6% van de jeugdigen. Verder komen ook problemen die samenhangen met cognitie (16,9%) en taal/spraak (10,4%) relatief vaak voor. Gezondheidsproblemen/ somatische aandoeningen (34,2% prevalentie) De kernproblemen slaapproblemen (12,6%), buikpijn (6,5%), lusteloosheid/vermoeidheid (6,0%) en hoofdpijn (5,7%) komen het meeste voor. Binnen de subcategorie middelenafhankelijkheid scoort drugs afhankelijkheid het hoogst (8,1%). COPD (0.2%), gokverslaving (0,2%) en medicijnafhankelijkheid (0%) komen relatief weinig of niet voor. Persoonlijkheidsproblematiek (32,6%) prevalentie) Het meest voorkomende kernprobleem hier is de categorie jongeren met ernstige problemen in de ontwikkeling van identiteit, autonomieontwikkeling en zelfstandigheid (19,6%). Deze categorie wordt gevolgd door de categorie jongeren met ernstige problemen in de persoonlijkheidsontwikkeling, oppositionele en/of anti-sociale gedragsproblematiek (10,4%) en meisjes met problemen in de persoonlijkheids- en identiteitsontwikkeling (bijvoorbeeld afhankelijkheid van groepscultuur, jongens of loverboys) (5 %). Niveau van het gezin Gezinsproblemen (88,9% prevalentie) Deze hoofdcategorie scoort de hoogste prevalentie. Bij 88,9% van de registraties is er sprake van problemen in het gezin. Een gezinssysteem waarin relatie/communicatieproblemen voorkomen komt met 43,9% het meest voor. Ook opvoedingsproblemen die verband houden met echtscheiding van de opvoeders (41,1%), gezinnen met multiproblem problematiek (29,8%), 8 Een gedetailleerd overzicht van de absolute aantallen binnen de subcategorieën per kernprobleem vindt u in bijlage 1. 39

psychiatrische problematiek van de opvoeders (27,7%), en opvoedingsproblemen die verband houden met gedragsproblematiek van de ouders (22,2%) komen vaak voor. Veiligheidsproblemen (vorm van kindermishandeling) (49,4% prevalentie) Gezinnen waarin sprake is van huiselijk geweld (28,2%) en psychische verwaarlozing (23,5%) komen het meest voor. Niveau van de omgeving Problemen in het schoolse functioneren/ de daginvulling (48,9% prevalentie) De meest voorkomende problemen vallen onder het cluster schoolprestaties. Wisselende prestaties (19,5%) komen binnen dit cluster het meest voor. Gedragsproblemen in klas/school wordt bij 24,8% van de jeugdigen gescoord, waarbij het niet aan regels houden het meest voor komt. Ook zijn er bij 21,6% motivatieproblemen, waarbij 16,8% schoolverzuim pleegt. Problemen met de vrije tijd (25% prevalentie) Met 14,5% prevalentie is risicovolle vriendengroep de meest voorkomende subcategorie. De categorie wordt gevolgd door geen invulling van de vrije tijd (10,1%) en politiecontacten (8,4%). 4.4 Vergelijking met onderzoeksuitkomsten uit 2014 40

4.5 Prevalentie kernproblemen per leeftijdscategorie Leeftijdscategorie 0-3 jarigen 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 2014 2015 De leeftijdscategorie 0-3 jarigen omvat 174 jeugdigen. Gezinsproblemen (96,6%) en veiligheidsproblemen (64,9%) komen verreweg het meest voor in deze leeftijdscategorie. Persoonlijkheidsproblematiek, problemen school en/of dagbesteding en problemen in vrije tijd komen bijna niet voor bij deze leeftijdscategorie. In vergelijking met 2014 zijn er een aantal kernproblemen fors gestegen, namelijk achterstand in ontwikkeling (2014= 26,3%, 2015=35,6%) en veiligheidsproblemen (2014=53,4%, 2015=64,9%). 41

Leeftijdscategorie 4-11 jarigen 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 2014 2015 De leeftijdscategorie 4 t/m 11 jarigen omvat 623 jeugdigen in 2015. In de categorie 4 t/m 11 jarigen komen gezinsproblemen verreweg het meeste voor. In meer dan 95 procent van de gevallen is er sprake van gezinsproblemen. Gedragsproblemen en achterstand in ontwikkeling speelt bij ongeveer twee derde van deze jeugdigen. Ook in deze leeftijdscategorie is er sprake van meervoudige problematiek, dat wil zeggen dat er kernproblemen geregistreerd worden op het niveau van de jeugdige, kernproblemen op het gezinsniveau en het niveau van de sociale context. Binnen dit laatste niveau zien we een forse toename in vergelijking met de 0-3 jarigen op problemen op schools functioneren. Ten opzichte van het onderzoek 2014 zien we lichte stijgingen met uitzondering van de persoonlijkheidsproblematiek en problemen in vrije tijd. 42

Leeftijdscategorie 12-17 jarigen 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 2014 2015 De leeftijdscategorie 12 t/m 17 jarigen omvat 733 jeugdigen in 2015. In de categorie 12 t/m 17 jarigen geldt dat er bij rond vier op de vijf jeugdigen gedragsproblemen (84,3%) en gezinsproblemen (83,6%) zijn geregistreerd. Problemen in het schools functioneren, achterstand in de functieontwikkeling en (vermoeden van) een klinische stoornis speelt bij ongeveer twee derde van deze jeugdigen Ook in deze leeftijdscategorie is er sprake van meervoudige problematiek, dat wil zeggen dat er kernproblemen geregistreerd worden op het niveau van de jeugdige, kernproblemen op het gezinsniveau en het niveau van de sociale context. Binnen dit laatste niveau zien we een forse toename in vergelijking met de 0-11 jarigen op zowel problemen op schools functioneren als problemen in de vrije tijd. Ten opzichte van het onderzoek 2014 zien we alleen maar lichte stijgingen met uitzondering van de persoonlijkheidsproblematiek. Deze is vrijwel gelijk gebleven (2014 = 50,3%, 2015 = 50,1%). De stijging bij gezondheidsproblematiek/somatische aandoening is het grootst. 43

Leeftijdscategorie 18 jaar en ouder 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 2014 2015 De leeftijdscategorie 18 jaar en ouder omvat 73 jeugdigen in 2015. Gedragsproblemen komen op het niveau van de jeugdige bij negen op de tien jeugdigen voor (95%), gevolgd door problemen in het schools functioneren/daginvulling (82,2%) en problemen in de vrije tijd (76,2%). Ook in deze leeftijdscategorie is sprake van meervoudige problematiek dat wil zeggen dat er problemen zijn op het niveau van de jeugdige (met name gedragsproblemen ), op het niveau van het gezin ( gezinsproblemen en veiligheidsproblemen ) en op het niveau van de sociale context waarbij de problemen in het schools functioneren/daginvulling en de vrijetijdsbesteding verder toenemen. 44

Gedragsproblemen Leeftijdscategorie Aantal % 0 t/m 3 jaar 25 14,4% 4 t/m 11 jaar 415 66,6% 12 t/m 17 jaar 618 84,3% 18 jaar en ouder 69 95% totaal 1127 (Vermoeden van ) een klinische stoornis Leeftijdscategorie Aantal % 0 t/m 3 jaar 31 17,8% 4 t/m 11 jaar 337 54,1% 12 t/m 17 jaar 485 66,2% 18 jaar en ouder 43 58,9% totaal 896 Persoonlijkheidsproblematiek Leeftijdscategorie Aantal % 0 t/m 3 jaar 7 4% 4 t/m 11 jaar 99 15,9% 12 t/m 17 jaar 372 50,1% 18 jaar en ouder 46 63% totaal 524 Achterstanden/problemen in de functieontwikkeling Leeftijdscategorie Aantal % 0 t/m 3 jaar 62 35,6% 4 t/m 11 jaar 417 66,9% 12 t/m 17 jaar 458 62,5% 18 jaar en ouder 43 59,0% totaal 980 Gezondheidsproblemen/ somatische aandoeningen Leeftijdscategorie Aantal % 0 t/m 3 jaar 25 14,4% 4 t/m 11 jaar 152 24,4% 12 t/m 17 jaar 332 45,3% 18 jaar en ouder 40 54,8% totaal 549 Gezinsproblemen Leeftijdscategorie Aantal % 0 t/m 3 jaar 168 96,6% 4 t/m 11 jaar 599 96,1% 12 t/m 17 jaar 613 83,6% 18 jaar en ouder 44 56,2% totaal 1424 45

Veiligheidsproblemen Leeftijdscategorie Aantal % 0 t/m 3 jaar 113 64,9% 4 t/m 11 jaar 352 56,5% 12 t/m 17 jaar 312 42,6% 18 jaar en ouder 14 19,2% totaal 791 Problemen in het schoolse functioneren / de daginvulling Leeftijdscategorie Aantal % 0 t/m 3 jaar 1 0,6% 4 t/m 11 jaar 246 39,5% 12 t/m 17 jaar 481 65,6% 18 jaar en ouder 60 82,2% totaal 788 Problemen met de vrije tijd Leeftijdscategorie Aantal % 0 t/m 3 jaar 6 3,5% 4 t/m 11 jaar 39 6,3% 12 t/m 17 jaar 312 42,6% 18 jaar en ouder 14 76,2% totaal 371 Kernproblemen per leeftijdscategorie van de onderzoeksgroep 0-3 jarigen Jeugdige Aantal % (vermoeden) klinische 31 17,8% stoornis gedragsproblemen 25 14,4% persoonlijkheidsproblemati 7 4,0% ek achterstand in 62 35,6% functieontwikkeling gezondheidsproblemen 25 14,4% Gezin gezinsproblemen 168 96,6% veiligheidsproblemen 113 64,9% Sociale context problemen in schools 1 0,6% functioneren problemen vrije tijd 6 3,5% 46

4-11 jarigen jeugdige Aantal % (vermoeden) klinische stoornis 337 54,1% gedragsproblemen 415 66,6% persoonlijkheidsproblematiek 99 15,9% achterstand in functieontwikkeling 417 66,9% gezondheidsproblemen 152 24,2% gezin gezinsproblemen 599 96,1% veiligheidsproblemen 352 56,5% Sociale context. problemen in schools functioneren 246 39,5% problemen vrije tijd 39 6,3% 12-17 jarigen jeugdige Aantal % (vermoeden) klinische stoornis 485 66,2% gedragsproblemen 618 84,3% persoonlijkheidsproblematiek 372 50,1% achterstand in functieontwikkeling 458 62,5% gezondheidsproblemen 332 45,3% gezin gezinsproblemen 613 83,6% veiligheidsproblemen 312 42,6% Sociale context. problemen in schools functioneren 481 65,6% problemen vrije tijd 312 42,6% 18 jaar en ouder Jeugdige Aantal % (vermoeden) klinische stoornis 51 58,9% gedragsproblemen 69 95,0% persoonlijkheidsproblematiek 46 63,0% achterstand in 43 59,0% functieontwikkeling gezondheidsproblemen 40 54,8% Gezin gezinsproblemen 44 56,2% veiligheidsproblemen 14 19,2% Sociale context problemen in schools 60 82,2% functioneren problemen vrije tijd 46 76,2% 47

4.6 Kernproblemen en sekse Sekseverschillen per kernprobleem zijn procentueel berekend en geanalyseerd door middel van een correlatiematrix middels SPSS. De sekse van de jeugdigen is afgezet tegen de kernproblemen. De analyses zijn ook uitgevoerd voor de subcategorieën behorend bij de interne- en externe gedragsproblemen van het kernprobleem gedragsproblemen. We hebben een p-waarde van 0,05 aangehouden als significantie niveau. Gedragsproblemen (sign. 0,092) Vermoeden van klinische stoornis (sign. 0,092) Gezondheidsproblemen (sign. 0,086) Persoonlijkheidsproblemen (sign. 0,979) Gezinsproblemen (sign. 0,000) Veiligheidsproblemen (sign. 0,038) School problemen (sign. 0,000) Vrijetijdsproblemen (sign. 0,000) Kernproblemen: wel significante verschillen Op het niveau van de jeugdige zijn er voor de kernproblemen (vermoeden van) klinische stoornissen, persoonlijkheidsproblematiek, gedragsproblematiek, en gezondheidsproblematiek statistische significante verschillen tussen jongens en meisjes gevonden. Deze groepen kernproblemen komen significant vaker voor bij jongens dan bij meisjes. Kernproblemen: geen significante verschillen Er zijn geen significante verschillen gevonden bij gezinsproblemen, veiligheidsproblemen, problemen in het schoolse functioneren/daginvulling en problemen met de vrije tijd. 48

Hoofdstuk 5 Samenhang tussen kernproblemen 2015 (Comorbiditeit: het tegelijkertijd aanwezig zijn van meerdere aandoeningen/stoornissen) 5.1 Aantal kernproblemen op hoofdcategorieën Kernproblemen komen vaak in samenhang met elkaar voor. Gemiddeld heeft een jeugdige 4,6 kernproblemen. In onderstaande tabel is te zien dat de jeugdige het vaakst een combinatie heeft van vijf kernproblemen, gevolgd door 4 en 6 kernproblemen. Jeugdigen met één kernprobleem geclusterd in een hoofdcategorie komt bij 8,1% van de onderzoeksgroep voor. Vijf of meer kernproblemen zijn aanwezig bij 865 jeugdigen; dit gaat om 53,7% van de onderzoeksgroep. Totaal aantal kernproblemen binnen hoofdcategorie per jeugdige, (n=1610) 49

Figuur in aantallen, zie hieronder Totaal hoofdcategorie Valid Frequency Percent Percent Cumulative Percent Valid,00 8,5,5,5 1,00 130 8,1 8,1 8,6 2,00 197 12,2 12,2 20,8 3,00 197 12,2 12,2 33,0 4,00 213 13,2 13,2 46,3 5,00 256 15,9 15,9 62,2 6,00 233 14,5 14,5 76,6 7,00 197 12,2 12,2 88,9 8,00 130 8,1 8,1 97,0 9,00 49 3,0 3,0 100,0 Total 1610 100,0 100,0 Comorbiditeit op de niveaus Van de jeugdigen in de onderzoeksgroep heeft 46,3% (196 jeugdigen) kernproblemen op alle niveaus. Bij 2,8% (12 jeugdigen) zijn er alleen één of meerdere problemen op het niveau van de jeugdige (en geen problemen op het niveau van het gezin en het niveau van de sociale context). Van de jeugdigen heeft 12,8% (54 jeugdigen) alleen één of meerdere kernproblemen op het niveau van het gezin. Slechts 4 jeugdigen hebben alleen één of meerdere kernproblemen op het niveau van de sociale context (0,9%). Comorbiditeit kernproblemen De percentagescores zijn voor de leesbaarheid omgezet naar een maat van samenhang, hiervoor is het volgende uitgangspunt gehanteerd: 1 = zeer klein deel van de jeugdigen: de percentagescores variëren tussen de 0-20% 2 = klein deel van de jeugdigen: de percentagescores variëren tussen de 20-40% 3 = rond de helft van de jeugdigen: de percentagescores variëren tussen de 40-60% 4 = groot deel van de jeugdigen: de percentagescores variëren tussen de 60-80% 5 = zeer groot deel van de jeugdigen: de percentagescores variëren tussen de 80-100% Bijvoorbeeld: Kolom: Klinisch Gedragsproblemen Rij (vermoeden van een klinische stoornis x 5 50

Deze 5 score wil zeggen dat voor een jeugdige met het kernprobleem (vermoeden van een) klinische stoornis (rij) voor een zeer groot deel (5 score: dat wil zeggen tussen de 80 en 100% van deze jeugdigen) tegelijkertijd sprake is van gedragsproblemen (kolom). Ditzelfde geldt niet automatisch andersom, immers: Klinisch (vermoeden van) een klinische stoornis x Gedragsproblemen 4 De 4 score wil zeggen dat voor een jeugdige met het kernprobleem gedragsproblemen (rij) voor een groot deel (4 score, dat wil zeggen tussen de 60-80% van deze jeugdigen) tegelijkertijd sprake is van een (vermoeden van een) klinisch stoornis. Comorbiditeit kernproblemen Klinische Gedragsstoornis probl. Klinische stoornis Gedragsproblemen Persoonlijkheidsproblematiek Achterstand in functieontwikkeling Gezondheidsproblemen Gezinsproblemen Veiligheidsproblemen Schoolproblemen Problemen met vrije tijd Persoonlijk h. probl. Achterstand in (functie) ontw. Gezondh. probl. Gezinsprobl. Veiligh. probl. School probl. X 5 3 4 3 5 3 4 2 4 X 3 4 3 5 3 4 2 4 5 X 4 3 5 3 4 3 4 5 4 X 3 5 3 3 2 4 5 3 4 X 5 3 4 3 3 4 2 4 2 X 3 3 2 4 4 2 4 2 5 X 3 2 4 5 3 4 3 5 3 X 3 4 5 4 4 3 5 3 5 x Probl. met vrije tijd Sterke verbanden Wat opvalt, is dat voor alle kernproblemen geldt dat voor een zeer groot deel (80% of meer) jeugdigen) tegelijkertijd sprake is van - gezinsproblemen - gedragsproblemen En dat voor alle kernproblemen (behalve gezinsproblemen) geldt dat voor een groot tot zeer groot deel (60% of meer) tegelijkertijd sprake is van - (vermoeden van) klinische stoornis - achterstand/problemen in de (functie) ontwikkeling 51

Verder zien we dat bij jeugdigen met een (vermoeden van) klinische stoornis voor een zeer groot deel (80% of meer) tegelijkertijd sprake is van gedragsproblemen. Andersom wordt een iets minder maar toch nog steeds sterk verband gevonden want bij jeugdigen met gedragsproblemen is voor een groot deel (60% tot 80%) tegelijkertijd sprake van een (vermoeden van) een klinische stoornis. Als er in het gezin een Veiligheidsproblemen aan de orde is, is er bijna altijd ook sprake van een Gezinsproblemen, andersom geldt dit in mindere mate. Bij een groot deel van de jeugdigen (60 tot 80%), vinden we een sterk verband tussen: - Persoonlijkheidsproblematiek en Problemen in het schoolse functioneren. - Gedragsproblemen en Problemen in het schoolse functioneren. - Gezondheidsproblemen en Problemen in het schoolse functioneren Geen sterke verbanden Voor alle kernproblemen geldt dat er bij een klein deel (20% tot 40%) tegelijkertijd sprake is van Problemen met de vrije tijd, behalve bij persoonlijkheidsproblemen, schoolproblemen en/of dagbesteding en gezondheidsproblemen; daar komt het vaker voor. 5.2 Ernst van de problematiek In het registratiesysteem (zie bijlage 1) zijn sinds 2013 twee extra vragen opgenomen die te maken hebben met de ernst van de problematiek. Beide vragen komen uit de (quick) STEP, Standaard Taxatie Ernst Problematiek. Dit is een instrument dat al langere tijd wordt ingevuld door medewerkers voor nieuwe cliënten. Hoeveel invloed hebben de problemen op het functioneren van de jeugdige? 52

Zijn er problemen met de kwaliteit van de omgeving van de jeugdige? Uit de resultaten blijkt dat een grote groep jeugdigen (74,1%) matig of heel veel last hebben en belemmerd worden door de problemen die ze hebben. Daarnaast is er nog een groep van 6,1 % waarbij er sprake is van extreem veel belemmering door de problematiek. De problemen met de kwaliteit van de omgeving is voor een grote groep jeugdigen (66,4%) matig of zwaar. Daarnaast is er nog een groep van 5,8 % waarbij de problemen met de kwaliteit van de omgeving zeer zwaar tot ernstig is. 53

Hoofdstuk 6 Onderzoeksresultaten kernproblemen binnen gemeenten 2015 6.1 Gemeente van herkomst Als gemeente van herkomst is de gemeente genomen waar de jeugdige geregistreerd staat (GBA) bij aanvang van de hulp van Regiecentrum Bescherming en Veiligheid, dus niet de gemeente waar de jeugdige op dit moment verblijft. Een jeugdige kan bijvoorbeeld door een uithuisplaatsing ergens anders verblijven. Onderstaande tabel geeft een beeld van het aantal (absoluut) registraties uit het onderzoek per gemeente. Frequency WBP_2016 Percent Valid Percent Cumulative Percent Achtkarspelen 56 3,5 3,5 3,5 Almere 4,2,2 3,7 Ameland 4,2,2 4,0 Amsterdam 8,5,5 4,5 Assen 1,1,1 4,5 Bergen Nh 1,1,1 4,6 Borger-Odoorn 2,1,1 4,7 Castricum 5,3,3 5,0 Coevorden 1,1,1 5,1 Dantumadiel 41 2,5 2,5 7,6 De Fryske Marren 79 4,9 4,9 12,5 De Marne 3,2,2 12,7 Deventer 1,1,1 12,8 Dongeradeel 54 3,4 3,4 16,1 Eemsmond 1,1,1 16,2 Eindhoven 1,1,1 16,3 Ferwerderadiel 18 1,1 1,1 17,4 Franekeradeel 57 3,5 3,5 20,9 Geldrop-Mierlo 1,1,1 21,0 Groningen 5,3,3 21,3 Harlingen 34 2,1 2,1 23,4 Heerde 1,1,1 23,5 Heerenveen 104 6,5 6,5 29,9 Het Bildt 26 1,6 1,6 31,6 Hoogeveen 2,1,1 31,7 54

Hoogezand- Sappemeer 2,1,1 31,8 Katwijk 2,1,1 31,9 Kollumerland Ca 30 1,9 1,9 33,8 Leek 1,1,1 33,9 Leeuwarden 388 24,1 24,1 58,0 Leeuwarderadeel 18 1,1 1,1 59,1 Leidschendam- Voorburg 1,1,1 59,1 Lelystad 1,1,1 59,2 Littenseradiel 20 1,2 1,2 60,4 Menameradiel 19 1,2 1,2 61,6 Meppel 2,1,1 61,7 Noordenveld 1,1,1 61,8 Noordoostpolder 2,1,1 61,9 Onbekend 16 1,0 1,0 62,9 Ooststellingwerf 57 3,5 3,5 66,5 Opsterland 81 5,0 5,0 71,5 Rhenen 1,1,1 71,6 Rijswijk 1,1,1 71,6 Rotterdam 1,1,1 71,7 S Gravenhage 3,2,2 71,9 Schiedam 2,1,1 72,0 Smallingerland 189 11,7 11,7 83,7 Stadskanaal 1,1,1 83,8 Steenwijkerland 3,2,2 84,0 Súdwest-Fryslân 148 9,2 9,2 93,2 Tytsjerksteradiel 61 3,8 3,8 97,0 Veendam 1,1,1 97,0 Weststellingwerf 40 2,5 2,5 99,5 Zeist 2,1,1 99,6 Zwartewaterland 1,1,1 99,7 Zwolle 5,3,3 100,0 Totaal 1610 100,0 100,0 55

Buiten provinciaal werden 70 jeugdigen geregistreerd. Van 16 cliënten is de gemeente van herkomst niet bekend. 6.2 Aantal registraties procentueel per gemeente Het Regiecentrum Bescherming en Veiligheid biedt in principe hulp aan jeugdigen tot 23 jaar. Dit geldt alleen wanneer een jeugdige voor zijn 18 e verjaardag al hulp ontvangt van het Regiecentrum Bescherming en Veiligheid. De groep 18+ is in dit onderzoek dan ook relatief klein (73 jeugdigen). Voor absolute aantallen jeugdigen per gemeente is gebruik gemaakt van de website van het centraal bureau voor de statistiek. Zij hanteren de leeftijdscategorie jonger dan 20 jaar. Er is gekozen om de onderzoeksgroep als zodanig af te zetten tegen de cijfers van het CBS jonger dan 20 jaar. Van belang hier is de verschillen per gemeente aan te kunnen duiden. Voor het totaal aantal jeugdigen jonger dan 20 jaar (absoluut aantal) is gebruik gemaakt van gegevens uit het cliëntprofielen onderzoek 2013, aangezien de gegevens van 2014 en 2015 nog niet beschikbaar zijn bij het CBS. 56

Totaal aantal jeugdigen jonger dan 20 jaar per gemeente, totaal aantal cliënten 0 tot 18+ per gemeente en de procentuele percentages. Gemeente Totaal aantal jeugdigen jonger dan 20 jaar (absoluut aantal) Totaal aantal cliënten 0 t/m 18+ (absoluut aantal) % registraties in 2013 Achtkarspelen 7116 56 0,79% Ameland 813 4 0,49% Het Bildt 2636 26 0,99% Dantumadiel 4634 41 0,89% Dongeradeel 5936 54 0,91% Ferwerderadiel 2275 18 0,79% Franekeradeel 4887 57 1,17% De Friese Meren 12789 79 0,62% (Gaasterlân-Sleat, Lemsterland, Skarsterlan) Harlingen 3658 34 0,93% Heerenveen 11350 104 0,92% Kollumerland en 3155 30 0,95% Nieuwkruisland Leeuwarden 23583 388 1,65% Leeuwarderadeel 2493 18 0,72% Littenseradiel 2889 20 0,69% Menameradiel 3393 19 0,56% Ooststellingwerf 5841 57 0,98% Opsterland 7442 81 1,09% Smallingerland 13406 189 1,41% Súdwest-Fryslân 20765 148 0,72% Tytsjerksteradiel 7743 61 0,79% Weststellingwerf 5686 40 0,70% Fryslân Totaal: 153942 Gem: 0,82% Overige gemeenten Totaal In plaats van kaartjes, worden de gegevens in tabellen beschreven/weergegeven. Bovenstaande tabel is omgezet in een provinciale kaart die laat zien welke gemeenten beduidend onder het gemiddelde, rond het gemiddelde of beduidend boven het gemiddelde scoren. Als maat is genomen: het gemiddelde +>0.10 is beduidend meer en het gemiddelde - <0.10 is beduidend minder, de gemeenten die daartussen in vallen zitten rond het gemiddelde. De maat is terug te vinden in de legenda van het kaartje. Een groene kleur betekent dat de gemeente onder het gemiddelde scoort, een gele kleur betekent dat de gemeente rond het gemiddelde scoort en een rode kleur betekent dat de gemeente boven het gemiddelde scoort. 57

Verdeling van het aantal Categorieën: Groen: < 0,72% Geel: 0,72% - 0,92% Rood: > 0,92% Gemeente % Achtkarspelen 0,79% Ameland 0,49% het Bildt 0,99% Dantumadiel 0,89% Dongeradeel 0,91% Ferwerderadiel 0,79% Franekeradeel 1,17% De Friese Meren (Gaasterlân-Sleat, 0,62% Lemsterland, Skarsterlan) Harlingen 0,93% Heerenveen 0,92% Kollumerland 0,95% Leeuwarden 1,65% Leeuwarderadeel 0,72% Littenseradiel 0,69% Menameradiel 0,56% Ooststellingwerf 0,98% Opsterland 1,09% Smallingerland 1,41% Súdwest-Fryslân 0,72% Tytsjerksteradiel 0,79% Weststellingwerf 0,70% Gemiddelde prevalentie kernproblemen in Friesland Hieronder wordt het vóórkomen van de kernproblemen per gemeente van herkomst in de provincie Friesland weergegeven. Om de gegevens op gemeentelijk niveau te kunnen interpreteren wordt eerst een overzicht gegeven van het percentage waarin het kernprobleem zich in de gehele provincie voordoet. Hier voor is het aantal malen dat het kernprobleem geregistreerd is afgezet tegen het totale aantal jeugdigen jonger dan 20 jaar in de provincie in 2013 volgens het CBS (153942). Kernproblemen en prevalentie binnen Friesland in %. Kernprobleem Prevalentie binnen Friesland in % Jeugdige (vermoeden van) klinische stoornis 0,59 Gedragsproblemen 0,73 Achterstand in de (functie)ontwikkeling 0,64 Gezondheidsproblemen 0,36 Persoonlijkheidsproblematiek 0,34 Gezin Gezinsproblemen 0,93 Veiligheidsproblemen (vorm van kindermishandeling) 0,52 58

Sociale context Schoolproblemen 0,51 Vrijetijdsproblemen 0,26 (n=1610) Hieronder volgen tabellen waarin per gemeente van herkomst wordt weergegeven wat het vóórkomen van een bepaald kernprobleem is. Aan de kleuren in het kaartje is per gemeente te zien of de gemeente op de kernproblematiek beduidend boven het gemiddelde, rond het gemiddelde of beduidend onder het gemiddelde scoort. Een groene kleur betekent dat de gemeente onder het gemiddelde scoort, een gele kleur betekent dat de gemeente rond het gemiddelde scoort en een rode kleur betekent dat de gemeente boven het gemiddelde scoort. Als maat is, net als bij het vorige kaartje, telkens uitgegaan van de gemiddelde prevalentie van het kernprobleem +>0.10 als beduidend meer en het gemiddelde - <0.10 als beduidend minder, de gemeenten die daartussen in vallen zitten rond het gemiddelde. De gekozen maat is steeds terug te vinden in de legenda bij de desbetreffende kaartjes. Percentage (vermoeden van) een klinische stoornis ten opzichte van het aantal jeugdigen jongeren dan 20 jaar per gemeente van 2015 Categorieën: Groen: < 0,49% Geel: 0,49% - 0,69% Rood: > 0,69% Achtkarspelen 0,55 Ameland 0,49 Het Bildt 0,78 Dantumadiel 0,60 Dongeradeel 0,51 Ferwerderadiel 0,40 Franekeradeel 0,78 De Friese Meren (Gaasterlân-Sleat, 0,30 Lemsterland, Skarsterlan) Harlingen 0,63 Heerenveen 0,46 Kollumerland 0,57 Leeuwarden 1,01 Leeuwarderadeel 0,44 Littenseradiel 0,38 Menameradiel 0,32 Ooststellingwerf 0,50 Opsterland 0,59 Smallingerland 0,78 Súdwest-Fryslân 0,38 Tytsjerksteradiel 0,49 Weststellingwerf 0,33 59

Percentage gedragsproblemen ten opzichte van het aantal jeugdigen jongeren dan 20 jaar per gemeente van 2015 Categorieën: Groen: < 0,63% Geel: 0,63% - 0,83% Rood: > 0,83% Achtkarspelen 0,60 Ameland 0,49 Het Bildt 0,83 Dantumadiel 0,73 Dongeradeel 0,66 Ferwerderadiel 0,62 Franekeradeel 0,82 De Friese Meren (Gaasterlân-Sleat, 0,49 Lemsterland, Skarsterlan) Harlingen 0,68 Heerenveen 0,67 Kollumerland 0,70 Leeuwarden 1,28 Leeuwarderadeel 0,52 Littenseradiel 0,52 Menameradiel 0,42 Ooststellingwerf 0,67 Opsterland 0,73 Smallingerland 1,02 Súdwest-Fryslân 0,45 Tytsjerksteradiel 0,55 Weststellingwerf 0,42 Percentage persoonlijkheidsproblematiek ten opzichte van het aantal jeugdigen jongeren dan 20 jaar per gemeente van 2015 Categorieën: Groen: < 0,24% Geel: 0,24% - 0,44% Rood: > 0,44% Achtkarspelen 0,28 Ameland 0,12 Het Bildt 0,46 Dantumadiel 0,30 Dongeradeel 0,25 Ferwerderadiel 0,26 Franekeradeel 0,29 De Friese Meren (Gaasterlân-Sleat, 0,17 Lemsterland, Skarsterlan) Harlingen 0,36 Heerenveen 0,34 Kollumerland 0,13 Leeuwarden 0,58 Leeuwarderadeel 0,36 Littenseradiel 0,48 Menameradiel 0,15 Ooststellingwerf 0,29 60

Opsterland 0,35 Smallingerland 0,53 Súdwest-Fryslân 0,24 Tytsjerksteradiel 0,21 Weststellingwerf 0,18 Percentage achterstand in de (functie)ontwikkeling ten opzichte van het aantal jeugdigen jongeren dan 20 jaar per gemeente van 2015 Categorieën: Groen: < 0,54% Geel: 0,54% - 0,74% Rood: > 0,74% Achtkarspelen 0,58 Ameland 0,49 het Bildt 0,72 Dantumadiel 0,63 Dongeradeel 0,51 Ferwerderadiel 0,70 Franekeradeel 0,70 De Friese Meren (Gaasterlân-Sleat, 0,38 Lemsterland, Skarsterlan) Harlingen 0,68 Heerenveen 0,49 Kollumerland 0,44 Leeuwarden 0,99 Leeuwarderadeel 0,56 Littenseradiel 0,42 Menameradiel 0,29 Ooststellingwerf 0,62 Opsterland 0,67 Smallingerland 0,89 Súdwest-Fryslân 0,37 Tytsjerksteradiel 0,45 Weststellingwerf 0,37 Percentage gezondheidsproblemen/somatische aandoeningen ten opzichte van het aantal jeugdigen jongeren dan 20 jaar per gemeente van 2015. Categorieën: Groen: < 0,26% Geel: 0,26% - 0,46% Rood: > 0,46% Achtkarspelen 0,35 Ameland 0,37 het Bildt 0,34 Dantumadiel 0,52 Dongeradeel 0,30 Ferwerderadiel 0,35 Franekeradeel 0,29 De Friese Meren (Gaasterlân-Sleat, 0,19 Lemsterland, Skarsterlan) Harlingen 0,47 Heerenveen 0,23 61

Kollumerland 0,19 Leeuwarden 0,57 Leeuwarderadeel 0,24 Littenseradiel 0,21 Menameradiel 0,15 Ooststellingwerf 0,38 Opsterland 0,34 Smallingerland 0,52 Súdwest-Fryslân 0,19 Tytsjerksteradiel 0,25 Weststellingwerf 0,26 Percentage gezinsproblemen ten opzichte van het aantal jeugdigen jongeren dan 20 jaar per gemeente van 2015. Categorieën: Groen: < 0,83% Geel: 0,83% - 1% Rood: > 1% Achtkarspelen 0,70 Ameland 0,49 het Bildt 0,95 Dantumadiel 0,69 Dongeradeel 0,78 Ferwerderadiel 0,79 Franekeradeel 1,06 De Friese Meren (Gaasterlân-Sleat, 0,54 Lemsterland, Skarsterlan) Harlingen 0,85 Heerenveen 0,83 Kollumerland 0,70 Leeuwarden 1,48 Leeuwarderadeel 0,72 Littenseradiel 0,59 Menameradiel 0,47 Ooststellingwerf 0,87 Opsterland 0,99 Smallingerland 1,26 Súdwest-Fryslân 0,62 Tytsjerksteradiel 0,67 Weststellingwerf 0,67 Percentage veiligheidsproblemen (vorm van kindermishandeling) ten opzichte van het aantal jeugdigen jongeren dan 20 jaar per gemeente van 2015 Categorieën: Groen: < 0,42% Geel: 0,42% - 0,62% Rood: > 0,62% Achtkarspelen 0,45 Ameland 0,49 het Bildt 0,61 Dantumadiel 0,47 Dongeradeel 0,52 62

Ferwerderadiel 0,53 Franekeradeel 0,70 De Friese Meren (Gaasterlân-Sleat, 0,27 Lemsterland, Skarsterlan) Harlingen 0,52 Heerenveen 0,37 Kollumerland 0,35 Leeuwarden 0,82 Leeuwarderadeel 0,61 Littenseradiel 0,38 Menameradiel 0,29 Ooststellingwerf 0,50 Opsterland 0,50 Smallingerland 0,61 Súdwest-Fryslân 0,29 Tytsjerksteradiel 0,44 Weststellingwerf 0,33 Percentage schoolproblemen ten opzichte van het aantal jeugdigen jongeren dan 20 jaar per gemeente van 2015 Categorieën: Groen: < 0,41% Geel: 0,41% - 0,61% Rood: > 0,61% Achtkarspelen 0,37 Ameland 0,25 het Bildt 0,72 Dantumadiel 0,48 Dongeradeel 0,56 Ferwerderadiel 0,53 Franekeradeel 0,57 De Friese Meren (Gaasterlân-Sleat, 0,26 Lemsterland, Skarsterlan) Harlingen 0,55 Heerenveen 0,35 Kollumerland 0,44 Leeuwarden 0,79 Leeuwarderadeel 0,40 Littenseradiel 0,38 Menameradiel 0,27 Ooststellingwerf 0,55 Opsterland 0,67 Smallingerland 0,81 Súdwest-Fryslân 0,34 Tytsjerksteradiel 0,32 Weststellingwerf 0,35 Percentage problemen vrije tijd ten opzichte van het aantal jeugdigen jongeren dan 20 jaar per gemeente van 2015 Categorieën: Groen: < 0,16% Geel: 0,16% - 0,36% Rood: > 0,36% 63

Achtkarspelen 0,24 Ameland 0,12 het Bildt 0,19 Dantumadiel 0,41 Dongeradeel 0,20 Ferwerderadiel 0,09 Franekeradeel 0,18 De Friese Meren (Gaasterlân-Sleat, 0,10 Lemsterland, Skarsterlan) Harlingen 0,44 Heerenveen 0,19 Kollumerland 0,32 Leeuwarden 0,46 Leeuwarderadeel 0,04 Littenseradiel 0,17 Menameradiel 0,15 Ooststellingwerf 0,17 Opsterland 0,20 Smallingerland 0,46 Súdwest-Fryslân 0,16 Tytsjerksteradiel 0,14 Weststellingwerf 0,12 64

Tabel: Vóórkomen van kernproblemen per gemeente ten opzichte van het provinciaalgemiddelde Klinische stoornis Gedragsprobleem Persoonlijkheids probl. Achterstand in ontw. Gezondh. problemen Gezins probl. Veiligh. probl. Probl. in schools function. Vrijetijds problemen Gemiddeld vóórkomen kernprobleem Provinciaal 0,59 0,73 0,34 0,64 0,36 0,93 0,52 0,51 0,26 Achtkarspelen - - - - - - - - - Ameland - - - - + - - - - Dantumadiel + 0 - - + - - - + Dongeradeel - - - - - - 0 + - Ferwerderadiel - - - + - - + + - Franekeradeel + + - + - + + + - De Friese Meren (Gaasterlân- Sleat, - - - - - - - - - Lemsterland, Skarsterlan) Harlingen + - + + + - 0 + + Heerenveen - - 0 - - - - - - Het Bildt + + + + - + + + - Kollumerland - - - - - - - - + Leeuwarden + + + + + + + + + Leeuwarderadee l - - + - - - + - - Littenseradiel - - + - - - - - - Menameradiel - - - - - - - - - Ooststellingwerf - - - - + - - + - Opsterland 0 0 + + - + - + - Smallingerland + + + + + + + + + Súdwest-Fryslân - - - - - - - - - Tytsjerksteradiel - - - - - - - - - Weststellingwerf - - - - - - - - - - = gemeente zit onder het gemiddelde 0 = gemeente zit precies op het gemiddelde + = gemeente zit boven het gemiddelde 65

Hoofdstuk 7 Beantwoording onderzoeksvragen Inleiding In dit hoofdstuk worden de onderzoeksvragen beantwoord. De onderzoeksvragen worden toegelicht en vergeleken wat betreft de jaren 2014 en 2015. Daarnaast worden resultaten van 2013 betrokken om verder terug te kunnen kijken en verschillen en overeenkomsten te zien. Daar waar mogelijk wordt betekenis gegeven aan de resultaten en mogelijke achtergronden daarvan. 7.1 Onderzoeksvraag 1 Wat zijn de kenmerken van de gehele onderzoeksgroep (vrijwillige jeugdzorg, jeugdbescherming en jeugdreclassering) op het aantal registraties, werksoort, sekse, leeftijd? Totale onderzoeksgroep De totale onderzoeksgroep bestond 1881 respondenten in 2014 en in 2015 waren er 1610 registraties van respondenten. Sekse Er zijn in 2014 en in 2015 meer jongens in de onderzoeksgroep (2014; 53,5% en 2015; 56%) dan meisjes (2014; 46,5% en 2015; 44%). Leeftijdscategorie In onderstaande tabel wordt over de drie jaren de verdeling per leeftijdscategorie getoond. 50 45 40 35 30 25 20 15 2013 2014 2015 10 5 0 0-3 jarigen 4-11 jarigen 12-17 jarigen 18 jaar en ouder 66

De grootste leeftijdscategorie wordt gevormd door 12 t/m 17 jarigen (42,5% in 2014 en 45,5% in 2015), gevolgd door de leeftijdscategorie 4 t/m 11 jarigen (38,6% in 2014 en 38,7% in 2015). De groep 0 t/m 3 jarigen is kleiner met (14,1% in 2014 en 10,8% in 2015). De leeftijdscategorie 18 + is de kleinste groep (3,8% in 2014 en 4,5% in 2015). Wat leeftijdscategorie betreft blijft de groep 12 t/m 17 jaar door deze jaren heen het meest voorkomen. De kans dat de problemen van jeugdigen worden gezien en/of verhevigd zijn, is gezien de leeftijd groter en kan mogelijk ook meer zichtbaar worden door fase gerelateerde kenmerken; meer buiten, bij vrienden, minder direct toezicht vanuit de opvoedingssituatie. Verdeling per werksoort De volgende tabel laat zien hoe de verdeling per werksoort is. De frequenties, maar ook de percentuele aantallen zullen worden weergegeven. Aantal jeugdigen Voorziening Frequentie Percentage 2014 2015 2014 2015 Vrijwillig kader 764 365 40,7% 22,7% Jeugdbescherming, OTS 774 841 41,1% 52,2% Jeugdbescherming, voogdij 196 211 10,4% 13,1% Jeugdreclassering 147 193 7,8% 12% Totaal 1881 1610 100% 100% Uit bovenstaande tabel komt naar voren dat het aantal jeugdigen in het vrijwillig kader afgenomen is. Bij de andere werksoorten is tussen 2014 en 2015 een duidelijke stijging te zien van de aantallen. Deze verandering heeft waarschijnlijk te maken met de transitie in de jeugdzorg, waarbij het gemeentelijke domein verantwoordelijk is geworden voor de jeugdzorg. Verhoudingsgewijs zijn er dan meer cliënten die in vanuit een maatregel ondersteuning krijgen vanuit Jeugd- en Gezinsbescherming. Dat is ook zichtbaar in onderstaande grafiek, waarbij ook het jaar 2013 is betrokken. 67

60 50 40 30 20 2013 2014 2015 10 0 Vrijwillig kader Jeugdbescherming, OTS Jeugdbescherming, voogdij Jeugdreclassering Vergelijking en conclusie over de jaren 2013, 2014 en 2015 Wat betreft de aantallen van de onderzoeksgroep wordt gezien dat achtereenvolgens 1656, 1881 en 1610 jeugdigen in de onderzoeksgroep zaten. De daling bij het vrijwillig kader in het jaar 2015 hangt waarschijnlijk samen met het effect van de transitie in de jeugdzorg. De begeleiding in het vrijwillige kader is (zoals bedoeld) grotendeels overgegaan naar de lokale teams. Dit is terug te zien in het percentage vrijwillig kader, deze is gedaald van 40, 6% in 2014 naar 22,7% in 2015. In alle drie de jaren is de groep jongens wat groter dan de groep meisjes. Statistisch gezien zijn er ook meer jongens en (gekoppeld aan onderzoeksvraag 2) komen een aantal problemen ook significant vaker voor bij jongens dan bij meisjes. 7.2 Onderzoeksvraag 2 Hoe kenmerkt het cliëntprofiel van de gehele onderzoeksgroep (vrijwillige jeugdzorg, jeugdbescherming en jeugdreclassering) zich op kernproblemen, subcategorieën en beschermende factoren (op het niveau van de jeugdige, het gezin en de sociale context)? 7.2.1 Kernproblemen jeugdige Er zijn verschillende kernproblemen die betrekking hebben op de jeugdige. Zo kan er sprake zijn van gedragsproblemen of (het vermoeden van) een klinische stoornis. Ook kan er sprake zijn van achterstanden in de functieontwikkeling of gezondheidsproblemen/somatische klachten. Tot slot kan er sprake zijn van persoonlijkheidsproblematiek. In onderstaande grafiek wordt inzichtelijk gemaakt welke kernproblemen zich voordeden in de jaren 2013, 2014 en 2105 bij jeugdigen. 68

80 70 60 50 40 30 20 10 0 2013 2014 2015 De kernproblemen gezondheidsproblemen/somatische klachten en persoonlijkheidsproblematiek komen in alle drie de jaren het minst voor. Het kernprobleem gedragsproblemen komt in alle drie de jaren het vaakst voor (64,4% in 2014 en 70% in 2015), gevolgd door Problemen/achterstanden in de (functie)ontwikkeling (56,4% in 2014 en 60,9% in 2015) en (vermoeden van) Klinische stoornis (51.6% in 2014 en 56,3% in 2015). Opvallend is dat er bij bijna alle kernproblemen in 2014 een daling zichtbaar is. Daarna is er een stijging te zien in 2015. Mogelijk hangt dit samen met de verschoven doelgroep; minder vrijwillige begeleiding en verhoudingsgewijs meer begeleiding vanuit een maatregel. Subcategorieën Jeugdige Binnen de hoofdcategorie Gedragsproblemen, waarbij er vaker sprake is van externaliserende gedragsproblemen dan van internaliserende gedragsproblemen, komen de kernproblemen verbale agressie, niet aan huisregels houden en angst het meest voor (voor zowel 2014 als 2015). Bij (vermoeden van) Klinische stoornis komt het meest voor: (het vermoeden van) hechtingsproblematiek/ -stoornis, trauma en ADHD (2014 en 2015) en bij Problemen/achterstand in de (functie)ontwikkeling gaat het vooral over problemen/achterstanden in de emotionele en sociale ontwikkeling (2014 en 2015). Beschermende factoren Jeugdige Uit het onderzoek naar de beschermende factoren kan worden opgemaakt dat er in 2014 bij bijna 80% van de jeugdigen er een beschermende factor aanwezig is op het niveau van het kind. De normale intelligentie, aantrekkelijke verschijning en veerkracht van het kind scoren hier het hoogst. In het jaar 2015 is dit aantal gestegen. Bij 85,6% van de jeugdigen is er een beschermende factor aanwezig op het niveau van het kind. De normale intelligentie, aantrekkelijke verschijning en veerkracht van het kind scoren hier het hoogst. Mogelijk kan de brede methodische verschuiving richting oplossingsgericht werken en focus op versterken van eigen kracht en regie hierin een verklarende factor zijn, zowel voor het signaleren van beschermende factoren als het vergroten daarvan. 69

7.2.2 Kernproblemen gezin Als het gaat om het gezin worden de categorieën gezinsproblemen en veiligheidsproblemen onderscheiden. In onderstaande grafiek wordt inzichtelijk gemaakt welke kernproblemen zich voordeden in de jaren 2013, 2014 en 2105 bij gezinnen. 100 90 80 70 60 50 40 30 2013 2014 2015 20 10 0 Gezinsproblemen Veiligheidsproblemen Zowel in 2014 als 2015 komt de hoofdcategorie Gezinsproblemen komt het vaakst voor (87,3% in 2014 en 88,9% in 2015). Veiligheidsproblemen komen voor bij 47,2% in 2014 en 49,4% in 2015. Bij zowel gezinsproblemen als veiligheidsproblemen is een lichte stijging te zien over de jaren. Alhoewel de doelgroep verschuiving ook hier weer een verklarende factor kan zijn, is het ook aannemelijk dat veiligheidsproblemen een groeiend probleem zijn of worden. Een en ander zal in toekomstige onderzoek meer betekenis kunnen worden gegeven. Subcategorie gezinsproblemen In 2014 komen binnen de hoofdcategorie Gezinsproblemen de kernproblemen gezinsproblemen naar aanleiding van een jonge moeder met psychische en/of gedragsproblematiek, verslavingsproblematiek en opvoeders met een laag cognitief niveau het meest voor. In 2015 komen relatie/communicatieproblemen, echtscheidingsproblematiek en multi-problem problematiek het meest voor. Een verklarende achtergrond kan gevormd worden door de toename van echtscheidingen, de individualisatie in de maatschappij en mogelijk (samenhangend) armoede problematiek. Subcategorie veiligheidsproblemen In onderstaande grafiek is te zien welke veiligheidsproblemen zich voordeden in de jaren 2013, 2014 en 2015. 70

30 25 20 15 10 2013 2014 2015 5 0 Lichamelijke mishandeling Lichamelijke verwaarlozing Psychische mishandeling Psychische verwaarlozing Seksueel misbruik binnen gezin Seksueel misbruik buiten gezin Huiselijk geweld Binnen de subcategorie veiligheidsproblemen komt huiselijk geweld het meest voor. Psychische verwaarlozing is ook een subcategorie die veel voorkomst. Seksueel misbruik binnen en buiten het gezin komt het minst voor. Er is bij huiselijk geweld een duidelijke stijging te zien over de jaren. Het zou kunnen zijn dat huiselijk geweld eerder wordt gesignaleerd en gemeld (en interventie mogelijk is) en/of dat het geweld toeneemt vanuit maatschappelijke factoren als agressie op de sociale media en de relatieve anonimiteit op dit platform. Beschermende factoren gezin Uit het onderzoek naar de beschermende factoren kan worden opgemaakt dat in 2014 bij bijna drie kwart (73,3%) van de jeugdigen er een beschermende factor aanwezig is op het niveau van het gezin. Een goede relatie met 1 van de ouders wordt binnen dit niveau het meest gezien. In 2015 is bij 74% van de jeugdigen er een beschermende factor aanwezig op het niveau van het gezin. Ook in dit jaar wordt een goede relatie met 1 van de ouders binnen dit niveau het meest gezien. Gecombineerd met de hoge mate van gezinsproblematiek lijkt het erop dat in problematische gezinssystemen vaak ook beschermende factoren zijn. Deze vormen vaak een goede ingang voor behandeling. 7.2.3 Kernproblemen sociale context Binnen de sociale context worden onderscheiden; problemen in het schoolse functioneren en problemen met de vrije tijd. In onderstaande grafiek wordt inzichtelijk gemaakt welke kernproblemen zich voordeden in de jaren 2013, 2014 en 2105 binnen de sociale context. 71

60 50 40 30 20 2013 2014 2015 10 0 Problemen in het schoolse functioneren Problemen met de vrije tijd Binnen het niveau van de sociale context heeft 43,2% in 2014 en 48,9% in 2015 van de jeugdigen Problemen in het schoolse functioneren/ de daginvulling. Er was in 2014 een lichte daling, maar in 2015 is dit duidelijk gestegen. Op het gebied van problemen in de vrije tijd is ook in 2014 een daling te zien en komt het procentuele aantal op 21,4%. In 2015 stijgt dit procentuele aantal naar 25%. Subcategorieën sociale context Als het gaat om problemen in het schoolse functioneren/de dagvulling in 2014, komen de volgende problemen het meest voor: niet aan de regels houden, schoolprestaties onder niveau, wisselende prestaties en schoolverzuim. In 2015 komen het meest voor: wisselende prestaties, niet aan regels houden en schoolverzuim. Binnen de subcategorie problemen met de vrije tijd is risicovolle vriendengroep de meest voorkomende subcategorie. De categorie wordt gevolgd door geen invulling van de vrije tijd en politiecontacten (2014 en 2015). Beschermende factoren Uit het onderzoek naar de beschermende factoren kan worden opgemaakt dat in 2014 bij 59,9% van de jeugdigen er sprake is van een beschermende factor op het niveau van de sociale context. Toegang tot zorgzame volwassenen buiten het gezin lijkt bij ongeveer de helft van de jeugdigen aanwezig lijkt te zijn. Sociale steun komt in 37% van de jeugdigen voor. In 2015 is er bij 61,4% van de jeugdigen sprake van een beschermende factor op het niveau van de sociale context. Sociale steun komt hier bij ongeveer twee op de vijf jeugdigen voor, terwijl toegang tot zorgzame volwassenen buiten het gezin bij ongeveer de helft van de jeugdigen aanwezig lijkt te zijn. 7.3 Onderzoeksvraag 3 Welke kernproblemen in de totale onderzoeksgroep (vrijwillige jeugdzorg, jeugdbescherming en jeugdreclassering) komen in samenhang met elkaar voor? (comorbiditeit) 72

Gemiddeld aantal kernproblemen Er zijn in totaal 9 kernproblemen. Dat zijn gedragsproblemen, (vermoeden van) klinische stoornis, achterstand in de ontwikkeling, gezondheidsproblemen/somatische problemen, persoonlijkheidsproblematiek, gezinsproblemen, veiligheidsproblemen, problemen school en/of dagbesteding en problemen in de vrije tijd. Kernproblemen komen vaak in samenhang met elkaar voor. Gemiddeld heeft een jeugdige in 2014 4,2 kernproblemen en in 2015 4,6 kernproblemen. In 2014 hebben de jeugdigen het vaakst een combinatie van vijf (15,7%), twee (14,5%) of vier (13,5%) kernproblemen. In 2015 is dat achtereenvolgens een combinatie van twee (14.4%), vijf (14.3%) of vier (14.2%) kernproblemen. Kernproblemen op de verschillende niveaus In 2014 hebben 40,5% va de jeugdigen kernproblemen op alle niveaus. Bij 2,1% zijn er alleen één of meerdere problemen op het niveau van de jeugdige (en geen problemen op het niveau van het gezin en het niveau van de sociale context). Voor 14,5% van de jeugdigen geldt dat ze alleen een of meerdere kernproblemen op het niveau van het gezin hebben. Slechts 0,6% van de jeugdigen hebben alleen een of meerdere problemen op het niveau van de sociale context. In 2015 hebben 46,3% van de jeugdigen kernproblemen op alle niveaus. Bij 2,8% zijn er alleen één of meerdere problemen op het niveau van de jeugdige. Van de jeugdigen heeft 12,8% alleen één of meerdere kernproblemen op het niveau van het gezin. Slechts 0,9% van de jeugdigen hebben alleen één of meerdere kernproblemen op het niveau van de sociale context. Verbanden tussen het voorkomen van kernproblemen Voor zowel 2014 als 2015 worden onderstaande verbanden gezien: Wat opvalt, is dat voor alle kernproblemen geldt dat voor een zeer groot deel (80% of meer) jeugdigen) tegelijkertijd sprake is van gezinsproblemen en gedragsproblemen. Dat voor alle kernproblemen (behalve gezinsproblemen) geldt dat voor een groot tot zeer groot deel (60% of meer) van de jeugdigen tegelijkertijd sprake is van (vermoeden van) een klinische stoornis en achterstand/problemen in de (functie)ontwikkeling. Verder wordt er gezien dat bij jeugdigen met een (vermoeden van) klinische stoornis voor een zeer groot deel (80% of meer) tegelijkertijd sprake is van Gedragsproblemen. Andersom wordt een iets minder maar toch nog steeds sterk verband gevonden want bij jeugdigen met Gedragsproblemen is voor een groot deel (60% tot 80% van de jeugdigen) tegelijkertijd sprake van een (vermoeden van) een klinische stoornis. Als er in het gezin een Veiligheidsproblemen aan de orde is, is er bijna altijd ook sprake van een Gezinsproblemen, andersom geldt dit in mindere mate. Bij een groot deel van de jeugdigen (60 tot 80%), is er een sterk verband tussen: - Persoonlijkheidsproblematiek en Problemen in het schoolse functioneren. - Gedragsproblemen en Problemen in het schoolse functioneren. - Gezondheidsproblemen en Problemen in het schoolse functioneren Ernst van de problematiek Voor 2014 zijn hierover geen gegevens beschikbaar. In 2015 is hierop gescoord met een vijf punts schaal. Een score van 1 betekent dat het geen invloed heeft en een score 5 betekent extreem veel invloed. Uit de resultaten van 2015 blijkt dat een grote groep jeugdigen (74,1%) matig of heel veel last hebben en belemmerd worden door de problemen die ze hebben. Daarnaast is er nog een groep van 6,1% waarbij er sprake is van extreem veel belemmering door de problematiek. 73

Achtkarspelen Ameland Dantumadiel De Fryske Marren Dongeradeel Ferwerderadiel Franekeradeel Harlingen Heerenveen Het Bildt Kollumerland Leeuwarden Leeuwarderadeel Littenseradiel Menameradiel Ooststellingwerf Opsterland Smallingerland Sudwest-Fryslan Tytsjerksteradiel Weststellingwerf Gemiddeld De problemen met de kwaliteit van de omgeving is voor een grote groep jeugdigen (66,4%) matig of zwaar. Daarnaast is er nog een groep van 5,8% waarbij de problemen met de kwaliteit van de omgeving zeer zwaar tot ernstig is. Vergelijking over de jaren 2013, 2014 en 2015: Het gemiddeld aantal kernproblemen is redelijk stabiel gebleven (resp. 4,4/4,2/4,6). Als het gaat om de combinatie van kernproblemen komen twee, vier of vijf kernproblemen tegelijkertijd als grootste categorieën naar voren. De grootte van de categorieën varieert enigszins door deze jaren heen. Wat de verbanden betreft zijn de resultaat van 2014 en 2015 vergelijkbaar en ook vergelijkbaar met 2013. Het hebben van kernproblemen op alle niveaus is toegenomen. Dit kan samenhangen met de doelgroep verschuiving, maar ook met de mogelijke samenhang en brede ontwrichtende werking van relatie, communicatie en echtscheidingsproblematiek. 7.4 Onderzoeksvraag 4 Wat is de prevalentie van alle kernproblemen in de totale onderzoeksgroep op gemeentelijk niveau en welke gemeenten onderscheiden zich in positieve of negatieve zin? Welke gemeente scoren per kernprobleem boven het provinciale gemiddelde? Prevalentie op gemeentelijk niveau Onderstaand schema geeft de prevalentie van kernproblemen bij jeugdigen per gemeente aan in de jaren 2013, 2014 en 2015 (afgezet tegen de registraties bij het CBS). 2 1,8 1,6 1,4 1,2 1 0,8 0,6 0,4 0,2 0 2013 2014 2015 Het gemiddelde in 2013 was 1,03%, in 2014 was het 1,17% en in 2015 was het 0,82%. Het gemiddelde over de drie jaren 1,01%. De cijfers aan de linkerkant is het percentage jeugdigen met kernproblemen in de betreffende gemeente. 74

Vergelijking over de jaren 2013, 2014 en 2015: In 2013 is er in vijf gemeenten (Leeuwarden, Het Bildt, Tytsjerksteradiel, Franekeradeel en Weststellingwerf) sprake van een bovengemiddeld aantal registraties van jeugdigen. In 2014 is dat voor vier gemeenten (Leeuwarden, Het Bildt, Harlingen, Smallingerland) het geval en in 2015 voor zeven gemeenten (Leeuwarden, Het Bildt, Smallingerland, Franekeradeel, Opsterland, Ooststellingwerf en Kollumerland). Franekeradeel en Smallingerland zijn tweemaal in deze drie jaren bovengemiddeld aanwezig en de rest van de gemeentes eenmaal in deze drie jaren. De gemeenten Leeuwarden en Het Bildt zijn alle jaren vertegenwoordigd in de categorie bovengemiddeld aantal registraties. Een verklaring voor de bovengemiddelde score van Leeuwarden zou kunnen zijn dat daar een clustering is van armoede gerelateerde problematiek en de samenhang daarvan met maatschappelijke problematiek. Voor Het Bildt is de achtergrond onduidelijk. 75

Hoofdstuk 8 Aanbevelingen In dit document is het onderzoek weergegeven naar de cliëntprofielen van de Jeugd- en Gezinsbescherming over de jaren 2014 en 2015, waarbij ook het jaar 2013 betrokken is. De resultaten zijn met elkaar vergeleken en waar mogelijk betekenis gegeven aan de resultaten. De onderzoeksvragen waren gericht op de kenmerken van de onderzoeksgroep, de kernproblemen en beschermende factoren, de samenhang tussen de kernproblemen en de prevalentie van de totale onderzoeksgroep op gemeentelijk niveau. Op basis van het onderzoek zijn aanbevelingen geformuleerd voor professionals in het wijk- of gebiedsteam en zorgaanbieders en beleidsmakers van gemeenten en zorgaanbieders. Aanbevelingen voor diagnostiek en behandeling (professionals in het wijk- of gebiedsteam en zorgaanbieders) Signaleer adequaat en tijdig (dreigende) onveiligheid en ongezonde opgroeisituaties (van jonge, pre-schoolse jeugdigen) om verdere schade te voorkomen. Wees alert op inzet van gestapelde zorg (inzet van meerdere interventies tegelijkertijd) wat betreft haalbaarheid en effect. Overweeg ook om (direct) zwaardere zorg in te zetten. Gebruik een adequaat analysemodel (in het lokale veld) om onveiligheid te signaleren en de gehele situatie in onderlinge samenhang op waarde te schatten. Wees alert op gezondheidsproblemen van jeugdigen en in gezinnen en de uitwerking hiervan op het functioneren van de jeugdige en het gezin. Werk hierbij samen met de medische professionals in de keten (huisarts/jeugdgezondheidszorg). Voor ondersteuning in het vrijwillig kader: Bespreek te allen tijde het netwerk en steunbronnen van de jeugdige en het gezin. Laat de kracht en regie bij de cliënt of in het netwerk. De cliënt heeft zeggenschap over zijn eigen leven en kan altijd keuzes maken (al zijn daar soms wel consequenties aan verbonden). Blijf focussen op de jeugdige ook als er strijd is in de communicatie bij betrokkenen (denk aan echtscheiding). Grijp vroegtijdig in zodat zwaarder ingrijpen (ondertoezichtstelling of uithuisplaatsing) voorkomen kan worden. Wees alert op (fysiek) geweld en ontstaan van trauma. Maak gebruik van de Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling en betrek SAVE en/of Veilig Thuis Friesland als ouders niet kunnen of niet willen meewerken aan het opheffen van de onveiligheid. Stel continuïteit in de opvoedingssituatie van de jeugdigen altijd voorop en organiseer zo nodig hulp rondom de opvoedingssituatie, om verplaatsingen (ontwikkelingsrisico) te voorkomen. 76

Aanbevelingen voor beleid (beleidsmakers van gemeenten en zorgaanbieders) Waarborg expertise op kindermishandeling en (huiselijk) geweld en echtscheidingsproblematiek in het lokale team om dreigende onveiligheid en escalatie snel en adequaat te signaleren en hierop ook te interveniëren. Beschrijf en gebruik een leidende pedagogische visie en eenheid van taal in de jeugdzorg keten als het gaat om veiligheid en goed-genoeg ouderschap. Benut het hele spectrum van vrijwillige zorg om een dwang maatregel te voorkomen. Deze positionerende hulpverlening, waarbij voorwaarden worden gehanteerd, kan door het lokale team of het SAVE-team (Jeugd- en Gezinsbescherming) geboden worden. Garandeer de beschikbaarheid van laagdrempelige (generalistische) zorg en waar nodig specialistische zorg. Weeg voor elke cliënt af wat werkt: stapelzorg of (kortdurend) inzet ten van zwaardere zorg. Match de intensiteit van de hulp met de zorgbehoefte. Waarborg daarbij een intensief (communicatie)netwerk van korte lijnen en elkaar vinden en kennen. Dit biedt continuïteit van handelen voor de cliënt en verhoogt het rendement van de ondersteuning. Borg dat elke cliënt in de eigen regio die zorg krijgt die nodig is op basis van de problematiek en de daaruit vloeiende zorgbehoefte en niet op basis van de beschikbaarheid van het aanbod/de inkoop (rechtsgelijkheid). Denk daarbij ook aan vormen van lichtere zorg bij echtscheidingsproblematiek. Vorm een (vangnet)keten rondom scholen en schoolverzuim (leerplichtambtenaar, lokale team), waarbij vroeg signaleren en interveniëren voorop staan. Dit om verlies van perspectief voor jeugdigen te voorkomen. Denk daarbij zo nodig ook (eerder) aan inzet van de jeugdreclassering (vrijwillig kader: positionerend en verbindend vanuit voorwaarden of vanuit een maatregel). Wees alert op armoedeproblematiek, vanwege de indringende invloed ervan op het welbevinden en rechten van het kind. Borg dat gezondheidsproblemen op tijd gesignaleerd worden, zodat de schade ervan op langere duur (mogelijk) beperkt kan worden. Naast de focus op kortdurende hulp, gericht op gedragsverandering, blijft zorg voor langere duur (aanhoudend ondersteunen bij chronische problematiek) nodig. Investeer structureel in kennis, vaardigheden en een reflectieve praktijk van hulpverleners, vooral over veiligheid, kindermishandeling, gezinsproblematiek en (v)echtscheiding. 77

Bijlage 1 Registratieformulier Kernproblemen en beschermende factoren Naam jeugdige : Geboortedatum : Datum vaststelling : Kernproblematiek (Vermoeden van)klinische stoornissen: Autisme Spectrum Stoornis Hechtingsproblematiek/stoornis ADHD ODD/CD Trauma Angststoornis/dwangstoornis Eetstoornis Schizofrenie/psychosen (Anaclytische)Depressie/stemmingsstoornissen/suïcidaliteit Leerproblemen Anders, n.l. Gedragsproblematiek: Externaliserend: Verbale agressie Fysieke agressie Liegen/bedriegen Niet aan huisregels houden Weglopen Schoolverzuim Autoriteitsproblemen Internaliserende/emotionele gedragsproblemen: Angst Slaapproblemen Teruggetrokken Somber Automutileren Suïcidepoging Anders, n.l. Persoonlijkheidsproblematiek: Meisjes met problemen in de persoonlijkheids- en identiteitsontwikkeling (afhankelijk van groepscultuur, jongens, loverboys) Jongeren met ernstige problemen in de persoonlijkheidsontwikkeling, oppositionele en/of anti-sociale gedragsproblematiek Problemen in de identiteits- en autonomieontwikkeling, zelfstandigheidsontwikkeling Persoonlijkheidsstoornis Culturele problematiek Loverboyproblematiek Anders, n.l. 78

Achterstanden/problemen in de (functie)ontwikkeling: Cognitie Taal/spraak Hechting Motoriek Zindelijkheid Sociaal Emotioneel Seksualiteit Zelfredzaamheid Anders, n.l. Gezondheidsproblemen/somatische aandoeningen: Buikpijn Hoofdpijn Slaapproblemen COPD Lusteloosheid/vermoeidheid Overgewicht Ondergewicht Middelenafhankelijkheid alcohol Middelenafhankelijkheid drugs Verslaving games/pc Gokverslaving Anders, n.l. Gezinsproblemen: Adoptieproblematiek Jonge moeders met psychische en/of gedragsproblematiek Gezinssysteem waarin relatie/communicatieproblemen Opvoedingsproblemen die verband houden met lage cognitieve begaafdheid van de opvoeders Opvoedingsproblemen die verband houden met psychiatrische problematiek van de opvoeders Opvoedingsproblemen die verband houden met verslavingsproblematiek van de opvoeders Opvoedingsproblemen die verband houden met echtscheiding van de opvoeders Opvoedingsproblemen die verband houden met gedragsproblematiek van de opvoeders Gezin met multiproblemproblematiek Problematiek vanuit cultuurverschillen Anders, n.l. Veiligheidsproblemen: Gezin waarin sprake is van lichamelijke mishandeling Gezin waarin sprake is van lichamelijke verwaarlozing Gezin waarin sprake is van psychische mishandeling Gezin waarin sprake is van psychische verwaarlozing Seksueel misbruik binnen het gezin Seksueel misbruik buiten het gezin Gezin waarin sprake is van huiselijk geweld 79

Problemen in het schoolse functioneren/ de daginvulling: Motivatie problemen: Incidenteel spijbelen Schoolverzuim Vroegtijdig schoolverlaten Gedragsproblemen in klas/school: Niet aan regels houden Agressie verbaal Agressie fysiek Veel verschillende scholen Prestatie: Onder niveau Zitten blijven Wisselende prestaties Problemen met vrije tijd: Risicovolle groep Geen invulling vrije tijd Politiecontacten Anders, n.l. Beschermende factoren: Niveau kind: Normale intelligentie kind Veerkracht kind Gemakkelijk temperament Speciale talenten kind Aantrekkelijke verschijning Humor kind Niveau van gezin: Een goede relatie met een van de ouders Responsieve en sensitieve ouder(s) Steun van broertjes/zusjes Stabiele financiële situatie Niveau van sociale context: Sociale steun Toegang tot zorgzame volwassenen buiten gezin Ernst: Hoeveel invloed hebben de problemen op het functioneren van de jeugdige? N.v.t. (geen invloed) Lichte invloed Matige invloed Heel veel invloed Extreem veel invloed Zijn er problemen met de kwaliteit van de omgeving van de jeugdige? Geen of normale problemen Kleine of lichte problemen Matige problemen Zware problemen Zeer zware tot ernstige problemen 80

Bijlage 2 Tabellen bij hoofdstuk 1 Tabel 2.1: Percentages en aantallen onderzoekspopulatie naar functie Vrijwillig, Jeugdbescherming of Jeugdreclassering Valid Frequency Percent Percent Cumulative Percent Valid vrijwillig 764 40,7 40,7 40,7 voogdij 196 10,4 10,4 51,0 gezinsvoogdij 774 41,1 41,1 92,2 jeugdreclassering 147 7,8 7,8 100,0 Total 1881 100,0 100,0 Tabel 2.2: percentages en aantallen geslacht onderzoekspopulatie Frequency man of vrouw Percent Valid Percent Cumulative Percent Valid man 1003 53,3 53,4 53,4 vrouw 875 46,5 46,6 100,0 Total 1878 99,8 100,0 Missing System 3,2 Total 1881 100,0 Tabel 2.3: Percentages en aantallen leeftijd onderzoekspopulatie (ingedeeld in categorieën) leeftijd Cumulative Frequency Percent Valid Percent Percent Valid 18 1,0 1,0 1,0 0 t/m 3 266 14,1 14,1 15,1 12 t/m 17 799 42,5 42,5 57,6 18 + 72 3,8 3,8 61,4 4 t/m 11 726 38,6 38,6 100,0 Total 1881 100,0 100,0 81

Tabel 2.4: Nationaliteit onderzoeksgroep nationaliteit Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent Valid 6,3,3,3 Afghaanse 1,1,1,4 Algerijnse 1,1,1,4 Amerikaans burger 1,1,1,5 Amerikaans onderdaan 5,3,3,7 Belgische 7,4,4 1,1 Bondsrepubliek Duitsland, 10,5,5 1,6 burger van Brits burger 7,4,4 2,0 Bulgaarse 4,2,2 2,2 Canadese 1,1,1 2,3 Chinese 3,2,2 2,4 Colombiaanse 1,1,1 2,5 Dominicaanse Republiek, 2,1,1 2,6 burger van Egyptische 2,1,1 2,7 Filippijnse 2,1,1 2,8 Franse 1,1,1 2,9 Griekse 2,1,1 3,0 Hongaarse 3,2,2 3,1 Ierse 1,1,1 3,2 Indonesische 1,1,1 3,2 Italiaanse 1,1,1 3,3 Joegoslavische 1,1,1 3,3 Kongolese 1,1,1 3,4 Marokkaanse 9,5,5 3,9 Nederlandse 1719 91,4 91,4 95,3 Oekraine, burger van 1,1,1 95,3 Onbekend 39 2,1 2,1 97,4 Pakistaanse 1,1,1 97,4 Poolse 4,2,2 97,7 Portugese 1,1,1 97,7 Roemeense 5,3,3 98,0 Rwandese 1,1,1 98,0 Slowaakse 1,1,1 98,1 Somalische 3,2,2 98,2 Spaanse 2,1,1 98,4 Surinaamse 8,4,4 98,8 82

Syrische 9,5,5 99,3 Thaise 1,1,1 99,3 Tsjechische 2,1,1 99,4 Tunesische 3,2,2 99,6 Turkse 5,3,3 99,8 Ugandese 2,1,1 99,9 Vietnamese 1,1,1 100,0 Total 1881 100,0 100,0 Tabel 2.5: Land van herkomst onderzoeksgroep land van herkomst Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent Valid 5,3,3,3 Afghanistan 3,2,2,4 Algerije 1,1,1,5 Angola 3,2,2,6 Armenië 1,1,1,7 Aruba 1,1,1,7 Belarus (Wit- Rusland) 1,1,1,8 Bolivia 1,1,1,9 Bondsrepubliek Duitsland 5,3,3 1,1 Bulgarije 3,2,2 1,3 China 4,2,2 1,5 Colombia 2,1,1 1,6 Democratische Republiek Congo 1,1,1 1,6 Ethiopië 2,1,1 1,8 Federale Republiek 3,2,2 1,9 Joegoslavië Frankrijk 1,1,1 2,0 Groot-Brittannië 2,1,1 2,1 Hongarije 3,2,2 2,2 Indonesië 1,1,1 2,3 Irak 6,3,3 2,6 Iran 6,3,3 2,9 Ivoorkust 1,1,1 3,0 Kenya 1,1,1 3,0 Libië 1,1,1 3,1 Macedonië 1,1,1 3,1 Nederland 1762 93,7 93,7 96,8 Nederlandse Antillen 10,5,5 97,3 83

Nigeria 1,1,1 97,4 Noord-Korea 1,1,1 97,4 Oekraïne 1,1,1 97,5 Polen 1,1,1 97,6 Portugal 1,1,1 97,6 Roemenië 1,1,1 97,7 Servië 1,1,1 97,7 Soedan 1,1,1 97,8 Somalië 4,2,2 98,0 Sri Lanka 1,1,1 98,0 Suriname 14,7,7 98,8 Syrië 10,5,5 99,3 Tanzania 4,2,2 99,5 Thailand 1,1,1 99,6 Tsjechië 2,1,1 99,7 Uganda 2,1,1 99,8 Verenigde Staten 2,1,1 99,9 Zuid-Afrika 1,1,1 99,9 Zwitserland 1,1,1 100,0 Total 1881 100,0 100,0 Subcategorieën: Aantallen kernproblemen/subcategorieën per hoofdcategorie van de onderzoeksgroep vrijwillig, jeugdbescherming en jeugdreclassering. Hoofdcategorie gedragsproblemen Aantal Percentage Subcategorieën Externaliserende gedragsproblemen 884 47,0% Verbale agressie 503 26,7% Fysieke agressie 335 17,8% Liegen/bedriegen 277 14,7% Niet aan huisregels houden 473 25,1% Weglopen 170 9,0% Schoolverzuim 256 13,6% Autoriteitsproblemen 357 19,0% Internaliserende/emotionele gedragsproblemen 740 39,3% Angst 422 22,4% Slaapproblemen 199 10,6% Teruggetrokken 311 16,5% Somber 268 14,2% Automutileren 46 2.4% Suïcidepoging 18 1.0% Andere gedragsproblemen 149 7.9% 84

Subcategorieën (vermoeden van) klinische stoornissen Aantal Percentage Autisme Spectrum Stoornis Hechtingsproblematiek ADHD ODD Trauma Angststoornis/dwangstoornis Eetstoornis Schizofrenie/psychosen Depressie/stemmingsstoornissen/suïcidaliteit anders 159 372 290 104 314 45 16 3 61 170 8,5 % 19,8 % 15,4 % 5,5 % 16,7 % 2,4 % 0,9 % 0,2 % 3,2 % 9 % Achterstanden in (functie)ontwikkeling Cognitie Taal/spraak Hechting Motoriek Zindelijkheid Sociaal Emotioneel Seksualiteit Zelfredzaamheid Anders Aantal 311 179 363 58 50 674 818 91 91 68 Percentage 16,5 % 9,5 % 19,3 % 3,1 % 2,7 % 35,8 % 43,5 % 4,8 % 4,8 % 3,6 % Gezondheidsproblemen/somatische aandoeningen Buikpijn Hoofdpijn Slaapproblemen COPD Lusteloosheid/vermoeidheid Overgewicht Ondergewicht Middelenafhankelijkheid alcohol Middelenafhankelijkheid drugs Verslaving games/pc Gokverslaving Anders Aantal 111 94 177 5 90 87 32 21 78 24 4 123 Percentage 5,9 % 5 % 9,4 % 0,3 % 4,8 % 4,6 % 1,7 % 1,1 % 4,1 % 1,3 % 0,2 % 6,5 % 85

Subcategorieën Persoonlijkheidsproblematiek Aantal Percentage Meisjes met problemen in de persoonlijkheids- en identiteitsontwikkeling Jongeren met ernstige problemen in de persoonlijkheidsontwikkeling, oppositionele en/of anti-sociale gedragsproblematiek Problemen in de identiteits- en autonomie-, zelfstandigheidsontwikkeling 91 169 4,8 % 9,0 % Culturele problematiek Anders Persoonlijkheidsstoornis 329 60 38 32 17,5 % 3,2 % 2,0 % 1,7 % Subcategorieën Gezinsproblemen Aantal Percentage Adoptie problematiek Jonge moeder gedragsproblematiek Relatie/communicatie problemen Lage cognitieve opvoeders Psychiatrische problematiek opvoeders Verslavingsproblematiek opvoeders Scheiding opvoeders Multiproblematiek Problematiek vanuit cultuurverschillen Anders 12 120 715 319 548 274 662 492 164 206 6,4 % 38,0 % 17,0 % 29,1 % 14,6 % 35,2 % 22,4 % 26,2 % 8,7 % 11,0 % Subcategorieën Veiligheidsproblemen Aantal Percentage Lichamelijk mishandeling Lichamelijke verwaarlozing Psychische mishandeling Psychische verwaarlozing Seksueel misbruik binnen gezin Seksueel misbruik buiten gezin Huiselijk geweld 151 243 210 453 61 53 505 8,0 % 12,9 % 11,2 % 24,1 % 3,2 % 2,8 % 26,8 % 86

Problemen in het schoolse functioneren/daginvulling Incidenteel spijbelen Schoolverzuim Vroegtijdig schoolverlaten Niet aan regels houden Agressie verbaal Agressie fysiek Veel verschillende scholen Onder niveau Zitten blijven Wisselende prestaties Aantal 102 240 64 324 216 122 81 286 76 280 Percentage 5,4 % 12,8 % 3,4 % 17,2 % 11,5 % 6,5 % 4,3 % 15,2 % 4,0 % 14,9 % Problemen met vrije tijd Aantal Percentage Risicovolle vriendengroep Geen invulling vrije tijd Politiecontacten Anders 198 173 129 76 10,5 % 9,2 % 6,9 % 4,0 % Leeftijdscategorieën en kernproblemen onderzoeksgroep (Vermoeden van ) een klinische stoornis Leeftijdscategorie Aantal % 0 t/m 3 jaar 44 11,7% 4 t/m 11 jaar 390 53,7% 12 t/m 17 jaar 495 62,0% 18 jaar en ouder 39 54,2% totaal 968 Gedragsproblemen Leeftijdscategorie Aantal % 0 t/m 3 jaar 43 16,2% 4 t/m 11 jaar 460 63,4% 12 t/m 17 jaar 656 82,1% 18 jaar en ouder 51 81.0% totaal 1210 Persoonlijkheidsproblematiek Leeftijdscategorie Aantal % 0 t/m 3 jaar 9 0,3% 4 t/m 11 jaar 119 16,4% 12 t/m 17 jaar 402 50,3% 18 jaar en ouder 40 55,6% totaal 580 Achterstanden/problemen in de functieontwikkeling Leeftijdscategorie Aantal % 0 t/m 3 jaar 70 26,3% 4 t/m 11 jaar 456 62,8% 12 t/m 17 jaar 485 60,7% 18 jaar en ouder 47 65,3% totaal 1058 87

Gezondheidsproblemen/ somatische aandoeningen Leeftijdscategorie Aantal % 0 t/m 3 jaar 41 15,4% 4 t/m 11 jaar 155 21,4% 12 t/m 17 jaar 292 36,6% 18 jaar en ouder 31 43,1% totaal 519 Gezinsproblemen Leeftijdscategorie Aantal % 0 t/m 3 jaar 246 92,5% 4 t/m 11 jaar 674 92,8% 12 t/m 17 jaar 660 82,6% 18 jaar en ouder 45 62,5% totaal 1625 Veiligheidsproblemen Leeftijdscategorie Aantal % 0 t/m 3 jaar 142 53,4% 4 t/m 11 jaar 389 53,6% 12 t/m 17 jaar 333 41,7% 18 jaar en ouder 12 16,7% totaal 766 Problemen in het schoolse functioneren / de daginvulling Leeftijdscategorie Aantal % 0 t/m 3 jaar 4 1,5% 4 t/m 11 jaar 268 36,9% 12 t/m 17 jaar 483 60,5% 18 jaar en ouder 57 79,2% totaal 812 Problemen met de vrije tijd Leeftijdscategorie Aantal % 0 t/m 3 jaar 3 1,1% 4 t/m 11 jaar 59 8,1% 12 t/m 17 jaar 305 38,2% 18 jaar en ouder 36 50,0% totaal 403 88

Kernproblemen per leeftijdscategorie van de onderzoeksgroep 0-3 jarigen Jeugdige absoluut percentage (Vermoeden) klinische stoornis 44 11,7% Gedragsproblemen 43 16,2% Persoonlijkheidsproblematiek 9 0,3% Achterstand in 70 26,3% functieontwikkeling Gezondheidsproblemen 41 15,4% Gezin Gezinsproblemen 246 92,5% Veiligheidsproblemen 142 53.4% Sociale context Problemen in schools 4 1.5% functioneren Problemen vrije tijd 3 1.1% 4-11 jarigen Jeugdige absoluut percentage (vermoeden) klinische stoornis 390 53,7% gedragsproblemen 160 63,4% persoonlijkheidsproblematiek 119 16,4 % achterstand in functieontwikkeling 456 62,8% gezondheidsproblemen 155 21,4% Gezin gezinsproblemen 674 92,8% veiligheidsproblemen 389 53.6% Sociale context problemen in schools functioneren 268 36,9% problemen vrije tijd. 59 8,1% 12-17 jarigen Jeugdige absoluut percentage (Vermoeden) klinische stoornis 495 62,0% Gedragsproblemen 656 82.1% Persoonlijkheidsproblematiek 402 50.3% Achterstand in functieontwikkeling 485 60.7% Gezondheidsproblemen 292 36.6% Gezin gezinsproblemen 660 82,6% veiligheidsproblemen 333 41,7% Sociale context problemen in schools functioneren 483 60,5% problemen vrije tijd 305 38,2% 89

18 jaar en ouder Jeugdige absoluut percentage (Vermoeden) klinische stoornis 39 54,2% Gedragsproblemen 51 81.0% Persoonlijkheidsproblematiek 40 55,6% Achterstand in 47 65,3% functieontwikkeling Gezondheidsproblemen 31 43,1% Gezin Gezinsproblemen 45 62,5% Veiligheidsproblemen 12 16,7% Sociale context Problemen in schools 57 79,2% functioneren Problemen vrije tijd 36 50,0% 90

Bijlage 3 Tabel bij hoofdstuk 2 Samenhang kernproblematiek, absolute aantallen 91