Datum: Zaterdag 28 november 15-09u30 Plaats: Hotel Montreal, Mechelen Aanwezigheden: Vlaamse Basketballiga vzw Algemene Vergadering Raad van Bestuur: A. Welvaarts, voorzitter, P. Deleye, E. De Neve, F. Van Den Eynde, B. Vrebosch, bestuurders Coördinatoren: K. Verspecht, financieel coördinator, P. Verswijver, juridisch coördinator,, K. Umans, secretaris-generaal Administratie: N. De Backer Afgevaardigden: Antwerpen: J. Bleys (+ volmacht van R. Maeseele), E. Roos (+ volmacht van F. Van den Bosch), M. Verlinden (+ volmacht van H. Van Soom) Limburg: M. Bogaers, T. Jannis, J. Reenaers Oost-Vlaanderen: E. Fels, J. Van Lantschoot, S. Van Puyvelde, L. Verheye Vlaams-Brabant: P. De Smedt, J. Manghelinckx, E. Schuermans West-Vlaanderen: F. Goemaere (met volmacht van J.P. Cannaert), E. Hendryckx, A. Surgeloose, G. Vervaecke 1. Welkomstwoord van de voorzitter A. Welvaarts, voorzitter, opent de vergadering om 9u35 en verwelkomt de deelnemers. Hij speelt in op de actualiteit en geeft aan dat VBL nog steeds een veilige haven is, alhoewel er een flink aantal uitdagingen wachten en de verwachtingen niet steeds volledig ingevuld kunnen worden, wegens tijdsgebrek en de hoeveelheid van taken. Hij verwijst hierbij naar de opstart van de PROMBAS competities, het automatisatieproject, de arbitrage problematiek, de impact van het dossier BMC, de hervorming van KBBB, de financiële uitdagingen naar de toekomst toe in het kader van de herziening van het decreet op georganiseerd sporten, de personeelsproblematiek en de aan de gang zijnde governance oefening. De voorzitter accentueert ook de verhoogde inspanningen in het domein van communicatie naar de verschillende geledingen en de positieve beoordeling door de subsidiërende instanties. 2. Aanwezigheden Aanpassing van de agenda K. Umans, secretaris-generaal, deelt mee dat er 20 werkende leden aanwezig dan wel bij volmacht vertegenwoordigd zijn. Een twee derde meerderheid wordt bereikt bij 14 stemmen, terwijl de enkelvoudige meerderheid 11 stemmen vereist. 3. Budget 2016 De voorzitter verwijst naar de voorbereidende fase in samenwerking met FinCom, wat leidde tot enkele marginale aanpassingen aan het initiële ontwerp van budget. Hij legt het globale ontwerp van budget 2016 ter stemming voor: - de gewone begroting welke voor een bedrag van 41k deficitair is, wordt eenparig goedgekeurd. (20-0)
- inzake de uitvoering van het actieplan, waarvoor in de jaren 15 en 16 nog een bedrag van 2 X 150k gealloceerd is, vestigt E. Schuermans er de aandacht op dat diverse actiepunten na de beleidsperiode principieel in de gewone werking en begroting thuishoren. De voorzitter antwoordt dat de RvB deze bezorgdheid zal meenemen naar de opmaak van het toekomstige budget toe. De vergadering keurt bij unanimiteit de allocatie van max. 150k voor 2016 goed. - de voorzitter geeft mee dat de afgesproken acties in het domein van de competitiehervorming minder snel van start gaan dan verhoopt, daar dit toch heel wat overleg vergt met clubs en AWBB. Bovendien is elk initiatief dat genomen wordt onderworpen aan een voorafgaand akkoord van RvB nadat daarvoor advies bij de FinCom ingewonnen wordt. Dhr Schuermans stelt dat FinCom principieel akkoord is de voorziening die in 2015 ter beschikking kon zijn door te schuiven naar de jaren 2016-2018, waarbij de uitgaven in de jaarrekening verwerkt moeten worden. Dhr Van Puyvelde benadrukt dat de signalen van de clubs zeer goed opgenomen werden door VBL, doch dat er nu een zekere onvrede heerst bij die clubs omdat de uitvoering op zich laat wachten.. Hij begrijpt dat er een aantal initiatieven voorwerp zijn van discussies op het niveau van PROMBAS, maar andere zoals de aanstelling van een competition administrator en initiatieven in het domein van marketing en promotie behoren tot de prerogatieven van VBL. Dhr Welvaarts antwoordt dat zowel op vlak van de RvB van VBL als deze van PROMBAS de problematieken gereactiveerd zullen worden. De vergadering stemt unaniem in met de budgetverschuiving naar de periode 2016-2018. J. Reenaers accentueert dat een verder uitstel niet mogelijk is. 4. Voorstellen tot wijziging van de statutaire bepalingen en/of het huishoudelijk reglement 4.1. AD Wijziging AD26 (voorstel Lim, zie bijlage) incl. onmiddellijke toepassing: stemming; 20 voor - 0 tegen, aanvaard. 4.2. CD 4.3. JD CD201 (voorstel Lim, zie bijlage) incl. onmiddellijke toepassing: stemming: 20 voor 0 tegen, aanvaard. CD204 (voorstel VlaBra, zie bijlage) incl. onmiddellijke toepassing: stemming: 20 voor 0 tegen, aanvaard. CD256: de voorzitter wijst de vergadering er op dat WetCom na tussenkomst van VlaBra - alsnog een bijsturing van het ontwerp voorlegt stemming): 11 voor (WVL 2, Ant 6, Lim 3) 9 tegen (2 WVl, 4 OVl, 3 VlaBra), niet aanvaard. CD264 (voorstel Lim, zie bijlage) incl. onmiddellijke toepassing vanaf de organisatie van de competitie 2016-2017: stemming 16 voor 4 tegen (OVl), aanvaard. CD253 (voorstel Lim): stemming 10 voor (4 WVl, 3 Lim, 3 VlaBra) 10 tegen (4 Ovl, 6 Ant), niet aanvaard. JD471 (voorstel WetCom): Dhr Van Lantschoot vraagt naar de zin van het voorstel nu recent een medische commissie ingesteld werd. De voorzitter stelt voor het voorstel te verwijzen naar een volgende vergadering en advies te vragen aan de medische commissie. Dhr De Smedt stemt hiermee in. Dhr Manghelinckx merkt wel op dat in de titel van de attesten duidelijk vermeld wordt voor welke periode ze geldig zijn en dat de datum waarop ze opgersteld worden van geen belang is..
5. Allerlei 5.1. Werking National Department Referees (O-Vl). J. Van Lantschoot neemt het woord en wijst de vergadering op een aantal verontrustende vaststellingen welke een negatieve impact dreigen te hebben op het imago van VBL bij clubs en medewerkers. Hij onderschrijft de noodzaak om tot een performant en geïntegreerd systeem te komen, maar stelt ook vast dat de verschillende opleverdata niet gehaald werden voornamelijk in het domein van het convocatiesysteem. Finaal leidde dit tot een voor de clubs onaanvaardbare lock-outdreiging van de aanduiders en hij vraagt naar het leiderschap en de slagkracht vanuit de RvB in deze. Hij wenst in de prille dagen van 2016 te komen tot een werkzame situatie. De voorzitter repliceert dat hij vanuit het veld signalen krijgt dat er effectief progressie is doch hij erkent ook dat telkens weer gerelativeerd wordt door negatieve berichten. Dhr Vrebosch geeft mee dat de verzuchtingen van de aanduiders laattijdig opgepikt werden. Dhr Deleye geeft duiding bij het globale project, dat 3 grote domeinen omvat (competitie, arbitrage, administratie). Hij geeft aan dat er in het domein van arbitrage sinds 23/10 effectief er een aantal verbeteringen zijn aangebracht aan de programmatuur, maar dat de focus naar zijn overtuiging nu moet gericht worden op de ontwikkelingen in het domein van competitie en administratie. In zijn optiek kan de module Meyns geheractiveerd worden binnen het gegeven dat er vanuit 1 centrale database gewerkt worden in de WisseQ applicatie en er onmiddellijk een engagement naar de toekomst genomen wordt om na optimalisatie de WisseQ applicatie ok voor de arbitrage effectief in gebruik te nemen. Hij wijst er tevens op dat de communicatie in het domein arbitrage eerder moeilijk verloopt. Een overleg met Dhr Deleye, als projectleider, Dhr Vrebosch, Dhr Verspecht en vertegenwoordigers van DS/CPS is alvast voorzien op 30 november e.k. De ambitie, meteen ook de opdracht, is n.a.v. die vergadering tot een beslissing te komen waarin elkeen zich kan vinden en waarvoor onmiddellijk tot uitvoering zal worden overgegaan.. Op vraag van Dhr Verheye geeft Dhr Deleye mee dat er momenteel kostengewijs geen anomalieën zijn en dat de omschakeling naar de Meyns-toepassing geen substantiële meeruitgaven met zich zal meebrengen. Hij voegt daar aan toe dat het mogelijks aanvankelijk parallel laten lopen van de 2 systemen zowel voor- als nadelen heeft. In een omgeving van vrijwilligers op niveau van clubs en federatie is die dubbele werklast helemaal niet zo evident. Het gegeven dat de software draait bij de Nederlandse Basketbal Bond versterkte de keuze om tot onmiddellijke implementatie over te gaan. Dhr Schuermans vraagt tevens de impact op de workload op het personeel mee in overweging te nemen, zeker na de uitstap van Mevr Claessens, wat een verlies zowel in competenties als in tijdsinvestering met zich mee bracht. Dhr Van Puyvelde wijst op de opportuniteit om een competition administrator aan te stellen of in een extern professioneel projectmanagement te voorzien om de negatieve perceptie te weerleggen. Dhr Schuermans betreurt dat de afgevaardigden geen inzicht in het functioneren van het systeem hebben en vraagt zich af of een externe audit meer duidelijkheid kan bijbrengen. Dhrn Hendryckx, Van Lantschoot en Verlinden verwijzen naar de lopende governance oefening en vrezen dat dergelijk initiatief de werkzaamheden enkel maar gaat doorkruisen. De voorzitter hoopt op voldoende dynamiek in het governance project in de komende weken. Dhr Van Lantschoot vraagt naar de evoluties inzake de contracten van de refs in Scooore League zowel naar de stand van zaken, inhoudelijke hoofdlijnen als naar verantwoordelijkheden. Hij betreurt de mistigheid rond het project op vlak van voorwaarden, betalingen, evaluatiemethode en aanduidingspolitiek en verwacht meer slagkracht vanuit de RvB. Dhr Welvaarts erkent dat de
vastlegging van de werkingsmodaliteiten een hele uitdaging is, naast de juridische en financiële verwikkelingen (o.a. vrijwaring vanuit BLB versus AWBB en VBL). Een beslissend overleg wordt momenteel ingepland met de ambitie om een contractuele band tussen refs en federatie te bewerkstelligen tegen 1 januari e.k. Dhr Vrebosch benadrukt dat de evaluaties sinds 1 november ll. gestart zijn, dat de refs een herziene fysieke test hebben afgelegd en dat BMI als criterium na het wegvallen van de Bakala-testen, niet weerhouden werd als parameter. Dhr Van Lantschoot betreurt dat er voorbij gegaan wordt aan de essentie, nl. het leiderschap en gebrek aan beleidsvisie ten opzichte van de refs. Wat zijn de regels van stijgen en dalen van refs? Wat is de status van de conventie NDR? Zijn evaluatoren überhaupt benoemd? Wat houdt de functie van referee coach in. Hij vreest dat we in een juridisch vacuüm dreigen terecht te komen en dat VBL zich erg kwetsbaar opstelt. Dhr Vrebosch geeft aan dat het aantal refs in Scooore League steeds in functie van het aantal deelnemers bepaald wordt en onderstreept de meerwaarde van Dhr. Jacobs in onze werking, welke samen met Dhr Flament de referee coaching verzorgt. Hij geeft verder duiding bij de functie inhoud van betrokkenen. Dhr Van Lantschoot concludeert dat er wederom niet geantwoord op z n vragen en herhaalt de eerder aangehaalde vragen. A. Welvaarts zal al deze opmerkingen aan de orde brengen op de eerstvolgende vergadering van de RvB en de obstakels uit de weg ruimen tegen de jaarwende. 5.2. Dhr. Welvaarts schetst de situatie van VBL inzake infrastructuur en de mogelijke verplaatsing van de hoofdzetel. Hij wenst dat dergelijke beslissing gedragen wordt door de AV. De werkgroep onder leiding van Dhr Schuermans werkt verder aan het project en heeft als objectief te verhuizen tegen 1 juli e.k. Dhr Van Lantschoot wenst dat deze positie geformaliseerd wordt t.o.v. KBBB, AWBB en VBL en pleit ervoor om de drive in het proces te houden, o.m. meer frequent een overleg samen te roepen met de voorzitters van de afgevaardigden. De beschikbare info over de verschillende opties moet alvast gedeeld worden. 5.3. Dhr De Smedt wenst de herziening van het HHReg deel CD te activeren en vraagt naar de positie van de RvB in deze. De voorzitter antwoordt dat eerst de evaluatie van de PROMBAScompetities aan de orde moet zijn alvorens de impact naar de andere competities te overwegen en het HHReg te herzien. Dhr Verlinden vindt het niet aangewezen nu te sleutelen aan het HHReg deel CD doch is van mening dat dit niet hoeft te beletten dat aandacht kan besteed worden aan andere delen van het HHReg. 5.4. Dhr De Smedt vraagt om een aflijning van de bevoegdheden van de Sporttechnisch Coördinator, naast deze van de competition administrator. De voorzitter stelt deze materie nog dient uitgewerkt en dat het vandaag voorbarig is zich hierover uit te spreken. Voorzitter A. Welvaarts sluit de AV om 11u55 af. K. Umans A. Welvaarts Secretaris-generaal Voorzitter
Art: nr. AD 26 Titel: Vertegenwoordiging van de clubs op de APVC WetCom van: Oktober 2015 Initiator: PGA Limburg AV van: November 2015 Bijlage nr: ART. 26 - VERTEGENWOORDIGING VAN DE CLUBS OP DE APVC Op verzoek van de leden van het bureau voor nazicht van de aanwezigheden en de volmachten, door de Groep van Afgevaardigden aangesteld, moet de clubvertegenwoordiger zijn vergunning en zijn identiteitskaart voorleggen aan de toegang van de zaal waar de vergadering gehouden wordt. Bij gebrek aan vergunning en identiteitskaart wordt de club als afwezig beschouwd. De clubs worden vertegenwoordigd door een lid van het bestuur van de club (zie Art. AD 63). De niet vertegenwoordigde clubs zullen beboet worden zoals voorzien in de TTB. Het bestuur van een club kan zich ook bij volmacht laten vertegenwoordigen door een ander lid van diezelfde club. De volmacht moet ondertekend zijn zoals bepaald in Art. AD 63. De club die zich laat vertegenwoordigen door een onbevoegd lid (geschorst als clubbestuurder - zie Art AD 63), geschrapt, niet aangesloten zal bijkomend beboet worden zoals voorzien in de TTB. De onbevoegde clubvertegenwoordiger moet de APVC verlaten. De leden van de Raad van Bestuur, een Groep van Afgevaardigden, een Departement, een Comité of een Rechterlijke Raad mogen niet als vertegenwoordiger van een club aan de APVC deelnemen. Indien er een stemming voorzien is op de agenda van de APVC ontvangt de vertegenwoordigde club een aantal stembriefjes, dat het aantal stemmen waar zij recht op heeft, vertegenwoordigt. Iedere actieve club heeft recht op één stem per begonnen groep van 20 clubleden zoals jaarlijks op datum van 30juni vastgesteld door het SG. Na aanvaarding door de RVB en bij de start van hun eerste werkingsjaar krijgt een nieuwe club één stem bij de eerstvolgende APVC. De onbedrijvige club (zie Art. AD 66) mag aan de APVC deelnemen maar is niet stemgerechtigd. Nieuwe TTB: Motivatie: Het is niet logisch dat een club die al één seizoen actief is en die men verplicht om aanwezig te zijn op de APVC dat die niet mee mag beslissen over wat er het volgende seizoen gaat gebeuren. Datum implementatie: ONMIDDELLIJK
Art: nr. CD 201 Titel: Algemene verplichtingen van de clubs WetCom van: 12/09/2015 Initiator: PGA Limburg AV van: nov. 2015 Bijlage nr: ART. 201 ALGEMENE VERPLICHTINGEN VAN DE CLUBS 1) De rekrutering van de scheidsrechters zal gedaan worden door de clubs. 2) Iedere club zal ten minste: a) één scheidsrechter (waarde 2 punten) ter beschikking stellen per begonnen schijf van twee seniorenploegen, reserveploegen inbegrepen, die ingeschreven waren voor de competitie en dat ook nog zijn op de startdatum van de competitie, dewelke bepaald is in de jaarkalender. Bij een oneven aantal ingeschreven seniorenploegen wordt de laatste schijf vervolledigd met een jeugdploeg (die dan bij de berekening voor de jeugd niet meer meegeteld wordt). Deze regel is niet van toepassing op de recreatieve ploegen b) één scheidsrechter (waarde 2 punten) ter beschikking stellen per begonnen schijf van drie jeugdploegen in de categorieën U21, U18/U19, U16, U14 die ingeschreven waren voor de competitie en dat ook nog zijn op de startdatum van de competitie, dewelke bepaald is in de jaarkalender. Voor de berekening van het aantal punten dat een club ter beschikking heeft, zal 1 punt per scheidsrechter worden toegekend aan de huidige club van aansluiting en 1 punt aan de club van aansluiting op het ogenblik dat de scheidsrechter aan de lijst der scheidsrechters werd toegevoegd. Indien het totaal punten per club oneven is, wordt dit cijfer naar het erboven liggend even cijfer afgerond. Er zal een bonus, ( per punt ) voorzien in de TTB, worden toegekend aan de clubs die meer scheidsrechters dan de vastgestelde normen ter beschikking stellen. Het aantal bonuspuntensen wordt beperkt tot 6. Deze bonus zal bekend gemaakt worden door het CPS die het doorgeeft aan het PC voor maandelijkse uitvoering. Een scheidsrechter, welke slaagt in het examen, zal op voorstel van het CPS en na benoeming door de raad van bestuur toegewezen worden aan het CPS van de provincie, waartoe zijn club van aansluiting behoort, en zal in aanmerking genomen worden vanaf de maand die op zijn terbeschikkingstelling volgt, voor het niveau waarvoor hij gekwalificeerd is. 3) Een club die geen jeugdploeg inschrijft heeft geen recht op een bonus. 4) Bij de inschrijving van een nieuwe club zal deze club onmiddellijk een kandidaat-scheidsrechter ter beschikking moeten stellen en binnen de drie jaar vanaf de datum van de inschrijving aan de gestelde normen moeten voldoen. 5) Bij de niet-naleving van deze bepalingen, legt de CPS per ontbrekend punt een boete op zoals voorzien in de TTB, en geeft deze door aan het PC voor maandelijkse uitvoering.
6) In het geval van een kandidaat scheidsrechter tijdens de cursus of tijdens het eerste jaar dat hij fungeert opgeeft, zal aan de club gevraagd worden te voorzien in een nieuwe kandidaat voor de volgende cursus. 7) Voor het berekenen van het aantal scheidsrechters, komen wedstrijdcommissarissen en alle categorieën van scheidsrechters in aanmerking. (Uitgezonderd clubscheidsrechters) 8) Clubleden die deel uitmaken van een Comité, Departement, een Raad of een Groep van Afgevaardigden komen voor de toepassing van dit artikel, als actieve scheidsrechters in aanmerking. In de beschreven berekening tellen zij echter steeds voor 2 punten ten gunste van de huidige club van aansluiting. 9) Deze leden zullen in aanmerking genomen worden voor de berekening van de bonus vanaf de maand die volgt op hun benoeming. Eén persoon kan slechts éénmaal als scheidsrechter gerekend worden. 10) In de maanden juni en juli wordt geen boni uitgekeerd noch boetes aangerekend. De referentiedatum voor art. CD 201 is deze van 30/06/2014. (Beslissing AV 28/03/2015) Nieuwe TTB: Punt 3 Bonus per punt en per maand (10 maanden) 12,48 2 Punt 6 Boete per punt en per maand (10 maanden) 12,48 2 Motivatie: Een correcte toepassing van het bonus/boete systeem. Datum implementatie: 01/07/2016
Art: nr. CD 204 Titel: Categoriën WetCom van: Oktober 2015 Initiator: VlaBra AV van: november 2015 Bijlage nr: ART. 204 CATEGORIEEN De scheidsrechtercategorieën zijn: de clubscheidsrechter, de kandidaat provinciale scheidsrechter, de provinciale scheidsrechter, de kandidaat landelijke scheidsrechter (kaderscheidsrechter), de landelijke scheidsrechter (kaderscheidsrechter), 6) de nationale scheidsrechter (kaderscheidsrechter), de internationale scheidsrechter (kaderscheidsrechter). Op het einde van het kampioenschap zendt het departement scheidsrechters of het comité provinciale scheidsrechters aan al de scheidsrechters een vragenlijst die hem vóór 30 juni, behoorlijk ingevuld, én vergezeld van een medisch attest, dienen terug te sturen naar voormeld departement of comité. Administratief worden de scheidsrechters in 2 categorieën onderverdeeld: a) de kaderscheidsrechters: de kaderscheidsrechters: zij die op hun informatieblad geen enkele beperking van sportieve aard vermelden. b) alle andere scheidsrechters. De normen waaraan minstens moet voldaan worden om in aanmerking te komen voor de toepassing van artikel 201 zullen ieder jaar opgesteld worden door het Departement Scheidsrechters, en, na goedkeuring door de Raad van Bestuur, in het Officieel Orgaan (website van de VBL) worden gepubliceerd. Deze publicatie moet gebeuren vóór de verzending van de vragenlijsten. Voor de scheidsrechters, die op zicht van hun antwoorden niet zouden voldoen, worden de belanghebbende clubs ingelicht. De scheidsrechters moeten jaarlijks voldoen aan de fysieke proeven voorzien voor hun categorie volgens de voorschriften van het Departement Scheidsrechters. Een scheidsrechter die ook speler en/of coach is mag niet fungeren als scheidsrechter in de reeks waarin hij speelt en/of coacht. De scheidsrechters zijn gehouden de jaarlijkse algemene vergadering, die voor hen georganiseerd wordt verplicht bij te wonen op straffe van boete, voorzien in de TTB.
Een scheidsrechter is ter beschikking van het Comité Provinciale Scheidsrechters van de provincie waartoe zijn club, waaraan hij is toegewezen, behoort. Op provinciaal vlak moet hij zijn wedstrijden in die provincie leiden. Bij verblijf in een andere provincie mag hij slechts reiskosten aanrekenen vanaf de provinciegrens. Mits toelating van beide Comités Provinciale Scheidsrechters kan een scheidsrechter ter beschikking gesteld worden van het Comité Provinciale Scheidsrechters van de provincie waar hij verblijft en moet hij dan, op provinciaal vlak, aldaar zijn wedstrijden leiden. Hij mag zijn reiskosten aanrekenen vanaf zijn verblijfplaats. Hij behoudt de verworven rechten en graden zonder nieuwe examens te moeten afleggen. Een scheidsrechter, éénmaal ter beschikking gesteld van een bepaald Comité Provinciale Scheidsrechters en die, om eender welke reden, op provinciaal vlak in een andere provincie dan waar hij verblijft wedstrijden zou leiden mag zijn reiskosten enkel aanrekenen vanaf de provinciegrens. Deze provinciegrens zal voor iedere scheidsrechter individueel bepaald worden door het Comité Provinciale Scheidsrechters en wordt dan als vertrekpunt aanzien voor de berekening van de reiskosten van de scheidsrechter. Nieuwe TTB: Geen wijziging. Motivatie: Afhankelijk van de locatie waar de scheidsrechter een wedstrijd moet leiden kan het overschrijden van de provinciegrens verschillend zijn. Vlaams-Brabant zit momenteel met een 8-tal scheidsrechter die buiten de provincie wonen. Een concreet voorbeeld: Een scheidsrechter woont in Geraardsbergen (Oost-Vl.) maar is actief in Vlaams- Brabant. Zijn vertrekpunt (provinciegrens) is door het CPS vastgelegd op Galmaarden. Wanneer hij in het Leuvense een wedstrijd gaat leiden klopt dit vertrekpunt, omdat hij via Galmaarden kan rijden. Dit geeft dan 72 km (enkel) die hij mag inbrengen. De snelste weg (± 15 min tijdswinst) is echter via Aalst. Op dat ogenblik rijdt hij de provincie binnen in Teralfene en mag hij slechts 52 km in rekening brengen. Indien hij in Opwijk een wedstrijd moet leiden en hij neemt de snelste en tevens kortste weg geeft dit slechts 4 km die hij in rekening mag brengen ipv 40 km! Sommige scheidsrechters rekenen hierdoor elke week tientallen euro s te veel aan. Maar het is niet omdat een scheidsrechter verkiest in een andere provincie te fluiten dan waar hij verblijft dat de clubs hiervoor moeten opdraaien. Datum implementatie: Onmiddellijk
Wijzigingen aan de Statuten/HHR Art: nr. CD 264 / G Titel: Vorming van de afdelingen WetCom van: Initiator: PGA Limburg AV van: november 2015 Bijlage nr: G) VRIJGEKOMEN PLAATSEN 1). Als gevolg van ontslag, schrapping, afstand of onbedrijvigheid kunnen er bijkomend plaatsen vrijkomen. Indien er echter in een en dezelfde afdeling bijkomende dalers zouden zijn dan hebben deze voorrang op bijkomende stijgers om die vrijgekomen plaatsen in te vullen. Indien er in dezelfde afdeling meerdere reeksen zijn, kan na de competitie overgegaan worden tot de organisatie van testwedstrijden of eindrondes, naargelang de noodzaak. Plaatsen, die na 15 juni vrijkomen, worden niet meer aangevuld (noch verplicht, noch vrijwillig). 2). Indien een reeks het hoogst aantal ploegen (CD 255) niet bereikt, mogen deze vrijblijvend aangevuld worden door (in vernoemde volgorde): - de bijkomende dalers (in volgorde, best geklasseerde eerst) uit deze reeks, - de verplichte dalers (in volgorde, best geklasseerde eerst) uit deze reeks, - alle andere ploegen, evenwel beperkt tot één niveau hoger dan dewelk zij in bedoeld competiejaar zouden uitkomen, dit alles natuurlijk zonder strijdig te zijn met CD 253. Nieuwe TTB: Motivatie: - Ploegen blijken steeds meer af te zien van de mogelijkheid om te promoveren, hierdoor dreigen hogere reeksen onvolledig te geraken. - Onwaardige competitie (vaak geen dalers) - Indien ploegen de kans op een bepaald niveau niet willen wagen, de gelegenheid bieden aan ploegen die de uitdaging wel willen aangaan en alzo hun spelers naar een hoger niveau willen of trachten te tillen. - Wel beperken tot maximaal één niveau over te slaan. Datum implementatie: Onmiddellijk