Zelfredzaamheid en spoorveiligheid. Projectplan risicocommunicatie gericht op aanwezigen in invloedsgebieden op en rond het Bornse spoor

Vergelijkbare documenten
Resultaten nulmeting pilot Zelfredzaamheid en spoorveiligheid

Risicocommunicatie Risicovolle bedrijven Overijssel Modelaanpak

VOORSTEL. Algemeen Bestuur. Besluit. Voorstel. Samenvatting. Aan het algemeen bestuur. Inleiding. E01a

Analyse vragenlijst gemeentelijke kolom. Onderdeel zelfevaluatie

Begeleidende samenvatting en advies behorende bij de. Concept Rapportage Regionaal Risicoprofiel

MEMO. Ontwikkelingen spoor. Vakgroep Risicobeheersing Marcel Reefhuis. Ontwikkelingen spoor

STAPPENPLAN IMPLEMENTATIE WATERRAND

Afsprakenlijst behorende bij het Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen Veiligheidsregio s, Politie en ProRail

Weten wat er (ont)spoort. Communicatie als middel voor zelfredzaamheid bij spoorveiligheid

Programma Transport en veiligheid Zuid-Holland

Organisatieplan Multidisciplinaire crisisbeheersing en rampenbestrijding Veiligheidsregio Gooi en Vechtstreek

Algemeen bestuur Veiligheidsregio Groningen

College van Burgemeester en Wethouders Gemeente Echt-Susteren Postbus AL Echt. Geacht College,

(on) mogelijkheden van de brandweer

Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen Veiligheidsregio s, Politie en Openbaar Ministerie in Oost-Nederland

Het doel van deze notitie is een inleiding op de discussie over de doorontwikkeling van de crisisorganisatie in het Algemeen Bestuur van 3 juli.

Stappenplan nieuwe Dorpsschool

Veiligheid spoor Twente. Onderzoek naar de fysieke veiligheid rond het spoor in Twente

Doel: In samenwerking met maatschappelijke partners organiseren van een proces dat leidt tot een herijkte visie op Borne in 2030

Verantwoording groepsrisico

Voortgangsbericht projectopdrachten en voortgang Strategische Agenda Versterking Veiligheidsregio's

Ferwert, 28 mei 2013.

Verantwoording groepsrisico plan Businesspark Midden-Limburg te Echt-Susteren

Samenvatting risicoprofiel, capaciteitenanalyse en beleidsplan

PROJECTORGANISATIE EN OVERLEGSTRUCTUUR

Datum : 24 januari : Frederik Stouten. : Marcel Scherrenburg. Betreft : Paragraaf externe veiligheid BP Valburg Zuid.

Halderberge en het Basisnet Spoor. 11 december 2013

Openbaar. Rijk van Nijmegen Alleen ter besluitvorming door het College Actief informeren van de Raad. Collegevoorstel.

Onderwerp: Risico inventarisatie project rwzi Utrecht Nummer: Dit onderwerp wordt geagendeerd ter kennisneming ter consultering ter advisering

Omgevingsvisie Giessenlanden. Plan van aanpak V1.3. Inleiding

SAMENVATTING RAADSVOORSTEL 10G / I. Drupsteen BVL Ke. Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Twente.

*Z001F59E44 9* Leiderdorp, 16 september Afdeling: Concernzaken OOV en Rampen Onderwerp: Beleidsplan Integraal Veiligheidsbeleid

Nulmeting regionale brandweer Zuidoost-Brabant taakinhoudelijk deel (taakvervulling volgens PVPP)

In het veiligheidsbestuur van 2 juli 2008 zijn daarnaast specifieke uitgangspunten vastgesteld voor de crisiscommunicatie.

Beoogd effect Een actueel regionaal risicoprofiel dat bijdraagt aan de doelstelling om risicogericht te kunnen werken.

Startnotitie Integraal Veiligheidsplan Gemeente Molenwaard

Betreft Kadernota Integrale Veiligheid Westelijke Mijnstreek Veiligheid kent geen grenzen.

Landelijk Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen Veiligheidsregio s, Politie en ProRail

VEILIGE LEEFOMGEVING

Risico- & crisiscommunicatie in de Wet Veiligheidsregio s. Niek Mestrum Manon Ostendorf

Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen veiligheidsregio s, politie en Openbaar Ministerie in Oost-Nederland

Bijlage 1 Advies brandweer Veiligheidsregio Haaglanden

Regionaal Risicoprofiel. Wat is een risicoprofiel en waartoe dient het? Programma. Van risico s naar beleid. Vernieuwingen door het risicoprofiel

Concept-raadsvoorstel. Onderwerp: Brandrisicoprofiel veiligheidsregio Fryslân. Aan: de Raad

Communicatie-aanpak haalbaarheidsonderzoek Vijfheerenlanden Fase 0 en fase 1

Voorstel raad en raadsbesluit

Voorbeeld Startnotitie Behorend bij Kernbeleid Veiligheid 3.0 d.d. september 2010

Invoering Omgevingswet

PLAN VAN AANPAK INRICHTING STATIONSPLEIN

Communicatiestrategie

Datum : 16 april 2015 : Externe veiligheid aanzet verantwoording groepsrisico

Gezamenlijke raadsbijeenkomst Halderberge-Roosendaal-Moerdijk. Basisnet Spoor 22 september 2014

Samenvatting projectplan Versterking bevolkingszorg

Workshop risicocommunicatie

Rondweg-Oost N233 Maatregelen treden 3 Um 5 Ladder van Verdaas

VOORSTEL. Algemeen Bestuur. Besluit. Voorstel. Samenvatting. Regionaal kader werkwijze evenementenveiligheid. Mr. drs. M. Sijbom.

Burgerparticipatie en de rol van de gemeenteraad

COMMUNICATIEPLAN OPVANG ASIELZOEKERS

Vught Jp. ovb Ũ 7 MEI kopie ļ. afd. Gemeente Boxtel t.a.v. het College van B&W postbus DA BOXTEL

= Datum raadsvergadering: 15 december 2010 Agenda nr.: (in te vullen door griffie) Voorstel invulling aanbevelingen rapport Sturing grote projecten

Product 1. Generieke risico-analyse en beheer.

Startnotitie Visie winkelcentra Heemstede (eerste fase)

Nr.: Renswoude, 31 maart 2015 Behandeld door: J. van Dijk Onderwerp: (concept) Regionaal Risicoprofiel Veiligheidsregio Utrecht 2014

Inleiding. Situering. De situering van het geplande asielzoekerscentrum is in onderstaande figuur weergegeven.

Omgevingsveiligheid en - sensitiviteit

POSITIONERING & AMBITIE Burenraad Moerdijk. Uitwerking positionering & ambitie 27 november 2013 ir. A.F. (Guus) Govaart (vz) GG

Startnotitie Interactieve Beleidsvorming

SAMENWERKING IN DE VEILIGHEIDSREGIO Uitwerking van criterium 8 uit het Slotdocument VGS-congres 2013

Taak en invloed gemeenteraad op de. Integrale veiligheid

Gemeentelijk Verkeer en Vervoer Plan

1 Artikel 2.2 van de Wet ruimtelijke ordening

Verordening brandveilidheid en brandweerzorg en rampenbestrijding

Factsheet Brand ANF Lingen (Duitsland) 6 december 2018

Referentiekader GRIP en eisen Wet veiligheidsregio s

Plan van Aanpak Verkeersveiligheid op Het Lint

Routekaart eerste fase schoolbestuurlijk onderzoek Scholen voor Morgen en gemeentelijke onderzoek juni 2017 tot en met december 2017.

Hulpverleningszones: tijd voor een zonaal verhaal 21 november 2016

Voorstel EV Ruimtelijke onderbouwing Harderweide deelplan 2

Rampenplan Gemeente Assen 2007 Deel I: Algemeen

Sociaal Calamiteitenprotocol versie voor aanbieders

Brandweer Amsterdam-Amstelland

Verordening brandveiligheid en hulpverlening

FRYSLÂN FOAR DE WYN. Plan van aanpak. Finale versie, 14 november 2013

Algemeen Onderwerp Projectplan marktbewerkingsplan Gooi & Vechtstreek Verspreiden Ja Contactpersoon Paul Scholtz

28 juni 2018 GGD West-Brabant. Arnold Simon Eveline Dekkers

Informatienotitie Veiligheidsregio Hollands Midden. Opgesteld door: Josine Smit (BHM/MDRB) Voorstel t.b.v. Algemeen Bestuur Datum: 13 november 2014

RAADSVOORSTEL. B en W-besluit nr.: Naam programma: Onderwerp: Aanleiding:

Aan de raad van de gemeente Lingewaard

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

VOORBLAD RAADSVOORSTEL

AGENDAPUNT NO. 16. AAN DE RAAD

Projectplan Detailhandelsvisie gemeente Drimmelen, alle kernen

Besluit vast te stellen de:

Informele raadsbijeenkomst over de risico s van de 3 decentralisaties in het sociaal domein. Heerenveen, 17 oktober 2013

1 De coördinatie van de inzet

Burgemeester en Wethouders

Plan van Aanpak Horecavisie Emmen

Organisatiestructuur jeugdbeleid: De jeugd en haar toekomst

Productbeschrijvingen (proces)specifiek

Externe communicatie ambtelijke samenwerking Beemster- Purmerend

Transcriptie:

Zelfredzaamheid en spoorveiligheid Projectplan risicocommunicatie gericht op aanwezigen in invloedsgebieden op en rond het Bornse spoor

Autorisatie OPSTELLERS: BIJDRAGE IN DE WERKGROEP*: E. Misana Opsteller projectleider Gezien door: R. Welten Bestuurlijk portefeuillehouder Spoorveiligheid N. Teesink AOV Borne projectsecretaris/ plv. projectleider H. Meuleman Ambtelijk Portefeuillehouder Risicobeheersing Versiegegevens VERSIE: DATUM: OMSCHRIJVING: 0.6 22 mei 2013 Concept Startdocument ter bespreking projectgroep risicocommunicatie 2013, Veiligheidsregio Twente, Enschede, Auteursrechten voorbehouden. Overname van dit rapport (of gedeelten daarvan) is toegestaan, mits de bron wordt vermeld.

Zelfredzaamheid en spoorveiligheid Projectplan risicocommunicatie gericht op aanwezigen in invloedsgebieden op en rond het Twentse spoor Concept Versie 0.6, 22 mei 2013 Veiligheidsregio Twente Dr. E.F.J. Misana Gemeente Borne Drs. N.D.M. Teesink

Verwijderd: 4 Verwijderd: 5 Inhoudsopgave Verwijderd: 5 Verwijderd: 6 Inhoudsopgave...3 1 Waarom?...3 1.1 Aanleiding... 3 1.2 Wat verstaan we onder risicocommunicatie?... 3 1.3 Hoe staat het er mee? (Stand van zaken)... 3 1.4 Opgave... 3 1.5 Context... 3 2 Waar willen we naar toe?...3 2.1 Doelen... 3 2.1.1 Subdoelen...3 2.1.2 Doelgroepen...3 2.2 Verwachte resultaten... 3 2.3 Eindproduct... 3 2.4 Randvoorwaarden... 3 3 Wat gaan we doen?...3 3.1 Fasen... 3 3.2 Algemene inhoud en onderwerpen... 3 3.3 Stappenplan... 3 3.3.1 Stap 1: Verkenning...3 3.3.2 Stap 2: Doelstelling risicocommunicatie...3 3.3.3 Stap 3: Formuleren boodschap...3 3.3.4 Stap 4: Keuze communicatiemiddelen...3 3.3.5 Stap 5: Inzet en evaluatie...3 4 Hoe gaan we dat doen?...3 4.1 Middelen... 3 4.2 Organisatie... 3 4.3 Kwaliteit (Ellen)... 3 4.4 Informatie en communicatie... 3 4.4.1 Informatie...3 4.4.2 Interne communicatie...3 4.4.3 Externe communicatie...3 4.5 Planning... 3 4.6 Evaluatie (gebruiken voor doorontwikkeling richting bouwstenen)... 3 4.7 Wijzigingsprocedure... 3 Verwijderd: 6 Verwijderd: 6 Verwijderd: 7 Verwijderd: 8 Verwijderd: 8 Verwijderd: 8 Verwijderd: 8 Verwijderd: 9 Verwijderd: 9 Verwijderd: 10 Verwijderd: 10 Verwijderd: 10 Verwijderd: 11 Verwijderd: 12 Verwijderd: 12 Verwijderd: 12 Verwijderd: 12 Verwijderd: 12 Verwijderd: 12 Verwijderd: 12 Verwijderd: 12 Verwijderd: 13 Verwijderd: 14 Verwijderd: 14

1 Waarom? 1.1 Aanleiding De veiligheid op en rondom het spoor in Twente staat in de belangstelling. Het spoorgebruik intensiveert door het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer met de Goederenroutering Oost-Nederland (PHS GON) en de toename van het vervoer van gevaarlijke stoffen. De hoeveelheid gevaarlijke stoffen is vastgelegd in Basisnetspoor. Door de verwachte toename van het goederenvervoer in Twente als gevolg van het PHS GON komt de leefomgeving van de inwoners van Twente verder onder druk te staan. Burgers 1 ervaren steeds meer overlast van het spoor. Deze (ervaren) belasting heeft een negatieve invloed op het welzijn van mensen. Gevoelens van onveiligheid kunnen toenemen door intensivering van het spoorvervoer. Daarnaast is door Veiligheidsregio Twente (VRT) spoorvervoer van gevaarlijke stoffen aangemerkt als één van de prioritaire thema s binnen het Regionaal Risicoprofiel. Hierdoor groeit de aandacht voor de veiligheidssituatie rondom het spoor bij zowel overheden als burgers. Incidenten op het spoor, vooral met gevaarlijke stoffen, ontwikkelen zich snel in de tijd. Een toxische wolk die ontsnapt, zal zich direct verspreiden in de omgeving, een plasbrand is binnen een half uur na ontstaan opgebrand en een dreigende explosie door brandbare gassen moet binnen twintig minuten gekoeld worden om escalatie te voorkomen. Echter, de overheid en hulpdiensten kunnen niet altijd voor een oplossing zorgen of binnen een paar minuten ter plaatse zijn wanneer zich een calamiteit voordoet. Hierdoor kunnen mensen enige tijd op zichzelf aangewezen zijn en zullen zij zichzelf (en anderen) moeten redden of in veiligheid brengen. Veiligheidswinst is daardoor vooral aan de voorzijde van de veiligheidsketen te halen door gevaarlijke situaties te voorkomen en effecten te minimaliseren. Het is daarom van belang te investeren in het vergroten van de publieke bewustwording en de kennis van handelingsperspectieven, zodat niet alleen overheden en bedrijfsleven, maar ook burgers hun verantwoordelijkheid kunnen nemen. Gedeelde verantwoordelijkheid dus. Dit kan alleen als men zelfredzaam 2 is. Het bevorderen van de zelfredzaamheid en weerbaarheid van de aanwezigen in invloedsgebieden is daarom één van de belangrijkste speerpunten om de veiligheidssituatie rondom het spoor te vergroten. Bij het verhogen van het risicobewustzijn en de zelfredzaamheid en daarmee het beter beheersbaar maken van een incident bij het vervoer van gevaarlijke stoffen over het spoor in de voorbereidende, maar ook in de operationele en herstelfase speelt een effectieve risicocommunicatie een cruciale rol. Een geïnformeerde bevolking kent de risico s en weet wat de overheid doet om rampen te voorkomen en te bestrijden. Maar ook wat de overheid niet doet of kan doen en in welke situaties men zichzelf moet redden en wat men kan doen om zich hierop voor te bereiden. Daarom ligt de focus van communicatie activiteiten op zowel de proactieve (voorkomen van incidenten) als preventieve (beperken van escalatie) en preparatieve (voorbereiding) sfeer. Om de door de burgers ervaren overlast aan te pakken in combinatie met het verhogen van de weerbaarheid en zelfredzaamheid van de bevolking, wordt in dit voorstel een project beschreven voor een ontvangergericht en interactief voorlichtingsprogramma met betrekking tot spoorveiligheid in Borne en regio Twente. Belangrijkste uitgangspunt hierbij is het komen tot een modelaanpak voor communicatie met betrekking tot het spoor en de ontwikkeling en evaluatie van concrete activiteiten. Waarom pilot in Borne? Bij de presentatie van het regionaal Beleidsplan is door de Veiligheidsregio gemeld dat het thema Risicocommunicatie één van de speerpunten is voor de komende beleidsperiode. In dat kader heeft de 1 Het spoor roept in de maatschappij vaak vragen of reacties op met betrekking tot geluid, trillingen en stankoverlast. Uit de Leefbaarheidsmonitor Overijssel blijkt dat veel burgers nog regelmatig hinder ondervinden door geluid, trillingen, geur of luchtverontreiniging of gevoelens van onveiligheid. 2 Zelfredzaamheid is gedefinieerd als het vermogen van burgers om zichzelf en anderen te helpen in voorbereiding op, tijdens en na crisis, waar nodig en mogelijk gefaciliteerd door de overheid (Veiligheidsberaad 2011; Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, 2008).

Pagina 6/16 gemeente Borne de Veiligheidsregio het aanbod gedaan om de gemeente Borne als proeftuin te gebruiken voor de ontwikkeling van risicocommunicatie-instrumenten ten aanzien van de risico's van het vervoer van brandbare en explosieve stoffen over het spoor. Het bevorderen van de weerbaarheid en zelfredzaamheid van de Bornse burgers middels het ontwikkelen van een interactief en klantgericht voorlichtingsprogramma wordt door het college en de raad van de gemeente Borne zeer wenselijk, zo niet noodzakelijk geacht. Daarnaast lijkt de gemeente Borne te beschikken over de perfecte randvoorwaarden voor een dergelijke proeftuin, namelijk de MijnBorne 2030 visie, waarbij burgerparticipatie een centraal thema is. 1.2 Wat verstaan we onder risicocommunicatie? Risicocommunicatie gaat zowel over het communiceren met burgers en hulpverleners over risico s als het informeren over risico s: de veelal met onzekerheden omgeven kans op het optreden van, de omvang van de gevolgen (effecten) van negatieve consequenties van activiteiten, gebeurtenissen en processen. We spreken van risicocommunicatie als er (nog) niets aan de hand is. Als er een ramp dreigt, plaatsvindt of direct daarna dan spreken we van crisiscommunicatie. Deze vorm van communicatie heeft als doel de rampenbestrijding en hulpverlening zo goed mogelijk te laten verlopen en de gevolgen van de ramp voor de burgers te minimaliseren. Risicocommunicatie richt zich op burgers en hulpverleners en gaat over: de risicobronnen in hun woon-, werk- en leefomgeving; de gevolgen die een mogelijke ramp heeft voor hun gezondheid en welzijn; de kans dat zich een ramp voordoet: gevaar en dreiging; de maatregelen die het bedrijf en de overheid hebben getroffen om risico te beperken en de gevolgen van een mogelijke ramp te verkleinen; de maatregelen die burgers zelf kunnen treffen (zelfredzaamheid en handelingsperspectief). 1.3 Hoe staat het er mee? (Stand van zaken) We staan voor de uitdaging om inzichtelijk te krijgen hoe communicatie met personen in invloedsgebieden rondom het spoor het best vormgegeven kan worden. Tot op heden vond risicocommunicatie met betrekking tot het vervoer van gevaarlijke stoffen per spoor in Twente maar ook in Borne specifiek slechts minimaal en niet-structureel plaats. Als basis is er de digitale risicokaart, waarop voor een ieder informatie over de fysieke veiligheidsrisico s te vinden en te raadplegen is. Daarnaast heeft er incidenteel (lokale doelgroep) risicocommunicatie plaatsgevonden, zoals de Denk Vooruit campagne in de gemeentegids of gesprekken met een aantal omwonenden. Waarbij men wordt geïnformeerd over allerlei ontwikkelingen rondom het spoor in Borne (zoals PHS, geluidsmetingen, trillingen en aanpak problematiek en veiligheid rondom overwegstoringen en lange dichtligtijden van de spoorbomen), maar niet zozeer over de fysieke risico s en bijbehorende handelingsperspectieven voor incidenten door het spoorvervoer van gevaarlijke stoffen. 1.4 Opgave Inzicht in en ervaring met het ontwikkelen van een effectieve en structurele communicatiestrategie met betrekking tot risico s op en rond het spoor, ontbreekt op dit moment. Enerzijds is de boodschap dat de kans op een ongeval met gevaarlijke stoffen op het spoor erg klein is en dat de nodige voorzorgsmaatregelen zijn getroffen door overheden en hulpdiensten. Anderzijds is het doel risicobewustzijn te creëren bij de bevolking met de bijbehorende boodschap dat er iets mis kan gaan en dat men zelf ook de verantwoordelijkheid heeft om zich hierover te informeren en eventueel voorbereidingsmaatregelen te treffen. Hierbij is ook sprake van het verduidelijken van het risicoperspectief (i.e., het op waarde kunnen schatten en in perspectief kunnen plaatsen van risico-infomatie). In aanvulling hierop zijn er ook nog de verschillende doelgroepen, waaronder de verminderd en niet-zelfredzamen 3 en specifieke locaties met specifieke kenmerken, die allen een gerichte communicatiestrategie vereisen. 3 Praktisch elke kern waar het spoor doorheen gaat heeft ook objecten met verminderd of niet zelfredzame aanwezigen in de nabijheid van het spoor. Een aspect waar rekening mee moet worden gehouden is de duur van de aanwezigheid in de objecten. Bij bijvoorbeeld basisscholen en kinderdagverblijven is voornamelijk in de dagsituatie sprake van aanwezigheid van personen. Ziekenhuizen en bejaardenoorden daarentegen hebben een continue bezetting. Overigens is de personele

Pagina 7/16 1.5 Context In een druk bereden spoornetwerk zoals dat in Nederland worden ook fouten gemaakt 4. Het spoor zorgt voor een breder scala aan veiligheidsrisico s. Voorbeelden hiervan zijn overlast met betrekking tot geluid, stank en trillingen. Maar ook de veiligheid rondom spoorwegovergangen door niet correct functionerende slagbomen dragen bij aan gevoelens van onveiligheid onder inwoners. Hierdoor staat de veiligheid rondom het spoor ook steeds hoger op de maatschappelijke agenda en dat vraagt om een integrale en gestructureerde communicatie aanpak met de bevolking. In de afgelopen jaren heeft een sterke groei van het vervoer van gevaarlijke stoffen via het spoor plaatsgevonden. De risico s van het vervoer over spoor nemen dan ook een prominente plek in het Twentse veiligheidsbeleid in. De aanwezigheid van een grensoverschrijdende verbinding maakt het spoornetwerk in Twente onmisbaar voor Nederland als exportland en het interregionale en nationale vervoer van passagiers. Doordat spoorlijnen van oudsher door de bebouwde omgeving lopen, bestaat er een spanningsveld tussen de veiligheid en het vervoer, in het bijzonder het vervoer van gevaarlijke stoffen. Veiligheidsregio Twente heeft zich in haar beleidsplan dan ook ten doel gesteld een incident bij het vervoer van brandbare/explosieve stoffen over het spoor beheersbaar te maken in de voorbereidende, operationele en herstelfase. Als eerste stap is hierbij een verkennend onderzoek uitgevoerd, waarbij inzicht is verschaft in de veiligheidssituatie rondom het Twentse spoor met betrekking tot het vervoer van gevaarlijke stoffen. Hierbij spelen naast de risico s, ook omgevingsfactoren, bestrijdbaarheid en zelfredzaamheid een rol. De resultaten van dit project 5 leveren directe aanknopingspunten op voor het ontwikkelen en uitvoeren van maatregelen die een bijdrage leveren aan de zelfredzaamheid van de bevolking middels risicocommunicatie. In Twente is vervolgens voorgesteld om in 2013 te starten met een pilotproject, waarin een ontvanger gerichte communicatie gericht op veiligheidsproblematiek rondom het spoor wordt ontwikkeld, geïmplementeerd en uitgevoerd. Gemeente Borne fungeert in dit interactieve project als pilotgemeente, waarin de ontwikkelde communicatie activiteiten in eerste instantie worden ontwikkeld, toegepast en geëvalueerd. Het spoorvervoer van gevaarlijke stoffen is één van de onderwerpen die hierbij aan de orde komen. Het onderliggende project is hierbij een samenwerkingsverband tussen Veiligheidsregio Twente, gemeente Borne, de hulpdiensten en de overige gemeenten en partners in Twente 6. Het uiteindelijke resultaat van deze pilot een modelaanpak voor risicocommunicatie rondom spoorveiligheid wordt gebruikt om de risicocommunicatie vervolgens in alle spoorgemeenten in Twente te implementeren en op te zetten. bezetting van deze instellingen in de avonduren beperkter dan in de dagsituatie, terwijl in de nachtsituatie meer met goederen (en gevaarlijke stoffen) wordt gereden dan in de dagsituatie. 4 In 2011 werden in heel Nederland 150 rood sein passages geregistreerd en waren er drie botsingen met een schade groter dan 150.000,-. 5 De resultaten van dit project zijn als bijlage toegevoegd aan dit document. 6 Vanuit de Wet Veiligheidsregio s (Wvr) heeft het bestuur van de veiligheidsregio nu de regiefunctie gekregen over risicocommunicatie. Dat betekent dat VRT het multidisciplinaire regionale risicocommunicatiebeleid voor Twente coördineert, voorbereidt, ontwikkelt en uitvoert. In die hoedanigheid zorgt het veiligheidsbureau in naam van het bestuur van VRT voor een ondersteunings- en bemiddelingsinfrastructuur voor de risicocommunicatie-activiteiten van de verschillende kolommen en veiligheidspartners. Kern van de aanpak is: regie en coördinatie op regionaal niveau (gezamenlijk kader); realisatie samen met de Twentse gemeenten (afgestemd op de lokale situatie) en kolommen. Onder coördinatie wordt daarbij verstaan: de onderlinge afstemming van activiteiten op lokaal niveau ten behoeve van de uniformiteit. Regie is gericht op lokaal handelen in onderlinge samenhang. De VRT maakt daarin als spin in het web afspraken met betrokken gemeenten en organisaties over hun rol bij de uitvoering van risicocommunicatie. Zij houdt overzicht over de activiteiten die door de kolommen zelfstandig (mono) worden uitgevoerd.

Pagina 8/16 Het project zal daarnaast tevens een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van burgerparticipatie binnen Borne èn Twente. 2 Waar willen we naar toe? 2.1 Doelen De doelstelling van het project is: Het in samenwerking tussen veiligheidsregio, gemeenten en de inwoners zelf vergroten van de weerbaarheid en zelfredzaamheid van burgers en aanwezigen in de invloedsgebieden rondom het spoor door middel van het ontwikkelen en inzetten van een modelaanpak voor concrete en gerichte risicocommunicatie activiteiten. Uitgaande van de in paragraaf 1.2 beschreven twee ideaaltypische communicatiesporen voor risicocommunicatie kunnen verschillende subdoelen en doelgroepen worden geformuleerd. 2.1.1 Subdoelen Hiervoor zijn de volgende subdoelen geformuleerd 7 : 1. Het creëren van risicobewustzijn, risicobeleving en kennis m.b.t. risico s, handelingsperspectieven, verantwoordelijkheden en informatiebronnen bij het algemene publiek in invloedsgebieden op en rond het spoor door middel van: a. Het verkrijgen van inzicht in het huidige risicobewustzijn, de risicobeleving en de kennis; b. Het formuleren van het beoogde niveau van risicobewustzijn, risicobeleving en kennis; c. Het verkrijgen van inzicht in de communicatiebehoeftes van zowel de doelgroep als de zenders (gemeenten, veiligheidsregio); d. Het ontwikkelen van een zo effectief en efficiënt mogelijke communicatieaanpak, middelen en boodschappen; e. Het verkrijgen van inzicht in de effecten van deze communicatieaanpak. 2. Het creëren van risicobewustzijn, risicobeleving en kennis m.b.t. risico s, handelingsperspectieven, verantwoordelijkheden en informatiebronnen bij (locatie) specifieke doelgroepen door middel van: a. Het verkrijgen van inzicht in de (locatie)specifieke risico s m.b.t. het spoorvervoer van gevaarlijke stoffen in Twente en Borne in het bijzonder; b. Het verkrijgen van inzicht in de (locatie)specifieke doelgroepen rondom het spoor in Borne; c. Het verkrijgen van inzicht in de handelingsperspectieven voor elke (locatie)specifieke doelgroep; d. Het verkrijgen van inzicht in de communicatiebehoeftes van zowel de doelgroep als de zenders (gemeenten, veiligheidsregio) voor (locatie)specifieke risico s; e. Het ontwikkelen van een zo effectief en efficiënt mogelijke communicatieaanpak, middelen en boodschappen voor elke (locatie)specifieke doelgroep; f. Het verkrijgen van inzicht in de effecten van deze communicatieaanpak. 2.1.2 Doelgroepen De volgende doelgroepen worden onderscheiden: 1. (Lokale) doelgroepen: a. Omwonenden van specifieke risicolocaties (bijvoorbeeld m.b.t. bestrijdbaarheid of bluswatervoorziening); b. Verminderd en niet zelfredzamen in invloedsgebieden rond het spoor, waaronder kinderen (scholen en kinderdagverblijven), bewoners van bejaardenhuizen, ziekenhuizen, verpleeghuizen, etc.; 7 Vertrekpunt is de actuele veiligheidssituatie m.b.t. vervoer gevaarlijke stoffen over het spoor in Twente.

Pagina 9/16 c. Aanwezigen op specifieke risicolocaties; 2. Het algemene publiek: met name de personen die (regelmatig) aanwezig in invloedsgebieden rond het spoor, zoals treinreizigers; 2.2 Verwachte resultaten Het resultaat is dat inwoners van Borne in 2015 een beter risicobewustzijns- en kennisniveau hebben met betrekking tot de risico s rondom het spoor en het vervoer van gevaarlijke stoffen daarover. Ze zijn zich tevens meer bewust van hoe zij zich kunnen voorbereiden op een ongeval met betrekking tot het spoor, en wat hun eigen verantwoordelijkheid en rol is in de veiligheid. Daarnaast zijn zij beter in staat zichzelf te beschermen als er onverhoopt iets mis (dreigt) te gaan en weten zij waar zij aanvullende informatie kunnen vinden. De effecten worden in 2015 zichtbaar bij de uitvoering van een door VRT uitgevoerde veiligheidsmonitor door een hoger risicobewustzijn en zelfredzaamheid ten opzichte van de voorafgaande jaren. In 2015 is communicatie over spoorveiligheid een structureel onderdeel van risicobeheersing in Twente, waarmee een brede afweging van belangen gerealiseerd is. De volgende resultaten kunnen verwacht worden: Kennis Houding Gedrag De doelgroep: kent en is zich bewust van de risico s op en rond het spoor; weet wat de overheid doet om de risico s zo klein mogelijk te houden en wat hij van de overheid kan verwachten ten tijde van een noodsituatie op of rond het spoor; weet wat te doen bij een (dreigende) noodsituatie op of rond het spoor; weet waar hij informatie kan vinden over risico s op en rond het spoor; weet waar hij informatie kan vinden of hoe hij geïnformeerd wordt tijdens en na een noodsituatie op of rond het spoor. De doelgroep: vindt dat de overheid werk maakt van veiligheid op en rond het spoor; heeft reële verwachtingen ten aanzien van de maatregelen die de overheid neemt ten aanzien van een veilige situatie op en rond het spoor; heeft een reëel risicobewustzijn en een bij de veiligheidssituatie passende emotie (d.w.z. geen overtrokken ongerustheid of negatieve emotie); staat positief tegenover proactieve, preventieve en preparatiemaatregelen die de overheid neemt; vindt dat hij zelf een rol heeft in het voorbereiden op en beperken van de gevolgen van eventuele noodsituaties op en rond het spoor; is, daar waar mogelijk, ook bereid zelf preventieve maatregelen te nemen en acht zichzelf in staat bij een noodsituatie de juiste handelingen te verrichten. De doelgroep: bereidt zich voor op eventuele noodsituaties op of rond het spoor; handelt adequaat ten tijde van een noodsituatie op of rond het spoor. 2.3 Eindproduct Het pilotproject in Borne zal uiteindelijk leiden tot bouwstenen voor een effectieve risicocommunicatie over spoorvervoer van gevaarlijke stoffen met personen in invloedsgebieden van Twente. Omdat de activiteiten en bouwstenen in het pilotproject zijn beproefd en gerealiseerd in pilotgemeente Borne, kunnen daarmee handvatten worden geboden voor de overige spoorgemeenten in Twente die risicocommunicatie activiteiten willen oppakken rondom het spoorvervoer van gevaarlijke stoffen. Met behulp van deze bouwstenen wordt de zelfredzaamheid van de verschillende doelgroepen waarop het project zich richt vergroot. Het eindproduct omvat: Een beschrijving van de bouwstenen risicocommunicatie voor invloedsgebieden; Een handleiding / handreiking / gebruiksaanwijzing van de bouwstenen;

Pagina 10/16 Een presentatie / workshop bouwstenen risicocommunicatie voor invloedsgebieden voor stakeholders in Overijssel; Een meetmethode waarmee inzicht kan worden verschaft over de bijdrage van de bouwstenen op de zelfredzaamheid. 2.4 Randvoorwaarden Voor het project wordt voor de personele inzet gebruik gemaakt van bestaande capaciteit binnen de huidige organisatie van Veiligheidsregio Twente en de gemeente Borne, aangevuld met tijdelijke voldoende gekwalificeerde projectmedewerkers. Voor specifieke activiteiten, werkzaamheden en onderwerpen wordt externe expertise ingezet. Instrumentontwikkeling wordt daarmee zoveel mogelijk, binnen de grenzen van het budget, uitbesteed. 3 Wat gaan we doen? 3.1 Fasen Om de projectdoelstellingen te bereiken, worden de volgende fasen en bijbehorende activiteiten en deelprojecten onderscheiden: Onderdelen Toelichting (Tussen)resultaten/producten: Onderdeel 1: VERKENNING De verkenning vindt plaats door middel van het inventariseren van de aanwezige risico s voor de doelgroepen en het inventariseren van de risicobeleving en informatie- en communicatiebehoeftes van deze doelgroepen (d.m.v. nulmeting). - Projectplan - Meetmethopde voor nulmeting, voor: - Inzicht in aanwezige risico s - Inzicht in risicobeleving doelgroepen - Inzicht in informatie- en communicatiebehoeftes doelgroepen door nulmeting Onderdeel 2: ONTWERPFASE Onderdeel 3: INZETFASE Onderdeel 4: EVALUATIE Onderdeel 5: NAZORG Op basis van de resultaten uit de verkenning worden in deze fase communicatieboodschappen en activiteiten ontwikkeld en wordt een inzetplan opgesteld. Hierin worden de inhoudelijke boodschappen geformuleerd en communicatiemiddelen en kanalen gekozen (zoals app s, twitter, pagina op website, informatiebrieven/ flyers, bijeenkomsten, etc.). De in de ontwerpfase ontwikkelde communicatiestrategie wordt uitgevoerd. Communicatiemiddelen worden ingezet. De ingezette communicatiestrategie wordt geëvalueerd. Hiertoe wordt een effectmeting op risicobewustzijn, weerbaarheid en zelfredzaamheid uitgevoerd. Op basis van de evaluatie wordt het eindproduct vormgegeven: de bouwstenen voor risicocommunicatie met personen in invloedsgebieden met betrekking tot spoorvervoer van gevaarlijke stoffen. Het eindproduct wordt opgeleverd en gepresenteerd aan de opdrachtgever. - Geformuleerde communicatiedoelstelling en - boodschap - Detailplan voor de inzet van communicatiemiddelen en kanalen - Communicatieactiviteiten - Meetmethode voor effectmeting inzetplan communicatiemiddelen - Beschrijving en handleiding bouwstenen voor risicocommunicatie invloedsgebieden m.b.t. spoorvervoer gevaarlijke stoffen - Workshop en/of presentatie aan opdrachtgever

Pagina 11/16 Onderdelen Toelichting (Tussen)resultaten/producten: 3.2 Algemene inhoud en onderwerpen De inhoud van de boodschap is mede afhankelijk van de resultaten van pilotactiviteiten met betrekking tot de specifieke situaties en doelgroepen, waarbij concrete handelingsperspectieven en informatiebehoeftes in kaart worden gebracht. Om de daarvoor in paragraaf 2.1.2. beschreven doelstellingen te bereiken worden de hierboven beschreven activiteiten omgezet tot boodschappen (SMART) door het verschaffen van: 1. Inzicht in risico s en gevaren - Locaties: Er komt een overzicht van de regionale spoorroutes voor gevaarlijke stoffen in Twente, dat is ontleend aan het Landelijke Basisnet Transport. Er wordt aangegeven welke veiligheidszones er bestaan en wat zij behelzen. In dit verband wordt tevens kort, en in duidelijke taal, uitgelegd wat het Basisnet Transport is en waarom het is opgezet. Daarnaast worden locaties beschreven, die in het kader van de veiligheid, specifieke aandacht verdienen (bijvoorbeeld omdat ze minder goed bereikbaar zijn, in de directe woonomgeving staan, etc.) - Stoffen en gevolgen: Voor de bewuste spoorroutes worden de gangbare gevaarlijke stoffen genoemd die regelmatig vervoerd worden en er wordt uitgelegd welke gevolgen een ernstig ongeval met deze stoffen kan hebben voor personen in de omgeving (zowel gezondheidsschade als materiële schade) - Risico s: Er wordt in beeld gebracht hoeveel en op welke tijdstippen vervoersbewegingen ongeveer plaatsvinden. Er wordt uitgelegd wat de kans is op een ongeval en eventueel historische informatie gegeven over ongevallen en bijbehorende gevolgen. 2. Inzicht in bestaande communicatie activiteiten, risicobeleving en communicatiebehoeftes - Bestaande communicatieactiviteiten: Er wordt geïnventariseerd welke bestaande boodschappen en communicatieactiviteiten in en buiten Nederland reeds bestaan met betrekking tot spoorvervoer gevaarlijke stoffen. Deze kunnen als input dienen bij eventueel te ontwikkelen instrumenten. Daarnaast wordt geïnventariseerd welke communicatieactiviteiten binnen Borne in het kader van burgerparticipatie en spoorveiligheid in zijn algemeenheid worden uitgevoerd. - Risicobeleving: Door middel van interactie met verschillende doelgroepen (omwonenden, verminderd zelfredzamen, etc.) wordt in beeld gebracht wat de risicoperceptie en risicobeleving is. In kaart wordt gebracht hoe de bevolking de risico s beoordeelt, hoe groot men de kans acht dat er iets mis gaat, wat de eventuele gevolgen zijn. Daarnaast wordt nagegaan hoe men denkt zichzelf te kunnen beschermen of voorbereiden en wat de overheid hulpdiensten (zouden moeten) doen. Communicatieboodschappen worden hierop afgestemd. - Communicatiebehoeftes: in kaart wordt gebracht welke boodschap de overheid en hulpdiensten willen zenden en welke boodschap en informatie de bevolking zou willen ontvangen (informatiebehoefte) en via welke middelen en kanalen. 3. Inzicht in handelingsperspectieven - Welke handelingsperspectieven zijn er voor de verschillende scenario s volgend uit de risico s en gevaren. Beschikbare handelingsperspectieven (onder meer gebaseerd en afgestemd op reeds beschikbare bronnen als de digitale risicokaart en websites als nederlandveilig.nl) worden verzameld en toegesneden op de te onderscheiden transportmodaliteiten en doelgroepen. - Er wordt een onderscheid gemaakt tussen voorbereidende handelingsperspectieven (hoe kan ik me voorbereiden, wat moet ik doen, wat moet ik regelen/in huis halen, waar kan ik informatie vinden?) en acute handelingsperspectieven (wat doe ik als ik een (dreigend) ongeval zie, wat moet ik doen en laten om mezelf en anderen in veiligheid te brengen, hoe word ik geïnformeerd?) - Welk invloed heb ik op de veiligheidssituatie, in de sfeer van gemeentelijke ruimtelijke ordening, om mijn veiligheidsbelangen te behartigen (burgerparticipatie)? 4. Risicomanagement en crisisbeheersing

Pagina 12/16 - Er wordt uitgelegd welke veiligheidsmaatregelen verladers en vervoerders nemen om de kans op ongelukken zo klein mogelijk te maken. Bijvoorbeeld het Bleve-vrij spoorvervoer, crashbuffers, veiligheidsmaatregelen, etc. - Er wordt uitgelegd welke controles de verschillende overheden uitvoeren en welke wetgeving er bestaat; - Er wordt inzicht gegeven in hoe de rampenbestrijding en hulpverlening er bij ongeval op het spoor uitziet; - Er wordt inzicht gegeven in wie welke taken en verantwoordelijkheden heeft bij zowel de voorbereiding op, als tijdens en na een ongeval met gevaarlijke stoffen op het spoor. 3.3 Stappenplan Het ontwikkelen en uitvoeren van effectieve risicocommunicatie over spoorvervoer van gevaarlijke stoffen is maatwerk. Hieronder worden vijf stappen beschreven die we daarom dienen te doorlopen om te komen tot een effectieve risicocommunicatie. Voor elk van de afzonderlijke communicatietrajecten in het project (afhankelijk van de doelgroep en doelstelling), zullen we dit vijfstappenmodel hanteren: 3.3.1 Stap 1: Verkenning In zijn algemeenheid wordt bij aanvang van het project gestart met het uitvoeren van een nulmeting in de gemeente Borne. Hierbij wordt geïnventariseerd hoe de risicobeleving en informatie- en communicatiebehoefte van de inwoners is. Op basis van een 1-meting aan het eind van het project, kan hiermee tevens worden onderzocht in welke mate de ontwikkelde en ingezette risicocommunicatie activiteiten hebben bijgedragen aan het risicobewustzijn en de weerbaarheid en zelfredzaamheid van de bevolking. Analyse van de werkelijke en subjectieve risico s, handelingsperspectieven en de reeds bestaande communicatie-uitingen en activiteiten 3.3.2 Stap 2: Doelstelling risicocommunicatie Per communicatie activiteit en doelgroep wordt een doelstelling voor de communicatie geformuleerd, op basis waarvan de verdere uitwerking plaats gaat vinden 3.3.3 Stap 3: Formuleren boodschap Op basis van de inventarisaties in Stap 1 en de geformuleerde doelstelling in Stap2, kan nu de boodschap worden geformuleerd. 3.3.4 Stap 4: Keuze communicatiemiddelen De keuze van communicatiemiddelen en kanalen is afhankelijk van de resultaten uit de voorgaande stappen. Zo wordt een strategie ontwikkeld die zo effectief mogelijk is en zoveel mogelijk aansluit bij de behoefte van de ontvanger. 3.3.5 Stap 5: Inzet en evaluatie Op basis van een goed doordacht plan van inzet en planning van middelen en boodschappen vindt in deze fase de daadwerkelijke uitvoering van de risicocommunicatie activiteiten plaats. Uiteindelijk vindt weer een publieksmeting plaats om te kijken in hoeverre de ingezette communicatiestrategie effectief is geweest. 4 Hoe gaan we dat doen? 4.1 Middelen De activiteiten in het project worden deels gefinancierd uit provinciale gelden (zie tabel 1) en deels uit de reguliere werkzaamheden van Veiligheidsregio Twente en gemeente Borne. De middelen zijn gekoppeld aan de inspanningen voor de doelstellingen. Tabel 1. Verwachte Totaal Investering Provincie Overijssel Activiteit Verkrijgen van inzicht in huidige en beoogde niveau van risicobewustzijn, 10 Budget (x 1.000)

Pagina 13/16 risicobeleving en communicatiebehoeftes doelgroepen en overheid Ontwikkelen communicatie activiteiten en middelen voor alle doelgroepen 20 Uitvoeren van communicatie activiteiten voor alle doelgroepen 5 Evalueren ingezette communicatie activiteiten 10 Verwerken tot bouwstenen risicocommunicatie voor uitrol in overige 5 gemeenten in Overijssel. Totaal 50 4.2 Organisatie Veiligheid en leefbaarheid is niet alleen een taak van de overheid, ook van burgers en bedrijfsleven mag een preventieve en proactieve houding verwacht worden. Uitgangspunt in dit project is daarom dat meer veiligheid alleen gerealiseerd wordt als er interactie is tussen de verschillende partijen. Dat betekent dat de te ontwikkelen activiteiten niet alleen gebaseerd worden op beleid en perspectieven van de overheid en hulpverleningsdiensten, maar dat vooral ook de burgers worden betrokken bij de ontwikkeling. Op die manier wordt veiligheid benaderd als een samenwerking tussen overheid, bedrijfsleven en burgers en ontstaat de meest effectieve boodschap. De opdrachtgever voor deze pilot is de Veiligheidsregio Twente en de bestuurlijke portefeuillehouder is de burgemeester van Borne (bestuurlijk portefeuillehouder spoorveiligheid VRT). Projectgroep bestaande uit: - Coördinator risicocommunicatie VRT (projectleider) - Ambtenaar openbare veiligheid pilotgemeente (projectsecretaris) - Communicatieadviseur pilotgemeente - Beleidsadviseur Externe Veiligheid pilotgemeente - Beleidsmedewerker Verkeer pilotgemeente - Projectmedewerker VRT (projectondersteuner) - Externe deskundige instrumentontwikkeling Naast de projectgroep zijn er een stuurgroep en klankbordgroep. De klankbordgroep adviseert de projectgroep en toetst resultaten. De stuurgroep is verantwoordelijk voor het uiteindelijke resultaat van de pilot. Stuurgroep - Bestuurlijk portefeuillehouder spoorveiligheid VRT - Bestuurlijk portefeuillehouder risicocommunicatie VRT - Portefeuillehouder verkeer en mobiliteit Regio Twente - Vertegenwoordiger Veilidheidsdirectie (portefeuillehouder risicobeheersing/ -communicatie) Klankbordgroep: - Adviseur gevaarlijke stoffen Brandweer - Vertegenwoordiging ambtenaren Openbare Veiligheid Twentse gemeenten (AOV) - Prorail - Belangengroepen als RONA (Regional Overleg Noordelijke Aftakking), BBO, Woonbeheer Borne vertegenwoordiging omwonenden spoor - Instellingen verminderd/ niet zelfredzamen (via GHOR?) - Kennisinstelling (Universiteit Twente) - Politie Afstemmingslijnen: De projectleider en projectsecretaris hebben periodiek overleg met de bestuurlijk portefeuillehouder spoorveiligheid om de resultaten en voortgang van het project te bespreken. Op beslismomenten in ieder geval bij de oplevering van het detailplan voor de volgende projectfase vindt extra overleg plaats tussen bestuurlijk portefeuillehouder, projectleider en projectsecretaris. Via de projectleider vindt terugkoppeling plaats richting de volgende ambtelijk overlegorganen VRT: - Vakgroep risicobeheersing VRT

Pagina 14/16 - Regionale werkgroep risicocommunicatie VRT - Regionaal AOV overleg Taak- en rolverdeling Bestuurlijk portefeuillehouder Projectleider Projectsecretaris Projectgroepleden klankbordgroepleden Overlegstructuur Het projectteam zal periodiek overleggen. In de eerste fasen (initiatief- en definitiefase) zal overleg frequent plaatsvinden (tweewekelijks). Vervolgens zal per fase vooraf worden bepaald wanneer en hoe vaak overleg nodig zal zijn. Samenstelling en frequentie kan variëren, afhankelijk van de aard en duur van de werkzaamheden. Voorafgaand aan elk overleg worden het doel, het gewenste resultaat, de deelnemers, de voorzitter en de notulist bepaald. De klankbordgroep zal drie maal per jaar bijeenkomen. De klankbordgroep wordt vooraf geïnformeerd over de voortgang en resultaten en wordt geconsulteerd op beslispunten in het project. Tevens zijn de leden van de klankbordgroep bevoegd (gevraagd en ongevraagd) te adviseren over inhoud en richting van het project, alsmede op basis van relevante actuele ontwikkelingen. Indien de omstandigheden of resultaten erom vragen, kan de samenstelling, taak en vergaderfrequentie van de klankbordgroep na overleg met de bestuurlijk portefeuillehouder en opdrachtgever gewijzigd worden. 4.3 Kwaliteit In de visie Veiligheidsregio Twente (2010) wordt als taak professionalisering en kwaliteitszorg genoemd. De visie en het resultaat geven invulling aan artikel 23 Wvr. waarin staat dat het bestuur van de Veiligheidsregio een kwaliteitszorgsysteem hanteert. VRT spreekt van een kwaliteitsmanagementsysteem (KMS) met als basis voor de inrichting en borging de drie pijlers van kwaliteit: 1. Procesmanagement 2. Verbetermanagement 3. Prestatiemeting en sturing Binnen dit KMS is daarom voor risicocommunicatie een zogenoemde procesbeschrijving gemaakt, waarin beschreven wordt hoe kwaliteit geborgd wordt voor risicocommunicatie. Het KMS maakt de organisatie inzichtelijk, transparant en meetbaar, waardoor het verbeteren, beheersen en sturen van de organisatie mogelijk wordt gemaakt. 4.4 Informatie en communicatie 4.4.1 Informatie Projectleider en secretaris dragen zorg voor een adequate archivering van informatie, (concept)stukken, producten en verslaglegging aan alle betrokkenen. Tevens voorzien zij de klank- en stuurgroep van informatie en de ontwikkelingen van projectactiviteiten. In de initiatieffase zal de informatie aangaande het project worden verspreid onder de leden van de projectorganisatie. Vervolgens wordt relevante informatie in overleg met de projectgroep en met goedkeuring van de bestuurlijk portefeuillehouder en opdrachtgever op relevante momenten verspreid aan derden. 4.4.2 Interne communicatie Interne doelgroepen worden geïnformeerd over de resultaten en vervolgacties van het project (inhoudelijk). Daarnaast worden zij ook geïnformeerd over externe boodschap en communicatie. De volgende interne doelgroepen worden hierbij onderscheiden: Projectorganisatie (projectgroep, stuurgroep, klankbordgroep) Directie en bestuur Veiligheidsregio Twente Bestuur gemeente Borne Provincie Overijssel (subsidieverstrekker)

Pagina 15/16 Regionale werkgroep risicocommunicatie Ambtenaren Openbare Veiligheid Twentse gemeenten 4.4.3 Externe communicatie De activiteiten en resultaten van het project worden ook extern gecommuniceerd. Het doel is het informeren van externe doelgroepen over resultaten van het project en vervolgacties. Door middel van een actief persbeleid kunnen we aandacht genereren voor (delen) van het onderzoek en wat dit betekent voor spoorveiligheid in Twente. Tevens aandacht voor gemeente Borne en VRT als organisaties. De projectorganisatie streeft hierbij naar een open en toegankelijke communicatiestrategie, waarbij continu inzicht wordt verschaft in de projectvoortgang en resultaten. Hiermee worden de doelstellingen van het project ondersteund. Doelgroepen zowel lokaal in pilotgemeente als regionaal zijn: Publiek Pers Belangengroepen en organisaties Informatie over het project wordt pas dan gedeeld met personen buiten de projectorganisatie, wanneer daar specifiek goedkeuring van de opdrachtgever, de projectgroep en de bestuurlijk portefeuillehouder voor is gegeven. Gedurende en na afloop van het project worden communicatie activiteiten opgepakt om de externe doelgroepen te informeren. De (plaatsvervangend) projectleider is de aangewezen persoon om vragen en opmerkingen aan voor te leggen. Gedurende het project is de bestuurlijk portefeuillehouder woordvoerder voor externe (pers)vragen. 4.5 Planning Het project is gestart in januari 2013 (subsidieverkrijging Provincie) en de planning voorziet in een afronding van het project eind 2014. Binnen dit tijdsbestek worden verschillende activiteiten uitgevoerd om te komen tot de bouwstenen die - door middel van het ontwikkelen en inzetten van een modelaanpak voor concrete en gerichte risicocommunicatie activiteiten en het aanbieden van concrete handelingsperspectieven - de weerbaarheid en zelfredzaamheid van burgers en aanwezigen in de invloedsgebieden rondom het Twentse spoor vergroten. De ruwe planning van het project is: Start project, verkrijging subsidie Provincie Overijssel Januari 2013 1 e Bijeenkomst projectgroep Mei 2013 Startdocument college burgemeester en wethouders Borne Mei 2013 Startdocument regionaal AOV overleg Juni 2013 Voorbereiding en uitvoering van nulmeting en Juni-oktober 2013 bewonersbijeenkomsten, voor het verkrijgen van inzicht in de (locatie)specifieke risico s m.b.t. het spoorvervoer van gevaarlijke stoffen in Borne en Twente, in de (locatie)specifieke doelgroepen rondom het spoor in Borne en Twente, de handelingsperspectieven voor elke (locatie)specifieke doelgroep, de communicatiebehoeftes van zowel de doelgroep als de zenders (gemeenten, veiligheidsregio) voor (locatie)specifieke risico s. Op basis van de uitkomsten van de nulmeting en de November 2014 mei 2014 bewonersbijeenkomsten ontwikkelen van een zo effectief en efficiënt mogelijke communicatieaanpak, middelen en boodschappen voor elke (locatie)specifieke doelgroep. Het verkrijgen van inzicht in de effecten van deze Juni 2014 september 2014 communicatieaanpak. Doorontwikkeling communicatie aanpak en inzet in overige September 2014 december 2014 gemeenten, inclusief in- en externe communicatie activiteiten Presenteren uitkomsten pilot Borne college burgemeester en December 2014

Pagina 16/16 wethouders, Algemeen Bestuur Veiligheidsregio Twente en Provincie Overijssel. Uiteraard worden de betrokken partners bij de pilot tussentijds regelmatig geïnformeerd over de stand van zaken en tussenproducten van de pilot risicocommunicatie spoorvervoer gevaarlijke stoffen. 4.6 Evaluatie (gebruiken voor doorontwikkeling richting bouwstenen) De uitkomsten van de pilot worden middels een effectmeting c.q. 1-meting - van de effecten van de communicatieaanpak op de zelfredzaamheid en weerbaarheid van de burgers en aanwezigen in het invloedsgebied van het spoor in de gemeente Borne - geëvalueerd. Deze uitkomsten worden vervolgens meegenomen in de doorontwikkeling van de communicatieaanpak in Borne voor alle Twentse gemeenten. De werkwijze van de projectgroep wordt hierin uiteraard ook meegenomen. Het eindproduct van de pilot is een geëvalueerde communicatieaanpak voor risicocommunicatie over risico s van spoorvervoer van gevaarlijke stoffen in invloedsgebieden. 4.7 Wijzigingsprocedure Mocht bijvoorbeeld uit de nulmeting blijken dat er bij de burgers en aanwezigen in het invloedsgebied van het spoor in de gemeente Borne niet of nauwelijks communicatiebehoeftes bestaan over de risico s en handelingsperspectieven bij incidenten van vervoer gevaarlijke stoffen op het spoor dan zal de projectgroep een voorstel voorbereiden om de pilot voor te zetten in andere gemeenten. Dit voorstel wordt vervolgens ter besluitvorming voorgelegd aan de Stuurgroep. Het besluit wordt gerapporteerd aan het college van burgemeester en wethouders gemeente Borne alsmede het Algemeen Bestuur Veiligheidsregio Twente en de Provincie Overijssel. Elke andere wijziging van de uitgangspunten van het project zal op een identieke wijze worden afgehandeld.