DEEL 1. DUUR VAN DE LOOPBAAN



Vergelijkbare documenten
Advies nr. 144, van 21 maart 2014, van de Raad van de Gelijke Kansen voor Mannen en Vrouwen, betreffende een voorontwerp van wet tot hervorming van

Regeerakkoord: wat is de impact op de pensioenen en de verzekeringsproducten?

TETRALERT - SOCIAAL DE VERHOGING VAN DE WETTELIJKE PENSIOENLEEFTIJD : DE STAP IS GEZET!

STATISTISCHE STUDIES

Verhoging van de wettelijke pensioenleeftijd: De stap is gezet

Halftijds brugpensioen

NIEUWIGHEDEN OP VLAK VAN HET PENSIOEN Januari 2013

EEN STERK EN BETROUWBAAR SOCIAAL CONTRACT Commissie Pensioenhervorming

ONDERWERP : PENSIOENHERVORMING VOOR DE MANDATARISSEN

Wet van 28 december 2011 houdende diverse bepalingen 1. TITEL 8. - Pensioenen. HOOFDSTUK 1. - Pensioenen van de overheidssector

Pensioenen Stand van zaken op 20 januari 2012

DRASTISCHE AFBOUW VAN UW PENSIOEN

Model 74(93) - Verklaring over de beroepsactiviteit en de sociale uitkeringen

INTERPRETATIE VAN HET BEGRIP EFFECTIEF ACTIEF

Loopbaanvoorwaarde. Minimunleeftijd. Uitzonderingen lange loopbanen

INTERPRETATIE VAN HET BEGRIP EFFECTIEF ACTIEF

Uw pensioen Onze zorg Over de toekomst van uw pensioen. Een initiatief van sp.a Zandhoven 7 mei 2014 Greet van Gool

Aanbevelingen die volledig ingewilligd zijn

28 DECEMBER Wet houdende diverse bepalingen (1)

De pensioenhervorming uitgeklaard

Regeerakkoord DI RUPO I:Wat met de pensioenen?

!ALGEMEEN ~EHEERS~OMITE VOOR HET SOCIAAL STATU UT DER ZELFSTANDIGEN

Model 74(93) - Verklaring over de beroepsactiviteit en de sociale uitkeringen

Wijzigingen in de pensioenwetgeving

STATISTISCHE STUDIES

FOD Sociale Zekerheid DG Zelfstandigen

STATISTISCHE STUDIES

Wat zijn de gevolgen van de pensioenhervormingen voor de personeelsleden van de UGent?

CAO van 30 september 2009 tot vaststelling van de overgangsregeling in het kader van de invoering van de sectorale tweede pensioenpijler

LSLGEMEEN E3EHEERSCOMITE VOOR HET SOCIAAL STATUUT DER ZELFSTANDIGEN

Pensioenhervorming treft onderwijspersoneel zeer hard 22/10/2014

Regeerakkoord DI RUPO I:Wat met de pensioenen?

Voor elke categorie (zie algemene methodenota) van pensioengerechtigden wordt een verdeling opgemaakt.

Instelling. Onderwerp. Issue

1. De ontwerpteksten die aan het Algemeen Beheerscomité werden voorgelegd

A D V I E S Nr Zitting van vrijdag 20 februari

BEDRAG VAN HET PENSIOEN

Belg wil stoppen met werken op 62 jaar

Hoe heeft de sociale zekerheid de crisis doorstaan?

December Nummer 8 - Jaargang 7

Pensioenen lokale besturen: gisteren, vandaag en morgen.

Gelet op de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, inzonderheid op artikel 5;

A D V I E S Nr Zitting van maandag 27 april


Infoblad - werknemers

De pensioenhervorming(en): een stand van zaken op 9 juni 2015 Johan Janssens, administrateur-generaal

Overheidspensioenen in perspectief. Wat brengt de toekomst?

Symposium VLVO / ODVB De nieuwe pensioenregeling

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale zekerheid»

nationale arbeidsraad

A D V I E S Nr Zitting van donderdag 20 december

Lange loopbaan : 35 jaar vanaf 2012, 38 jaar vanaf 2014, 39 jaar vanaf 2016 en 40 jaar vanaf 2017 ;

Welk stelsel? Wanneer met pensioen gaan?

PROGRAMMAWET (I) VAN 27 DECEMBER (B.S. 28 december 2006, 3e editie) Uittreksels

Overzicht van de nieuwe pensioenmaatregelen in de overheidssector. 2. De verhoging van de leeftijd en loopbaanvoorwaarde voor vervroegd

De wet voorziet dat het recht op vakantie afhangt van het aantal dagen. werknemers die tijdens het vorige kalenderjaar hebben gewerkt het

Gelet op de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, inzonderheid op artikel 15;

Meewerkende echtgeno(o)t(e): informatiefiche

STATISTISCHE STUDIES

Meewerkende echtgeno(o)t(e): informatiefiche

A D V I E S Nr

Een handleiding voor de pensioenwetgeving

PENSIOENREGELING voor ZELFSTANDIGEN. 65, en wat nu? Studiedienst Zenito sociaal verzekeringsfonds

Wijzigingen in het brugpensioenstelsel vanaf 1 januari 2012

Evaluatie van de pensioenbonus

De impact van het Generatiepact op pensioenen en tijdkrediet. Regeringsbeslissing! =>Protest vakbonden =>Onderhandelingen =>Bijschaving Generatiepact

Wijzigingen in het wettelijke pensioen van de zelfstandige

A D V I E S Nr

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling "Sociale Zekerheid"

Flexibiliteit in een coherente hervorming van de pensioenstelsels Inleidende beschouwing Welke vragen dienen beantwoord?

Twee tot vijf jaar langer werken voor 83,2 tot 298,4 euro minder pensioen per maand

Vrouw en pensioen. Jean MOUREAUX. Rijksdienst voor Pensioenen Financiële studies

Vragen over uw pensioen en dat van uw werknemer beantwoord

Hoeveel bedraagt de bonus? Welke diensten geven recht op een bonus? Telt de pensioenbonus mee voor het pensioen?... 6

Rolnummer Arrest nr. 26/2014 van 6 februari 2014 A R R E S T

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 21 maart

Het effect van loopbaankeuzes van vrouwen op hun pensioen. Federale Dag Diversiteit 25 oktober 2018

Pensioen. Carla Timmermans

Pensioenupdate Up2date najaar 2018

Als zelfstandige arbeid je belangrijkste (of enige) beroepsactiviteit is, dan ben je zelfstandige in hoofdberoep.

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale zekerheid»

Eindeloopbaan: je rechten

Geen discriminatie van vrouwen en gepensioneerden!

Allemaal twee tot vijf jaar langer werken voor 83,2 tot 298,4 euro minder pensioen per maand

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 29 januari

INHOUDSTAFEL HOOFDSTUK 1: INLEIDING 9 HOOFDSTUK 2: PENSIOENSTELSEL IN DE REGELING VOOR WERKNEMERS 11

Afschaffing van de pensioenbonus: tot twee keer meer pensioenen onder de armoedegrens

3 Werknemerspensioenen

De regularisatie van de studieperioden Waar gaat het om?...en concreet?

Gelijkgestelde periodes in de pensioenopbouw bij werknemers

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 55 VAN 13 JULI 1993 TOT INSTELLING VAN EEN REGELING VAN AANVULLENDE VERGOEDING

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 24 april

Pensioenen Ambtenaren (ZAP, AAP)

DEEL 1. STELSEL VAN WERKLOOSHEID MET BEDRIJFSTOESLAG (SWT) 1

VGE-Congres Duurzaamheid van de zorguitgaven Tilburg, 11 oktober 2012

STATISTISCHE STUDIES

OVERZICHT INVLOEDEN REGEERAKKOORD DI RUPO I VOOR HET PERSONEEL VAN HET ONDERWIJS

STATISTISCHE STUDIES

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale zekerheid»

Uitgangspunt van de Commissie

Transcriptie:

ADVIES NR 147 VAN HET BUREAU VAN DE RAAD VAN DE GELIJKE KANSEN VOOR MANNEN EN VROUWEN VAN 29 MEI 2015 BETREFFENDE DIVERSE MAATREGELEN VAN DE HERVORMING VAN HET WERKNEMERSPENSIOEN DEEL 1. DUUR VAN DE LOOPBAAN DEEL 2. OPTREKKEN VAN DE LEEFTIJD VOOR DE TOEGANG TOT HET OVERLEVINGSPENSIOEN 1

Inleiding Het Regeerakkoord van de federale regering van 9 oktober 2014 voorzag in het bijzonder in de verhoging van de wettelijke leeftijd voor het rustpensioen naar 66 jaar in 2025 en 67 jaar in 2030, de voortzetting van de hervorming van het vervroegd pensioen en het optrekken van de toegangsleeftijd voor het overlevingspensioen naar 50 jaar in 2025 en 55 jaar in 2030. Op 3 april 2015 legde de regering de ontwerpteksten 1 voor met het oog op de uitvoering van dit gedeelte van het akkoord, daarbij feitelijk anticiperend op de structurele hervorming van de wettelijke pensioenstelsels voorgesteld door de Commissie Pensioenhervorming 2020-2040 rond een systeem waarbij de pensioenrechten worden berekend door middel van punten 2. De memorie van toelichting van het wetsontwerp vermeldt daarbij dat gezien de huidige wettelijke stelsels niet meer financieel houdbaar zijn en niet langer in overeenstemming zijn met de maatschappelijke evoluties (veroudering van de bevolking, levensverwachting ). Bovendien is het volgens de regering raadzaam om een voldoende lange overgangsperiode te voorzien voorafgaand aan de invoering van het puntensysteem, tijdens welke vanaf nu andere structurele hervormingen nodig zijn om de leefbaarheid van het huidige pensioensysteem op korte en middellange termijn te verzekeren. Ondanks het feit dat de situatie van vrouwen in de betaalde arbeidsmarkt significante verschillen vertoont, waaronder het einde van de loopbaan, werd de Raad niet geraadpleegd en volgens de documenten die hij kon raadplegen 3 werden de economische en zelfs de budgettaire effecten geëvalueerd zonder bijzondere aandacht voor gender mainstreaming. In dit verband verzoekt de Raad de minister van Pensioenen om hem de impactanalyses te bezorgen die bij het dossier op de Ministerraad moesten horen. Deze zouden het ongetwijfeld mogelijk maken om zijn eigen advies te verfijnen. De Raad wil de regering, en meer in het bijzonder de minister van Pensioenen, evenwel dit advies voorleggen over de volgende onderwerpen: - de duur van de loopbaan - het optrekken van de toegangsleeftijd voor een overlevingspensioen Vooreerst betreurt de Raad dat de structurele hervorming die de regering wil uitvoeren niet globaal en volledig gecommuniceerd werd (buiten de beleidsverklaringen) en dat hij zich enkel over gedeeltelijke en beperkte aspecten kan uitspreken. Voorts betreurt hij dat de gevolgen van een langere loopbaan voor de andere takken van de sociale zekerheid (vooral de ziekteverzekering en de werkloosheid) en de arbeidsperspectieven voor zowel jongeren als voor diegenen die getroffen worden door de maatregelen niet gelijktijdig werden 1 Voorontwerp van wet tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 december 1996 tot uitvoering van artikelen 15, 16 en 17 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, wat de wettelijke leeftijd van het rustpensioen en het vervroegd pensioen van werknemers betreft en tot aanpassing van de wettelijke pensioenleeftijd in diverse bepalingen; Ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 december 1967 tot vaststelling van het algemeen reglement betreffende het rusten overlevingspensioen voor werknemers, wat de wettelijke pensioenleeftijd betreft. 2 Een sterk en betrouwbaar sociaal contract, 2014, in het bijzonder sectie 8. 3 Federaal Planburau, Les impacts économiques et budgétaires de long terme des réformes structurelles décidées par le Gouvernement Michel : première étape d un exercice d évaluation, januari 2015. 2

behandeld, hoewel het pensioen- en werkgelegenheidsbeleid onderling afhankelijk zijn. 4 Hij vreest ook dat de eerste maatregelen niet van aard zijn om de pensioenen (inkomen) noch het welzijn van de gepensioneerden te verbeteren (toegang tot en kwaliteit van de gezondheidszorg, huisvesting, sociaal leven, intergenerationele integratie,...) De Raad behoudt zich voor om zich op een later tijdstip uit te spreken over de problematiek van de impact van de zware beroepen op de opbouw van de pensioenen, het deeltijds pensioen, de gelijkgestelde periodes, de "gezinsdimensie" en in het bijzonder de afgeleide rechten, die de regering aankondigt ook te willen hervormen en waarover de Raad zich al herhaaldelijk heeft uitsproken in zijn adviezen nrs. 130, 133, 142, 143. 5 I. Duur van de loopbaan De ontwerpen van regelgeving voorzien - het optrekken van de wettelijke leeftijd (65 jaar tot 31 december 2024 ) naar 66 jaar in 2025 en 67 jaar in 2030; - de voortzetting van de hervorming van het vervroegd pensioen, waarmee van start werd gegaan door de wet van 28 december 2011 houdende diverse bepalingen door een verhoging van de leeftijds- en loopbaanvoorwaarden voor het vervroegd pensioen en een verhoging van de leeftijds- en loopbaanvoorwaarden voor de zogenaamde lange loopbanen. De voorgestelde nieuwe bepalingen voorzien de geleidelijke verhoging van de noodzakelijke loopbaanduur om aanspraak te kunnen maken op een vervroegd pensioen voor de lange loopbanen 6 net als voor de normale loopbanen (tegen 2019 gaat de loopbaanduur van 40 naar 42 jaar en de leeftijdsvoorwaarde van 62 naar 63 voor de korte loopbanen en naar 43 jaar en 61 jaar voor de lange loopbanen). Naast de doelstelling van de financiële haalbaarheid is een van de door de regering aangehaalde argumenten het vermijden van het vroegtijdig verlaten van de arbeidsmarkt en het geleidelijk optrekken van de effectieve loopbaanduur naar 45 jaar. Als dat het doel is, wenst de Raad eraan te herinneren dat andere maatregelen kunnen bijdragen tot de doeltreffende opbouw van een volledige loopbaan, veeleer op een vrijwillige in plaats van autoritaire basis, of in ieder geval om de belemmeringen ervoor op te heffen. De loopbanen van vrouwen zijn inderdaad korter dan die van mannen onder invloed van verschillende sociale en berekeningsfactoren die hen benadelen. 4 De Commissie Pensioenhervorming 2020-2040 heeft zwaar aangedrongen op de noodzaak van een voluntaristisch werkgelegenheidsbeleid als onmisbaar voor het slagen van een pensioenhervorming (deel IV van het rapport ). 5 Advies 130 van 10 september 2010 over de Individualisering van de rechten in de tak van de pensioenen van bezoldigde werknemers met het oog op de toepassing van de gelijke behandeling van mannen en vrouwen; advies 133 van 9 december 2011 betreffende het voorstel voor een typologie van de gelijkgestelde periodes voor de berekening van socialezekerheidsuitkeringen; advies 142 van 21 maart 2014 betreffende een voorontwerp van wet tot wijziging van het rustpensioen en het overlevingspensioen en tot oprichting van de overgangsuitkering, in de pensioenregeling voor werknemers ; advies 143 van 21 maart 2014 van 21 maart 2014; 6 NB. De nota s en ontwerpen van regelgeving van de regering maken gebruik van de term lange loopbanen om hen meer voordelige uitzonderingen toe te kennen. De Raad vraagt zich af wat er concreet moet worden verstaan onder zogenaamd lange loopbaan 3

De Raad waardeert dat de Commissie Pensioenhervorming 2020-2040 in haar rapport van 2014 een bijlage (bijlage 3.3) heeft gewijd aan de kwestie van de tijdsregistraties in het stelsels van de werknemers die gebruikt worden voor het bepalen van het recht op pensioen, de controle van de toegangsvoorwaarden voor vervroegd pensioen, de controle van de voorwaarden voor het minimumrecht per loopbaanjaar en het gewaarborgd minimum. Zij vindt de tijdsconstructie van de beroepsloopbaan bijzonder complex en beveelt een meer gedetailleerde analyse van de impact van de tijdregistratiemethoden aan. De Raad merkt op zijn beurt op dat deze bijlage 3.3 nog niet werd onderworpen aan een genderanalyse en wenst dat de gedetailleerde analyse systematisch rekening houdt met dit criterium. Onderwijl is de Raad van mening dat, in plaats van zich uitsluitend toe te spitsen op het einde van de loopbaan, er ook aandacht moet zijn voor de opbouw van het pensioen van bij het begin van de loopbaan, door rekening te houden met niet door bijdragen gedekte periodes en gedurende de hele loopbaan. 1. Regularisering van de studieperiodes Momenteel kunnen werknemers de regularisering van hun studiejaren vragen (voltijds dagonderwijs) vanaf 1 januari van het kalenderjaar waarin ze 20 jaar worden. De aanvraag moeten binnen een termijn van 10 jaar vanaf het einde van de studies gebeuren. De Raad wenst deze voorwaarden te versoepelen/harmoniseren met het oog op: - de regularisering van de betaling van bijdragen voor studieperiodes vóór de leeftijd van 20 jaar om zo de duur van de loopbaan te verlengen; - het uitspreiden van de betaling van de bijdragen over meerdere jaren of als alternatief de verhoging van de bijdragen met een extra percentage voor studieperiodes ; - betalingen tot het stopzetten van de beroepsactiviteit. 2. Vrijwillige bijdragen Om de duur van de loopbaan aan te vullen is het momenteel mogelijk om periodes toe te voegen (waarvoor geen bewijs van activiteit wordt geleverd) mits bepaalde voorwaarden en na betaling van bijdragen. Het betreft: - periodes van loopbaanonderbreking waarvoor een onderbrekinguitkering werd genoten; - periodes van activiteit als werknemer en waarvoor geen pensioenbijdragen werden betaald - periodes van stopzetting van de activiteit als werknemer (indien deze niet gelijkgesteld zijn aan een periode van activiteit): wegens een ongeval in de privésfeer; na dertig jaar activiteit als werknemer; wegens uitzonderlijke redenen te beoordelen door de RVP,.voor een beperkte periode om een kind tot 3 jaar op te voeden (of tot 6 jaar indien het kind gehandicapt is of lijdt aan een langdurige ziekte) ; 4

.de periode tijdens welke de grens- of seizoenwerknemer een uitkering ontvangt wegens invaliditeit in toepassing van de wetgeving van het land van tewerkstelling. De Raad wenst dat de werknemers tijdig volledig geïnformeerd worden over deze mogelijkheden opdat ze deze op elk moment van hun beroepsleven kunnen laten gelden. Daarnaast vraagt hij dat ook de volgende periodes kunnen worden geregulariseerd: - de terugtrekking uit de arbeidsmarkt om familiale redenen, zoals bijvoorbeeld de echtgenoten van diplomaten die ertoe gebracht worden hun echtgenoot te volgen naar het buitenland; - ongemotiveerd tijdskrediet. 3. Voor deeltijds werkenden wordt het systeem van de samendrukking van de gewerkte jaren van (vrijwillig) deeltijds werkenden behouden. Dit systeem komt echter neer op een nog grotere verkorting van de loopbaan van deze werknemers, waarvan de overweldigende meerderheid vrouwen zijn. Het pensioen wordt immers berekend op basis van voltijds gewerkte dagen; voor deeltijds werkenden wordt het aantal gewerkte (onvolledige) dagen samengedrukt tot voltijdse dagen (de gewerkte uren worden volgens verschillende methodes in aanmerking genomen naargelang de periode). De Raad herhaalt zijn vroegere vragen met betrekking tot de berekening van de duur van de loopbaan van deeltijds werkenden, dit wil zeggen de volledige stopzetting van het samendrukkingsmechanisme dat ingaat tegen het algemene beginsel van prorata temporis dat wordt voorgeschreven door CAO 35 gewijzigd door CAO 35 bis en door de Europese wetgeving 7. Om vervroegd pensioen te verkrijgen gebeurt de berekening van het bedrag van dit pensioen naar rata van de gewerkte en gelijkgestelde jaren: er is geen enkele objectieve reden om zich niet ook aan het eenvoudige principe van prorata temporis te houden voor de voorwaarden van de loopbaanduur. Het samendrukkingssysteem leidt tot gevolgen voor het minimumrecht per loopbaanjaar en voor andere prestaties (toegang tot brugpensioen ) en wordt in bepaalde gevallen gecombineerd met de verwijzing naar het gezinsstatuut (toegang tot anciënniteitstoeslag bij werkloosheid na een loopbaan van 20 jaar ). 4. Deeltijds werkenden met behoud van rechten en inkomensgarantie-uitkering Voor deeltijds werkenden met behoud van rechten zonder inkomensgarantie-uitkering worden de nietgewerkte periodes (voor de leeftijd van 50 jaar) met ten hoogste 1.580 dagen opgenomen in de loopbaan. 7 In het arrest Elbal Moreno van 22 november 2012 (zaak 385/11) antwoord het Hof van Justitie op een Spaanse rechtbank dat het artikel 4 van de richtlijn 79/7/EEG van 19 december 1978, betreffende de geleidelijke tenuitvoerlegging van het beginsel van gelijke behandeling van mannen en vrouwen op het gebied van de sociale zekerheid niet strookt met de Spaanse algemene socialezekerheidswet die van deeltijdwerkers, waarvan de grote meerderheid vrouwen zijn, een relatief grotere bijdrageduur vereist om recht te hebben op een op bijdrage berustend rustpensioen tegenover voltijds werkenden, terwijl het bedrag ervan wel evenredig verminderd wordt naargelang hun arbeidsduur. 5

II. Overlevingspensioen De regering Di Rupo voerde de overgangsuitkering in in het stelsel van het rustpensioen van werknemers. De wet van 5 mei 2014 tot wijziging van het rustpensioen en het overlevingspensioen en tot invoering van de overgangsuitkering in de pensioenregeling voor werknemers en houdende geleidelijke opheffing van de verschillen in behandeling die berusten op het onderscheid tussen werklieden en bedienden inzake aanvullende pensioenen verhoogde de toegangsleeftijd voor het overlevingspensioen naar 50 jaar in 2025. Het nieuwe ontwerp van wijziging van het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers voorziet een geleidelijke verhoging van de leeftijd waarop de overlevende echtgenoot aanspraak kan maken op een overlevingspensioen. Deze leeftijd zal van 50 jaar in 2025 naar 55 in 2030 gaan (verhoging met 12 maanden per jaar). De nagestreefde doelstelling blijft dezelfde: de personen -in het bijzonder de vrouwen, die het meest getroffen worden- aanzetten tot een beroepsactiviteit, zelfs indien ze een overlevingspensioen genieten. In februari 2014 bracht de Raad het advies nr. 142 uit betreffende de overgangsuitkering in het stelsel van de werknemers (deze bepalingen gelden ook voor het pensioenstelsel van de ambtenaren en de Raad bracht hierover een apart advies nr. 143 uit) waarin hij zich niet afkeurend opstelde tegenover de duidelijk in de regeringsverklaring van 2011 vermelde filosofie van de bestrijding van de werkloosheidsvallen en de economische valorisatie en de beperking van de overlevingspensioenen. Hij betreurde echter wel dat de regering besliste tot een op zichzelf staande maatregel zonder globale visie met betrekking tot de afgeleide rechten, waarbij enkel het leeftijdscriterium wordt behouden voor de toekenning van het overlevingspensioen terwijl het recht erop wordt geopend door het huwelijk met een werkende en niet door de overlevende begunstigde. De Raad ziet dus nog steeds niet in welke mate de overlevende echtgenoot zijn of haar inkomen kan verhogen en de eigen rechten kan verbeteren. Anderzijds werd er geen enkele begeleidende maatregel op tafel gelegd voor de begunstigden van de overgangsuitkering die na afloop van de periode van 12 of 24 maanden geen betrekking vinden. Naar aanleiding hiervan zou de Raad willen weten hoe de huidige regering de opnieuw bevestigde doelstelling van het opnieuw aan het werk zetten van jonge overlevende echtgenoten daadwerkelijk zal realiseren. Welke betrekkingen kunnen toegankelijk zijn voor personen van een zekere leeftijd voor wie de tewerkstellingskansen niet optimaal zijn en onder welke voorwaarden? Welke begeleidingsmaatregelen worden er vandaag en in de toekomst genomen, vanzelfsprekend in overleg met de bevoegde diensten van de deelstaten, om deze personen toe te laten om een beroepsactiviteit te vinden? Welke evaluatie, volgens welke criteria en binnen welke termijnen, zal de regering uitvoeren wat betreft de activering van de overgangsvergoeding? Een beleid nastreven waarvan de veronderstelde effecten zeer onzeker zijn en waarbij het ritme versneld wordt (verhoging van de leeftijd met 5 jaar op 5 jaar tijd) lijkt op een ongecontroleerde vlucht naar voren,. Nadat duidelijk getoond werd dat de vrouwen het meest zullen getroffen worden, bestaat er geen enkele impactanalyse die gegevens biedt over de verdeling tussen vrouwen en mannen binnen de nieuwe doelgroep. 6

Samengevat betreurt de Raad het volgende : - het opdelen in schijfjes van de hervormingen, waarvan sommige de meest fundamentele hervormingen anticiperen die door de huidige regering werden aangekondigd lijken te zijn; - de hoofddoelstelling, de leefbaarheid van het stelsel door de verlenging van de loopbaan, houdt geen rekening met alle parameters van de pensioenopbouw, noch met de situatieverschillen tussen mannelijke en vrouwelijke werknemers aan het einde van de loopbaan; - de geanalyseerde documenten geven geen blijk van een daadwerkelijke wil tot het verbeteren van het welzijn van de gepensioneerden (gezondheid, sociale inclusie, enz.); - het ontbreken van een impactanalyse van de voorgestelde maatrelen volgens de verdeling mannen en vrouwen - geen raadpleging van de Raad van de Gelijke Kansen voor Mannen en Vrouwen in materies met duidelijke genderverschillen. De Raad vraagt: - - een globale aanpak van de pensioenhervorming en een duidelijk beeld van de instroom en uitstroom van de arbeidsmarkt; - concrete maatregelen ter verbetering van het leven van gepensioneerden op het vlak van gezondheid, sociaal leven - dat de minister van Pensioen de voorstellen in dit advies bestudeert; - op systematische wijze betrokken te worden bij de consultaties die de minister van Pensioenen heeft aangevat en in ieder geval met betrekking tot de herziening van de zware beroepen, de gelijkgestelde periodes, de invoering van het deeltijds pensioen, de kwestie van de gezinsdimensie, enz. - te kunnen beschikken over de impactanalyses bij de wetsontwerpen en ontwerpen van koninklijk besluit die voorgelegd worden aan de Ministerraad voorafgaand aan de officiële consultaties. 7