De jonge onderzoeker in het VWO vakgerichte onderzoeksdidactiek WON-traject regio Zuid 2015-2016 vierde bijeenkomst 5 januari 2016 Vincent Jonker / Freudenthal Instituut Universiteit Utrecht
DE ACTUALITEIT
vele kilo's zout in korte tijd gestrooid: ma. ochtend: 465.000 kg Stroomstoringen door ijzel. de natuur heeft het voorjaar in de kop
PROGRAMMA
Agenda vierde keer We zijn op de helft. Waar sta je, hoever ben je gevorderd en hoe ga je dat voortzetten en bestendigen? 1. Koers WON en Koers Cursus 2. Huiswerk, incl. vooruitblik 3. Feedback aan de leerling 4. Wat nog meer in januari-februari 5. Start schets doorlopende leerlijn 6. Iets over hypothese 7. Huiswerk
1 KOERS WON EN KOERS CURSUS
Bespreking met schoolleiders 30 november 2015 Vakgerichte onderzoeksdidactiek in de WON-scholen Paradigma-shift of WON 0.2 van naar? Heleen Wientjes, Riekje de Jong, Joris Veenhoven, Universiteit Utrecht
Profiel-markers vakgericht onderzoeksdidactiek PROFIELMARKERS Altijd compleet onderzoek Binnen de verschillende schoolvakken door vakdocent (leerlijn in de breedte) Ambacht centraal, begeleiding van ambachtelijk denken door docent cruciaal Het belang van de fase onderzoeksontwerp Leren door doen en reflectie daarop Leerlijn in de lengte: toename in complexiteit BLIKRICHTING Overeenkomsten/verschillen? Aanvullend/vervangend? Op welk niveau zichtbaar (team, sectie, t/m schoolorganisatie)? Mogelijkheden op korte/lange termijn? Invoeringstraject? Wat betekent dit voor mij? Etc
Profiel-marker Altijd compleet onderzoek met dien verstande dat beschikbare tijd soms noodzaakt tot aanreiken van onderdelen Compleet onderzoek levert de betekenisgevende context waardoor de zin van onderzoeksaanpak, onderzoekstaal, onderzoeks spelregels begrijpelijk en logisch wordt Vanaf de brugklas mogelijk Voorbeeld: boomregel Da Vinci Belang/noodzaak van heel precies meten Voorbeeld geschiedenis: ontwikkeling mode in de gouden eeuw Belang/noodzaak inperken / trechteren Voorbeeld godsdienst: secularisatie, belang van goed interview-schema de valkuil van sociaal wenselijke antwoorden Voorbeeld vt: de vertaling van Nijntje in vt Belang van zorgvuldige waarneming, analyse en mogelijke verklaring van verschillen tussen origineel en vertaling Concrete onderzoekerservaring is houdingvormend en andersom: houding ondersteunt uitvoering Beoordeling (odzk én vakinhoud) leeftijdsadequaat - maar altijd van inleiding tot en met bijlagen van een verslag geheel volgens de regels
Profiel-marker Binnen de verschillende schoolvakken door vakdocent (doorlopende leerlijn in de breedte) Groot verschil tussen methoden en technieken en criteria bij verschillende vakken/disciplines Poëzie-analyse bij talen, argumentatie (bronnenonderzoek) bij geschiedenis, metingen bij scheikunde, grondanalyse bij aardrijkskunde Veralgemenisering na brede opgedane ervaring met concrete onderzoeken binnen de verschillende vakken Leerlijn wordt gerealiseerd / gedragen door alle betrokken docenten noodzakelijk: overleg: zelfde taal gaan spreken, zelfde onderzoekskundig theoretisch kader hanteren
Profiel-marker het belang van de 1 e fase ontwikkelen onderzoeksontwerp Onderzoek (H. Oost, zie Eureka pg 42/43) laat zien: 1. dat de meest succesvol verlopende onderzoekstrajecten gekenmerkt worden door een tot in de puntjes doordachte eerste fase: die van het uitdenken van de onderzoeksopzet (hoe ga ik wat precies op welke manier precies en waarom/waartoe onderzoeken) en het daaraan parallelle werkplan (wie doet precies wanneer precies wat precies en met wie). Als dat in orde is verloopt het proces van dataverzamelen, ordenen etc. met aanzienlijk minder problemen dan zonder zo n weldoordacht plan. 2. Dat deze fase ongeveer 1/3 van de totaal beschikbare tijd neemt.
Profiel-marker ambacht centraal, in vivo begeleiding van ambachtelijk denken door docent cruciaal 1. Ambacht centraal: Focus en check voor docent: als ll dit onderzoek gedaan heeft, in welke aspecten is hij/zij dan een bekwamer en wijzer onderzoeker geworden? Codewoord: HOE zou je dit kunnen aanpakken 2. Begeleiden ambachtelijk denken door levende docent cruciaal - van thema tot onderzoeksverslag Van eerste nieuwgierigheid/verwondering (hoe zou het komen dat ; hoe zit het eigenlijk met ) naar ingeperkte onderzoeksvraag, naar onderzoeksopzet, naar onderzoeksvraagstructuur: leerlingen zélf laten denken.
voorbeeld begeleiden van het denken Reflectiewaarneming oefening inperken onderzoek op weg naar onderzoeksopzet - Met [ ] in de rol van docent heb ik gesproken over het op basis van kunst uit de gouden eeuw iets te weten komen over het leven in de gouden eeuw. - Ik merkte dat ik -net als een leerling- al snel woeste plannen had om alle soorten kleding op alle schilderijen uit die periode te gaan bekijken en vergelijken. - Wat mij geholpen heeft om tot een preciezere vraagstelling te komen was dat [ ] een aantal keren dingen vroeg als - en wat ben je dan precies aan het doen? - wat kan je doen met die informatie? - hoe zou je dat kunnen doen?
Profiel-marker Leren door doen en reflectie daarop - Hoge duurzaamheidsfactor van ervaringsleren - Op voorwaarde van reflectie achteraf
Profiel-marker doorlopende leerlijn in de lengte: toenemende complexiteit - Moeilijker theoretisch kader - lastiger onderzoeksopzet - lastiger te vinden/interpreteren bronnen - verbinding aantal onderzoeken vanuit verschillende wtsch disciplines Nb: tot of zelfs tot en met PWS dus altijd in de zone van naaste ontwikkeling, onderzoekskundig en vakinhoudelijk. werkbegeleiding noodzakelijk
Gespreks-thema s Hoe zit dat op mijn school? Vergelijking tussen profiel onderzoeksdidactiek en eigen schoolsituatie Overeenkomsten/verschillen? Aanvullend/vervangend? Op welk niveau zichtbaar (team, sectie, t/m schoolorganisatie)? Mogelijkheden op korte/lange termijn? Invoeringstraject? Etc uitwisselen, bespreken, verzamelen op poster, ophangen
2 HUISWERK
Werkvorm of onderzoek werkvorm jan hild tina marielle / oscar / harrie / annemie onderzoek gerrie sorinela rebecca rob hans arjen patrick marion marieke
werkvorm cliff hanger korte aandacht 'in de lopende les' per werkvorm beschreven
onderzoek kader / onderwerp grip op vraagstructuur planning januari/februari
jan 3 opdrachten/werkvormen met toelichting hoe te gebruiken Voorbeeld: engelse woorden in nederlandse context.
6 voorbeelden hilde Opdracht: gedurende de tweede periode (januari- maart) moet iedere les een leerling in 5 minuten (met een afbeelding erbij en indien mogelijk bronvermelding) het mooiste, lelijkste, grappigste, meest bijzondere woord bespreken.
Leesclubs vormen van 4 leerlingen. Zij krijgen van mij Erik of het klein insectenboek van Godfried Bomans (restant van de actie Nederland Leest 2 jaar geleden). De leerlingen mogen ook zelf een alternatief voorstellen. Op een afgesproken datum maken de leerlingen gedurende twee lessen deze mindmap
tina 5 voorbeelden huiswerk gezamenlijk (in groepjes) laten nakijken (leerlingen moet elkaar overtuigen/becommentarieren) actualiteit in de les (mening verwoorden, zonder naar bronnen te grijpen).
Gerrie standaard taal, dialect, taalvariatie 10 stappen, van klein naar groot, van 'meer gesloten' naar 'meer open' voorbeeld klein: schrijf op wat 'Nederlands' voor jou betekent, vergelijk met anderen. voorbeeld open: kijk naar de journaals van NL en BE; neem een onderwerp, inventariseer de woorden, zegswijzen, ed.
Sorinela de multiculturele samenleving in Nederland verplichte achtergrondliteratuur in groepjes deelvraag + hypothese Elke groep maakt een afspraak met de docent om de vraagstructuur uit te leggen ook drie werkvormen gedefinieerd
writing skills Rebecca Waaraan moeten succesvolle formele en informele brieven voldoen? Inclusief rubrics (beoordeling)
Rob Wat is de invloed van het verschil in hoeveelheid suiker in cola op de concentratie bij het maken van een toets? Adhv een science cafe (met Roel Hermans als gast, over eetgedrag)
Vogels in de patio Hans Observeren (welke vogels, frequentie, etc.) Maar ook andere onderzoeksvragen
Arjen Evaluatie: schoolgeschiedenis koning willem ii college en dan twee andere opdrachten.
rechtsstaat Vrijheidsrechten of politieke rechten + een denker + de ontwikkeling binnen de parlementaire democratie in Nederland sinds 1795 OF: Een stroming + een persoon (denker, politicus, oid) + een beschrijving van de ontwikkeling binnen de parlementaire democratie in Nederland sinds 1795
Patrick Plantkunde (Prakt. Opdrachten) Invloed van geluid op plantgroei Huidmondjes en droogte
Vitamine C gehalte Marion Rebreathers (lezen van een wetenschappelijke tekst) Labjournaal (en een manier om te beoordelen)
Marieke Stelling van Pythagoras Voorzien van een werkplan/onderzoeksplan
Voorstel: wat spreken we af? de 'werkvormers' doen 1 of 2 werkvormen en doen hier verslag van (volgende keer), max. 5 minuten (in principe dus Jan, Tina, Hilde) Enkele mensen die onderzoek al achter de rug hebben doen ook verslag volgende keer (ik denk aan: Arjen, Patrick, Marion)
3 FEEDBACK AAN DE LEERLING
Oefening feedback aan leerlingen Duo of trio waar je het meest van leert Verschillende vakken bij elkaar Afwisselend ben je docent, en jij moet duidelijk maken wat je wilt De 'leerling' mag leerlinggedrag vertonen J Per vraag ca 5 minuten 'rollenspel' en dan reflectie, totaal max. 30 min.
Vuistregels leerzame feedback De feedbackgever 1. Weet dat (specifieke, realistische en oprechte) positieve feedback motivatie en leerrendement bevordert en gedraagt zich daarnaar 2. Weet heel goed aan welke eisen een taak moet voldoen, zowel inhoudelijk als onderzoekskundig, en geeft aandacht aan beide aspecten. 3. Zorgt ervoor dat de feedback specifiek en doelgericht is 4. Zorgt ervoor dat feedback leerling- en leeftijdsadequaat is 5. Neemt de leerling als informatiebron serieus 6. Vraagt leerling naar, en benoemt zelf voortgang (ook zijwegen) en sterke kanten van lerende die die voortgang bevorderden 7. Onderzoekt samen met de leerlingen wat de volgende stap is en hoe die eruit ziet 8. Zorgt dat de feedback aansluit bij het niveau van de leerling, maar hem/haar ook uitdaagt (zie volgende dia) 9. Weet dat (specifieke, realistische en oprechte) positieve feedback motivatie en leerrendement bevordert en gedraagt zich daarnaar
Feedback VANUIT de zone van naaste ontwikkeling Meedenken, suggereren, vragen op zo n manier dat je het denken ontlokt dat grensverleggend is voor de leerling. Niet de bekende weg wijzen, maar b.w.v.s. een lokroep vanuit de verte laten horen, als het ware piketpaaltjes slaat in de z.v.n.o. en dan vanuit die verte de leerling uitnodigt / uitdaagt om naar dat piketpaaltje op weg te gaan
wat levert dit op? altijd een vraag terugstellen (je stuurt daar ook mee) lever een kader waarin het onderzoek 'ondersteuning' krijgt (context, vraagstelling, e.d.) je wordt verrast lastig om van groot naar klein te gaan time management
4 WAT NOG MEER IN JANUARI-FEBRUARI?
Zelf-evaluatie en eigen weg naar eigen zone van naaste ontwikkeling MATE WAARIN EN STERKE / ZWAKKE PUNTEN Ik ken het onderscheid tussen opzoeken en onderzoeken; tussen onderzoekend leren en leren onderzoeken. Ik kan binnen een thema/onderwerp van mijn eigen vakgebied een aantal onderzoeksvraagstructuren ontwikkelen (en daarin de leerlingen begeleiden) waaruit FSMd op te maken zijn die geheel sluitend zijn (eenheid van hoofd- en deelvragen) Die precies geformuleerd en relevant zijn Die (na toetsing aan werkplan en eventueel bijstellen) realistisch zijn want uitvoerbaar qua capaciteiten van de onderzoekers en qua beschikbare tijd Ik kan dat op minstens twee leerlingniveaus (klas 1/2 en/of 3/4 en/of 5/6) Ik ben in staat leerlingen te begeleiden van eerste nieuwsgierigheid (ook wel: verwondering) naar een goed (realistisch) onderzoeksplan en parallel werkplan vervolgens Hoe ga ik het inrichten om hier nog beter/handiger in te worden (als je dat wilt)? Wie/wat heb ik daarvoor op welke manier nodig?
Vragen stellen tussendoor Schroom niet, ik kan tussendoor even meekijken Of zoek elkaar even op (een mail aan de hele groep is niet verboden).
5 START SCHETS DOORLOPENDE LEERLIJN
Oefening start schets doorlopende leerlijn Duo of trio Zelfde vak of vakverwant Korte schets van toenemend complexe onderzoeken binnen het eigen vak Zie Eureka pg. 42-45 en de voorbeelden daarachter: pg 46-48
wat levert dit op?
6 IETS OVER HYPOTHESE
hypothese Een hypothese is een veronderstelling die statistisch kan worden getoetst. http://hulpbijonderzoek.nl/online-woordenboek/hypothese/ Een hypothese is een beredeneerd vermoeden (> bestaande theorie, eerder gedaan onderzoek en/of ervaringswaarnemingen), te toetsen door experimenteel en/of vergelijkend veldonderzoek HW, JvV Een hypothese is een veronderstelling waarmee je een waarneming of gebeurtenis probeert te verklaren. Het is geen wilde voorspelling maar een beredeneerde uitspraak gebaseerd op kennis en ervaring over de theorie achter je experiment. Het kan ook een vermoeden zijn over de relatie tussen variabelen, bijvoorbeeld de voorspelling over de invloed van een bepaalde verandering op een proces. Of in onderzoekstermen geformuleerd: het effect van de onafhankelijke op de afhankelijke variabele. Een hypothese moet experimenteel getoetst kunnen worden. Je waarnemingen en resultaten kunnen de hypothese bevestigen of verwerpen. Woordenboek Leren Onderzoeken Universiteit Twente (online) Nb 1: zeg nooit: verzin een hypothese, altijd beredeneer Nb 2: hypothese moet zinvol zijn als start voor onderzoek.
hypothese verklaren verwachten/voorspellen experimenteel toetsen Hypothese is een beredeneerd vermoeden zeg dus nooit verzin een hypothese, maar altijd: beredeneer de hypothese die je kunt afleiden uit theorie. of waarnemingen.. Hypothese komt voort uit een eerder gevonden verklaring van of wetmatigheid bij een fenomeen (uit bestaande theorie: de condities waaronder suiker oplost; uit ervaring: het humeur van docenten vrijdag laatste uur; uit eerder onderzoek, bv: waardoor een bepaalde groep mensen reclamemelodietjes onthield). Hypothese leidt tot een voorspelling die je afleidt uit die verklaring of waarneming (aannemend dat de waarneming of theoretische uitspraak klopt dan zal situatie X gevolg Y hebben. Bv: aannemende dat de waarneming klopt dat alle docenten vrijdag het laatste uur altijd heel opgewekt zijn dan zal de vanouds wat knorrige docent A vrijdags het laatste uur opgewekter zijn dan in al zijn lessen op andere momenten). Om de eerder gevonden verklaring te toetsen ontwikkel je een experiment (bv: gedurende een bepaalde periode tellen van glimlachjes in alle lessen van docent A) Resultaat: de eerder gevonden verklaring / wetmatigheid wordt door de meetgegevens wel / niet bevestigd
HUISWERK
Thuiswerk voorbereidend voor vijfde keer 1. Lezen - hfdst 6 - alle thuiswerk + feedback (zet ik in 1 document) 2. Zelfevaluatie en plan voor hoe verder hiermee kort noteren en opsturen 3. Per groepje of individueel: schets doorlopende leerlijn afmaken 4. Eventueel (graag!) vragen/opmerkingen over de literatuur noteren en meesturen. 2, 3 en eventueel 4 uiterlijk 24 februari opsturen of in dropbox plaatsen