MOTIVEREN IN FASEN VAN VERANDERING OEFENING OM HET SLACHTOFFER TE MOTEVEREN IN DE VERSCHILLENDE FASEN VAN EEN PROCES VAN VERANDERING. 1 Doel Motivatie is de bereidheid om zich ergens voor in te spannen en dit vol te houden. Om aan een probleem te werken is het niet zozeer belangrijk hoe gemotiveerd de cliënt is, maar wel dàt hij gemotiveerd is. Met deze oefening leren cliënten wat de verschillende fasen inhouden en in welke fase van verandering hij zit t.a.v. zijn probleem. Werkwijze Leg de cliënt uit wat de verschillende fasen van het model van verandering van Prochaska en DiClemente zijn. Aan de hand van dit blad met een aantal voorbeelden kan je samen nagaan in welke fase hij zich bevindt. Waarop hij kan verder bouwen geef je mee als huiswerk. De uitkomst van de opdracht wordt bij de volgende sessie besproken om samen na te gaan in welke fase de cliënt zit. De motivatie van cliënten fluctueert vaak over de tijd heen. Daarom is het belangrijk om regelmatig met de cliënt deze fasen van motivatie te onderzoeken, vb. tijdens evaluatiegesprekken. Op die manier krijgen cliënt en hulpverlener inzicht in hoe dit werkt bij de cliënt, wat zijn motivatie doet veranderen, en kan je als hulpverlener de interventies hier aan aanpassen. Valkuilen Het is belangrijk om sociaal wenselijke antwoorden te voorkomen omdat hierdoor de interventies die je onderneemt niet stroken met de fase waarin de cliënt zich bevindt; dit kan resulteren in een stagnering in de begeleiding. Cliënten zitten vaak t.a.v. verschillende gedragingen in verschillende fasen van verandering. Het gebeurt ook dat cliënten t.a.v. hetzelfde gedrag in verschillende fasen tegelijk zitten. Ze maken bijvoorbeeld wel een actieplan op, maar twijfelen of dit kan lukken. Dit is een normaal gegeven; geef dit ook zo mee aan cliënten. Het belangrijkste is om samen met de cliënt te achterhalen hoe de motivatie op dat moment in elkaar zit zodat hier adequaat op kan ingespeeld worden. 1 samengesteld uit: Dam, A. van, Tilburg, C.A. van, Steenkist, P. en Buisman, M. (2009). Niet meer door het lint. Handleiding. En Dam, A. van, Tilburg, C.A. van, Steenkist, P. en Buisman, M. (2009). Niet meer door het lint. Werkboek. En Van Parijs, A-S. Stages of change (februari 2013). In: Handboek Familiaal Geweld. Aflevering 5. Geïntegreerde aanpak concrete aanpak.1-3. 1
Oefening Dit is het model van Prochaska en DiClemente met verschillende fasen in het veranderingsproces: 1. Voorbeschouwing/voorstadium: Iemand ervaart geen probleem, waardoor hij vooral in begeleiding komt omdat anderen dit nodig vinden, maar niet omdat hij hier zelf motieven voor heeft. 2. Beschouwing/overwegen. Iemand beseft dat er voor- en nadelen zitten aan hun situatie. 3. Beslissen. Iemand neemt de beslissing om zijn situatie te veranderen, en maakt een plan om het gedrag te veranderen. 4. Actieve verandering/uitvoeren. Iemand voert dit plan uit, en verandert actief zijn situatie. 5. Consolidatie/volhouden. Iemand doet zijn best om bij zijn beslissing te blijven. 6. Terugval. Iemand valt (even) terug in zijn oude patroon of komt terug op zijn beslissing. Van Parijs (2013) maakte een schema op over wat we als hulpverlener kunnen doen rond motivationeel werken in elke fase met slachtoffers: 2
Fasen in het veranderingsproces Voorstadium Beschouwing/overwegen Beslissen Actieve verandering/uitvoeren Onderhoud Kenmerken Ontkennen dat het nodig is om situatie te veranderen Vermijden om het probleem te bespreken Minimaliseren van de ernst van de situatie Dader verdedigen Zondebok zoeken Hopeloosheid Geloof dat geweld hun lot is Bewust van probleem Informatie zoeken, vragen stellen Plannen iets te ondernemen binnen zes maanden Worstelen om te begrijpen waarom Wensdenken (als dat dan zou ) Uitstel Geen partij kiezen Angst Plannen iets te ondernemen binnen één maand Openlijk plannen Bevestigen aan personen/organisaties die ze vertrouwen Ambivalentie, last-minute beslissingen Voorzichtige gedetailleerde planning Groot engagement voor specifieke veranderingen Sterk engagement t.o.v. activiteiten om terugval te vermijden Interventies Bevestig aan cliënt dat je voelt dat hij (nog) niet klaar is om dingen te veranderen Benadruk dat het niet je bedoeling is om de cliënt onder druk te zetten dingen te veranderen Focus vooral op het geven van informatie over vormen van geweld Geef aan dat heel wat cliënten wel willen dat het geweld stopt, maar daarom de relatie niet Laat weten dat je er bent om te helpen, hoe en met wie dan ook Laat aan de cliënt weten dat niemand het verdient om geslagen of mishandeld te worden Help cliënt een veiligheidsplan op te maken Vraag aan de cliënt of hij ooit geprobeerd heeft om iets te veranderen, en wat hier het resultaat van was Vraag aan de cliënt welke problemen hij verwacht Vraag naar de pro en contra s om bepaalde zaken te veranderen Bespreek manieren om de drempel te verlagen om iets aan te pakken Bied steun Vertel over ervaringen van andere cliënten, een boek van iemand die hetzelfde meemaakte Vraag hoe je kan helpen Concretiseer de planning mee, of geef feedback op de planning Leg een datum vast om overhaaste of uitgestelde planning te vermijden; volg mee op Bied informatie over hulpverlening Overloop het veiligheidsplan Plan follow-up afspraken om het gestelde gedrag te (her)bevestigen Alert zijn voor signalen die aangeven dat motivatie cliënt daalt 3
Ga voor de verschillende problemen na in welke fase je zit en wat je in die fase het beste kan doen. We geven hier een aantal voorbeelden bij: Probleem Fase Actie Ik gebruik de kinderen als verwijt tijdens een conflict. Ik drink vaak meer dan ik mij voornam. Als ik drink voel ik me beterf. Beslissen Overwegen Ik praat vanaf nu vooral over wat mij dwarszit zonder de kinderen hier bij te gebruiken. Ik schrijf de voor- en nadelen voor mij op van alcoholgebruik. Voor- en nadelen van begeleiding, werken rond motivatie en doelen 2 Doel Het doel is cliënten duidelijkheid te verschaffen over de voor- en nadelen van begeleiding, en doelen te bepalen. Bij de voor- en nadelen van begeleiding is het belangrijk om realistische verwachtingen te bekijken en na te gaan of de cliënt, naast het ontvangen van hulp en steun, bereid is om zelf te investeren. Werkwijze Geef de opdrachten mee als huiswerk en bespreek bij de volgende sessie. Vraag daarna wat het voor hen betekent, en gebruik deze oefening als houvast om begeleidingsdoelen vast te stellen. Leg bij de oefening rond motivatie het verschil tussen intrinsieke en externe motivatie uit. Valkuilen Sommige slachtoffers gaan er van uit dat jij als hulpverlener vooral wil dat ze weg gaan bij hun partner. Geef duidelijk dat dit niet de doelstelling van de begeleiding is, maar wel om te kijken wat hij zelf aan de situatie kan doen dat realistisch en haalbaar is. Oefening: met welke motivatie werken aan mijn probleem Geef hieronder de drie belangrijkste zaken aan die een rol spelen in je motivatie om aan je probleem te werken: 1.... 2.... 4 2 Samengesteld uit: Dam, A. van, Tilburg, C.A. van, Steenkist, P. en Buisman, M. (2009). Niet meer door het lint. Handleiding. Houten: Bohn Stafleu van Loghum. En Dam, A. van, Tilburg, C.A. van, Steenkist, P. en Buisman, M. (2009). Niet meer door het lint. Werkboek. Houten: Bohn Stafleu van Loghum.
3.... Deze motivatie kan in de loop van de begeleiding veranderen vb. omdat bepaalde zaken in de begeleiding confronterend zijn, wanneer het een periode rustiger is kan je soms te snel denken dat je agressieprobleem over is, Wanneer je merkt dat je motivatie veranderd is bij jezelf is het belangrijk om dit te bespreken met je hulpverlener. 5