Functie-informatie Blz. 1 Functienaam Organisatie CVO groep Zuidoost-Utrecht Onderdeel Onderwijsondersteuning Salarisschaal 6 Werkterrein Bedrijfsvoering -> ICT Activiteiten Bedienen van c.q. werken met apparaten, systemen, gereedschap, instrumenten Datum 13-06-2006 FUWASYS-versie 2002.1.41 Functiebeschrijving Context De werkzaamheden worden verricht binnen de CVO Groep Zuidoost-Utrecht. De CVO Groep bestaat uit vier scholengemeenschappen voor voortgezet onderwijs: het Revius Lyceum in Doorn, het Revius Lyceum in Wijk bij Duurstede, het Christelijk College Zeist en het Christelijk Lyceum in Zeist. Tevens is een Stafbureau ter ondersteuning van schooldirecties en algemeen directeur aanwezig. Algemeen De functionaris maakt deel uit van de ICT Dienst. Doel van de dienstverlening van de ICT Dienst is het - binnen de "Standaard Service Level"-overeenkomst gedefinieerde randvoorwaarden - beschikbaar stellen van ICT middelen en leveren van ICT diensten. De werkzaamheden worden verricht vanuit het Stafbureau. De werkzaamheden kunnen op de scholen en/of het Stafbureau worden uitgevoerd. Binnen de ICT Dienst zijn een manager, systeem- en netwerkbeheerder(s) en medewerkers ICT werkzaam. Systeem- en netwerkbeheerders en medewerkers ICT vormen zoveel mogelijk een duo. In dat samenwerkingsverband verzorgt de systeem- en netwerkbeheerder de inhoudelijke aansturing van de medewerker ICT. De ICT-Dienst is verantwoordelijk voor het instandhouden van een operationeel systeem, d.w.z. alle ICT objecten (zowel apparatuur als programmatuur, gegevensverzamelingen en communicatiemiddelen) die daarbij gebruikt moeten worden. Behalve het puur bewaken dat de beheerde ICT-objecten continue beschikbaar en benaderbaar zijn (het blijven doen zoals afgesproken), omvat deze soort van beheer ook het meten aan gebruik en bezetting, alsmede het rapporteren daarover. Naast het instandhouden van ICT objecten, behoort het (doen) herstellen van geconstateerde gebreken en het aanpassen van ICT voorzieningen aan gewijzigde omstandigheden tot de werkzaamheden. Het implementeren van nieuwe versies van applicatie- en systeemprogrammatuur behoort eveneens tot het beheer. De ICT-Dienst geeft tevens adviezen bij de aanschaf van nieuwe applicaties en apparatuur. De ICT-infrastructuur bestaat uit de volgende onderdelen: * PC's; * servers; * systeemprogrammatuur; * netwerkinfrastructuur; * randapparatuur; * technische systeemdocumentatie, configuratieoverzicht en beheerprocedures; * toepassingen.
Blz. 2 Specifiek De medewerker ICT is werkzaam vanuit een centrale Servicedesk. Vanuit de servicedesk is de medewerker ICT belast met het oplossen van storingen en problemen (Incidenbeheer) en het begeleiden van gebruikers van geautomatiseerde systemen. De medewerker ICT is verantwoordelijk voor: * het beantwoorden van vragen van gebruikers; * het bevorderen van de zelfredzaamheid van gebruikers; * het zo snel mogelijk verhelpen van verstoringen in de ICT-infrastructuur; * het informeren van gebruikers over de afhandeling van hun incidenten; * het vastleggen van gegevens om de prestaties van de Dienst te kunnen aantonen, analyseren van deze gegevens en rapporteren over de gegevens. De medewerker ICT verricht de werkzaamheden onder verantwoordelijkheid van de ICT manager. Er is sprake van een beschrijving van de werkzaamheden op hoofdpunten. Werkzaamheden 1. Is verantwoordelijk voor het correctief onderhoud van Incidentbeheer door: * het aannemen van incidenten, registreren en bewaken van de afhandeling daarvan; * het oplossen van relatief eenvoudige incidenten in de ICT-infrastructuur (herstellen van het functioneren van de ICT-infrastructuur, repareren of indien noodzakelijk vervangen van componenten), alsmede registreren van de status en de voortgang; * het door de systeembeheerder of derden laten oplossen van complexe incidenten; * het verzorgen van de voortgangsrapportage over openstaande incidenten richting gebruikers. 2. Draagt zorg voor regulier beheer (preventief onderhoud) door: * het verzorgen van autorisaties (in overleg met de functioneel beheerder); * het periodiek maken van back-ups en (incidenteel) op verzoek terugzetten van back-ups; * het oplossen van relatief eenvoudige problemen, (laten) verrichten van noodzakelijk onderhoud aan de ICT-infrastructuur en indien noodzakelijk vervangen van de infrastructuur; * het leveren en installeren van relatief eenvoudige upgrades en patches van systeemsoftware; * het verzorgen van bescherming tegen computervirussen; * het verzorgen van rapportage over de dienstverlening van de ICT Dienst; * het leveren van technische support aan de ICT manager; * het - indien noodzakelijk - transporteren van hardware naar de verschillende onderdelen van de CVO Groep. 3. Draagt zorg voor het wijzigingsbeheer door: * het op verzoek uitvoeren van standaardwijzigingen in de infrastructuur (inclusief systeemtest); * het uitvoeren van procedures inzake configuratiemanagement; * het uitvoeren van (relatief eenvoudig) wijzigingsbeheer in het kader van aanvragen tot wijzigingen op het netwerk. 4. Is belast met het ondersteunen van gebruikers (medewerkers en leerlingen) van de geautomatiseerde systemen door: * het installeren van nieuwe apparatuur en standaardconfiguraties; * het instrueren van gebruikers ten aanzien van het PC-gebruik en het omgaan met specifieke applicaties; * het helpen bij het opstarten van nieuwe applicaties en het geven van uitleg daarover; * het installeren van nieuwe software; * het, in roosterdienst, verrichten van helpdesktaken, zoals het beantwoorden van vragen van gebruikers, het registreren van calls (klachten en hulpverzoeken) inzake problemen en storingen, het zo mogelijk oplossen daarvan of het inschakelen van in- of externe specialisten; * het bijhouden van ontwikkelingen betreffende het vakgebied. Kader, bevoegdheden & verantwoordelijkheden
Blz. 3 - de medewerker ICT is verantwoording schuldig aan de ICT manager voor wat betreft de ondersteuning van gebruikers, het opstarten en werken met apparatuur en programmatuur, het oplossen van zich voordoende storingen en het uitvoeren van de verschillende beheersprocedures; - de medewerker ICT werkt binnen voorschriften en regels die van belang zijn voor het beheer, de ondersteuning van gebruikers en de omgang met apparatuur en systemen; - de medewerker ICT neemt beslissingen ten aanzien van de wijze waarop gebruikers worden ondersteund en geïnstrueerd, storingen en problemen worden opgelost, dan wel specialisten worden ingeschakeld, alsmede het beheer wordt uitgevoerd. Kennis en vaardigheden - kennis van de in gebruik zijnde hard- en softwareconfiguraties; - kennis van beheerprocedures; - inzicht in de gebruiksmogelijkheden en derhalve de te ondersteunen activiteiten; - vaardigheid in het installeren van software en het verhelpen van storingen; - analytisch vermogen: in staat om problemen te onderscheiden en hiervoor afzonderlijk oplossingstrategieën aan te geven; - improvisatievermogen: in staat om bij (bekende) problemen (bekende) oplossingen te vinden; - snelheid van denken; - contactvaardigheid en luistervaardigheid; - mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid; - dienstverlenende instelling; - in staat om in teamverband te werken; - stressbestendigheid. Contacten - met gebruikers over storingen om de oorzaak te achterhalen en deze te verhelpen; - met in- of externe specialisten om te overleggen hoe storingen en problemen kunnen worden verholpen en om erop toe te zien dat de werkzaamheden worden uitgevoerd in overeenstemming - met de wensen van de gebruikers; - met gebruikers en in- en externe specialisten over wijzigingen in de infrastructuur.
Competenties ICT-medewerker 1. ALGEMEEN COMPETENTIEPROFIEL BIJ CVO GROEP Samenwerken Draagt bij aan een gezamenlijk resultaat, ook wanneer er geen direct eigen belang aanwezig is Zet zich in om samen met anderen doelen te bereiken Reageert actief en op constructieve wijze op de ideeën en het welbevinden van anderen Onderkent invloed en gevolgen van (eigen) beslissingen of activiteiten op onderdelen van de organisatie Communicatief vaardig Is zich bewust van de gevoelens en behoeften van anderen en houdt hiermee rekening in de wijze van communiceren Geeft op een eerlijke manier grenzen en mogelijkheden aan Staat open voor signalen van anderen en geeft hen de ruimte om (zich) uit te spreken Richt zich op het gedrag van de ander, niet op de persoon Richt de samenwerking ook op anderen buiten de eigen werkkring (team/school/cvo Groep) Zoekt actief de dialoog en gaat op constructieve wijze om met feedback Integriteit Hecht eraan sociale en ethische normen en waarden te handhaven en handelt hiernaar Is zich bewust van algemeen geldende normen en waarden, handelt daar consequent naar en spreekt ook anderen hierop aan Is aanspreekbaar op de voor de CVO Groep geldende normen en waarden Komt beloften en afspraken na Ontwikkelingsgerichtheid Besteedt aandacht aan en creëert kansen voor eigen ontwikkeling Besteedt zichtbaar tijd en energie aan de eigen ontwikkeling afgestemd op het beleid van de organisatie (school/cvo Groep) Trekt lering uit eigen ervaringen Kan leren goed te functioneren onder veranderende omstandigheden in de organisatie of in het werkveld Kwaliteitsbewust zijn en kwaliteitsgericht handelen Hecht eraan met een permanent oog voor kwaliteit te werken Is zich bewust van het belang van kwaliteit voor de organisatie Kent de kwaliteitscriteria Brengt mogelijkheden voor kwaliteitsverbetering in de organisatie naar voren Formuleert daarbinnen criteria waaraan de eigen werkzaamheden moeten voldoen en evalueert de resultaten Klantgerichtheid Hecht eraan in te spelen op wensen en behoeften van de klant (collega/leerling/ouder) Herkent behoeften en belangen van de collega/leerling/ouder en handelt hier naar Is op de hoogte van veranderingen en omstandigheden waar leerlingen mee te maken krijgen Vraagt door op wensen en behoeften van de klant en komt met (oplossings-)voorstellen Toont belangstelling voor de vraagstukken/problemen van de leerling
2. SPECIFIEK Communicatief vaardig Het vermogen om schriftelijk en mondeling te communiceren en ideeën, meningen en argumenten te presenteren zodat anderen (docenten, leerlingen, collega s en schoolleiding) het begrijpen Vraagt door op onduidelijke uitspraken Reageert op non verbale signalen Formuleert in goedlopende, correcte zinnen Formuleert ideeën en meningen in begrijpelijke taal Maakt bondige teksten Past grammaticale regels en spelling op de juiste wijze toe Ontwikkelingsgerichtheid Besteedt aandacht aan en creëert kansen voor eigen ontwikkeling Zoekt mogelijkheden zichzelf te verbreden en te verdiepen Klantgerichtheid Hecht eraan in te spelen op wensen en behoeften van de klant (collega/leerling/ouder) Is behulpzaam Biedt ongevraagd extra service of informatie Toont respect voor meningen en wensen van de leerling/collega Probleemanalyse Onderzoekt waaruit een probleem bestaat, is in staat oorzaken en achtergronden te achterhalen en de voorwaarden voor een mogelijke oplossing te benoemen Benoemt de mogelijke gevolgen van een probleem Brengt ordening aan in complexe informatie Vertaalt problemen van leerlingen/collega s in handelingen (digibeten) zodat ze het begrijpen Geeft causale verbanden aan Legt verbanden en structureert Kan snel ad hoc problemen tot een oplossing brengen Nauwkeurigheid Pakt werk zodanig aan dat het met zorg en aandacht wordt uitgevoerd Werkt ordelijk en overzichtelijk Werkt stipt, nauwgezet en accuraat Is in staat lang, precies en zorgvuldig te werken Kan stapsgewijs nadenken en de consequenties van wijzigingen overzien