1 Bernhoven in beweging, handen aan de pols
Programma Voorzitter: : Hans Steijlen Steijlen, hoofd afdeling Fysiotherapie 19.00 uur Inleiding handtherapie 2 20.30 uur Pauze Gertie Berghuis fysiotherapeut handtherapie Carpaal tunnel syndroom en artrose carpometacarpale I Frits Zick orthopedisch chirurg Miranda van Helvoort fysiotherapeut handtherapie Scaphoid fractuur Erwin Brandt orthopedisch chirurg Radius fractuur Charles Stevens chirurg / traumatoloog 20.50 uur Nabehandeling Radius fractuur Gertie Berghuis fysiotherapeut handtherapie Scapholunatum dissociatie, triangulair fibro cartilagene complex en distal radioulnair joint Alex Terng plastisch chirurg 21.55 uur Afsluiting met hapjes en drankje
3 Gertie Berghuis fysiotherapeut handtherapie
4 Bernhoven in beweging, handen aan de pols
Handen zijn fascinerend, anatomie en functie Kracht, stabiliteit en coördinatie komen mede tot stand door het samenspel van spieren in grijp-,streken steunfunctie. Positioneren van pols en vingers: extensoren en intrinsieke spieren 5
Eenhandigheid en lateralisatie De duim kan opponeren De duim heeft de functie van de contralaterale hand overgenomen Webspace In bewegingsstrategieën belasting reduceren door 2 handig te werk te gaan 6
7 Sensomotoriek: brein en hand
Hand en brein Propriocepsis, zintuigen Gedrag Motorisch geheugen Cognitie Limbisch systeem Bewustzijn Perceptie 8
Indicaties handtherapie Voor en na chirurgische ingrepen bij: fracturen, pees- zenuw- en band- en gewrichtsletsels, morbus Dupuytren, zenuwbeknellingen, amputaties, arthroplastieken, triggervinger, panaritium, tendinitiden Handletsels: fracturen, crushletsel, Malletfinger, centrale sliplaesie, kneuzingen, (sub)luxaties Handaandoeningen: overbelasting, niet objectiveerbare polsklachten, artrose 9
Handtherapie: wat hebben we te bieden Uitgebreid onderzoek, handanalyse (o.a. pre-operatief), second opinion Opstellen van een behandelplan Behandeling: uitleg en inzicht geven, coachen. houdings -en bewegingsadviezen sensomotorische integratie functionele oefentherapie spalktherapie Littekenbehandeling Samenwerking met andere disciplines. Deelname in handenspreekuur 2x per maand. 10
Handaandoeningen kunnen ontregelen: van Malletvinger tot spaghettipols 11
Educatie en coachen Uitleg, advies en instructie Bewegingsangst en -armoede reduceren Sensorische re-integratie Aandachtige uitvoering van de (complexe) bewegingen: vaardigheid,goede polspositie Leren toepassen van herwonnen houdingen en bewegingen in ADL en psychosociale context 12
13 Impressies
Miranda van Helvoort - fysiotherapeut handtherapie 14
15 Carpaal tunnel syndroom
Prevalentie Geschatte prevalentie volgens CBO richtlijn: 9% bij vrouwen (piek tussen de 40 en de 60 jaar) 0,6% mannen 16
Anatomie Distaal begrensd door 8 carpalia Proximaal begrensd flexor retinaculum lig. Carpi transversum palmaire aponeurose. 17
Inhoud carpale tunnel 9 pezen 4x Flexor Digitorum Profundus 4x Flexor Digitorum Superficialis Flexor Pollicis Longus N. medianus 18
Differentiaal diagnoses N. Digitalis compressie Proximaal gelegen letsel van de n. medianus Plexopathie Thoracic outlet syndroom Cervicale radiculopathie Polyneuropathie Aandoeningen van het steunapparaat Multiple sclerose Herseninfarct 19
Mogelijke oorzaken beknelling Oedeem Tendovaginitis Tumor Afzetting abnormale stofwisselingsproducten Repetatieve microtrauma Vormverandering tunnel door: Osteoarthrose Reumatoide artritis Acromegalie Trauma 20 Meestal geen oorzaak aantoonbaar (idiopatische CTS)
Risicofactoren Geslacht (vrouw > man) Leeftijd (40-60 jaar) Positieve familieanamnese Overgewicht (BMI tussen 25-30, per punt toename 8% meer kans) Posttraumatische en congenitale vormafwijkingen Reumatoide artritis Zwangerschap Orale anticonceptivia Ovarectomie Diabetes mellitus Hypo- en hyperthyreoidie Amyloidose Acromegalie 21
Risicofactoren arbeid Hoog-repeterend (kort-cyclisch) werk Forse krachtsuitoefening Ongunstige polshoudingen Hand-arm trillingen Combinatie van factoren Niet fysieke factoren die bijdragen aan CTS Hoge psychosociale belasting Lage sociale ondersteuning De bedrijfsarts bepaalt of er in een individueel geval sprake is van overbelasting in de werksituatie!! 22
Conservatieve behandeling Spalk Locale injectie met corticosteroid Phystrac Systemische corticosteroiden, ultra geluid therapie, vitamine B6, NSAID s, lasertherapie, diuretica Meestal tijdelijk effect meeste kans van slagen bij kort aanwezige CTS => 12 maanden of minder. 23
Spalk Liefst continue, maar in ieder geval s nachts dragen. Eventueel in combinatie met NSAID s, orale corticosteroiden en/of corticosteroidinjecties Effect blijkt binnen 2 weken Indien er na 6 weken nog geen effect is dan behandeling staken 24
Injectie met corticosteroid Effectief op de korte termijn (3 tot 6 weken) Geen aangetoond gunstig lange termijn effect Locale injectie geeft een beter klinisch resultaat tot 3 maanden in vergelijking met orale inname corticosteroiden Geen duidelijk verschil in effect met spalkbehandeling of NSAID s na 8 weken Lage dosis (25 mg hydrocortison) even effectief als een hoge dosis (100 mg) Geen verschil tussen een kortwerkend middel (hydrocortison) ten opzichte van een langwerkend steroid (20 mg triamcinolon) 25
Phystrac Resultaten waren positief op korte termijn Beperkt onderzoek, geen wetenschappelijke basis Kleine groep proefpersonen 26
Conclusie Bij overwegen conservatieve behandeling Voorkeur voor spalkbehandeling of corticosteroiden injecties Voorkeuren van de patient en behandelaar bepalen de keuze Effect meestal maar tijdelijk tenzij: - zwangerschap beindigd is - er sprake was van een tijdelijke overbelasting - er gedragsverandering plaatsvindt 27
Fysiotherapie bij conservatieve behandeling Alleen als de spalkbehandeling aanslaat!! Zenuwglij oefeningen (butler) Stabilisatie oefeningen (Videler) Gedragsverandering (belasting-belastbaarheid) 28
Operatieve ingreep Binnen ziekenhuis Bernhoven door verschillende disciplines: orthopaedisch chirurg algemeen chirurg plastisch chirurg neurochirurg 29
30 Operatie
Nabehandeling CTR 2-4 dagen drukverband Geen wetenschappelijk bewijs voor immobilisatie na de ingreep Gedurende 3 weken niet zwaar tillen en de handpalm niet zwaar te belasten Wond droog en schoon houden 31
Klachten na de operatie Gedurende 3-6 maanden na de operatie kan de patient last houden van: Verlies van kracht Verlies van handigheid Littekenpijn Gevoeligheid van thenar/hypothenar (pillar pain) Sensibiliteitsvermindering Tintelingen (in geringe mate) Bij langdurige compressie meer klachten nadien 32
Indicatie fysiotherapie Gewenst bij: Langdurig aanhoudende pijnklachten Disuse geopereerde hand Forse mobiliteitsbeperking Flexiestand vingers 33
Behandeling fysiotherapie Voorlichting!! Peesglij oefeningen Zenuwglij oefeningen Littekenmobilisatie Desensibiliseren Belasting - belastbaarheid Stabilisatie oefeningen 34
35 Bedankt voor uw aandacht
36 Frits Zick - orthopedisch chirurg
37 Portret veronderstelt Gabrielle d Estrées en haar zus de hertogin de Villars (1594)
Prevalentie CTS 9% 0,6% vrouw > man piek tussen 40 en 60 jaar RISICOFACTOREN overgewicht zwangerschap ovariectomie DM hypo- en hyperthyreoïdie RA en andere zeldzame aandoeningen 38
Diagnostiek 1. Klinische diagnose / anamnese 2. Specieel onderzoek 3. Zenuwgeleidingsonderzoek Gouden standaard: combinatie van deze 39
Anamnese 1. Nachtelijke tintelingen in verzorgingsgebied n. medianus 2. Stoornissen sensibiliteit hand / pijn arm schouder 3. Sensibiliteit beiderzijds, meestal dominante hand 4. Onhandigheid na opstaan, wordt beter 5. Krachtsverlies 40
Onderzoek 1. Gebied n. medianus 2. Provocatietests Phalen en Tinel 3. EMG 4. Comorbiditeit 41
Behandeling 1. Conservatief: bij matige klachten 2. Operatief: bij die patiënten die kenmerken CTS anamnese hebben, en een afwijkend zenuwgeleidingsonderzoek Wanneer de klinische diagnose niet kan worden gesteld vormt een afwijkend EMG geen indicatie. 42
Chirurgische behandeling Endoscopisch: moeilijke techniek, vereist veel scholing complicaties: meer neurogene letsels Open techniek: makkelijker complicaties gering 43
44
45
46
47
48
49
50
51
52
53
Na chirurgische behandeling Gedurende 3-6 maanden last houden van: krachtsverlies verlies van handigheid littekenpijn gevoeligheid duim- en/of pinkmuis gevoelsvermindering Werkhervatting na 2-4 weken (afhankelijk van type arbeid) Verminderen van risicofactoren 54
Recidief CTS Door onvoldoende klieving, littekenweefsel Wordt ondersteund wanneer 2 maal EMG geen verbetering laat zien Wanneer re-exploratie? Bij persisterende klachten en weinig verbetering EMG 3 maanden na OK 55
Bernhoven Carpaal Tunnelstraat Via huisarts naar neuroloog Onderzoek plus EMG Via neuroloog naar orthopedisch chirurg voor OK binnen 2 weken 56
Artrose aan de duimmuis (Rhiz-artrose) Trapezium: één vd 8 handwortelbeenderen op basis vd duim, vormt het CMC-gewricht Artrose niet zeldzaam, vrouwen boven 40 jaar Pijn en stijfheid 57
58
59
Behandeling 1. Conservatief: Aanpassing belasting Pijnstilling Brace of orthese Fysiotherapie Corticosteroïden / Hyaluronzuur 60
Behandeling 2. Chirurgisch Gewrichtsstabilisatie peestransfer bij instabiel gewricht Artrodese: in functionele stand bij relatief jongere of ernstige misvorming Duimbasis prothese Trapeziëctomie zonder of met peesplastiek (Sardellenplastiek) 61
62
63
64
Meest gekozen behandeling Trapeziëctomie (80% succes) Risico: infectie/litteken/neuroom/stijfheid, kans op CRPS/pijn Functioneel herstel 8 weken 6 maanden Nadelen: verlies aan grijpkracht / lichte verkorting 1e straal 65
66
Miranda van Helvoort - fysiotherapeut handtherapie 67
68 CMC I Arthrose
Kellgren score artrose Graad 1: geen radiologisch aantoonbare artrose Graad 2: de aanwezigheid van reactieve botwoekeringen met mogelijk kraakbeenverlies Graad 3: duidelijk kraakbeenverlies Graad 4: botuiteinden vervormd, kraakbeen bijna verdwenen 69
Conservatieve behandeling Alleen bij graad 1 en 2 mogelijk effectief Rust / spalktherapie Leefregels Stabiliserende oefeningen Injectie met een corticosteroid 70
Nabehandeling Gipsperiode 4-6 weken Oedeemreductie Oefenen vingers Mogelijk oefenen IP 71
6 weken postoperatief Spalk aanmeten Starten met actief oefenen Voorzichtig mobiliteit opbouwen Lichte ADL handelingen uitvoeren Starten littekenmassage Vooral letten op motorisch bewegen 72
8 weken postoperatief Spalk afbouwen ( s nachts nog wel om) Mobiliteit uitbreiden Milde krachtoefeningen uitvoeren Oefenen voor stabiliteit 73
12 weken postoperatief Volledige belastbaarheid Verder opbouwen belasting Hervatten werkzaamheden Pinch oefeningen uitvoeren 74
3 tot 6 maanden postoperatief Meestal behandeling in lage frequentie tot 6 maanden postoperatief Sensibiliteit kan vermindert zijn; dan desensibiliseren Geleidelijk aan belasting opbouwen 75
76 Bedankt voor de aandacht
77 Erwin Brandt - orthopedisch chirurg
78 Charles Stevens - chirurg / traumatoloog
Distale Radius fracturen 79
Even Voorstellen Charles Stevens Traumachirurg UMCG Europees gecertificeerd (UEMS) Sinds 2009 in Bernhoven 80
Inleiding 17% van alle fracturen bij volwassen. Bij ouderen Bij jongeren. Oorzaak : 4:1 Totaal ongeveer 700 per jaar Operatief 70 per jaar. 81
82
83
Criteria voor een voorspelbare instabiliteit van fracturen van de distale radius Dorsale comminutie > 50% van de breedte van de radius op de laterale foto Iedere volaire comminutie op het niveau van de metafyse Initiele dorsale kanteling > 20 Fragment verplaatsing > 1 cm Initiele verkorting van de radius > 5 mm Een intra-articulaire verstoring van de integriteit, zichtbaar door verplaatsing van de fractuurdelen, Een verse SL dissociatie > 3 mm of een verwijding van het DRU gewricht als teken van een TFCC ruptuur of een sterk Verplaatst styloid van de ulna Een geassocieerde distale ulna fractuur met verplaatsing Ernstige osteoporose Leeftijd > 58 jaar 84
Beoordeling patient Leeftijd Dominante hand Werk Activiteitsniveau Botkwaliteit Algeheel medische toestand 85
Gipsbehandeling Niet gedisloceerd Kinderen Wel gedisloceerd 86
87
88
89 Volaire benadering
90
91
92
93
94
95
96
97
Indicatie dorsale benadering Verplaatste dorso ulnaire fragmenten Reconstructie radiocarpale gewricht Gecombineerd met een scafoid fractuur of SL dissociatie. 98
99
Nabehandeling Oefenstabiel 1 week gips voor wondgenezing en pijnstilling. 100
101 VRAGEN?
102 Pauze
103 Gertie Berghuis fysiotherapeut handtherapie
104 Complex evenwicht van kracht en mobiliteit
Fysiotherapeutisch traject na radiusfractuur Tijdsduur: 3 maanden tot half jaar Frequentie: 2x per week, later naar 1x per week en 1x per 2 weken Sensorische re-integratie. Bewegingsangst en -armoede reduceren. Aandachtige rustige uitvoering van basisbewegingen. Stimuleren spontane motoriek/ Functioneel oefenen Participeren in psychosociale context 105
Onderzoeksgegevens Gegevens letsel, operatie, mate van belastbaarheid (intra-articulair, gecompliceerd, operatietechniek, primair geopereerd of secundair) Anamnese: laagenergetisch/hoogenergetisch wat, hoe, wanneer, waar onder welke omstandigheden, wat ging er aan vooraf. In welke stand van de hand is de pols gebroken. pijn, functieverlies dominantie: links/ rechts psychosociale context voorgeschiedenis, medisch relevante informatie 106
Radiusfractuur postoperatief Onderzoek: observatie en palpatie links/rechts Houding: van polsen en vingers links/rechts vorm, zwelling, litteken, kleur, temperatuur, zweetsecretie, pijn, sensibiliteit. alert zijn op vegetatieve toestand! Bewegingen: schouders/ellebogen controleren polsen: alle bewegingsassen duimen: CMC, MCP en IP vingers: MCP, PIP en DIP en webspaces 107
Educatie en coachen Informatie, uitleg en inzicht Adviezen en instructies Leren toepassen van de in oefensessies herwonnen houdingen en bewegingen in ADL, spontaan bewegen. Rekening houden met de menselijke maat(individueel) 108
Uitleg en instructies in beschermingsfase Oedeemreductie: elevatie van de arm en actief bewegen. (geef en controleer houdingsadviezen), e.v.t. zwachtelen Ter ondersteuning: afneembare brace of spalk overwegen, mitella of sling alleen dragen tijdens lopen. Sensorische input: reductie van het vreemde gevoel in de hand Mobiliteitsverlies van de vingers herwinnen Let op temperatuursregulatie. ( 12 C handschoenen) Geef advies en instructies t.a.v. ADL en functioneren. 109
Oefentherapie week 1 en 2, (mild karakter) schouder en elleboog pols: (ondersteund) actieve onbelaste flexie en extensie, radiair- en ulnairabductie, pro- en supinatie vingers: peesglijoefeningen (extrinsiek/intrinsiek) spreiden en sluiten van vingers 1 t/m 5 duim: oppositie, daarna hand volledig strekken en verbreden Deze korte oefensessies van actieve pols- en vinger bewegingen liefst met de armen hoog 110
111 Polsbewegingen,, ook in supinatiestand
112 Peesglij-oefeningen
Oefenmateriaal en hulpmiddelen Cilindervormen Balvormen Kegelvormen Macaroni/bonenbak Klei/theraputty Penaanpassing Diametervergroter Anti-slip 113
Therapiebehandeling week 3 en 4 Gebruik van brace < Oefenen met lichte materialen Aanleren goede polspositie Coördinatie, visus ja en nee ADL functies, symmetrisch Aanleren littekenmassage Pro- en supinatie 114
115 Functioneel oefenen
Therapiebehandeling vervolg Steunen in verschillende posities van de pols en opvoeren van belasting na 6 weken controle arts Supinatie verbeteren Krachtsopbouw en stabiliteit Functie: benaderen van de werkelijkheid, bewegingsstrategieën Na 3 maanden is polsgewricht volledig belastbaar 4 Seizoenen is vaak nodig voor optimalisatie 116
117 Steunvormen en stabiliteit
Bewegingsstrategieën maak er een tweede natuur van! 2-handig goede positie van de pols goede alg. uitgangshouding handbreedte benutten variatie in bewegen op een dag belasting/belastbaarheid rustig tempo! niet te veel hooi... 118
Evaluatieonderzoek Onderzoek: Bewegingsonderzoek: balgreep, cilindergreep, pincetgreep, 3punts-greep Metingen: goniometrie AROM, pijnscore (numeriek of Vas) Na 3 maanden: spierkracht: manueel spierkrachttest, Jamar en Preston pinch: pincet, 3pts en sleutelgreep Participatieformulier: PRWHE-DLV (patient rated wrist & hand evaluation, Dutch language version) 119
Radiusfractuur gipsperiode In de gipsperiode: peesglijoefeningen, duimbewegingen Oedeemreductie Schouder en elleboog soepel houden Temperatuursregulatie Voorstellingsvermogen benutten 120
121 Integreren hand
Therapie na de gipsperiode Informatie over de consolidatie/belastbaarheid Uitleg (over pijn, langdurige rek, bewegen/ontspannen) Start met sensorische re-integratie: huidcontact Start met oefeningen: re-educatie Zorgvuldige opbouw: mobiliteit en vaardigheid, coördinatie, stabiliteit, kracht en uithoudingsvermogen Functie gerelateerd aan de persoon 122
Balans Inspanning afwisselen met ontspanning Laag tempo Evenwichtige dagindeling Let op signalen van overbelasting Let op bewegingsarmoede 123
Complexiteit Indicatie nabehandeling door handtherapie: Complexe fractuur en/of combinatie met meerdere fracturen en/of letsels in de hand en pols Flink weke delen letsel, vegetatieve onrust Indicatie specialist: M.EPL ruptuur: chirurgische ingreep noodzakelijk CRPS1 of vergrote kans op ontwikkelen van Zenuwletsel 124
Tips Oedeem: zwachtelen vingers tijdens wandelen Aanpassingen om de grip te verbeteren: penaanpassing bij schrijfmoeilijkheden, diametervergroter bij geen volledige vuist antislip Valpreventie op hogere leeftijd Voorkomen van ongevallen: Consument en veiligheid: kluszen.nl, Voorkom overbelasting: muisarm.nl 125
126 Herwonnen bewegingsvrijheden, kinderspel?
127 Alex Terng - plastisch chirurg
POLSKLACHTEN Alex Terng Plastisch, Reconstructief en Handchirurg 128
Carpale instabiliteit CLASSIFICATIE: 1. dissociatieve carpale instabiliteit (CID) 2. non-dissociatieve carpale instabiliteit (CIND) 3. complex carpale instabiliteit (CIC) 4. adaptive carpale instabiliteit (CIA) 129
Pols Dorsaal Volair 130
131 Pols
Carpale instabiliteit; CID CID: Instabiliteit tussen carpalia zelfde rij, tgv verlies van verband tussen deze carpalia. Korte ligamenten Bv tgv fractuur of ligamentlaesie DISI en VISI worden hier gezien 132
Carpale instabiliteit; CID Proximale CID; Instabiel Scaphoid # met non-union SL-ruptuur LT-ruptuur 133
Carpale instabiliteit; CID DISI (Dorsal Intercalated Segmental Instability) VISI (Volar Intercalated Segmental Instability) 134
Carpale instabiliteit; CID Scaphoid-Lunatum-Triquetrum Bij radair deviatie: Flexie scaphoid, extensie triquetrum Bij ulnair deviatie: Andersom SL-Ligament en LT-ligament 135
Carpale instabiliteit: DISI SL-dissociatie: Scaphoid flecteerd, en lunatum gaat met triquetrum mee, kantelt naar dorsaal. - DISI-stand - SL hoek vergroot 136
Carpale instabiliteit: DISI Terry Thomas teken Afstand scaphoidlunatum vergroot 137
SL-dissociatie Terry Thomas 138
Carpale instabiliteit: DISI SL hoek >60 Lunatum naar dorsaal gekanteld 139
140 Carpale instabiliteit: DISI
Behandeling SL-Dissociatie Acute fase < 3mnd Hechten van het SL-Ligament Immobiliseren met K-draden 141
Behandeling SL-Dissociatie >3mnd Afhankelijk van degeneratieve veranderingen Reconstructie ligament (Brunelli) STT-dese 4-Corner artrodese PRC 142
143
SLAC Wrist SLAC I: Arthrotische afw. proc. Styl. Radii SLAC II: Arthtrotische afw. radiocarpaal SLAC III: Arthrotische afw. midacrapaal 144
Scaphoid # SLAC Behandeling GrII en III: LCTH (4-corner artrodese) 145
Carpale instabiliteit: VISI LT-laesie: Lunatum gaat met scaphoid mee naar volair Extensie Triquetrum - VISI stand - SL-hoek kleiner 146
Carpale instabiliteit: VISI SL-hoek <30 Lunatum naar volair 147
148 Carpale instabiliteit: VISI
Carpale instabiliteit: VISI Behandeling Acute fase: Hechten LT-ligament Chronische fase: LT-dese 149
Carpale instabiliteit Als LT en SL-ligament gelaedeerd, gebeurd er niets met het os Lunatum, qua positie 150
Carpale instabiliteit: CIND Carpal Instabiliteit Non-Dissociatief: Samenhang tussen de rijen verdwenen: - Midcarpaal - Radio-carpaal - Gaat om langere ligamenten 151
Carpale instabiliteit: CIC Carpale Instabiliteit Complex: Combi CID en CIND BV: Perilunate luxatie: SL-lig/ LT-lig en Radio-lunate/Radio-capitate ligamenten gelaedeerd 152
Carpale instabiliteit: CIC Behandeling afhankelijk van de oorzaak 153
Carpale instabiliteit: CIC 39 jarige man, dag eerder van dak gevallen. Pijnlijke pols 154
155 Luxatie lunatum behandeld
156 Eindresultaat
157 30-9-2010 40-jarige man metalen pijp op hand
158 4-10-2010
159 22-12-2010
Carpale instabiliteit: CIA Adaptieve Carpale Instabiliteit: Oorzaak buiten pols BV Malunion van dist. Radius# Geen echte carpale instabiliteit Adaptief 160
161 Carpale instabiliteit: CIA
DRUj en TFCC Alex Terng, Plastisch Chirurg 162
DRUj Distale radio-ulnaire gewricht TFC Geassocieerde ligamenten-complex 163
TFCC Confluentie van ligamenten Fibro-cartilage Kapsel aanhechtingen 164
TFCC :Ligamenten Dorsale radio-ulnaire ligament Van dorsale rand dist. radius naar fovea en proc.styl.ulnae Palmaire radio-ulnaire ligament Van volaire rand dist. radius naar fovea en proc.styl.ulnae 165
166
167
TFCC TFC: Klein meniscus-achtige disc tussen palmaire en dorsale radio-ulnaire ligamenten 168
169
Onderzoek L.O: Onderzoek in verschillende posities pols, en vergelijk met andere zijde. Palpatie Piano-toets fenomeen Ballotement pisiforme en triquetrum 170
Onderzoek Rontgen foto s: AP en Lateraal. Slechte laterale foto kan mis-interpretatie geven Loaded / Vuistgreep foto 171
172
Onderzoek CT 173
Onderzoek CT: Ook erg belangrijk bij intra-articulaire dist. radius #. Standaard X-foto onderschatten DRUj betrokkenheid 174
Onderzoek MRI: Ter beoordeling TFCC Andere weke delen 175
Acute Laesies: Behandeling Spalk 6 wkn: Fractuur behandelen Soms K-draad immob. Nodig voor DRUj 176
Acute Laesies: Behandeling Als TFCC ook gelaedeerd: Repositie DRUj zonder herstel TFCC Wel acuut TFCC herstel bij: Locked of incongruente repositie Persisterende symptomen na adequate immobilisatie 177
Chronische Laesies: Behandeling Presentatie: Instabiliteit Angulaire of rotatie-deformiteit Verminderde beweeglijkheid Post-traumatische arthrose 178
Chronische Laesies: Behandeling Immobilisatie met brace: Weinig steun, weinig literatuur 179
Chronische Laesies: Behandeling Weke delen reconstructie: Bij patienten met chronische instabiliteit en intacte gewrichts-oppervlakken 180
Chronische Laesies: Behandeling Reconstruction van de ulnocarpale ligamenten: Boyes/Bunnel: FCU strip door DRU-kapsel, dan door boorgat in dist. ulna 181
182
Chronische Laesies: Behandeling Techniek gericht op herstel volaire en dorsale radio-ulnaire ligamenten (Palmer): Peesgraft door ulna-hals, bij fovea eruit, en door dist. Radius heen 183
184 Chronische Laesies: Behandeling
Chronische Laesies: Behandeling: Osteotomien Osteotomien bij angulaire deformiteit ulna of radius 185
Chronische Laesies: Behandeling: Osteotomien Resectie-arthroplastiek: Darrach Geindiceerd bij pijnlijke of verminderde beweeglijkheid thv DRUJ Posttraumatische of bij RA 186
Chronische Laesies: Osteotomien: Darrach Resectie ulna kop, met post-operatief snelle mobilisatie Complicatie: Klachten tgv ulna-stomp: Stabiliseren met bv FCU-slip (distaal gebaseerd) 187
188 Chronische Laesies: Osteotomien: Darrach
Chronische Laesies: Behandeling: Osteotomien Hemiresectie interpositie arthroplastiek (Bowers plastiek): Geindiceerd bij DRUJ instabiliteit/artrose met een intact of te repareren TFCC Voordeel boven Darrach: Intacte ulnaire pijler 189
Chronische Laesies: Osteotomien: Bowers Plastiek Oblique osteotomie ulna, sparen proc. styl. ulnae en TFCC. Dan interpositie van fascie of pees tussen De radius en ulna om abutment te voorkomen 190
Chronische Laesies: Osteotomien: Bowers Plastiek 191
Chronische Laesies: Behandeling: Osteotomien Sauve-Kapandji procedure: Bij jongere patienten met posttraumatische veranderingen thv DRUJ Bij RA- patienten met hoger risico carpale translatie 192
Chronische Laesies: Osteotomien: Sauve-Kapandji Arthrodese DRUj Creeren proximale pseudo-arthrose 193
Chronische Laesie Osteotomien: Sauve-Kapandji 194
Chronische Laesies: Behandeling Ulnakop-prothese: Begonnen met siliconen (Swanson): Verlaten na meldingen van dislocatie en siliconen-synovitis Metalen ulnakop-prothesen 195
Chronische Laesies: Behandeling: Ulnakop- prothese 196
Chronische Laesies: Behandeling: Ulnakop- prothese Recente ulnakopprothesen: Goede resultaten, maar nog maar korte FU 197
Chronische Laesies: Behandeling: Reven Dorsale ligament Reven dorsale radio-ulnaire ligament. 198
Hand en pols blijven boeien 199
200
Hand en polsproblemen : Een multi-disciplinaire aanpak Je kan het nooit alleen!!! 201
202 SAMENWERKING