Projectplan Nationale Omgevingsvisie

Vergelijkbare documenten
Op weg naar een Nationale Omgevingsvisie: de opgaven. Emiel Reiding directeur NOVI. 5 juli 2017

Nationale Omgevingsvisie. 27 oktober 2017

Projectplan Nationale Omgevingsvisie

Leerkring Omgevingswet G40

MANIFEST NOVI NAAR EEN NIEUW NEDER LAND

Omgevingsvisie Giessenlanden. Plan van aanpak V1.3. Inleiding

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag. Datum 13 april 2018 De Nationale Omgevingsvisie

Perspectief op de nationale omgevingsvisie en grondbeleid. Jaar van de Ruimte VvG congres 12 november Nathalie Harrems

NEXT Landscape. OmgevingslabXL. 15 mei 2017 Susanne Vleeshouwers (gemeente Tilburg)

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Statenvoorstel. Perspectief Groene Hart Bestuurlijke samenvatting van het voorstel

Startnotitie Omgevingsvisie Nijmegen

Nationale Omgevingsvisie. Derde bijeenkomst 2017

799874/ Zienswijze op het ontwerp van de Brabantse Omgevingsvisie

Foto plaatsen. Wat te doen ter voorbereiding op de Omgevingswet? Gaston Gelissen Programma-management

Pilots Omgevingsvisie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 16 april 2018 Rli advies Verbindend Landschap

Pilots Omgevingsvisie

Werkconferentie agenda omgevingsvisie Limburg

Congres Grip op de Omgevingswet

Bijlage 1. Plan van aanpak omgevingsplan voor het buitengebied.

Omgevingsvisie en Cultureel Erfgoed

Raadscommissieavond Omgevingswet en de gemeenteraad. Welke keuzes moet de gemeenteraad maken, wat voor rol past hierbij en wat betekent dit?

Werkconferentie agenda omgevingsvisie Limburg

De Raad en de Omgevingswet

Omgevingsvisie Delft

De Raad en de Omgevingswet

Foto plaatsen. Roadshow Groningen Mei 2016

WERELDCAFÉ OMGEVINGSVISIE KRIMPENERWAARD

In deze presentatie: algemeen beeld uit startbijeenkomst, online enquête en alle gesprekken op locatie overeenkomsten en aanvullingen op het Tourteam

Startnotitie Omgevingswet

De gemeenteraad en de Omgevingswet, verdieping. 1 november 2018 Gemeente Leusden

Brabantse Omgevingsvisie & Water in Brabant in 2030 Wateragenda

Notitie reikwijdte en detailniveau

achtergrond hoofdstuk 1 Structuurvisie 2020 keuzes van visie naar uitvoering inbreng samenleving achtergrond ruimtelijk en sociaal kader bijlagen

Van klimaatakkoord naar de transitievisie warmte voor de gemeente Heemstede Vind de juiste reispartner

Op weg naar de Omgevingswet

Aanpak Omgevingsbeleid. Wij werken aan ons IMAGO Omgevingsbeleid

Omgevingsvisie en m.e.r.

OMGEVINGSWET OMGEVINGSWET

Plan van aanpak Natuurvisie Gelderland

Kick-off programma Kwaliteit van de Samenleving in Zuid-Holland 10 december 2015

Omgevingsvisie provincie Noord-Brabant

Agendaformulier B&W-vergadering 1 november Raadsinformatiebrief *16.I000864* 16.I Programma. Ruimte, Bouwen en Wonen

Pilots Energietransitie versnellen met de Omgevingswet

Regionale Energie Strategie

Werkconferentie: Agenda Omgevingsvisie Limburg. Samen aan de slag

Regionale Energie Strategie

Relatie met het coalitieakkoord/collegewerkprogramma/eerder aangenomen moties en gedane toezeggingen:

RO & Milieu. Gedwongen vriendschap onder de Omgevingswet? Tjeerd vd Meulen Jos Dolstra

Klimaatakkoord. Ministerie van Economische Zaken en Klimaat T.a.v. de heer ir. E.D. Wiebes Postbus EK 'S-GRAVENHAGE

De gemeenteraad buitenspel na de invoering van de Omgevingswet? Gemeenteraad Bergen op Zoom 10 april 2017

Duurzaamheid: Anne Mollema Projectmanager SO. Hoe een boerenjongen van de stad ging houden. 11 mei 2017

Onderwerp Regionale Energiestrategie (RES) regio Noordoost-Brabant. Geachte bestuursleden,

De gemeenteraad buitenspel na de invoering Omgevingswet? Gemeenteraden Hellendoorn en Raalte 28 maart 2017

1. De hoofdlijnennotitie 'Aanpak transities en herinrichting sociale domein in de gemeente Stein vast te stellen

In deze Nieuwsbrief: Myriam van Rooij versterkt de PCL

Samen werken aan goed openbaar bestuur

Een nieuwe ruimtelijke visie voor de regio Arnhem-Nijmegen?

NOVI-perspectiefgebied Utrecht, Gezond Stedelijk Leven voor Iedereen

Omgevingswet gezocht: bestuurders met visie in onzekere tijden Jop Fackeldey Kristel Lammers Nieuwegein 1 december 2017

Datum 24 april 2019 Beantwoording Kamervragen GroenLinks over het bericht in het FD over verdozing van het landschap

Ketensamenwerking in de regio. Foto plaatsen. Roadshow Midden-Nederland i.s.m. Provincie Flevoland. Lelystad, 8 juni 2017

Plan van Aanpak Omgevingsvisie

Monitor Landschap: naar een landsdekkend systeem. Advies bij de verkenning monitor landschap. Advies Monitor Landschap: naar een landsdekkend systeem

GS brief aan Provinciale Staten

Strategische Agenda Helmond. Coalitie-onderhandelingen 4 april 2018

Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad. 8 mei 2019 U Lbr. 19/032. Stand van zaken Interbestuurlijk Programma.

Zes erfgoedambassadeurs over de Omgevingsvisie

Erfgoed en de Omgevingswet

Onderwerp: Lokale Ontwikkelingsstrategie voor de regio Holland Rijnland Besluitvormend

Uitnodiging aan het nieuwe kabinet

Perspectief voor de Achterhoek

Ruimte voor oplossingen het inzetbare platteland! Kabinetsformatie 2017: de P10 biedt aan!

Omgevingswet en de raad

Onze gemeenschappelijke ambitie:

PROJECTPLAN. Algemeen Onderwerp Regionale inzet omgevingsvisie - omgevingsbeeld Vertrouwelijk Nee. Christiaan van Zanten en Marijn den Uijl

De nieuwe Omgevingswet. Molenadviesraad Amersfoort Mark Ravesloot, senior adviseur molens

Startnotitie Visie winkelcentra Heemstede (eerste fase)

Omgevingswet en de raad

Nota inzake Economic Development Board

Samenwerkingskracht in Zeeland #HOEDAN?

Pilot Omgevingsvisie Nijmegen Green City

Raadsvoorstel. 3. Inleiding

Provinciale Staten van Noord-Holland. Voordracht 64

Workshop: Communicatieprocessen en de Nationale Omgevingsvisie (NOVI)

Deltaprogramma Bijlage F. Bestuurlijke Planning DP2015

Scholder an Scholder Verenigen voor de toekomst Werken met de methodiek scholder an scholder 2.0

s t r u c t u u r v i s i e G o o r Goor 202

Even voorstellen: Marleen Sanders. Hoe realiseren we het warmtetransitieplan en van het gas af' Agenda. Even voorstellen: Guido van Loenen

Omgevingswet. Aanzet voor een implementatie plan Niet alles kan tegelijk Veel is duidelijk veel nog niet

Startnotitie Visie winkelcentra Heemstede- fase 2

GRIFFIE POLITIEKE TERMIJN AGENDA

Startnotitie Visie 2030

WELKOM Themabijeenkomst OMGEVINGSWET 21 november 2018

Informatiebijeenkomst Bestuurlijke toekomst DAL-gemeenten. Appingedam en Loppersum, 4 oktober 2017 Delfzijl, 5 oktober 2017

t t Gemee n t e Almelo Voorstel aan de raad

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Programma Regionaal Platform 20 april 2016 Locatie: Van der Valk Hotel, Aalsterweg 322 te Eindhoven

Transcriptie:

Projectplan Nationale Omgevingsvisie Fase 3: ontwerp-novi Datum : Februari 2018 Versie : 1.0 Directeur : Emiel Reiding Opstellers : Valentijn Holewijn Rob Hartman Contact : postbusnationaleomgevingsvisie@minienm.nl

Inhoud 1 Inleiding... 3 2 Fase 3... 4 2.1 Producten & Planning: samenhang tussen product en proces... 5 3 Betrekken van partijen... 6 3.1 Betrokken partijen... 6 3.2 Gebruik eerder verzamelde informatie... 6 3.3 Aansluiting bij lopende trajecten... 6 4 Organisatiestructuur... 8 Bijlage I: Samenvatting strategische opgaven uit de startnota... 9

1 Inleiding Vooruitlopend op de inwerkingtreding van de Omgevingswet wordt de eerste Nationale Omgevingsvisie opgesteld. De NOVI wordt conform de Omgevingswet op rijksniveau de integrale strategische langetermijnvisie op de ontwikkeling van de gehele fysieke leefomgeving. De NOVI wordt richtinggevend, inspirerend en kaderstellend. De Nationale Omgevingsvisie is cruciaal in de vernieuwing van het omgevingsstelsel. Voor het Rijk is de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) een belangrijk onderdeel van haar eigen implementatietraject. Nederland heeft een beperkt grondgebied dat intensief wordt bewoond en gebruikt. Desondanks hebben wij een goed functionerende en hoogwaardige leefomgeving weten te bereiken en behouden. De NOVI moet die kwaliteiten met het oog op de toekomst behouden en verder ontwikkelen. De druk op de leefomgeving vraagt voortdurend om afweging van verschillende belangen welke voortkomen uit urgente en grote opgaven, waaronder wonen, duurzame economie, energie & klimaat, bereikbaarheid, landbouw en natuur en de unieke (cultuurhistorische) waarden van Nederland. Al deze opgaven spelen dwars door schaalniveaus, beleidsterreinen en bestuurlijke grenzen heen. De opgaven en ambities leggen allemaal claims op de leefomgeving, zowel in ruimtelijke zin als op aspecten als milieu, gezondheid en veiligheid. Dit maakt keuzes en combinaties noodzakelijk. Keuzes die in gezamenlijkheid en integraal gemaakt moeten worden over hoe de leefomgeving wordt ingericht en de manier waarop daar gebruik van wordt gemaakt nu en in de toekomst. Keuzes die in gezamenlijkheid gemaakt moeten worden over hoe de leefomgeving wordt ingericht. Door goed in te spelen op verandering en richting te geven kan Nederland voorop lopen en kansen verzilveren in de ontwikkeling van een duurzame economie. De NOVI moet helpen de keuzes te maken die meer dan alleen sectoraal zijn. Cruciaal wordt daarbij een goed samenspel te organiseren tussen sectorale en sector overstijgende afwegingen en keuzes. De kracht van de NOVI is dat deze keuzes gedragen zijn, als resultaat van het proces (met name) met de medeoverheden. De NOVI biedt het platform: Voor noodzakelijke en gewenste vernieuwingen in de fysieke leefomgeving: door voor de lange termijn doelen te stellen, en die te vertalen naar de kortere termijn; Voor het maken van een brede integrale afweging (nodig waar alleen sectorale afweging voor het halen van de doelen onvoldoende is); Voor een inspirerend en richtinggevend verhaal voor Nederland; als onderlegger voor het maken van mogelijke combinaties en noodzakelijke keuzes; Om nationale belangen te borgen Om nationale projecten of gebieden aan te wijzen voor ontwikkeling en/of bescherming van bepaalde functies Om nationale en regionale prioriteiten met elkaar te verbinden 3

2 Fase 3 De Nationale Omgevingsvisie (NOVI) komt tot stand in vier fasen. Dit plan is een uitwerking van fase 3. Dit plan beschrijft het proces en de producten waaraan in deze fase wordt gewerkt. Fase 1 Fase 2 Fase 3 Fase 4 Agendavorming Q2 15 - Q1 17 Resultaat: Startnota Verdieping & Verrijking Q2 17 Q4 17 Resultaat: Verdiepingsrapporten Keuzes Q1 18 Q4 18 Resultaat: Ontwerp NOVI Opstellen NOVI Q4 18 medio 19 Resultaat: NOVI 1.0 Fase 1 was gericht op gezamenlijke factfinding naar ontwikkelingen, trends, opgaven en kansen. In deze fase is veel aandacht uitgegaan naar het verzamelen van zoveel mogelijk relevante kennis en informatie over de fysieke leefomgeving. Op 17 februari 2017 is de startnota De opgaven voor de Nationale Omgevingsvisie naar de Kamer gezonden. In de startnota worden de trends en ontwikkelingen op het gebied van de fysieke leefomgeving, de sectorale opgaven en de strategische opgaven beschreven. De vier integrale strategische opgaven zijn: 1. Naar een duurzame en concurrerende economie 2. Naar een klimaatbestendige en klimaatneutrale samenleving 3. Naar een toekomstbestendige en bereikbare woon- en werkomgeving 4. Naar een waardevolle leefomgeving Deze strategische opgaven vragen om een integrale aanpak en zijn verbonden aan een of meerdere transities. Met de startnota is de eerste stap gezet in de richting van de Nationale Omgevingsvisie. Hiermee zijn de opgaven vastgelegd en is fase 1 afgerond. In fase 2 lag de focus op de verdieping en concretisering van de strategische opgaven uit de startnota. Hiertoe zijn door interdepartementale ambtelijke verdiepingsgroepen per strategische opgave beleidsopties uitgewerkt en beschreven in verdiepingsrapporten. In een verrijkingsronde zijn deze rapporten besproken met onder meer de medeoverheden, planbureaus, kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties, wat heeft geleid tot aanvullingen en signalering van lacunes. Daarnaast is in fase 2 gewerkt aan een prototype van de NOVI. Alle producten van fase 1 en fase 2 zijn bouwstenen die worden gebruikt in fase 3. Beschrijving van Fase 3 In fase 3 wordt de ontwerp-novi opgesteld. Dit gebeurt in 3 deelfasen of etappes: 1. begin 2018 wordt een schets van de NOVI opgesteld. Deze schets fungeert als een groeidocument en betreft ambtelijk voorwerk dat een eerste inzicht geeft in de in deze fase uit te werken onderdelen en te maken keuzes; 2. medio 2018 wordt een hoofdlijnennotitie opgesteld die de uitgewerkte onderdelen van de schets in verband bijeenbrengt; deze notitie geeft voorzetten voor keuzes en uitwerkingen, die daarna verder kunnen worden besproken en aangescherpt; 3. eind 2018 wordt de ontwerp-novi opgeleverd waarin de aanpassingen en aanvullingen op de hoofdlijnennotitie zijn verwerkt. De werkzaamheden in fase 3 vallen uiteen in drie hoofdstromen: a. schrijfproces: waarin onderdelen van de visie worden uitgewerkt, de samenhang en samenvoeging van die onderdelen wordt bewaakt en uitgevoerd en de drie bovengenoemde hoofdproducten wordt vervaardigd; hieronder valt ook de planmer; b. omgevingsmanagement: waarin verbindingen worden gelegd met voor de NOVI relevante andere trajecten en gezorgd wordt voor goede onderlinge uitwisseling en aansluiting met het schrijfproces; hieronder vallen ook participatie en communicatie; c. politiek, proces en strategie: waarin er voor wordt gezorgd dat de dialogen over de NOVI in het kabinet en met de TK voortgaan, de aansluiting bij aangrenzende lijnactiviteiten wordt verzorgd en de producten uit het NOVI-traject door de overleg- en besluitvormingssporen worden geleid; hierbij hoort ook de overall processturing op het NOVI-programma. 4

2.1 Producten & Planning: samenhang tussen product en proces Jan Feb Mrt April Mei Juni Juli Aug Sept Okt Nov Dec Politiekspoor Schets NOVI Hoofdlijnen NOVI Nationale belangen en keuzes Governance en sturingsfilosofie Monitoring & Evaluatie Programma s & Projecten Instrumentarium Ontwerp- NOVI Omgevingsspoor Ten behoeve van de uiteindelijke ontwerp-novi wordt gewerkt aan een aantal deelproducten. Zo zal worden gewerkt aan een beschrijving van maatschappelijke trends en ontwikkelingen aansluitend bij de startnota de opgaven voor de Nationale Omgevingsvisie. Een integraal streefbeeld voor de fysieke leefomgeving zal worden geformuleerd. De nationale belangen worden benoemd, prioriteiten worden gesteld binnen de strategische opgaven. Zo wordt de NOVI echt richtinggevend. Een zekere mate van selectiviteit sluit aan bij de eerder verkregen adviezen van onder meer het RLI en PBL. Zij vragen focus op de ontwikkeling van een beperkt aantal sterke, eenvoudig communiceerbare concepten die de integratie van ruimtelijke en milieukwaliteit bevorderen. Een dergelijke focus is wenselijk tegen de achtergrond van de adviezen om te gaan voor een krachtig uitgedragen lange termijnambitie. Hiernaast wordt ook aan de governance en sturingsfilosofie van de NOVI gewerkt. De kern daarvan is (interbestuurlijke en maatschappelijke) samenwerking. Hierbij zal onder andere aandacht uitgaan naar de verantwoordelijkheidsverdeling en onderlinge verhouding tussen de overheidslagen en maatschappelijke partijen, de wijze van samenwerking aan de opgaven en de aansluiting tussen NOVI, Provinciale Omgevingsvisies (POVI) en Gemeentelijke Omgevingsvisies (GOVI). Een visie alleen is nooit genoeg, het is van belang om ook aan de uitvoering van de visie te werken. Aan de doelen en prioriteiten die de NOVI stelt zullen programma s en/of projecten worden gekoppeld. De focus ligt hierbij op het aanpakken van urgente nationale opgaven met een grote fysieke en maatschappelijke impact. De programma s (instrument uit de Omgevingswet) kunnen sectoraal of gebiedsgericht zijn. De verantwoordelijkheid voor de programma s ligt bij de betreffende vakdepartementen waarbij wordt bekeken hoe deze programma s met elkaar functioneren in een werkend stelsel. Er wordt een monitoring & evaluatie systeem uitgewerkt om het doelbereik in beeld te brengen en bij te dragen aan leervermogen. Uitgewerkt wordt hoe periodiek te evalueren hoe de doelstellingen in de visie en de uitvoering op elkaar aansluiten. Hierbij zal ook aandacht uitgaan naar een goede afbakening waarop wordt gemonitord in het kader van de NOVI en waar monitoring in de afzonderlijke sectoren plaatsvindt. Tot slot wordt gewerkt aan voor de NOVI benodigd instrumenten (juridisch & financieel) passend bij de doelen en werkwijze die met de NOVI en de programma s wordt ingezet. Bij het uitkomen van de ontwerp-novi wordt een bestuursakkoord gesloten. Om de visie ook echt door te laten werken in de regio wordt ook toegewerkt naar integrale omgevingsagenda s. Deze agenda s zijn de plek waar de verschillende visies (nationaal, regionaal en lokaal) voor een gebied op elkaar worden gelegd. Dit leidt tot gezamenlijke definiëring van de opgaven in een specifiek gebied. 5

3 Betrekken van partijen 3.1 Betrokken partijen De Nationale Omgevingsvisie is op basis van de Omgevingswet zelfbindend voor het Rijk. Het integrale en nationale karakter van de NOVI vraagt echter om directe betrokkenheid van en interactie met vele partijen. De Nationale Omgevingsvisie is pas echt effectief als hij inspireert, verbindt en aanzet tot actie. De opgaven waar we in Nederland voor staan, vragen om coalities van overheden, bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties en burgers. Uitgangspunt is dat de Nationale Omgevingsvisie gedragen wordt door zoveel mogelijk partijen die bijdragen aan de ontwikkeling van de fysieke leefomgeving. Dit zal de daadwerkelijke uitvoering van beleidskeuzes ten goede komen. Het opstellen van de Nationale Omgevingsvisie is daarmee een complex en omvangrijk proces waarbij wordt gekeken naar de opgaven voor de fysieke leefomgeving op de lange termijn, maar ook keuzes die nu op korte termijn moeten worden gemaakt. Het doel van samenwerking met de omgeving is het organiseren van een proces waarbij partijen op de juiste wijze betrokken zijn, de inhoud hebben kunnen verrijken, en wederzijds begrip hebben voor gemaakte keuzes De NOVI komt tot stand in een proces onder verantwoordelijkheid van de Minister van BZK namens het kabinet, waarin en waarbij vele partijen zijn betrokken. Voor de ontwikkeling van de NOVI is het van belang om het gesprek te voeren over belangen, inzichten en ideeën met de betrokken departementen, andere overheden, wetenschap & adviesraden, het bedrijfsleven en Departementen de maatschappij (maatschappelijke organisaties en burgers). Het betrekken van de hierboven genoemde partijen, gebeurt op de volgende wijze: De informatie die in fase 1 en 2 is verzameld, gebruiken bij het maken van de verschillende producten; Aansluiten bij reeds lopende trajecten (waaronder het Klimaat en Energieakkoord, Interbestuurlijk programma en Woonagenda etc.) Gerichte werksessies en/of aanvullende gesprekken; Gebiedsdialogen; In de programmadirectie NOVI en de schil daar direct omheen nemen medewerkers van alle betrokken departementen en van medeoverheden deel. Bedrijfsleven Maatschappij NOVI Wetenschap & Adviesraden Andere overheden 3.2 Gebruik eerder verzamelde informatie Bij het opstellen van de NOVI wordt in fase 3 gebruik gemaakt van de informatie die in de eerste twee fasen is verzameld. In de fase 1 zijn vele organisaties, belangenvertegenwoordigers, ondernemers, burgers, overheden, onderzoekers en kennisinstellingen, universiteiten en hogescholen betrokken. Advies is gevraagd aan het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL), het College van Rijksadviseurs, het Sociaal en Cultureel Planbureau, het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid, het Overleg Infrastructuur en Milieu, de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur en de Adviescommissie Water. Met de andere overheden is op verschillende momenten gesproken over de NOVI. Daarnaast zijn visies vanuit onder meer de NEPROM, het Interprovinciaal overleg, de G32, VNO-NCW, het Jaar van de Ruimte en de Gezondheidsraad ontvangen. Ook in fase 2 zijn veel organisaties en partijen betrokken bij het werk aan de verdiepingsrapporten en de verrijkingssessies daarna. De resultaten van de verdiepingsfase worden gebruikt bij het bepalen van de verdere koers voor de NOVI. 3.3 Aansluiting bij lopende trajecten Uitgangspunt voor het betrekken van verschillende partijen is dat er zoveel mogelijk gebruik wordt gemaakt van lopende trajecten waarin wordt gewerkt aan de fysieke leefomgeving. In de praktijk werken verschillende partijen al samen aan relevante thema's als stad, veilige delta, infrastructuur, ruimte, transport, voedsel, milieu en energietransitie. Deze trajecten geven betekenis aan de fysieke leefomgeving en daarmee betekenis aan de Nationale Omgevingsvisie. Andersom geeft het proces van de NOVI betekenis aan deze trajecten. Vele van de in het voorgaande genoemde partijen leveren ook input en participeren in deze trajecten. 6

Proeftuinen NL van Morgen Visie erfgoed en ruimte Woonagenda Klimaat en Energieakkoord Nationale Omgevingsvisie Maak verschil Interbestuurlijkprogramma Innovation Expo 2018 Noordzee agenda Een goede wisselwerking tussen de NOVI en deze trajecten (bovenstaande figuur geeft enkele voorbeelden), inclusief de bijbehorende netwerken, is een essentiële slaagfactor. De NOVI wordt de nationale visie waarbij het doel is dat deze breed gedragen wordt door verschillende partijen. Hieraan dragen trajecten in de omgeving van de NOVI wezenlijk bij, vanuit de inhoud en doordat zij intensieve contacten hebben met verschillende partijen. Het proces van de NOVI wordt gekenmerkt door uitwisseling van buiten naar binnen en van binnen naar buiten met de verschillende trajecten in de omgeving. Ook wordt gebruik gemaakt van de uitkomsten van verschillende maatschappelijke dialogen, zoals de energiedialoog of wordt aansluiting gezocht bij initiatieven vanuit het bedrijfsleven. Ook omgevingsvisies van provincies en gemeenten is belangrijke input. 7

4 Organisatiestructuur Een interdepartementaal en interbestuurlijk team werkt aan de Nationale Omgevingsvisie (NOVI). De programmadirectie NOVI bestaat uit beleidsmedewerkers vanuit de rijksoverheid en andere overheden die zijn vrijgemaakt voor het programma. Er zijn drie taakgerichte teams: team politiek, proces en strategie, team productontwikkeling en team omgeving. Het programma wordt aangestuurd door de directeur NOVI. Er wordt voor de producten samengewerkt met een divers samengestelde schil van betrokkenen. Hierbij gaat het om mensen van de verschillende departementen, andere overheden, maatschappelijke organisaties en wetenschappelijke partijen (incl. planbureaus) die om hun specialistische kennis dan wel om hun betrokkenheid bij relevante (beleidsontwikkeling)trajecten en samenwerkingsverbanden meewerken. 8

Bijlage: Samenvatting strategische opgaven uit de startnota 1. Naar een duurzame en concurrerende economie De opgave van een duurzame en concurrerende economie is van groot belang voor Nederland. Vestigingsplaatsfactoren als aantrekkelijke, gezonde en veilige steden en een goede bereikbaarheid, zijn hierbij essentieel. Samengevat staat Nederland voor de vraag Hoe het een aantrekkelijk vestigingsklimaat behoudt en de transitie naar een circulaire economie realiseert. Dit vraagt om een richting te bepalen in de genoemde vraagstukken: Inzetten op enkele sterke stedelijke regio s in het economisch kerngebied of op alle stedelijke regio s in Nederland Regionaal economische ontwikkeling: de balans tussen de mogelijkheden van gebieden en de vraag van verschillende economische sectoren Verbeteren van bereikbaarheid: balans tussen uitbreiden en beter benutten van infrastructuur Hoe om te gaan met de spanning tussen een aantrekkelijke, gezonde en veilige leefomgeving en (economische) ontwikkeling? Circulaire economie: de spanning tussen ruimte voor transitie en borgen omgevingskwaliteit 2. Naar een klimaatbestendige en klimaatneutrale samenleving Hoe realiseert Nederland tijdig de overgang naar een klimaatbestendige en klimaatneutrale samenleving met toepassing van de efficiëntste technieken en met behoud of verbetering van omgevingskwaliteit? Dit vraagt om een richting te bepalen in de genoemde vraagstukken: Omgaan met klimaatverandering: focus op sectorale doelen of integrale aanpak Vitale infrastructuren: klimaatrobuust of niet altijd beschikbaar Ruimte voor duurzame energie in eigen land of vrijwaren landschap en importeren Centraal en/of decentraal Vaart maken: de balans tussen inzetten op bestaande technieken of op innovaties Alleen verduurzamen of ook gebruik reguleren 3. Naar een toekomstbestendige en bereikbare woon- en werkomgeving Hoe kan de overheid optimaal een afweging maken tussen de woningbouwopgave, verduurzaming van gebouwen, een goede bereikbaarheid, leefomgeving en technologische ontwikkelingen waarbij de sociale kwaliteit en identiteit van stad, regio, landschap en erfgoed wordt versterkt? Dit vraagt om een richting te bepalen in de genoemde vraagstukken: Een goede balans tussen uitleg en verdichten en tussen nieuwbouw en transformatie Acceptabele omvang van sociale verschillen in stad en ommeland Inrichting van regio s met bevolkingsdaling Bouwen op goed bereikbare plaatsen of plaatsen goed bereikbaar maken Innovatie in verbindingen: kiezen in onzekerheid of wachten op winnaars Klimaatbestendige en energiezuinige gebouwen: individuele of collectieve maatregelen 4 Naar een waardevolle leefomgeving Hoe kunnen de waarden die de natuurlijke omgeving kan vervullen voor de mens, worden behouden en benut? Dit vraagt om een richting te bepalen in de genoemde vraagstukken: Hebben we te weinig of willen we te veel van de natuur? Landbouw: voedselproductie met randvoorwaarden of oplossingen voor maatschappelijke behoeften Landschap als uitgangspunt voor of uitkomst van ontwikkelingen Peilverhoging veenweidegebieden of op peil houden van de huidige landbouwproductie 9