WAT MOET JE WETEN VOOR HET TAALDORP FRANS?



Vergelijkbare documenten
WAT MOET JE WETEN VOOR HET TAALDORP FRANS?

INFORMATIE TAALDORP LEERBOEKJE MET PHRASES-CLÉS

WAT MOET JE WETEN OVER HET TAALDORP FRANS?

TAALDORP FICHES: À L OFFICE DE TOURISME

Aantekening Frans les pronoms personnels

Exercice A Vocabulaire F-N I Vertaal de vetgedrukte woorden in het Nederlands. II Noteer het juiste woord en vertaal het in het Nederlands.

U21 mezelf en anderen voorstellen. Ik heet Ric. / M n naam is Verdonk. Wat is je voornaam? M n voornaam is Luc. Ziehier m n vriend. Hij heet Yvon.

6,6. Begrippenlijst door Jessy 1095 woorden 25 juni keer beoordeeld. Grandes Lignes Phrases Clés. Hoofdstuk 1. Ça va? = Hoe gaat het?

J aimerais savoir. Que je suis content! Pourrais-tu parler plus lentement? Bouger me fait mal.

basiszinnen spreekvaardigheid

Voyage Logement. Logement - Trouver. Logement - Réserver. Demander son chemin vers un logement

Talenquest Frans 2thv: Grammatica

Reizen Accommodatie. Accommodatie - Vinden. Accommodatie - Boeking. Où puis-je trouver? Om de weg naar je accommodatie vragen

TAALDORP FICHES: À L OFFICE DE TOURISME

III. L adjectif. III. L adjectif. 1. Accord de l adjectif 1.1 L adjectif prend s 1.2 L adjectif + E 1.3 L adjectif substantivé

Voyage Logement. Logement - Trouver. Logement - Réserver. Waar kan ik vinden? Demander son chemin vers un logement

Hôtel Eurocatering. 26 oct. Sauna 24, , oct. Petit-déjeuner 14, ,50. Sous-total 3645,25 TVA 21% 765,50.

Je rijdt recht door, voorbij het sportpaleis, over de brug van het Albertkanaal tot aan de verkeerslichten.

Reizen Accommodatie. Accommodatie - Vinden. Accommodatie - Boeking. Waar kan ik vinden? Où puis-je trouver? Om de weg naar je accommodatie vragen

Voyage Se débrouiller

pendant le mieux serait de il vaut mieux

Chapitre 4, Ensemble!

Comprendre et se faire comprendre commence par s exprimer en néerlandais

Voudriez-vous me faire savoir si vous pouvez nous recevoir dans votre hôtel le 16 août dans l après-midi?

Kunt me op de kaart aanwijzen waar het is? Vous pouvez me montrer où c'est sur le plan? Vragen naar een bepaalde plek op de kaart

Reizen De weg vinden De weg vinden - Locatie Frans Nederlands Ik ben de weg kwijt. Kunt me op de kaart aanwijzen waar het is? Waar kan ik vinden?

Taalregels. Praten, hebben, zijn, gaan, De werkwoorden

Quel travail font tes parents? Ma mère travaille à la maison et mon père travaille dans une office. Welk

Parijs. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

SECTION 7. LES PRONOMS PERSONNELS de persoonlijke voornaamwoorden

l'argent Donne. L'argent! pris J'ai pris mon suppositoire. Dépêche-toi! sûr - T'es sûr? Je connais quelqu'un qui peut. Merci Merci. Au revoir.

la bière une pression une demie

Zich voorstellen. Hoofdstuk 1 Chapitre 1. Se présenter OBJECTIFS

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Vous pouvez m'aider, s'il vous plaît?

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie

Mogelijke 'vragen' mondelinge examens zesde leerjaar (per 4 contacten):

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Om hulp vragen. Vragen of iemand Engels spreekt

Spreek Nederlands tijdens de koffiepauze. Gebruik 3 zinnen in het Nederlands tijdens een vergadering.

Le transfert de la magnifique collection des livres français vers l OBA de cette année est une énorme valeur ajoutée pour tous les Amstellodamois!

Je n ai pas reçu le dépliant.

4 nummer 1 nummer 2 nummer 3

Installatie van versie 2.2 van Atoum

Dag, de verbinding werd verbroken Allô, la communication a été coupée Aaloo laa kommuuniekatjoñ aa eetee koepee

Style 21 ROBE. fashion. Juillet 2017 FOURNITURES

Het taalconflict in België Vlamingen gedropt in Wallonië

Acceptez-vous le paiement par carte? Acceptez-vous le paiement par carte? Vragen of je met een creditcard kunt betalen

CA MARCHE 5 : Au carrefour : Nederlands en Franse tekst samen

Op het potje Sur le petit pot

UNITE 26 : On a joué, on a nagé, on a chanté!

Rollenspellen groenten-, fruit- en bloemenhandel.

Gebruik 3 zinnen in het Nederlands tijdens een vergadering. Spreek Nederlands tijdens de koffiepauze.

NUCLEAIR RISICO? BEREID JE VOOR! Meer tips op Informeer je op

6,2. Samenvatting door Jens 368 woorden 10 februari keer beoordeeld. 1.-Woorden SO en GP Frans (15/ )

Lees aandachtig de instructies. Als u onzeker bent over een antwoord, sla dan de opgave over. U krijgt dan geen punten.

Box and Blocks Test Of Manual Dexterity

AAN DE ANDERSTALIGE OUDERS VAN KINDEREN IN DE SCHOLEN VAN TERVUREN

Unité 5 Diagnose Kopieerblad 1

Exercice 18a De Franse schooldagen zijn lang (omdat er meer lesuren zijn dan in andere landen).

geen voorzetsel in het NL iemand antwoorden répondre à qn ( = quelqu'un = iemand )

naam :.. nr. : klas :.. computer :..

Telebib2 Edifact Validation - Tool introduction page 2 / 15

Voyage Sortir Manger. Sortir Manger - À l'entrée. Sortir Manger - Commander à manger

Unité 6 Diagnose Kopieerblad 1

Référentiel grammaire : «Bouwstenen»

Voyage Sortir Manger. Sortir Manger - À l'entrée. Sortir Manger - Commander à manger

naam :.. nr. : klas :.. computer :..

QUESTIONS RÉPONSES Réf. FIN/PRO/JND/KH/GVDD/2016/42

Gebruik 3 zinnen in het Nederlands tijdens je volgende vergadering. Utilisez 3 phrases en français pendant votre prochaine réunion d équipe.

5.5. Boekverslag door K. 718 woorden 3 februari keer beoordeeld. Frans toetje met vanillevla en geklopt eiwit

Reizen Wonen Koken & genieten Cultuur & vermaak

Opdracht A1/A2 EERSTE RONDE TOP 50 FRANCOPHONE

AMÉNAGEMENT DE MAGASINS WINKELINRICHTING

E. Cours 4: Mes goûts

VRAGEN - ANTWOORDEN. Overheidsopdracht voor diensten. Telefonisch en fysiek onthaal en bewaking van de vestigingen van de Nationale Loterij

naam :.. nr. : klas :.. computer :..

Route. Nederlands Engels Frans. Routebeschrijving naar kantoor Antwerpen. 1 Vanuit richting Gent (E17/E34 West)

Herhalingen over grammatica (voor de examens)

En ville. A. Paris, c est magnifique! À Amersfoort, il y a. Symboles. Wat betekenen de symbolen op de plattegrond van de Parijse wijk Marais?

En action 6. Woordtrainer. Salut! Ga naar voor meer informatie.

Scheepvaarttermen Termes nautiques

NOM, Prénom :. Dit is een schrift. Dit is een boek. Dit is een papier Dit is een blad. Dit is een schoen. Dit is een schoe. Dit is een schoon.

Quelle est votre fonction actuelle? Quelles sont les missions de votre organisme? Quelles sont vos tâches personnelles?

Wie helpt? Weet je het nog? Luister en kies de juiste foto. Datum:... Klas:... Naam:... Voornaam:...

Vocabulaire September - december Vijfde leerjaar klas Birgit

hoe gebruik je jouw cadeau? Comment utiliser votre cadeau? Hulp nodig? Besoin d aide?

Kennismaken met AIM Introductie. Janny Spreen Dr. Nassau College, loc. Gieten 31 maart 2016

Éventail-junior. woordkaarten

Bulletin d informations octobre 2015 (Extra)

Vendredi le dix-huit de cembre 2015.

Immigratie Bank. Bank - Algemeen. Bank - Openen van een bankrekening. Kan ik geld afhalen in [land] zonder provisies te betalen?

Immigratie Bank. Bank - Algemeen. Bank - Openen van een bankrekening. Est-ce que je peux retirer de l'argent en [pays] sans payer de commission?

De moderne stad. New York. Curitiba (Braz.) creëert ruimte voor de mens. Bologna. Toronto (Can.)

de aanbieding reclame, korting De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop.

vivabox foto fun photo fun

LES CHIFFRES DE 1 À 40 (1STE GRAAD BSO)

HANDLEIDING FARMACOMPENDIUM

FOTO PHOTO FUN FUN _Boekje Foto Fun_7526.indd 1 10/07/14 14:55

MÉTRO, BOULOT, DODO. Unité 1. Vocabulaire 1 Lees de zinnen en kruis het juiste woord / de juiste uitdrukking aan.

Aantekening Frans Vervoegingen werkwoorden (avoir, etre, faire, vouloir, pouvoir, aller)

Transcriptie:

WAT MOET JE WETEN VOOR HET TAALDORP FRANS? SITUATIE het taaldorp Frans ga je op vakantie in de bruisende stad Parijs. Je moet je kunnen redden in de volgende situaties: 1) Fiche d identité (paspoort invullen) 2) Demander le chemin (de weg vragen) 3) À l office de tourisme (informatie vragen bij het VVV) 4) Au magasin (iets in een winkel kopen) 5) Au restaurant (iets bestellen op een terras. In deze situatie voer je ook een gesprek met een Fransman waarin je over jezelf vertelt en je een afspraak maakt) INSTRUCTIES TIJDENS HET TAALDORP 1) Je neemt een pen, potlood en gum mee. 2) Boeken en aantekeningen zijn verboden. 3) Je meldt je op het tijdstip dat je docent heeft opgegeven. Zie het schema van je docent. Zorg dat je op tijd bent zodat je genoeg tijd hebt om de opdrachten door te lezen. 4) In het taaldorp Frans krijg je een beoordelingsboekje en een opdrachtenboekje (livred exercices). In het beoordelingsboekje noteer je het nummer van je livre d exercices. 5) Als je klaar bent, blijf je niet hangen bij het lokaal. VOORBEREIDING (LEREN) 1) Bladzijden met hulpzinnen per situatie in dit boekje. 2) Phrases-clés. 3 HAVO : de weg: hfd 7 persoonlijke gegevens: hfd 1en 2 het VVV: zie hulpzinnen in dit boekje winkelen: hst 5 Verder: - kloktijden, getallen, algemene hulpzinnen (zie dit boekje) 3 VWO : de weg: hfd 5 persoonlijke gegevens: hfd 4 het VVV: hfd 5 winkelen: hfd 3 Verder: - kloktijden, getallen, algemene hulpzinnen (zie stencil)

ALGEMENE HULPZINNEN Ik begrijp het niet. Ik ken dit woord niet in het Frans. Kunt u het uitleggen? Kunt u het herhalen? Kunt u langzamer spreken? Kunt u harder praten? Wat wil dat zeggen? Wat betekent dat? = Je ne comprends pas. = Je ne connais pas ce mot en français. = Vous pouvez expliquer? = Vous pouvez répéter? = Vous pouvez parler plus lentement? = Vous pouvez parler plus fort? = Qu est-ce que ça veut dire? = Qu est-ce que ça signifie? Het is een rond vierkant rechthoekig voorwerp. = C est un objet rond. carré. rectangulaire. Het voorwerp dient om te... Het is een rood voorwerp. geel groen enz. het is om te... = C est un objet qui sert à = C est un objet rouge. jaune. vert. etc. = C est pour

TAALDORP FICHES: À L OFFICE DE TOURISME HULPZINNEN EN VOCABULAIRE VRAGEN OM INFORMATIE OVER VERBLIJF Ik zoek een goedkoop hotel jeugdherberg Je cherche un hôtel une auberge de jeunesse dichtbij het centrum. = bon marché tout près du centre-ville. Kunt u het hotel het stadion aanwijzen op de plattegrond? = Vous pouvez montrer l hôtel le stade sur le plan? Ik wil graag een kamer voor 2 personen. Wat is de prijs per nacht? Wat is het adres van het hotel? Het ontbijt is inbegrepen? = Je voudrais une chambre pour deux personnes. = Quel est le prix par nuit? = Quelle est l adresse de l hôtel? = Le petit-déjeuner est inclus? VRAGEN OM INFORMATIE OVER BEZIENSWAARDIGHEDEN Mag ik de plattegrond meenemen? Bedankt voor de informatie. Waar kunnen we uitgaan in Parijs? = Je peux emporter prendre le plan? = Merci pour les informations. = Où est-ce qu on peut sortir à Paris? Kunt u mij een restaurant voor vanavond aanraden? Heeft u een plattegrond van de stad? folders? = Vous pouvez me conseiller un restaurant pour ce soir? = Vous avez un plan de la ville? des brochures? Wat zijn de openingstijden van? = Quelles sont les heures d ouverture de? Het is duur. = C est cher. goedkoop. bon marché. gratis. gratuit. Ik wil er graag heen gaan. Waar is de dichtstbijzijnde bushalte? = Je voudrais bien y aller. = Où est l arrêt de bus le plus proche? Ik wil graag naar een concert. het zwembad. een voetbalwedstrijd. = Je voudrais aller à un concert. la piscine. un match de foot.

TAALDORP FICHES: À L OFFICE DE TOURISME Het lijkt me erg leuk. = Ça doit être super. PASSIEF BIJ DE VVV Qu est-ce que je peux faire pour vous? Il vaut mieux prendre le bus. La ligne numéro 5 s arrête devant la mairie. Le prix d une chambre est soixante-quinze euros. = Wat kan ik voor u doen? = U (of je) kunt het beste de bus nemen. = Lijn 5 stopt voor het stadhuis. = De prijs van een kamer is 75 euro.

TAALDORP FICHES: DEMANDER LE CHEMIN VRAGEN OM HULP Sorry, mag ik u een vraag stellen? = Excusez-moi, je peux vous poser une question? Sorry, mag ik u iets vragen? = Excusez-moi, je peux vous demander quelque chose? Sorry, kunt u mij helpen? = Vous pouvez m aider, s il vous plaît? Natuurlijk, wat kan ik voor u doen? = Bien sûr, qu est-ce que je peux faire pour vous? VRAGEN NAAR DE WEG Ik zoek Waar bevindt zich Waar bevindt zich precies? Hoe ga ik naar Kunt u de weg uitleggen? De VVV alstublieft? Is het ver van hier? Is het hier dichtbij? Is er een restaurant in de buurt? Kan ik er te voet enz. naar toe gaan? = Je cherche = Où se trouve = Où se trouve exactement? = Pour aller à = Vous pouvez m expliquer la route? = L office de tourisme s il vous plaît? = C est loin d ici? = C est près d ici? = Il y a un restaurant près d ici? = Je peux y aller à pied etc. DE WEG WIJZEN Het is 10 minuten lopen. met de metro. et de bus. met de auto. = C est 10 minutes à pied. en métro. en bus. en voiture. Het is makkelijk moeilijk ingewikkeld te vinden. = C est facile difficile compliqué à trouver. Het is de eerste tweede derde vierde straat links. rechts. = C est la première deuxième troisième quatrième rue à gauche. à droite. Het is beter om er met de metro lopend enz. heen te gaan. = C est mieux d y aller en métro. à pied. etc.

TAALDORP FICHES: DEMANDER LE CHEMIN Ik ga er liever Kan ik er lopend per metro met de bus heen(?) = Je préfère y aller Je peux y aller à pied(?) en métro(?) en bus(?) U stapt uit bij halte U gaat langs het gemeentehuis. de bioscoop. de apotheek. het ziekenhuis. de winkel. de kerk. het museum. de kathedraal. het vvv-kantoor. de discotheek. U gaat tot de stoplichten. de halte. het kruispunt. de brug. het plein. de markt. = Vous descendez à l arrêt = Vous passez devant la mairie. le cinéma. la pharmacie. l hôpital. le magasin. l église. le musée. la cathédrale. l office de tourisme. la discothèque. = Vous allez jusqu aux feux. à l arrêt. au carrefour. au pont. à la place. au marché. U moet rechtdoor rechtsaf linksaf gaan. = Vous devez Il faut aller tout droit. à droite. à gauche. U moet rechtsaf linksaf slaan. = Vous devez Il faut tourner à droite. à gauche. U moet alsmaar rechtdoor gaan. = Vous devez Il faut continuer tout droit. U moet het kruispunt het plein de brug oversteken. = Vous devez Il faut traverser le carrefour. la place. le pont. Tegenover de kathedraal de winkel enz. is er = En face de la cathédrale du magasin etc. il y a Naast de kerk het museum enz. is er = À côté de l église du musée etc. il y a

TAALDORP FICHES: DEMANDER LE CHEMIN Links van Rechts van het gemeentehuis de bioscoop enz. ligt = À gauche À droite de la mairie du cinéma etc. il y a Aan uw rechterhand linkerhand ligt = Sur votre droite gauche il y a

TAALDORP FICHES: AU MAGASIN HULPZINNEN FAIRE LES MAGASINS: GRANDES LIGNES CHAPITRE 5 Sorry, ik zoek de kledingafdeling. de broodafdeling. = Excusez-moi, je cherche le rayon des vêtements. le rayon boulangerie. Sorry, waar kan ik de kleding vinden? = Pardon, où est-ce que je peux trouver les vêtements? Hoe kom ik bij de afdeling fruit en groente? = Pour aller au rayon des fruits et légumes? Waar zijn de paskamers? De pashokjes zijn links rechts Het ligt naast de toiletartikelen. Het is achter in de winkel rechts. links. van de kassa. = Où se trouvent sont = Les cabines d essayage sont les cabines d essayage? à gauche à droite = C est à côté des articles de toilette. = C est au fond au bout de la caisse. du magasin à droite. à gauche. Wat is uw kledingmaat? schoenmaat? Heeft u een kleinere grotere maat? = Quelle est votre taille? pointure? = Vous avez une taille plus petite? plus grande? Ik heb maat 40. = Je fais du 40. Hoe vind je die laarzen? = Comment tu trouves ces bottes? Staat die spijkerbroek mij goed? Het is niet erg. Het maakt niets uit. Wat kost het? Welke soorten heeft u? Het kost euro. Hoe vaak? Dat is te duur! Het is goedkoop! Neem je dit artikel? Neem je het? = Il me va bien ce jean? = Ce n est pas grave. Ça ne fait rien. = C est combien? Quel est le prix? Combien ça coûte? = Vous avez quelles sortes de? = Ça coûte euros. = Combien de fois? = C est trop cher! = C est bon marché! = Tu prends cet article? Tu le prends? Herhalen: Franse getallen en de vervoeging van de werkwoorden

TAALDORP FICHES: AU MAGASIN VOCABULAIRE de rok de broek de schoenen de paskamer de laarzen de maat de schoenmaat de artikelen de afdeling de slagerij de vleesafdeling de ham het rundvlees de groente de aardappels de meloen de perzik de toiletartikelen de zonnebrandcrème verbranden (zon) de factor (crème) goedkoop goedkoper = la jupe = le pantalon = les chaussures = la cabine d essayage = les bottes = la taille = la pointure = les articles = le rayon = la boucherie = le rayon viande = le jambon = le bœuf = les légumes = les pommes de terre = le melon = la pêche = les articles de toilette = la crème solaire = attraper avoir = le facteur = bon marché meilleur marché un coup de soleil WERKWOORDEN sparen uitgeven terugkomen passen kiezen kunnen willen nadenken = économiser = dépenser = revenir (je reviens) = essayer = choisir = pouvoir (je peux) = vouloir (je voudrais) = réfléchir

TAALDORP FICHES: AU MAGASIN zwemmen smeren (crème) nodig hebben (ik heb nodig) betalen links rechts boven beneden te/te veel genoeg toch de beste rood blauw groen geel paars zwart wit = nager = appliquer mettre = avoir besoin de (j ai besoin de ) = payer = à gauche = à droite = en haut = en bas = trop = assez = quand même = le meilleur la meilleure = rouge = bleu(e) = vert(e) = jaune = violet(te) = noir(e) = blanc(he) PASSIEF IN DE WINKEL la saison le printemps l été l automne l hiver au bout de premier/première deuxième Ça dépend. il vous faut toutes les heures = het seizoen = de lente = de zomer = de herfst = de winter = aan het einde van = eerste = tweede = Het hangt er vanaf. = u hebt nodig = ieder uur

TAALDORP FICHES: AU RESTAURANT HULPZINNEN EN VOCABULAIRE AU RESTAURANT Ik heb een tafel voor één persoon gereserveerd. Uw tafel is bij het raam. Mag ik het menu alstublieft? Op welke naam? Op naam van U wenst? Heeft u een keuze gemaakt? Ik neem een uiensoep. de kip met friet. de biefstuk. een thee. een cola. een orangina. de appeltaart. Verder nog iets? Ik heb honger. dorst. Het is lekker! De rekening alstublieft. Het is in totaal 50 euro. Houd het wisselgeld de rest maar. = J ai réservé une table pour une personne. = Votre table est près de la fenêtre. = Je peux avoir le menu s il vous plaît? = À quel nom? = Au nom de = Vous désirez? = Vous avez choisi? = Je prends une soupe à l oignon. le poulet frites. le bifteck. un thé. un coca. un orangina. la tarte aux pommes. = Vous désirez autre chose? = J ai faim. soif. = C est bon! = L addition s il vous plaît. = Ça fait 50 euros au total. = Gardez la monnaie. le reste. CONVERSATION AVEC UN FRANÇAIS/UNE FRANÇAISE Mag ik hier zitten? Je mag gaan zitten. De plek is vrij. = Je peux m asseoir ici? = Tu peux t asseoir. = La place est libre. Ik ben Hollander en ik ben op vakantie. Ik ben alleen. met mijn ouders. Nederland is een heel mooi land. Ik wil er graag een keer naar toe. = Je suis Hollandais(e) et je suis en vacances. Je suis seul(e). avec mes parents. = La Hollande est un très joli pays. = Je voudrais y aller un jour.

TAALDORP FICHES: AU RESTAURANT Hoe lang ben jij hier? Kom je hier vaak? Ik ben op vakantie. Wil je samen de vakantie doorbrengen? uitgaan? = Pour combien de temps es-tu ici? = Tu viens souvent ici? = Je suis en vacances. = Tu veux passer le vacances sortir ensemble? Bevalt Parijs je? = Paris te plaît? Zijn er genoeg activiteiten voor jongeren? = Est-ce qu il y a assez d activités pour les jeunes? In welke klas zit jij? = Tu es en quelle classe? Wat zou je graag later willen doen? = Qu est-ce que tu voudrais faire plus tard? Ik wil graag worden. = J aimerais devenir Wat ga je doen na de middelbare school = Qu est-ce tu vas faire après le collège/le lycée? onderbouw/bovenbouw? Een profiel kiezen = Choisir une filière Ik wil graag talen leren. = J aimerais apprendre les langues. Waar ga je studeren? = Tu vas faire tes études où? Ik wil graag aan een universiteit studeren. = Je voudrais faire des études à une université. Ik heb een afspraak. Ik moet je verlaten. Wat kun je bezoeken/zien? Het was leuk je te ontmoeten. Waar Wanneer Hoe laat spreken we af? Hier heb je mijn e-mailadres. mijn telefoonnummer. = J ai un rendez-vous. = Je dois te quitter. = Qu est-ce qu on peut visiter/voir? = C était un plaisir de faire ta connaissance. = On se donne rendez-vous On se voit = Voici mon adresse e-mail. mon numéro de téléphone. où? quand? à quelle heure?