Rapport Gemeentelijke Ombudsman Langdurig geschil over de renovatie van panden gemeente Amsterdam stadsdeel Centrum 2 augustus 2007 RA0612790 Samenvatting Een huizenbezitter heeft al jarenlang een geschil met het stadsdeel over de renovatie van enkele van zijn in slechte staat verkerende panden. Het stadsdeel heeft hem laten weten dat ze gerenoveerd moeten worden. De man heeft hiervoor subsidie aangevraagd, en die is hem in eerste instantie wel en later weer niet toegekend. Ook onderhandelingen over splitsing dan wel sloop/nieuwbouw zijn op niets uitgelopen. Over de diverse procedures zijn of worden gerechtelijke procedures gevoerd. De huizeneigenaar meldt zich bij de ombudsman met drie klachten. De eerste klacht betreft het niet beantwoorden van brieven door het stadsdeel. De tweede klacht betreft de weigering van het stadsdeel zijn stukken toe te laten in een beroepsprocedure en ten derde reageert het stadsdeel niet op zijn verzoek om via mediation de verstoorde relatie te herstellen. De ombudsman concludeert dat het stadsdeel Centrum in strijd heeft gehandeld met het vereiste van actieve en adequate informatieverstrekking door de brieven niet te beantwoorden. Dat het stadsdeel niet meewerkt aan mediation vindt de ombudsman niet onbehoorlijk. Ten aanzien van het weigeren van stukken in een beroepsprocedure doet de ombudsman geen uitspraak, omdat deze vraag onder de rechter is. Oordeel De onderzochte gedragingen zijn voor wat betreft het niet beantwoorden van brieven: onzorgvuldig; het weigeren van stukken in beroepsprocedure: geen oordeel; : niet onbehoorlijk.
Aantal pagina s : 2/5 Verzoek Het verzoek tot onderzoek is op 19 september 2006 schriftelijk ingediend en betreft de gemeente Amsterdam, stadsdeel Centrum. Het gevraagde onderzoek heeft betrekking op: het niet beantwoorden van brieven: het weigeren van stukken in beroepsprocedure;. Bevindingen achtergrond van het verzoek Verzoeker is eigenaar van een aantal panden in Amsterdam. Deze verkeren in slechte staat. De gemeente (destijds de dienst Binnenstad; vanaf 15 maart 2002 stadsdeel Centrum) schrijft verzoeker in maart 2000 aan om de panden op te knappen. Verzoeker is van mening dat de voorzieningen die hierbij geëist worden, niet rendabel zijn. Hij treedt hierna in overleg op welke wijze de renovatie het beste zou kunnen plaatsvinden. Onder meer doet hij het voorstel tot sloop / nieuwbouw, dan wel renovatie met subsidie, dan wel het toelaten van de appartementen in het splitsingsquotum. De gemeente stelt dat sloop-nieuwbouw niet mogelijk is. Hierop doet verzoeker een aanvraag voor subsidie. Deze wordt toegekend; verzoeker is echter van mening dat hij in aanmerking kan komen voor een hoger bedrag en dat dit ook was toegezegd. Hij dient daarom bezwaar in tegen de besluiten tot subsidieverstrekking. Later wordt de subsidie weer ingetrokken. Verzoeker en stadsdeel staan in de jaren hierna herhaaldelijk tegenover elkaar in bezwaar-, beroeps- en voorlopige voorzieningenprocedures over de aanschrijving, de subsidiebeschikkingen en de aanvraag splitsingvergunning. Dit laatste ging met name over de vraag of de gemeente de verplichting had verzoeker een lijst van te treffen voorzieningen te verstrekken. De rechter bepaalt dat dit zo is. Verzoeker heeft drie klachten, waarmee hij zich tot de ombudsman wendt. De klachten gaan over de volgende punten: Het stadsdeel weigert met verzoeker op een behoorlijke manier te corresponderen. Het stadsdeel heeft hem laten weten dat brieven niet meer worden beantwoord dan wel alleen in de vorm van een verweerschrift of op een hoorzitting van de bezwaarschriftencommissie. Het stadsdeel levert zo laat stukken bij de rechtbank in dat hij geen gelegenheid heeft om daarop binnen de voorgeschreven termijn te reageren; op een verzoek van de rechtbankpresident of het stadsdeel de stukken alsnog wil toelaten tot de procedure wordt afwijzend gereageerd. Verzoeker meent dat het stadsdeel hem de mogelijkheid ontneemt volledig verweer te voeren.
Aantal pagina s : 3/5 Het stadsdeel reageert niet op een voorstel van verzoeker de verstoorde relatie met behulp van bijvoorbeeld een mediator te herstellen. Hoorzitting Op 24 januari 2007 organiseert de ombudsman een hoorzitting, waarvoor verzoeker en het stadsdeel uitgenodigd worden om hun standpunt toe te lichten. Er lopen momenteel meerdere procedures, die onder andere betrekking hebben op de subsidieverstrekking. Het stadsdeel geeft aan dat de beperking in de beantwoording van de correspondentie alleen geldt ten aanzien van de zaken die thans onder de rechter zijn. Over zaken die niet aan de rechter voorgelegd zijn, zal wel gecorrespondeerd kunnen worden. Wat betreft de voorzieningenlijst wordt het volgende opgemerkt. De rechtbank heeft bepaald dat het stadsdeel de voorzieningenlijsten dient te verstrekken. Het stadsdeel heeft in januari 2007 in een aantal panden van verzoeker een inspectie uitgevoerd. Op basis hiervan zal een nieuwe lijst van voorzieningen opgesteld worden. Afgesproken wordt dat verzoeker de voorzieningenlijst mag voorzien van aantekeningen. Het stadsdeel is bereid daarover met verzoeker in gesprek te gaan. Het stadsdeel heeft daags voor de zitting nieuwe stukken ingediend. Hierdoor was verzoeker niet meer in de gelegenheid om daar tijdig schriftelijk op te reageren. De klacht van verzoeker is dat de gemeente hem tijdens de zitting geen toestemming heeft gegeven om alsnog reageren. Het stadsdeel laat weten rechtsgeldig te hebben gehandeld door één dag voor de zitting stukken in te dienen. Dit geldt evenzeer voor de weigering tot toelating van de stukken op de zitting. Dit is volkomen legitiem gedaan. Het verzoek om mediation is bij het stadsdeel niet bekend. Gezien de hoeveelheid correspondentie en de omvang van het dossier, sluit het stadsdeel niet uit dat verzoeker dat in een van de correspondentiestukken gemeld kan hebben. Het stadsdeel is echter niet van plan mee te werken aan het aanstellen van een mediator. Reden hiervoor is dat in een eerdere rechtszaak de mediation mislukt is omdat verzoeker zich toen teruggetrokken heeft uit de mediation. reacties op bevindingen Het resultaat van het onderzoek is als verslag van bevindingen naar verzoeker en naar het stadsdeel gestuurd teneinde een nadere reactie mogelijk te maken. Beiden hebben gereageerd. De reacties zijn in het bovenstaande verwerkt. Hierbij dient te worden opgemerkt dat de ombudsman de toevoegingen alleen heeft overgenomen voor zover deze direct relevant waren voor de duidelijkheid of voor de beoordeling van de klacht.
Aantal pagina s : 4/5 Ook merkt verzoeker op dat het stadsdeel zich niet aan zijn belofte houdt om te reageren op brieven van zijn kant. Hij heeft een aantal faxen aan het stadsdeel gestuurd. Hiervan is er slechts één beantwoord; er zijn geen ontvangstbevestigingen verstuurd. Behoorlijkheidsvereisten De ombudsman toetst de gedragingen en handelingen van gemeentelijke instanties aan behoorlijkheidsvereisten. In dit onderzoek is getoetst aan de vereisten van actieve en adequate informatieverstrekking, fair play en redelijkheid. Overwegingen Het vereiste van actieve en adequate informatieverstrekking houdt in dat bestuursorganen burgers actief en desgevraagd van adequate informatie verstrekken. Het impliceert dat wanneer een burger een vraag stelt over een bepaald onderwerp, hij van het bestuursorgaan een duidelijk en op het onderwerp toegesneden antwoord moet krijgen. Verzoeker klaagt erover dat het stadsdeel hem geschreven heeft dat zijn brieven niet meer beantwoord worden, dan wel alleen in de vorm van een verweerschrift of op een hoorzitting van de bezwaarschriftencommissie. Er zijn situaties mogelijk waarbij een uitzondering op genoemd vereiste bestaat. Wanneer bijvoorbeeld een klacht of een bezwaar volledig is afgehandeld, kan het bestuursorgaan gemotiveerd laten weten dat -zolang er geen nieuwe feiten boven water komen - brieven over dit onderwerp niet meer beantwoord zullen worden. Ook wanneer de rechter zich over de zaak zal buigen, kan een dergelijke houding gerechtvaardigd zijn, omdat het dan zinvoller is de uitspraak van de rechter af te wachten. Dat deze situaties zich hier hebben voorgedaan is niet gebleken, noch door het stadsdeel aannemelijk gemaakt. Hierdoor heeft het stadsdeel in strijd met het vereiste gehandeld. Terzijde merkt de ombudsman op dat hij in het kader van deze rapportage geen nader onderzoek heeft verricht naar de opmerking van verzoeker dat het stadsdeel niet reageert op faxen van hem. Hij gaat er vanuit dat het stadsdeel zijn toezegging gestand doet dat het de brieven van verzoeker zal blijven beantwoorden. Het fair play-vereiste houdt in dat een bestuursorgaan de burger de mogelijkheid geeft zijn procedurele kansen te benutten. Dit impliceert dat van een bestuursorgaan een houding wordt verwacht waarbij aan een burger de mogelijkheid moet worden geboden zijn standpunt naar voren te brengen en te verdedigen, en het eventueel daaraan tegenovergestelde standpunt van het bestuursorgaan te bestrijden.
Aantal pagina s : 5/5 Verzoeker beklaagt zich erover dat hij door de handelwijze van de gemeente benadeeld wordt in de procedure bij de rechtbank. Op het moment van het schrijven van dit rapport dient de rechter zich nog uit te spreken over de materie. Het is niet uitgesloten dat hij in zijn vonnis op dit vraagstuk terugkomt. De ombudsman is indien de rechter zich over een zaak uitspreekt of heeft uitgesproken, niet bevoegd onderzoek te verrichten. Hij onthoudt zich daarom in dit specifieke geval van een oordeel. Het redelijkheidvereiste houdt in dat het bestuursorgaan bij elk handelen (rechtshandelingen en feitelijke handelingen) alle relevante feiten en omstandigheden tegen elkaar afweegt. De uitkomst van de belangenafweging mag niet onredelijk zijn. Verzoeker beklaagt zich erover dat het stadsdeel weigert mee te werken aan zijn verzoek om de verstoorde relatie te herstellen. Vast staat uit de overgelegde stukken dat verzoeker een dergelijk voorstel heeft gedaan en dat het stadsdeel tekortgeschoten is door hierop geen reactie te geven. Overigens heeft een bemiddeling alleen kans van slagen wanneer beide partijen bereid zijn om tot een oplossing te komen en ook het vertrouwen hebben dat dit tot een constructieve oplossing leidt. Het stadsdeel heeft tijdens de hoorzitting voldoende aannemelijk gemaakt waarom van zijn kant dit vertrouwen ontbreekt. Op dit punt heeft het stadsdeel niet onbehoorlijk jegens verzoeker gehandeld. Oordeel De onderzochte gedragingen zijn voor wat betreft het niet beantwoorden van brieven: onzorgvuldig; het weigeren van stukken in beroepsprocedure: geen oordeel; : niet onbehoorlijk.