Handleiding NRS Mineraal Invoer Bemestingsplan Invoer bemestingsplan Via het menu Invoer bemestingsplan van NRS Mineraal kan jaarlijks voor de start van het nieuwe mestjaar het verplichte bemestingsplan worden ingevuld. Tussentijds kunnen bij grote wijzigingen de gegevens altijd aangepast worden. Zo blijft het bemestingsplan actueel. Werkwijze systeem In het menu staat de button Mestwetgeving. Onder deze button valt zowel de module NRS Mineraal met het bijbehorende Bemestingsplan als de module NRS Minas (t/m 2005). De modules NRS Mineraal en NRS Minas bevatten de verschillende overzichten die ondersteunen bij de complexe wettelijke verplichtingen. NRS Minas voor de oude Minas mestwetgeving, NRS Mineraal voor de huidige mestwetgeving. Veehouders die derogatie hebben aangevraagd dienen jaarlijks een Bemestingsplan bij te houden. Hiervoor kan gebruik gemaakt worden van de button Invoer Bemestingsplan. Wanneer de verschillende invoerschermen van boven naar beneden worden doorlopen komt een compleet bemestingsplan tot stand, u voldoet dan met NRS Mineraal aan 11 van de 12 punten die door de overheid verplicht gesteld zijn. Het enige dat dan nog ontbreekt is een kaart van de percelen. Onder de button Invoer Bemestingsplan vallen de opties: - Algemeen - Derogatie/beweiding - Grondgebruik - Basisteelt - Volgteelt - Graasdieren - Rundvee - Overige graasdieren - Excretie melkvee - Bodemonderz. - Bodemonderzoeken - Koppeling percelen aan bodemonderzoeken - Mestgegevens - Opslagcapaciteit - Beginvoorraden - Eindvoorraden - Aanvoer dierlijke mest - Afvoer dierlijke mest - Voorgenomen DM gift (dierlijke mest) - Voorgenomen KM gift (kunstmest) Zijn alle invoerschermen ingevuld. Dan is het invullen van de gegevens voor het bemestingsplan hiermee compleet. De resultaten van de berekeningen zijn via de button NRS Mineraal en vervolgens Bedrijfsoverzicht en Derogatie overzicht te raadplegen. Het Bedrijfsoverzicht en Derogatieoverzicht, aangevuld met een kaart van de percelen maken het bemestingsplan compleet.
Algemeen Derogatie / Beweiding In dit scherm kan aangegeven worden of derogatie aangevraagd is en of melkkoeien geweid worden. Afhankelijk van deze opties zal NRS Mineraal, overeenkomstig de mestwetgeving, andere normen hanteren. Derogatie Wordt bij de derogatievraag ja aangevinkt dan zal de berekening uitgevoerd worden op basis van een toegestane dierlijke mestgift van 250 kg stikstof (N). Wordt nee aangevinkt dan wordt de berekening uitgevoerd met 170 kg N. Beweiden Worden de koeien geweid, dan kunt u kiezen uit: - Normaal beweiden: > 135 dagen - Kort beweiden: < 135 dagen In de berekening wordt rekening gehouden met de bijbehorende normen voor weiden. Weiden geeft een lagere N-gebuiksnorm en een lagere werkingscoëfficiënt van dierlijke mest (35 % t.o.v. 60 %). Het onderscheid tussen kort en normaal beweiden wordt gebruikt bij de module bedrijfsspecifieke excretie die begin 2007 aan NRS Mineraal wordt toegevoegd.
Grondgebruik Basisteelt Op het scherm Invoer grondgebruik (Basisteelt) worden de percelen getoond die d.m.v. de uitwisseling met Dienst Regelingen (DR) bekend zijn. Heeft u hierin reeds wijzigingen aangebracht dan wordt uiteraard deze actuele situatie getoond. Belangrijk: - U dient hierbij uit te gaan van de oppervlakte gewassen zoals die op 15 mei op uw bedrijf aanwezig zijn - Ga bij de hectares uit van de beteelde oppervlakte Onderin het scherm wordt direct het aantal en percentages hectares bouwland en grasland getoond. Dient een perceel toegevoegd te worden, gebruik dan de button toevoegen. Dienen de wijzigingen die doorgevoerd zijn opgeslagen te worden, gebruik dan de button opslaan. Onder de button Dienst Regelingen vindt u de meest recente gegevens van Dienst Regelingen (DR) die d.m.v. Opgave percelen (van de gecombineerde opgave) gemeld zijn bij DR. Dienst Regelingen De gegevens van DR kunt u overnemen naar uw bemestingsplan via de button Overnemen. Let op: hiermee overschijft u wel eerder aangebrachte mutaties op het hoofdscherm Basisteelt. Na het overnemen kunnen eventuele wijzigingen doorgevoerd worden. Deze wijzigingen worden niet doorgestuurd naar DR. Perceelsomschrijving De perceelsomschrijving die van DR binnenkomt betreft alleen een perceelsnummer. De omschrijving kan gewijzigd worden door in het betreffende veld de tekst aan te passen.
Gewas Onder de kolom gewas kunnen allerlei gewassen geselecteerd worden. Door bijv. een g in te typen verschijnt automatisch grasland. Snijmaïs is eenvoudig te vinden door een s in te typen. M.b.v. de pijltjestoets kan het gewenste gewas vervolgens eenvoudig gevonden worden. Natuurterein (SN) Deze grond word niet meegerekend worden in de berekening voor de plaatsingsruimte, er mag wel dierlijke mest op. De gebruikte mest op eigen natuurterein wordt binnen de meststoffenwet gezien als afvoer van mest. Hiervoer moet een vervoersdocument worden aangemaakt met code 34 voor mestafvoer naar natuurterrein. Dit kan worden ingebracht in Afvoer dierlijke mest onder het menu-item mestgegevens. Ook de mestproductie van uw dieren die grazen op natuurterrein hoeft u dus niet mee te tellen als gebruik. Hiervoor wordt binnen NRS Mineraal nog een aanpassing gedaan zodat ook deze dieren geregistreerd kunnen worden. Omdat CR Delta niet weet welke grond is aangemerkt als SN-grond dient u dit altijd zelf nog aan te passen. Hetzelfde geldt voor bos aangemerkt als niet productiebos en dus ook natuurterrein. Grondsoort In de kolom grondsoort kan één van de drie mogelijke grondsoorten (klei, veen of zand/löss) gekozen worden. In enkele gevallen kan het voorkomen dat bij DR de grondsoort van een perceel niet bekend is. U ziet dan grondsoort onbekend ingevuld staan. Wijzig dit altijd in de betreffende grondsoort anders kan dit perceel niet meegenomen worden in de berekeningen. Hectares Via de kolom hectares kan de beteelde oppervlakte ingegeven worden.
Grondgebruik Volgteelt Via het scherm Invoer grondgebruik (Volgteelt) kunnen eventuele volgteelten opgegeven worden. Belangrijk: - wordt een groenbemester na snijmaïs geteeld, geeft dit dan niet in als een volgteelt. De normen voor snijmaïs zijn inclusief de norm voor een groenbemester. Zie verder het scherm Basisteelt.
Graasdieren Rundvee Op het scherm Invoer graasdieren (Rundvee) worden de 7 rundvee categorieën vermeld. Per categorie wordt het gemiddeld aantal dieren van het afgelopen jaar berekend. Het betreft een rollend jaargemiddelde. Aantal in Berekening Wilt u niet dat het Bemestingsplan rekend met het rollend jaargemiddeld voor een bepaalde categorie (bijvoorbeeld omdat de bedrijfsvoering wordt aangepast). Via de kolom Aantal in berekening kan per categorie aangegeven worden met welke dieraantallen het bemestingsplan moet rekenen. % vaste mest Uitgangspunt is dat de dieren drijfmest produceren. Is dit niet het geval, geeft dan in de kolom % vaste mest aan wat het percentage vaste mest is. Let op; bij de categorie jongvee < 1 jaar wordt ervan uitgegaan dat de kalveren tot 2 maanden op stro worden gehuisvest. Wordt een afwijkend aantal opgegeven bij deze diercategorie, geef dan ook (eventueel) het % vaste mest in.
Graasdieren Overige graasdieren Via het scherm Invoer overige graasdieren kunnen eventueel andere graasdieren zoals schapen, geiten, paarden etc. toegevoegd worden. Zie verder voor de werking het scherm Rundvee. Diercategorieën kunnen toegevoegd worden via de button toevoegen, wijzigen kunnen opgeslagen worden via de button opslaan.
Graasdieren Excretie melkvee Via het scherm Excretie melkvee kan eventueel de melkproductie per koe en het ureumgetal aangepast worden. Voor melkkoeien is de excretie (productie stikstof en fosfaat in de mest) afhankelijk van het ureumgehalte en de melkproductie. Melkproductie Heeft u ons geautoriseerd om de zuivel gegevens op te halen bij uw zuivelfabriek dan tonen we hier de gemiddelde melkproductie per koe op basis van de gegevens van de zuivel. Dit zijn ook de gegevens waar Dienst Regelingen mee zal werken. Rekenregels: Bron: zuivel (Zuivelfabriek) Als er minder dan 182 dagen van de zuivelleveranties in een jaar ontbreken dan wordt naar een jaargemiddelde gerekend op basis van de beschikbare zuivelleveranties. De bron is dan Zuivel voor melk en Ureum. Echter als het ureum gehalte uit de leveranties niet goed te bepalen is (te veel ontbrekende leveranties) dan wordt de waarde van de standaard koe gebruikt (Bron Standaard). Bron: MPR (rollend jaargemiddelde op basis van de MPR) Als er geen zuivelleveranties zijn of te veel leveranties ontbreken (> 182 dagen) dan wordt het rollend jaargemiddelde van de MPR gebruikt indien deze aanwezig is. Bron is in dit geval MPR. Bron: Standaard (Melkproductie per koe 7500 kg, ureum 26) Zijn er geen zuivelleveranties aanwezig en zijn er ook geen MPR-gegevens aanwezig dan wordt de waarde van de standaardkoe gebruikt. Wanneer het UBN een zelfzuivelaar betreft zijn er geen zuivelleveranties beschikbaar bij een zuivelfabriek en zal dus ook de standaardkoe worden gebruikt.
Bron Diverse (Meerdere UBN s met verschillende bronnen) Als een BRS meer dan 1 UBN bevat dan kan het voorkomen dat de Melkproductie van het ene UBN door de zuivelleveranties is berekend en bij de andere UBN opgegeven via Internet of berekend middels de MPR. In dat geval is de Bron: Diverse. Wanneer u vindt dat dit voor het lopende jaar niet juist is kunt u achter de zuivelgegevens uw verwachte gemiddelde melkproductie per koe invullen. Binnen NRS Mineraal zal dan met de door u opgegeven gegevens worden gerekend. Als bron van de gegevens wordt dan Internet getoond. Wilt u niet meer dat we rekenen met de door u opgegeven gegevens maar met de gegevens van de zuivel dan kunt u het vinkje achter de zuivelgegevens weer aanklikken. Vanaf dat moment wordt binnen NRS Mineraal weer gerekend met de zuivelgegevens. Ureumgetal Voor ureumgetal geldt hetzelfde als voor melkproductie. Standaard tonen we de gegevens van de zuivel. Verwacht u een ander ureumgetal voor het lopende jaar dan kunt u dit verwachte ureumgetal in het veldje achter ureumgetal invoeren. Wilt u niet meer dat we rekenen met de door u opgegeven gegevens dan kunt u het vinkje achter de zuivelgegevens weer aanklikken.
Bodemonderz. Bodemonderzoeken Het scherm Overzicht bodemonderzoeken toont de bekende bodemonderzoeken. Vooralsnog zijn dit de onderzoeken van Blgg, ALNN en Altic. Met andere partijen (bijv. Zeeuws Vlaanderen) zijn nog geen afspraken gemaakt voor het uitwisselen van gegevens. Is het overzicht leeg of niet compleet, voeg dan zelf een bodemonderzoek in d.m.v. de button toevoegen. Bodemonderzoek Geef bij Bodemonderzoek de naam in van het onderzoek (bijv. de perceelsnaam). Lab. Bij Lab (laboratoria) kunt u kiezen uit één van de 6 laboratoria (ALNN, Altic, BLGG, Laboratorium Zeeuwse Eilanden, Roba en Terra). Staat een laboratorium niet in deze lijst, geef dit dan s.v.p. door aan CR Delta zodat deze kan worden toegevoegd aan de lijst. NLV/ P-AL Voor de verdere berekening van het bemestingsplan is het nodig dat het N-leverend vermogen en de P-AL waarden worden ingegeven.
Bodemonderz. Koppelen perceel aan bodemonderzoek Alle actuele percelen dienen aan een bodemonderzoek gekoppeld te worden om per perceel een bemestingsadvies te kunnen berekenen. Perceelsomschrijving Kies onder Perceelsomschrijving een perceel. Hier wordt de perceelsomschrijving getoond zoals die van DR binnenkomt of zoals die zelf is ingebracht onder Invoer grondgebruik basisteelt. Bodemonderzoek Per perceel dient in de kolom Bodemonderzoek het bij het perceel behorende bodemonderzoek aangeklikt te worden. In het verschijnende uitklapveld staan de bekende bodemonderzoeken. Eén van de bodemonderzoeken kan gekoppeld worden. Hectares Voer het aantal hectares in dat het perceel groot is. Belangrijk: - een Bodemonderzoek heeft een maximum van 5 ha. Is een perceel groter dan 5 ha, dan dient het perceel gekoppeld te worden aan meerdere bodemonderzoeken. Dit kan door op toevoegen te klikken en vervolgens het betreffende perceel nog eens te selecteren. Vervolgens kan dit deel van het perceel aan een ander bodemonderzoek worden gekoppeld. Onder aan het scherm is een totaal aan hectares toegevoegd. Zowel het totaal aan hectares waar het programma mee rekend als de hectares die gekoppeld zijn aan de bodemonderzoeken worden getoond. Dit dient met elkaar overeen te komen. Controleer tevens of dit overeenkomt met de eigen administratie.
Mestgegevens Opslagcapaciteit Via het scherm Opslagcapaciteit (Bedrijfssysteem) kan het type mest opgegeven worden. Is er drijfmest, vaste mest of een combinatie van beide aanwezig op het bedrijf. Daarnaast dient hier de opslagcapaciteit voor zowel drijfmest als vaste mest ingegeven te worden. Type mest Hier dient te worden vast gelegt welke mest het huisvestingssysteem oplevert: Drijfmest, vaste mest of een mix van beide mestsoorten Opslagcapaciteit drijfmest Hier kan het volume van de aanwezige opslagcapaciteit voor drijfmest in m 3 worden vastgelegt. Opslagcapaciteit vaste mest Hier kan het volume van de aanwezige opslagcapaciteit voor vaste mest in m 3 worden vastgelegt. Vanuit LNV wordt aangegeven dat de opslagcapaciteit gebaseerd moet worden op de afgegeven milieuvergunning en indien deze niet aanwezig is op de stalcapaciteit
Mestgegevens Beginvoorraden Via dit scherm kunnen de beginvoorraden meststoffen vastgelegd worden. Het gaat hierbij om de beginvoorraden per 1 januari. Mestopslag Bij mestopslag kan een eigen omschrijving ingegeven worden (bijv. ligboxenstal, plaat etc.). Mestcode Per mestopslag is aan te geven welke mestsoorten in de opslag aanwezig zijn. De mogelijkheid bestaat om tot maximaal 4 mestsoorten op te geven. Wordt de juiste mestcode gezocht, gebruik dan het uitklapveldje of tik het eerste cijfer van de mestcode in om vervolgens met de pijltjestoets naar boven of naar beneden te gaan. Wordt bijv. een 1 ingetoetst dan verschijnt de mestcode 10 vaste mest rundvee, met de pijltjestoets naar beneden is de mestcode 14 Drijfmest, rundvee snel gevonden. % (percentage) Per mestsoort dient het percentage van de mestsoort in de opslag opgegeven te worden (met een totaal van 100 %). Zit er maar één mestsoort in de opslag dan kan 100 vermeld worden bij %. Wanneer dit niet gebeurt dan vult het systeem zelf de 100 in. ton Bij ton dient de mestvoorraad in tonnen ingevuld te worden. Ditzelfde heeft elke veehouder aan het begin van het jaar opgegeven aan DR en kan hier overgenomen worden. Kg N / Kg P 2 O 5 Het invullen van de kg N en kg P 2 O 5 is optioneel. Worden deze niet ingevuld dan rekent het systeem met de bij de mestcode behorende forfaitaire normen.
Mestgegevens Eindvoorraden Via dit scherm kunnen de eindvoorraden meststoffen vastgelegd worden. Het gaat hierbij om de eindvoorraden per 31 december. Zie verder het scherm Beginvooraden meststoffen.
Mestgegevens Aanvoer dierlijke mest Wordt of is er dierlijke mest aangevoerd dan kan dat via dit scherm ingevoerd worden. Datum Geeft de datum op (dag en maand is voldoende) via de kolom Datum. Omschrijving In de kolom Omschrijving kan een naam gegeven worden aan de aanvoer. Mestcode Hier geeft u de mestsoort op die aangevoerd is/wordt. De mogelijkheid bestaat om per aanvoer tot maximaal 4 verschillende mestsoorten op te geven. Wordt de juiste mestcode gezocht, gebruik dan het uitklapveldje of tik het eerste cijfer van de mestcode in om vervolgens met de pijltjestoets naar boven of naar beneden te gaan. Wordt bijv. een 1 ingetoetst dan verschijnt de mestcode 10 vaste mest rundvee, met de pijltjestoets naar beneden is de mestcode 14 Drijfmest, rundvee snel gevonden. % (percentage) Per mestsoort dient het percentage van de mestsoort in de tank opgegeven te worden (met een totaal van 100 %). Zit er maar één mestsoort in de tank dan kan 100 vermeld worden bij %. Wanneer dit niet gebeurt dan vult het systeem zelf de 100 in. ton Bij ton dient de aangevoerde hoeveelheid mest in tonnen ingevuld te worden. Kg N / Kg P 2 O 5 Het invullen van de kg N en kg P 2 O 5 is optioneel. Worden deze niet ingevuld (bij Boer-boer transport) dan rekent het systeem met de bij de mestcode behorende forfaitaire normen.
Mestgegevens Afvoer dierlijke mest Wordt of is er dierlijke mest afgevoerd dan kan dat via dit scherm ingevoerd worden. Belangrijk: - bij boer boer transport mag maximaal 15 % van de geproduceerde hoeveelheid fosfaat afgevoerd worden zonder te bemonsteren. Datum Geeft de datum op (dag en maand is voldoende) via de kolom Datum. Omschrijving In de kolom Omschrijving kan een naam gegeven worden aan de aanvoer. Mestcode Hier geeft u de mestsoort op die afgevoerd is/wordt. De mogelijkheid bestaat om per afvoer tot maximaal 4 verschillende mestsoorten op te geven. Wordt de juiste mestcode gezocht, gebruik dan het uitklapveldje of tik het eerste cijfer van de mestcode in om vervolgens met de pijltjestoets naar boven of naar beneden te gaan. Wordt bijv. een 1 ingetoetst dan verschijnt de mestcode 10 vaste mest rundvee, met de pijltjestoets naar beneden is de mestcode 14 Drijfmest, rundvee snel gevonden. % (percentage) Per mestsoort dient het percentage van de mestsoort in de tank opgegeven te worden (met een totaal van 100 %). Zit er maar één mestsoort in de tank dan kan 100 vermeld worden bij %. Wanneer dit niet gebeurt dan vult het systeem zelf de 100 in. ton Bij ton dient de afgevoerde hoeveelheid mest in tonnen ingevuld te worden.
Kg N / Kg P 2 O 5 Het invullen van de kg N en kg P 2 O 5 is optioneel. Worden deze niet ingevuld (bij Boer-boer transport) dan rekent het systeem met de bij de mestcode behorende forfaitaire normen.
Mestgegevens Voorgenomen gift dierlijke mest Via het scherm Voorgenomen gift dierlijke mest kan ingegeven worden hoeveel dierlijke mest er over het jaar op het land gebracht zal worden. Dit geldt voor alle dierlijke mest dus zowel via het weiden van de koeien als via de mesttank. Op dit scherm worden alle percelen die gekoppeld zijn aan een bodemonderzoek getoond. Wordt er een perceel gemist, dan zal deze eerst gekoppeld moeten worden aan een bodemonderzoek. Advies DM Het Advies DM is gebaseerd op het landbouwkundig Drijfmestadvies en is gebaseerd op normberekeningen. Dit is één van de verplichte onderdelen van het bemestingsplan. Het advies is gebaseerd op 14 drijfmest rundvee. Werkelijk DM Kies de mestsoort die op het land gebracht zal gaan worden. Worden per perceel verschillende soorten dierlijke mest aangewend, voeg dan eerst een regel toe via toevoegen en selecteer het betreffende perceel. Selecteer vervolgens m.b.v. de mestcode de betreffende mestsoort. Is er mest aangevoerd op het bedrijf dan wordt eerst deze aangevoerde mest opgebruikt. Er wordt aangewerkt om deze aangvoerde mest op dit scherm aan te klikken in de dropdown. Gift m 3 /ha Voeg de hoeveelheid in tonnen toe die dat jaar op het betreffende perceel zal worden gebracht Onder aan het scherm worden de hoeveelheden N en P 2 O 5 (per perceel) opgeteld en vergeleken met de plaatsingsruimte dierlijke mest. Deze plaatsingsruimte is voor N afhankelijk van wel/geen derogatie. Het Saldo geeft de afwijking t.o.v. de plaatsingsruimte weer. Dit saldo dient op nul of hoger uit te komen.
Mestgegevens Voorgenomen kunstmestgift Via het scherm Voorgenomen Kunstmestgift kan de hoeveelheid te strooien/ gestrooide kunstmest ingebracht worden. Advies KM Het Advies KM is gebaseerd op het landbouwkundig Kunstmestadvies en is gebaseerd op normberekeningen. Dit is één van de verplichte onderdelen van het bemestingsplan. Werkelijk KM Kies de kunstmestsoort die op het land gebracht zal gaan worden. Worden per perceel verschillende soorten Kunstmest aangewend, voeg dan eerst een regel toe via toevoegen en selecteer het betreffende perceel. Selecteer vervolgens de betreffende kunstmestsoort. Gift m 3 /ha Voeg de hoeveelheid in tonnen toe die dat jaar op het betreffende perceel zal worden gebracht. Het saldo (onder aan het scherm) geeft het verschil tussen de verwachte kunstmestgift en de Kunstmestruimte. Dit saldo dient op nul of hoger uit te komen.