Regeling impuls beroepsonderwijs voor landelijke organen 2000

Vergelijkbare documenten
Regeling Cultuur en School voor de bve-sector

Regeling begeleiding studenten universitaire lerarenopleidingen

Regeling Investeren in voorsprong voor de sector beroepsonderwijs en volwasseneneducatie (bve-sector)

Regeling stimulans verbetering en vernieuwing van de examenpraktijk in het beroepsonderwijs

Tijdelijke regeling bijzondere positie Regionaal opleidingencentrum Flevoland

Regeling experimenten herontwerp kwalificatiestructuur mbo

Regeling experimenten herontwerp kwalificatiestructuur mbo

Subsidieregeling duale opleidingstrajecten onderwijsfuncties BVE-sector 2001

Regeling impuls beroepsonderwijs voor vbo, mbo en landelijke organen voor het beroepsonderwijs

R e c t i f i c a t i e Regeling aanvullende bekostiging voor visueel gehandicapte leerlingen in het voortgezet onderwijs

Regeling cultuurkaart voortgezet onderwijs

Regeling vaststelling model financiële verantwoording en controleprotocol inburgering nieuwkomers 2001

Regeling financiële ondersteuning bestuurders JongerenOrganisatie Beroepsonderwijs (JOB)

Regeling Georganiseerd Overleg (GO)- en vakbondsfaciliteiten 1998

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Wijziging Regeling aanvullende bekostiging voor visueel gehandicapte leerlingen in het voortgezet onderwijs voor de Bve-sector

Regeling BVE-2000 voor 1998

Regeling tegemoetkoming invoeringskosten gratis lesmateriaal

Regeling aanvullende bekostiging maatschappelijke stage in het voortgezet

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Regeling praktijkleren en Groene plus wordt gewijzigd als volgt:

Regeling Kwaliteit Voortgezet Onderwijs

Regeling G.O.- en vakbondsfaciliteiten 2005

Beleidsregel scholen voor voortgezet onderwijs met een licentie van de Stichting Landelijk Overleg Onderwijs en Topsport

Regeling cultuur en school voor de bve-sector

Bijdrageregeling versterking economisch vestigingsklimaat Metropoolregio Rotterdam Den Haag 2015

Regeling aanvullende bekostiging voor visueel gehandicapte leerlingen in het voortgezet onderwijs

Regeling incidentele middelen voor achterstallig onderhoud van scholen voor voortgezet onderwijs (vo)

Wijziging van de Subsidieregeling leerlinggebonden financiering MBO in verband met het aanpassen van de subsidiebedragen

Regeling cultuur en school voor de bve-sector

Aanpassingsregeling vierde tranche Algemene wet bestuursrecht (Awb)

Regeling Nationaal Agentschap Leonardo da Vinci

Regeling modellen diploma s v.w.o.-h.a.v.o.-v.m.b.o.

Regeling versterking cultuureducatie in het primair onderwijs

Besluit. Paragraaf I. Begripsbepalingen. Artikel 1. onderwijs en praktijkonderwijs, en. Paragraaf II

Regeling faciliteiten bestuur en management en onderwijsnummer voor. scholen voor praktijkonderwijs 2008

Aanvulling overgangsregeling bekostiging, rechtspositie en samenvoeging leerwegondersteunend onderwijs en praktijkonderwijs

Tijdelijke regeling aanvullende bekostiging in verband met arbeidsmarktknelpunten voortgezet onderwijs 2006

Verordening materiële en financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Gooise Meren.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Mede namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Algemeen verbindend voorschrift

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Verordening materiële en financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Valkenburg aan de Geul

REGLEMENT TEGEMOETKOMINGEN Instroom vanaf 1 augustus 2012 tot 1 september 2015

REGLEMENT INSTROOMBEVORDERING VOOR DEELNEMERS MET AFSTAND TOT DE ARBEIDSMARKT

Regeling vergoeding exploitatiekosten voor scholen voor vwo, havo, mavo, vbo, lwoo en praktijkonderwijs, schooljaar

Regeling gegevensverzameling opleidingen verplegende en verzorgende beroepen WEB. Algemeen verbindend voorschrift

College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel

Aanpassingsregeling euro OCenW

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

Beleidsregels subsidieverstrekking voorkomen en bestrijden jeugdwerkloosheid West-Brabant

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart,

Regeling exploitatiekosten scholen voor vwo-havo-mavo-vbo-lwoo-praktijkonderwijs schooljaar

Regeling verdiepingsslag academische opleidingsschool

Faciliteringsregeling Regionale Expertisecentra in oprichting 2000

Regeling normen tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten 2006

Regeling stimulans verbetering en vernieuwing van de examenpraktijk in het beroepsonderwijs 2002

HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

REGLEMENT TEGEMOETKOMINGEN

Regeling aanvullende bekostiging maatschappelijke stage in het voortgezet

CONVENANT VSV (naam regio)

handelende in overeenstemming met de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

Wmo-innovatiefonds gemeente Drimmelen

Regeling aanvullende bekostiging maatschappelijke

Gelet op het artikel 90, tweede en derde lid van de Wet raadgevend referendum;

Regeling bijdrage kosten zij-instromers voor primair onderwijs en voortgezet onderwijs

CVDR. Nr. CVDR454398_1

cultuuronderwijs: het onderwijs gericht op het bereiken van de kerndoelen in het leergebied Kunstzinnige oriëntatie van het primair onderwijs;

Regeling tijdelijke toekenning extra voorschoolse middelen

Regeling vaststellen bedragen leerlinggebonden financiering in het. middelbaar beroepsonderwijs

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Economische Zaken;

Verordening Wet Kinderopvang Gemeente Echt-Susteren 2006

ARTIKEL XII ADVIESCOMMISSIE TOELATING EN BEGELEIDING

eurne DE RAAD DER GEMEENTE DEURNE BESLUIT 'Verordening rnateriele financiele gelijkstelling gemeente Deurne:

INNOVATIEIMPULS ONDERWIJS (IIO)

Algemeen verbindend voorschrift. Bestemd voor: Besluit. Paragraaf I. Begripsbepalingen. Paragraaf II

REGLEMENT LOONKOSTENSUBSIDIE. Realiseren van leerwerkplekken (bbl-2 en bbl-3) voor jongeren tot 27 jaar

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Tijdelijke stimuleringsregeling zij-instroom leraren primair onderwijs naar voortgezet onderwijs

GEZAMENLIJKE AFSPRAKEN LEER-WERKTRAJECTEN VMBO DEN HAAG, 20 DECEMBER Gezamenlijke afspraken leer-werktrajecten vmbo

KUNSTENPLAN REGELING PROJECTSUBSIDIES INNOVATIE

REGLEMENT TEGEMOETKOMINGEN

Subsidieregeling zij-instromers

Regeling monitoring fiscale faciliteit beroepsbegeleidende leerweg 1997

64-1 GEMEENSCHAPPELIJK REGELING REGIONAAL ONDERWIJSBELEID WALCHEREN

Stimuleringsregeling vroegschoolse educatie

Algemene subsidieverordening GOES 2011

SUBSIDIEVERORDENING PEUTERPROGRAMMA GEMEENTE ECHT-SUSTEREN 2013

Algemeen verbindend voorschrift. Bestemd voor: Besluit. Paragraaf 1

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Wijziging van de Regeling nadere vooropleidingseisen hoger onderwijs 2007 in verband met vervanging van de bijlagen

Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs

KUNSTENPLAN REGELING PROJECTSUBSIDIES INNOVATIE

Voorgezet onderwijs vo

De minister van onderwijs, cultuur en wetenschap,

SUBSIDIEREGELING CONCIËRGES OP BASISSCHOLEN DEN HAAG Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Haag,

Regeling extra ict-vergoeding basisonderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs

Subsidieregeling schoolmaatschappelijk werk in het mbo

Transcriptie:

OCenW-Regelingen Regeling impuls beroepsonderwijs voor landelijke organen Bestemd voor: landelijke organen en de Vereniging Colo Algemeen verbindend voorschrift Datum: 14 augustus Kenmerk: BVE/B/-29879 Datum inwerkingtreding: zie artikel 9 Geldigheidsduur beleidsregel: n.v.t. Juridische grondslag: artikel 2.7 van de Wet educatie en beroepsonderwijs Relatie tot eerdere mededelingen: n.v.t. Informatie verkrijgbaar bij: CFI/ICO/BVH, 079-3232.666 Gelet op artikel 2.7 van de Wet educatie en beroepsonderwijs; Besluit: Artikel 1 Begripsbepalingen In deze regeling wordt verstaan onder: a. minister: de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen; b. wet: de Wet educatie en beroepsonderwijs; c. landelijk orgaan: een landelijk orgaan als bedoeld in artikel 1.5.1 van de wet; d een project: een samenhangend geheel van werkzaamheden gericht op de doelstelling, bedoeld in artikel 2; e. vmbo: voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs verzorgd aan een school voor middelbaar algemeen voortgezet onderwijs, een school voor voorbereidend beroepsonderwijs, dan wel een scholengemeenschap waarvan in elk geval een school voor middelbaar algemeen voort- gezet onderwijs of een school voor voorbereidend beroepsonderwijs deel uitmaakt als bedoeld in artikel 21, eerste lid, tweede volzin, van de Wet op het voortgezet onderwijs; f. bo: het beroepsonderwijs bedoeld in de wet; g. hbo: het hoger beroepsonderwijs, bedoeld in de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek; h. Vereniging Colo: de vereniging beroepsonderwijs. Artikel 2 Doel Het doel van de regeling is het verlenen van aanspraak op een aanvullende vergoeding aan landelijke organen en subsidie aan de Vereniging Colo ten behoeve van projecten met als doelstelling: a. het verbeteren van de aansluiting tussen de structuren van het vmbo en het bo; b. het verbeteren van de aansluiting tussen de structuren van het bo en het hbo; c. het verbeteren van de programmatische aansluiting tussen vmbo en bo; d. het verbeteren van de programmatische aansluiting tussen bo en hbo; e. het verbeteren van de aansluiting tussen het onderwijs van het bo en de praktijk van het beroep, zoals dat wordt uitgevoerd in het leerbedrijf. Artikel 3 Hoogte van de aanvullende vergoeding 1. Voor toekenningen van aanvullende vergoedingen en subsidie op grond van deze regeling is een bedrag van ƒ 8.000.000,- beschikbaar. 2. De hoogte van de aanvullende vergoeding voor een landelijk orgaan en de subsidie aan de Vereniging Colo wordt bepaald door de minister, op voorstel van de Vereniging Colo. Dit voorstel wordt door de Vereniging Colo ingediend bij de minister voor 6 oktober. 3. In het voorstel, bedoeld in het tweede lid, maakt de Vereniging Colo aannemelijk dat met projecten, NUMMER 19 47 6 september

Regeling impuls beroepsonderwijs bedoeld in artikel 4, vierde lid, het gemeenschappelijk belang van de landelijke organen wordt gediend. 4. De minister maakt de hoogte van de aanvullende vergoeding respectievelijk de subsidie uiterlijk 20 oktober aan de landelijke organen en de Vereniging Colo bekend. Artikel 4 Voorwaarden 1. De minister verleent de aanspraak op een aanvullende vergoeding, bedoeld in artikel 3, slechts indien het bestuur van het landelijk orgaan voor 15 september een verzoek indient bij de Vereniging Colo. 2. In het verzoek is opgenomen: a. indien landelijke organen samenwerken, het landelijk orgaan dat de aanvullende vergoeding ontvangt; b. een plan van aanpak conform het format dat door de Vereniging Colo op 13 juli bij brief met kenmerk RVDK 5746CM/9.1 aan de landelijke organen is toegezonden. 3. Het plan van aanpak omvat ten minste: a. de uitwerking van de doelstellingen, bedoeld in artikel 2; b. een duidelijke en concrete omschrijving van de voorgestelde opbrengst van het project en de wijze waarop deze opbrengst bijdraagt aan de doelstellingen, bedoeld in artikel 2; c. een duidelijke en concrete omschrijving van de uitvoering van de activiteiten van het project die voldoet aan eisen van kwaliteit, waaronder in elk geval de eis dat het project aansluit op kenbare en relevante beleidsontwikkeling terzake binnen het landelijk orgaan; d. de wijze waarop met scholen die vmbo verzorgen, hogescholen en instellingen, bedoeld in artikel 1.3.1 van de wet, wordt samengewerkt. 4. De Vereniging Colo kan in overleg met de landelijke organen een verzoek indienen voor aanspraak op een subsidie ter uitvoering van een project als bedoeld in artikel 2, indien het project het gemeenschappelijk belang van de landelijke organen dient. Het tweede lid onderdeel a, en het derde lid zijn van overeenkomstige toepassing. 5. De Vereniging Colo draagt er zorg voor dat van het voorstel, bedoeld in artikel 3, tweede lid, deel uitmaakt een controle van de aansluiting van het vmbo met de eindtermen van de opleidingen, bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid onderdelen a en b, van de wet. Vereniging Colo, aan de minister en de Vereniging Colo. 2. Op projecten, bedoeld in artikel 4, vierde lid, is het eerste lid van overeenkomstige toepassing. Artikel 6 Verantwoording 1. Het landelijk orgaan verantwoordt de aanvullende vergoeding door middel van: a. de eindrapportage, bedoeld in artikel 5, eerste lid; b. een financiële verantwoording op de wijze zoals omschreven in de Regeling Financieel jaarverslag (jaarrekening) voor instellingen/ organen in de bvesector met ingang van het verslagjaar. 2. De Vereniging Colo dient uiterlijk binnen dertien weken na afloop van de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, een aanvraag in tot vaststelling van de subsidie. De aanvraag omvat in elk geval een eindrapportage als bedoeld in artikel 5, tweede lid, en een financiële verantwoording. Artikel 7 Terugvordering De aanvullende vergoeding respectievelijk de subsidie kan geheel of gedeeltelijk worden teruggevorderd van een aanvrager, indien: a. er uiterlijk 1 mei 2001 geen eindrapportage is ingediend bij de minister; b. de aanvrager onjuiste, niet tijdige of voor de beoordeling van de uitvoering van de regeling onvolledige gegevens heeft verstrekt; c. het project niet is gestart, aanzienlijk is vertraagd of voortijdig wordt beëindigd; d. de ontvanger van de aanvullende vergoeding respectievelijk de subsidie heeft gehandeld in strijd met de aan de aanvullende vergoeding verbonden verplichtingen, of e. de ontvanger van de aanvullende vergoeding respectievelijk de subsidie kennelijk in strijd met het doel van de aanvullende vergoeding respectievelijk de subsidie heeft gehandeld. Artikel 8 Bekendmaking Deze regeling zal met toelichting in Uitleg OCenW- Regelingen worden geplaatst. Van deze plaatsing zal mededeling worden gedaan in de Staatscourant. Artikel 5 Rapportages 1. Het landelijk orgaan zendt vóór 1 mei 2001 een eindrapportage die voldoet aan het format van de NUMMER 19 48 6 september

Artikel 9 Inwerkingtreding Deze regeling treedt in werking met ingang van de derde dag na dagtekening van Uitleg OCenW-Regelingen waarin zij wordt geplaatst. voor instellingen, zoals gepubliceerd in deze Uitleg, beschrijft de wijze waarop de onderwijsinstellingen bij kunnen dragen aan een verbeterde doorstroom tussen vmbo en mbo. Artikel 10 Citeertitel Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling impuls beroeponderwijs. Drs. L. M. L. H.A. Hermans Doel van de regeling Het doel van de regeling is om aan de hierboven beschreven versterking van de beroepskolom een éénmalige impuls te geven. Vanuit de overheid wordt in het jaar extra middelen ter beschikking van de landelijke organen gesteld, om projecten uit te voeren die tot doel hebben om te komen tot een samenhangende kwalificatiestructuur en doorlopende leerlijnen vmbo-mbo-hbo. Regeling impuls beroepsonderwijs Rol van de Vereniging Colo Toelichting Algemeen De sterke economische groei van de laatste jaren vergt een ontwikkeling van al het potentiële talent in onze samenleving. Een groot deel van deze arbeidskrachten zal geleverd moeten worden door het middelbaar beroepsonderwijs (mbo). In de tekst van de regeling is aangehaakt bij de wettelijke terminologie en wordt de term beroepsonderwijs gehanteerd. In deze toelichting wordt gesproken van mbo om een duidelijker onderscheid te maken met het hbo en het vmbo. Het mbo is een interessante sector, met aantrekkelijke opleidingsroutes die direct kwalificeren voor de arbeidsmarkt en op het hoogste niveau aansluiten bij het hoger beroepsonderwijs. Toch is dit beroepsonderwijs niet altijd eerste keus. Potentiële deelnemers - jongeren uit vmbo, havo-3 of vwo-3, maar ook werkenden en werkzoekenden - denken nog (te) vaak dat havo meer kans biedt op doorstroom naar hbo dan het mbo. De Vereniging Colo speelt een belangrijke rol bij de inzet van deze impuls voor de landelijke organen. De Vereniging Colo is gevraagd een actieplan op te stellen dat tot doel heeft te komen tot een goede besteding van de gelden voor het hierboven beschreven doel, en te komen tot een goede monitoring van de resultaten van deze impulsgelden. Dit plan, het Actieplan Versterking Beroepskolom, is op 13 juli bij brief met kenmerk RVDK 5746CM/9.1 aan de landelijke organen gezonden. De toekenning van de middelen zal plaatsvinden op basis van een voorstel door het bestuur van de Vereniging Colo aan de minister, die dit voorstel doet op basis van een beoordeling van de individuele plannen van de landelijke organen. In het Actieplan Versterking Beroepskolom worden de uitgangspunten en doelstellingen beschreven, die de Vereniging Colo hanteert bij de beoordeling van de plannen van de landelijke organen. Daarnaast wordt de procedure geschetst die de Vereniging Colo hanteert bij de beoordeling van de plannen van de landelijke organen. Zo is één van de eisen die de Vereniging Colo stelt die van cofinanciering: landelijke organen moeten minstens 25% van de kosten van het project zelf financieren. Ook is betrokkenheid van het bedrijfsleven (sectoraal of regionaal) een belangrijk criterium. Het verstevigen van de beroepskolom staat hoog op de politieke agenda. Daarin is het afstemmen van leerwegen binnen die kolom, gebaseerd op afstemming van de eisen die binnen het vmbo, mbo en het hbo worden gesteld, een belangrijk aandachtspunt. In de afstemming van die eisen spelen het bedrijfsleven en de landelijke organen een belangrijke rol. Overigens krijgen ook de Bve onderwijsinstellingen in dit kader een impuls: de Regeling Impuls beroepsonderwijs Indien er sprake is van projecten die het gemeenschappelijk belang van de landelijke organen dient, kan de Vereniging Colo, in overleg met de landelijke organen, ook zélf uitvoerder worden bij projecten. Dit moet in het voorstel voor verdeling van de middelen aan de minister duidelijk gemaakt worden. Van het voorstel van de Vereniging Colo maakt in elk geval deel uit een plan voor de screening van de overlap tussen de vmbo-programma s en deelkwalificaties van de NUMMER 19 49 6 september

Regeling impuls beroepsonderwijs Om de uitvoeringslasten voor de landelijke organen zo licht mogelijk te houden, is er voor gekozen de financiële verantwoording van de uitgaven te koppelen aan de reguliere verantwoording, in een aparte bijlage bij de jaarrekening van de jaren en 2001. Dit moet worden vermeld onder post 2.6.9 (Overlopende passiva, meerjarige doelsubsidies OCenW) en in de specificatie van die post in de jaarrekening, conform de Regeling Financieel jaarverslag (jaaropleidingen op niveau 1 en 2 van kwalificatiestructuur. Deze screening is nodig voor het verbeteren van de doorlopende leerwegen in het vmbo en het mbo. Tijdpad De middelen worden éénmalig beschikbaar gesteld voor het jaar. Dit betekent dat de gelden direct moeten worden ingezet. De projecten, die met de impulsmiddelen worden opgezet, moeten vóór 1 mei 2001 zijn afgerond. En hierbij geldt: hoe concreter de resultaten, hoe beter. Monitoring Na toekenning van de bedragen door de minister, op basis van het voorstel van het bestuur van de Vereniging Colo, zal de Vereniging Colo de activiteiten van de landelijke organen ondersteunen gedurende de looptijd van het traject. Ook zal de Vereniging Colo de activiteiten monitoren en de minister informeren over de voortgang. Om dit voor de Vereniging Colo mogelijk te maken zal de minister de Vereniging Colo voor deze activiteiten apart financieren. Daarnaast worden de landelijke organen die projecten uitvoeren verplicht een eindrapportage op te leveren en die aan de Vereniging Colo te sturen. Resultaten Deze impuls heeft de volgende resultaten. Er wordt een aantal projecten uitgevoerd, die bijdragen aan de verbetering van de aansluiting tussen de structuren van vmbo, mbo en hbo en een verbetering van de programmatische aansluiting van die sectoren. Ook worden samenwerkingsverbanden gestimuleerd, en wordt het mogelijk om vanuit de eindrapportages in mei 2001 inzichtelijk te maken hoe de samenwerkingsverbanden in de regio s tussen de verschillende instellingen en de landelijke organen vorm hebben gekregen. De banden met het sectorale en regionale bedrijfsleven zullen verder worden verbeterd. Tot slot zullen de resultaten van de verschillende projecten, door middel van het overdragen van good practice voor het hele mbo - veld beschikbaar komen. Artikel 3 In dit artikel wordt geregeld hoe de hoogte van de aanvullende vergoeding aan de landelijke organen tot stand komt. De vergoeding wordt bepaald door de minister, op voorstel van de Vereniging Colo. Artikel 4, eerste lid, tweede en derde lid Landelijke organen moeten vóór 15 september een verzoek voor een aanvullende vergoeding indienen bij de Vereniging Colo. In het verzoek is een plan van aanpak opgenomen dat plan moet voldoen aan de eisen die door Colo en de minister zijn gesteld. De landelijke organen zijn hiervan, zoals hierboven reeds opgemerkt op de hoogte door de Vereniging Colo. Artikel 4, vierde lid, artikel 3, derde lid Indien er sprake is van een project dat een duidelijk gemeenschappelijk belang van de landelijke organen dient, maakt de regeling het mogelijk dat ook Colo zélf projectaanvragen bij de minister indient. Deze projectaanvragen maken onderdeel uit van het voorstel dat Colo de minister doet t.a.v. de verdeling van de impulsgelden, waarbij door Colo aannemelijk moet worden gemaakt dat het betreffende project een gemeenschappelijk belang dient. Artikel 5 Dit artikel maakt het voor de Vereniging Colo mogelijk de monitoring van de impuls en de rapportage hierover aan de minister vorm te geven, doordat bepaald wordt welke informatie de landelijke organen op welke momenten aan de Vereniging Colo moeten sturen. Verder wordt in dit artikel geregeld dat, indien Colo zélf projecten uitvoert, t.a.v. de rapportages dezelfde eisen worden gesteld als aan de landelijke organen. Artikel 6 Artikelsgewijze toelichting Artikel 2 In dit artikel wordt omschreven waaraan de projecten een bijdrage moeten leveren. NUMMER 19 50 6 september

rekening) voor instellingen/ organen in de bve-sector met ingang van het verslagjaar (Uitleg OCenW-Regelingen 1999, nr. 31a). De controle op de inhoudelijke verantwoording geschiedt door de minister op basis van van de eindrapportage, die door het landelijk orgaan moet worden opgesteld, en die aan de Vereniging Colo en aan de minister wordt gestuurd. In het tweede lid is de verantwoording van de Vereniging Colo geregeld voor de door deze Vereniging verrichte activiteiten. Hierbij is aangesloten bij de bepalingen terzake van de Wet overige OCenW-subsidies. Regeling impuls beroepsonderwijs Drs. L.M.L.H.A. Hermans NUMMER 19 51 6 september