Inhoud Woord vooraf...2 1. Leerplatform...3

Vergelijkbare documenten
Evalueren kan je leren Stagewandeling Natuurgidscursus. Opdracht. Evaluatie 26/11/2013

Natuurgidscursus: toelichting opdrachten

Infobundel voor cursisten

Natuurgidscursus: inleiding

Hoe word ik natuurgids? 3

Evaluatie Terreinstudie: een woordje uitleg

Infobundel voor cursisten

Natuurgids Mechels Rivierengebied

Cursus Natuurgids Turnhout

Ter herinnering: opdrachten - afspraken

Natuurpunt Antwerpen Stad - Nieuwsbrief 2 - Cursus Natuurgids, Gemeenteraadsverkiezingen, activiteiten 1 bericht

STAGEVERSLAG VMBO LEERLING INSTRUCTIE

Stageboekje HOOFDanimator in het jeugdwerk

Methodiek Overzicht les. Soorten excursies. Doelgroepen. Cursus Natuurgids. Soort excursie. Doelgroep. Werkvormen

HANDLEIDING PORTFOLIO GROEPSLESINSTRUCTEUR

Inhoud. Inleiding 9. 5 Planning Leerdoelen en persoonlijke doelen Het ontwerpen van het leerproces Planning in de tijd 89

STAGEVERSLAG VMBO LEERLING INSTRUCTIE

Nr. HANDLEIDING PORTFOLIO GROEPSLESDOCENT INFORMATIE VOOR DE CURSIST / EXAMENKANDIDAAT

SECTORWERKSTUK

Juf Sabine en juf Maaike

Voorbeeld: Ik werk het liefst met een tweetal.

Feedback. in hapklare brokken

Handleiding Plannen van Zorg BBL-CombiCare Gehandicaptenzorg Verzorgende-IG/Medewerker Maatschappelijke Zorg

Hoe maak ik in groep 6 een werkstuk?

Hoe maak ik een werkstuk?

Cree er duidelijkheid omtrent het vrijwilligerswerk in jouw organisatie

Het Sectorwerkstuk

B a s S m e e t s w w w. b s m e e t s. c o m p a g e 1

BPV werkboek. Technicus elektrotechnische industriële installaties en systemen niveau 4 BBL Crebonummer: BPV-werkboek 25262/versie sept.

Uitleg boekverslag en boekbespreking

SCHRIJVEN. Instructiekaart voor de leerling nr. 5. A-vragen. Korte vragen die beginnen met Wie...? Wat...? Waar...? Wanneer...? Hoeveel...?

Draaiboek voor het uitwerken van activiteiten 1

Hoe maak ik in groep 6 een werkstuk?

Secundair onderwijs - Tweede graad ASO/KSO/TSO - Natuurwetenschappen - Vakgebonden eindtermen

Tekst lezen en vragen stellen

groen in de stad BIOTOOPWANDELING BIOTOOPWANDELINGleidraad natuurreservaat bourgoyen-ossemeersen biotoopstudie 1 MO biotoopstudie

Gids voor het zoeken van een praktijkschool GPS - studentversie Bachelor in het onderwijs: buitengewoon onderwijs Bachelor in het onderwijs:

Gedocumenteerd schrijven Schrijfopdracht klas 2. Brainstorm maak hieronder je brainstorm inzichtelijk

Handleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * werkstuk

Sectorwerkstuk

Nederlands CSE GL en TL

Zorg dat je een onderwerp kiest, waarvan je echt meer wilt weten. Dat is interessanter, leuker en makkelijker om mee bezig te zijn.

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken

Lesbrief: Beroepenmagazine Thema: Mens & Dienstverlenen aan het werk

Oefenen 1 punt verdienen Onderwerpen van de presentaties

HANDLEIDING PORTFOLIO FITNESSTRAINER A

Beroepenwerkstuk 3 MAVO

Onderhandelen en afspraken maken

Meneer en mevrouw bunzing zoeken een huis voor de winter

gids en reisleider Boudewijnvest 3 Schoolstraat DIEST 3200 AARSCHOT info@deoranjerie.

EXAMENPROJECT NEDERLANDS 5TSO ARGUMENTEREN EN DEBATTEREN

Stap 4: Indeling maken

Persoonlijk ontwikkelingsplan (POP)

HOUT EN BOUW. Activerende werkvormen? De leraar doet er toe.

Spreekbeurt, en werkstuk

Behandelde onderwerpen Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (eventueel: verbanden tussen kinderrechten)

VERVANGTAAK LICHAMELIJKE OPVOEDING VOOR LANGDURIG GEBLESSEERDEN

werkbladen, telefoons en opnametoestel

Deelnemer. Handleiding BPVnet. Aanmelden en inloggen. Portaal. Versie 3.5 Januari 2013

Training. Coachend begeleiden

H u i s w e r k b e l e i d

EEN MEERKEUZEVRAGEN MAKEN MET HOT POTATOES IN 13 STAPPEN

Een overtuigende tekst schrijven

De theorie voor leesvaardigheid in de vorm van een stappenplan

Cursus. Ontwikkeling van beroepsuitoefening en kwaliteitszorg

STAGEVOORBEREIDING PXL HEALTHCARE PROFESSIONELE BACHELOR IN DE VERPLEEGKUNDE

Evaluatie Topondernemers groepen 8. 8 april 2015

Proefhoofdstuk Gitaar.

BPV-praktijkboek. Arbeidsmarktgekwalificeerd assistent

STAP 1 (tijd: 1 uur, Punten 5)

Workshop Handleiding. Verhalen schrijven. wat is jouw talent?

Het voeren van een evaluatiegesprek

Evalueren Inleiding projectdoelstelling Evalueren is geen doel op zich TIPS! vakgroep leerlijn leerlingen en ouder(s)

SPOT EEN JOB! Vacatures zoeken. Inhoud. Doelgroep. Vakgebied. Materialen. Doelen STERKE SCHAKELS

Wim Vanseveren administrateur-generaal

Is er een universiteit in Leuven? Kan je 3 vakken op de secundaire school opnoemen? Wat betekent tarieven? Een actieve quiz!

Voorbeeld actiepunten Aandachtspunt = bevorderen van interactie tussen kinderen tijdens de evaluatie van de les

C. 3 Wat wil ik Wat is je ambitie/drive; jouw motivatie en interesse

Deze cursus wordt uitgegeven door. Copyright. Centrum voor Afstandsonderwijs. Mechelsesteenweg Antwerpen

Handleiding bij het maken van een profielwerkstuk. april 2012

Handleiding maatschappelijke stage

Criteria. De beroepencarrousel

COMMUNICATIE technieken. voor leidinggevenden

De DOELSTELLING van de kunstbv-opdrachten & De BEOORDELING:

Opdrachten bij hoofdstuk 1

Jouw werkstuk lever je uiterlijk in op donderdag 20 maart 2014!!

Een voorlopige balans (Periode 1)

Handleiding BPV-beoordeling voor de deelnemer. Dossiers

maandag 11 mei inleveren! STAGE BOEK 2015 VAN.AFDELING...

Methodiek van het gidsen

Werkstuk groep 7 Een dier

Tijdsplanning werkstuk groep 5

FEEDBACK VOLGENS DE REGELS VAN DE KUNST. Verzamelde 0ps&tricks door Koen Ma=heeuws & Saskia Vandepu=e

China Pagina 1. - Wie nodig jij uit voor een Chinese maaltijd? -

Het Socratisch Gesprek als methode voor kritisch denken

Van huidige situatie naar gewenste situatie

Begin je (les)activiteit met een korte observatie aan de hand van onderstaande vragen:

DE BAAN OP! Een interessant bedrijf kiezen. Inhoud. Doelgroep. Vakgebied. Materialen. Doelen STERKE SCHAKELS

Voorbereiding Methodiek 5

Handleiding voor het organiseren van de cursus natuurgids

Transcriptie:

Cursus Natuurgids Versie Handleiding voor de opdrachten DEF 140828 Inhoud Woord vooraf...2 1. Leerplatform...3 2. Wat moet een natuurgids kennen en kunnen?...4 Kennis...4 Vaardigheden...4 Houding...5 3. Opdrachten...5 A. Met of zonder mentor?...5 B. Welk materiaal heb je nodig om te starten?...6 C. Terreinstudie...6 E. Observaties open wandelingen... 18 4. Eindevaluatie... 19 5. Contactgegevens CVN... 19 Hoofdkantoor... 19 Contactgegevens educatieve medewerkers... 19 6. Samenwerking Toerisme Vlaanderen... 20 Landelijk secretariaat Appelmansstraat 12/6 2018 Antwerpen T 03 226 02 91

Woord vooraf Je volgt de cursus Natuurgids. Een uitstekend idee, vinden we zelf. Alle CVN-medewerkers zijn dan ook erg opgetogen over je engagement. Met deze cursus proberen we je belangstelling op te wekken voor de natuur en dit via natuurbeleving en kennisoverdracht. De cursus natuurgids zien we als een belangrijk onderdeel in een algemene strategie van natuurbehoud en milieuzorg. Wij hopen dat je je enthousiasme en kennis niet voor jezelf houdt, maar dat je deze op een of andere wijze uitdraagt naar anderen. De beslissing wat je met de verworven natuurkennis en motivatie doet, berust uiteraard volledig bij jezelf. Als je natuurgids wil worden, moet je evenwel enkele opdrachten vervullen die jou én de inrichters toelaten te beoordelen of jij je taak als natuurgids naar behoren kan vervullen. Je bent dus niet verplicht deze opdrachten uit te voeren, maar je moet het wel doen als je het getuigschrift van natuurgids wil behalen! Ook als je niet meteen natuurgids wil worden, willen we je toch aanraden de opdrachten uit te voeren. We beschouwen ze immers niet als een 'aanhangsel' aan de cursus, maar als een volwaardig onderdeel van het leerproces dat je als cursist doormaakt. Het uitvoeren van de opdrachten kan dus alleen maar verrijkend zijn voor jezelf. Steeds meer (overheids)diensten huren natuurgidsen in voor het uitvoeren van natuureducatieve opdrachten. Daarom is het behalen van het getuigschrift geen overbodige luxe. Als je natuurgids bent, betekent dit niet dat je enkel in de natuur aan de slag kan. Misschien geef je mensen graag informatie aan de balie van een natuurcentrum of wil je belangstellenden uitleg verschaffen bij een pas uitgewerkte tentoonstelling. Kortom, werk genoeg voor een natuurgids! Alle CVN-medewerkers hopen daarom dat jij én je medecursisten natuurgids willen worden omdat we dat voor de natuur een goede zaak vinden! Hoofdkantoor Appelmansstraat 12/6 2018 Antwerpen T 03 226 02 91 2 / 20

1. Leerplatform Vooraleer je verder leest, is het belangrijk te weten dat we voor de cursus natuurgids een webpagina hebben voorzien waarop je alle informatie omtrent de inhoud van de cursus kan vinden. Dit omvat: - Handboek natuurgids (PDF) - Handboek Natuur-In-zicht (PDF), dit is een basiscursus als mogelijke voorbereiding op de cursus natuurgids. - Standaardpowerpoints van de lessen - De methodiekfilm, deze wordt gebruikt tijdens methodiekles 1 - Handleidingen en beoordelingsformulieren mbt de opdrachten - Handleiding voor mentoren - Lege sjablonen voor waarnemingsfiches, scenario stagewandeling en soortenlijst - Facultatieve terreinopdrachten (zie verder) - Links naar websites waar je kaartmateriaal kan vinden, maar ook andere interessante websites. - Voorbeelden van terreinstudies, soortenlijst, - Vragen over basiskennis: deze kan je gebruiken ter voorbereiding voor je evaluatiegesprek http://www.c-v-n.be/nl/home_99.aspx Hoofdkantoor Appelmansstraat 12/6 2018 Antwerpen T 03 226 02 91 3 / 20

2. Wat moet een natuurgids kennen en kunnen? De evaluatie is gekoppeld aan de doelstellingen van de cursus: wat wordt verwacht van een natuurgids? Deze doelstellingen zijn verwoord in de kernopdracht van de natuurgids en concreet vertaald naar het profiel van de natuurgids. Volgende competenties dienen verworven te zijn voor het behalen van het getuigschrift. Kennis K1: De natuurgids bezit een brede waaier aan algemene basisinzichten over natuur, milieu landschap, mens, maatschappij en hun onderlinge relaties. K2: De natuurgids heeft kennis van algemeen voorkomende en voor de regio kenmerkende organismen én kan deze situeren binnen het ruimer kader van algemene basisinzichten (biotoop; leefwijze; relaties met andere organismen; ). K3: De natuurgids kan bovenvermelde inzichten en kennis toepassen op een concreet gebied door zelf verbanden aan te geven tussen natuur, milieu, mens en maatschappij (relatie bodem - planten; verbanden tussen vegetatie en leefgebied van dieren; voortgang van seizoenen; proces van verruiging; relatie vegetatie - bodemgebruik; invloed van menselijk handelen op de natuur; ). K4. De cursist heeft een algemeen inzicht in mogelijkheden om te handelen ten bate van de samenhang tussen natuur, milieu en mens (natuurbeheer, milieusparende maatregelen, mogelijke acties die men kan ondernemen, ). Vaardigheden V1: De natuurgids bezit vaardigheden om zelfstandig zijn natuurinzicht te vergroten (nauwkeurig waarnemen, waarnemingen noteren, determineren, veldgidsen gebruiken, kaarten interpreteren, informatie opzoeken, ). V2: De natuurgids bezit vaardigheden om zich een doordachte, eigen mening m.b.t. natuur- en milieuthema s te vormen (dialogeren, luisteren, argumenteren, argumenten tegenover elkaar afwegen, ). V3: De natuurgids is in staat aan/voor anderen: - inzicht bij te brengen in (de samenhang in) de natuur en ons leefmilieu - ruimte voor natuurbeleving te creëren - de dialoog over natuur, milieu en duurzaamheid te stimuleren en hen aan te zetten hierover kritisch na te denken V4: De natuurgids kan gebruik maken van diverse educatieve werkvormen aangepast aan de doelgroep (gezinspubliek) en het doel van de activiteit. Hoofdkantoor Appelmansstraat 12/6 2018 Antwerpen T 03 226 02 91 4 / 20

Houding H1: De natuurgids toont tijdens zijn educatief werk een positieve houding, zowel naar de natuur als naar de deelnemers toe. De natuurgids motiveert anderen om een steentje bij te dragen aan het natuurbehoud (handelingsperspectief en hoopvolle gerichtheid). H2: De natuurgids staat open voor de inbreng van de anderen en gaat daarbij niet belerend of moraliserend te werk (Dit betekent zowel het vermogen om te luisteren naar het verhaal en de argumenten van anderen, als eigen argumenten helder te formuleren en ter discussie te stellen.) H3: De natuurgids vervult een voorbeeldfunctie door zelf natuurvriendelijk, milieubewust en duurzaam te handelen. H4: De natuurgids heeft aandacht voor voorbeelden van natuurvriendelijk, milieubewust en duurzaam handelen in zijn omgeving en vestigt hierop de aandacht van de anderen. Belangrijk na het bereiken van het diploma natuurgids is het blijvend bijscholen. Het is belangrijk om cursussen en opleidingen te blijven volgen om je kennis en vaardigheden te vervolledigen en up te daten. Om na te gaan of je de verschillende competenties verworven hebt, zijn er enkele opdrachten verbonden aan de cursus. 3. Opdrachten We verwachten dat je drie opdrachten tot een goede einde brengt: je maakt een terreinstudie, je voert een educatieve opdracht uit en zal ook enkele geleide wandelingen observeren en beoordelen. De terreinstudie is een werkstuk waarin je een schets maakt van het gekozen gebied en de natuurwaarden ervan. Dit werkstuk moet aan een aantal minimumvereisten voldoen (zie verder). Niet de inhoudelijke kwaliteit van dit werkstuk staat voorop, maar wel het persoonlijk leerproces dat je als cursist hebt doorgemaakt. In de terreinstudie zien we dan ook graag een neerslag van het terreinwerk dat je zelf (!) hebt verricht: eigen waarnemingen, zelf ontdekte verbanden, een eigen onderzoekje, zelf opgezochte informatie, enz Opzoekwerk in veldgidsen en bestaande publicaties over het gebied zijn zeer nuttig, maar voor de terreinstudie enkel zinvol als ze in verband worden gebracht met je eigen waarnemingen. De educatieve opdracht is meestal een stagewandeling. Dit is een zeer belangrijk onderdeel van de cursus natuurgids. Het volstaat immers niet dat je kennis verwerft van een bepaald natuurgebied en de daarin voorkomende soorten; je moet deze kennis kunnen 'vertalen' naar een publiek dat niet over die voorkennis beschikt. Dit kan onder de vorm van een stagewandeling. Je gidst zelf een wandeling doorheen het gebied, voor een groep die je zelf kiest. Een ervaren gids zal jou hierop beoordelen. Ter voorbereiding van deze opdracht, is er nog een derde taak: het observeren van gegidste wandelingen. A. Met of zonder mentor? Voor het maken van je terreinstudie kan je, zeker de eerste bezoeken, op stap gaan met een mentor. Hoofdkantoor Appelmansstraat 12/6 2018 Antwerpen T 03 226 02 91 5 / 20

De mentor stimuleert en ondersteunt de cursist bij het uitvoeren van zijn stage-opdracht. De cursist kan bij de mentor terecht als hij specifieke vragen heeft over het gebied waar hij zijn terreinstudie maakt. Dit is niet verplicht, maar kan een meerwaarde zijn. Uiteraard is het de bedoeling dat je als cursist zoveel mogelijk zelf ontdekt en doet. Maar de mentor kan je op het juiste pad zetten. Weet je niet wie je kan aanspreken voor een bepaald gebied? Aarzel dan niet om contact op te nemen met de cursusbegeleider en de provinciaal educatief medewerker. Meer informatie hierover kan je vinden in de handleiding voor mentoren. Deze is ook te vinden op het leerplatform. B. Welk materiaal heb je nodig om te starten? We stellen geen verplichtingen qua materiaal voorop, doorheen de cursus kan je zelf kiezen wat je nuttig lijkt en wat je aanschaft. Maar we geven alvast enkele tips mee: - Loep(potje) - Notitieschriftje - Potlood - Verrekijker - Zoekkaarten, veldgidsen (naar eigen interesse) C. Terreinstudie De terreinstudie is bedoeld om de theoretische kennis die je tijdens de cursus verwerft in de praktijk om te zetten. Deze studie is dus vooral een leermiddel. Een natuurgids is immers in de eerste plaats een 'veldwerker' die zich moet kunnen aanpassen aan en bijleren uit datgene wat de natuur in een bepaald terrein te bieden heeft. Een landschap leren ontleden, planten en dieren determineren, de invloed van de mens nagaan op een bepaald gebied, dit alles leer je slechts door ervaringen op het terrein. Trouwens, niet de docenten of het cursusboek, maar de natuur zelf is voor jou de grootste leermeester. Uiteraard is er te weinig tijd om je dit alles tot in de puntjes bij te brengen. We willen vooral dat je de smaak te pakken krijgt. Als je het als natuurgids goed meent, leer je voortdurend bij en besef je dat de door jou verworven kennis slechts een klein gedeelte vormt van alles wat je over de natuur zou kunnen leren. Liefst hebben we dat je de opdrachten individueel uitvoert, maar mits overleg met de cursusbegeleider en de educatief medewerker is groepswerk ook mogelijk. De tekst is een neerslag van de waarnemingen, onderzoeken en opzoekingen die je zo veel mogelijk zelfstandig doet. Uiteraard kun je wel literatuurgegevens aanhalen, bijvoorbeeld om je eigen waarneming te bevestigen of eventuele zelf gestelde vragen te beantwoorden. Geef dan duidelijk aan uit welke bron je hebt geput. Een belangrijke regel voor de evaluatie: je begrijpt wat je zelf hebt neergeschreven. Hoofdkantoor Appelmansstraat 12/6 2018 Antwerpen T 03 226 02 91 6 / 20

Voor de terreinstudie geldt een minimum van 10 bladzijden tekst zonder foto s en een maximum van 100. Je mag hier en daar foto s toevoegen, maar liefst enkel die je zelf genomen hebt. Let op dat het geen fotoboek wordt, dit is kostelijk om te laten drukken. Hieronder een kort overzicht van wat we graag in je terreinstudie zien. We gaan hier per onderdeel dieper op in, met hier en daar tips of voorbeelden. Dit overzicht kan je als inhoudstafel gebruiken: 1. Inhoudstafel & paginanummering 2. Voorwoord 3. Situering van het gebied 4. Geschiedenis 5. Beschrijving van je gebied per deelgebied 6. Waarnemingsverslagen van de bezoeken aan het gebied 7. Facultatief: extra terreinopdrachten 8. Observaties en beoordelingen van andere wandelingen 9. Didactische uitwerking van het gebied 10. Soortenlijst 11. Geraadpleegde bronnen 1. Inhoudstafel vergeet niet je bladzijden te nummeren, anders is het voor de beoordelaars van je werk moeilijk bepaalde opmerkingen te situeren. 2. Voorwoord In het voorwoord schrijf je onder meer waarom je de cursus natuurgids bent gaan volgen, om welke reden je voor je terrein gekozen hebt en een dankwoord aan je mentor en eenieder die je geholpen heeft. 3. Situering van het gebied Beschrijf beknopt, aan de hand van kaartmateriaal, waar je gebied gelegen is. Geef dan ook meteen aan hoe groot het is. Zorg dat het op de kaart duidelijk is en dat je dit ook zelf kan aanduiden. Het juridische statuut van het gebied is ook belangrijk om te weten. Is het een natuurreservaat, een park, een privaat eigendom, provinciaal groendomein, Dit bepaalt namelijk wat de functie is van het gebied maar ook de toekomstplannen (denk aan beheerswerken). Geef een korte schets van de mogelijke toekomstplannen voor het gebied. Dit kan gaan om een visie achter een beheersplan, maar ook bedreigingen die de evolutie van het gebied bepalen. Hoofdkantoor Appelmansstraat 12/6 2018 Antwerpen T 03 226 02 91 7 / 20

4. Geschiedenis Maak een kort overzicht van de belangrijkste historische feiten die bepalend waren voor je gebied. Dit kan zowel gaan om enerzijds de natuurlijke evolutie, maar uiteraard ook de invloed van de mens. Waar werd het vroeger voor gebruikt, wie bezat de gronden, zijn er erfgoedrelicten, Dit is belangrijk om zicht te krijgen op de evolutie van het gebied doorheen de jaren. Zo kan je nagaan waarom het nu is zoals het is. 5. Beschrijving per deelgebied Een kaartje van je gebied met de verschillende biotopen (deelgebiedjes). Geef deze eventueel een duidelijke naam. Hier kan je dan tijdens het maken van je waarnemingsverslagen gemakkelijk naar verwijzen, of aangeven waar je bepaalde waarnemingen hebt gedaan. Vaak bestaan deze kaartjes met benamingen al, vraag dit na bij je mentor of de plaatselijke natuurvereniging. Meestal is dit ook op hun website te vinden. Maak een korte beschrijving van elk biotoop of deelgebied met: - enkele typische abiotische gegevens (bodem, waterhuishouding, ) - enkele typische biotische gegevens (levende organismen) Je hoeft hier geen opsomming van soorten te geven, wel een algemene schets met de belangrijkste elementen van dat bepaalde deelgebied. 6. Verslagen van je bezoeken aan het gebied Je waarnemingsverslagen zijn het belangrijkste onderdeel van je terreinstudie. Je gaat minstens 8 keer, verspreid over de seizoenen, op bezoek in je gebied. Tijdens deze bezoeken ga je uitpluizen hoe je gebied in elkaar zit en wat er zoal voorkomt. Van deze excursies maak je steeds een verslag, dat je in chronologische volgorde in je terreinstudie plaatst. Door deze terreinbezoeken leer je de theorie, die je tijdens de cursus ziet, omzetten in de praktijk. Aan het begin van je cursus kan je eerder gaan kijken naar het landschap: hoe is het landschap gevormd en wat voor biotopen zijn er. Daarna kan je gaan determineren om na te gaan welke soorten er in je verschillende deelgebieden voorkomen. Belangrijk is vooral om de ecologische verbanden te leren zien. Bijvoorbeeld: waarom staat een bepaalde soort op het stukje heide en niet in het broekbos. Heeft dit met de bodemsoort te maken? Is het te donker of te licht? Dient deze als voedsel voor een ander organisme? Dit is niet louter een opsomming van soorten, maar je persoonlijke verwerking van je waarnemingen. Hieronder enkele voorbeelden om je een beter beeld te geven van wat dat kan zijn. De layout kan je zelf kiezen. Hoofdkantoor Appelmansstraat 12/6 2018 Antwerpen T 03 226 02 91 8 / 20

Voorbeeld 1 Hoofdkantoor Appelmansstraat 12/6 2018 Antwerpen T 03 226 02 91 9 / 20

Voorbeeld 2 7. Facultatief: extra terreinopdrachten Wil je een keer op stap gaan met een iets andere focus dan gewoonlijk, dan kan je daarvoor een van deze opdrachtjes gebruiken. Ze zijn niet verplicht, maar kan een leuke aanvulling zijn op je reguliere waarnemingsverslagen. Deze opdrachten zijn terug te vinden op het leerplatform: - Identiteitskaart dieren - Identiteitskaart planten - Landschapsbeleving meten - Biodiversiteitsindex planten - Bloembezoek - Knoppen - Gallen Hoofdkantoor Appelmansstraat 12/6 2018 Antwerpen T 03 226 02 91 10 / 20

- Loofbos - naaldbos - Vlinders en libellen - Wateronderzoek Zeker ook interessant zijn onderzoekjes die je aangeraden zijn door je mentor, cursusbegeleiding, lesgevers en gidsen. 8. Observaties van andere wandelingen Bijgevoegd in je informatiemapje, maar ook weer te vinden op het leerplatform is het observatieformulier voor een open wandeling. Dit wordt verderop in deze handleiding toegelicht. Graag zien we in je werk minimum drie observaties van gegidste wandelingen. 9. Scenario stagewandeling Voeg het scenario van je stagewandeling toe in je werk. Daarbij zet je ook een kaartje met je route en stops. Dit wordt verder toegelicht onder het punt Stagewandeling. 10. Soortenlijst Dit is een geordende lijst van alle soorten organismen die je tijdens de bezoeken aan je terrein zelf waargenomen hebt en die in je excursieverslagen vermeld staan. Die organismen worden geklasseerd in tabellen met hun Nederlandse naam en hun wetenschappelijke naam. Let wel: sommige organismen worden in de spreektaal anders genoemd dan in de flora s en dierengidsen. Zoek steeds de juiste naam van de organismen op. Enkele voorbeelden. Spreektaal Juiste naam - spork, vuilboom - Sporkehout - vlier - Gewone vlier - winterkoninkje - Winterkoning Vermeld telkens de 'officiële' Nederlandse naam en de wetenschappelijke naam (in cursief). Een vraag die veel gesteld wordt bij het vermelden van soortnamen is: moeten ze met een hoofdletter of niet? Volgens de spellingregels horen alleen eigennamen met een hoofdletter geschreven; soortnamen dus niet. Maar (semi-)wetenschappelijke publicaties hanteren vaak een afwijkende regel. Soortnamen worden met hoofdletter geschreven, b.v. Bosanemoon. Als het om een tweeledige naam gaat, b.v. Grote brandnetel, dan wordt het eerste deel met een hoofdletter geschreven. Op die manier wordt onderscheid gemaakt tussen de naam zelf de Grote brandnetel is een andere soort dan de Kleine brandnetel en een toevallige eigenschap van bepaalde individuen van die soort. Op die plek groeien grote brandnetels geeft aan dat het gaat om brandnetels die opvallend groot zijn, b.v. als gevolg van extra bemesting van hun groeiplek. Maar let op: als je kiest voor de wetenschappelijke regel, dan mag de naam nooit verbogen worden. Dus niet: op die plek heb ik Grote brandnetels aangetroffen. Je moet dan b.v. zeggen: op die plek heb ik grote exemplaren van Grote brandnetel aangetroffen. Hoofdkantoor Appelmansstraat 12/6 2018 Antwerpen T 03 226 02 91 11 / 20

Voorbeeld soortenlijst Hoofdkantoor Appelmansstraat 12/6 2018 Antwerpen T 03 226 02 91 12 / 20

11. Geraadpleegde bronnen Een overzicht van de boeken, websites, of andere bronnen die je gebruikte doorheen het cursusjaar en het maken van je werk. Graag vermelding van de titel, auteur, jaar van uitgave en de naam van de uitgeverij. Indien het een een website is: de naam van de website, titel van het artikel of onderdeel, datum van raadpleging en een link naar de pagina. D. Stagewandeling Wat doe ik? Naast je terreinstudie moet je een tweede opdracht uitvoeren als je het getuigschrift van natuurgids wil behalen: de stagewandeling. We raden aan te kiezen voor een geleide natuurwandeling voor een doorsnee gezinspubliek. Deze opdracht voer je individueel uit. In welk gebied? Laat bij voorkeur deze opdracht plaatsvinden in het gebied waar je je terreinstudie hebt uitgevoerd. Anders moet je a.h.w. een tweede terreinstudie uitvoeren om de gegevens te verzamelen voor je stage. Als je deze keuze maakt, heb je zeker extra werk en dit laatste kun je niet inroepen als excuus om een minder geslaagde stage te verantwoorden. Bespreek deze keuze met je cursusbegeleider om voor- en nadelen duidelijk af te wegen. Wanneer? Vroeg begonnen is half gewonnen. Je kan je stagewandeling inplannen vanaf de helft van de cursus. Als je je stagewandeling uitvoert vóór je je terreinstudie binnenlevert, kun je nog een kort verslag van je eigen stagewandeling bij je terreinstudie voegen. Op het invulformulier Gegevens stagewandeling vermeld je alle praktische gegevens in verband met je stagewandeling. Dit is ook op het leerplatform terug te vinden. Bezorg dit ruim op voorhand aan de provinciaal educatief mederwerker en de cursusbegeleider. (min.3 weken) Stel je stagewandeling niet uit. Van uitstel komt afstel. We kunnen geen eindevaluatiegesprek houden als je je stagewandeling niet hebt afgewerkt. Dat je je onzeker voelt en van jezelf vindt dat je nog niet genoeg weet, is heel normaal. Bedenk dat de laatste opmerking nog vaak door ervaren natuurgidsen in de mond wordt genomen. Welk publiek? Je zorgt zelf voor je publiek. Je kunt beroep doen op familieleden, vrienden, collega's, medecursisten enz. Je mag ook kiezen voor een specifieke doelgroep: leerlingen, senioren, gehandicapten enz. Zorg er wel voor dat je minstens 8 personen (beoordelaar inbegrepen) kan verzamelen. Maak je groep ook niet te groot: ongeveer 15 personen is een mooi aantal. Als je uitzonderlijk geen groep kan verzamelen, moet je dit melden aan de cursusbegeleider. In samenwerking met een plaatselijke natuurgidsenwerking zoeken we naar een groep mensen die jouw stagewandeling willen en kunnen bijwonen. Hoofdkantoor Appelmansstraat 12/6 2018 Antwerpen T 03 226 02 91 13 / 20

Wie evalueert? De beoordelaar van je stagewandeling wordt aangeduid door het CVN. Dit laatste gebeurt in samenspraak met de cursusbegeleider. Als jouw gebied op de activiteitenkalender prijkt van een plaatselijke natuurgidsenafdeling, is het voor het CVN geen probleem een bereidwillige beoordelaar te vinden. De beoordelaar is een ervaren natuurgids. Je mag eventueel zelf een beoordelaar aanduiden, maar dan enkel na goedkeuring door de cursusbegeleider. Wij verwachten van de beoordelaar dat hij jouw wandeling op een objectieve manier evalueert en zijn of haar bevindingen noteert op een evaluatieformulier. Het is dus zeker een voordeel als de beoordelaar jou niet of niet goed kent, hij kan jou dan ook 'met frisse ogen' bekijken en beoordelen. Naam én adres van de beoordelaar, de datum en plaats van samenkomst van je stagewandeling moeten 3 weken op voorhand worden doorgegeven, via het formulier Gegevens stage-excursie aan de cursusbegeleiding en de educatieve medewerker van het CVN. Zo hebben we tijd genoeg om voor jou een beoordelaar te zoeken mocht je er zelf geen vinden. Welk scenario? We begrijpen dat je als beginnend natuurgids moeite hebt met de organisatie van je wandeling. Hoe verdeel ik de stopplaatsen in functie van het wandeltraject? Wat vertel ik over wat ik waarneem tijdens de wandeling? Hoe deel ik de tijdsduur in? Aan deze aspecten van de natuurwandeling besteden we aandacht tijdens de lessen methodiek. Je stelt hoe dan ook best een scenario op en dat houdt het volgende in: je kiest een thema, je bepaalt je route, je legt de stopplaatsen vast, je bepaalt de inhoud per stopplaats (in telegramstijl: enkele trefwoorden per stopplaats) en ook de timing per stop. Het kaartje met de uitgestippelde route met de stopplaatsen en de bijhorende trefwoorden neem je op in je terreinstudie. Dit kaartje kun je eventueel gebruiken als 'spiekbriefje' bij het uitvoe ren van de stagewandeling. Dergelijk scenario kun je ook gebruiken als je een natuurpadbrochure opstelt. In je werk zien we graag zowel een scenario of schema van je wandeling als een aanduiding van je route op een kaartje. Hieronder enkele voorbeelden. Hoofdkantoor Appelmansstraat 12/6 2018 Antwerpen T 03 226 02 91 14 / 20

Hoofdkantoor Appelmansstraat 12/6 2018 Antwerpen T 03 226 02 91 15 / 20

Hoofdkantoor Appelmansstraat 12/6 2018 Antwerpen T 03 226 02 91 16 / 20

Handtekenlijst Tijdens jouw stagewandeling dient er door de deelnemers een handtekenlijst te worden ingevuld! Tijdens elke les en excursie in de cursus natuurgids dien je als deelnemer een handtekenlijst te ondertekenen. Voor elke activiteit dient immers officieel bewijsmateriaal te zijn dat ze heeft plaatsgevonden. Dit geldt ook voor je stagewandeling. Bij deze bundel vind je een handtekenlijst die je bij het begin van je stagewandeling door jouw deelnemers moet laten ondertekenen. Deze lijst bewijst dat jij de mensen die de lijst ondertekenden iets over de natuur hebt bijgeleerd. Ook je beoordelaar(s) tekenen de lijst als bewijs dat zij je activiteit hebben gesuperviseerd. De lijst toont ook aan dat ten minste 8 mensen jouw stagewandeling hebben bijgewoond. Verzekering Tijdens je stagewandeling ben je verzekerd, indien je deze op voorhand (via mail) hebt aangekondigd en goedkeuring hebt gekregen van de educatief medewerker. In het geval er iets gebeurt kunnen wij aan de verzekeraar bewijzen dat dit een CVN-activiteit is en het dus onder onze polis valt. Hoofdkantoor Appelmansstraat 12/6 2018 Antwerpen T 03 226 02 91 17 / 20

Andere stagemogelijkheden? We raden aan te kiezen voor een stagewandeling. Je kunt echter ook voor andere mogelijkheden kiezen en zelf een voorstel voorleggen. Zo kun je een scenario opstellen voor een natuurpad, een gpstocht, een powerpointvoordracht houden, een tentoonstelling uitwerken. Je kunt dus je eigen creativiteit botvieren. Er is wel één belangrijke voorwaarde: als cursist moet je tijdens het uitvoeren van je stage zelf in contact komen met een publiek. Een powerpointvoordracht moet je dus zelf toelichten aan een groep, een natuurpad of gps-tocht dien je zelf uit te testen met publiek enz. Wat je ook kiest, je komt telkens met 'een levend publiek' in contact. Met een andere stagekeuze ontloop je deze confrontatie dus niet Hou er rekening mee dat een schriftelijke opdracht veel meer tijd kost. Je moet immers niet alleen de gegevens verzamelen, je moet deze bovendien redactioneel verwerken, je moet zorgen voor eventueel passende illustraties, je moet de lay-out uitwerken. Hetzelfde geldt in zekere zin voor een voordracht met powerpoint of dvd. Kies dus nooit voor een alternatieve opdracht enkel en alleen als 'ontsnap pingsmogelijkheid' voor een wandeling! Als je kiest voor een geschreven opdracht, moet je goed teksten kunnen opstellen en illustraties kunnen maken. Als je kiest voor een powerpointvoordracht met foto s moet je behoorlijk kunnen fotograferen enz. Bedenk dat deze andere mogelijkheden een grotere tijdsinvestering vragen en niet noodzakelijk 'gemakkelijker' zijn dan de begeleide natuurwandeling. Bespreek alternatieve voorstellen altijd met je cursusbegeleider! Ook bij de alternatieve stageopdrachten dien je de handtekenlijst te laten rondgaan. E. Observaties open wandelingen Graag hebben we dat je, ter voorbereiding van je stagewandeling, enkele gidsen gaat observeren. Kijk naar hun opstelling tov de groep, de inhoud die ze meegeven maar vooral ook de manier waarop men dat doet. Welke werkvormen gebruikt de gids? Hoe reageert de groep daarop? Hieruit kan je veel leren. Tijdens de cursus komt de methodiek van het gidsen ook aan bod, maar het is goed om ook een aantal verschilllende gidsen aan het werk te zien en te leren van hun successen maar ook hun fouten. Hieruit kan je ook inspiratie halen voor je eigen wandeling. We vragen om drie open wandelingen bij te wonen, die géén deel uit maken van de cursus natuurgids. Een wandeling waar iedereen dus naartoe kan komen. De excursies voor de cursus natuurgids zijn al redelijk gespecialiseerd en vergen een andere aanpak dan de reguliere kalenderwandeling. Idealiter volg je drie verschillende gidsen. Dat mag in het gebied waar je je terreinstudie over maakt, maar ook in een ander gebied. Neem het observatieformulier mee (maar licht de gids dan kort even in) of vul het achteraf in. Voeg deze bij in je terreinstudie, zonder vermelding van de naam van de gids. Het observatieformulier kan je vinden op het leerplatform. Hoofdkantoor Appelmansstraat 12/6 2018 Antwerpen T 03 226 02 91 18 / 20

4. Eindevaluatie De eindevaluatie bestaat uit drie delen: - evaluatie van de terreinstudie - evaluatie van de stagewandeling - evaluatiegesprek. De concrete organisatie van de eindevaluatie verschilt soms per cursusplaats. Het gaat wel degelijk om een evaluatie van bovenstaande delen. We onderwerpen je niet aan een grondig theoretisch examen, maar verwachten wel dat je kunt antwoorden op de vragen die worden gesteld achter elk hoofdstuk in het handboek. Elk onderdeel wordt getoetst aan de gestelde criteria waarbij we vooral je leerproces als cursist extra bekijken. De gestelde vragen zullen dan ook betrekking hebben op dingen die we in je terreinstudie hebben gelezen en/of opmerkingen die we hebben gelezen op het beoordelingsformulier van je stagewandeling. Het eindevaluatiegesprek gebeurt door enkele beoordelaars. Groepswerken krijgen een algemene beoordeling, maar het gesprek gebeurt individueel. Elke deelnemer moet wel het ganse werk kunnen toelichten, ook al stond hij of zij niet in voor de redactie van dat specifieke onderdeel. Groepswerk houdt in dat alle groepsleden hun ervaring en informatie uitwisselen. Als dat niet het geval is, kun je beter individueel werken. Als deze drie delen positief worden beoordeeld, behaal je het getuigschrift natuurgids en maak je deel uit van de inmiddels grote schare der natuurgidsen. Proficiat! 5. Contactgegevens CVN Zit je met vragen over de cursus, je terreinstudie of stagewandeling? Dan kan je steeds terecht bij de vaste cursusbegeleiding of je provinciale educatief medewerker. Hoofdkantoor Appelmansstraat 12 bus 6, 2018 Antwerpen 03 226 02 91 -info@c-v-n.be Contactgegevens educatieve medewerkers Sandra Bamps sandra.bamps@c-v-n.be - 03/205 17 57 Educatief medewerker Appelmansstraat 12 bus 6, 2018 Antwerpen Pieter Blondé - pieter.blonde@c-v-n.be - 055 33 54 49 Educatief medewerker Oost-Vlaanderen Braambrugstraat 43, 9700 Oudenaarde Hoofdkantoor Appelmansstraat 12/6 2018 Antwerpen T 03 226 02 91 19 / 20

Iris Buedts iris.buedts@c-v-n.be 03 205 17 58 Educatief medewerker Vlaams-Brabant en Brussel Appelmansstraat 12 bus 6, 2018 Antwerpen Anke Desender anke.desender@c-v-n.be 050 82 57 26 Educatief medewerker West-Vlaanderen Beenhouwerstraat 7, 8000 Brugge Ann D'heedene - ann.dheedene@c-v-n.be - 050 82 57 26 Educatief medewerker West-Vlaanderen en Coördinator educatief team Beenhouwerstraat 7, 8000 Brugge Joëlle Laes joelle.laes@c-v-n.be 03 205 17 53 Educatief medewerker Antwerpen Appelmansstraat 12 bus 6, 2018 Antwerpen Limburgse Natuurgidsen www.limburgsenatuurgidsen.be Cursusverantwoordelijke Natuurgids Staf Grouwels, staf.grouwels@telenet.be - 0478 230 831 6. Samenwerking Toerisme Vlaanderen Al sedert 1966 is de eerste doelstelling van de cursus natuurgids: vrijwilligers vormen die mee draagvlak willen creëren voor het behoud van de natuur. Onze meeste cursisten worden nadien actief in een natuurgidsenwerkgroep of in een lokale (afdeling van een) natuurbehoudsvereniging. Voor hen is de informatie die nu volgt NIET bedoeld. Ze geldt enkel voor wie de ambitie heeft om een erkend toeristisch gids te worden die werkt voor een VVV of toeristisch infokantoor. CVN is door Toerisme Vlaanderen erkend als opleidingsverstrekker in het raam van het cursustraject erkend gids en reisleider. Dit traject omvat 2 lesjaren. De CVN-cursus natuurgids vormt binnen het tweede lesjaar de specialisatiemodule finaliteit natuur. Wie erkend toeristisch gids wil worden en zich wil specialiseren in het thema natuur, kan 2 wegen volgen: Je volgt het eerste jaar van de opleiding erkend gids en reisleider bij een van de CVO s (Centra voor VolwassenenOnderwijs) of Syntra s (middenstandsopleiding) die daarvoor door Toerisme Vlaanderen erkend zijn (kijk op www.toerismevlaanderen.be). Het tweede jaar volg je de cursus natuurgids bij CVN (CVN is de enige erkende opleider voor deze specialisatie). Het getuigschrift van CVN wordt door Toerisme Vlaanderen erkend zodat je nadien als toeristisch natuurgids aan de slag kunt bij VVV s en toeristische infokantoren. Je volgt een cursus natuurgids en krijgt daarna zin om toeristisch natuurgids te worden? Dan kun je alsnog het eerste jaar van de opleiding gaan volgen. Er is geen verplichte volgtijdelijkheid tussen beide cursusjaren. Je kunt bovendien bij het CVO of Syntra een vrijstelling aanvragen voor het onderdeel basiskennis natuur- en landschapslezen. Opgelet: de samenwerking met Toerisme Vlaanderen strekt zich enkel uit tot het toeristische werkveld. VVV s en toeristische infokantoren die subsidies ontvangen van Toerisme Vlaanderen worden door deze laatste verplicht om uitsluitend met erkende toeristische gidsen te werken. Hoofdkantoor Appelmansstraat 12/6 2018 Antwerpen T 03 226 02 91 20 / 20