ONDERSTEUNINGSTEAM ALLOCHTONEN BIJZONDERE JEUGDBIJSTAND

Vergelijkbare documenten
ONDERSTEUNINGSTEAM ALLOCHTONEN BIJZONDERE JEUGDBIJSTAND

ONDERSTEUNINGSTEAM ALLOCHTONEN BIJZONDERE JEUGDBIJSTAND

De sociale plattegrond

ONDERSTEUNINGSTEAM ALLOCHTONEN BIJZONDERE JEUGDBIJSTAND

Samenwerkingsprotocol provinciale hulpverlening partnergeweld met de Mee-ander 1

Gemandateerde voorzieningen

de Bijzondere Jeugdzorg in een internationale ti context

nota Toepassing van het decreet Integrale Jeugdhulp voor voogden van niet begeleide minderjarige vreemdelingen

CULTUURSENSITIEVE ZORG

Jongerenwelzijn: Gemeenschapsinstelling De Zande

DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN, Gelet op het decreet van 12 juli 2013 betreffende de integrale jeugdhulp;

Aanbod Bijzondere Jeugdbijstand (BJB)

Gemandateerde voorzieningen - Ondersteuningscentrum Jeugdzorg

Fiche 4: Hoe verhoog je je interculturele competentie?

Deel 5: Opvoedingsondersteuning

Intercultureel bemiddelaar

Deel 5: Opvoedingsondersteuning

Culturele diversiteit en interculturele bemiddeling in de ziekenhuizen. Zohra Chbaral 1

NETWERK SAMEN TEGEN SCHOOLUITVAL WEST-VLAANDEREN. Procedure Project ROTS Regionaal Overlegtafel Tegen Schooluitval 1/12

OTA S Vlaanderen - Concepttekst -

Coördinatie van de hulp. Workshop 4

Studiedag Rechten in de jeugdhulp 6 maart Mia Claes UCLL

JAARVERSLAG 2015 VZW OTA OOST- EN WEST-VLAANDEREN

PERS MAP. Jongerenwelzijn

Integrale Jeugdhulpverlening: een nieuw plan in de maak

de Mee-ander thuisbegeleidingsdienst

Ondersteuningscentra Jeugdzorg en Sociale Diensten bij de Jeugdrechtbank

Voorstelling Initiatief vrijwillige bewindvoering

Deel 3: JEZ11 residentiële voorziening 1bis Capaciteit 10 meisjes

Persoonsgerichte bewindvoerders als vriend en vertrouwenspersoon in het herstel van de cliënt

Continuïteit. Bemiddeling

Info avond. Pleegzorg Oost-Vlaanderen Kortrijksepoortstraat 252 B 9000 Gent 0471/

BIJLAGE. Motivering van het voorliggende convenant

Deel 5: DIVAM Dienst Ieper en Veurne Alternatieve Maatregelen

De Sociale plattegrond

UKJA in het landschap van de Vlaamse jeugdhulp en Geestelijke Gezondheid voor kinderen en jongeren. Dr. Linda Van Grootel Medisch diensthoofd UKJA

Cliëntoverleg, bemiddeling en crisishulp

Verslag dialoogmoment verontrusting en maatschappelijke noodzaak: 15/03/2016 in Nieuwland in Brugge

Ondersteuningsteam Allochtonen Antwerpen (OTA) Bijzondere jeugdbijstand vzw

Voorstelling Gemandateerde voorziening. Welkom

Verslag dialoogmoment verontrusting en maatschappelijke noodzaak: 15/03/2016 in VOT in Ieper

DE CENTRALE REGISTRATIE VAN ZORGVRAGEN VOOR PERSONEN MET EEN HANDICAP INFORMATIE VOOR PERSONEN MET EEN HANDICAP VLAAMS AGENTSCHAP VOOR

CONVENANT BETREFFENDE EEN GEZAMENLIJKE AANPAK VAN OUDERENMIS(BE)HANDELING VOOR HET VLAAMSE GEWEST, DE VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE EN DE PROVINCIES

Interculturaliteit binnen welzijn en gezondheid

Met vereende kracht naar een nieuwe jeugdhulp in Vlaanderen

Gemandateerde voorziening

Voorstelling project Bemiddeling op School. Antwerpse Dienst Alternatieve Maatregelen (ADAM) PIVA Antwerpen

EN HET ONDERSTEUNINGS CENTRUM JEUGdZORG

Congres NVKVV Maart 2014

Vacature coördinator Rungproject

Omgaan met verontrusting

radar RADAR is het netwerk geestelijke gezondheid voor kinderen en jongeren in Oost-Vlaanderen. connect 0-4 is een programma dat instaat

Werkingsverslag 2018

19 mei 2011 I Brussel. Jaarverslag 2010

Jeugdhulp: groot bereik, divers en versterkt eigen krachten

arrondissement Oudenaarde Knelpunten en signalen Ontbijtvergadering regiomandatarissen 24 juni 11 Gastenverblijf Steenhuyse, Oudenaarde

UNIVERSITAIR ONDERWIJS

Deel 6: JEZ11 residentiële voorziening 1bis Capaciteit 10 meisjes

Deel 7: Project Opvoedingsondersteuning

OBRA BAKEN vzw Voorheen Centrum OBRA vzw. 4HOBO: Forensische outreach voor jongeren met (vermoeden van) een verstandelijke beperking en risicogedrag

SELECTIE VOOR INTERCULTUREEL BEMIDDELAAR (m/v) t.b.v het project "Ondersteuningsteam Allochtonen (OTA) in de Bijzondere Jeugdbijstand"

verzekering vrijwilligerswerk

VZW OTA OOST- EN WEST-VLAANDEREN

Deel 5: DIVAM Dienst Ieper en Veurne Alternatieve Maatregelen

Anker kracht. Verankering in de maatschappij door intensieve multi-disciplinaire begeleiding

Outreach autisme ondersteuning van inclusie van personen met autisme

7. PREVENTIE VAN UITHUISZETTING

nr. 884 van KATRIEN SCHRYVERS datum: 20 september 2017 aan JO VANDEURZEN Kinderopvang - Centra voor Inclusieve Kinderopvang (CIK s)

Naam van de schoolexterne interventie: Arktos HERGO

Werkingsverslag 2017

Samen1Plan Gent Samenwerken over schotten heen. Omdat dat voor gezinnen hun levensweg is.

Deel 5: DIVAM Dienst Ieper en Veurne Alternatieve Maatregelen

Kenniscentrum Persoonsgerichte Bewindvoering

Aanmeldings- en intakeformulier

Fiche 6: Hoe trek je meer allochtone cliënten aan?

Vlaams Decreet Integrale Jeugdhulp

Lokale besturen werken aan etnisch-culturele diversiteit

REGIOPLAN JEUGDHULP

- 1 - Mol, 7 februari 2012

1. Op welke manier wordt deze samenwerking tussen steden/gemeenten, de VDAB en de bouwsector concreet ingevuld?

Met vereende kracht naar een nieuwe jeugdhulp in Vlaanderen

nr. 187 van INGEBORG DE MEULEMEESTER datum: 13 januari 2015 aan HILDE CREVITS

JIJ EN HET ONDERSTEUNINGS CENTRUM JEUGDZORG

WELKOM. Jeugdwerk in de Stad

Kleurrijke Maatzorg: Een cultuurgevoelig onthaal? Studiedag 20 november 2013 Antwerps netwerk cultuurgevoelige

Thuisbegeleidingsdienst Tarag vzw

HERSTELBEMIDDELING (slachtoffer- dader bemiddeling)

Stappenplan spijbelopvolging secundair onderwijs

De moeizame zoektocht naar hulpverlening op maat in de Bijzondere Jeugdbijstand:

Deel 5: Het project DIVAM Dienst Ieper en Veurne Alternatieve Maatregelen

plage-lestijden onderwijzer

Centra voor Leerlingenbegeleiding sterke partners in de integrale jeugdhulpverlening

Constructie van de variabele Etnische afkomst

Werk maken van kinderrechten

ZORGNETWERKEN & PROACTIEF HANDELEN

JAARVERSLAG 2016 OBJ- Limburg

Bijlage 6: Interview Dagcentrum Houthalen

Profiel van de asielzoekers in opvang op 31 december 2015

Intersectorale toegangspoort - Indicatiestelling

Transcriptie:

ONDERSTEUNINGSTEAM ALLOCHTONEN BIJZONDERE JEUGDBIJSTAND JAARVERSLAG 2009 Provinciebestuur OostVlaanderen Dienst Preventie, Hulpverlening en Zorg Woodrow Wilsonplein 2, 9000 Gent greet.lenaerts@oostvlaanderen.be umit.karanfil@oostvlaanderen.be selime.kokur@oostvlaanderen.be Tel: 09267 75 34 steven.van.de.woestyne@oostvlaanderen.be Tel: 09267 75 45

OTA Oost en WestVlaanderen INHOUDSTAFEL. EEN BEWOGEN HISTORIEK... 4 2. EEN BEWOGEN NIEUW BEGIN... 5 2. Medewerkers... 5 2.2 Profilering naar de sector... 5 3. STRUCTUUR EN WERKING VAN HET OTA... 7 3. Provinciebestuur OostVlaanderen... 7 3.2 De werking... 7 3.2. Missie... 7 3.2.2 Doelgroep... 8 3.2.3 Doelwitgroep... 8 3.2.4 Kerntaken... 8 3.2.5 Administratieve en organisatorische taken... 2 3.3 Het overkoepelend OTAoverleg... 2 4. CIJFERS 2009... 4 4.. Behandelde dossiers... 4 4.. Overzicht dossiers binnen bijzondere jeugdbijstand... 4 4..2 Overzicht dossiers buiten de bijzondere jeugdbijstand... 6 4..3 Indeling naar herkomst... 7 4..4 Indeling POS/MOF... 8 4..5 Ondersteuning per arrondissement... 8 4..6 Gedwongen / vrijwillige hulpverlening... 9 4..7 De evoluties op een rijtje... 20 4..8 Signalen... 2 4.2. Advies en info... 22 4.3 Vorming... 23 5. SCHEMA CASELOAD AAN DE HAND VAN DE DRIE KERNTAKEN... 24 6.TEAM... 26 6. Medewerkers... 26 6.2 Persoonlijke opleiding en vorming... 26 BIJLAGE..28 Jaarverslag 2009 2

OTA Oost en WestVlaanderen ALFABETISCHE LIJST VAN DE AFKORTINGEN BJB: Bijzondere Jeugd Bijstand CBJ: Comité voor Bijzondere Jeugdzorg CLB: Centra voor Leerlingen Begeleiding IJH: Integrale Jeugdhulp JAC: Jongeren Advies Centrum MOF: als Misdrijf Omschreven Feit OTA: Ondersteuningsteam Allochtonen OTM: Ondersteuningsteam Migranten Bijzondere Jeugdbijstand POS: Problematische Opvoedingssituate SDJR: Sociale Dienst Jeugdrechtbank Jaarverslag 2009 3

OTA Oost en WestVlaanderen. EEN BEWOGEN HISTORIEK Het project Ondersteuningsteam Allochtonen Oost en WestVlaanderen (OTA) heeft al een bewogen historiek achter de rug. Hieronder noteren we kort de 'mijlpalen'. Zo'n 20 jaar geleden stelde het comité bijzondere jeugdzorg (CBJ) van de regio GentEeklo vast dat er procentueel gezien significant meer allochtone jongeren hulpverlening kregen binnen het gedwongen luik van de bijzondere jeugdbijstand (BJB). Bijkomend stelde men binnen het vrijwillige luik een ondervertegenwoordiging van de allochtone populatie vast. Vanuit deze vaststelling werd op vraag van de Preventiecel van het CBJ te Gent een onderzoek uitgevoerd rond allochtonen binnen de bijzondere jeugdbijstand, onder leiding van professor Hebberecht van de Vakgroep Criminologie aan de Universiteit Gent. Eén van de aanbevelingen uit het onderzoek was de oprichting van een ondersteuningsteam dat de consulenten zou ondersteunen wanneer zij hulpverlening bieden aan allochtone jongeren en hun gezinnen. In 994 ging het eigenlijke project van start. In die tijd sprak men over Ondersteuningsteam Migranten Bijzondere Jeugdbijstand Gent Eeklo (OTM) en zoals de naam reeds doet vermoeden was het werkingsgebied nog niet zo ruim als vandaag. Het toenmalige OTM had een stedelijke structuur en de samenwerkingsovereenkomst werd dus gesloten tussen de Vlaamse Gemeenschap en de Stad Gent. Inmiddels evolueerde de naam van OTM naar OTA. Daar er heel wat vragen voor ondersteuning kwamen van buiten de regio Gent Eeklo, werd het provinciebestuur aangesproken om het OTA over te nemen. In 998 stapten de teamleden dan ook over van een stedelijke naar een provinciale structuur en werd het OTA opgenomen binnen de provinciale dienst Minderheden. Er werd een samenwerkingsovereenkomst afgesloten tussen de Vlaamse Gemeenschap en het Provinciebestuur OostVlaanderen. Het werkingsgebied werd zodoende uitgebreid naar de hele provincie OostVlaanderen. In 999 werd WestVlaanderen bij het werkingsgebied gevoegd en kwam er een samenwerkingsovereenkomst tussen de provincie OostVlaanderen en de Vlaamse Gemeenschap betreffende Ondersteuningsteam Allochtonen Bijzondere Jeugdbijstand Oost en WestVlaanderen. Vanuit een inclusief perspectief, verhuisde het OTA in 2004 van dienst Minderheden naar dienst Welzijn, sector jeugdwelzijn. In 2009 werd het provinciebestuur geherstructureerd en kregen de diensten een andere naam. Het OTA maakt nu deel uit van de dienst Preventie, Hulpverlening en Zorg. Jaarverslag 2009 4

OTA Oost en WestVlaanderen Als bijlage hebben wij achteraan dit jaarverslag de samenwerkingsovereenkomst tussen de Vlaamse overheid en de bestendige deputatie van de provincie OostVlaanderen voor het jaar 2009 gevoegd (zie bijlage ). 2. EEN BEWOGEN NIEUW BEGIN 2. Medewerkers In 2009 bleef het Ondersteuningsteam beperkt tot Greet Lenaerts (voltijds, in dienst sinds november 2007) en Ümit Karanfil (halftijds, in dienst sinds 8/08/. In de loop van 2009 nam de minister van Welzijn de beslissing om de 4 OTA's in Vlaanderen te versterken maar de beslissing werd een aantal keren vooruitgeschoven tot in 200. Vanaf januari 200 ontvangt OTA Oost en WestVlaanderen een subsidieverhoging van 50 000 euro wat het mogelijk maakt om VTE extra aan te werven. Concreet kon Ümit Karanfil al vanaf november 2009 voltijds aan de slag bij het OTA (binnen de bestaande subsidiëring). Vanaf maart 200 komt Selime Kokur halftijds in dienst. Zij was reeds in dienst bij het OTA tijdens de periode van 8 februari 2009 t.e.m. 30 juni 2009, ter vervanging van Greet Lenaerts tijdens haar moederschaprust en is dus ook reeds vertrouwd met de werkwijze van het OTA. 2.2 Profilering naar de sector Het Ondersteuningsteam Allochtonen heeft ook in de loop van 2009 verschillende initiatieven genomen voor de verdere bekendmaking van het OTA: De OTA folder wordt zo veel mogelijk verspreid onder de hulpverleners binnen de bijzondere jeugdbijstand. Dit gebeurt meestal tijdens individuele contacten met consulenten en/of hulpverleners, maar ook tijdens voorstellingen op diensten. Net voor de start van de Ramadan (augustus 2009) werd een document ter info opgemaakt en via mail doorgestuurd naar de sector. In het document werd tevens een vermelding gemaakt dat hulpverleners een beroep kunnen doen op OTA als zij verdere vragen hadden i.v.m de Ramadan en/of moslimjongeren die ze begeleiden die meedoen met de vastenmaand. De voorstellingsronde doorheen Oost en WestVlaanderen werd voortgezet, waarbij de OTA medewerkers de werking aan verschillende teams van consulenten voorstelden. We gingen op bezoek bij de consulenten van het CBJ GentEeklo ( 09//2009), de SDJR Gent (4/092009), het MDT Oost Vlaanderen ( 26/0/2009) en de SDJR Kortrijk ( 07/2/2009). In het kader van deze profilering werden de voorzieningen zeker niet vergeten, maar in de loop van 2009 zijn er echter geen bezoeken gebracht aan voorzieningen, wegens de hoge werkdruk in Jaarverslag 2009 5

OTA Oost en WestVlaanderen bestaande dossiers en het tijdelijk wegvallen van Greet Lenaerts omwille van moederschapsrust. In de loop van 200 zullen de werkbezoeken aan voorzieningen uit de verschillende erkenningscategorieën hervat worden, en dit zowel in Oost als in West Vlaanderen. Van de dienst Herstelrechtelijke en Constructieve Afhandeling (HCA) kregen we de vraag voor een vorming over 'hoe werken met allochtone jongeren en hun gezinnen'. In april 200 zal het OTA een HCAoverleg bijwonen waarbij de werking van het OTA zal uitgelegd worden en een luik vorming zal gegeven worden. Er zijn contacten gelegd met Jongerenproject OikondeTielt voor een gelijkaardige vorming. Ook van buiten de sector bijzondere jeugdzorg kregen we in de loop van 2009 verschillende vragen. Dit gaat dan over CLB's, dienst kinder en jeugdpsychiatrie, MPI's, enz Doorheen het jaar namen de medewerkers ook deel aan diverse vormingen, studiedagen, beleidsdagen, enz. Deze momenten werden ook steeds aangegrepen om contacten te leggen met aanwezige consulenten en hulpverleners uit de bijzondere jeugdbijstand. Jaarverslag 2009 6

OTA Oost en WestVlaanderen 3. STRUCTUUR EN WERKING VAN HET OTA 3. Provinciebestuur OostVlaanderen Zoals u in de beknopte historiek reeds kon lezen wordt het OTA ingebed binnen het OostVlaams provinciebestuur. Dit wil zeggen dat het provinciebestuur de verantwoordelijkheid op zich neemt om het OTA te huisvesten en te voorzien in logistieke middelen, administratieve èn inhoudelijke ondersteuning. Zo worden de bemiddelaars vanuit Jeugdwelzijn gecoacht door Steven Van De Woestyne, maar hij maakt structureel geen deel uit van het eigenlijke bemiddelingsteam. De meerwaarde van de inbedding binnen de ruimere jeugdwerking is dat het OTA gebruik kan maken van de contacten met de sector en de ruimere jeugdhulpverlening binnen de dienst Jeugdwelzijn. (provinciaal platform BJB, uitvoering subsidiereglementen, contacten binnen Integrale Jeugdhulp enz.). Tegelijk kan men vanuit het OTA beroep doen op de deskundigheid inzake interculturalisering die binnen de dienst Minderheden aanwezig is. Het OTA wordt aangestuurd binnen het OostVlaamse provinciebestuur, maar werkt voor de beide provincies Oost en WestVlaanderen. 3.2 De werking 3.2. Missie Iedere minderjarige en zijn gezin heeft recht op kwalitatieve en adequate hulpverlening. Dit gelijkwaardig recht vereist dat er voor kinderen, jongeren en hun gezinnen afkomstig uit etnischculturele minderheden extra inspanningen moeten geleverd worden om hulpverlening op maat aan te bieden. Deze inspanningen zijn nodig omdat deze kinderen en jongeren door hun specifieke situatie extra kwetsbaar zijn. Hiermee verwijzen we naar de migratie of vluchtelingenachtergrond, het algemene klimaat van achterstelling, de specifieke taal en leefwereld en de gevolgen van deze factoren op hun dagelijks leven en de invloed ervan op de opvoeding. De extra inzet is ook nodig omdat er in de hulpverlening vaak cultuurevidenties worden gehanteerd die niet voor alle hulpvragers evident zijn. Ten derde zijn er inspanningen nodig omdat het gevaar bestaat dat er interventies gebeuren waarbij niet voldaan wordt aan het subsidiariteitsprincipe. Deze 'hulpverlening op maat' trachten de OTA's over heel Vlaanderen te concretiseren. Jaarverslag 2009 7

OTA Oost en WestVlaanderen Algemeen kan men stellen dat de OTA's de BJB willen interculturaliseren, of nog : de interculturele deskundigheid in de BJB optimaliseren zodat de hulpverlening zo adequaat mogelijk wordt, ongeacht de etnischculturele afkomst van de cliënt. 3.2.2 Doelgroep Het OTA richt zich tot alle verwijzende instanties en voorzieningen van de bijzondere jeugdbijstand. De domicilie van de betreffende jongeren moet wel in de provincies Oost of WestVlaanderen liggen. Indien dit niet het geval is, verwijzen wij door naar het OTA van Antwerpen, Limburg of VlaamsBrabant. In beperkte mate kunnen ook diensten uit de ruimere jeugdhulpverlening een beroep doen op het OTA. Wanneer een dossier wordt aangemeld buiten de bijzondere jeugdbijstand (bijvoorbeeld via een CLB of via een JAC) en er 'afglijding' naar de sector dreigt, kan het OTA ook hier (preventief) ondersteuning bieden. 3.2.3 Doelwitgroep Alle kinderen, jongeren en hun gezinnen uit etnischculturele minderheden uit de provincies Oost en West Vlaanderen die een opvoedingsprobleem hebben dat leidt tot hulpverlening in de bijzondere jeugdbijstand of jongeren en gezinnen die omwille van een MOF in de bijzondere jeugdbijstand worden begeleid. 3.2.4 Kerntaken Het OTA tracht de bijzondere jeugdbijstand te interculturaliseren aan de hand van de volgende kerntaken: a) Ondersteuning van de professionelen van zowel de verwijzende instanties als de voorzieningen binnen de bijzondere jeugdbijstand bij de hulpverlening aan kinderen, jongeren en hun gezinnen uit etnischculturele minderheden. Qua tijdsbesteding is dit de hoofdopdracht van het OTA. b) Vorming van de professionelen die werken met kinderen, jongeren en hun gezinnen uit etnischculturele minderheden. Dit kan zowel via 'vorming on the job' (dus binnen concrete samenwerkingen) als via het organiseren van vormingen voor consulenten en hulpverleners. Omdat ook de komende generatie professionelen belangrijk is, wordt jaarlijks ingegaan op vormingsvragen van sociale hogescholen en de vakgroepen orthopedagogiek/sociale agogiek van de Universiteit Gent. c) Proactief en beleidsbeïnvloedend werken. Het OTA heeft een signaalfunctie naar de overheden inzake noden bij etnischculturele minderheden. Hieronder volgt een uitgebreide omschrijving van elke kerntaak. Jaarverslag 2009 8

OTA Oost en WestVlaanderen A. ondersteuning van de hulpverlening Dit omvat ondersteuning, in de breedste zin van het woord, voor alle diensten en voorzieningen binnen de bijzondere jeugdbijstand, en in beperkte mate ook voor diensten uit de ruimere jeugdhulpverlening. Concreet komt het er op neer dat hulpverleners een beroep kunnen doen op het OTA voor: Advies en informatie. Het OTA geeft advies en informatie aan hulpverleners uit de bijzondere jeugdbijstand, maar zeker ook daarbuiten. Zo kan bijvoorbeeld op vraag van een hulpverlener of consulent advies gegeven worden in verband met een concreet dossier, zonder dat het team verder betrokken wordt bij het hulpverleningsproces. Meestal hebben deze adviesvragen betrekking op de culturele achtergrond van de jongeren en/of hun gezin. Zulke adviesvragen kunnen ook telefonisch gesteld worden. Kunnen we zelf niet antwoorden op gestelde vragen, dan treden we op als doorverwijzer. Door ons inzicht in de sociale kaart betreft hulp en dienstverlening aan allochtonen, kunnen we hulpverleners doorverwijzen. Deelnemen aan (netwerk)overleg. Het ondersteuningsteam kan vanuit zijn specifieke deskundigheid gevraagd worden om aanwezig te zijn bij een overleg. Vanuit onze invalshoek en deskundigheid geven we bij het bespreken van een gezinssituatie meer info en duiding over de (culturele) achtergronden van het gezin. Op die manier helpen we een inschatting te maken en denken we mee na over een te volgen strategie naar de cliënt toe. Het maken van duidelijke rolafspraken in functie van het bewaken van onze positie als bemiddelaar, is hierbij belangrijk. Verkennende en herkaderende gesprekken. Tijdens aparte gesprekken worden verschillende specifieke factoren en aspecten die de allochtone persoon kunnen beïnvloeden en bepalen, verkend. Met specifieke factoren wordt verwezen naar de culturele, interculturele, intraculturele en migratiefactoren die door middel van concrete vragen worden verkend. De betekenissen die mensen geven, worden tijdens de verkenning van hun vanzelfsprekendheid ontdaan door aanvullende informatie te geven, vragen te stellen, andere betekenissen te opperen en door feiten in een andere context te plaatsen. Bemiddeling. Hier gaat het zowel over betekenis als over conflictbemiddeling tussen de jongeren en hun ouders of tussen hulpverleners en cliënten. Door middel van aparte gesprekken met alle betrokken partijen gaat de bemiddelaar betekenissen over en weer uitklaren en wordt er stil gestaan bij de betekenis van het Jaarverslag 2009 9

OTA Oost en WestVlaanderen conflict voor de niet aanwezige andere. Nadat de betekenissen op elkaar zijn afgestemd kan er gewerkt worden aan een compromis. De bemiddelaars gaan op zoek naar gemeenschappelijke belangen die over de belangentegenstellingen heen de conflicterende partijen met elkaar verbinden. Actieve participatie. De bemiddelaar van het OTA kan betrokken worden bij het ganse hulpverleningsproces. Concreet gaat dit over hulp bij de inschatting van een aangemeld probleem, het voeren van verkennende en herkaderende gesprekken en het deelnemen aan netwerkoverleg. OTAmedewerkers zijn geen hulpverleners en treden dus niet zelfstandig op, al kan soms een bepaalde actie (bijvoorbeeld telefoneren naar het gezin van de jongere om een afspraak vast te leggen) worden ondernomen met een duidelijk mandaat van de consulent of hulpverlener Het vroegtijdig inschakelen van een OTAmedewerker kan het hulpverleningsproces aan het allochtone gezin positief bevorderen, dit door van bij het begin een juiste inschatting te maken en een duidelijke strategie te bepalen. Dit geeft ook de jongere en zijn gezin de kans om een vertrouwensband op te bouwen met de bemiddelaar en zorgt ervoor dat de jongere en zijn gezin de hulpverlening toelaat. Ter verduidelijking wordt hieronder uitgebreid elke stap van een actieve participatie, beginnend met de aanmelding omschreven. Hierbij gaat het over de ondersteuning van een verwijzende instantie. Aanmelding/contactname : De consulent neemt contact op met een vraag naar samenwerking met het OTA en geeft hiertoe de basisgegevens door evenals de indicaties die er zijn om het OTA in te schakelen. Indien er al een intakeverslag is wordt dit eveneens gemaild aan het OTA, op voorwaarde dat de betreffende ouders en jongere hier geen bezwaar tegen hebben. De vraag wordt intern binnen het OTAteam besproken en het antwoord, met bij niet ingaan op de vraag opgave van de reden, wordt zo snel mogelijk (en alleszins binnen de week) bekendgemaakt. De vraag kan ook zijn om gezamenlijk in te schatten of een bepaald (allochtoon) dossier wel een BJBdossier is. Het OTA kan dit tijdens een gesprek (niet in aanwezigheid van cliënt) mee inschatten. Tijdens het eerste consultatiegesprek is de OTAbemiddelaar niet aanwezig. De ervaring (ook in andere provincies) leert dat dit niet opportuun is. Tijdens een tweede consultatiegesprek kan het OTA wel aanwezig zijn. Er moet steeds een duidelijke introductie zijn: rol en positionering van de OTAbemiddelaar moeten voor de cliënt immers van bij de aanvang duidelijk zijn. De samenwerking kan in elke fase van de hulpverlening: zowel tijdens aanmelding, onderzoek als management. Hulpverleningsstrategie : Indien de consulent het aangewezen acht om de OTAondersteuning mee in de hulpverleningsstrategie te kaderen, moet de cliënt binnen de vrijwillige en aanklampende hulpverlening de keuze hebben om hier al dan niet op in te gaan. De consulent en de bemiddelaar bespreken eerst gezamenlijk de hulpverleningsstrategie zonder de cliënt(en). Een belangrijk onderdeel hiervan moet de verduidelijking zijn van wat men hoopt te bereiken door het inschakelen van het OTA (m.a.w. de mogelijke meerwaarde van de OTAondersteuning). Tegelijk moet er voldoende rekening worden gehouden met de mogelijke valkuilen en dynamiek binnen het cliëntsysteem. Dit kan door het OTA verder worden uitgediept in de eigen supervisie/teambespreking. Jaarverslag 2009 0

OTA Oost en WestVlaanderen B. Vorming Na elke gezamenlijke interventie wordt wederzijds feedback gegeven over de rol/positie en effecten op de cliënt, zodat eventueel ook de strategie en doelstellingen kunnen worden bijgesteld. Het OTA kan vanuit de eigen expertise een (korte) nota bezorgen aan de consulent. Verloop van de hulpverlening Consulent en bemiddelaar houden elkaar op de hoogte van relevante nieuwe informatie binnen een bepaald dossier. Ook wanneer gedurende een bepaalde fase van de hulpverlening geen OTAinterventies worden gevraagd, wordt de bemiddelaar op de hoogte gehouden. Het OTA neemt na de afgesproken termijn zelf actief contact met de consulent voor een stand van zaken. Deze actieve betrokkenheid/ondersteuning is van belang bij de heropstart van de samenwerking. De OTAbemiddelaar neemt nooit eigen initiatieven in de hulpverlening. Alle contacten met het cliëntsysteem gebeuren in samenspraak met de consulent (en passen als dusdanig binnen de hulpverleningsstrategie). Afsluiten van een dossier : Bij het afsluiten van een dossier (door de consulent) of indien geen ondersteuning van het OTA meer wordt verwacht, wordt dit aan het OTA meegedeeld. Het ondersteuningsteam werkt aan de deskundigheidsbevordering en de vorming van diensten en instellingen van de bijzondere jeugdbijstand met betrekking tot het efficiënt intercultureel functioneren. Dat kan gebeuren via vorming op maat of via vorming in groep. Daarnaast wordt ook gewerkt aan de eigen deskundigheidsbevordering. Bij vorming op maat gaat het om individuele vormingsmomenten op vraag van een bepaalde dienst of instelling binnen de BJB, om een intervisie met betrekking tot een specifiek dossier of om vorming rond een thema waarover men iets meer wil weten. Wat vorming in groep betreft, organiseert het OTA vormingsreeksen voor diensten en instellingen binnen de BJB waarvoor dan een beroep gedaan wordt op externe deskundigen. Het kan daarbij gaan om een gemengd doelpubliek of een homogeen doelpubliek (bijvoorbeeld de medewerkers van één CBJ). Vorming onthejob: tijdens de samenwerking binnen een bepaald dossier, doen zich veel gelegenheden voor waarop hulpverleners intercultureel worden gevormd, zonder dat dit als dusdanig wordt benoemd. C. Proactief en beleidsbeïnvloedend werken Onder meer in dit jaarverslag trachten we noden naar het beleid te signaleren. Zo vermelden we de nood aan preventieve acties en opvoedingsondersteuning specifiek voor kwetsbare allochtone gezinnen (Vb. thuisbegeleiding in eigen taal). Er wordt deelgenomen aan beleidsgerichte overleggen betreffende integrale jeugdhulp (reflectiegroep minderjarigen). Signalen betreffende de hulpverlening aan allochtone jongeren en hun gezinnen worden intern Jaarverslag 2009

OTA Oost en WestVlaanderen door de bemiddelaars gemeld, zodat deze op het passende niveau kunnen worden doorgegeven zoals in de stuurgroep Integrale Jeugdhulp, tijdens het halfjaarlijks overleg met de regioverantwoordelijken, enz. 3.2.5 Administratieve en organisatorische taken Sinds 2008 wordt door de 4 OTA's met hetzelfde registratiepakket gewerkt. Op deze manier worden de dossiers door de verschillende OTA's op gelijke wijze geregistreerd en kunnen er op gelijke wijze cijfergegevens uit het programma gehaald worden. Er zijn wel nog een aantal kinderziektes maar eens deze overwonnen zijn zullen we over een goed instrument beschikken om de overdraagbaarheid van dossiers te garanderen. Uiteraard moet het OTAteam nog andere administratieve taken opnemen die de goede gang van zaken moeten verzekeren. Het gaat daarbij om: briefwisseling en teksten verslaggeving (vb/ jaarverslag) deelname aan vergaderingen (interne teamvergaderingen, overleg van de Vlaamse OTA's) 3.3 Het overkoepelend OTAoverleg Doorheen het jaar komen de vier OTA's van de verschillende provincies samen voor een overleg. Deze bijeenkomsten zijn van groot belang om ervaringen en methodieken uit te wisselen en het gemeenschappelijke concept te bewaken. Het is immers uitermate belangrijk dat in grote lijnen volgens hetzelfde concept wordt gewerkt. Zowel de jongeren als de consulenten, die vaak met verschillende OTA's samenwerken (de OTA's spraken af dat de gemeente waar de jongere gedomicilieerd is bepaalt welk OTA tussenkomt), moeten immers weten wat ze kunnen verwachten van het OTA. Daarnaast blijft er ruimte voor eigen accenten. De agenda wordt steeds samengesteld in onderling overleg tussen de verschillende teams. In 2009 zijn de verschillende OTA's viermaal samengekomen (5 januari, 3 maart, 9 juni en 3 oktober). Volgende punten stonden op de agenda: Nieuwsronde Terugblik 2008 en vooruitblik 2009 Vorming, we vinden het belangrijk dat we ons voldoende vormen en kwamen tot het besluit dat we in de toekomst meer aandacht zullen besteden aan het luikje vorming tijdens de interprovinciale bijeenkomsten. Zo zullen we zowel de interne expertise als deskundigen van buitenaf inzetten om ons verder te vormen als bemiddelaar en mee te zijn met de evoluties in de praktijk. (Bijvoorbeeld Jaarverslag 2009 2

OTA Oost en WestVlaanderen Afrikaanse 'jeugdbendes' in Brussel). Zo zijn er een aantal vormingen/casusbesprekingen geweest met de andere OTA's omtrent 'contextuele hulpverlening' en 'werken met Roma'. Registratie, we hebben het programma geëvalueerd en er zullen nog enkele wijzigingen doorgevoerd worden. Signaalfunctie. Ieder OTA vult dit anders in. Toch pleiten we ervoor om jaarlijks gemeenschappelijk gedragen signalen te bundelen en door te geven aan de regiomanagers en het beleid. Wisselwerking OTA's, we kwamen tot de afspraak dat we onderling meer informatie zullen uitwisselen betreffende bijvoorbeeld interessante externe vormingen die doorgaan, enz. Jaarverslag 2009 3

OTA Oost en WestVlaanderen 4. CIJFERS 2009 4.. Behandelde dossiers In dit deel zijn een aantal tabellen opgenomen die de lezer een duidelijk overzicht geven van de behandelde dossiers. In sommige dossiers zijn er meerdere kinderen van hetzelfde gezin betrokken. In deze gevallen wordt er één dossier op naam van het gezin geopend. 4.. Overzicht dossiers binnen bijzondere jeugdbijstand De eerste tabel omvat een aantal belangrijke gegevens over de dossiers die het ondersteuningsteam heeft behandeld binnen de bijzondere jeugdbijstand. Er wordt weergegeven door wie de aanmelding gebeurde, welk geslacht de betreffende jongeren hebben en of het om een POS, dan wel om een MOF dossier gaat. De gezinsdossiers worden apart weergegeven. In deze tabel is de eerste aanmelder het vertrekpunt. Meestal is het zo dat er nog meerdere andere diensten betrokken zijn dan de dienst die aanmeldt. Zoals in de laatste sectie rijen wordt weergeven, is het mogelijk dat de aanmelding gebeurt door een dienst buiten de bijzondere jeugdbijstand, maar waarbij er toch een verwijzende instantie betrokken is. Jaarverslag 2009 4

OTA Oost en WestVlaanderen e Aanmelder Jongens Meisjes Gezin POS MOF Totaal SOCIALE DIENST JEUGDRECHTBANK (6 dossiers waarvan 2 overgedragen van 2008 en 4 nieuwe) SDJR Dendermonde SDJR Gent 2 2 3 SDJR Kortrijk 2 2 COMITÉS BIJZONDERE JEUGDBIJSTAND ( dossiers waarvan 3 overgedragen van 2008 en 8 nieuwe) CBJ Aalst 2 2 2 CBJ Gent 2 2 4 4 CBJ Ieper CBJ Kortrijk CBJ Brugge CBJ Roeselare Tielt 2 2 2 VOORZIENINGEN BINNEN DE BIJZONDERE JEUGDBIJSTAND (9 dossiers waarvan 4 overgedragen van 2008 en 5 nieuwe) Begeleidingstehuis SintJanBaptist (Gent) Begeleidingstehuis Blij Leven (Bassevelde) Begeleidingstehuis Ons Tehuis (Ieper) Vzw Hadron (Gent) Vzw Juna (Aalst) 2 2 2 Vzw MinorNdako afdeling Koala (GrootBijgaarden) Oooc De Waai (Eeklo) Oooc De Wijzer (Wervik) Dagcentrum De Totem (Gent) Thuisbegeleidingsdienst Camino (Zele) Gemeenschapsinstelling De Zande (Beernem) Gemeenschapsinstelling De Zande (Ruiselede) 2 2 2 Jongerenproject Oikonde (Tielt) Albezon (Gent) 2 De Cocon Team CaH (Gent) 2 2 2 Jaarverslag 2009 5

OTA Oost en WestVlaanderen VOORZIENINGEN BUITEN DE BIJZONDERE JEUGDBIJSTAND (6 dossiers waarvan 3 overgedragen van 2008 en 3 nieuwe) Wotc De Berkjes (Brugge) MPC SintFranciscus (Roosdaal) Begeleidingscentrum Capelderij (Buggenhout) CLB Deinze De Werf vzw (Gent) Psychiatrisch Centrum Dr.Guislain Fioretti (Gent) Totaal 20 5 7 33 9 42 Tabel : algemeen overzicht dossiers 2009 binnen de bijzondere jeugdbijstand We merken op dat de eerste aanmelder vaker een voorziening is in plaats van de verwijzer. Aan het begin van de ondersteuning adviseren we de voorziening om de consulent op de hoogte te brengen van onze betrokkenheid of nemen we zelf contact op met de consulent In 2009 hebben we onze kennismakingsronde voortgezet. In 2008 werden 2 dossiers door een verwijzer aangemeld, in 2009 zijn dit er 7. Regelmatig wordt een dossier door de hulpverlener aangemeld op aanraden van de consulent. We stelden ons ook voor aan de verwijzers in het Gentse. Vroeger vormde zij de grootste groep van eerste aanmelder. In vergelijking met vorig jaar zien we een stijging van naar 7 aanmeldingen. We kunnen stellen dat onze bekendmaking zijn effect heeft gehad. Door het verloop in de sector beseffen we dat we ook in de toekomst blijvend werk moeten maken van bekendmaking In 2009 werden er 26 dossiers aangemeld vanuit OostVlaanderen, 4 dossiers vanuit WestVlaanderen en 3 vanuit VlaamsBrabant. Deze laatste 3 dossiers werden in overleg met onze collega's uit OTA VlaamsBrabant opgenomen. 4..2 Overzicht dossiers buiten de bijzondere jeugdbijstand In de volgende tabel vermelden we dezelfde elementen, maar hier betreft het dossiers buiten de bijzondere jeugdbijstand. Het OTA behandelt ook een aantal dossiers waarbij een afglijding naar de bijzondere jeugdbijstand bestaat of waarbij het OTA mee kan toeleiden om de stap naar de bijzondere jeugdbijstand te zetten. e Aanmelder Jongens Meisjes Gezin Totaal ( nieuw dossier) HCA OostVlaanderen dienst herstelbemiddeling (Gent) Totaal Jaarverslag 2009 6

OTA Oost en WestVlaanderen Tabel 2: algemeen overzicht dossiers 2009 buiten de bijzondere jeugdbijstandin 2009 werden we regelmatig gecontacteerd door voorzieningen buiten de bijzondere jeugdzorg voor informatie betreffende de werking en/of advies. (Bijvoorbeeld K&G, ) We stellen vast dat in de dossiers binnen de bijzondere jeugdbijstand, de scholen vaak toeleider zijn naar de verwijzende instantie. Dit duidt nog steeds op het belang van de eerste signalering vanuit onderwijs. Wij achten het noodzakelijk om ook hen te blijven ondersteunen. Ook vangen wij signalen op vanuit het onderwijs dat de nood aan intercultureel bemiddelaars op sommige scholen een meerwaarde zou zijn in de contacten met ouders en jongeren. Wij zijn ervan overtuigd dat problemen zoals spijbelen, moeilijk gedrag op school, enz. in veel gevallen voorkomen zouden kunnen worden als leerkrachten en CLBmedewerkers de gepaste ondersteuning zouden krijgen. 4..3 Indeling naar herkomst In tabel 3 gaan we na wat de etnischculturele afkomst van de jongeren is. Hiermee duiden we niet op de nationaliteit maar op het land van herkomst. De meeste cliënten hebben namelijk de Belgische nationaliteit. Herkomst Jongens Meisjes Gezin Totaal Afghanistan Albanië België Algerije Algerije België Armenië Benin Congo 3 3 Denemarken Turkije Ethiopië Kosovo Libanon Marokko 2 3 5 Roemenië Roemenië België Sierra Leone Slovakije Tsjetsjenië Tunesië Turkije 9 6 4 9 Totaal 2 5 7 43 Tabel 3: Indeling naar herkomst Jaarverslag 2009 7

OTA Oost en WestVlaanderen Bovenstaande tabel biedt een overzicht van de grote diversiteit in afkomst van de cliënten. Deze grote diversiteit maakt dat de bemiddelaars zich verder dienen te verdiepen en soms genoodzaakt zijn op zoek te gaan naar meer expertise. Dan wordt er meestal beroep gedaan op een vrijwilliger. Een vrijwilliger (cobemiddelaar) staat de bemiddelaar bij om taal en cultuurbarrières te kunnen overbruggen bij gezinnen van niet courante etnisch culturele minderheden. In 2009 werkten we samen met vrijwilligers afkomstig uit Marokko en Turkije. We legden alvast contacten met vrijwilligers afkomstig uit Congo, Thailand en Algerije met wie we in 200 zullen samenwerken. 4..4 Indeling POS/MOF Onderstaande tabel geeft het soort dossier aan. Hiermee verwijzen we naar het POS of MOF statuut van een dossier. Geslacht POS MOF Totaal Jongens 4 6 20 Meisjes 3 2 5 Gezin 6 7 Totaal 33 9 42 Tabel 4: indeling naar POS/MOF De ondersteuning die het OTA biedt, gebeurt in hoofdzaak bij dossiers waar het om een problematische opvoedingssituatie gaat. De verhouding POS en MOF dossiers blijft in vergelijking met vorig jaar gelijk (2008: 24 POS en 7 MOF). Ook de verhouding tussen jongens en meisjes die een MOF plegen blijft gelijk (2008: 5 jongens en 2 meisjes). 4..5 Ondersteuning per arrondissement Tabel 5 toont het aantal dossiers per arrondissement (bestuurlijk of gerechtelijk). De onderstaande instanties zijn niet altijd de eerste aanmelder, maar ze worden wel betrokken tijdens de ondersteuning. Arrondissement Instantie POS MOF Totaal Dendermonde CBJ Aalst 2 2 CBJ SintNiklaas SDJR Dendermonde 2 3 5 Totaal 5 3 8 Gent CBJ Gent 6 6 Jaarverslag 2009 8

OTA Oost en WestVlaanderen SDJR Gent 8 5 3 Geen BJB Totaal 4 5 20 Brugge CBJ Brugge 2 2 SDJR Brugge 2 Totaal 3 4 Ieper CBJ Ieper Totaal Kortrijk CBJ Roeselare Tielt 3 3 CBJ Kortrijk SDJR Kortrijk 3 3 Totaal 4 3 7 Hasselt CBJ Hasselt Totaal Brussel CBJ Brussel SDJR Brussel Totaal 2 2 Totaal 43 Tabel 5: ondersteuning per arrondissement 4..6 Gedwongen / vrijwillige hulpverlening Vrijwillige hulpverlening Gedwongen hulpverlening Totaal 25 8 42 Tabel 6: gedwongen / vrijwillige hulpverlening Deze laatste tabel toont het aantal dossiers binnen het vrijwillige luik en het aantal dossiers binnen het gedwongen luik van de BJB. Het gaat hier uitsluitend om de dossiers die zich binnen de bijzondere jeugdbijstand bevinden. Het spreekt voor zich dat de tussenkomsten die gebeurd zijn buiten de BJB op vrijwillige basis waren. We merken op dat er vaker naar ondersteuning gevraagd wordt bij dossiers uit de vrijwillige hulpverlening dan uit de gedwongen hulpverlening. Uit het onderzoek van professor Hebberecht ( ) kwam het gegeven dat allochtone jongeren eerder via het gedwongen luik in de bijzondere jeugdzorg binnen kwamen. We stellen ons de vraag hoe de verhouding binnen de 2 luiken momenteel is. We merken ook op dat sommige gezinnen uit onwetendheid via de bemiddelingscommissie bij de SDJR terechtkomen. Vaak komt dit door een opeenstapeling van misverstanden. De gezinnen kennen de Jaarverslag 2009 9

OTA Oost en WestVlaanderen hulpverlening niet, ze worden niet altijd gewezen op de mogelijke gevolgen van bijvoorbeeld het niet ingaan op hulp of soms wordt een niet verschijnen op een afspraak door de hulpverlener gezien als weerstand terwijl het gezin misschien de brief niet begrepen heeft. We zien hierin een duidelijke taak voor de CBJ eventueel met ondersteuning vanuit het OTA om een gezin wegwijs te maken in de hulpverlening en hierbij te begeleiden. 4..7 De evoluties op een rijtje Aan het einde van 2008 werden alle dossiers afgesloten. Enkel de actieve dossiers (2) werden overgedragen naar 2009. Samen met de nieuw aangemelde dossiers (3) vormde dit een caseload van 43 dossiers voor 2009. In vergelijking met 2008 is dat een duidelijke stijging. In het totaal aantal aangemelde dossiers is er een toename van het aantal Turkse dossiers. We hebben onze kennismaking met de sector voortgezet in de loop van 2009. Wegens tijdsgebrek hebben we ervoor gekozen om in eerste instantie de verwijzende instanties te bezoeken en later (200) voorzieningen. Door ons voor te stellen aan de consulenten van de SDJR en CBJ, kunnen we indirect ook de voorzieningen bereiken. In de loop van 2009 gebeurde de eerste aanmelding 25 keer door een voorziening en 7 keer door een verwijzende instantie. Bij een aanmelding door een voorziening werd steeds een toestemming gevraagd van de consulent. Voor OTA is het een voorwaarde om zowel van de cliënt als van de verwijzer hun akkoord te hebben. Er werden 26 dossiers aangemeld uit OostVlaanderen en 4 uit WestVlaanderen. Er werd tevens ondersteuning geboden in 3 dossiers uit Vlaams Brabant. De laatstgenoemde dossiers uit Vlaams Brabant zijn bij ons terechtgekomen omdat bv. de voogd van een NietBegeleide Minderjarige in Brussel of Vlaams Brabant is gedomicilieerd en de verwijzende instantie zich bevindt in het bestuurlijk of gerechtelijk arrondissement van de woonplaats van de voogd. Wanneer de jongere echter in een voorziening verblijft in OostVlaanderen en daar gedomicilieerd staat, komt het dossier van de jongere automatisch terecht bij OTA Oost en WestVlaanderen. Via werkbezoeken en voordrachten aan studenten, trachten we toekomstige hulpverleners kennis te laten maken met de werking van het OTA. In de toekomst zullen we deze acties voortzetten en zijn we tevens vragende partij voor meer kennisoverdracht rond etnischculturele minderheden op hogescholen waar hulpverleners, opvoed(st)ers, leerkrachten, worden opgeleid. In de loop van 2009 hebben we regelmatig samengewerkt met diensten buiten de bijzondere jeugdbijstand. Jongeren die bij aanvang begeleid worden vanuit de BJB, worden soms doorverwezen naar bijvoorbeeld een MPI, Kinder en Jeugdpsychiatrie, Vanuit OTA blijven we daarin ondersteuning bieden, ongeacht de verandering van de sector. Zolang er een consulent betrokken is bij het dossier, zien wij geen reden om de Jaarverslag 2009 20

OTA Oost en WestVlaanderen ondersteuning te stoppen. We vinden het ook belangrijk dat er enige continuïteit is voor de jongeren en hun gezin en blijven actief zolang de betrokkenen akkoord blijven met de samenwerking. 4..8 Signalen In het verleden werd een folder uitgegeven waarin de werking van de BJB in het Turks en Arabisch werd uitgelegd. We merken dikwijls op dat veel allochtone gezinnen geen zicht hebben op de organisatie van de hulpverlening. We denken dat het nodig is om samen met alle betrokkenen na te denken over mogelijke acties die allochtone jongeren en hun gezinnen wegwijs maakt in de hulpverlening of meer specifiek de BJB. Door de beperkte kennis van de hulpverlening in het algemeen en de BJB in het bijzonder, merken we vaak op dat de boodschappen met betrekking tot hulpverlening niet duidelijk zijn voor de gezinnen. Dit is een oud zeer en we merken dat dit nog steeds even problematisch is als pakweg 20j geleden.. We merken op dat tolken weinig worden ingeschakeld. Veel hulpverleners willen meestal "eerst zelf proberen" en schakelen tolken en/of interculturele bemiddelaars in op het moment dat hun band met de cliënt reeds stroef zit. Veel ouders geven aan dat ze het belangrijk vinden om steeds met dezelfde 'tussenpersonen' te werken. Zij vinden het frustrerend dat tolken steeds wisselen en hebben niet de moed om hun verhaal telkens opnieuw te vertellen. We merken op dat werkvormen zoals thuisbegeleiding binnen de BJB moeilijk lopen omwille van de taaldrempel bij allochtone gezinnen. Hoewel we begrijpen dat het niet evident is voor een TB dienst om een dossier op te nemen waarin de gezinsleden geen Nederlands kunnen ( omwille van o.a. hoge kosten voor het inschakelen van tolken), vinden we het toch belangrijk om na de denken over mogelijkheden om deze hulpverleningsvorm toch mogelijk te maken voor deze gezinnen. We merken dat er misverstanden, conflicten, weerstanden,. ontstaan binnen de hulpverlening wanneer weinig rekening wordt gehouden met taal en/of culturele gevoeligheden bij allochtone gezinnen. Veel hulpverleners kennen de cultuur van de allochtone cliënt onvoldoende, waardoor verwachtingen die ze stellen moeilijk inlosbaar zijn door hun cliënt.de cliënt durft/kan dit op zijn beurt niet bespreken met de hulpverlener waardoor spanningen en wantrouwen groeit tussen hulpverlener en cliënt. We stellen vast dat veel hulpverleners over onvoldoende kennis beschikken m.b.t. de cultuur en leefwereld van allochtone jongeren. Vanuit OTA pleiten we er voor om binnen de opleidingen voor hulp en zorgverleners meer aandacht te schenken aan kennisoverdracht m.b.t. etnisch culturele minderheden. Jaarverslag 2009 2

OTA Oost en WestVlaanderen 4.2. Advies en info De OTAmedewerkers worden geregeld telefonisch om advies gevraagd. Deze vragen zijn zeer uiteenlopend, maar hebben steeds betrekking op ondersteuning of pedagogisch advies in een concrete situatie. In 2009 werden dergelijke vragen gesteld door volgende diensten: Schoolmaatschappelijk werk, PHTI Vzw Hadron Kerhoek CBJ Oostende CLB Ieper Centrum De Wijzer Wervik Opvang vzw Dagcentrum De Pedaal PC Sleidinge Outreachproject Dienst Herstelbemiddeling Gent De Cocon Interstedelijk CLB Gent OOOC Zonnelied Daarnaast krijgen we ook zeer diverse informatieve vragen betreffende culturele achtergronden, tolken, specifieke kennis van de sociale kaart, enz. Bij deze vragen formuleren we zelf een antwoord, of indien wij niet over die kennis beschikken, verwijzen we door naar de juiste diensten. Jaarverslag 2009 22

OTA Oost en WestVlaanderen 4.3 Vorming In 2009 kwamen er verschillende vragen naar vorming: 2 april 2009: Artesis Hogeschool Antwerpen Voorstel werking OTA aan een groep van 20 internationale studenten. 28 april 2009: Yidam PC Sleidinge Werken met allochtone jongeren en hun gezinnen 04 juni 2009: De Cocon BZW Werken met allochtone jongeren in de hulpverlening 9 en 0 december 2009: Centrum Capelderij Buggenhout Werken met allochtone jongeren en hun gezinnen Tijdens deze vormingen kwamen verschillende elementen aan bod waaronder: wereldbeelden, kameleon gedrag van allochtone jongeren, ontstaansgeschiedenis OTA, migratie contexten, geloof binnen de opvoeding, informatie over de verschillende allochtone gemeenschappen in België, enz. De vormingen worden op maat aangeboden: er is een basiskader van waaruit we vertrekken en dat wordt aangevuld naargelang de vragen van de dienst die de vorming aanvraagt. Ten laatste een paar weken voor de vorming ontvangen we deze vragen, die we mee opnemen in de vorming. Jaarverslag 2009 23

OTA Oost en WestVlaanderen 5. SCHEMA CASELOAD AAN DE HAND VAN DE DRIE KERNTAKEN ONDERSTEUNING Caseload 2009 2009 2008 2007 2006 Aantal overgedragen dossiers 2 5 30 28 Totaal aantal dossiers Opgesplitst naar etniciteit Aanmelding binnen/buiten BJB (= ste aanmelding!) Gedwongen/Vrijwillige hulpverlening Aangemelde problematiek (POS/MOF) Afghanistan Albanië België Armenië Benin Bosnië Congo Chili Denemarken Turkije Ethiopië Filipijnen Kosovo Libanon Macedonië Maghreb: Algerije Algerije België Tunesië Marokko Oekraïne Roemenië Roemenië België Servië Sierra Leone Slovakije Syrië Tsjetsjenië Turkije Vietnam Gemengd Binnen BJB Buiten BJB Gedwongen Vrijwillige POS MOF Gerechtelijke arrondissementen (SDJ) 43 3 8 5 9 42 8 25 33 9 3 2 2 0 4 2 4 2 5 26 5 7 2 24 7 46 4 38 25 2 3 33 40 6 70 23 43 5 9 53 7 (Enkel verw. instanties!) Jaarverslag 2009 24

OTA Oost en WestVlaanderen Arrondissementen Gent Dendermonde Oudenaarde Ieper Kortrijk Brugge Brussel Bestuurlijke arrondissementen (CBJ) Gent + Eeklo Dendermonde Oudenaarde SintNiklaas Aalst Oostende Brugge Brussel Kortrijk RoeselareTielt Hasselt Ieper 3 5 3 2 6 2 2 3 8 3 2 4 3 9 4 2 4 4 2 7 2 6 3 4 VORMING 2009 2008 2007 (Vanaf september!) 2006 Adviesvragen 2 5 35 Infovragen + doorverwijzing 26 Bezoek studenten 3 8 Vorming op maat 3 7 Vorming studenten 6 2 5 PROACTIEF EN BELEIDSBEÏNVLOEDEND WERKEN IJH: deelnemen aan stuurgroep OostVlaanderen Signaalfunctie Jaarverslag 2009 25

OTA Oost en WestVlaanderen 6.Team 6. Medewerkers Greet Lenaerts: vanaf november 2007/ Selime Kokur 8 februari 2009 t.e.m 30 juni 2009 Ümit Karanfil: vanaf 8 augustus 2008 6.2 Persoonlijke opleiding en vorming Bemiddelaar Vorming/opleiding/studiedag Datum Greet Lenaerts Selime Kokur Ümit Karanfil Partnergeweld binnen 8/09 allochtone gezinnen ( Sultan Balli, Gent) Voorstelling rapport 29/ 'Kosovaarse Roma in het Waasland' Gesprekstraining ( Kern vzw 7/, 24/ en /2 St.Niklaas) Stent congres (Leuven) 9/ Colloquium 'Scholing van 9/03 Romakinderen in België. Ouders aan het woord' (Iulia Hasdeu, onderwijsverantwoordelijke aan de Université de Genève, Brussel) Omgaan met allochtone 30/04, 08/05 en 8/05 jongeren en hun gezinnen (Ann Huybrechts) Studiedag 'Gezocht: identiteit 6/04 (voor moslims m/v) (Samv, Gent) Studiedag eergerelateerd 22/0 geweld ( Guislain instituut Gent) Werken met Roma ( Joy 7/02 Eeman CBJ Antwerpen) Islamitische visies op relaties en opvoeding (Hoger Instituut voor Gezinswetenschappen, Brussel) Omgaan met allochtone jongeren en hun gezinnen (Ann Huybrechts) Volunteer! Europese vrijwilligersdag ( Perspectief Gent) 2/3, 9/3 en 26/3 30/4, 8/5 en 8/5 28/05 Jaarverslag 2009 26

OTA Oost en WestVlaanderen Studiedag Handicum 8/0 'Ondersteuning van mensen met een beperking van allochtone afkomst' ( De Centrale Gent) Partnergeweld binnen 8/09 allochtone gezinnen ( Sultan Balli Gent) Stent congres ( Leuven) 9/ Jaarverslag 2009 27

OTA Oost en WestVlaanderen BIJLAGE Bijlage : ontwerp samenwerkingsovereenkomst tussen de Vlaamse overheid enerzijds en de bestendige deputatie van de provincie OostVlaanderen anderzijds voor het jaar 2009. Jaarverslag 2008