1
Inhoudsopgave Inleiding...3 1. Doelgroep...4 2. Relatieschema...4 3. Opzet van de lescyclus...5 3.1. Algemeen doel...5 3.2. De doelstellingen...5 4. Relatie met de kerndoelen...6 5. Voorbereidende activiteit op school...7 5.1. Doel van de activiteit...7 5.2. Materialen en benodigdheden...7 5.3. Opbouw en werkwijze...7 6. De les op locatie...8 7. Verwerkingsactiviteiten op school... 10 7.1. Doel van de activiteit... 10 7.2. Materiaal & benodigdheden... 10 7.3. Opbouw en werkwijze... 10 8. Achtergrondinformatie voor de leerkracht... 11 Bijlage 1 Gedicht... 12 Bijlage 2 Naamkaartjes (maximaal 6 groepjes)... 13 2
Inleiding Kinderen worden tijdens hun spel vaak afgeleid door een lieveheersbeestje of een vlinder. Deze dieren vinden ze leuk en fascinerend, maar zo gauw ze een pissebed, een worm of een spin zien, wint de angst het wel eens van de nieuwsgierigheid. Daarbij wordt het kijken en aanraken vaak als vies ervaren. Tijdens de les op locatie proberen we deze weerstand te verminderen en zo mogelijk weg te nemen. Het gaat tijdens de les niet alleen om het zoeken en observeren. De kinderen worden uitgenodigd om zich (o.a. door middel van spel) te verplaatsen in de leefwereld van het diertje. Ook leren ze voorzichtig te zijn met het hanteren. Aan het eind van de les laten ze de diertjes weer vrij. Op deze wijze wordt het besef dat kleine diertjes ook levende wezens zijn gestimuleerd, wat de basis vorm voor waardering en respect. De les Kleine Beestjes is een speelse en spannende ontdekkingstocht, waarin zowel hoofd, hart als handen worden aangesproken. Wij wensen u veel plezier met deze les. 3
1. Doelgroep De les Kleine Beestjes is bedoeld voor de groepen 1 en 2 van het Rotterdamse basisonderwijs (en tevens geschikt voor leerlingen die door omstandigheden functioneren op het niveau van groep 1 en 2). 2. Relatieschema Kenmerken kleur vorm Emotie snelheid angst grootte bewondering beharing nieuwsgierigheid aantal pootjes respect Voortbeweging springen lopen vliegen glijden nb: slechts baby s kruipen Kleine Beestjes Voedsel Vijanden plantaardig mens dierlijk vogels dood muizen levend egels mollen pad / kikker andere kleine beestjes Omgeving gras - bloemen grond - stenen bomen - struiken lucht nat - droog warm - koud licht - donker Indeling Insecten, spinnen, slakken, pissebedden, duizendpoten, wormen, etc. 4
3. Opzet van de lescyclus 3.1. Algemeen doel Uitleg iconen bij de doelstellingen: hoofd (kennis): hart (waardering): handen (vaardigheden): Algemeen doel van de lescyclus: Aan het eind van de lescyclus hebben de leerlingen door middel van ervarend en ontdekkend leren kennis gemaakt met enkele veel voorkomende kleine beestjes en is eventuele weerstand tegen deze diertjes overwonnen of verminderd. 3.2. De doelstellingen De voorbereidende activiteit (op school) Aan het einde van de voorbereidende activiteit: zijn de leerlingen voorbereid op de les op de locatie kunnen de leerlingen aan de hand van afbeeldingen minimaal drie kleine beestjes benoemen hebben de leerlingen ervaringen met en gevoelens over kleine beestjes gedeeld De les (op locatie) Aan het einde van de les: hebben de leerlingen kennis gemaakt met minimaal vier levende kleine diertjes kunnen de leerlingen de diertjes voorzichtig hanteren hebben de leerlingen kennisgemaakt met de leefomgeving van de diertjes (grond, stenen, gras, bladeren, lucht) en ervaren dat de diertjes hun manier van voortbewegen hieraan hebben aangepast (kruipen, glijden, lopen, vliegen) 5
weten de leerlingen dat de kleine beestjes in de natuur thuis horen en daarom na het bekijken weer vrijgelaten moeten worden De verwerkingsactiviteit (op school) Aan het eind van de verwerkingsactiviteit: hebben de leerlingen in de omgeving van school en huis nog meer naar kleine beestjes gezocht, en hierdoor ervaren dat deze overal te vinden zijn hebben de leerlingenkleine diertjes (wormen, pissebedden) in de klas gedurende enkele weken verzorgd, en daarna vrijgelaten hebben de leerlingen op creatieve manier uiting gegeven aan hun ervaringen met kleine beestjes 4. Relatie met de kerndoelen De les sluit aan bij de volgende kerndoelen binnen het leergebied Oriëntatie op jezelf en de wereld domeinen mens & samenleving en natuur & techniek : 34: De leerlingen leren zorg te dragen voor de lichamelijke en psychische gezondheid van henzelf en anderen. 40: De leerlingen leren in de eigen omgeving veel voorkomende planten en dieren onderscheiden en benoemen en leren hoe ze functioneren in hun leefomgeving. 41: De leerlingen leren over de bouw van planten, dieren en mensen en over de vorm en functie van hun onderdelen 6
5. Voorbereidende activiteit op school 5.1. Doel van de activiteit Aan het einde van de voorbereidende activiteit: zijn de leerlingen voorbereid op de les op de locatie kunnen de leerlingen aan de hand van afbeeldingen minimaal drie kleine beestjes benoemen hebben de leerlingen ervaringen met en gevoelens over kleine beestjes gedeeld 5.2. Materialen en benodigdheden Gedichtje Als je klein zou zijn (bijlage 1) Naamkaartjes (bijlage 2) Fotokaarten: zie website www.rotterdam.nl/downloadslesmateriaal (klik op Kleine Beestjes) 5.3. Opbouw en werkwijze Kringactiviteit met activeringsspel Start de les in met het gedichtje: Als je klein zou zijn (zie bijlage 1) De leerlingen slaan hierover aan het fantaseren: hoe zou het zijn als je een klein diertje was en leefde tussen het gras, of onder de grond? Dit kan gepaard gaan met veel theater ( maak jezelf maar eens héél klein en hoe zou je dan bewegen? Zou je kruipen, glijden, kronkelen? ). Groepstafels (coöperatief leren) Vervolgens kiezen de leerlingen per tafelgroepje een foto van een diertje. Deze kunt u downloaden via de website www.rotterdam.nl/downloadslesmateriaal. De leerlingen proberen zich in te leven: waar woont dit dier, wat eet hij, waar zou hij bang voor zijn? Eventueel kunnen ze dit ook tekenen. Daarna komen de groepjes weer bij elkaar en doen de kinderen (wie wil) verslag aan elkaar in de kring. De foto s en eventueel tekeningen bieden daarbij houvast. Verdere voorbereiding op het bezoek aan de locatie De leerkracht verdeelt de klas in maximaal zes groepjes. Hierbij zijn de naamkaartjes met afbeeldingen van kleine beestjes handig (zie bijlage 2). Ieder groepje heeft een actieve begeleider nodig, die de kinderen helpt met het zoeken naar/observeren van kleine beestjes. Mocht een begeleider enige weerstand hebben tegen bepaalde diertjes, is het belangrijk dat hij/zij dit zo min mogelijk laat merken, zodat deze weerstand niet wordt overgebracht op de kinderen. Omdat er tijdens het zoeken en observeren besproken wordt wat de kinderen ervaren, is het bovendien van belang dat de begeleiders de Nederlandse taal beheersen. 7
6. De les op locatie 6.1. Doel van de les Aan het einde van de les: hebben de leerlingen kennis gemaakt met minimaal vier levende kleine diertjes kunnen de leerlingen de diertjes voorzichtig hanteren hebben de leerlingen kennisgemaakt met de leefomgeving van de diertjes (grond, stenen, gras, bladeren, lucht) en ervaren dat de diertjes hun manier van voortbewegen hieraan hebben aangepast (kruipen, glijden, lopen, vliegen) weten de leerlingen dat de kleine beestjes in de natuur thuis horen en daarom na het bekijken weer vrijgelaten moeten worden 6.2. Opbouw & werkwijze Opbouw les Kleine Beestjes (75 minuten) Introductie (10 min) Beestjes zoeken (35 min) Beestjes bekijken (25 min) Afsluiting (5 min) Introductie: kringactiviteit (± 10 minuten): In de kring begint de les met een spannend verhaal over een klein diertje. Het diertje wordt erbij gehaald en bekeken. Hoe ziet het dier eruit? Waar zou hij willen wonen? Hoe beweegt hij? Waar zou hij bang voor zijn? Samen met een kind wordt gedemonstreerd hoe je het diertje moet hanteren, zodat hij niet bang hoeft te zijn voor jou. Verder kan aan de orde komen: wie weet er nog andere kleine beestjes, en waar zou je die kunnen vinden? Uitleg beestjes zoeken (± 5 minuten): Na een korte instructie over gebruik van de zoekmaterialen krijgt ieder groepje een rugzakje met materialen overhandigd. Aan ieder rugzakje hangt een kaartje met daarop het dier van hun groepje: de pissebedden, de slakken, de mieren, de vliegen, de lieveheersbeestjes en de rupsen (de naam van hun groepje, het betekent niet dat ze alleen maar naar dat ene diertje moeten zoeken). Beestjes zoeken (± 30 minuten): De kinderen zoeken in groepjes in de tuin, de composthoop, de bosjes, het gras, etc. en verzamelen enkele diertjes. Beestjes bekijken (± 25 minuten): De begeleiders krijgen een vragenkaart en een zoekkaart waar de meest voorkomende diertjes op staan. De kinderen mogen de diertjes voorzichtig in een bak zetten, zodat ze vrij kunnen rondlopen. 8
Zo kunnen ze goed worden bekeken en eventueel gehanteerd. De educatief medewerker loopt rond en assisteert daarbij. Afsluiting (± 5 minuten): Als afsluiting kan er in de kring nagepraat worden over: welke beestjes er gevonden zijn; - welk beestje de kinderen het leukst, mooist, meest bijzonder vinden; - het belang van het terugbrengen van de diertjes; - hoe de kinderen nu op nog veel meer plaatsen kunnen zoeken naar diertjes (de leerkracht krijgt voor ieder kind een zoekkaart mee). Tijdens dit gesprek doen de begeleiders de beestjes weer terug in de vangpotjes en de slakken in de slakkenpotjes. De kinderen brengen met elkaar en de begeleiders de beestjes weer terug naar de tuin. De educatief medewerker loopt mee met een tas of mand waar de kinderen hun lege potjes in kunnen doen. 9
7. Verwerkingsactiviteiten op school 7.1. Doel van de activiteit Aan het eind van de verwerkingsactiviteit: hebben de leerlingen in de omgeving van school en huis nog meer naar kleine beestjes gezocht, en hierdoor ervaren dat deze overal te vinden zijn hebben de leerlingenkleine diertjes (wormen, pissebedden) in de klas gedurende enkele weken verzorgd, en daarna vrijgelaten hebben de leerlingen op creatieve manier uiting gegeven aan hun ervaringen met kleine beestjes 7.2. Materiaal & benodigdheden Bij suggestie 1: Zoekkaarten, potje om diertjes in de verzamelen en beter te bekijken. Bij suggestie 2: Glazen bak (deksel met gaatjes), bodemmateriaal (blaadjes, takken, mos, schors), plantenspuit Bij suggestie 3: Teken- en knutselmateriaal 7.3. Opbouw en werkwijze Suggestie 1 Kleine beestjes zoeken rond de school Met behulp van de meegekregen zoekkaart kunnen de kinderen in de schoolomgeving verder speuren naar kleine diertjes. Door te zoeken in de grond, onder stenen, op blaadjes, takken, muren en in de lucht, ervaren de kinderen dat kleine diertjes overal zijn. Suggestie 2 Kleine beestjes verzorgen in de klas In de klas wordt een glazen bak veranderd in een hotel voor pissebedden, wormen en/of slakken. Leg op de bodem wat aarde met daar bovenop een tak of stuk schors, een steen en wat dode bladeren. Sproei alles met de plantenspuit een beetje vochtig voor de beestjes erin gaan. Sluit de bak af met een deksel of plaat met gaatjes, zodat er voldoende zuurstof in de bak komt (afdekfolie is af te raden, slakken eten daar gewoon doorheen). Gedurende enkele weken verzorgen de kinderen de diertjes: ze zorgen voor voldoende blaadjes en takjes, en houden de aarde vochtig. Suggestie 3 Mijn favoriete kleine beestje De kinderen tekenen, schilderen of plakken hun favoriete kleine beestje. Aan de muur hangen grote vellen papier boven elkaar: bruin/zwart (met grond en stenen) groen (met gras en blaadjes) en blauw (lucht met wolken). Daar mogen de kinderen hun diertje op plakken. Hebben ze een naam bedacht voor hun diertje? Op welke plek zou hij zich het meest thuis voelen? Suggestie 4 Hoe beweegt jouw diertje? Tijdens een beweging les kunnen de kinderen zelf kronkelen als een worm, glijden als een slak, etc. 10
8. Achtergrondinformatie voor de leerkracht Voor meer lesideeën rond het thema Kleine Beestjes verwijzen wij u naar: http://www.jufsanne.com/thema/insecten http://www.kleuteridee.nl/insecten-kriebelbeestjes http://www.kleuteridee.nl/dieren-onder-de-grond http://www.kleuterportaal.nl/schoolborden/catalogus.html?vakgebied=thema-kriebelbeestjes http://www.jufjanneke.nl/wordpress/thema-allemaal-kriebelbeestjes Vlinderstichting (Koolwitjes in de klas): https://www.vlinderstichting.nl/koolwitjes-in-de-klas Inspiratie voor het maken van een wel heel bijzonder pissebeddenhotel: https://www.youtube.com/watch?v=ju_tzxrsphw Instructiefilmpje voor het maken van een wormenbak: http://www.schooltv.nl/video/wormen-bekijken-zelf-een-huis-voor-regenwormen-maken/ Filmpje n.a.v. Het boek Het vervelende lieveheersbeestje van Eric Carle: https://www.youtube.com/watch?v=h7quwez6jio&list=plz5xwftohfkvrnhdh0ycl3lymvnnffhpr Filmpje: Snoepende slak https://vroegevogels.bnnvara.nl/nieuws/snoepende-slak 11
Bijlage 1 Gedicht Als je klein zou zijn Als je klein, heel klein zou zijn en de wereld was je tuin waar zou je dan gaan wonen? Als je klein, heel klein zou zijn en je leefde in de tuin wat zou je dan gaan eten? Als je klein, heel klein zou zijn en je stond daar in die tuin zou dat niet gevaarlijk wezen? Als je klein, heel klein zou zijn en je liep daar in de tuin hoe vond je dan een vriendje? Als je klein, heel klein zou zijn en de wereld was je tuin zou je dan gelukkig zijn? 12
Bijlage 2 Naamkaartjes (maximaal 6 groepjes) pissebed slak Naam Naam mier rups Naam Naam vlieg lieveheersbeestje Naam Naam 13