Stichting Armoedefonds. Verkennend onderzoek naar trends en ontwikkelingen binnen de lokale armoedebestrijding ( )

Vergelijkbare documenten
2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

6 Inhoud. 5 Voorwoord. 7 Sectoronderzoek. 16 Goede doelen over welzijn en samenleving. 25 Vijf goede doelen in het kort

Financiëel verslag 2013

Infoblad ARMOEDE IN NEDERLAND

Armoede & Veerkracht: Hoe vinden mensen met weinig geld hun weg?

Gegevens ANBI Vincentiusvereniging Vught Fiscaal nummer: Website: Voorwoord

Amsterdammers over het gemeentelijk armoedebeleid

INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING 1.1 KORTE BESCHRIJVING PRESENT HOUTEN 1.2 KADER WAARBINNEN PRESENT WERKT

Beleidsplan Stichting Hulpdienst In-Zicht

HUMANITAS NULMETING COMPLEXITEIT VAN DE HULPVRAAG

6. Schuldhulpverlening

Financieel Verslag 2012

Bijlage 4: Werkenden met een laag inkomen

Jaarverslag Stichting jij bent TOV! Auteur: Wendy Verkerk- Klein

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

Ontwikkelprogramma armoede gemeente Leeuwarden 2014

Gegevens ANBI Vincentiusvereniging Vught Fiscaal nummer: Website: Voorwoord

1. Inleiding. 2. Visie en Missie

Jaarrekening & Verslag van voorlichtingsactiviteiten in Nederland 2015

CBS: Meer werkende vrouwen op de arbeidsmarkt

ido Begroting 2017 Inloophuizen Schuldhulpverlening Voedselbank Interkerkelijk Diaconaal Overleg Lelystad

ZELFREDZAAMHEID in Amsterdam

Informatie 10 januari 2015

Actieplan 1 Informatie- en preventiebeleid naar de Zeelse bevolking toe op het vlak van o.m. (kinder)armoede, gezondheid, participatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Armoede in Nederland 2013

Beleidsplan SchuldHulpMaatje Zoetermeer

De Geefwet en donaties aan cultuur in Nederland *1. René Bekkers, Saskia Franssen,

De aanpak van armoede

Spreekuur. Werklozenkrant

Stichting Leergeld Bommelerwaard Jaarverslag 2018

Beleidsplan Stichting Hulpdienst In-Zicht

STICHTING SCHULDHULP UTRECHTSE HEUVELRUG BELEIDSPLAN EN BEGROTING STICHTING SCHULDHULP UTRECHTSE HEUVELRUG

Subsidies armoedebestrijding en schuldhulpverlening 2015

Sociale media in Nederland Door: Newcom Research & Consultancy

Stichting Lochem Beleidsplan

Het rendement van taaltrajecten: casus gemeente Amsterdam. Augustus 2015

19 december Onderzoek: Armoede en de Voedselbank

Reeks artikelen over de samenwerkende vrijwilligersorganisaties die zich bezighouden met armoedebestrijding in Amersfoort.

De gegevens van het tweede jaar voedselhulp

CBS: Lichte toename werkenden, minder werklozen

Uitgiftepunten Voedselbank Steenwijkerland

Jaarverslag. SchuldHulpMaatje Culemborg 2014

Financiële problemen op de werkvloer

ERVARINGEN VAN INSTELLINGEN NA EEN JAAR DECENTRALISATIE

Jaarverslag Het is een eer om andere mensen te mogen helpen. pag. 1

HOE DENKT NEDERLAND OVER SOCIAAL- ECONOMSICHE ZAKEN?

Raadsstuk. Onderwerp: Maatschappelijke participatie door kinderen (Kansen voor de jeugd II) Reg.nummer: 2009/235363

FINANCIEEL JAARVERSLAG 2015 STICHTING LEERGELD HILVERSUM WIJDEMEREN HILVERSUM

Waar vindt u ons opslag en uitgifte (wekelijks op do.dagmiddag): Marijkezaal - Gebroek 12 - p : postbus 2341, 6040 DB t : e i : voedselban

Vereniging van Nederlandse Voedselbanken Wilgenkade LL HOUTEN BOEKJAAR 2016

Gegevens ANBI. Vincentiusvereniging Vught. Fiscaal nummer: Website:

Katakle Business Plan Groeiplan voor het programma van The Hunger Project in Benin

Beleidsplan

Kinderen en armoede. Waarom inzet van het Jeugdsportfonds en Jeugdcultuurfonds?

Gegevens ANBI. Vincentiusvereniging Vught. Fiscaal nummer: Website:

INHOUD. RSIN- identificatienummer: NL KVK

Starters zien door de wolken toch de zon

Subsidieverlening armoedebestrijding Met dit collegevoorstel handelen we deze aanvragen af. Alleen ter besluitvorming door het College

Financiëel verslag 2014

rapportage 2013 Administratieve diensten

SR. Discussienotitie Armoede uit Delft. 21 september 2015 SP Fractie Delft Lieke van Rossum

Voor u ligt het jaarverslag van de Stichting Jeugdcultuurfonds Eindhoven (hierna: Jeugdcultuurfonds) over het jaar 2016.

NETWERK NIEUW ROTTERDAM

Vraag 1 Bent u bekend met het bericht 'Koopkracht gezinnen in veertig jaar amper gestegen? 1

Registratienummer / 16Z Beleidsplan 'Armoedebestrijding en schuldhulpverlening in Midden- Delfland '

ENERGIEBANK JAARPLAN 2019

EénVandaag en Nibud onderzoeken armoede

Jaarplan Leidschendam-Voorburg

2. Bestaansreden Stichting Burgerinitiatief Woudenberg in Nederland 2.1. Oprichting 2.2. Maatschappelijke relevantie

Beleidsplan Stichting FARE Almere

Huidig economisch klimaat

Kinderen vooruit! Verschillende gemeenten

Omzien naar elkaar CDA Kampen

Preventie en bestrijding van stille armoede en sociale uitsluiting. Brief van de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

BELEIDSPLAN 2018 STICHTING ALMEERSE HANDEN INEEN

Stichting Leergeld Bommelerwaard Jaarverslag 2017

Project Thuisadministratie

Verslag coördinatie van het Project Schuldhulpmaatje in Heerhugowaard. Inleiding. Schuldhulpmaatjes. Hulpvragen. Tijdsbesteding

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamerder Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Datum 8 april 2011 Betreft Evaluatie IOW

Inhoudelijk Jaarverslag Tilburgse Voedselbank 2012

Uitgevoerde Activiteiten 2014 Stichting Hulpdienst In-Zicht

Jaarverslag Vincentiusvereniging Beek.

STICHTING LEERGELD LELYSTAD JAARVERSLAG 2016 INHOUDSOPGAVE

Jaarverslag 2015 TA RENKUM

JAARVERSLAG. Stichting Kledingbank Amersfoort JAARVERSLAG STICHTING KLEDINGBANK AMERFOORT 2015

Inhoud Inhoud Introductie Visie en Missie Doel Werkwijze Samenwerking Organisatie Middelen

Armoede in Nederland 2016

Jaarverslag. SchuldHulpMaatje Culemborg 2015

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid in 2002 gestegen. Stijging werkloosheid door afname werkgelegenheidsgroei

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Beleidsplan. Inhoudsopgave. Voorwoord. 1. Inleiding Nederland Cijfers. 2. Bestaansreden Stichting Kansarme kinderen in Nederland

FINANCIEEL JAARVERSLAG STICHTING LEERGELD HILVERSUM WIJDEMEREN HILVERSUM

Brielle. Meedoen in gemeente Brielle! Ook als je een laag inkomen hebt.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Samenvatting. Vrijwilligers in de Amateurkunst

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Transcriptie:

Stichting Armoedefonds Verkennend onderzoek naar trends en ontwikkelingen binnen de lokale armoedebestrijding (2013 2018)

Dit rapport is samengesteld door de volgende medewerkers van Panteia Marijke Schippers Sytske Valk René Vogels Zoetermeer, 11 oktober 2018

Inhoudsopgave 1 Inleiding 4 2 Methode 5 3 Resultaten 7 3.1 De ontwikkeling van de hulpvraag 9 3.2 De ontwikkeling van de inkomsten 10 3.3 Verwachtingen voor de toekomst 11 4 Conclusie 14 3

1 Inleiding De in 2013 opgerichte Stichting Armoedefonds heeft als doel het bestrijden van armoede door middel van het (financieel) ondersteunen van organisaties in Nederland die zich inzetten voor armoedebestrijding op lokaal niveau. 1 Organisaties die op dit moment worden ondersteund door Stichting Armoedefonds zijn bijvoorbeeld voedselbanken en stichtingen Leergeld. Het fonds bestaat nu vijf jaar en dat moment is gekozen om de trends in kaart te brengen omtrent private armoedebestrijding in Nederland met een verkennend onderzoek. Met behulp van jaarverslagen en een enquête zijn deze trends in kaart gebracht. Ontwikkeling armoede periode In 2013 waren er volgens het CBS 728.000 mensen die moesten rondkomen van een laag inkomen, dit stond gelijk aan 10,3% van de bevolking. Gezien de welvarende economische situatie op het moment, zien de verwachte cijfers van 2018 er aanzienlijk rooskleuriger uit. De prognose voor 2018 is dat het aantal mensen dat moet rondkomen met een laag inkomen zal dalen naar 581.000, dit is 7,9% van de bevolking. 2 Dit zou een afname van 23,3% betekenen van het aandeel van de bevolking dat in armoede leeft. Wel blijft langdurige armoede nog een probleem in onze samenleving. Het is echter de vraag in hoeverre dit in de praktijk ook zo wordt ervaren. Stichting Armoedefonds wil met deze studie in kaart brengen hoe het in Nederland is gesteld met de particuliere armoedebestrijding en wat daar sinds 2013 is veranderd. Panteia heeft dit verzoek uitgevoerd aan de hand van literatuuronderzoek en een enquête onder partijen die in het relatiebestand zitten van Stichting Armoedefonds. De organisaties die zich de afgelopen jaren hebben gemeld bij Stichting Armoedefonds vormen het actieve hart van de private armoedebestrijders op lokaal niveau in Nederland. De Nederlandse gemeenten bekommeren zich daarnaast om armoedebestrijding. Zij vormen geen onderdeel van deze studie; de focus ligt in dit onderzoek op het private initiatief. Het onderzoek is uitgevoerd in de periode medio september tot de eerste week van oktober 2018. 1 https://www.armoedefonds.nl/wat-doet-armoedefonds 2 CBS. (2018) Armoede en sociale uitsluiting 2018. [online] Beschikbaar op: https://www.cbs.nl/-/media/_pdf/2018/03/armoede-en-sociale-uitsluiting-web.pdf [geraadpleegd op 24 september 2018]. 4

2 Methode Van iedere stichting waar Stichting Armoedefonds geld aan geeft zijn de jaarverslagen geraadpleegd voor de jaren 2017 en 2013 voor zover die via internet beschikbaar zijn. Hiervoor zijn in totaal 113 websites bezocht. Niet van iedere stichting is een (volledig) jaarverslag en/of jaarrekening via de website beschikbaar. Per stichting is, waar mogelijk, de volgende informatie verzameld het aantal aanvragen, het aantal toegezegde aanvragen, het aantal geholpen mensen, het totaal aan baten en het jaartal van de desbetreffende informatie. Vervolgens is iedere stichting ingedeeld in categorieën (absolute armoede of sociale armoede) en subcategorieën ( geld en werk, gezondheid, huisvesting, voedsel, (buiten-)schoolse activiteiten of sociaal ). Gezien het lage aantal stichtingen in de categorieën huisvesting en gezondheid zijn die niet apart toegelicht. We spreken in Nederland over absolute armoede als mensen leven onder de lage-inkomensgrens en bijvoorbeeld niet beschikken over (gezond) voedsel, huisvesting, toegang tot gezondheidszorg (bv. een zorgverzekering) of geen mogelijkheden hebben om verder te leren na de verplichte schoolperiode. Onder absolute armoede vallen de volgende subcategorieën: Subcategorie Uitleg Aantal stichtingen Geld en werk Voedsel Stichtingen die schuldhulpverlening aanbieden, noodfondsen in de vorm van giften, kleding, levensmiddelen, speelgoed, en initiatieven die werkzoekenden helpen bij het vinden van een baan. Hieronder vallen stichtingen die op wat voor manier dan ook voedsel aanbieden aan mensen. Dit kan in de vorm van een voedselbank, een tuin die voedsel levert aan de voedselbank of een restaurant dat gratis maaltijden uitdeelt. 32 36 Sociale armoede betekent dat mensen niet mee kunnen doen aan het maatschappelijk leven omdat er geen geld is voor een sportclub of vereniging, voor schoolactiviteiten of een uitstapje van de bejaardenvereniging of bijvoorbeeld voor toegang tot internet. 5

Onder sociale armoede vallen de volgende subcategorieën: Subcategorie Uitleg Aantal stichtingen (Buiten)schoolse activiteiten Sociaal Voor kinderen en jongeren die mee willen doen aan schoolse of buitenschoolse activiteiten. Dit is inclusief de initiatieven die kinderen van schoolspullen voorzien. Hieronder vallen alle resterende stichtingen die het sociale leven van mensen proberen te stimuleren en te ondersteunen waaronder initiatieven zoals inloophuizen en de vakantiebank. 24 15 Sinds haar start heeft Stichting Armoedefonds een totaal van 113 lokale organisaties geholpen. Negenentwintig organisaties uit de totale onderzoeksgroep hebben geen jaarverslag en jaarrekening via de website gepubliceerd. Van de 82 organisaties die wel informatie publiceren via de website zijn vaak niet alle factoren benoemd waarnaar we op zoek waren, of was er geen jaarverslag beschikbaar van 2017 én 2013. Een totaal van 71 stichtingen heeft voor 2017 de baten in het verslag vermeld. Bij 67 organisaties is het aantal mensen dat is geholpen in 2017 vermeld in het jaarverslag. Voor 39 stichtingen is er informatie beschikbaar over zowel 2017 als 2013. Het totaal aan baten van de organisaties voor beide jaren is in 34 gevallen gegeven. Voor 33 stichtingen was er informatie beschikbaar over het totaal aantal geholpen mensen in zowel 2017 als 2013. Daarnaast is er een enquête uitgezet die per mail verstuurd is naar de stichtingen die in het bestand staan van de Stichting Armoedefonds. Deze enquête bevat onder andere vragen omtrent de situatie in 2018 en hoe deze situatie is in vergelijking met de situatie in 2017. Verder is er gevraagd naar redenen achter bepaalde ontwikkelingen. Als laatste is de stichtingen gevraagd een blik te werpen op de toekomst. Uiteindelijk heeft 53% van de stichtingen op deze enquête gereageerd. De enquête is anoniem en daardoor is er geen koppeling mogelijk tussen de jaarverslagen en de resultaten van de enquête. 6

3 Resultaten Er komt, mede door het gebruik van sociale media, steeds meer aandacht voor armoede, zo blijkt uit de enquête. Die aandacht heeft zich vervolgens vertaald in een grotere bekendheid van stichtingen. Daarnaast heerst er een minder groot taboe op financiële en sociale armoede. Door de economische crisis zijn veel mensen in de problemen geraakt. Veel stichtingen geven aan dat ze zien dat bepaalde groepen het beter hebben gekregen door het aantrekken van de economie, al is er nog steeds een aanzienlijke groep mensen die in de armoede leeft. Daarnaast is de problematiek van de armoede steeds complexer geworden. Denk hierbij aan opgestapelde problemen zoals combinaties van echtscheiding en baanverlies. Ook de vluchtelingencrisis leidt tot complexe gevallen van armoede waarbij het ontbreken van werk en een taalbarrière een grote rol spelen. Verder zijn er mensen die tussen wal en schip raken en daardoor niet de benodigde hulp van de overheid kunnen verkrijgen waardoor ze een beroep op de stichtingen moeten gaan doen. Daarnaast geven stichtingen aan dat door de jaren heen de normen en de eisen voor hulp fluctueren, net als het aantal vrijwilligers en de inkomsten. Een terugkerend thema bij veel organisaties is de relatie tussen de stichting en de overheid. Een goede samenwerking zorgt voor een effectiever beleid omdat diensten elkaar dan aanvullen. Twee grote stichtingen uitgelicht Stichting Leergeld: Stichting Leergeld is in de afgelopen vijf jaar hard gegroeid. Dat is goed nieuws voor kinderen die om financiële redenen niet mee kunnen doen met (buiten)schoolse activiteiten. Volgens de cijfers in de jaarverslagen van de diverse lokale stichtingen waar Stichting Armoedefonds geld aan geeft is het aantal kinderen dat is geholpen gestegen met 127%. De totale baten zijn met 69% gegroeid in de afgelopen vijf jaar. Volgens de cijfers van Stichting Leergeld Nederland hebben alle lokale stichtingen bij elkaar in 2017 103.602 kinderen kunnen ondersteunen. In 2013 was dit nog 47.000, wat een groei betekent van 120% in vijf jaar. Oorzaak van de groei is vooral omdat gemeenten de zogenoemde Klijnsma-middelen doorzetten naar stichtingen Leergeld. Voedselbank: De voedselbank zet zich met meer dan 11.000 vrijwilligers op 169 verschillende plaatsen in om wekelijks ruim 30.000 voedselpakketten uit te delen. In 2017 kregen maar liefst 132.500 individuen voedselhulp via de voedselbank. Hiervan is bijna 2 van de 5 geholpen mensen iemand van onder de 18 jaar. Op jaarbasis worden ongeveer 40 miljoen producten uitgedeeld. Deze producten zouden anders worden vernietigd. De voedselbanken hielpen in 2017 79.000 mensen. Dat zijn er zesduizend (7%) minder dan in het crisisjaar 2013. De eerste helft van 2018 groeide het aantal huishoudens dat voedselhulp nodig had met 2 % ten opzichte van dezelfde periode in 2017. 7

figuur 1 Duur hulpvraag 11% 16% 45% 28% 1 jaar of meer 6 maanden tot een jaar 1 maand tot 6 maanden minder dan een maand/enkele keren Bron: Panteia/Stichting Armoedefonds Vaak is het beroep dat wordt gedaan op stichtingen van langdurige aard. Bijna driekwart van de individuen die hulp ontvangt van hulpinstanties blijft zes maanden of langer met hen in contact. Om aan deze hulpvraag te voldoen zijn stichtingen vaak afhankelijk van vrijwilligers. Een derde deelnemers aan het onderzoek heeft ook betaalde krachten in dienst. Het aantal betaalde krachten is groter naarmate er meer vrijwilligers werk verrichten voor de stichting. De helft van de organisaties bestaat uit minder dan 35 vrijwilligers. De redenen waarom mensen gebruik maken van de stichtingen vallen voornamelijk onder twee thema s, namelijk sociale en financiële. Financiële oorzaken die naar voren komen zijn voornamelijk een structureel laag inkomen (soms gepaard gaande met langdurige werkloosheid) en schuldenproblematiek. Sociale oorzaken waarom mensen hulp nodig hebben zijn onder meer eenzaamheid en echtscheiding. Daarnaast kan ook ziekte een reden zijn waarom mensen hulp zoeken. 8

Doordat Stichting Armoedefonds veel hulp biedt aan de verschillende lokale takken van Stichting leergeld en de Voedselbank komt in de antwoorden op de enquête vooral naar voren dat initiatieven ingeschakeld worden voor schoolspullen (waaronder een computer, een fiets en schoolbenodigdheden) en voedselvoorzieningen. Ook is er te zien dat er veel ondersteuning wordt gevraagd op het gebied van hulp met administratie en budgetteren; veel hulpvragers hebben schulden en een laag inkomen. 3.1 De ontwikkeling van de hulpvraag Toename geholpen mensen met 18% Uit figuur2 valt op te maken dat vooral stichtingen op sociaal gebied beduidend meer mensen hebben bereikt (+25%) dan in 2013 en ook stichtingen op het gebied van geld en werk hebben meer mensen geholpen (+10%). Aan de andere kant zijn er vergeleken met 2013 minder mensen geholpen op het gebied van (buiten)schoolse activiteiten (-31%) en voedsel (-19%). Dit leidt uiteindelijk tot een toename van het aantal geholpen mensen van 18%. We gaan ervan uit dat dit om een representatieve groep organisaties gaat die we in deze vergelijking in beeld hebben gebracht. De percentages in figuur 3 zijn daarmee een goede indicatie voor de hele sector. Op basis van de analyses van de jaarverslagen zijn er in 2017 via de 113 hulporganisaties circa 125.000 mensen bereikt. 9

absolute armoede sociale armoede totaal figuur 2 Percentage verandering geholpen individuen totaal 18% sociaal (n=5) 25% (buiten)schoolse activiteiten (n=5) -31% voedsel (n=14) -19% geld en werk (n=10) 11% -75% 0% 75% Bron: jaarverslagen Bijna de helft van de mensen die gebruikmaken van de hulp komt al een jaar of langer bij de organisaties langs. Slechts 11% heeft maar een maand of incidenteel gebruikgemaakt van de hulp. figuur 3 Duur van de relatie tussen hulpvraag en armoedezorg 1 jaar of langer terugkomend 46% 6 maanden tot 1 jaar 28% 1 maand tot 6 maanden 15% minder dan 1 maand/slechts een enkele keer 11% 0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% 40% 45% 50% Bron: Panteia/Stichting Armoedefonds 3.2 De ontwikkeling van de inkomsten De ontwikkeling van de inkomsten over de periode 2013-2017 is niet nauwkeurig in kaart te brengen op basis van de beschikbare informatie in de jaarverslagen. Daarvoor zijn van te weinig organisaties de gegevens over deze twee jaren beschikbaar. Als de informatie beschikbaar is in de jaarverslagen is over het algemeen wel een stijging van de inkomsten te zien. In de enquête is ook gevraagd naar de ontwikkeling van de inkomsten. Hier blijken de inkomsten bij de 50 organisaties die deze informatie hebben aangeleverd in de periode 2013-2018 te zijn gestegen. 10

figuur 4 Percentage vrij besteedbare middelen in 2018 60% 57% 50% 40% 30% 20% 10% 7% 9% 13% 15% 0% 0%-20% 21%-40% 41%-60% 61%-80% 81%-100% Bron: Panteia/Stichting Armoedefonds Klein deel vrij besteedbaar Stichtingen hebben over het algemeen weinig vrijheid bij de besteding van hun inkomsten. Meer dan de helft (57%) van de respondenten gaf aan dat slechts tussen de 0-20% van de inkomsten vrij besteed mag worden, het zogenaamde ongeoormerkte geld. Meer dan driekwart (76%) verwacht dat in 2018 een even groot gedeelte van de inkomsten vrij besteedbaar zal zijn. 3.3 Verwachtingen voor de toekomst figuur 5 De baten in 2018 ten opzichte van 2017 60% 50% 51% 40% 30% 20% 10% 0% 21% 15% 11% 2% Veel meer Meer Evenveel Minder Veel minder Bron: Panteia/Stichting Armoedefonds Baten in 2018 nemen toe Figuur 5 laat zien dat de meerderheid van de stichtingen (51%) verwacht dat de baten in 2018 ongeveer hetzelfde zullen zijn als in 2017. 36% van de organisatie verwacht een toename van de baten en 13% een afname. Bovendien wordt verwacht dat er een groter 11

beroep wordt gedaan op hun diensten (zie figuur 6). Als die verwachting waarheid wordt zal het merendeel van de stichtingen dus efficiënter te werk moeten gaan om met ongeveer dezelfde baten aan een grotere hulpvraag te voldoen. 64% verwacht toename gebruik In figuur 6 is te zien dat 68% van de stichtingen verwacht dat er in 2018 meer of veel meer gebruik zal worden gemaakt van hun diensten dan in 2017. 15% verwacht echter dat er minder of veel minder gebruik zal worden gemaakt van hun diensten. figuur 6 Het gebruik van hulp 2018 ten opzichte van 2017 40% 35% 36% 30% 28% 25% 20% 21% 15% 13% 10% 5% 0% Veel meer Meer Evenveel Minder Veel minder 2% Bron: Panteia/Stichting Armoedefonds In de enquête kwamen een aantal punten herhaaldelijk terug om de komende jaren aandacht aan te besteden. De antwoorden op deze open vragen vatten we hieronder kort samen. Het vergroten van de naamsbekendheid om zo het klantenbestand uit te breiden en het werven van fondsen te vergemakkelijken worden het meest genoemd. Daarnaast is het voor veel stichtingen belangrijk om zich te richten op het taboe dat er heerst op het vragen van hulp. Het werven en trainen van vrijwilligers staat bij veel organisaties hoog op de agenda. Voor veel stichtingen is het belangrijk om meer samen te werken met andere organisaties en overheden. 12

De knelpunten Er zijn enkele knelpunten waar de stichtingen verwachten tegenaan te lopen de komende jaren. De voornaamste zijn het behoud en de werving van de vrijwilligers en het rondkrijgen van de financiën. De gemiddelde leeftijd van de vrijwilliger kruipt omhoog en de tijd dat ze aan hun vrijwilligerswerk kunnen besteden wordt gestaag minder. Veel organisaties geven aan dat ze moeite hebben met het vinden van vrijwilligers die langdurig betrokken kunnen zijn. Daarnaast lijkt het in toenemende mate problematisch inkomsten te vinden die gebruikt kunnen worden voor het draaiende houden van de organisatie in zijn geheel, het zogenaamde ongeoormerkte geld. Het werven van de juiste deskundigen zoals tolken en intermediairs is ook een struikelblok voor de organisaties. Stichtingen komen in de problemen zodra subsidies worden stopgezet, vooral wanneer dit plotseling gebeurt. Organisaties geven aan dat al deze variabelen een direct effect hebben op zowel de kwaliteit als de kwantiteit van de hulpverlening. 13

4 Conclusie Nederlanders weten de weg steeds beter te vinden in hun gemeente naar particuliere instanties die hen helpen uit de armoede te komen. In Nederland hebben in 2017 achttien procent meer hulpvragers aangeklopt bij particuliere armoedebestrijders in hun gemeente vergeleken bij 2013. Voor 2018 verwacht 64 % van de organisaties dat ze (veel) meer mensen moeten helpen dan in 2017. Wat betreft de inkomsten van de hulpverleners; bij 36 % van de organisaties wordt voor 2018 een stijging verwacht, terwijl 51 % denkt dat de baten op hetzelfde niveau blijven als in 2017. Een mogelijke verklaring voor de in het onderzoek gevonden stijging van de hulpvraag van achttien procent zouden de veelbesproken Klijnsma-gelden van de landelijke overheid kunnen zijn die vanaf 2017 worden uitgedeeld aan gemeenten. Die komen deels, zowel direct als indirect, terecht bij een aantal private armoedebestrijders. Meer budget geeft een mogelijkheid om bekender te worden - en daarmee meer vraag aan te trekken en gemeenten zullen eerder doorverwijzen. Vele armoedebestrijders noemen het belang van het doorbreken van het taboe op armoede en het blijvend werven van fondsen. De armoedebestrijders zien tenslotte het vergroten van hun bekendheid op regionaal en lokaal niveau de komende jaren als belangrijk actiepunt. Dit betreft een eerste verkennend onderzoek. De Stichting Armoedefonds zal in de toekomst meer onderzoek moeten initiëren. 14