Seminar Visyn: Kansen door scheiden van wonen en zorg

Vergelijkbare documenten
Contractrisico s van zorgvastgoed tussen belegger en zorgexploitant. Mr. Remco Vissink 17 november 2016

Praktijksessie Realisatie van kleinschalige woonzorg voorzieningen

samenvatting WOONZORGVISIE GEERTRUIDENBERG Woonzorgvisie Geertruidenberg 4 maart 2015 Pagina 1

KCWZ ledenbijeenkomst workshop hoofdlijnen huurrecht

Faq s Scheiden van Wonen en Zorg

milieu vastgoed ruimtelijke ordening gereguleerde markten toezicht en handhaving Zorg geldzaken Boot Haeser Walraven procesrecht

VOORBEELD HUURCONTRACT ZELFSTANDIGE WOONRUIMTE MET ZORGBEPALING (KOPPELBEDING) 1

Zorgwoningen onderworpen aan het woonruimtehuurrecht?

IVVU Kennisbijeenkomst Afspraken Corporatie (eigenaar) en Zorgorganisatie (huurder)

Scheiden van wonen en zorg

Professionele verhuur donderdag 10 april 2014

Huurrecht en gebiedsontwikkeling. 5 oktober 2017 Daniëlle de Vos Job Velthuizen

De juridische context van Scheiden Wonen Zorg. Huurovereenkomst tussen corporatie en zorgaanbieder

Brandveilig van zorg naar wonen

Scheiden van wonen en zorg (SWZ) Technische Briefing Tweede Kamer 7 maart

Artikelen. Zorg voor het zorgvastgoed (deel I) De uitdagingen van extramuralisatie

VOORBEELD-HUUROVEREENKOMST VOOR DE VERHUUR VAN ZORGVASTGOED DOOR WONINGCORPORATIE AAN ZORGORGANISATIE 1

Professionele verhuur donderdag 17 oktober 2013

Herbestemming verzorgingshuizen pagina 1 van 5

SCHEIDEN WONEN & ZORG: TOOL RISICOBEHEERSING

Scheiden van wonen en zorg

Zorgvastgoedcoöperatie. Juridische aspecten. Mr. J(an) P.A.M. van Balen 16 mei 2013

Modelcontract tijdelijke verhuur zelfstandige DAEB-woonruimte aan bijzondere doelgroepen (juli 2016)

IVVU Kennisbijeenkomst Fiscale aspecten bij scheiden van wonen en zorg

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Huurrecht bedrijfsruimte

Juridische Actualiteiten Zorgvastgoed. Levensloopbestendige wijken als antwoord op beleid en ontwikkeling van de maatschappij

Doet scheiden lijden?

Strategie & omgeving. Bram Baselmans Brenda Meusen-den Ouden

Cursus huurrecht. Indeling in modules. Systematiek van de wet

Vastgoed, een strategisch middel voor goede zorg. Drs. André Phiferons, directeur a.i. bij Laurens, Wonen en Vastgoed Mr. Michael de Groot, advocaat

Aansprakelijkheid en bouwregelgeving

HUUROVEREENKOMST ZELFSTANDIGE WOONRUIMTE MET WONINGAANPASSING

Scheiden Wonen en Zorg en Brandveiligheid: Hoe zit dat nou?

Tijdelijke verhuur woonruimte

HUUROVEREENKOMST WOONRUIMTE

PRAKTISCHE KENNISBIJEENKOMSTEN (VER)HUUR

De wereld van de zorg en haar NHC s voor MKW. Bram Baselmans senior adviseur

Koppelen wonen en zorg

HUUROVEREENKOMST ZELFSTANDIGE WOONRUIMTE TWEE JAAR OF KORTER

Beleidsregel vervreemding onroerende zaken. Het College sanering zorginstellingen, Gelet op artikel 18 van de Wet toelating zorginstellingen, Besluit:

Zorg voor corporatiebezit

+XXURYHUHHQNRPVWRQ]HOIVWDQGLJHZRRQHHQKHLG

Adres, Postcode, Plaats

MVA HUUROVEREENKOMST VOOR ZELFSTANDIGE GELIBERALISEERDE WOONRUIMTE GERICHT OP DE HUURMARKT TEN BEHOEVE VAN EXPATS (Model april 2015)

VOORBEELD-HUUROVEREENKOMST VOOR DE VERHUUR VAN ZORGVASTGOED DOOR WONINGCORPORATIE AAN ZORGORGANISATIE 1

de contractwaarde van intramuraal zorgvastgoed van corporaties in beeld gebracht

Wonen en Wetgeving IVVU - Blok 3. Programma

1 Stichting DUWO, gevestigd te Delft, verder: DUWO en verhuurder ;

Medezeggenschap bij scheiden wonen en zorg. Simone Bovenhorst consulent regio Noord-Oost Nederlandse Woonbond

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van de Kamerleden Keijzer (CDA) en Dik-Faber (CU) over vastgoed in de zorg (2016Z22670).

De dag werd voorgezeten door

HUUROVEREENKOMST voor zelfstandige woonruimte. Ondergetekenden:

HUUROVEREENKOMST ONZELFSTANDIGE WOONRUIMTE VIJF JAAR OF KORTER (voor het huren van een kamer in een woning waarin de verhuurder niet woont)

Modelcontract promovendi zelfstandige woonruimte (juli 2016)

SCHEIDEN WONEN & ZORG: EEN PRAKTIJKVOORBEELD

Vastgoed-nieuws. 21 november Huur woonruimte naar zijn aard van korte duur

Leegstand, herbestemming en verzorgingshuizen: een verkenning door de oogharen heen

Scheiden van wonen en zorg

Actualiteiten huurrecht

Memo Wonen en Zorg Scholeneiland Bunnik Inleiding

Huurcontract-Woonruimte- Maatschap-Particulier

MVA leerlijn verhuur. woonruimte deel 2. Cornélie Arnouts Justine van Lochem. Maandag 13 maart 2017

Modelcontract jongeren zelfstandige woonruimte 1 (juli 2016)

Modelcontract tijdelijke verhuur onzelfstandige woonruimte (juli 2016)

HUUROVEREENKOMST WOONRUIMTE

hierna zowel ieder afzonderlijk als beiden gezamenlijk te noemen huurder

NEMEN IN OVERWEGING DAT

K o n i n g i n n e b a s t i o n g e e r t r u i d e n b e r g

HUURCONTRACT ZELFSTANDIGE WOONRUIMTE

Tweede Kamer der Staten-Generaal

WELKOM! Discussie- en netwerkbijeenkomst Scheiden Wonen & Zorg. Stichting Ruimtelijk Management 14 februari 2013

Modelcontract grote gezinnen zelfstandige woonruimte 1 (juli 2016)

ta ua de impact op de exploitatie van de zorg en dienstverlening

Actualiteiten huurrecht woonruimte

ARTIKEL I. Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd: Artikel 232, vierde lid, vervalt.

Huurovereenkomst Onzelfstandige Woonruimte

Zorgwonen als beleggingsproduct Het ontwikkelaarsperspectief

Huurovereenkomst. Vraag en antwoord. Huurovereenkomst. Geliberaliseerde huurovereenkomsten. Huurbescherming

Het gehuurde is uitsluitend bestemd om voor huurder en de leden van zijn huishouden als woonruimte te dienen.

Tijdelijke huurovereenkomst Jongerenhuisvesting

Vraag en antwoord subsidieregeling huisvestingsvoorziening

Huurrecht - woonruimte

Model onderhuurcontract

Wonen-zorg in regio Rivierenland

Modelcontract jongeren zelfstandige woonruimte 1 (juli 2016)

Scheiden wonen & zorg. 14 mei 2019 Stichting De Steenrots 1

Aanvraag Vergunning tijdelijke verhuur ingevolge de Leegstandswet

Wet doorstroming huurmarkt 2015

Beschrijving. Adviesvraag. Woongebouw of zorgclusterwoningen? Standpunt belanghebbende. Advies Definitief

Beleidsnotitie bijdrage aan de combinatie Wonen en Zorg (Prestatieveld 6 uit het BBSH)

Vraag en antwoord subsidieregeling huisvestingsvoorziening

Cursus huurrecht. Indeling in modules. Systematiek van de wet

B&W-Aanbiedingsformulier

MODEL HUUROVEREENKOMST TIJDELIJKE VERHUUR

Checklist Scheiden Wonen & Zorg Niet limitatief

Wij hebben oog voor u, met een vakbekwame blik

Grip op vastgoed in de zorg

Zorgvastgoed De business case op zijn kop

Ambulantisering en scheiden wonen en zorg

Transcriptie:

Seminar Visyn: Kansen door scheiden van wonen en zorg Hoe maak ik mijn zorgvastgoed toekomstbestendig? Mr. Remco Vissink 18 september 2014

Even voorstellen Remco Vissink Advocaat/partner bij DUDOK Bouw- en Vastgoedrecht Toezichthouder bij zorginstelling QuaRijn Veel ervaring met zorginstellingen, woningcorporaties en onderwijsinstellingen Veel ervaring met scheiden van wonen en zorg

Scheiden van wonen en zorg Scheiden van wonen en zorg = extramuraliseren De vergoeding die de zorginstelling vanuit de AWBZ ontvangt dient voor de aangewezen ZZP s niet langer ter dekking van de kosten van verblijf van de cliënt Wanneer de cliënt kiest voor een intramurale behandeling, dan komen de kosten van verblijf ten laste van de cliënt De cliënt sluit daartoe dan een huurovereenkomst

Drie basisvarianten voor verblijf van de cliënt

Drie basisvarianten voor verblijf van de cliënt Variant 1 Woningcorporatie zorgverleningsovereenkomst Zorginstelling /bewoner De cliënt sluit één overeenkomst met de woningcorporatie voor zowel de huur van het appartement als het verstrekken van de zorg, waarbij de woningcorporatie de te verstrekken zorg inkoopt bij de zorginstelling.

Drie basisvarianten voor verblijf van de cliënt Variant 1 Woningcorporatie zorgverleningsovereenkomst Zorginstelling /bewoner De cliënt sluit één overeenkomst met de woningcorporatie voor zowel de huur van het appartement als het verstrekken van de zorg, waarbij de woningcorporatie de te verstrekken zorg inkoopt bij de zorginstelling. Deze variant komt in de praktijk niet voor, omdat een woningcorporatie op grond van het BBSH geen zorg mag aanbieden.

Drie basisvarianten voor verblijf van de cliënt Variant 2 Woningcorporatie huurovereenkomst Zorginstelling /bewoner De cliënt sluit één overeenkomst met de zorginstelling voor zowel de huur van het appartement als het verstrekken van de zorg, waarbij de zorginstelling het te verhuren appartement huurt van de woningcorporatie.

Drie basisvarianten voor verblijf van de cliënt Variant 3 Woningcorporatie Zorginstelling /bewoner De cliënt sluit twee overeenkomsten. Voor de huur van het appartement wordt een overeenkomst gesloten met de woningcorporatie. Voor de te verstrekken zorg wordt een overeenkomst gesloten met de zorginstelling waarmee de woningcorporatie samenwerkt.

Juridische gevolgen van het scheiden van wonen en zorg De gevolgen treffen zowel de zorginstelling als de woningcorporatie

Variant 2 Zorgcomplex als eigendom van de woningcorporatie oude situatie Woningcorporatie huurovereenkomst (7:230a BW ruimte) Zorginstelling

Zorgcomplex als eigendom van de woningcorporatie oude situatie Woningcorporatie huurovereenkomst (7:230a BW ruimte) Zorginstelling overeenkomst van zorg en dienstverlening (alle ZZP s)

Zorgcomplex als eigendom van de woningcorporatie nieuwe situatie Woningcorporatie huurovereenkomst Zorginstelling overeenkomst van zorg en dienstverlening (ZZP 3 en hoger) (ZZP 1 en 2)* * Vanaf 2014/2015 ook ZZP 3 * Vanaf 2016 ook ZZP 4

Eigenschappen variant 2 bij ZZP 1 en 2 (en 3 en 4) 1. De cliënt sluit één overeenkomst met de zorginstelling voor zowel de huur van het appartement als het verstrekken van de zorg.

Eigenschappen variant 2 bij ZZP 1 en 2 (en 3 en 4) 1. De cliënt sluit één overeenkomst met de zorginstelling voor zowel de huur van het appartement als het verstrekken van de zorg. 2. De overeenkomst tussen zorginstelling en cliënt is een gemengde overeenkomst.

Eigenschappen variant 2 bij ZZP 1 en 2 (en 3 en 4) 1. De cliënt sluit één overeenkomst met de zorginstelling voor zowel de huur van het appartement als het verstrekken van de zorg. 2. De overeenkomst tussen zorginstelling en cliënt is een gemengde overeenkomst. 3. De huurbeschermingsbepalingen zijn van toepassing, tenzij het verzorgingselement in de overeenkomst overheerst.

Eigenschappen variant 2 bij ZZP 1 en 2 (en 3 en 4) 1. De cliënt sluit één overeenkomst met de zorginstelling voor zowel de huur van het appartement als het verstrekken van de zorg. 2. De overeenkomst tussen zorginstelling en cliënt is een gemengde overeenkomst. 3. De huurbeschermingsbepalingen zijn van toepassing, tenzij het verzorgingselement in de overeenkomst overheerst. 4. De cliënt heeft huurbescherming.

Eigenschappen variant 2 (vervolg) 5. Beëindiging van de huurovereenkomst tussen de woningcorporatie en de zorginstelling leidt er dan toe dat de woningcorporatie treedt in de positie van de zorginstelling, waarbij de cliënt huurder wordt van de woningcorporatie.

Eigenschappen variant 2 (vervolg) 5. Beëindiging van de huurovereenkomst tussen de woningcorporatie en de zorginstelling leidt er dan toe dat de woningcorporatie treedt in de positie van de zorginstelling, waarbij de cliënt huurder wordt van de woningcorporatie. 6. Maar: woningcorporatie mag op grond van het BBSH geen zorg aanbieden.

Eigenschappen variant 2 (vervolg) 5. Beëindiging van de huurovereenkomst tussen de woningcorporatie en de zorginstelling leidt er dan toe dat de woningcorporatie treedt in de positie van de zorginstelling, waarbij de cliënt huurder wordt van de woningcorporatie. 6. Maar: woningcorporatie mag op grond van het BBSH geen zorg aanbieden. 7. Dus: voorkom dat de cliënt huurbescherming geniet.

Eigenschappen variant 2 (vervolg) 5. Beëindiging van de huurovereenkomst tussen de woningcorporatie en de zorginstelling leidt er dan toe dat de woningcorporatie treedt in de positie van de zorginstelling, waarbij de cliënt huurder wordt van de woningcorporatie. 6. Maar: woningcorporatie mag op grond van het BBSH geen zorg aanbieden. 7. Dus: voorkom dat de cliënt huurbescherming geniet. 8. Hoe?

Eigenschappen variant 2 (vervolg) 9. Het is aan de zorginstelling om er voor te zorgen dat het zorgelement in de gemengde overeenkomst duidelijk overheerst ten opzichte van het huurelement.

Eigenschappen variant 2 (vervolg) 9. Het is aan de zorginstelling om er voor te zorgen dat het zorgelement in de gemengde overeenkomst duidelijk overheerst ten opzichte van het huurelement: - in de statuten van de zorginstelling vastleggen dat haar doelstelling het verlenen van zorg is en niet het verhuren van woningen;

Eigenschappen variant 2 (vervolg) 9. Het is aan de zorginstelling om er voor te zorgen dat het zorgelement in de gemengde overeenkomst duidelijk overheerst ten opzichte van het huurelement: - in de statuten van de zorginstelling vastleggen dat haar doelstelling het verlenen van zorg is en niet het verhuren van woningen; - vastleggen dat de huurovereenkomst wordt aangegaan voor bepaalde duur zolang de zorgovereenkomst voortduurt;

Eigenschappen variant 2 (vervolg) 9. Het is aan de zorginstelling om er voor te zorgen dat het zorgelement in de gemengde overeenkomst duidelijk overheerst ten opzichte van het huurelement: - in de statuten van de zorginstelling vastleggen dat haar doelstelling het verlenen van zorg is en niet het verhuren van woningen; - vastleggen dat de huurovereenkomst wordt aangegaan voor bepaalde duur zolang de zorgovereenkomst voortduurt; - vastleggen dat de woonruimte slechts wordt verstrekt op basis van een indicatiebesluit van het CIZ.

Eigenschappen variant 2 (vervolg) 10. Indien de verzorging eindigt, eindigt van rechtswege ook de huurovereenkomst.

Eigenschappen variant 2 (vervolg) 10. Indien de verzorging eindigt, eindigt van rechtswege ook de huurovereenkomst. 11. Hoewel geen harde lijn te trekken is, lijkt het erop dat in de praktijk bij ZZP 1 t/m 4 het huurelement overheerst.

Eigenschappen variant 2 (vervolg) 10. Indien de verzorging eindigt, eindigt van rechtswege ook de huurovereenkomst. 11. Hoewel geen harde lijn te trekken is, lijkt het erop dat in de praktijk bij ZZP 1 t/m 4 het huurelement overheerst. 12. Bij zorg met verblijf (intramuraal) is bij ZZP 1 t/m 4 sprake van een woonzorgovereenkomst waarbij de cliënt huurbescherming geniet.

Gevolgen huurrelatie woningcorporatie en zorginstelling - Casus 1. De bestemming die in de huurovereenkomst tussen woningcorporatie en zorginstelling aan het zorgcomplex wordt gegeven, bepaalt het regime dat op de huurovereenkomst van toepassing is.

Gevolgen huurrelatie woningcorporatie en zorginstelling 1. De bestemming die in de huurovereenkomst tussen woningcorporatie en zorginstelling aan het zorgcomplex wordt gegeven, bepaalt het regime dat op de huurovereenkomst van toepassing is. 2. Het bestemmingscriterium in de huurovereenkomst luidt bijv. als volgt: Huurder huurt van verhuurder de onroerende zaak, bestaande uit zorgappartementen, zowel licht als zwaar, algemene zorginfrastructuur en voorzieningen. Daarnaast huurt huurder van verhuurder twee commerciële ruimtes. Een ruimte is bestemd als kapsalon en een ruimte is bestemd als fysiotherapieruimte. Het gehuurde is bestemd om door huurder als verzorgingstehuis te worden gebruikt, in het kader waarvan het onderdak beoogt te bieden voor zorg, VOOR WONEN MET ZORG en voor aanvullende commerciële dienstverlening.

Gevolgen huurrelatie woningcorporatie en zorginstelling 1. De bestemming die in de huurovereenkomst tussen woningcorporatie en zorginstelling aan het zorgcomplex wordt gegeven, bepaalt het regime dat op de huurovereenkomst van toepassing is. 2. Het bestemmingscriterium in de huurovereenkomst luidt bijv. als volgt: Huurder huurt van verhuurder de onroerende zaak, bestaande uit zorgappartementen, zowel licht als zwaar, algemene zorginfrastructuur en voorzieningen. Daarnaast huurt huurder van verhuurder twee commerciële ruimtes. Een ruimte is bestemd als kapsalon en een ruimte is bestemd als fysiotherapieruimte. Het gehuurde is bestemd om door huurder als verzorgingstehuis te worden gebruikt, in het kader waarvan het onderdak beoogt te bieden voor zorg, VOOR WONEN MET ZORG en voor aanvullende commerciële dienstverlening. 3. Het zorgcomplex dat door de woningcorporatie aan de zorginstelling wordt verhuurd, is krachtens de huurovereenkomst bestemd voor 7:230a BW ruimte.

Gevolgen huurrelatie woningcorporatie en zorginstelling 4. Brengt de bestemming van de kamers die aan cliënten worden verhuurd verandering in de bestemming van het zorgcomplex?

Gevolgen huurrelatie woningcorporatie en zorginstelling 4. Brengt de bestemming van de kamers die aan cliënten worden verhuurd verandering in de bestemming van het zorgcomplex? 5. De Hoge Raad heeft in 1985 bepaald dat ten aanzien van de verhuur van het complex als geheel hetzelfde wettelijke regime behoort te gelden als ten aanzien van de onderverhuur van de kamers.

Gevolgen huurrelatie woningcorporatie en zorginstelling 4. Brengt de bestemming van de kamers die aan cliënten worden verhuurd verandering in de bestemming van het zorgcomplex? 5. De Hoge Raad heeft in 1985 bepaald dat ten aanzien van de verhuur van het complex als geheel hetzelfde wettelijke regime gaat gelden als ten aanzien van de onderverhuur van de kamers. 6. Welk regime is vanaf 2013 - van toepassing op de onderverhuur van de kamers?

Gevolgen huurrelatie woningcorporatie en zorginstelling Woningcorporatie huurovereenkomst (7:230a BW ruimte) Zorginstelling overeenkomst van zorg en dienstverlening (ZZP 3 en hoger) (ZZP 3 en hoger) en (ZZP 1 en 2) in verschillende gebouwen (ZZP 1 en 2)

Gevolgen huurrelatie woningcorporatie en zorginstelling Woningcorporatie huurovereenkomst (7:230a BW ruimte) Zorginstelling overeenkomst van zorg en dienstverlening (ZZP 3 en hoger) (ZZP 3 en hoger) en (ZZP 1 en 2) in verschillende gebouwen (ZZP 1 en 2) (ZZP 1 en 2) = huurovereenkomst woonruimte

Gevolgen huurrelatie woningcorporatie en zorginstelling Woningcorporatie huurovereenkomst (woonruimte) Zorginstelling overeenkomst van zorg en dienstverlening (ZZP 3 en hoger) (ZZP 1 en 2) = huurovereenkomst woonruimte (ZZP 1 en 2) Hoge Raad: huurovereenkomst tussen woningcorporatie en zorginstelling wijzigt in woonruimte

Gevolgen huurrelatie woningcorporatie en zorginstelling Woningcorporatie huurovereenkomst (7:230a BW ruimte) Zorginstelling overeenkomst van zorg en dienstverlening (ZZP 3 en hoger) (ZZP 3 en hoger) en (ZZP 1 en 2) in één gebouw (ZZP 1 en 2)

Gevolgen huurrelatie woningcorporatie en zorginstelling Woningcorporatie huurovereenkomst (7:230a BW ruimte) Zorginstelling overeenkomst van zorg en dienstverlening (ZZP 3 en hoger) (ZZP 3 en hoger) Zware ZZP s = 90% (ZZP 1 en 2) (ZZP 1 en 2) Lichte ZZP s = 10%

Gevolgen huurrelatie woningcorporatie en zorginstelling Woningcorporatie huurovereenkomst (7:230a BW ruimte) Zorginstelling overeenkomst van zorg en dienstverlening (ZZP 3 en hoger) (ZZP 3 en hoger) Zware ZZP s = 90% (ZZP 1 en 2) (ZZP 1 en 2) Lichte ZZP s = 10% Overwegende gebruik is zorg -> huurovereenkomst blijft 7:230a BW ruimte

Gevolgen huurrelatie woningcorporatie en zorginstelling Woningcorporatie huurovereenkomst (7:230a BW ruimte) Zorginstelling overeenkomst van zorg en dienstverlening (ZZP 3 en hoger) (ZZP 3 en hoger) Zware ZZP s = 10% (ZZP 1 en 2) (ZZP 1 en 2) Lichte ZZP s = 90%

Gevolgen huurrelatie woningcorporatie en zorginstelling Woningcorporatie huurovereenkomst (woonruimte) Zorginstelling overeenkomst van zorg en dienstverlening (ZZP 3 en hoger) (ZZP 3 en hoger) Zware ZZP s = 10% (ZZP 1 en 2) (ZZP 1 en 2) Lichte ZZP s = 90% Overwegende gebruik is wonen -> huurovereenkomst tussen woningcorporatie en zorginstelling wijzigt in woonruimte

Gevolgen huurrelatie woningcorporatie en zorginstelling Woningcorporatie huurovereenkomst (?) Zorginstelling overeenkomst van zorg en dienstverlening (ZZP 3 en hoger) (ZZP 3 en hoger) Zware ZZP s = 50% (ZZP 1 en 2) (ZZP 1 en 2) Lichte ZZP s = 50% Wat is het overwegende gebruik van het zorgcomplex?

Conclusie ten aanzien van de huurrelatie 1. Het opstellen van een huurovereenkomst is door het scheiden van wonen en zorg (nog meer) maatwerk geworden 2. Kennis van het huurrecht en de zorgsector is daarbij onontbeerlijk 3. Herpositionering is noodzakelijk voor zowel woningcorporatie als zorginstelling

Overige gevolgen voor de zorginstelling 1. Is de zorginstelling ingericht op het bijhouden van een verhuuradministratie, het innen van huren en het beheer van het vastgoed (gebrekenregeling)? 2. Overgang naar hogere ZZP leidt tot beëindiging van de huurovereenkomst. Beïnvloedt de wisseling van ZZP s het overwegende gebruik van het zorgcomplex? Wat betekent dat voor de huurrelatie met de woningcorporatie? Wisselingen tussen huurwetgeving en AWBZ? 3. Staat de huurovereenkomst met de woningcorporatie onderverhuur aan de cliënt toe? 4. Hoe zit het met de wettelijke niet zorgbehoevende - medehuurder die in een zorgwoning achterblijft? Opzegging van de huurovereenkomst wegens dringend eigen gebruik? 5. Correspondeert de bestemming wonen met de bebouwingsmogelijkheden in het vigerende bestemmingsplan? 6. Onder welke omstandigheden kan een koppeling tussen woninghuur en zorgverlening aan de cliënt worden opgelegd? 7. In verband met de NHc loopt de zorginstelling leegstandsrisico. Is het voor de zorginstelling toegestaan om appartementen aan niet-zorgbehoevenden te verhuren? 8. Verhuurderheffing; en de mogelijkheden om onder de heffing uit te komen.

Overige gevolgen voor de woningcorporatie 1. Voor zorgcomplexen die door een woningcorporatie worden verhuurd, gelden geen toewijzingsregels en beperkingen ten aanzien van inkomensgrenzen. Woningcorporaties zijn bij de verhuur van zorgappartementen (rechtstreeks aan de cliënt) dus niet gehouden om 90%* van deze appartementen onder de normen die gelden voor sociale woningbouw, aan te bieden 2. Is het voor een woningcorporatie, indien zij rechtstreeks aan de cliënt verhuurt, toegestaan om appartementen aan niet-zorgbehoevenden te verhuren? 3. Brandveiligheidsvoorschriften; zie artikel in map

Huurovereenkomst 2.0 Waarmee moet je als zorginstelling rekening houden wanneer je bij het afsluiten van een huurovereenkomst met een woningcorporatie wil inspelen op de gevolgen van SWZ?

Huurovereenkomst 2.0 Waarmee moet je als zorginstelling rekening houden wanneer bij het afsluiten van een huurovereenkomst met een woningcorporatie wil inspelen op de gevolgen van SWZ? 1. Flexibele huurovereenkomst: - verandering van de intramurale capaciteit; - verandering van het aantal eenheden dat door de zorginstelling wordt gehuurd.

Huurovereenkomst 2.0 Waarmee moet je als zorginstelling rekening houden wanneer bij het afsluiten van een huurovereenkomst met een woningcorporatie wil inspelen op de gevolgen van SWZ? 1. Flexibele huurovereenkomst: - verandering van de intramurale capaciteit; - verandering van het aantal eenheden dat door de zorginstelling wordt gehuurd. 2. Bij een teruglopende (intramurale) bezetting zijn er 2 mogelijkheden: - de zorginstelling gaat zelf verhuren aan (extramurale) cliënten; er is dan sprake van de onderverhuur van woonruimte - de zorginstelling beëindigt tussentijds delen van het gehuurde en geeft dit terug aan de woningcorporatie; de woningcorporatie kan dan rechtstreeks gaan verhuren aan (extramurale) cliënten

Huurovereenkomst 2.0 (vervolg) Wanneer de woningcorporatie rechtstreeks gaat verhuren aan (extramurale) cliënten, zijn 2 dingen van belang: - koppelbeding, inhoudende dat de cliënt verplicht is om zorg af te nemen bij de zorgaanbieder; - (nieuwe) beleidsregel vervreemding onroerende zaken (CSZ).

Koppelbeding

Koppelbeding In het kader van de samenwerking spreken woningcorporatie en zorginstelling af dat de woningcorporatie uitsluitend woonruimte zal verhuren als de cliënt tegelijkertijd een zorgverleningsovereenkomst sluit met de samenwerkende zorginstelling.

Koppelbeding In het kader van de samenwerking spreken woningcorporatie en zorginstelling af dat de woningcorporatie uitsluitend woonruimte zal verhuren als de cliënt tegelijkertijd een zorgverleningsovereenkomst sluit met de samenwerkende zorginstelling. Koppelbeding toegestaan? In beginsel niet. 1. PGB geeft cliënt wettelijke - keuzevrijheid bij de inkoop van de zorg. 2. De wet kent een regeling die het onredelijk bezwarend maakt wanneer de cliënt verplicht wordt om, naast de huurovereenkomst, een overeenkomst met een zorgaanbieder te sluiten. Koppelbeding is vernietigbaar.

Koppelbeding Uitzondering 1: wanneer het koppelbeding de mededinging niet merkbaar beperkt. WSG/De Riethorst Gerechtshof: het betreffende woonzorgcomplex (Mauritsstaete, Geertruidenberg) maakt zo n klein onderdeel uit van de relevante markt, dat geen sprake is van een merkbare beperking van de mededinging.

Koppelbeding Uitzondering 2: wanneer het koppelbeding objectief noodzakelijk is. Voor het verzorgd kunnen wonen, kan het noodzakelijk zijn dat er zorg of begeleiding wordt afgenomen. Het kan in het belang van de bewoners zijn om gezamenlijk bij één zorgaanbieder de zorg af te nemen; meer zorg en betere kwaliteit. Door de koppeling kunnen investeringen in de zorginfrastructuur worden terug verdiend. Door de koppeling kan een hogere zorgzwaarte worden geboden. Door de koppeling kan efficiënter worden gewerkt. Géén harde lijn, maar afhankelijk van de omstandigheden van het geval.

Beleidsregel CSZ 1. Vanaf 1 februari 2013: nieuwe beleidsregel vervreemding onroerende zaken: - meldplicht bij (extramurale) verhuur door zorginstellingen; - verhuur voor minimaal 70% van het WWS. 2. Voor woningcorporaties geldt geen voorafgaande meldplicht of minimale huurprijs. 3. Ongelijke voorwaarden tussen zorginstellingen en woningcorporaties bij de verhuur aan (extramurale) cliënten. 4. Artikel in map, met reactie van CSZ. 5. Overleg met CSZ over gevallen waarin wel en niet voor minimaal 70% van het WWS moet worden gemeld.

Verbouwing als medicijn voor verhuurdersheffing? 1. Verhuurders van woningen moeten een heffing per woning betalen (vanaf 10 zelfstandige woningen in de sociale huursector). 2. Zorginstelling huurt van woningcorporatie en verhuurt onder aan cliënten -> heffing bij woningcorporatie, niet bij zorginstelling. 3. Woningcorporatie belast heffing door aan zorginstelling. 4. Wet Maatregelen Woningmarkt 2014: investeringen in maatschappelijk urgente opgaven aftrekken van de verhuurdersheffing. 5. Verhuur door zorginstellingen leidt tot verbouwing van verzorgingstehuis. 6. Mogelijkheid van korting op verhuurdersheffing; zie artikel in map.

Brandveiligheidsvoorschriften 1. Woonfunctie krijgt component zorg. 2. Bouwbesluit: woonfunctie voor zorg = verlening van professionele hulp op grond van AWBZ of Wmo. Bijv. verzorgingstehuis, aanleunwoning, groepswoning voor dementerenden. 3. Gebruiksfunctie wijzigt? -> andere regels voor de brandveiligheid van het verblijf. 4. Belang? Woningwet: zorgplicht voor iedere eigenaar om ervoor te zorgen dat zijn gebouw voldoet aan de regels uit het Bouwbesluit. 5. Belang? Ook de (onder)verhurende zorginstelling natuurlijk! Niet naleving van de brandveiligheidseisen leidt tot aansprakelijkheid onder het huurrecht. 6. Brandveiligheidsvoorschriften; zie artikel in map

Vastgoedstrategie Zeggenschap en invloed op vastgoed is voor de zorginstelling noodzakelijk om snel aan te passen aan veranderende behoeften. Valt het voor een zorginstelling aan te bevelen vastgoed in eigen beheer te houden of over te dragen aan een woningcorporatie?

Vastgoedstrategie - mogelijkheden 1. Zorgcomplex in eigendom bij zorginstelling 2. Zorgcomplex in eigendom bij woningcorporatie, die dit verhuurt aan zorginstelling 3. Zorgcomplex in eigendom bij woningcorporatie, die dit verhuurt aan cliënt 4. Kan voldoende flexibiliteit in de huurovereenkomst worden gegarandeerd? 5. Zijn alternatieven buiten het huurrecht mogelijk? 6. Erfpacht? Andere zakenrechtelijke oplossingen? 7. Samenwerkingsvormen?

Contactgegevens DUDOK Bouw- en Vastgoedrecht Mr. Remco Vissink T: +31 (0)20 540 88 29 M: +31 (0)6 476 92 876 E: rvissink@dudoklegal.nl I: http://www.dudoklegal.nl