ADVIES VLAAMSE COMMISSIE VOOR RUIMTELIJKE ORDENING Ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Televisie- en radiozendmast Gemeente Sint-Pieters Leeuw A. Samenvatting van het dossier A.1. Situering 1.1. Aanleiding De Raad van State heeft op 6 juni 2002 de gewestplanwijziging van 20 januari 1993 voor een VRT zendmast te Sint-Pieters-Leeuw nietig verklaard, met name vanwege een te gebrekkige ruimtelijke argumentatie. Op 11 juli 2005 vernietigde de Raad van State ook de bouwvergunning van 21 oktober 1997 voor het oprichten van een zendmast in Sint-Pieters-Leeuw. Dit noopt de overheid tot een specifiek planningsinitiatief waaruit de locatiekeuze duidelijk beargumenteerd wordt. De omvang en de reikwijdte bepaalt dat voor deze voorziening een afweging op Vlaams niveau noodzakelijk is. Het betreft een zendmast die een groot deel van het land bestrijkt. Het voorliggend ontwerp van RUP werd voorlopig vastgesteld door de Vlaamse Regering op 16 juni 2006. A.2. Ontwerp 2.1. Noodzaak Hoge zendmasten zijn nog niet achterhaald door de huidige en toekomstige technische ontwikkelingen, aldus de toelichtingsnota. Ze worden integendeel nog belangrijker en beantwoorden nog altijd aan een maatschappelijke behoefte. Dit wordt in de toelichtingsnota uitvoerig beargumenteerd voor zowel radio, televisie als transmissie. 2.2. Afwegingskader De afweging van een locatie voor een televisie- en radiozendmast wordt bepaald door: 1. De plaats in het breder zendernetwerk Een zendmast is geen alleenstaande constructie maar maakt onderdeel uit van een netwerk. Dit netwerk moet een goede ontvangstkwaliteit waarborgen in het volledig te bedienen gebied; in casu Vlaanderen en Brussel. Geruime tijd waren er slechts drie hoge zendmasten (Egem, Schoten en Genk). Op figuur 1 in de toelichtingsnota zien we duidelijk dat er een niet bediend gebied ten zuiden van Brussel is. Dit impliceert dat er bijgevolg een vierde hoge zendmast noodzakelijk is. 2. Afweging bij de bestaande installaties De bestaande zendmast in Veltem is na onderzoek geen alternatief gebleken, onder meer omdat deze mast in de aanvliegroutes van de luchthaven van Zaventem ligt en deze bijgevolg niet hoog genoeg kan gemaakt worden. 3. Assignatie van de frequenties Een frequentie assignatie is het recht om op een vastgelegde plaats een welbepaalde frequentie te gebruiken, met een welbepaalde antennehoogte en een welbepaald vermogen. De assignaties zijn zo 1
bepaald dat ze elkaar niet storen en dat ze samen een volledige dekking kunnen geven. Zowel voor radio als televisie zijn er internationale frequentieassignatieplannen. De akkoorden voorzien dat de zender kan geplaatst worden binnen de 15 km rond de door het akkoord bepaalde locaties. Hieruit komen bijgevolg twee locaties uit naar voren: één ten noorden en één ten zuiden van Brussel. Om te vermijden dat twee zendmasten moeten worden gebouwd, dient één locatie gezocht te worden op minder dan 15 km van de door het akkoord aangeduide locaties. 4. Zendtechnische vereisten a. Hoogte van de constructie De hoogte van een zendmast is bepalend voor een optimale dekking. Om zowel het lager gelegen centrum van Brussel als het hoger gelegen gedeelte van Vlaams Brabant in gunstige voorwaarden te bereiken met FM- en TV-uitzendingen, is een zendmast van circa 300 meter hoog ingeplant worden. b. Relatie met het reliëf Als er signalen worden uitgezonden dienen die ook ontvangen te worden. Het centrum van Brussel ligt op een hoogte van 20m boven de zeespiegel, de gebieden rond Brussel liggen hoger. Als daar een zendmast van 300m op wordt geplaatst kan het gebeuren dat Brussel niet bereikt wordt, ze ligt in dit geval in de zogenaamde schaduwzone. Hetzelfde geldt voor de afstand tot Brussel. Om Brussel wel te kunnen bedienen is het enige gebied dat wel in aanmerking komt de Zennevallei, meer bepaald de langsrichting ervan. In concreto komt dit neer op het zoeken van een locatie op een tiental kilometer ten zuiden van het Brussels stadscentrum. c. Hoogte van het gebied Een zendmast gesitueerd op hoger gelegen grond zal de hoogte (en de kosten) kunnen beperken en een groter zendbereik hebben. Er komen slechts twee gebieden voor in aanmerking: een gebied ten zuiden van de Zuunbeek te Sint-Pieters-Leeuw, en een gebied ten oosten van de Zenne te Beersel. Dit werd vertaald in de aanduiding van vier locaties die tegen elkaar afgewogen dienden te worden: - Brusselbaan - Bruine Put - Hoge Bossen - Malou 5. Technische beperkingen bepaald door andere factoren Aangezien een dusdanig hoge zendmast hinder of onveilige situaties kan veroorzaken voor de luchtvaart werd een advies verleend door het Bestuur der Luchtvaart. De locatie Bruine Put zou een reëel gevaar kunnen betekenen voor opstijgende vliegtuigen, en de locatie Hoge Bossen zou een gevaar betekenen voor de uitbating van de helihaven. De locatie aan de Brusselbaan kreeg een positief advies, mits voldaan werd aan technische randvoorwaarden. De locatie Malou kreeg een positief advies, indien het gesitueerd zou worden ten oosten van de hoogspanningslijn. Op basis van verdere berekening ging de voorkeur het meest uit naar Malou. 6. Andere ruimtelijke criteria Naast de genoemde technische vereisten zijn er andere (ruimtelijke criteria) waarmee rekening moet gehouden worden. In de eerste plaats de positie in het landschap, de kwetsbaarheid van het gebied en de mogelijkheid om te bundelen met een andere infrastructuur. Locaties nabij bebouwing of bedrijventerreinen verdienen de voorkeur vanwege de mogelijkheid om te bundelen. In dit geval komt (vanwege de hoogte-eis) geen van dit soort gebieden in beeld. De verschillende locaties worden ook afgewogen ten opzichte van het omringende gebied, rekening houdend met de aanwezigheid van belangrijke natuurlijke en ecologische waarden, de waarde voor de landbouw (bv. of de zone in een ruilverkaveling is gelegen) of de aanwezigheid van beschermde landschappen. Alle vier de locaties liggen in landschappelijk waardevol agrarisch gebied. De impact op het landschap is evident, en hiermee dient dan ook rekening mee gehouden te worden in de 2
vormgeving. De locatie Hoge Bossen en Bruine Put liggen in meer kwetsbare gebieden dan de andere twee locaties. De twee resterende locaties worden afgewogen op de relatie met de overige bebouwing, relatie met anderen waardevolle elementen in het landschap, de openheid van het landschap, de zichtbaarheid en het reliëf, mogelijkheden tot bundeling en ontsluiting. Hieruit werd geconcludeerd dat vanwege de openheid van het landschap een zendmast meer zichtbaar zou zijn op de locatie Brusselbaan. Deze mast zou een storend element vormen in dit nagenoeg ongeschonden landschap en ook de kenmerkende watertoren in de schaduw zetten. Verder is de locatie Malou een beetje hoger gelegen dan de omgeving van de watertoren en is dit gebied meer gecompartimenteerd en landschappelijk al meer geschonden door de hoogspanningsleiding en de heliport. Dit standpunt werd destijds ook verwoord door de gemeente Sint Pieters Leeuw toen de BRTN een principeaanvraag deed bij de Dienst Stedenbouw voor de locatie aan de Brusselbaan. Uiteindelijk blijkt de locatie aan de Victor Maloustraat de enige die voldoet aan alle criteria. A.3. Overeenstemming met het RSV Het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen (RSV) doet geen uitspraken over televisie- en radiozendmasten in Vlaanderen. In het richtinggevend gedeelte van het RSV wordt wel gesteld dat niet aan het wonen gekoppelde gemeenschaps- en nutsvoorzieningen dienen te voldoen aan de volgende ruimtelijke randvoorwaarden: - de schaal van de voorziening sluit aan bij de schaal van het landschap; - de omvang van de voorziening tast de structuur en de functie van de structuurbepalende functies van het buitengebied niet aan. A.4. Sectorale regelgeving In dit ontwerp van RUP werd tevens rekening gehouden met de diverse sectorale regelgevingen waarmee rekening moet worden gehouden bij het opstellen van een plan. Meerbepaald gaat het om de bepalingen omtrent de ruimtelijke veiligheidsrapportage, de passende beoordeling, het milieueffectenrapport en de watertoets. Geen van deze instrumenten diende te worden gehanteerd voor het voorliggend ontwerp van RUP. A.5. Openbaar onderzoek Het ontwerp van gewestelijk RUP werd conform art. 42 van het decreet op de ruimtelijke ordening van 18 mei 1999 onderworpen aan een openbaar onderzoek gedurende 60 dagen, m.n. van 31/07/2006 tot 28/09/2006. Dit openbaar onderzoek resulteerde in 1 tijdig bezwaarschrift, dat tevens voldeed aan de vormvereiste. Het bezwaar werd opgenomen in een databank (cfr. bijlage). Vlacoro dient over dit ontwerp van RUP advies uit te brengen binnen de 90 dagen na het afsluiten van het openbaar onderzoek, i.c. voor 27/12/06. A.6. Adviezen Er werd 1 advies tijdig ingediend: - Provincieraad Vlaams-Brabant [A1] 3
B. Advies van Vlacoro B. 1 Bespreking van de bezwaren en opmerkingen 1. Het college van burgemeester en schepenen van de gemeente Sint-Pieters-Leeuw [B1] tekent bezwaar aan tegen het voorliggend ontwerp van RUP. Het plangebied zal volgens het college wellicht niet behoren tot het Vlaams stedelijk gebied rond Brussel, maar echter wel tot het buitengebied. Dit betekent dat deze voorziening dient aan te sluiten bij de schaal van het landschap indien zij in overeenstemming wenst te zijn met het RSV. Het college stelt dat dit niet het geval is. Bijkomend vinden zij de ruimtebehoefte onvoldoende gemotiveerd, stellen zij dat er geen compensatie wordt geboden voor de landbouwgrond en geen garantie wordt gegeven voor een nabestemming in functie van landbouw. Vlacoro stelt dat het ontwerp van RUP rekening houdt met het ontvangende landschap, evenals met de specifieke inpassing van de zendmast in het landschap. Er wordt rekening gehouden met het ontvangende landschap door een analyse te maken van de landschappelijke kwaliteiten van de verschillende mogelijke locaties. Uit de analyse van de resterende locaties blijkt duidelijk dat de in het ontwerp van RUP gekozen locatie de enige locatie is die aan alle criteria voldoet, en tevens een landschappelijk te verantwoorden keuze is binnen de waaier aan technisch mogelijke locaties. Er wordt tevens rekening gehouden met de specifieke inpassing van de zendmast in het landschap, door in de ruimtelijke optie te stellen dat er bijzondere aandacht dient te worden besteed aan de landschappelijke inpassing, ondermeer door de architecturale vormgeving. Vlacoro stelt vast dat er in de plenaire vergadering een positief advies werd gegeven door het college van burgemeester en schepenen van de gemeente Sint-Pieters-Leeuw, terwijl er in het openbaar onderzoek een negatief advies naar voor wordt geschoven. Daarenboven werd tijdens de plenaire vergadering aangehaald dat de zendmast is opgenomen in het ruimtelijk structuurplan van Sint- Pieters-Leeuw, en hierin een functie krijgt als landschappelijk baken. Vlacoro gaat echter wel akkoord dat uit de toelichtingsnota onvoldoende blijkt waarom het plangebied deze specifieke grootte heeft. De commissie vraagt om dit bijkomend te motiveren in de toelichtingsnota. Voor Vlacoro is het tevens onduidelijk welk gevolg deze nieuwe bestemming heeft voor de eigenaar/landbouwer van deze gronden. Het stedenbouwkundig voorschrift zegt dat deze gronden nog gebruikt kunnen worden voor landbouw zover deze de hoofdfunctie niet storen. Vlacoro vraagt dat dit verduidelijkt wordt in de toelichtingsnota. De commissie is bijkomend van oordeel dat de landbouwer passend dient vergoed of gecompenseerd te worden voor die delen die hetzij tijdelijk, hetzij permanent niet meer in gebruik kunnen worden genomen. Aangezien de zendmast mogelijks voor een lange periode op deze plek zal functioneren lijkt het voor Vlacoro onverstandig om nu al een nabestemming vast te leggen. De commissie stelt voor dat indien het plangebied zijn bestemming niet meer waarmaakt, er een nieuw planningsinitiatief dient te worden opgestart die het gebied een passende bestemming toekent. B. 2 Bespreking van de adviezen 2. De provincieraad Vlaams-Brabant [A1] brengt een gunstig advies uit over het ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan televisie- en radiozendmast zoals voorlopig vastgesteld door de Vlaamse Regering op 16 juni 2006. Vlacoro neemt akte van het positieve advies. 4
B. 3 Eigen opmerkingen van Vlacoro Vlacoro kan zich vinden in de overwegingen en motieven die gespeeld hebben bij de uiteindelijke locatiekeuze. De commissie wenst echter wel te benadrukken dat de toelichtingsnota enige verwarring kan scheppen. De motivering van de locatiekeuze wordt beschreven alsof het bouwen van de zendmast nog moet gebeuren, terwijl de zendmast er al staat. Vlacoro vraagt om dit duidelijker weer te geven in de toelichtingsnota. B. 4 Besluit VLACORO geeft gunstig advies over het ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Televisie en radiozendmast Sint-Pieters Leeuw mits, - voldaan wordt aan bovenvermelde voorwaarden en opmerkingen. Verleend te Brussel op 19 december 2006, Lieve Reenaers, vaste secretaris Filiep Loosveldt, voorzitter Bijlage: overzicht bezwaarindieners en adviesinstanties 5
6