MELKWEL: DIERVRIENDELIJKHEID VERMARKTEN ALS PRODUCTATTRIBUUT VAN MELK

Vergelijkbare documenten
Evaluatie van het welzijn van melkkoeien: 2. is modernisering gunstig?

Locomotiescore: een indicator van het welzijn van rundvee in het Welfare Quality protocol. Frank Tuyttens

Hoe kunnen melkveehouders bewegen naar een beter dierenwelzijn?

Voortgangsrapport Effecten baggerlossingen periode 1 januari - 30 juni 2016

Duurzaamheid en de ster binnen het project Sterk met Melk

Structuur. Introductie. Methodologie. Na WO II: nooit meer honger. Inzicht nodig in maatschappelijk beeld. omtrent dierenwelzijn

ADLO-project Arbeid ADELT

ILVO Mededeling 227. Belgische beschrijvende en aanbevelende rassenlijst voor industriële cichorei 2017

Praktische kijk op droogstandsmanagement bij Vlaamse melkveebedrijven. Samenvattend rapport

Welzijnsmonitor Paardenhouderij

Cliëntenonderzoek Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Zutphen 2015

Wat wil de koe? Dairy Campus, Symposium Biodiversiteit en melkveehouderij, mei 2018 Agnes van den Pol-van Dasselaar

Welzijn van zorgdieren langs de meetlat

Stichting Zuivelplatform

Deze brochure is beschikbaar op de website van het departement Landbouw en Visserij, Vemis en van het Innovatiesteunpunt.

Continue meten = continue weten

Onderzoek naar verband tussen welzijnsindicatoren en bedrijfseconomische kengetallen op melkveebedrijven

Economische en technische efficiëntie van Vlaamse melkveebedrijven in relatie tot dierenwelzijn

Dit demonstratieproject werd medegefinancierd door Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland

Ontwikkelen van een training voor inspecteurs in de vleeskalversector

Beleving van welzijn door het dier

DIERGENEESKUNDIGE VERKLARING

Het ontwapenen van kippen

Afstudeeronderzoek van E. van Bunningen BSc (Het volledige Engelstalige onderzoeksrapport kunt downloaden via deze link)

Wat motiveert u in uw werk?

de mening van consumenten Castreren of niet: Filiep Vanhonacker Varkensbedrijf Wolkenhoeve gaat voor niet-gecastreerde varkens

Verantwoord antibioticumgebruik en selectief niet-droogzetten

Rapportage cliëntervaringsonderzoek

CQ-Index Opvang. Rapportage cliëntervaringsonderzoek niet-ambulante cliënten. Levantogroep

Conditie, bevuiling, schurft..

Detectie en preventie van klauw-en pootproblemen bij zeugen in groepshuisvesting

Qlik Sense Healthcare. Document 16052

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Deelrapportage "Apotheken door Cliënten Bekeken" Vorige en huidige meting Apotheek Den Hoorn

Robot & Weiden. Resultaten enquête 3

HOOFDRAPPORTAGE ONDERZOEK TEVREDENHEID 2017 WMO VERVOER - VLISSINGEN.

Resultaten van een veldproef met betrekking tot neonatale kalverdiarree

CLIËNTERVARINGSONDERZOEK

(Na)zorg bewust meten

Nieuwe ontwikkelingen. Veel onderzoek. Wat kunt u verwachten? Wat kost mastitis. Theorie en praktijk ( /koe/jaar) Economie van diergezondheid

Project Kwaliteitsmanagement voor de melkveehouderij

Rapport Cliëntervaringsonderzoek. Comfortzorg Heerenveen. Zorg Thuis Verslagjaar Uitgevoerd door Bureau De Bok, Franeker

Het GLB en dierenwelzijn: hoge normen in de EU

Rapport Cliëntervaringsonderzoek. Centraalzorg Vallei en Heuvelrug. Zorg Thuis Verslagjaar Uitgevoerd door Bureau De Bok, Franeker

Door de data de koe terug zien - Sensordata -

Opvallend in deze figuur is het grote aantal bedrijven met een vergunning voor exact 340 stuks melkvee (200 melkkoeien en 140 stuks jongvee).

Rapport Cliëntervaringsonderzoek. Eilandzorg Schouwen-Duiveland Zierikzee. Hulp bij het Huishouden

Bloederkalveren: waakzaamheid blijft geboden! Tekst: Jef Laureyns Faculteit Diergeneeskunde UGent

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers

Ervaringen thuiszorgcliënten V&V De Leystroom

Onderbouwing BLk: van beloftes naar prestaties. Hans Hopster Stakeholdermiddag DB, 17 Oktober 2013

kindercentra NCKO-kwaliteitsmonitor

Sterk met Melk. Brugse Ommeland en Meetjesland

Werkbelevingsonderzoek 2013

Rapport Cliëntervaringsonderzoek. Hof en Hiem Totaal + spiegelinformatie. Bewoners intramuraal Verslagjaar 2014

Rapport NPS+ meting. Eilandzorg Schouwen- Duiveland Hulp bij het Huishouden. Verslagjaar Uitgevoerd door Bureau De Bok, Franeker

Rapport Cliëntervaringsonderzoek. Villa Attent BV Nijverdal. Zorg Thuis Verslagjaar Uitgevoerd door Bureau De Bok, Franeker

fåäéáçáåö= oéëìäí~íéå=`njãéíáåö=îççêà~~ê=omnr=få~êé=íüìáëòçêö=eéñíê~ãìê~~äf==

Voorbeeld van een tekstplan als voorbereiding op het schrijven van een eerste versie

Automatische opvolging van individuele vleesvarkens

Samenvatting. Hoofdstuk 1. Hoofdstuk 2

BELGISCHE BESCHRIJVENDE EN AANBEVELENDE RASSENLIJST VOOR INDUSTRIËLE CICHOREI

Rapportage meldingen everzwijn Limburg Thomas Scheppers & Jim Casaer

Chapter 10. Klauwgezondheid bij melkkoeien in Nederland

Take-home toets: Kwalitatief onderzoek

Ervaringen thuiszorgcliënten V&V Raffy Breda

Robot & Weiden. Resultaten enquête 2

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

In Beweging! Lizette Wattel Universitair Netwerk Ouderenzorg UNO-VUmc

ILVO. Onderzoek naar een diervriendelijke methode voor het doden van individueel pluimvee

Introductie AMS-STAGE

De aanpak van rotkreupel in België Tussentijds verslag

Review excretieforfaits melkvee en jongvee - Uitvoeringsregeling Meststoffenwet

Feedback rapport Kwaliteitsindicatoren palliatieve zorg. Fictief voorbeeld feedbackrapport TEAM X

Tevredenheidsonderzoek Onderwijsbegeleiding Oost Nederland

FUMO deelnemersonderzoek 2015

Rapport Cliëntervaringsonderzoek. Zorgbureau Endless Almere. Zorg Thuis Verslagjaar Uitgevoerd door Bureau De Bok, Franeker

VLAIO JongLeven. Sabrina Curial ILVO ILVO

Rapportage Ervaringsonderzoek WOT's

Eindrapportage Gehandicaptenzorg. Verslagjaar Eindrapportage Gehandicaptenzorg

Samenvatting Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie

Robuustheid regressiemodel voor kapitaalkosten gebaseerd op aansluitdichtheid

Rapport Cliëntervaringsonderzoek. Westerholm Seniorenzorg in de Wijk. Verslagjaar Uitgevoerd door Bureau De Bok, Franeker

BURNOUT ASSESSMENT TOOL

Ervaringen thuiszorgcliënten St. Elisabeth Roosendaal

Inzet van landbouwhuisdieren. Reina Ferwerda, Francisca Caron-Flinterman en Simon Oosting

S a m e n v a t t i n g 149. Samenvatting

ZORGNODEN VAN EEN POPULATIE IN KAART BRENGEN

Bij deze bieden wij u de resultaten aan van het onderzoek naar de eerste effecten van de decentralisaties in de gemeente Barneveld.

Jaarrapport Het Voorbeeld BV 2007

Acceptatie Dierenwelzijnsmonitor

Steekproef methode (Kevin Vanhalst, ILVO)

Rapport Cliëntervaringsonderzoek. Hof en Hiem totaalrapportage alle locaties. PG-vertegenwoordigers Verslagjaar 2014

Factoren in de relatie tussen angstige depressie en het risico voor hart- en vaatziekten

Memo. Datum: 19 oktober 2015 Onderwerp: Enquête Studieadvies

Vitamine B12 deficiëntie

Wat vinden uw cliënten van de zorg thuis?

Klanttevredenheid consultatiebureaus Careyn

HET WELFARE QUALITY PROTOCOL

Transcriptie:

MELKWEL: DIERVRIENDELIJKHEID VERMARKTEN ALS PRODUCTATTRIBUUT VAN MELK Resultaten bedrijfsbezoeken 13 ILVO MEDEDELING nr 135 mei 13 Dimitry Lapage Sophie de Graaf

MELKWEL: Diervriendelijkheid vermarkten als productattribuut van melk Resultaten bedrijfsbezoeken 13 Project consortium: Sophie de Graaf, Doctoraatsbursaal ILVO & Universiteit Gent Dimitry Lapage, Deskundige ILVO-Dier Jo Bijttebier, ILVO-Landbouw & Maatschappij Ludwig Lauwers, ILVO-Landbouw & Maatschappij Filiep Vanhonacker, Universiteit Gent, Faculteit Bio-Ingenieurswetenschappen Wim Verbeke, Universiteit Gent, Faculteit Bio-Ingenieurswetenschappen Frank Tuyttens, ILVO-Dier ILVO MEDEDELING nr 135 mei 13 ISSN 1784-3197 Wettelijk Depot: D/13/.9/135

Inhoud Lijst met figuren... 2 Lijst met tabellen... 2 Voorwoord... 3 1. Introductie... 4 1.1. Het MELKWEL project... 4 Achtergrond... 4 Onderzoeksaanpak... 4 1.2. Uitleg over het Welfare Quality protocol... 4 De metingen... 5 Twaalf Criteria en vier Principes... 6 Algemene beoordeling... 7 1.3. Soorten bedrijven... 7 2. De resultaten... 8 2.1. De twaalf criteria... 8 Criterium 1: Afwezigheid van langdurige honger... 8 Criterium 2: Afwezigheid van langdurige dorst... 9 Criterium 3: Comfort tijdens het rusten... Criterium 4: Thermisch comfort... Criterium 5: Bewegingsvrijheid... 11 Criterium 6: Afwezigheid van verwondingen... 12 Criterium 7: Afwezigheid van ziektes... 13 Criterium 8: Afwezigheid van pijn door managementprocedures... 14 Criterium 9: Vertonen van Sociaal gedrag... 15 Criterium : Vertonen van ander normaal gedrag... 16 Criterium 11: Goede mens dieren interacties... 17 Criterium 12: Positieve emotionele staat... 18

2.2. De vier principes... 19 Principe 1: Goede voeding... 19 Principe 2: Goede huisvesting... Principe 3: Goede gezondheid... 21 Principe 4: Passend gedrag... 22 2.3. De eindbeoordeling... 23 3. Conclusies...

Lijst met figuren Figuur 1: Opbouw van de Welfare Quality score... 5 Figuur 2: Het aantal bedrijven per melkstaltype... 7 Figuur 3: Het aantal bedrijven per huisvestingssysteem... 7 Figuur 4: De scores voor Criterium 1 Afwezigheid van langdurige honger per bedrijf... 8 Figuur 5: De scores voor Criterium 2 Afwezigheid van langdurige dorst per bedrijf... 9 Figuur 6: De scores voor Criterium 3 Comfort tijdens het rusten per bedrijf... Figuur 7: De scores voor Criterium 5 Bewegingsvrijheid per bedrijf... 11 Figuur 8: De scores voor Criterium 6 Afwezigheid van verwondingen per bedrijf... 12 Figuur 9: De scores voor Criterium 7 Afwezigheid van ziektes per bedrijf... 13 Figuur : De scores voor Criterium 8 Afwezigheid van pijn door managementprocedures per bedrijf... 14 Figuur 11: De scores voor Criterium 9 Vertonen van sociaal gedrag per bedrijf... 15 Figuur 12: De scores voor Criterium Vertonen van ander normaal gedrag per bedrijf... 16 Figuur 13: De scores voor Criterium 11 Goede mens dier interacties per bedrijf... 17 Figuur 14: De scores voor Criterium 12 Positieve emotionele staat per bedrijf... 18 Figuur 15: De scores voor Principe 1 Goede voeding per bedrijf... 19 Figuur 16: De scores voor Principe 2 Goede huisvesting per bedrijf... Figuur 17: De scores voor Principe 3 Goede gezondheid per bedrijf... 21 Figuur 18: De scores voor Principe 4 Passend gedrag per bedrijf... 22 Figuur 19: Eén algemene beoordeling per bedrijf.... 23 Figuur : Eén algemene beoordeling per staltype, per bedrijf... 23 Lijst met tabellen Tabel 1: De indicatoren, twaalf criteria en vier principes (Welfare Quality, 9)... 6 Tabel 2: Positieve en negatieve gedragingen die tijdens de QBA gescoord worden... 18 Pagina 2

Voorwoord In functie van het MELKWEL project zijn tijdens de winter van 12-13 door heel Vlaanderen 43 bedrijfsbezoeken uitgevoerd. Dit verslag beschrijft de resultaten van deze bedrijfsbezoeken, welke de eerste van twee series vormden. Tijdens deze eerste serie zijn de bedrijven zonder vooropgestelde selectie benaderd om variatie te vinden op het gebied van welzijn van melkvee in Vlaanderen. In dit verslag worden de methodes weergegeven die gebruikt zijn tijdens deze bedrijfsbezoeken. Daarnaast zijn de resultaten van de bezoeken weergegeven. Het doel van dit verslag is om u als veehouder inzicht te geven in de metingen die op uw bedrijf werden uitgevoerd en weer te geven hoe uw bedrijf ten opzichte van de andere bedrijven gescoord heeft. Bij deze wil ik u van harte bedanken voor uw medewerking aan het MELKWEL project, zonder u was dit onderzoek niet mogelijk geweest. Sophie de Graaf Doctoraatsbursaal ILVO en Universiteit Gent Pagina 3

1. Introductie 1.1. Het MELKWEL project Het MELKWEL project is een doctoraatsproject dat gerealiseerd wordt door een samenwerking tussen ILVO en Universiteit Gent. De doelstelling van het project is om de mogelijkheden en de moeilijkheden te identificeren om dierenwelzijn op een wetenschappelijk onderbouwde manier op te nemen in strategieën bij het vermarkten van diervriendelijk geproduceerde melk. Achtergrond Om de melkvee-industrie te stimuleren welzijnsproblemen aan te pakken, is het belangrijk dat niet alleen de veehouder maar ook andere stakeholders zoals de melk verwerkende industrie, retailers en consumenten betrokken worden. Voor de burger is dierenwelzijn een belangrijk kwaliteitsaspect. De toenemende maatschappelijke vraag naar een hoger niveau van dierenwelzijn wordt vooral beantwoord door voorgeschreven wettelijke minimumnormen voor de huisvesting en het management. In dit project wordt geprobeerd om vanuit de melkindustrie zelf aan deze maatschappelijke vraag te beantwoorden. Onderzoeksaanpak Belangrijk in de weg naar een verbeterd welzijn is een goede methode om dierenwelzijn te evalueren. Een in de praktijk bruikbare methode om welzijn te meten moet enerzijds correct maar anderzijds ook snel, goedkoop, transparant en informatief zijn. Daarom werd tijdens de bedrijfsbezoeken het Welfare Quality (WQ) protocol toegepast. Er werd voor het Welfare Quality protocol gekozen omdat dit protocol een compleet overzicht geeft van het welzijn op bedrijven. We linken welzijnsscores met data over huisvesting, bedrijfsvoering, en gegevens uit bestaande databanken en bepalen zo de beste en economisch meest haalbare frequentie en methode van dierenwelzijnsevaluaties. Door ook andere factoren zoals management en attitude van de veehouder mee te nemen willen we antwoord geven op de vraag hoe kan een melkveehouder zich positief onderscheiden op het gebied van dierenwelzijn?. Naast het meten van dierenwelzijn op Vlaamse melkveebedrijven gaan we na hoe we met behulp van geschikte marketingstrategieën de consument kunnen motiveren om diervriendelijk geproduceerde melk te kopen. We onderzoeken in welke mate de melkveehouder bereid is om verbeterstrategieën te implementeren om tot een meer diervriendelijke maar toch rendabele melkproductie te komen. Ook zoeken we verbanden tussen economische factoren en een beter welzijn. Via een participatief proces krijgen we zicht op de percepties van stakeholders omtrent alle bovengenoemde punten. Dit verslag zal geen resultaten van bovenstaande onderzoeken bevatten, maar is gelimiteerd tot de eerste serie bedrijfsresultaten. 1.2. Uitleg over het Welfare Quality protocol Voor de resultaten van het onderzoek aan u gepresenteerd worden, is het noodzakelijk dat u meer inzicht krijgt in hoe deze resultaten tot stand zijn gekomen en hoe de metingen werden uitgevoerd. De Welfare Quality protocollen (http://www.welfarequalitynetwork.net/) werden in opdracht van de Europese Unie ontwikkeld door een consortium van veelal Europese onderzoekers. De protocollen meten het welzijn van verschillende productiedieren, waaronder melkvee, op het bedrijf. Pagina 4

Hierbij wordt vooral gebruik gemaakt van metingen aan het dier omdat dit de meest directe methode is om dierenwelzijn te meten. Verder is het de bedoeling dat de protocollen breed toegepast kunnen worden, ongeacht het huisvestingssysteem. De protocollen leiden tot een scoresysteem aan de hand waarvan de bedrijven ingedeeld worden in de categorieën niet geklasseerd, acceptabel, onderscheidend of excellent. Om tot één algemene beoordeling uit te komen, werden verschillende analyses uitgevoerd op de data zoals verkregen tijdens de bedrijfsbezoeken. Alle observaties van de dieren en de metingen aan de stal werden herleid tot scores voor twaalf criteria. De twaalf criteria werden vervolgens herleid tot vier principes (Figuur 1). Alle metingen 12 Criteria 4 Principes 1 Algemene beoordeling Figuur 1: Opbouw van de Welfare Quality score De metingen De metingen die uitgevoerd werden, bestonden uit vijf delen: 1. Terugdeinzen aan het voederhek Benaderen van de dieren aan het voederhek en scoren op welke afstand van de onderzoeker de dieren zich terug trokken. 2. Gedragsobservaties Tijdens de gedragsobservaties werden sociale gedragingen gescoord, zowel positieve als negatieve. Verder werd in kaart gebracht hoe actief de dieren waren en of ze hoestten. Ook werd bijgehouden hoe lang de dieren er over deden om te gaan liggen en of ze daarbij botsten met de stalinrichting. 3. Klinische score Tijdens de klinische score werd een steekproef van koeien volledig bekeken. Bij deze koeien werd het aantal verwondingen, haarloze plekken en zwellingen geteld. Daarnaast werden ook de klauwen, de ontlasting, de lichaamsconditie en de vuilheid per dier gescoord. Ook werd beoordeeld of de dieren al dan niet kreupel waren. 4. Metingen aan de stal Metingen aan de stal waren voornamelijk gericht op de drinkbakken. Pagina 5

5. Management vragenlijst De management vragenlijst richtte zich onder andere op weidegang en onthoornen. De data die hiermee verzameld werd is gebruikt om een score te bekomen voor de twaalf criteria. Bijvoorbeeld: het aantal zwellingen en wonden vormden de basis voor de score voor het criterium Afwezigheid van verwondingen. Twaalf Criteria en vier Principes Tabel 1 geeft aan welke indicatoren er tot welke criteria behoren. Vervolgens wordt duidelijk welke criteria worden gebruikt om tot de scores voor de vier principes te komen. Tabel 1: De indicatoren, twaalf criteria en vier principes (Welfare Quality, 9) Welzijnsindicatoren > 12 Criteria > 4 Principes Conditiescore Afwezigheid van langdurige honger Goede voeding Beschikbaarheid van proper water De tijd dat de koeien er over doen om te gaan liggen, het aantal botsingen met huisvesting, de lig-positie en vuilheid van de dieren Geen meting Afwezigheid van langdurige dorst Comfort tijdens het rusten Thermisch comfort Goede huisvesting Staan de koeien aangebonden of lopen Bewegingsvrijheid ze los? Huidletsels en kreupelheid Afwezigheid van verwondingen Goede gezondheid Oogvloei, neusvloei, moeilijke ademhaling, hoesten en niezen, diarree, vaginale uitscheiding, moeilijke bevallingen, aantal downer koeien en het sterftepercentage Afwezigheid van ziektes Onthoornen en staartknotten Afwezigheid van pijn door managementprocedures Antagonistische gedragingen Expressie van sociaal gedrag Passend gedrag Mogelijkheid tot weidegang Terugdeinzen aan het voederhek Expressie van ander normaal gedrag Positieve mens dier interacties Qualitative Behavior Assessment (QBA) Positieve emotionele staat De scores voor de criteria werden bepaald aan de hand van de gegevens die de metingen opleverden. Deze scores kunnen bij elk criteria en principe variëren tussen tot. Bij de resultaten wordt voor elk principe vermeld op basis van welke metingen de score bepaald werd. Pagina 6

Algemene beoordeling Na de verwerking van de hierboven vermelde stappen werd één algemene beoordeling verkregen. Vier verschillende categorieën waren hier mogelijk. Niet geklasseerd: het welzijn van de dieren voldeed niet aan de minimum eisen. Acceptabel: het welzijn van de dieren voldeed aan de opgelegde normen. Onderscheidend: het welzijn van de dieren was beter dan de norm, maar kon nog niet als excellent gescoord worden omdat er nog verbeteringen mogelijk zijn. Excellent: het welzijn van de dieren was excellent. 1.3. Soorten bedrijven In de maanden februari, maart en april van 13 zijn er onderzoekers doorheen Vlaanderen getrokken om het welzijn van koeien op verschillende soorten bedrijven te evalueren. De onderzoekers hadden voor de aanvang van het eerste bezoek een opleiding over het Welfare Quality protocol gevolgd. In totaal werden er 43 bedrijven bezocht. De uitgevoerde metingen waren op alle bedrijven dezelfde, maar het bedrijfstype verschilde wel. Er waren onder andere bedrijven die met robot melken, maar er waren ook bindstallen bij. Figuur 2 geeft een overzicht van de bedrijven per melkstal-type. Type melkstal 14 14 1 2 3 4 5 Figuur 2: Het aantal bedrijven per melkstaltype Naast verschillen in melkstaltype, waren er ook verschillende huisvestingssystemen; in totaal vier (Figuur 3). Type huisvesting 2 4 7 Ligboxenloopstal in combinatie met potstal Bindstal Potstal Ligboxenloopstal Figuur 3: Het aantal bedrijven per huisvestingssysteem Pagina 7

2. De resultaten 2.1. De twaalf criteria Om een vergelijking tussen bedrijven met eenzelfde huisvestingssysteem mogelijk te maken, werden de resultaten van alle bedrijven in de figuur weergegeven. Om de anonimiteit van de deelnemende veehouders te garanderen, kreeg elk bedrijf een nummer toegekend. Het nummer dat uw bedrijf vertegenwoordigt, is vermeld in de bijgesloten brief. Voor elke criterium- en principescore geldt hoe hoger de score hoe beter het welzijn van de dieren. Criterium 1: Afwezigheid van langdurige honger Om te bepalen of er in de stal langdurige honger aanwezig was, werd gekeken naar de conditie score van de dieren. De conditiescore van de koeien werd weergegeven op een schaal van 1 tot 5 met een interval van,5. Wanneer een koe een score kreeg die lager was dan 2,5; dan werd deze koe als te mager beschouwd. Integratie om tot de criteriumscore van - te komen gebeurde op basis van het aantal dieren die als te mager beschouwd werden. Criteriumscore 32 34 4 37 6 9 23 2 42 35 43 1 41 36 26 28 18 7 17 25 39 21 38 15 3 5 8 11 12 13 14 16 19 22 24 27 29 31 33 Figuur 4: De scores voor Criterium 1 Afwezigheid van langdurige honger per bedrijf Pagina 8

Criterium 2: Afwezigheid van langdurige dorst Tijdens het bedrijfsbezoek werden de beschikbare drinkbakken opgemeten om te kijken of elk dier voldoende drinkruimte ter beschikking had. Verder werd het debiet van de drinkbakken gemeten en werd er gekeken of de drinkbakken proper waren of niet. Criteriumscore 1 4 6 12 13 17 18 29 36 41 2 7 15 23 35 8 16 22 26 33 34 37 39 42 43 27 3 11 14 21 25 28 32 5 9 19 24 31 38 Figuur 5: De scores voor Criterium 2 Afwezigheid van langdurige dorst per bedrijf Pagina 9

Criterium 3: Comfort tijdens het rusten Om te bepalen of de dieren in een comfortabele omgeving leven, werd er in de eerste plaats getimed hoe lang de koeien er over deden om te gaan liggen en of ze tijdens deze neerwaartse beweging botsten tegen iets in de omgeving. Verder werd er geteld hoeveel dieren er deels of volledig buiten de ligplaatsen lagen. Ook werd de vuilheid van het achterbeen, het achterkwartier, de uier, de spenen en de onderbuik/flank gescoord. Criteriumscore 15 4 36 2 35 22 21 42 3 14 6 17 41 26 33 34 37 39 43 25 28 32 19 16 13 7 29 12 11 5 8 18 1 38 23 27 9 24 31 Figuur 6: De scores voor Criterium 3 Comfort tijdens het rusten per bedrijf Criterium 4: Thermisch comfort Doordat er tot op heden in het Welfare Quality protocol nog geen indicator voor thermisch comfort is opgenomen, werd dit criterium niet beoordeeld. Pagina

Criterium 5: Bewegingsvrijheid In dit criterium werd gekeken in hoeverre de dieren de mogelijkheid hebben om zich vrij voort te bewegen in de stal en in de weide. Criteriumscore 36 28 32 18 15 4 2 35 22 21 42 3 14 6 17 41 26 33 34 37 39 43 25 19 16 13 7 29 12 11 5 8 1 38 23 27 9 24 31 Figuur 7: De scores voor Criterium 5 Bewegingsvrijheid per bedrijf Pagina 11

Criterium 6: Afwezigheid van verwondingen De gegevens voor dit criterium zijn gebaseerd op de klinische score. De kale plekken, zwellingen en verwondingen op de poten, het achterkwartier, de rug, de flank en de kop werden geteld en genoteerd. De kreupelheid van de koeien werd bepaald met behulp van de locomotiescore. Hierbij werd met een score van een tot vijf gewerkt waarbij een staat voor een normale gang en vijf voor erg kreupel. Criteriumscore 4 32 27 6 3 37 41 15 34 2 11 35 23 39 28 42 29 33 17 26 43 12 5 13 24 19 14 38 22 21 7 1 16 25 31 9 8 18 36 Figuur 8: De scores voor Criterium 6 Afwezigheid van verwondingen per bedrijf Pagina 12

Criterium 7: Afwezigheid van ziektes Om te bepalen of er zieke dieren in de stal aanwezig waren, werd er tijdens het bepalen van de klinische score het aantal dieren met oogvloei, neusvloei, moeilijke ademhaling, diarree en vaginale uitscheiding gescoord. Tijdens het management interview werd gevraagd hoeveel dieren tijdens het afgelopen jaar een moeilijke kalving hebben gehad, hoeveel downer koeien er zijn geweest en wat het sterftepercentage was. Tijdens de gedragsobservaties werd er op stalniveau gekeken hoe vaak er gehoest en geniest werd. Criteriumscore 7 37 6 27 15 32 41 34 2 35 39 5 21 18 4 28 42 17 43 38 1 26 22 16 3 11 23 14 31 9 29 12 24 25 33 13 19 36 8 Figuur 9: De scores voor Criterium 7 Afwezigheid van ziektes per bedrijf Pagina 13

Criterium 8: Afwezigheid van pijn door managementprocedures De methode van onthoornen bepaalde de score voor dit criterium. De leeftijd van de dieren, de manier van onthoornen (thermisch, met pasta of het afzagen van de hoorns op latere leeftijd) en het gebruik van verdoving of pijnstilling werden hierbij in acht genomen. Naast onthoornen werd ook het afbinden van de staart en de methode hiervoor in dit criterium meegenomen. Afbinden van de staart kwam bij geen van de bezochte bedrijven voor. Criteriumscore 34 29 15 5 18 16 9 25 19 11 7 6 27 32 41 2 35 21 4 28 17 43 1 26 22 3 23 14 12 24 33 13 36 8 37 39 42 38 31 Figuur : De scores voor Criterium 8 Afwezigheid van pijn door managementprocedures per bedrijf Pagina 14

Criterium 9: Vertonen van Sociaal gedrag Voor het criterium Vertonen van sociaal gedrag werd gekeken naar het aantal conflicten die zich tijdens de observatie voordeden. Hiermee worden onder andere kopstoten (al dan niet met een verplaatsing tot gevolg) en gevechten verstaan. Naast conflicten werden ook het aantal positieve gedragingen zoals sociaal likken geteld. Criteriumscore 9 1 2 29 19 13 27 3 16 4 17 23 8 7 6 5 33 32 41 21 12 26 11 25 14 43 24 34 22 38 35 31 42 15 39 37 18 28 36 Figuur 11: De scores voor Criterium 9 Vertonen van sociaal gedrag per bedrijf Pagina 15

Criterium : Vertonen van ander normaal gedrag In dit onderdeel van het protocol werd nagegaan of de dieren het afgelopen jaar toegang hadden tot de weide. Weidetoegang wordt uitgedrukt in dagen per jaar en uren per dag. Hoe hoger de score, hoe langer de koeien toegang hadden tot de weide Criteriumscore 6 33 11 25 14 43 34 22 38 39 28 36 35 42 24 13 31 17 23 5 1 2 29 3 8 26 18 12 9 19 27 16 4 7 41 21 15 37 32 Figuur 12: De scores voor Criterium Vertonen van ander normaal gedrag per bedrijf Pagina 16

Criterium 11: Goede mens dieren interacties Voor het criterium goede mens dieren interacties werd op het bedrijf een terugdeinzen aan het voederhek test uitgevoerd. Met deze test werd gekeken hoe schuchter de dieren zijn. Zoals de naam al doet vermoeden, kon deze test enkel uitgevoerd worden wanneer de koeien met hun kop door het voederhek stonden. De onderzoeker ging op een afstand van twee meter voor de koeien staan en stapte geleidelijk aan (met één uitgestoken arm in een hoek van 45 ) naar de koe toe. De onderzoeker scoorde de afstand tussen hem en de koe op het moment dat de koe zich terug trok. Criteriumscore 4 1 36 39 33 2 38 6 3 23 34 5 7 43 35 37 41 9 13 19 14 22 27 31 29 32 11 42 17 26 25 28 12 15 16 21 24 8 18 Figuur 13: De scores voor Criterium 11 Goede mens dier interacties per bedrijf Pagina 17

Criterium 12: Positieve emotionele staat Voor dit criterium werd een kwalitatieve gedragsbeoordeling uitgevoerd. Hierbij werd twintig minuten gekeken hoe de koeien zich in de stal gedroegen. De onderzoeker gaf vervolgens een score voor elk van twintig termen (Tabel 2) op een schaal van 1 tot 125. Tabel 2: Positieve en negatieve gedragingen die tijdens de QBA gescoord worden Positief Negatief Actief Speels Bang Lichtgeraakt Ontspannen Positief bezig Nerveus Ongemakkelijk Kalm Opgewekt Onverschillig Lusteloos Tevreden Nieuwsgierig Gefrustreerd Ongelukkig Vriendelijk/ aardig Sociaal Verveeld Gelukkig Criteriumscore 4 9 19 18 1 2 36 7 8 3 5 6 28 23 16 41 14 12 39 33 37 11 32 17 26 27 24 15 43 35 21 29 42 31 13 34 22 38 25 Figuur 14: De scores voor Criterium 12 Positieve emotionele staat per bedrijf Pagina 18

2.2. De vier principes Na het berekenen van de criteriumscores, konden de resultaten van de vier principes berekend worden. Om te weten op welke manier de principescores verkregen werden, verwijzen we u naar Tabel 1 op pagina 7. Principe 1: Goede voeding Het principe Goede voeding omvat naast voeding ook de drinkmogelijkheden. Een bedrijf dat zowel voor het criterium afwezigheid van honger als het criterium afwezigheid van dorst goed scoorde, kreeg voor principe goede voeding een hoge score. Principescore 4 6 1 41 36 18 17 12 13 29 23 2 35 7 15 34 37 42 43 26 39 32 8 16 22 33 27 28 25 21 3 11 14 9 38 5 19 24 31 Figuur 15: De scores voor Principe 1 Goede voeding per bedrijf Pagina 19

Principe 2: Goede huisvesting Het principe goede huisvesting werd op het comfort tijdens het rusten en de bewegingsvrijheid gebaseerd. Principescore 36 32 28 18 15 4 2 35 22 21 42 3 14 6 41 17 34 37 43 26 39 33 25 19 16 13 7 29 12 11 5 8 1 38 23 27 9 24 31 Figuur 16: De scores voor Principe 2 Goede huisvesting per bedrijf Pagina

Principe 3: Goede gezondheid Of de dieren tijdens het bezoek een goede gezondheid hadden, werd duidelijk aan de hand van de afwezigheid van verwondingen, ziektes en pijn. Via dit principe geven we dus een zo nauwkeurig mogelijk beeld van de fysieke staat van de dieren op het moment van het bezoek. Principescore 7 34 32 4 15 27 6 37 3 41 29 2 5 11 35 18 39 16 28 42 23 9 21 19 25 17 43 26 1 12 38 33 24 22 14 13 31 8 36 Figuur 17: De scores voor Principe 3 Goede gezondheid per bedrijf Pagina 21

Principe 4: Passend gedrag Om tot een score voor passend gedrag te komen werden er verschillende gedragsobservaties uitgevoerd. Het resultaat van deze observaties werd samen met nog enkele andere parameters (mens dier interacties en weidegang) tot één score gevormd. Deze score wordt in onderstaande grafiek weergegeven. Principescore 6 36 33 39 38 43 34 14 28 11 22 4 1 25 9 2 19 35 3 7 5 23 41 18 29 16 27 13 8 37 32 17 42 31 12 26 24 15 21 Figuur 18: De scores voor Principe 4 Passend gedrag per bedrijf Pagina 22

2.3. De eindbeoordeling De scores voor alle vier principes werden tot één eindscore samengevoegd. Zoals eerder vermeld waren er vier mogelijke uitkomsten: niet geklasseerd, acceptabel, onderscheidend en excellent. Percentage van de bedrijven % % % % % % % % % % % Figuur 19: Eén algemene beoordeling per bedrijf % % % % % % % % Acceptabel % % Onderscheidend % Percentage van de bedrijven Staltype Figuur : Eén algemene beoordeling per staltype, per bedrijf Onderscheidend Acceptabel De bedrijven met als eindbeoordeling onderscheidend hadden nummer 5, 8, 9, 11, 21, 24, 27,, 31 en 38. Alle andere bedrijven vielen in de categorie acceptabel. Pagina 23

3. Conclusies Over de bedrijfsbezoeken waarvan de data in dit verslag beschreven werden kan het volgende geconcludeerd worden: alle bedrijven voldoen aan de minimum eisen voor het welzijn van melkvee. Tien bedrijven (23%) bleken onderscheidend op dit vlak. Onder de tien bedrijven die onderscheidend zijn, vallen vijf potstallen (71.4% van het totaal aantal potstallen) en vijf ligboxenloopstallen (17% van het totaal aantal ligboxenloopstallen). Verdere analyse is nodig om de risicofactoren op een beter welzijn te identificeren. De data die verzameld is tijdens de eerste serie bedrijfsbezoeken in het kader van het MELKWEL project worden gebruikt om te analyseren hoe een melkveebedrijf zich, wat dierenwelzijn betreft, op een positieve manier kan onderscheiden. Hierbij wordt gezocht naar risicofactoren voor een verminderd welzijn. De uitgebreide managementvragenlijst, metingen verricht aan de stal en de enquête die u heeft ingevuld over uw houding tegenover melkvee en uw persoonlijkheid zullen hier later voor gebruikt worden. De eerste serie zal hiervoor bepalend zijn. De selectie van bedrijven voor een tweede serie bedrijfsbezoeken, die tijdens de winter van 13-14 zal plaatsvinden, zal deels gebaseerd zijn op de uitkomsten van de eerste serie. Pagina 24

Contact: Sophie de Graaf Doctoraatsbursaal MELKWEL Instituut voor Landbouw en Visserijonderzoek ILVO Eenheid Dier Scheldeweg 68 Melle Tel. +32 ()9 272 26 9 sophie.degraaf@ilvo.vlaanderen.be Dimitry Lapage Deskundige MELKWEL - project Instituut voor Landbouw en Visserijonderzoek ILVO Eenheid Dier Scheldeweg 68 Melle Tel. +32 ()9 272 26 9 dimitry.lapage@ilvo.vlaanderen.be Deze publicatie kan ook geraadpleegd worden op: www.ilvo.vlaanderen.be/pers en media/ilvo mededelingen Vermenigvuldiging of overname van gegevens toegestaan mits duidelijke bronvermelding. Aansprakelijkheidsbeperking Deze publicatie werd door ILVO met de meeste zorg en nauwkeurigheid opgesteld. Er wordt evenwel geen enkele garantie gegeven omtrent de juistheid of de volledigheid van de informatie in deze publicatie. De gebruiker van deze publicatie ziet af van elke klacht tegen ILVO of zijn ambtenaren, van welke aard ook, met betrekking tot het gebruik van de via deze publicatie beschikbaar gestelde informatie. In geen geval zal ILVO of zijn ambtenaren aansprakelijk gesteld kunnen worden voor eventuele nadelige gevolgen die voortvloeien uit het gebruik van de via deze publicatie beschikbaar gestelde informatie.

Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek Burg. Van Gansberghelaan 96 98 Merelbeke - België T +32 ()9 272 25 F +32 ()9 272 25 1 ilvo@ilvo.vlaanderen.be www.ilvo.vlaanderen.be