Aanvraag Certificering post-hbo Registeropleiding Cultuurbegeleider LPNPO

Vergelijkbare documenten
De post-hbo-opleiding Cultuurbegeleider

PostHBO CultuurBegeleider

KWALITEITSCRITERIA FONDS CULTUUREDUCATIE ZWOLLE

Veel gestelde vragen aanvragen Cultuureducatie met Kwaliteit

Teamscan op accreditatiewaardigheid

Be the change that you want to see in the world

Beweging die nu te zien is m.b.t. cultuureducatie binnen het primair onderwijs

Informatie werkplekleren

Algemene voorwaarden cultuurcoördinator

1 en 2 oktober Bezoek aan Groningen

Alvast hartelijk dank voor het invullen! De teams van Kunststation C, IVAK de Cultuurfabriek, Cultuur Educatie Stad en Museumhuis Groningen

Achtergrondinformatie subsidieregeling Cultuureducatie met Kwaliteit 2019

Cultuurbegeleider. Post-HBO registeropleiding

Over doorgaande leerlijnen en talentontwikkeling binnen kunst en cultuur Bureau BABEL, 's-hertogenbosch

ZUYD HOGESCHOOL

Alle competenties moeten met voldoende zijn beoordeeld

Bestuurlijk kader Cultuur en Onderwijs

Doelen Praktijkonderzoek Hogeschool de Kempel

Achtergrondinformatie subsidieregeling Cultuureducatie met Kwaliteit 2018

cultuuronderwijs: het onderwijs gericht op het bereiken van de kerndoelen in het leergebied Kunstzinnige oriëntatie van het primair onderwijs;

Tabel Competenties docentopleiders/-trainers

VERRIJK EN VERSTERK JEZELF ALS DOCENT!

Nieuwe talentvolle leerkrachten via DIT IS WIJS voor de Rotterdamse Schoolbesturen

Kunstgebouw Beleidsplan

Bekwaamheidseisen leraar primair onderwijs

HOGESCHOOL WINDESHEIM

Deskundigheid in Creatief Vermogen

Aanvraag Certificering post-hbo Registeropleiding Cultuurbegeleider LPNPO

WORKSHOP LEERLIJNEN. Dag van de Cultuureducatie: workshop leerlijnen

(registeropleiding Post-HBO)

Schoolbeleidsplan Cultuureducatie

PEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014

Cursus Coördinator Cultuureducatie Onderbouw V.O

CULTUUREDUCATIE BOVEN

1 en 2 oktober Bezoek aan Groningen

Jaarplan SOPOH Personeel. Onderwijs. Organisatie. Voor ieder kind het beste bereiken, met passie, plezier en professionaliteit.

Klik op een van onderstaande linken om direct naar het betreffende onderdeel te gaan:

Cultuuronderwijs in school

Fricolore Academy in samenwerking met Penta Nova. Middenmanagement (MMOT)

Teamtrainingen & ouderavond

Erkenning: Stichting Post HBO. Omvang: 196 SBU, 7 EC

- het formuleren van een onderdeel voor een beleidsplan cultuureducatie op maat van de school.

Brabantse aanpak Cultuureducatie met Kwaliteit

Beschrijving leertraject Basiskwalificatie Didactische Bekwaamheid (BDB), inclusief de Basis Kwalificatie Examinering (BKE)

Examenreglement

De curriculum van de masteropleiding PM MBO kan op verschillende niveau s bekeken worden:

Schoolleider Voortgezet Onderwijs Basisbekwaam

Getting Started. Competentie gericht opleiden in de BIG opleidingen

Toetsbekwaamheid BKE november 2016

Leren & Innoveren. Informatiedossier ten behoeve van en verzoek tot inschrijving voor de masteropleiding

Kunstgebouw Beleidsplan

Nieuw! : Kies je eigen programma

De begeleidings- en beoordelingstrajecten zijn schriftelijk vastgelegd en te raadplegen door anderen. ILS en Radboud Docenten Academie.

OPLEIDER IN DE SCHOOL, COACH en OPLEIDINGSCOÖRDINATOR Post-HBO opleidingen

Cultuureducatie, geen vak apart

Certificering pabo-studenten voor Ontwikkelingsgericht Onderwijs Door: Bestuur OGO-Academie september 2014

Inleiding. Bijlage 2: Meetlat Toetscyclus

PRESENTEERT. onderwijsteam MIKspecials. onderwijsteam MIKxer. onderwijsteam deskundigheidsbevordering

Toetscyclus. 5.1 Praktijk Reflectie De toetscyclus Portfolio 39

Formulier Erkenningsaanvraag

Registratie en herregistratie kwaliteitsregister: eisen en bewijslast Globaal overzicht (conceptversie oktober 2011)

- vaardigheden en praktijk ontwikkelen om op basis van een professionele dialoog met scholen samen te werken.

Registratieaanvraag:

CONVENANT OPLEIDING LERAARPLUS

Inhoud. Inleiding 9. 5 Planning Leerdoelen en persoonlijke doelen Het ontwerpen van het leerproces Planning in de tijd 89

me nse nkennis Competentiegericht opleiden in de BIG opleidingen Getting started

Expertopleiding Cultuur in de Spiegel

POST HBO OPLEIDING GEDRAGSSPECIALIST

Fianne Konings en Marjo Berendsen over Culturele instellingen en een doorlopende leerlijn cultuuronderwijs door Jacolien de Nooij

MASTER PEDAGOGIEK MASTEROPLEIDING DEELTIJD

INHOUDSOPGAVE ALGEMEEN Aard van dit document Informatie en communicatie Inwerkingtreding en duur

Bevordering naar LB-schaal. Stichting Eem-Vallei Educatief

Presentatie Regionale bijeenkomst Cultuureducatie met Kwaliteit (CMK) in Parkstad

Tussen-Feedbackformulier minor cultuureducatie (week 5 en 9 op onderdelen die in portfolio getoetst worden) Datum:

WINDESHEIM IN ZWOLLE: UNIEKE MASTER VOOR HET BEROEPS- ONDERWIJS. Inspirators voor de toekomst

Op weg naar de (academische) opleidingsschool

SIEN ACADEMIE DE ICC CURSUS

Opleidingsgids Post-HBO opleiding. De ICT-coördinator in het onderwijs.

Bijlage 5 Interviewformulier studieadviseurs

WIE HOUDT UW SCHOOL EEN SPIEGEL VOOR?

Deskundigheid in Creatief Vermogen

Beschrijving leertraject Basiskwalificatie Didactische Bekwaamheid (BDB), inclusief de Basis Kwalificatie Examinering (BKE)

Brochure Post HBO opleiding coach in het onderwijs

Opleiding: Eerst Verantwoordelijke Verzorgende met plus (EVV met plus)

TAKEN EN COMPETENTIES CULTUURCOÖRDINATOR

Pre-Academisch Onderwijs. Ontwikkelingslijnen en leerdoelen

Zij-instroom pabo = leraar in 2 jaar

Cultuuronderwijs: kwaliteit door kennis

Deel 1 Evaluatie opleider: checklist tussentijds evaluatiemoment versie 2017

Evaluatie van opleiders door aios LUMC: inleiding voor opleiders versie 2017

logoocw De heer prof. dr. F. P. van Oostrom 26 mei 2005 ASEA/DIR/2005/23876 Taakopdracht voor de commissie Ontwikkeling Nederlandse Canon geen

De Blauwe Schuit Onderwijs, gemaakt als onderdeel van het project Cultuleren.

Handleiding Assessment Startbekwaamheid

Leraar basisonderwijs LB

Beleidsplan OBS de Rietschoof

Klik op een van onderstaande linken om direct naar het betreffende onderdeel te gaan:

Beschrijving leertraject Basiskwalificatie Didactische Bekwaamheid (BDB), inclusief de Basis Kwalificatie Examinering (BKE)

Doorlopende leerlijnen (groep 1-8) voor kunst- en erfgoededucatie binnen de basisschool, inclusief teamcursus!

COMPETENTIEPROFIEL ONDERSTEUNER PASSEND ONDERWIJS. Resultaatgebieden 1. Ondersteuning en advisering aan IB en leraren

De Gespecialiseerde Professional

Transcriptie:

Aanvraag Certificering post-hbo Registeropleiding Cultuurbegeleider LPNPO Landelijk Platform Nascholingsinstellingen primair Onderwijs i.s.m. Inholland Academy Alkmaar Herziene versie maart 2014 1

Inhoud Pagina Inleiding 3 1. Adviescommissie 4 2. Rendement 4 3. Formele beschrijving 4 4. Opleidingskader 6 5. Invloed/betrokkenheid externe relaties bij de opleiding 8 6. Doelstelling/eindtermen 9 7. Curriculum 11 8. Onderwijsorganisatie 13 9. Personeel 14 10. Organisatorische beschrijving 14 11. Interne kwaliteitszorg 14 Bijlagen BIJLAGE 1: Verklaring Adviescommissie 17 BIJLAGE 2: Toetsvormen en beoordelingsformulier Masterproef 18 BIJLAGE 3: Aanmeldingsformulier en rooster 2013-2014 19 BIJLAGE 4: Lijst deelnemers ICC-verdiepingscursus 2011-2013 20 BIJLAGE 5: Deelnemers klankbordgroep 22 BIJLAGE 6: Evaluatieformulier deelnemers 23 BIJLAGE 7: Klachtenbehandeling 24 BIJLAGE 8: CV s opleiders 25 BIJLAGE 9: Overzicht competenties en indicatoren 28 2

Inleiding Dit rapport bevat een beschrijving van de post-hbo opleiding Cultuurbegeleider, op basis van de onderwerpen waarop CPION de opleiding beoordeelt: 1. Adviescommissie 2. Rendement 3. Formele beschrijving 4. Opleidingskader 5. Invloed en betrokkenheid externe relaties bij de opleiding 6. Doelstelling en eindtermen 7. Curriculum 8. Onderwijsorganisatie 9. Personeel 10. Organisatorische beschrijving 11. Interne kwaliteitszorg Dit rapport is geschreven door een projectgroep die bestaat uit: Marjo Berendsen, adviseur Cultuureducatie bij Plein C en Marije de Vries, opleidingsdocent muziek Inholland, beide docenten van de opleiding, en Ingeborg Jansen, onderwijsadviseur Inholland Academy. Ieder heeft hierbij een eigen rol vervuld vanuit zijn of haar eigen expertise. De projectgroep werd hierbij geadviseerd door Saskia van Donkelaar en Christine Prast van Inholland en Anneke Aantjes van de Marnix Academie. De projectgroep vertrouwt erop dat de lezer door dit rapport een goed beeld krijgt van de kwaliteit van de opleiding Cultuurbegeleider. Het LPNPO draagt deze opleiding ter registratie voor bij CPION als Stelselopleiding Cultuurbegeleider. De leden van LPNPO die deze opleiding gaan uitvoeren waarborgen de kwaliteitsnormen die in deze opleiding zijn beschreven, zodat er in de verschillende regio s sprake is van gelijke kwaliteit. LPNPO draagt zorg voor de bewaking van de kwaliteit van de docenten, het opleidingsprogramma, de kwaliteit van de toetsing en de evaluatie. Aan het eerste punt, bewaking van de kwaliteit van de docenten, wordt gewerkt door het organiseren van voorscholing voor de opleiders die de post-hbo opleiding gaan aanbieden. In de voorscholing worden de opleiders geïnformeerd over de inhoud van de opleiding en de wijze waarop de opleiding aangeboden kan worden. Deze voorscholing is verplicht. Degene die de voorscholing gevolgd hebben worden opgenomen in een eigen register van het LPNPO. De opname hierin is verplicht. Opleiders die de voorscholing niet gevolgd hebben mogen de post-hbo opleiding niet aanbieden. In het kader van de kwaliteitscyclus wordt jaarlijks door het LPNPO een evaluatiebijeenkomst georganiseerd van opleiders de de post-hbo opleiding hebben aangeboden. Hierin worden de uitkomsten van de evaluaties van cursisten en de ervaringen van de opleiders met elkaar gedeeld. De uitkomsten hiervan kunnen aanleiding geven om bijstellingen aan te brengen in het opleidingstraject. Overigens maakt deze jaarlijkse evaluaties deel uit van de eisen die CPION stelt aan hun registeropleidingen. 3

1. Adviescommissie Voor de verklaringen van de adviescommissie zie bijlage 1. De adviescommissie bestaat uit: Dirk Monsma, onderzoeker en publicist op het gebied van cultuureducatie, voorzitter commissie Cultuureducatie bij de Raad voor Cultuur Dr. Eelco van Es, coördinator leergang Cultuuronderwijs, Rijksuniversiteit Groningen, leerstoelgroep Cultuur en Cognitie Peter Schreuder: directeur basisschool, bestuurslid Pier-K, algemeen directeur a.i. SOPOH Hoofddorp; 2. Rendement Prognose instroom Het streven is de post-hbo Cultuurbegeleider ten minste de drie komende schooljaren aan te bieden, binnen het kader van het provinciale programma Cultuureducatie met Kwaliteit. De ontwikkeling van de opleiding en de monitoring van de Noord-Hollandse pilot wordt uit deze subsidieregeling vergoed. Dit beleidsprogramma, geïnitieerd door de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap om de kwaliteit van cultuureducatie in het primair onderwijs door middel van een landelijke samenhangende aanpak te borgen, stimuleert onder andere deskundigheidsbevordering van leerkrachten op het gebied van cultuureducatie. Sinds 2005 zijn door hogescholen en provinciale en gemeentelijke cultuureducatie-instellingen circa 5000 Interne Cultuurcoördinatoren opgeleid. In Noord-Holland zijn dat er ruim 600. Van deze Noord-Hollandse ICC ers heeft ruim 10% een ICC-verdiepingscursus afgerond (voor deelnemers en rendement zie bijlage 4). Deze cursus werd ontwikkeld door Marije de Vries en Marjo Berendsen, tevens ontwikkelaars van deze post-hbo opleiding Cultuurbegeleider. Ook in andere provincies en grote gemeenten worden verdiepingscursussen aangeboden, qua niveau vergelijkbaar met de nascholing Cultuurexpert die vanuit het Landelijk Kennisinstituut Cultuureducatie en Amateurkunst ontwikkeld zal worden. Het is onze inschatting dat ca. 10% van de ICC ers op enig moment de nascholing Cultuurbegeleider zal volgen. In het studiejaar 2014-2015 wordt de opleiding aangeboden op de locatie Inholland Haarlem en mogelijk vanuit andere hbo-instellingen in het land. De gewenste instroom per groep is 25 personen. Gewenst rendement De gewenste uitstroom is minimaal 85%. De ervaring van Inholland Academy met post-hbo trajecten is dat een goede mix van training, praktijkopdrachten en intervisie, een belangrijke factor is voor succesvolle afronding van de opleiding. Bij dreigende uitval van een student vinden er gesprekken plaats tussen de student en de opleidingsdocent. Bij uitval door persoonlijke omstandigheden neemt de cursist contact op met de opleiding, met de backoffice of accountmanager. In samenspraak met de cursist wordt besloten of de cursist de opleiding kan 4

verlaten maar dat de factuur betaald wordt, de cursist de opleiding kan verlaten en dat de plaats wordt opgevuld door een collega, de cursist de opleiding kan verlaten en dat de inschrijving wordt doorgezet naar het volgende studiejaar of dat de cursist de opleiding kan verlaten zonder betalingsverplichting. Wanneer de cursist studieachterstand oploopt wordt in samenspraak met de accountmanager een studieplan opgesteld, kan begeleiding vanuit de opleiding worden ingezet. Mocht de achterstand te groot zijn of worden, dan is er sprake van uitval en dan geldt de procedure zoals hierboven genoemd. Bij een te laag rendement vindt een kwalitatieve evaluatie plaats en wordt het programma op grond van de bevindingen aangepast. 3. Formele beschrijving De post-hbo opleiding Cultuurbegeleider is een opleiding van 1,5 jaar en sluit aan bij de bachelor lerarenopleiding Basisonderwijs. De basiscursus Interne Cultuur Coördinator is een toelatingseis. De opleiding is bedoeld voor leerkrachten in het primair en speciaal onderwijs die zich willen professionaliseren in het verhogen van de kwaliteit en de implementatie van cultuureducatie op school. De opleiding is ontwikkeld door Inholland Academy en Plein C, bureau voor Cultuureducatie Noord-Holland. Zij hebben ervoor gekozen om samen te werken aan het realiseren van de posthbo Cultuurbegeleider vanwege de aanvullende expertises die inhoudelijk van belang zijn voor deze opleiding. Startpunt voor de gedachtevorming over ontwikkeling van deze opleiding was het advies Leren, Creëren en Inspireren (juni 2012) van de Onderwijsraad en de Raad voor Cultuur. Minister Jet Bussemaker van OCW nam het advies van de raden over in haar beleidsbrief Cultuur beweegt. De betekenis van cultuur in een veranderende samenleving. Zij benadrukt het belang van deskundigheidsbevordering van leraren primair onderwijs op het gebied van cultuureducatie. Dit is ook een van de programmalijnen in de matchingsregeling Cultuureducatie met Kwaliteit die wordt uitgevoerd door het Fonds voor Cultuurparticipatie. De visie die aan de opleiding ten grondslag ligt is, dat goede cultuureducatie aansluit bij en werkt aan de ontwikkeling van het cultureel zelfbewustzijn van kinderen. De opleiding stoelt op vier pijlers: 1. wetenschappelijke onderbouwing van cultuureducatie, 2. creativiteitsontwikkeling, 3. verandermanagement en coaching 4. onderzoeksvaardigheden De wetenschappelijke onderbouwing van cultuureducatie wordt onder andere benoemd in het theoretisch kader van het onderzoeksproject Cultuur in de Spiegel, naar een doorlopende leerlijn cultuuronderwijs van de Rijksuniversiteit Groningen en de SLO. Ook het onderzoek naar authentieke kunsteducatie van Folkert Haanstra, het onderzoek naar erfgoededucatie van Carla van Boxtel en ander wetenschappelijk onderzoek op het gebied van cultuureducatie in de ontwikkeling meegenomen. 5

De opleiding start met een introductie in actuele ontwikkelingen en wetenschappelijk onderzoek op het gebied van cultuureducatie. In deze eerste module wordt een analyse gemaakt van de verschillende invullingen die worden gegeven aan de begrippen cultuureducatie (kunst-, erfgoed-, media-educatie), cultuuronderwijs en creativiteit(sontwikkeling). Hierbij wordt aandacht besteed aan leertheorieën en onderwijsvernieuwingen zoals Meervoudige Intelligentie, ontwikkelingsgericht onderwijs en breinleren, evenals aan pedagogische visies zoals Reggio Emilia, die ook een belangrijke rol zien voor cultuureducatie in het onderwijs. De studenten leren analyseren welke factoren bepalend zijn voor de kwaliteit van cultuureducatief aanbod. Daarnaast leren zij hoe je vanuit het leergebied Kunstzinnige oriëntatie verbindingen te leggen naar andere leergebieden, m.n. taal en wereldoriëntatie, om samenhang binnen in het onderwijs te bevorderen. De deelnemers leren kritisch kijken naar nieuwe ontwikkelingen en wetenschappelijke literatuur en maken in iedere les een vergelijking tussen de theorie en de situatie en opvattingen op hun eigen school. Na deze eerste module reflecteren de studenten op hun bestaande cultuurbeleidsplan en bekijken in welke opzichten een herziening hiervan gewenst is. In de tweede module wordt met de studenten onderzocht welke (inhoudelijke en randvoorwaardelijke) factoren een rol spelen als zij veranderingen op het gebied van cultuureducatie in hun school willen bereiken en hoe zij dit vanuit hun begeleidende rol kunnen aanpakken, op schoolniveau en op het niveau van individuele collega s. Hierbij wordt aangesloten bij de theorie van systemisch transitiemanagement. In deze tweede module krijgen zij een beeld van de verschillende actoren en samenwerkingspartners met wie zij als cultuurbegeleider te maken hebben en welke communicatieve vaardigheden van belang zijn om draagvlak voor cultuureducatie op school te bereiken en te behouden. Ook leren zij goed af te stemmen met vakspecialisten en externe culturele aanbieders. Na een inhoudelijke derde module waarin gespecialiseerde gastdocenten de verschillende kunstdisciplines en de andere domeinen van cultuureducatie (literatuur, erfgoed en mediaeducatie) belichten in relatie tot de ontwikkeling van kinderen, leert de student over opvattingen over het ontwikkelen van leerlijnen en beoordelen van de opbrengsten van cultuureducatie. Dit alles wordt steeds gerelateerd aan casuïstiek uit de praktijk. De student is hierna in staat om, samen met de directie en leden van het team, de visie van de school op kwalitatieve cultuureducatie, i.e. cultuureducatie passend bij de uitgangspunten van de school en de gewenste ontwikkeling van de leerlingen, verder te preciseren. Tot slot leert de student werken aan implementatie van cultuureducatie op school en het coachen van collega s. Er wordt gewerkt met verschillende basis-coachingsmodellen. Hierbij wordt geoefend met coaching technieken op de medestudenten en met een acteur. De coaching wordt ingezet om de onderstroom van het systemisch transitiemanagement te leiden. In het laatste halfjaar van de studie past de student onderzoeksvaardigheden toe in een praktijkgericht onderzoek. In de Meesterproef laat de student zien als professional een onderzoek te kunnen verrichten in de eigen beroepspraktijk, gericht op kwaliteitsverbetering of innovatie van het (cultuur)onderwijs in de school. De opleiding is samengesteld uit vijf modules en de Meesterproef: 6

Module 1: Inhoud en samenhang cultuureducatie Onderwerpen: Cultuureducatie en cultuuronderwijs: begrippen en theorieën Ontwikkeling van creativiteit en reflectievaardigheden bij kinderen Cultuureducatie als doel en middel: verbindingen tussen het leergebied Kunstzinnige Oriëntatie en andere leergebieden Kwaliteit van cultuureducatie : kwaliteitsdriehoek; beoordelen van extern aanbod Module 2: Beleid, omgeving en randvoorwaarden Onderwerpen: Het bereiken van veranderingen in je school, vanuit rol en profiel van de cultuurbegeleider Doelen en actoren: hoe bereik je wat je wilt en hoe werk je hierin samen met anderen, intern en extern Twee bezoeken aan culturele activiteiten en interviews met (educatie-)medewerkers van de betreffende culturele instellingen/ gezelschappen Financieringsstructuur van cultuureducatie Module 3: Inhoudelijke kennis kunst-, erfgoed- en media-educatie Onderwerpen: De bijdrage in de ontwikkeling van het kind van: dans, muziek, literair, drama, beeldend, AV, media-educatie, erfgoededucatie Verbinding tussen deze disciplines onderling en overige vakken Invulling actief-receptief-reflectief; bestaande (discipline-) leerlijnen en methodes, samenwerkingspartners, inspiratie en praktijkvoorbeelden Module 4: Ontwikkelen van leerlijnen cultuureducatie Onderwerpen: Culturele ontwikkeling van leerlingen Opvattingen over ontwikkelingsfases en culturele competenties van kinderen (o.a. C-Zicht) Leerlijnen: definities en doelen, plaats van cultuureducatie in het leerplankader op de eigen school. Analyse van bestaande leerlijnen (o.a. leerlijn Kunstzinnige oriëntatie SLO en provinciale leerlijnen als De Cultuurloper); aandachtspunten en keuzes voor ontwikkelen van eigen leerlijnen Beoordelen en opbrengsten van cultuureducatie Criteria en instrumenten voor het meten van resultaten Module 5: Implementatie en begeleiding Onderwerpen: Draagvlak, taakverdeling en implementatie van cultuureducatie in het onderwijs Rol en invloed van jouzelf als ICC Begeleiding en coaching van collega s in het geven van cultuureducatie Meesterproef Onderzoeksvaardigheden,- typen, -methodieken Begeleiding door assessor in de opzet en uitvoering van het onderzoek van de student 7

Door kennis op te doen over actueel wetenschappelijk onderzoek op het snijvlak van onderwijs en cultuureducatie, en door praktische en reflectieve opdrachten, verwerft de student nieuwe inzichten, en wordt hij gestimuleerd deze aan zijn eigen schoolpraktijk te koppelen c.q. te operationaliseren. De student kan op grond van de nieuw verworven inzichten een visie op cultuureducatie formuleren en onderbouwen. Daarna kan de student uitgaande van deze visie een aanzet maken voor het ontwikkelen van een samenhangend en cumulatief geheel van onderwijsactiviteiten voor zijn school. Om collega s te begeleiden in het geven van cultuureducatie en een bijdrage te leveren aan veranderingen op het gebied van cultuureducatie, zijn communicatieve en coachingsvaardigheden van essentieel belang. De opleiding gaat uit van verschillen tussen studenten onderling en daagt hen uit zich op hun eigen niveau te ontwikkelen. In de publicatie Cultuureducatie, een kwestie van onderwijskwaliteit (Cultuur+Educatie 33, 2012) wordt aangegeven dat een effectieve wijze van professionele ontwikkeling zich kenmerkt door leren van collega s, actief en onderzoekend leren. Inholland onderschrijft deze manier van opleiden. Deze beroepshouding dient als model voor het eigen professionele handelen van de student. De opleiding wordt aangeboden als een opleiding met open inschrijving, maar na het eerste pilotjaar kan op verzoek van een samenwerkingsverband of schoolbestuur de opleiding ook op locatie worden aangeboden. De opleiding richt zich op een student die zich wil ontwikkelen tot inhoudelijk deskundige op het brede veld van cultuureducatie in het schoolteam en die zich wil gaan richten op het begeleiden van collega s. Na het succesvol afronden van de opleiding Cultuurbegeleider zullen er in overleg met experts, intervisiemomenten en masterclasses worden georganiseerd en aangeboden voor de alumni. 4. Opleidingskader Beroepsprofiel Cultuureducatie heeft in het primair en voortgezet onderwijs een vaste plaats gekregen en is nog steeds in ontwikkeling. De school maakt kunst en cultuur toegankelijk voor leerlingen die dit van huis uit niet meekrijgen, en legt een fundament voor de culturele ontwikkeling van kinderen en de eigen talenten. Daarnaast heeft de school een cultureel vormende taak, die essentieel is om kinderen te leren functioneren in een complexe, pluriforme en snel veranderende maatschappij. Ten slotte kan cultuureducatie een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van leergebied overstijgende vaardigheden zoals analyseren, evalueren en creëren. Inmiddels beschikt 81% van de basisscholen nu over een Interne Cultuur Coördinator (ICC) aangewezen, die een beleidsplan cultuureducatie hebben geschreven en het interne en externe cultuuraanbod coördineren. Uit onderzoek en evaluatie blijkt dat deze ICC-ers in hun werkpraktijk tegen veel knelpunten aanlopen waardoor cultuureducatie op school niet altijd goed tot zijn recht komt, zoals onzekerheid door gebrek aan inhoudelijke deskundigheid (van zichzelf en collega s), draagvlak (bij collega s en directie), tijdgebrek, andere prioriteiten op school, etc. De Raad voor Cultuur en de Onderwijsraad P.O. brachten in juni 2012 een rapport uit getiteld Leren, creëren en inspireren. Daarin adviseren zij te werken aan het terugbrengen van 8

cultuureducatie naar het hart van de school: daar begint de kwaliteitsverbetering. Zij benadrukken dat scholen weer de regie moeten nemen in het onderwijzen van kunst en cultuur. Dit vereist verdere professionalisering van vakkennis, vaardigheden en attitude van de directie, de ICC en niet in de laatste plaats de leerkrachten. Het huidige profiel van de ICC dient volgens minister Jet Bussemaker van OCW, in de cultuurvisie Cultuur Beweegt, aangevuld te worden met de benodigde vakinhoudelijke en didactische deskundigheid, om de visie van de school op cultuureducatie te vertalen naar het leerplan, een doorlopende leerlijn te ontwerpen en de opbrengsten van cultuureducatie te evalueren. Naar aanleiding van dit advies vinden tegelijkertijd twee ontwikkelingen plaats: de uitwerking van een nascholing Cultuurexpert (door een groep Pabo s i.s.m. LKCA) en de ontwikkeling van de onderhavige post-hbo opleiding Cultuurbegeleider. Om de termen ICC, vakspecialist, Cultuurexpert en Cultuurbegeleider in relatie tot elkaar te verduidelijken, wordt in de illustratie hieronder de samenhang geschetst tussen nu aanwezige (en in ontwikkeling zijnde) opleidingen op zowel de Pabo s en de nascholingsafdeling daarvan als bij de steunfuncties cultuureducatie: Opleiding en loopbaanontwikkeling in het primair onderwijs LC MASTER-opleidingen (zoals Leren en Innoveren, SEN, Master Kunsteducatie) LB - Post-HBO Cultuurbegeleider; Vakspecialist drama, vakspecialist muziek VAKBEKWAAM (Register) LA postinitieel Inholland Academy: - Vakinhoudelijke cursussen als: Kunstcement Poppenspel Provinciale of lokale steunfuncties cultuureducatie Voor leerkrachten: - Basiscursus ICC - Workshops (zoals Creativiteitsontwikkeling, Filosoferen met kinderen, Ouders in de klas, Erfgoededucatie, etc) Voor ICC ers: - ICCverdieping /ICC + / Cultuurexpert - Workshops specifiek voor ICC STARTBEKWAAM Leraar Basisonderwijs initieel Minoren (Pabo) - Kunst - Muziek - (ICC*) - (Cultuurexpert, in ontwikkeling) Fig: Schets loopbaanontwikkeling /professionalisering leerkrachten PO op het gebied van kunstzinnige oriëntatie / cultuureducatie *Niet alle Pabo s bieden ICC in hun curriculum aan. 9

Relatie van de opleiding met de arbeidsmarkt Het programma van de opleiding Cultuurbegeleider sluit aan bij de wensen en behoeften van het werkveld. De cursisten zijn afkomstig uit diverse onderwijssituaties en zij brengen authentieke vraagstukken met zich met zich mee. Deze vragen vormen het materiaal dat gedurende de opleiding wordt bewerkt. Door de verschillende werkvelden waaruit de studenten afkomstig zijn ontstaat diversiteit. De studenten leren van en met elkaar en verbreden hun zicht op de mogelijkheden van - cultuureducatie. Regelmatig is er formeel contact met vertegenwoordigers uit het culturele en onderwijsveld middels de adviescommissie om de inhoud van de opleiding te toetsen, bij te stellen en te verfijnen. Ook de feedback van de studenten draagt bij tot de verdere ontwikkeling van de opleiding. Het huidige onderwijs doet een beroep op een breed scala aan vaardigheden en competenties. In de beleidsnota Cultuureducatie met kwaliteit van het ministerie van OCW wordt van de leerkracht een toenemende expertise gevraagd om een beredeneerd en gestructureerd aanbod aan cultuureducatie in samenhang met het overige onderwijs te kunnen geven op school. De 8 sleutelcompetenties voor levenslang leren van de Europese Gemeenschap en bewegingen als 21 century skills, laten zien dat in bredere kring creativiteit en het ontwikkelen van een cultureel bewustzijn van belang wordt geacht. De opleiding Cultuurbegeleider richt zich op het vergroten van de competenties van zittende leerkrachten die een ICC-basisopleiding hebben voltooid en ervaring hebben bij het beleidsmatig invullen van cultuureducatie op school. Na het afronden van de opleiding zijn zij in staat om beter invulling te geven aan en zorg te dragen voor implementatie van cultuureducatie op hun school, samen met directie en team. De rol van de cultuurbegeleider is om het team te informeren, context aan te brengen, en contacten te leggen en af te stemmen met het culturele werkveld. De school beschikt hierna over een gespecialiseerde leerkracht die in staat is cultuur in het hart van het onderwijs te brengen en de rest van het team in dit proces mee te nemen en te ondersteunen. 5. Invloed / betrokkenheid externe relaties bij de opleiding Een klankbordgroep, bestaande uit ICC'ers, directeuren / coördinatoren van kunstencentra en vertegenwoordigers van provinciale steunfuncties cultuureducatie (voor deelnemers van de klankbordgroep zie bijlage 5) is samengesteld met als doel te toetsen of het conceptopleidingstraject zinnig, realistisch en aantrekkelijk is. De reacties van de klankbordgroep op de inhoudelijke lijn van de opleiding, het bereiken van draagvlak en verankering binnen de school, de verhouding theorie-praktijk en de studiebelasting zijn meegenomen in het huidige concept. De klankbordgroep zal ook een rol hebben tijdens de monitoring van het pilotjaar. Daarnaast is er een adviescommissie gevraagd mee te denken over de opleidingsopzet. Zie bijlage 1. Deze adviescommissie bestaat uit 3 personen die gekozen zijn vanwege de volgende relevante achtergronden: kennis van wetenschappelijke opvattingen over cultuureducatie; brede kennis met betrekking tot de kwaliteit van cultuureducatie in het algemeen; visie op 10

onderwijsontwikkeling vanuit een directie- of schoolbestuur perspectief ; en het hebben van een landelijk of regionaal netwerk. De commissie geeft - gevraagd en ongevraagd - advies over de doelstelling van de opleiding, het ontwerp, de uitvoering en de toetsing. Bij de gesprekken met de commissie na de start van het pilotjaar wordt gebruik gemaakt van evaluaties. Bij de beoordeling van de Meesterproef worden werkveldassessoren ingezet. Tot slot spreekt vanzelf dat de opleiders /ontwikkelaars van de opleiding, enerzijds gedegen expertise hebben op hun vakgebied en anderzijds werkzaam zijn of geweest zijn in het beroepenveld en beschikken over een uitgebreid netwerk in het veld. Zij zijn in staat om een verbinding te leggen tussen de theorie, de dagelijkse praktijk van de leerkracht en de behoeften in het werkveld. Vanuit deze expertise hebben zij gastdocenten en voorbeeldscholen geselecteerd om een bijdrage te geven aan de opleiding. 6. Doelstelling / eindtermen Doelstellingen Het doel van de opleiding is het verwerven van competenties om als leerkracht en Cultuurbegeleider invulling te geven aan cultuureducatie op school en collega s te kunnen begeleiden dit ook beter te doen. De doelstellingen van de opleiding zijn het doorontwikkelen van: interpersoonlijke competenties; pedagogische competenties; vakinhoudelijke en didactische competenties; organisatorische competenties; competenties op het gebied van samenwerken met collega s competenties op het gebied van samenwerken met de omgeving; competenties op het gebied van reflectie en ontwikkeling. Deze competenties zijn gebaseerd op de landelijk vastgestelde SBL competenties voor leraren. In bijlage 9 staat een overzicht van de competenties, waarin is te zien hoe de competenties worden gedekt in de opleiding. Dit biedt tevens een verantwoording dat alle belangrijke aspecten aan de orde komen. Leerdoelen Per module zijn de volgende leerdoelen geformuleerd. Module 1: Inhoud en samenhang cultuureducatie De student kan in eigen woorden verschillende theorieën op het gebied van cultuureducatie weergeven De student heeft kennis van de cognitieve processen die bevorderd worden door cultuuronderwijs zoals beschreven in het theoretisch kader van Cultuur in de Spiegel en kan vanuit dit kader een diagnose maken van de situatie in zijn school 11

De student kent verschillende opvattingen over het belang van de ontwikkeling van creativiteit en reflectievaardigheden en kan werkvormen toepassen om deze vaardigheden bij kinderen in de klas te bevorderen De student kan argumenten geven voor het inzetten van cultuureducatie als doel en als middel De student weet verbindingen te leggen tussen cultuureducatie en andere vakken De student kent het model van de kwaliteitsdriehoek, kan kwaliteitsaspecten van cultuureducatie benoemen en deze toepassen bij de beoordeling van (educatief) cultuuraanbod Module 2: Beleid, omgeving en randvoorwaarden De student kan heldere en meetbare doelen formuleren voor cultuureducatie op school, gekoppeld aan de visie De student weet op welke wijze hij, in samenwerking met zijn directie en schoolbestuur, een bijdrage kan leveren aan het bereiken van veranderingen in de school De student heeft inzicht in het netwerk van samenwerkingspartners (inclusief ouders) en culturele instellingen in de regio en is in staat om goed af te stemmen met externe partners De student heeft inzicht in de financieringsstructuur en verantwoording van cultuureducatie op zijn school en weet welke aandachtspunten gelden in geval van crowdfunding, sponsoring, fondsenwerving. De student kan zich hierbij verplaatsen in de rol van de geldgever Module 3: Inhoudelijke kennis kunst-, erfgoed- en media-educatie De student weet welke bijdrage dans, muziek, literair, drama, beeldend, AV, mediaeducatie, erfgoededucatie in de ontwikkeling van het kind kunnen leveren De student kan verbinding leggen tussen deze disciplines onderling en overige vakken De student heeft inzicht in methodes, bestaande en mogelijke leerlijnen m.b.t. verschillende onderdelen van cultuureducatie Module 4: Ontwikkelen van leerlijnen cultuureducatie De student kent verschillende opvattingen over stadia in culturele ontwikkeling van leerlingen met betrekking tot verschillende onderdelen van cultuureducatie De student kent begrippen op het gebied van leerlijnen, waaronder de definitie van leerlijnen en de TULE uitwerking van de kerndoelen van de SLO De student kan een beredeneerde opzet maken voor een leerlijn cultuureducatie voor zijn school, in relatie tot het gehele leerplan van zijn school De student kan de opbrengsten van cultuureducatie op verschillende manieren beoordelen (proces, product, creativiteit, etc) Module 5: Implementatie en begeleiding De student kent instrumenten voor het bereiken van draagvlak voor cultuureducatie in zijn school en kan deze toepassen in zijn school De student kan aangeven wat hij stapsgewijs moet doen voor implementatie van cultuurbeleid in zijn school De student kan zichzelf en zijn eigen rol in dit proces kritisch beschouwen 12

De student kent diverse methodes voor coaching en begeleiding van collega s en heeft hiermee ervaring opgedaan in zijn school De student kan behoeftes aan begeleiding herkennen en collega s hierop bevragen Meesterproef De student heeft kennis van onderzoekstypen en methodieken en vaardigheden om zelf praktijkgericht onderzoek te kunnen verrichten De student kan een relevant verband leggen tussen praktijksituaties en theorieën De student is in staat het onderzoek te vertalen naar de onderwijskundige betekenis voor de eigen school Eindtermen De student sluit de opleiding met goed gevolg af als hij na elke module de eindopdracht inlevert en als deze eindopdracht door de docent beoordeeld wordt met minimaal een voldoende. Daarnaast moet de Meesterproef met tenminste een voldoende zijn beoordeeld. In bijlage 2 en in onderstaand schema wordt aangegeven wat de toetsvormen zijn. In de toets wordt gereflecteerd op de inhoud van de net afgeronde module als geheel en de betekenis hiervan voor de eigen schoolsituatie. Bijvoorbeeld: na module 1 wordt de student gevraagd te kijken naar de actualiteit van het bestaande cultuurbeleidsplan van zijn school. Wat mist hij/zij in de visie en in de uitvoeringspraktijk, als hij/zij reflecteert op het geleerde in module 1 (opvattingen over cultuureducatie, creativiteitsontwikkeling, kwaliteit) en wat zou de student hierin willen veranderen? De eindopdrachten kennen alle een theoretische en een praktische component. Verslaggeving in een portfolio op MyAcademy kan één van de vormen zijn waarin kan worden bewezen dat de student de leerdoelen en/of de competenties van de modules heeft bereikt. Module Inhoud Essay/onderzoek Praktijkopdracht verslag Presentatie,/ kennisoverdracht aan medecursisten Criterium gericht interview 1 Inhoud en samenhang cultuureducatie x x 2 3 Beleid, omgeving en randvoorwaarden Inhoudelijke kennis kunst-, erfgoeden media-educatie x x x x 13

4 Ontwikkelen van leerlijnen x x 5 Implementatie en begeleiding x x Meesterproef: Met de Meesterproef toont de student aan dat hij in staat is een belangrijke bijdrage te leveren aan zijn eigen professionalisering. De student laat zien dat hij in staat is tot een systematische wijze van verzamelen, analyseren en interpreteren van zijn praktijkvragen of knelpunten op het gebied van cultuureducatie. Doel is inzicht te krijgen in het huidige handelen met als doel deze verworven inzichten via verbeteracties in te zetten in het gewenste nieuwe handelen. Daarbij moet een nauw relatie gelegd worden tussen de ontwikkeling van de deelnemer zelf als individu, van zijn teamleden, van de beroepsgroep in het algemeen en de ontwikkeling van de school als lerende praktijkgemeenschap. Het onderwerp en de uitvoering van de Meesterproef wordt afgestemd met een contactpersoon op school, bij voorkeur iemand uit de directie. Het resultaat van het praktijkonderzoek wordt gepresenteerd aan het team van de eigen school (inclusief de contactpersoon) en de medestudenten. Doel van de Meesterproef is het verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs op de eigen school in het algemeen en het eigen professioneel denken en handelen van leerkrachten daar binnen. De Meesterproef bestaat uit de volgende fasen: 1. Opstellen onderzoeksplan door student mbv format Meesterproef 2. Goedkeuring onderzoeksplan door opleidingsdocenten 3. Koppeling aan inhoudelijk begeleider 4. Akkoordverklaring van inhoudelijk begeleider 5. Inleveren van eindversie onderzoek bij opleidingsdocenten 6. Schriftelijke beoordeling aan de hand van beoordelingsformulier Meesterproef, door twee onafhankelijke assessoren, waarvan 1 assessor afkomstig is uit het werkveld. Eerst aangewezen assessor (de interne assessor) is hoofdexaminator en daarmee verantwoordelijk voor de cijferbepaling. Herijking profiel, doelstellingen, eindtermen Het competentieprofiel en de leerdoelen worden jaarlijks tegen het licht gehouden door de adviescommissie met als doel beoordelen of de competenties, indicatoren en leerdoelen nog actueel en van toepassing zijn. Jaarlijks vindt een evaluatie van elke losse module plaats en van de totale opleiding. Er vindt een kwantitatieve (enquête) en kwalitatieve studentevaluatie plaats (studentpanel gesprek). De docenten evalueren jaarlijks het traject (kwalitatief). Op basis van deze evaluaties wordt een verbeterplan gemaakt. Dit verbeterplan wordt jaarlijks besproken in de adviescommissie. Het verbeterplan wordt hierna vertaald naar een actieplan (PDCA cyclus wordt jaarlijks doorlopen). In 2016, wanneer de matchingsregeling Cultuureducatie met Kwaliteit ten einde loopt, vindt samen met de adviescommissie een evaluatie plaats om de opleiding te toetsen aan de ontwikkelingen in het werkveld. 14

7. Curriculum Opbouw en structuur De opleiding duurt anderhalf jaar, is modulair opgebouwd en bestaat uit 5 modules en een Meesterproef. In het eerste jaar zijn er 21 bijeenkomsten. Deze duren 3 uur. In het laatste jaar zijn er een aantal bijeenkomsten onderzoeksmethoden en vaardigheden. Daarnaast zijn er een aantal gezamenlijke bijeenkomsten voor de coaching / begeleiding / intervisie tijdens de periode van het praktijkonderzoek. Dit half jaar wordt afgesloten met de eindpresentatie van de Meesterproef voor de certificering. Het aantal contacturen inclusief begeleiding bij de Meesterproef bedraagt 100 uur. Voorbereiding en huiswerk van de bijeenkomsten, bezoeken aan/ interviews met instellingen kost 120 uur. Toets/ portfolio opdrachten kosten 60 uur. De studielast voor de Meesterproef 80 uur. De totale studiebelasting, inclusief ICC*, is 420 uur. *ICC studiebelasting is landelijk vastgesteld op 60 uur. De modules waaruit de opleiding is opgebouwd zijn: 1. Inhoud en samenhang cultuureducatie 2. Beleid, omgeving en randvoorwaarden 3. Inhoudelijke kennis kunst-, erfgoed- en media-educatie 4. Ontwikkelen van leerlijnen cultuureducatie 5. Implementatie en begeleiding De opleiding kent een opbouw die het volgen van losse modules beperkt mogelijk maakt. Een aantal bijeenkomsten worden los aangeboden door Inholland Academy in de vorm van expertmeetings en door Plein C als ICC-verdiepingscursus. Als alle modules van de opleiding en de Meesterproef voldoende zijn afgerond ontvangt de student het post-hbo certificaat Cultuurbegeleider. Daarnaast ontvangt de student een getuigschrift van CPION. Alle deelnemers die een Registeropleiding hebben gevolgd en een getuigschrift hebben behaald, worden opgenomen in het Abituriënten-Register dat CPION in opdracht van beroepsverenigingen bijhoudt. In de literatuurlijst die studenten wordt gevraagd te bestuderen, wordt onderscheid gemaakt tussen verplichte en aanbevolen literatuur. De volgende titels dienen als basis: Haanstra, F, 2001 De Hollandse schoolkunst, mogelijkheden en beperkingen van authentieke kunsteducatie, Utrecht: Cultuurnetwerk Nederland van Heusden, B. 2010, Cultuur in de Spiegel, naar een doorlopende leerlijn cultuuronderwijs. Groningen: Rijksuniversiteit Groningen. Jacobse, A. 2008. TULE-kunstzinnige oriëntatie: inhouden en activiteiten bij de kerndoelen van 2006. Enschede: SLO Kallenberg, T, Koster, B., Onstenk, J., Scheepsma, W. 2011, Ontwikkeling door onderzoek. Een handreiking voor leraren, Amersfoort: Thieme Meulenhoff Kat, N, 2008, Coachen met een leeg hoofd, Culemborg: van Duuren management Kennisbasis cultuureducatie * 15

Konings, F. 2011. Culturele instellingen en een doorlopende leerlijn cultuuronderwijs. Utrecht: Fonds voor cultuureducatie Landelijke leerlijn Kunstzinnige oriëntatie* De Lange R., Schuman, H. en Montesano Montessori, N., 2010, Praktijkgericht onderzoek voor reflectieve professionals, Antwerpen/Apeldoorn: Garant. Ministerie van OCW 2006 Kerndoelen Primair onderwijs Den Haag: Ministerie van OCW Onderwijsraad en raad voor Cultuur. 2012, Cultuureducatie: leren, creëren en inspireren! Den Haag: Onderwijsraad Thiecke, M en Zeeuw, B. van der, 2013, Systemisch transitiemanagement. Neem voor de verandering de makkelijke weg, Amsterdam: Boom/ Nelissen Visser, Y, 1998, Coaching in het primair onderwijs, Amersfoort: CPS Wagemakers, J. (voorzitter) 2003. Hart(d) voor Cultuur. Eindrapport. Taakgroep Cultuureducatie in Primair onderwijs in opdracht van Ministerie van OCW. * Deze zijn nu alleen nog in concept beschikbaar, de definitieve versie zal in de literatuurlijst worden opgenomen. Globale inhoud van concepten worden in context besproken. In dit stadium is het nog niet mogelijk een complete literatuurlijst te geven. De lijst wordt na de pilot definitief vastgesteld en periodiek herijkt. Inhoud en samenhang Voor het opzetten van de post-hbo Cultuurbegeleider is het advies van de Raden voor Onderwijs en Cultuur nauwgezet gevolgd. De opleiding leidt ertoe dat scholen beschikken over een gespecialiseerde leerkracht die in staat is cultuur in het hart van het onderwijs te brengen en de rest van het team in dit proces mee te nemen en te ondersteunen. Dit sluit aan op het opleidingskader zoals geformuleerd in hoofdstuk 4. Samenhang binnen het programma Het programma bouwt voort op de basis- en verdiepingscursus Interne Cultuur Coördinator (ICC) en is gestoeld op vier pijlers: wetenschappelijke onderbouwing van cultuureducatie, creativiteitsontwikkeling, verandermanagement en coaching en onderzoeksvaardigheden. Het beoogt de student theoretische onderbouwing te geven om te kunnen reflecteren op het eigen professionele handelen en dat van collega s, alsmede instrumenten om hierin te kunnen verbeteren en sturen. Er zit een opbouw in het programma van kennis en begrip naar toepassing, analyse en evaluatie. 16

Theorie, begrippenkader, actualiteit MODULE 1 Beleid, situatie in school, doelen, randvoorwaarden MODULE 2 Vakinhoud, disciplines, actualiteit MODULE 3 E i g e n p r a k t i j k s i t u a t i e Consequenties voor organisatie: draagvlak, begeleidersrol, coaching MODULE 5 Consequenties voor lesinhoud: leerlijnen, onderwijsdoelen, middelen MODULE 4 Uitwerking met zwaartepunt op organisatie OF onderwijsinhoud, gerelateerd aan eigen schoolpraktijk MEESTERPROEF Fig: Schets samenhang modules opleiding cultuurbegeleider Afstudeerfase De student studeert af als hij alle modules en de Meesterproef met een voldoende heeft afgerond. 17

De toetsen / eindopdrachten van de modules zijn alle praktijkopdrachten, waarin een integratie van theorie en praktijk moet plaatsvinden. Deze praktijkopdrachten worden gebundeld in een persoonlijk portfolio. Ter afronding van de opleiding Cultuurbegeleider doet de student onderzoek in de vorm van een Meesterproef. Voor de Meesterproef wordt een aparte studiehandleiding ontwikkeld. Deze wordt aan de hand van een vooropgesteld beoordelingsformulier beoordeeld door een opleidingsdocent (assessor) en iemand uit het werkveld (werkveld assessor). Voor de toetsvormen en het beoordelingsformulier van de Masterproef zie bijlage 2. De student kan voor de Meesterproef een keuze maken uit de onderwerpen van de laatste twee lesmodules. De criteria voor beoordeling liggen vast: Beoordeling Omschrijving van criteria G RV V O Relevante literatuur is uitgebreid en kritisch bestudeerd. Er is sprake van een gedegen uitwerking van theoretische kwesties. Argumenten zijn duidelijk en samenhangend en er is sprake van enige alternatieve perspectieven. Er zijn verbindingen tussen theorie en praktijk gelegd en conclusies en interpretaties worden besproken, waaruit kritisch zelfbewustzijn blijkt. Relevante literatuur is gericht bestudeerd en uitwerkingen van hoofdzaken zijn terug te vinden in het verslag. Argumentatie is evenwichtig, er is sprake van enige alternatieve perspectieven en er is een aanzet gegeven tot een persoonlijke visie en ontwikkeling van ideeën. Er zijn verbindingen tussen theorie en praktijk gelegd en conclusies en interpretaties worden besproken. Relevante literatuur is bestudeerd, hoofdzaken zijn uitgewerkt. Het basisonderwerp wordt adequaat behandeld, is op de juiste manier benaderd en gepresenteerd, maar is tamelijk beschrijvend en onvoldoende beargumenteerd. De argumenten worden matig beschreven en er is beperkt sprake van begrip van alternatieve perspectieven. Verhoudingen tussen theorie en praktijk worden voldoende adequaat uitgewerkt en conclusies en interpretaties zijn redelijk maar matig verantwoord Deze eindopdracht voldoet niet aan de eisen voor een V beoordeling. Er is weinig of geen bewijs van het bestuderen van relevante literatuur. Argumenten zijn slecht onderbouwd, verwarrend met inadequaat ondersteunend bewijs. Er is weinig of geen analyse en oordelen zijn meestal subjectief 8. Onderwijsorganisatie Toetsen, selectie Iedere module wordt afgesloten met een eindopdracht of een presentatie, zie bijlage 2. 18

De deelnemer verzamelt zijn toetsopdrachten in een portfolio. De criteria die gehanteerd worden bij de beoordeling worden beschreven in hoofdstuk 7. Er geldt een aanwezigheidsverplichting van 80%. Intakeprocedure Aan (toekomstige) studenten worden de volgende instroomeisen gesteld: minstens hbo vooropleiding met diploma; kopieën van relevante diploma s en getuigschriften worden aangeleverd bij de inschrijving; de ICC-basiscursus hebben afgesloten met een certificaat; verbonden zijn aan een school voor primair of voortgezet onderwijs voor het uitvoeren van de praktijkopdrachten. De student meldt zich aan middels het aanmeldingsformulier (zie bijlage 3) Bij twijfel of vragen neemt de accountmanager of de docent contact op met de student voor een intakegesprek. Uiteindelijk besluit de examencommissie Inholland Academy over de toelating van deelnemers die niet aan de standaard toelatingseisen voldoen. Vrijstellingen Als de student de ICC-verdiepingscursus van Plein C heeft gevolgd, kan hij in aanmerking komen voor vrijstelling van twee bijeenkomsten. Deze vrijstelling kan worden aangevraagd bij de examencommissie van Inholland Academy. Bij deze aanvraag dient een kopie van het behaalde certificaat meegestuurd te worden. Studenten die een vakspecialisatie muziek of drama hebben afgerond, of een kunstvakopleiding hebben gevolgd, kunnen vrijstelling aanvragen voor de betreffende expertmeeting in module 3. Didactische werkvormen, studieactiviteiten Tijdens de bijeenkomsten wordt kennis overgedragen middels hoorcolleges, coöperatieve werkvormen en workshops. De kennis wordt toegepast en vaardigheden worden geoefend door het uitvoeren van opdrachten en het bewerken van casuïstiek. Om coachingsvaardigheden op te doen wordt er geoefend op elkaar en met behulp van een trainingsacteur. Waar relevant worden werkvormen gebruikt die een student ook direct kan gebruiken in de klas of in bijeenkomsten met teamleden. Naast de bijeenkomsten wordt van de student verwacht dat hij actuele vakliteratuur kritisch leest en naar de eigen schoolpraktijk vertaalt middels onderzoeksopdrachten. De resultaten van deze opdrachten vormen werkmateriaal voor de bijeenkomsten. 9. Personeel De opleiders De hoofdopleiders zijn als docent in dienst van hogeschool Inholland en Plein C. Zij zijn deskundig op het gebied van de inhoud en samenhang van cultuureducatie en in het opleiden en begeleiden van ICC-ers in het ontwikkelen van een visie en beleid, het vertalen van dit beleid in een samenhangend geheel van activiteiten en in samenwerkingstrajecten met cultuuraanbieders en. Zij hebben een opleiding op het gebied van cultuurwetenschappen, inclusief Cultuur in de Spiegel, en kennis van specifieke disciplines. Daarnaast beschikken zij over lesbevoegdheid en ruime ervaring als docent in het werkveld. 19

Naast de hoofdopleiders wordt er gewerkt met ervaren gastdocenten, bijvoorbeeld op het gebied van creativiteitsontwikkeling, verandermanagement, coaching en implementatie. Ook in de inhoudelijke module over kunst-erfgoed- en media-educatie wordt gekozen voor samenwerking met een zorgvuldig geselecteerde groep gastdocenten ter aanvulling van de niet op de Pabo aanwezige expertises. Zie bijlage 8 voor de CV s van de hoofdopleiders. 10. Organisatorische beschrijving De roostering De opleiding bestaat uit viif modules en een Meesterproef. Elke module kent 3 of 4 bijeenkomsten van drie uur (module 3 zes uur). De opleiding wordt gegeven op één locatie, te weten Hogeschool Inholland, locatie Haarlem. Voor studiejaar 2013-2014 (start januari 2014) is de roostering als volgt: zie bijlage 3 Bij voldoende belangstelling wordt vanaf studiejaar 2014-15 de opleiding opnieuw aangeboden en kan indien gewenst op meerdere Inholland locaties starten. Informatievoorziening Algemene informatie over de opleiding is te vinden op de website van Inholland Academy: http://www.inholland.nl/academy/opleidingen/educatie+primair+onderwijs/kunst+en+cultuur/cultu urbegeleider/frontpage.htm. Belangstellenden voor de opleiding kunnen informatie over de opleiding inwinnen bij het secretariaat van Inholland Academy. Bij specifieke vragen, die niet door het secretariaat beantwoord kunnen worden neemt één van de opleiders contact op met de belangstellende. Gedurende de opleiding kunnen de studenten inloggen op MyAcademy, het sharepoint waarop alle documenten en informatie betreffende deze opleiding te vinden zijn. Dit is ook de plek voor het eigen digitale portfolio. Eisen aan accommodatie Voor de bijeenkomsten is een ruimte nodig met computer, internetaansluiting en beamer. Op enkele momenten is er de beschikking nodig over een extra ruimte in verband met gebruikte groepswerkvormen. 11. Interne kwaliteitszorg Evaluaties De docent evalueert aan het eind van elke bijeenkomst met het doel optimaal af te stemmen op de behoeften van de studenten. Daarnaast wordt na elke module en aan het eind van de opleiding door elke student schriftelijk geëvalueerd. Het evaluatieformulier is opgenomen in bijlage 6. De resultaten worden schriftelijk verwerkt en het resultaat wordt verstrekt aan de accountmanagers, de docenten en de adviescommissie. De terugkoppeling van de evaluaties vormen een onderdeel van de beoordelingsgesprekken van de opleiders met hun manager. 20

De docenten komen éénmaal per jaar bij elkaar op initiatief van de eigenaar van de opleiding. Zij bespreken de opleiding als geheel, de afzonderlijke modules en de Meesterproef. Zij bepalen welke bijstellingen gewenst zijn voor het komend studiejaar. IJkpunten zijn de gebruikte bronnen, nieuwe ontwikkelingen in het vakgebied en in het werkveld. Daarnaast ziet de Adviescommissie erop toe dat bij ieder volgend traject van de opleiding scherp in de gaten gehouden wordt of er recente belangrijke ontwikkelingen in het vakgebied plaatsvinden, die in de opleiding verwerkt moeten worden. Aanpassen / veranderen op basis van evaluaties De eigenaar van de opleiding geeft aan het Managementteam van de Academy aan tot welke verbeterplannen de evaluaties hebben geleid. Er worden afspraken gemaakt over het uitvoeren van deze verbeterplannen. Een hulpmiddel hierbij is de verbetermatrix. De verbetermatrix is ook een hulpmiddel bij het controleren van de voortgang en het resultaat van verbeteracties. De verbetermatrix is dus een middel om de PDCA-cyclus (Plan-Do-Check-Act) in gang te houden. VERBETERMATRIX Academy aanleiding korte omschrijving verbeterpunt Prioritet te bereiken resultaat hoe gecheckt, welke norm verantwoordelijke datum realisatie Voorbeeld van een lege verbetermatrix Klachtencommissie De Academy heeft een protocol voor de behandeling van klachten, zie bijlage 8. Het uitgangspunt daarbij om de klacht zoveel mogelijk op te lossen op het niveau waar de klacht is ontstaan. De eerste stap is om de klacht met de direct betrokkene te bespreken. Studenten worden daarom gestimuleerd om hun klacht kenbaar aan degene die de klacht betreft (opleider, medewerker) of aan de frontoffice. Het doel is om in goed overleg tot een oplossing te komen. Leidt deze actie niet tot een bevredigend resultaat, dan kan een student een officiële, schriftelijke klacht indienen bij de manager Noord. Er wordt dan binnen vijf werkdagen persoonlijk contact opgenomen over het vervolg. Kwaliteitszorg Inholland Academy hecht sterk aan een goede kwaliteitszorg. Op verschillende manieren wordt de deelnemers gevraagd hun bevindingen over de opleiding kenbaar te maken. Regelmatig worden schriftelijke evaluaties gehouden. Na elke 21

onderwijseenheid wordt een standaard evaluatieformulier afgenomen. De accountmanager en / of opleidingscoördinator ontvangen het rapport. Het rapport wordt besproken met de betrokken docent(en). Indien daar aanleiding voor is, bespreekt de accountmanager, opleidingscoördinator of docent punten die naar voren zijn gekomen in de evaluatie tijdens de les. Waar nodig worden verbeteracties ingezet. Bij de langere opleidingen worden deelnemerspanels gehouden. Aan de hand van een onderwerpenlijst wordt de opleiding mondeling geëvalueerd. Dit gebeurt gemiddeld een keer per jaar. Jaarlijks vindt een evaluatie van de opleiding plaats. Bij deze evaluatie zijn docenten, opleidingscoördinatoren, accountmanager en adviescommissie betrokken. Dit is ook het moment om het programma van de opleiding opnieuw vast te stellen in het licht van de ontwikkelingen van het beroepenveld. Tijdens deze evaluatieronde worden de belangrijkste verbeteracties benoemd en wordt vastgesteld hoe deze verbeteracties worden doorgevoerd. Bij de diploma-opleidingen van Inholland Academy is de examencommissie van Inholland Academy betrokken. De examencommissie stelt de opleidingsgids van de diploma-opleiding vast. Ook neemt de examencommissie besluiten over toelating en vrijstelling van deelnemers. 22

Bijlage 1 Verklaringen adviescommissie 23

Bijlage 2: Toetsvormen en beoordelingsformulier Meesterproef Module Inhoud Essay/onderzoek Praktijkopdracht verslag Presentatie,/ kennisoverdracht aan medecursisten Eigen vaardigheid, mbt vakinhoudelijk disdciplines Criterium gericht interview * 1 Inhoud en samenhang cultuureducatie x X 2 3 4 Beleid, omgeving en randvoorwaarden Inhoudelijke kennis kunst-, X erfgoed- en media-educatie Ontwikkelen van leerlijnen x x X x x 5 Implementatie en begeleiding x x * Een criterium gericht interview is een individueel vraaggesprek ten behoeve van een beoordeling binnen competentiegericht onderwijs. De beoordelaars onderzoeken op een gestructureerde manier door middel van vragen in hoeverre een kandidaat voldoet aan criteria die bij de kandidaat bekend zijn. Zij gaan hierbij na in hoeverre de kandidaat bewust competent is. In combinatie met docentbeoordelingen worden sommige opdrachten beoordeeld in de vorm van peer assessment Ter afronding van de opleiding Cultuurbegeleider doet de student onderzoek in de vorm van een Meesterproef. De student kan voor de Meesterproef een keuze maken uit de onderwerpen van de laatste twee lesmodules. De beoordeling van de Meesterproef geschiedt aan de hand van volgend formulier: 24

Beoordelingsformulier Meesterproef EINDCIJFER Naam cursist: Onderwerp: Samenvatting De samenvatting bevat de hoofdzaken van de probleemstelling, de theoretische verdieping, de onderzoeksopzet, resultaten en analyse, conclusies en discussie Inleiding, probleemstelling en onderzoeksvragen De aanleiding van het onderzoek en de daaruit voortkomende probleemstelling en doelen worden duidelijk beschreven Het onderzoeksgebied is (beargumenteerd) afgebakend De onderzoeksvraag heeft relevantie voor de beroepspraktijk en/of de school De vraagstelling is helder en onderzoekbaar waarbij de deelvragen logisch zijn afgeleid van de hoofdvraag De deelvragen vormen samen de inhoudelijke structuur van het onderzoek Theoretische verdieping Het theoretisch kader legt de inhoudelijke basis voor het praktijkonderzoek Er is in voldoende mate gebruik gemaakt van relevante literatuur van voldoende niveau (ook wetenschappelijke en internationale literatuur) Er wordt voldoende samenhang zichtbaar tussen de verschillende delen van de theoretische verdieping Methodologie Van de beschreven onderzoeksopzet kan verwacht worden dat die tot de beoogde antwoorden leidt Alle delen van de onderzoeksopzet worden systematisch en volledig beschreven en verantwoord (type onderzoek, onderzoeksgroep, methodiek en instrumenten, methode van analyseren) Gegevens verzamelen, resultaten en analyse Het onderzoek is zorgvuldig uitgevoerd en het verslag ervan is compleet, voldoende gedetailleerd en gedocumenteerd De resultaten zijn feitelijk en goed geordend weergegeven Er heeft kritische en correcte analyse van de resultaten plaatsgevonden Conclusie en discussie max 5 pnt beknopte motivatie max 15 pnt max 20 pnt max 20 pnt max 20 pnt max 20 pnt 25

De conclusies geven antwoord(en) op de onderzoeksvragen In de conclusies wordt de verbinding gelegd met de theoretische verdieping De conclusies en aanbevelingen worden onderbouwd door de resultaten van het onderzoek De meerwaarde en de bruikbaarheid van de resultaten van het onderzoek voor de praktijk is duidelijk Er is een reflectie opgenomen over het onderzoek, en de rol van de onderzoeker, die blijk geeft van kritische zin Toelichting totaal interne assessor, naam: handtekening: d.d.: externe assessor, naam: handtekening: d.d.: N.B: een kopie van dit formulier gaat naar de student, het origineel wordt bewaard bij de onderzoeksrapportage. 26

Bijlage 3: Aanmeldingsformulier en rooster schooljaar 2013-2014 27

Rooster Cultuurbegeleider Schooljaar: 2013-2014 Locatie: Haarlem Lesdag: woensdag 8108CUEX40149EXM Week Datum Tijd Module Modulenaam Docent Lokaal 2 8-jan-14 14.45-17.45 1 Inhoud en samenhang cultuuronderwijs Marjo Berendsen/ I0.26 3 15-jan-14 Marije de Vries 4 22-jan-14 14.45-17.45 Inhoud en samenhang cultuuronderwijs I0.10 5 29-jan-14 6 5-feb-14 14.45-17.45 Inhoud en samenhang cultuuronderwijs I0.26 7 12-feb-14 8 19-feb-14 14.45-17.45 Inhoud en samenhang cultuuronderwijs I0.26 9 26-feb-14 VOORJAARSVAKANTIE 10 5-mrt-14 14.45-17.45 2 Beleid, omgeving en randvoorwaarden I0.26 11 12-mrt-14 12 19-mrt-14 14.45-17.45 Beleid, omgeving en randvoorwaarden I0.26 13 26-mrt-14 14 2-apr-14 14.45-17.45 Beleid, omgeving en randvoorwaarden I0.10 15 9-apr-14 Inhoudelijke kennis van kunst-, erfgoed- en 16 16-apr-14 14.45-21.45 3 media-educatie I0.26 17 23-apr-14 18 30-apr-14 MEIVAKANTIE 19 7-mei-14 MEIVAKANTIE 20 14-mei-14 Inhoudelijke kennis van kunst-, erfgoed- en 21 21-mei-14 14.45-21.45 3 media-educatie I0.26 22 28-mei-14 Inhoudelijke kennis van kunst-, erfgoed- en 23 4-jun-14 14.45-21.45 media-educatie I0.26 Inhoudelijke kennis van kunst-, erfgoed- en 24 11-jun-14 14.45-17.45 media-educatie I0.26 25 18-jun-14 29 16-jul-14 data module 4+5: n.n.t.b. 31 30-jul-14 De lokalen bevinden zich in het gebouw van Hogeschool Inholland: Bijdorplaan 15 2015 CE HAARLEM versie: 11-feb- 14 Operationele zaken Accountmanager: Bedrijfsbureau Inholland Academy Ingeborg Jansen naam: Dina Tielrooij e- mail: dina.tielrooy@inholland.nl 06 15 279 840 tel: 072 518 36 37 28