Inhoud Woord vooraf V 1. Inleiding 1 1.1. De overlevering van de Honderd artikelen 2 1.2. Meditatie in de christelijke traditie 8 1.2.1. Christelijke meditatie, een algemene begripsbepaling 8 1.2.2. Christelijke Oudheid 12 1.2.3. Middeleeuwen 15 1.2.4. De meditatietekst als literair genre 20 1.3. De studie van de passieliteratuur 23 1.3.1. De passieliteratuur en haar onderzoekers 23 1.3.2. Enkele aspecten van het onderzoek 26 De negentiende-eeuwse grondleggers van het onderzoek 26 Inventarisaties 28 Edities 30 Meditatiestructuur 31 De passiemeditatie als citaten-mozaïek 33 1.3.3. Het vertrekpunt van het onderzoek naar de Honderd artikelen 35 1.4. De ontwikkeling van de passieliteratuur 36 1.4.1. Vooronderstellingen en vragen 40 1.5. Aanpak en verwachtingen 43 2. Henricus Suso en zijn Hundert Betrachtungen und Begehrungen 45 2.1. Suso s leven 46 2.1.1. Bronnen 46 2.1.2. Opleiding 49 2.1.3. Schrijverschap en zielzorg 51 2.1.4. Redactionele werkzaamheden 54 2.2. Het ontluiken van Suso s passiedevotie 56 2.2.1. Geen compassie, geen verlossing 56 2.2.2. De openbaring 58 2.2.3. De gebruiksaanwijzing van de proloog 60 2.2.4. Compassie leren 61
VIII INHOUD 2.3. Ontwikkeling van geestelijke gewoonten 63 2.3.1. Geestelijke pelgrimage 63 2.3.2. Visuele meditatie 65 2.3.3. Imitatie en ascese 67 2.4. De Hundert Betrachtungen und Begehrungen 70 2.4.1. Procesgang en kruisiging 70 2.4.2. Aan het kruis 73 2.4.3. Bewening en begrafenis 76 2.5. Een oefening met een open einde 78 3. De Zuid-Nederlandse bewerking 81 3.1. De proloog 82 3.2. De structuur 85 3.3. De inhoud 89 3.3.1. Oplichten van de context 89 3.3.2. Het lijden van Christus 92 3.3.3. De minne als drijfveer 94 3.3.4. De menselijke persoon 96 3.3.5. De gebeden 99 3.3.6. Besluit 101 3.4. De herkomst van de Zuid-Nederlandse bewerking 102 3.4.1. Receptie in Vlaanderen 102 3.4.2. Duitse mystici en de Nederlanden 103 3.4.3. Duitse mystieke teksten in de Nederlanden 106 3.4.4. Brabantse teksten naar Duitsland 109 3.4.5. De plaats van de Zuid-Nederlandse bewerking 112 3.5. De bewerker 113 3.5.1. Passiemeditatie in Groenendaalse context 114 3.5.2. Algemene inhoudelijke aspecten 118 3.5.3. Structurele aspecten: triades op verschillende niveaus 121 3.5.4. Detailaspecten 126 3.5.5. Besluit 129 3.6. Het gebruik van de bewerking 131 4. De Latijnse vertaling in haar spirituele context 141 4.1. De brontekst van de Latijnse vertaling 142 4.2. Kennismaking met de Latijnse vertaling 145 4.2.1. De prologus primus 145 4.2.2. Het slotgebed 149
INHOUD IX 4.3. De kenmerken van de Latijnse vertaling 151 4.3.1. Stilistische aspecten 152 Beeldspraak, antithese, neologismen en rijm 152 Parallellisme 157 4.3.2. Inhoudelijke aspecten 159 Meditatie 159 Expliciteren op verschillende manieren 162 4.3.3. Het eigen karakter van de Centum meditationes 166 4.4. Drie kandidaat-vertalers 167 4.4.1. Mattheus van Kraków (ca. 1345-1410) 167 4.4.2. Jan van Schoonhoven (ca. 1356-1432) 169 4.4.3. Willem Jordaens (ca. 1321-1372) 172 4.5. De Centum meditationes in hun ontstaanscontext 175 4.5.1. De plaats van passiemeditatie in het geestelijk leven 175 4.5.2. Jordaens vertalingen 177 De manier van vertalen 177 Vertalingen op woordniveau 179 Stilistische aspecten: beeldspraak, ritme en rijm 181 Een kritische reactie op Jordaens stijl 183 4.5.3. De Centum meditationes en Jordaens oeuvre 183 4.6. Het publiek van de Centum meditationes 184 4.7. Een geleerde bewerking 188 5. De Honderd artikelen als weekoefening 191 5.1. De Weekoefening en haar brontekst 192 5.2. Karakterisering van de Weekoefening 199 5.2.1. Afwijkingen van de Weekoefening ten opzichte van haar brontekst 200 5.2.2. Bewerkingen van de Weekoefening 206 5.3. De ontstaanscontext van de Weekoefening 207 5.3.1. Vertaling van bijbelcitaten 207 Het materiaal 208 Problemen 210 Vergelijking 212 Conclusie 215 5.3.2. De wijze van vertalen 216 5.3.3. Indeling in zeven weekdagen 221 5.3.4. De relatie met de Epistola de vita et passione 224 5.4. Tijd- en plaatsbepaling van de Weekoefening op basis van de Epistola 226
X INHOUD 5.4.1. De geadresseerden van de Epistola 227 5.4.2. De schrijver van de Epistola 230 5.4.3. Datering van de Weekoefening 232 5.5. Het gebruik van de Honderd artikelen 232 5.5.1. Meditatie bij de moderne devoten 233 5.5.2. De Honderd artikelen als misoefening 235 5.5.3. Een ideale tekst voor devoot gebruik 239 5.6. Een rapiarium van honderd punten 241 6. Stand van zaken: terugblik, vooruitzicht en conclusies 243 6.1. De vroegste ontwikkeling van de Honderd artikelen 244 6.1.1. De Hundert Betrachtungen und Begehrungen van Suso 244 6.1.2. De Zuid-Nederlandse bewerking 245 6.1.3. De Centum meditationes van Willem Jordaens 247 6.1.4. De Weekoefening 248 6.2. Toekomstperspectief 250 6.3. Conclusies 258 6.3.1. Elk milieu zijn eigen gebruik 259 6.3.2. Een tekst, voorgeprogrammeerd voor bewerking 261 6.3.3. Tekstadaptatie in transmissie 262 6.3.4. De tekst en de beleving 264 6.3.5. Volkstaal en Latijn 266 6.3.6. Kruisbestuiving 269 6.3.7. Besluit 270 Bijlage 1: Suso s Hundert Betrachtungen und Begehrungen 273 Afschrift 273 Bijlage 2: De Zuid-Nederlandse bewerking 281 Afschrift 281 Overzicht van de handschriften 295 Verspreiding van de handschriften 296 Bijlage 3: De Centum meditationes 299 Afschrift 299 Overzicht van de handschriften 314 Verspreiding van de handschriften 316
INHOUD XI Bijlage 4: De Weekoefening 321 Afschrift 321 Overzicht van de handschriften 340 Verspreiding van de handschriften 343 GEBRUIKTE AFKORTINGEN 347 GERAADPLEEGDE LITERATUUR 349 SUMMARY 373 ZUSAMMENFASSUNG 383 REGISTER 393