R-92-32 Ing. J.A.G. Mulder Leidschendam, 1992 Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkee rsveiligheid SWOV



Vergelijkbare documenten
SWOV-Factsheet. Verkeersdoden in Nederland

Advies over (verhoging van) rijsnelheden van bromfietsers als gevolg op de maatregel Bromfiets op de rijbaan

Recente ontwikkelingen in de veiligheid van snorfiets ers

Effectmeting bebording SlowRiders Amsterdam Oktober 2012

SWOV-Factsheet. Verkeersdoden in Nederland

Bijlage: verkeersonderzoek Engweg e.o. (concept) 04 februari 2011

HET EFFECT VAN MARKERINGEN AAN DE ACHTERZIJDE VAN VRACHTWAGENS

Snelheid van blauwe brommers op fietspaden in 2012

Bij antwoord datum, kenmerk en onderwerp vermelden

Aanvullende rapportage verkeersveiligheidseffecten experimenten 130km/h

Evaluatie verkeersveiligheidseffecten 'Bromfiets op de rijbaan'

DE ONVEILIGHEID OP WEGGEDEELTEN MET BROMFIETSERS OP DE RIJBAAN EN FIETSERS OP HET FIETSPAD

Monitoring gebruikerstevredenheid invoering 130 km/h

Kentekenonderzoek Nunspeet. - gebied Stakenberg - Gemeente Nunspeet

De zomer in volle gang: toename e-bike ongevallen, het grijze imago van de e-bike neemt af. Ongevallenoverzicht 25 juli 2018

Simon Arndt, Directie Bedrijfsvoering, afdeling FB/Onderzoek en Statistiek. Mariëlle Bartels//Rien de Vries, directie Stad, stadsontwikkeling

ANALYSE (BROM)FIETSONGEVALLEN MET DODELIJKE AFLOOP 1978 T/M 1981

Kennis, gedrag en houding scooterrijders 2013 Gemeente Amsterdam, DIVV

De veiligheid van gemotoriseerde tweewielers

Het wel en wee van de brom- en snorfietser Resultaten van een meningenpeiling onder brom- en snorfietsrijders.

FINANCIERINGSBAROMETER

Beknopte beschrijving van het alcoholgebruik van automobilisten in weekeindnachten

Verkeersregistratie. Intensiteit / Snelheid / Classificatie meting. Telpunt 1: Voorbeeldstraat wegvak N999 - Demostraat

FINANCIERINGSBAROMETER

DERTIG KAN HET ANTWOORD ZIJN

Verkeersveiligheidsonderzoek naar jongeren in het verkeer. Actuele stand van zaken op basis van de politieregistratie

Evaluatie pilot belonen in het verkeer 11 juli 2013

R Ir. A. Dijkstra Leidschendam, 1989 Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid SWOV

Voorburg, 21 januari 197~ Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid SWOV

Cijfers over stijging aantal dodelijke fietsongevallen in 2006

Bataviastad. Parkeeronderzoek Parkeerdrukmeting en inzittenden telling

Samenwoonschool Nigtevecht

3.2 Effecten van onbemande snelheidshandhaving op autosnelwegen in Vlaanderen

Handleiding voor Verkeersveiligheidsrapportage (R-97-11)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Actieplan Jonge Bromfietsers 3 september 2004

SAMENVATTING. Speerpunt gordel. Achtergrond en doel perceptieonderzoek

Consult aan de Rijksdienst voor het Wegverkeer

Beheer en onderhoud. 4 onafhankelijke onderzoeken: 1. Federal Highway Administration. 2. Low Cost Measures. 3. Warnke Studie. 4.

Onderzoek Test website door het Stadspanel Helmond

Het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer wordt gewijzigd als volgt:

Kleine snelheidsverschillen Verklein de snelheidsverschillen voor meer fietsveiligheid.

waar of niet waar vrouwen doen beter rijexamen dan mannen

POSITIE EN VOORRANGSREGELING VAN FIETSERS EN BROMFIETSERS OP ROTONDES "NIEUWE STIJL"

Bromfiets verzekering

Waar winkelen de inwoners van de gemeente Ede? Een onderzoek op basis van 304 winkelmomenten

Bromfiets verzekering

Wijzigingen vervoersongevallen m.i.v. 1/1/2015

Rapportage. Evaluatie onderzoek Het succes van de stimuleringsregeling E-bike

Nieuwe regels voor het rijbewijs. Het rijbewijs na implementatie van de derde Europese rijbewijsrichtlijn

Aantal dode bromfietsers/jaar

Bromfiets verzekering

Fietsongevallen en alcohol

Vervoer in het dagelijks leven

Hoofdstuk 6. Bezoek burgerzaken

Memo. Locaties verkeersonderzoek. Plaats en datum Referentienummer Kenmerk Alkmaar, 12 december Aan Steven de Kreek, Wherestad.

Verkeerswetgeving fietsers

Ing. J.A.G. Mulder Leidschendam, 1990 Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkee rsveiligheid SWOV

7.1. Praktische-opdracht door een scholier 1763 woorden 6 mei keer beoordeeld

Verkeersontwikkelingen in de Boomberglaan

De belangrijkste conclusies die op basis van de tellingen in 2018 (in vergelijking met 2016) kunnen worden getrokken zijn:

Veilig onderweg met de e-bike

Landen Factsheet Nederland

Beoordelingsprotocol objectkenmerken

R<tvf1 p Or ~ 2-0 DE GEBRUIKERS VAN HET BADHUIS WOENSEL. Eindhoven,.januari Afdeling Onderzoek en Statistiek der Gemeentesecretarie.

Fietsparkeren in Leiden

WEINIG FIETSEN ZONDER RODE REFLECTOR

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages

Hoofdstuk 10. Arbeidsmarkt

NIEUWSBRIEF BURGERPANEL OVERSCHIE

Het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 wordt als volgt gewijzigd:

Resultaten kentekenonderzoek vrachtverkeer N280 (tussen afslag Kelpen-Oler- Duitse grens)

STADSPANEL DEN HAAG SOCIAL MEDIA

LICHTE GEMOTORISEERDE TWEEWIELERS: FIETS, BROMFIETS OF? Werner De Dobbeleer, VSV Politiecongres 26 oktober 2015

Hoofdstuk 15. Gemeentelijke website

Ongevallen van brom- en snorfietsers. P.C. Noordzij

Zeg niet te gauw t is weer een vrouw Vandaag 8 maart is het de internationale dag van de vrouw

Initiatiefvoorstel voor de raadsvergadering van 4 april 2012

voertuigen per etmaal) 2009 Zuid (naar Wijk bij Duurstede) % Noord (naar Maarn) % Totale intensiteit:

Factsheet persbericht

Wat levert het vaccineren tegen griep op?

VERKEER OP DE RINGDIJK ENQUÊTE ONDER BEWONERS, BEDRIJVEN EN DORPSRADEN

Tevredenheid over MEE. Brancherapport Een onderzoek in opdracht van MEE Nederland. Marieke Hollander Betty Noordhuizen BA3913

Ongevallenanalyse Quick-Scan WEGVAK N241 van N248 tot N242

Publieksonderzoek Eerlijke bloemen met Moederdag

Verkeersveiligheidsmonitor. Gemeente Slochteren

a) Wat was de gemiddelde snelheid gemeten vóór de opstelling van de trajectcontrole?

P r o v i n c i e F l e v o l a n d

Basisschool! De Zevensprong

Strategisch plan verkeersveiligheid. Kennisnetwerk SPV

s-hertogenbosch, 9 oktober 2014 Schriftelijke vragen ex. Artikel 39 van het Reglement van Orde Snorscooters uit de binnenstad en van de fietspaden

Personeel BAR-gemeenten in beeld

Voorburg, mei 1976 Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid SWOV

R Mr. P. Wesemann Voorburg, 1981 Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid SWOV

Hoofdstuk 4. Contact en beoordeling gemeente

VERKEERSQUIZZ. Veel plezier ermee!

Enquête SJBN

Stadsenquête Leiden 2004

FAQ Fietspad Helmond-Eindhoven: Nr. Categorie Vraag Antwoord

Boodschappenservice Binnenstad Amsterdam

Transcriptie:

SNELHEIDSGEDRAG VAN GEMOTORISEERDE TWEEWIELERS Een pilotstudie naar de rijsnelheden van snorfietsers en bromfietsers R-92-32 Ing. J.A.G. Mulder Leidschendam, 1992 Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkee rsveiligheid SWOV

- 2 -

- 3 - INHOUD 1. Inleiding 2. Doelstelling van het onderzoek 3. Methode van onderzoek 3.l. De steekproefomvang 3.2. De meetplaatsen 3.3. De meettijden 3.4. De meetgegevens 4. De resultaten 4. 1. Algemeen 4.2. Snorfietsen 4.2.l. Naar snelheid en binnen of buiten de bebouwde kom 4.2.2. Naar snelheid en geslacht 4.2.3. Naar snelheid en leeftijd 4.2.4. Helmgebruik 4.3. Bromfietsen 4.3.l. Naar snelheid en binnen of buiten de bebouwde kom 4.3.2. Naar snelheid, geslacht en binnen of buiten de bebouwde kom 4.3.3. Naar snelheid, leeftijd en binnen of buiten de bebouwde kom 4.3.4. Helmgebruik 5. Betrouwbaarheid van de resultaten 6. Samenvatting en conclusies Afbeeldingen 1 t/m 4 Tabellen 1 t/m 4 Bijlage 1

- 4-1. INLEIDING Regelmatig duiken er in de media berichten op als zouden er bij de gemotoriseerde tweewielers als bromfietsen en snorfietsen vooral de berijders van snorfietsen zich niet aan de voor hen geldende maximum snelheid houden. Bovendien wordt er in sommige van die berichten ook gesuggereerd dat veel snorfiets ers, met name door dat gedrag, vaak bij ongevallen betrokken zouden zijn. Voor snorfietsen geldt zowel binnen als buiten de bebouwde kom een maximum snelheid 25 km/uur. De steeds terugkerende berichten en het ontbreken van feitelijke snelheidsgegevens waren reden voor de SWOV om in een pilot-onderzoek het snelheidsgedrag van snorfiets ers nader te onderzoeken. Afhankelijk van de uitkomsten zou kunnen worden besloten tot onderzoek op grotere schaal. Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om ook het snelheidsgedrag van bromfietsers nader te bekijken. Zoals bekend geldt voor bromfietsers binnen de bebouwde kom een limiet van 30 km/uur en een limiet van 40 km/uur daarbuiten.

- 5-2. DOELSTELLING VAN HET ONDERZOEK De bewering dat er iets mis zou zijn met het snelheidsgedrag van de snorfietser en dat er op grote schaal sprake zou zijn van het opvoeren van motoren houdt gestaag aan. Het is niet duidelijk op welke feitelijke gegevens deze bewering berust en ook bij de SWOV ontbraken deze gegevens. Het doel van het onderzoek was dan ook om zo onopvallend mogelijk de rijsnelheden van snorfietsen vast te stellen en te bepalen of en zo ja in welke mate zowel binnen als buiten de bebouwde kom de limietsnelheid wordt overtreden. Daarbij is het ook van belang vast te stellen of geslacht en leeftijd daarbij een rol spelen. Teneinde de meetperiode zo efficiënt mogelijk te benutten is besloten ook aandacht te besteden aan het snelheidsgedrag van bromfietsers binnen en buiten de bebouwde kom. Daarbij is ook gekeken naar het helmgebruik.

- 6-3. METHODE VAN ONDERZOEK Om de rijsnelheden te kunnen vaststellen werd gebruik gemaakt van een radarapparaat van de firma Gatsometer bv. Dit radarapparaat werd op de hoedenplank van een langs de kant van de weg geparkeerde auto geïnstalleerd en voor passanten verborgen met voor hoedenplanken normaal uitziende kledingstukken. Afhankelijk van de volgafstanden werd van zoveel mogelijk snorfietsen en bromfietsen de snelheid geregistreerd. 3.1. De steekproefomvang Om te bezien welke aantallen verwacht zouden kunnen worden is gebruik gemaakt van de parkcijfers voor bromfietsen uit de CBS-statistiek per 1 augustus 1990. Meer recente gegevens ontbreken. Deze parkcijfers maken geen onderscheid tussen snorfietsen en bromfietsen. Voor de bepaling van het snorfietspark is gebruik gemaakt van door de RA! verstrekte gegevens over het aantal verkochte snorfietsen sinds de invoering in 1985 tot en met 1990. Uitgaande van de veronderstelling dat er tussen 1985 en 1990 nauwelijks verliezen optreden kunnen om het park te bepalen de aantallen verkochte snorfietsen in die periode gesommeerd worden. Jaar Aantal bromen snorfietsen l ) Aantal verkochte snorfietsen 2 ) 1985 1986 1987 1988 1989 1990 534.000 564.000 516.000 516.000 474.000 488.000 4.900 11.100 16.300 13.700 20.500 30.000 Aantal snorfietsen per 1 augustus 1990 96.500 Percentage snorfietsen van het totaal 19,8% 1) totaal aanwezig per 1 augustus; bron: CBS. 2) Bron: RAl Op deze wijze komt men als maximum schatting van het percentage snorfietsen op het totale aantal tweewielers van rond de 20%.

- 7 - Uit een aantal proefmetingen bleek dat er vrij veel tijd nodig was om een voldoende aantal snorfietsen te bereiken, ondanks het feit dat er werd gemeten op bekende en veel gebruikte routes Het aantal snorfietsen werd vastgesteld aan de hand van de te verwachten aantallen snorfietsen per 10 à 15 bromfietsen per uur. In de steekproef werd uitgegaan van zo'n 50 snorfietsen. 3.2. De meetplaatsen Om te voorkomen dat er bij de metingen verstoringen zouden optreden door radarreflectie van andere voertuigen, werd uitsluitend gemeten op wegen met vrij liggende fietspaden, waar bromfietsverkeer is toegestaan. Zo werd in Amsterdam gemeten in de Haarlemrnerstraat en in de Wibautstraat, en in Den Haag op de Loosduinsekade. In het Westland viel de keus op Poeldijk, de Monsterseweg en de N-2l3 en in Zoeterwoude de Rijndijk tegenover de Heinekenfabrieken. De N-2l3 onder Poeldijk en de Rijndijk bij Zoeterwoude zijn wegen buiten de bebouwde kom, alle overige meetplaatsen zijn binnen de bebouwde kom. Reserve meetplaatsen werden achter de hand gehouden in het geval de bereikte aantallen te gering zouden blijken. Deze reserve meetplaatsen waren de Mient in Den Haag en de Sir Winston Churchilliaan in Rijswijk tegenover het winkelcentrum "In de Bogaard". 3.3. De meettijden De metingen waren gepland op maandag 6 april tlm woensdag 8 april 1992. Donderdag 9 april werd in reserve gehouden indien de aantallen snorfietsen te laag zouden blijken. Tijdens de loop van het onderzoek bleek dat op die dag aanvullende metingen nodig waren. De meettijden waren als volgt : maandag 6 april Amsterdam Haarlemmerstraat van 07.30 09.30 uur Wibautstraat van 15.30-18.00 uur dinsdag 7 april Poeldijk Monsterseweg van 07.30 09.30 uur N-213 van 15.30-18.00 uur woensdag 8 april Den Haag Loosduinsekade van 07.30 09.30 uur Zoeterwoude : Rijndijk van 15.30-18.00 uur donderdag 9 april Den Haag de Mient van 07.30-09.30 uur Rijswijk S.\o1. Churchill1. van 15.30-18.00 uur

- 8-3.4. De meetgegevens Voor het onderzoek werd een formulier ontworpen, waarop de volgende gegevens konden worden vermeld: Algemene informatie - datum - periode (per uur) - locatie - weersomstandigheden Specifieke informatie - gemeten snelheid - type brom- of snorfiets Informatie betreffende de bestuurder - geslacht leeftijd in twee categorieën: jonger of ouder dan 20 jaar - al of niet dragen van de helm Het formulier is opgenomen als Bijlage 1

- 9-4. DE RESULTATEN 4.1. Algemeen De eerste meetdag in Amsterdam leverde een oogst 17 snorfietsen en 105 bromfietsen. De tweede meetdag leverde slechts één snorfiets. Derhalve stond al vast dat de reserve dag nodig zou zijn om grotere aantallen te bereiken. In totaal kon van 46 snorfietsen en van 387 bromfietsen de snel heid worden vastgesteld. Het percentage snorfietsen is 10,6% van het totaal. Ten opzichte van het park lijkt de snorfiets in deze steekproef wat ondervertegenwoordigd. Het is overigens niet onmogelijk dat dit wordt veroorzaakt door de gebruiksmogelijkheden. De bromfiets zal wellicht voor de wat grotere afstand worden gebruikt en daardoor wat vaker worden waargenomen. 4.2. Snorfietsen 4.2.1. Naar snelheid en binnen of buiten de bebouwde kom De maximum snelheid voor snorfietsen is overal in Nederland 25 km/uur. Uit de metingen blijkt dat deze snelheidslimiet door 48% van de snorfietsers wordt overschreden (Tabellen Afbeelding 1). Hoewel de aantallen buiten de bebouwde kom klein zijn, lijkt het erop dat er buiten de bebouwde kom eerder de neiging bestaat om de limiet te overschrijden. Ondanks het percentage overtreders is het snelheidsgedrag van snorfietsers anders dan van bromfietsers en minder extreem. Snelheden van meer dan 40 km/uur komen niet voor en een kwart van de snorfietsers rijdt niet meer dan 5 km/uur sneller dan is toegestaan. 4.2.2. Naar snelheid en geslacht Onder het totale aantal snorfietsers waren 29 mannen en 17 vrouwen, resp. 63% en 37%. Bij alle geregistreerde voertuigen was dit resp. 79% en 21%. Dit zou kunnen betekenen dat de snorfiets bij vrouwen een populairder vervoermiddel is. Van de mannen overschreed 60% de limiet, bij de vrouwen was dat 30% (Tabel 2 en Afbeelding 2).

- 10-4.2.3. Naar snelheid en leeftijd Van de waargenomen snorfietsers waren er 21 jonger dan 20 jaar en 25 ouder, resp. 46% en 54% (Tabel 3). Van de jongeren overschreed 57% de maximum snelheid, bij de ouderen dan 20 jaar was dat 40% (Afbeelding 3). 4.2.4. Helmgebruik Hoewel helmgebruik niet verplicht is werden onder de 46 snorfietsers er vier aangetroffen die een helm droegen (Tabel 4 en Afbeelding 4). 4.3. Bromfietsen 4.3.1. Naar snelheid en binnen of buiten de bebouwde kom Van het totale aantal van 387 bromfietsen werd 53% binnen de bebouwde kom aangetroffen en 47% daarbuiten. Voor de bromfiets geldt op wegen binnen de bebouwde kom een maximum snelheid van 30 km/uur en daarbuiten 40 km/uur. Uit de metingen blijkt dat binnen de bebouwde kom 72% de limiet overschrijdt, waarvan 15% met meer dan 10 km/uur. Ongeveer een derde van de bromfietsers rijdt net iets snel ler (5 km/uur) dan de limiet. Buiten de bebouwde kom is het aantal overtreders 20%, waarvan 15% de limiet met niet meer dan 5 km/uur overschrijdt. Sneller dan 50 km/uur rijdt buiten de bebouwde kom 2% van de bromfietsers (Tabel Sen Afbeelding 5). Los gezien van de limietsnelheden is het snelheidsgedrag van bromfietsers binnen en buiten de bebouwde kom niet duidelijk verschillend. 4.3.2. Naar snelheid. geslacht en binnen of buiten de bebouwde kom Binnen de bebouwde kom werden 205 bromfietsers waargenomen en 182 daar buiten. Zowel binnen de bebouwde kom als daarbuiten blijken mannen de belangrijkste gebruikers van de bromfiets. In beide gevallen blijkt slechts 19% van de bestuurders een vrouw Binnen de bebouwde kom rijdt 75% van de mannen sneller dan 30 km/uur. Ee n derde van de mannelijke overtreders rijdt niet meer dan 5 km/uur te hard en 7% van hen rijdt meer dan 10 km/uur sneller.

- 11 - Bij de vrouwen is dat niet veel anders, hoewel iets gematigder. Slechts 28% van hen houdt zich aan de maximum snelheid. Ook bij hen rijdt ongeveer een derde niet meer dan 5 km/uur sneller (Tabel 6 en Afbeelding 6). Buiten de bebouwde kom overschrijden 22% van de mannen en 18% van de vrouwen de maximum snelheid van 40 km/uur. Bij de vrouwen rijdt 44% een snelheid tussen de 30 en 40 km/uur. Bij de mannen is dat 50%. Ook buiten de bebouwde kom is het snelheidsgedrag van vrouwen iets meer gematigd (Tabel 7 en Afbeelding 7). 4. 3.3. Naar snelheid, leeftijd en binnen of buiten de bebouwde kom Van de 205 bromfietsers binnen de bebouwde kom kon bij 204 de leeftijd worden geschat. Van hen was 75% jonger dan 20 jaar en daarvan overschreed 77% de toegestane snelheid; 21% deed dat met meer dan 10 km/uur. Bij de ouderen dan 20 jaar overschreed ook nog altijd 58% de maximum snelheid, maar die beperken zich tot maximaal 10 km/uur meer. De ouderen dan 20 jaar lijken in het algemeen te tenderen naar wat gematigder gedrag (Tabel 8 en Afbeelding 8). De leeftijdverdeling van de bromfietsers buiten de bebouwde kom wijkt niet veel af van die binnen de bebouwde kom: 73% van hen is jonger dan 20 jaar. Het aantal overtreders onder hen zowel jongeren als ouderen dan 20 jaar - is echter beduidend minder dan binnen de bebouwde kom. Slechts 20% van elk van de categorieën rijdt sneller dan 40 km/uur. Met betrekking tot snelheidsgedrag buiten de bebouwde kom onderscheiden jongeren en ouderen dan 20 jaar zich niet zo sterk als binnen de bebouwde kom. In beide groepen rijdt ongeveer de helft met een snelheid die minder dan 10 km/uur lager is dan de limiet (Tabel 9 en Afbeelding 9), 4,3.4. Helmgebruik Van 386 waargenomen bromfietsers droegen er 12 geen helm; dat is 3% van het totaal, Het niet dragen van de helm gebeurde op een uitzondering na alleen binnen de bebouwde kom (Tabellen 10 en 11 en Afbeeldingen 10 en 11). Van één bromfietser is het helmgebruik niet vastgesteld.

- 12-5. BETROUWBAARHEID VAN DE RESULTATEN Tijdens de uitvoering van het onderzoek ontstond twijfel aan het naar behoren functioneren van het gebruikte radarapparaat. Niet eerder waargenomen reflecties van met name zware voertuigen verstoorden in een aantal gevallen de metingen en bovendien ontstond, vergeleken met visuele waarneming, twijfel aan de juistheid van de gemeten snelheden. Voor alle zekerheid zijn, in samenwerking met de fabrikant, vergelijkende metingen uitgevoerd met een ander apparaat. Daarbij is gebleken dat het bij het onderzoek gebruikte apparaat weliswaar op alle bewegende objecten reageerde, maar daarbij steeds een iets lagere snelheid registreerde. De hier gepresenteerde resultaten geven naar alle waarschijnlijkheid dus een geflatteerd beeld van de werkelijk gereden snelheden.

- 13-6. SAMENVATTING EN CONCLUSIES In de media wordt gewag gemaakt van het feit dat er met name bij de categorie snorfietsen sprake zou zij van onaangepast snelheidsgedrag. Concrete gegevens daarover ontbraken echter. Dit was voor de SWOV reden om een kleine pilotstudie uit te voeren. Gedurende een aantal dagen werd gemeten op tijden waarop verwacht kon worden dat de meeste snorfietsen (en bromfietsen) op de weg zijn. Het bleek niet eenvoudig om een redelijk aantal metingen aan snorfietsen te krijgen. De snorfiets is kennelijk toch nog niet zo ingeburgerd. Op grond van de parkcijfers zou er zo'n 20% van het tweewielerpark aan snorfietsen aanwezig moeten zijn. Tijdens het onderzoek werden slechts 46 snorfietsen geregistreerd tegenover 387 bromfietsen. De verhouding in het rijdend park is dus kennelijk anders, dan wel is het gebruik van de snor fiets minder aan drukke uren gebonden. Uit de metingen blijkt dat de maximum snelheid van 25 km/uur die aan snorfietsen is toegestaan door 48% van de berijders wordt overschreden. Dit betreft dan vooral jongere mannelijke bestuurders. Vrouwen lijken in het algemeen een wat gematigder snelheidsgedrag te vertonen. Op wegen binnen de bebouwde kom mag met de bromfiets niet sneller worden gereden dan 30 km/uur. Uit de metingen blijkt dat 72% van de berijders die limiet overschrijdt, waarvan 15% met meer dan 15 km/uur. Onder de overtreders is geen duidelijk onderscheid tussen mannen en vrouwen. Het merendeel (75%) van de bromfietsers die binnen de bebouwde kom zijn waargenomen was jonger dan 20 jaar en 77% van hen reed sneller dan toege staan; en 10% met meer dan 10 km/uur. Ouderen dan 20 jaar zijn in het algemeen iets gematigder. Op wegen buiten de bebouwde kom, waar de limiet 40 km/uur is, is het per centage overtreders 20% (18% van de vrouwen en 22% van de mannen), 15% doet dat met niet meer dan 5 km/uur. De leeftijdverdeling van bromfietsers op wegen buiten de bebouwde kom wijkt niet veel af van die daarbinnen: 73% is jonger dan 20 jaar. Ook is vastgesteld dat 3% van de bromfietsers geen gebruik maakte van de helm. Op één uitzondering na gebeurde dat uitsluitend binnen de bebouwde kom.

- 14 - Geconcludeerd kan worden dat zowel onder de bromfietsers op wegen binnen de bebouwde kom als onder de snorfietsers sprake lijkt te zijn van een aanzienlijk aantal overtreders. Het feit dat ten gevolge van een storing aan het radarapparaat steeds te lage snelheden zijn gemeten, dit betekent in ieder geval dat het percentage overtreders in werkelijkheid groter zal zijn. Deze notitie moet worden beschouwd als een verslag van de metingen die beperkt van omvang waren en waaraan geen generaliserende conclusies te verbinden zijn, maar die eerder leiden tot aanwijzingen. Het verdient aanbeveling om dit pilotonderzoek op wat grotere en meer landelijk gespreide schaal te herhalen, waarbij in ieder geval een groter aantal snorfietsers kan worden onderzocht.

- 15 - AFBEELDINGEN 1 TIK 11 Afbeelding I. Percentages snorfietsers binnen en buiten de bebouwde kom naar snelheid. Afbeelding 2. Percentages snorfietsers naar geslacht en snelheid. AfQeelding 3, Percentages snorfietsers naar leeftijd en snelheid. Afbeelding 4, Percentages snorfietsers naar helmgebruik en snelheid. Afbeeldi.ng 5, Percentages bromfietsers binnen en buiten de bebouwde kom naar snelheid. Afbeelding 6, Percentages bromfietsers binnen de bebouwde kom naar geslacht en snelheid. Afbeelding 7. Percentages bromfietsers buiten de bebouwde kom naar geslacht en snelheid. Afbeelding 8, Percentages bromfietsers binnen de bebouwde kom naar leeftijd en snelheid. Afbeelding 9. Percentages bromfietsers buiten de bebouwde kom naar leeftijd en snelheid. Afbeelding 10, Percentages bromfietsers binnen de bebouwde kom naar gebruik van de helm en snelheid. Afbeelding 11, Percentages bromfietsers buiten de bebouwde kom naar gebruik van de helm en snelheid.

Pet"r~h';Je '1>11 - i ~-; ;8., 1,, ~A, (tl J. I I,. :0 -l I I 59-1 I 4e ~ L~3Efda ~ J-15 ~ 16-28 m 21-25 26-38 ~ :i1-3s ~'9 ~ I' :6-49 19 0 ~ I:;:;:;:;:;:;: ;:;::: ~:;: i: i:.~ D 41-45 blbeko ~o totaal g 4,S-!f 0 :' ~~ Afbeelding 1. Percentages snorfietsers binnen en buiten de bebouwde kom naar snelheid.

E 21-25 ~ 3t-:i5 li7.i:l ~ D ',, " 41-45 Afbeelding 2. Percentages snorfietsers naar geslacht en snelheid.

E 21-~'5 ~~ 31-35 D 41-45 ( :'9 jr ) 29 jr totaal g 46-~ o '} ~Jj Afbeelding 3. Percentages snorfietsers naar leeftijd en snelheid.

p~:~h ~ 1.~1C!a ~ )-15 ~î> rtl ttt. 16-:9 m 2HS 4e Jj 28-26-38 ~ 31-35 ~ I. 'i/ ~-4Q 19 0 4145 a j~ r;h totul g 4.)-51) gebruik 'M de hel. D. \')8 Afbeelding 4. Percentages snorfietsers naar helmgebruik en snelheid.

IIII! i i 11 i 1111111111111111111 mlllllllll!!i mil 111! 11111,..... '1. '.....,...,!.......... I,........ "' 1 I'...... I 26-!8. ~ 31-35 ~-e ~/> 36-48 18 e bib&lco wtelco totnl n 0.. 41-45 46-59 0 :' ~ Afbeelding S. Percentages bromfietsers binnen en buiten de bebouwde kom naar snelheid.

..... ". ".. 11 2s-18 411 r Y4 31-35 o 41-45 tohll Afbeelding 6. Percentages bromfietsers binnen de bebouwde kom naar geslacht en snelheid.

~~!!'iii!ii!! ~ &-15 ~......,. 11 26-J8 ~ 31-35 D 41-45 liiiin 'o'y'ulw totnl 11 4ó-!<e Afbeelding 7. Percentages bromfietsers buiten de bebouwde kom naar geslacht en snelheid.

~ +. I.~. ' 1 '-"'" t IJ.. '!1 B 21-25 ~ ''// 'I,,.~~ D 41-<15 ( 28 jr ) 28 jr totaal [I 46-~ nl I -' ;, 'Se Afbeelding 8. Percentages bromfietsers binnen de bebouwde kom naar leeftijd en snelheid.

~~C~t,l'~ l~ l, =!'m' I~@mmm~ ~ -i,',........ I '........... i!i'!:!! I: ii! ~:x,~, 31-35 ( 29 jr tohal D 41-45!I 46-~ Afbeelding 9. Percentages bromfietsers buiten de bebouwde kom naar leeftijd en snelheid.

. :.. : : : :.. : : : ' 1 111.111111111 111 1111 11 11 II.oU I.... '" 1 m 2H'i. D 41-45 totaal III 46-:~ D )58 Afbeelding 10. Percentages bromfietsers binnen de bebouwde kom naar gebruik van de helm en snelheid.

!.1 ~ 'J' f ' "ti t"tt, ~~--Q m 21-25 ~ 31-35 ~..... T. ' _.11 I I ;ob-..., "f 8.UI: ~I ~l D 41-45 tohil ~ik van de hel. Afbeelding 11. Percentages bromfietsers buiten de bebouwde kom naar gebruik van de helm en snelheid.

TABELLEN 1 T/M 11 Tabel 1, Aantallen en percentages snorfietsers naar snelheid en binnen of buiten de bebouwde kom. Tabel 2, Aantallen en percentages snorfietsers naar snelheid en geslacht. Tabel 3. Aantallen en percentages snorfietsers naar snelheid en leeftijd. Tabel 4. Aantallen en percentages snorfietsers naar snelheid en helmgebruik. Tabel 5. Aantallen en percentages bromfietsers naar snelheid en binnen of buiten de bebouwde kom. Tabel 6. Aantallen en percentages bromfietsers binnen de bebouwde kom naar snelheid en geslacht. Tabel 7, Aantallen en percentages bromfietsers buiten de bebouwde kom naar snelheid en geslacht. Tabel 8. Aantallen en percentages bromfietsers binnen de bebouwde kom naar snelheid en leeftijd. Tabel 9, Aantallen en percentages bromfietsers buiten de bebouwde kom naar snelheid en leeftijd. Tabel 10. Aantallen en percentages bromfietsers binnen de bebouwde kom naar snelheid en helmgebruik. Tabel 11. Aantallen en percentages bromfietsers buiten de bebouwde kom naar snelheid en helmgebruik.

Snf'}'" ~ Jj... Bebouwde kom (aantal) Bebouwd'.. percentage) snot'fi (. 1.:5 binnen buiten totaal binnen t, _, ' 1'1\ totaal 0-15 km/uur 0 0 0 0 0 0 16-20 km/uur 5 0 5 14 0 11 21-25 km/uur 15 4 19 42 40 41 26-30 km/uur 8 3 11 22 30 24 31-35 km/uur 5 1 6 14 10 13 36-40 km/uur 3 2 5 8 20 11 41-45 km/uur 0 0 0 0 0 0 46-50 km/uur 0 0 0 0 0 0 > 50 km/uur 0 0 0 0 0 0 Totaal 36 10 46 100 100 100 Tabel I. Aantallen en percentages snorfiets ers naar snelheid en binnen of buiten de bebouwde kom. ----- Snelheid Geslacht (aantal) Geslacht (percentage) snorfiets man vrouw totaal man vrouw totaal 0-15 km/uur 0 2 0 0 0 0 16-20 km/uur 3 2 5 10 12 11 21-25 km/uur 9 10 19 31 59 41 26-30 km/uur 8 3 11 28 18 24 31-35 km/uur 4 2 6 14 12 13 36-40 km/uur 5 0 5 17 0 11 41-45 km/uur 0 0 0 0 0 0 46-50 km/uur 0 0 0 0 0 0 > 50 km/uur 0 0 0 0 0 0 Totaal 29 17 46 100 100 100 Tabel 2, Aantallen en percentages snorfietsers naar snelheid en geslacht.

Snel~ '~ l 1 Leeftijd (aantal) Leef tij c.,,',' ': centage) snorfu t s <20 jr. >20 jr. totaal <20 jr...." ' j r. totaal 0-15 km/uur 0 0 0 0 0 0 16-20 km/uur 0 5 5 0 20 11 21-25 km/uur 9 10 19 43 40 41 26-30 km/uur 5 6 11 24 24 24 31-35 km/uur 2 4 6 10 16 13 36-40 km/uur 5 0 5 24 0 11 41-45 km/uur 0 0 0 0 0 0 46-50 km/uur 0 0 0 0 0 0 > 50 km/uur 0 0 0 0 0 0 Totaal 21 25 46 100 100 100 Tabel 3. Aantallen en percentages snorfietsers naar snelheid en leeftijd. Sne1heirl Helmgebruik (aantal) Helmgebruik (percentages) snorfiets ja nee totaal ja nee totaal 0-15 km/uur 0 0 0 0 0 0 16-20 km/uur 0 5 5 0 1 1 21-25 km/uur 2 17 19 50 13 9 26-30 km/uur 0 11 11 0 17 19 31-35 km/uur 1 5 6 25 30 31 36-40 km/uur 1 4 5 25 19 22 41-45 km/uur 0 0 0 0 15 12 46-50 km/uur 0 0 0 0 3 4 > 50 0 0 0 0 2 1 Totaal 4 42 46 100 100 100 Tabel 4, Aantallen en percentages snorfietsers naar snelheid en helm - gebruik.

Snplh~ ' ~ Bebouwde kom (aantal) Bebouwd ~ '.. (rercentage) broîllf ~. ~ ".:. binnen buiten totaal binnen ':....... ''1 totaal 0-15 km/uur 0 0 0 0 0 0 16-20 km/uur 2 2 4 1 1 1 21-25 km/uur 13 23 36 6 13 9 26-30 km/uur 43 31 74 21 17 19 31-35 km/uur 66 54 120 32 30 31 36-40 km/uur 49 35 84 24 19 22 41-45 km/uur 21 27 48 10 15 12 46-50 km/uur 10 6 16 5 3 4 > 50 km/uur 1 4 5 0 2 1 Totaal 205 182 387 100 100 100 Tabel 5. Aantallen en percentages bromfietsers naar snelheid en binnen of buiten de bebouwde kom. Snelhe la Geslacht (aantal) Geslacht (pet~entage) bromfiets man vrouw totaal man vrouw totaal 0-15 km/uur 0 0 0 0 0 0 16-20 km/uur 1 1 2 1 3 1 21-25 km/uur 8 5 13 5 13 6 26-30 km/uur 31 12 43 19 32 21 31-35 km/uur 55 11 66 33 29 32 36-40 km/uur 43 6 49 26 16 24 41-45 km/uur 18 3 21 11 8 10 46-50 km/uur 10 0 10 6 0 5 > 50 1 0 1 1 0 0 Totaal 167 38 205 100 100 100 Tabel 6. Aantallen en percentages bromfietsers binnen de bebouwde kom naar snelheid en geslacht.

_. Sn.:. - Geslar:ht: (aé'.nta1j Geslacht. '. '- ('entage) broru:( "e t :, man vrouw totaal man,. ~. f: )o.r totaal ---- 0-15 km/uur 0 0 0 0 0 0 16-20 km/uur 2 0 2 1 0 1 21-25 km/uur 18 5 23 12 15 13 26-30 km/uur 23 8 31 16 24 17 31-35 km/uur 43 11 54 29 32 30 36-40 km/uur 31 4 35 21 12 19 41-45 km/uur 23 4 27 16 12 15 46-50 km/uur 4 2 6 3 6 3 > 50 km/uur 4 0 4 3 0 2 Totaal 148 34 182 100 100 100 Tabel 7, Aantallen en percentages bromfietsers buiten de bebouwde kom naar snelheid en geslacht. Snelheid Leeftijd (aantal) Leeftijd (percentage) bromfip-ts <20jr. >20jr. totaal <20jr. >20jr. totaal 0-15 km/uur 0 0 0 0 0 0 16-20 km/uur 2 0 2 1 0 1 21-25 km/uur 9 4 13 6 8 6 26-30 km/uur 26 17 43 17 34 21 31-35 km/uur 47 18 65 31 36 32 36-40 km/uur 38 11 49 25 22 24 41-45 km/uur 21 0 21 14 0 10 46-50 km/uur 10 0 10 6 0 5 > 50 km/uur 1 0 1 1 0 0 Onbekend 1 0 Totaal 154 50 205 100 100 100 Tabel 8. Aantallen en percentages bromfietsers binnen de bebouwde kom naar snelheid en leeftijd.

Snelheid Leeftijd (aantal) Leeftijd (percentage) bromfiet.s <20j r. >20jr. totaal <20j r. >20jr. totaal 0-15 km/uur 0 0 0 0 0 0 16-20 km/uur 0 2 2 0 4 1 21-25 km/uur 16 9 25 12 18 14 26-30 km/uur 27 4 31 20 8 17 31-35 km/uur 40 14 54 30 29 29 36-40 km/uur 25 10 35 19 20 19 41-45 km/uur 19 8 27 14 16 15 46-50 km/uur 4 2 6 3 4 3 > 50 km/uur 4 0 4 3 0 2 Totaal 135 49 184 100 100 100 Tabel 9. Aantallen en percentages bromfietsers buiten de bebouwde kom naar snelheid en leeftijd. Snelheid Helmgebruik (aantal) Helmgebruik (percentage) bromfiets ja nee totaal ja nee totaal 0-15 km/uur 0 0 0 0 0 0 16-20 km/uur 2 0 2 1 0 1 21-25 km/uur 9 4 13 5 36 6 26-30 km/uur 42 1 43 22 9 21 31-35 km/uur 65 1 66 34 9 32 36-40 km/uur 45 4 49 23 36 24 41-45 km/uur 20 1 21 10 9 10 46-50 km/uur 10 0 10 5 0 5 > 50 km/uur 1 0 1 1 0 0 Totaal 194 11 205 100 100 100 Tabel 10. Aantallen en percentages bromfietsers 12innen de bebouwde kom naar snelheid en helmgebruik.

Sne1he':d Helmgebruik (aantal) Helmgebruik (percentage) bromfiets ja nee totaal ja nee totaal 0-15 km/uur 0 0 0 0 0 0 16-20 km/uur 2 0 2 1 0 1 21-25 km/uur 23 0 23 13 0 13 26-30 km/uur 31 0 31 17 0 17 31-35 km/uur 52 1 53 29 100 29 36-40 km/uur 35 0 35 19 0 19 41-45 km/uur 27 0 27 15 0 15 46-50 km/uur 6 0 6 3 0 3 > 50 km/uur 4 0 4 2 0 2 onbekend 1 0 Totaal 180 1 182 100 100 100 Tabel 11. Aantallen en percentages bromfietsers buiten de bebouwde kom naar snelheid en helmgebruik.

Bijlage 1 ~idg.. ~ " o. -.. Cl coc;. 0 L IC ~ (. C. \of C t " t _..: t;..... 0 t C 0 CJ f" t. L C :, a C' e Cl Cl.. U,,' ol :0 0., 0 C (' 0 Cl C. c: C OL ';:' 0 0 C Cl 0 Cl 0 e.. e c Cl Cl C. C' " tiestui.m:k!r cb:aqas bradfiets V Bral Sncr. type HIV lft helm M,IV helm 1 2 3 4 5 6 \ \ I I I I I I I 7 8 9 10 U 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25