INHOUD 1. INLEIDING 11 1.1. Historiek van de stedenbouwwetgeving 11 1.2. De weg naar de Codextrein 14 1.3. Opzet van deze publicatie 16 2. DECRETALE ONDERBOUWING BELEIDSPLANNING 17 2.1. Inleiding: van ruimtelijke structuurplannen naar ruimtelijke beleidsplannen 17 2.2. Basis voor overschakeling naar ruimtelijke beleidsplannen: regeerakkoord 2014-2019 17 2.3. Beleidsnota Omgeving 2014-2019 18 2.4. Het oude systeem van de ruimtelijke structuurplanning en de kritiek daarop 18 2.5. Vernieuwing van het systeem van de beleidsplanning: ruimtelijke beleidsplannen als opvolgers van ruimtelijke structuurplannen 20 2.6. Toelichting van de nieuwe regeling omtrent de beleidsplanning 22 (a) Definities en inhoud van de beleidsplannen 22 (b) Beleidsplanning op drie niveaus 24 (i) Beleidsplan Ruimte Vlaanderen 25 (ii) Provinciale ruimtelijke beleidsplannen 27 (iii) Gemeentelijke ruimtelijke beleidsplannen 28 (c) Geen hiërarchie tussen de beleidsplannen op de drie niveaus 28 (d) Taakverdeling tussen de planningsniveaus 31 (e) Geen verordenend karakter geen informatief/richtinggevend/bindend deel 32 (f) Plan-MER-plicht? 33 (g) Afwijken van beleidsplanning? 35 (h) Opmaak door ruimtelijke planners 36 (i) Mogelijkheid tot subsidies? 36 (j) Wetenschappelijke onderbouwing en gebrek aan overleg? 36 (k) Relatie met andere rechtsfiguren, zoals RUP s of verordeningen, en de doorwerking in het vergunningenbeleid? 37 2.7. Van structuurplannen naar beleidsplannen en inwerkingtreding van de beleidsplanning 41 (a) Van Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen naar Beleidsplan Ruimte Vlaanderen 41 (b) Van provinciale ruimtelijke structuurplannen naar provinciale beleidsplannen 42 (c) Van gemeentelijke ruimtelijke structuurplannen naar gemeentelijke beleidsplannen 43 (d) Overgangsregeling voor integrale of partiële herziening van structuurplannen 43 (e) Nog subsidies in het kader van structuurplanning? 44 (f) Kritische noot van de SARO omtrent de overgangsbepalingen 44 2.8. Voorontwerp van het besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van nadere regels voor de opmaak van ruimtelijke beleidsplannen 46 2.9. Besluit 50 5
TROS 3. VERHOGEN RUIMTELIJK RENDEMENT EN AANZET TERUGDRINGEN RUIMTEBESLAG 53 3.1. Inleiding 53 3.2. Vereenvoudiging van de bijstellingsprocedure van verkavelingen op initiatief van de kaveleigenaar(s) 54 3.3. Vereenvoudiging van de bijstellingsprocedure van verkavelingen op initiatief van de gemeente 55 3.4. De schrapping als weigeringsgrond voor omgevingsvergunningen van verkavelingsvoorschriften ouder dan vijftien jaar 56 3.5. De invoering van een vereenvoudigde procedure tot wijziging van verouderde inrichtingsvoorschriften van algemene en bijzondere plannen van aanleg en van gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen 62 3.6. De afwijking van de stedenbouwkundige voorschriften van een BPA ouder dan vijftien jaar 68 3.7. Ruimtelijke impulsprojecten 76 3.8. Decretale verankering van de bescherming van de watergevoelige openruimtegebieden (signaalgebieden) 78 (a) Algemeen 78 (b) Machtiging van de Vlaamse Regering 79 (c) Procedure tot aanduiding 79 (d) Gevolgen van een aanduiding als watergevoelig openruimtegebied 80 (e) Vervalregeling 80 (f) Verhouding met latere RUP s 81 (g) Vergoedingsregeling 81 (h) Opheffing van de aanduiding als watergevoelig openruimtegebied 82 (i) Vaststelling RUP vóór de aanduiding als watergevoelig openruimtegebied 82 (j) Handhaving 83 (k) Diverse wijzigingen naar aanleiding van de mogelijkheid om watergevoelige openruimtegebieden aan te duiden 83 (l) Overgangsmaatregelen en inwerkingtreding 84 4. PLANNING 85 4.1. Wijziging definitie stedenbouwkundig voorschrift 85 4.2. Stedenbouwkundige voorschriften en milieuvoorwaarden 86 4.3. Afschaffing van de verplichting om bepaalde aanvullende gewestplanvoorschriften verder uit te voeren via een BPA 88 4.4. Gewijzigde toezichtsregeling op lokale ruimtelijke uitvoeringsplannen en verordeningen 90 5. VERGUNNING 95 5.1. Vergunningsplicht en meldingsplicht 95 (a) Vergunningsplicht voor splitsing van ingedeelde inrichtingen 95 (b) Geen vergunningsplicht bij afsplitsing van één onbebouwde kavel 98 (c) Vergunningsplicht voor publiciteit 100 (d) Het aanbrengen van gevelisolatie aan de buitenzijde van een woning met een dikte van ten hoogste 26 centimeter 102 6
(i) Aanleiding 102 (ii) De Codextrein remedieert deze knelpunten 103 (A) Het aanpassen van de definitie verbouwen (art. 4.1.1, 12 VCRO) 103 (B) Het verruimen van artikel 4.4.1, 2 VCRO 104 (e) Regularisatiemogelijkheid tuincentra 105 (i) Inleiding: tuincentra in agrarisch gebied? 105 (ii) De problematiek van de historisch gegroeide tuincentra 106 (iii) De (poging tot) oplossing van de decreetgever 106 (iv) Voorwaarden voor toepassing van de nieuwe regeling voor historisch gegroeide tuincentra 107 (v) Kritische noten 108 (vi) Geen doorwerking naar vrijstelling planbatenheffing 115 (vii) Overige wijzigingen inzake historisch gegroeide tuincentra 115 5.2. Beoordelingselementen 116 (a) De creatie van zorgwoningen 116 (i) Inleiding 116 (ii) Aanpassing van de definitie van zorgwonen 116 (iii) Andere aanpassingen inzake zorgwonen 117 (A) Inleiding 117 (B) Meldingsplicht inzake zorgwonen (art. 4.2.4 VCRO) 118 (C) De opname van de creatie van zorgwonen als handeling niet afwijkend van een stedenbouwkundig of verkavelingsvoorschrift (art. 4.4.1, 2 VCRO) 119 (D) De aanpassing van de zonevreemde basisrechten 120 (b) Tweede bedrijfswoning 121 (i) Situering van de problematiek 121 (ii) Oplossing: extra rem op verdere residentialisering landbouw- en industriegebied 122 (iii) Gevolgen nieuwe regeling 123 (iv) Toepassing 123 (c) Verduidelijking van de mogelijkheden in landschappelijk waardevol agrarisch gebied 123 (i) Aanleiding 123 (ii) De Codextrein verduidelijkt 124 (A) Een nieuw beoordelingskader: artikel 5.7.1 VCRO 124 (B) De nieuwe beoordelingsgrond toegelicht 125 (iii) Landschappelijk waardevol agrarisch gebied niet langer bouwvrij maar (opnieuw) vogelvrij? 127 (d) Opheffing reservatiestroken 128 5.3. Afwijkingsmogelijkheden 131 (a) Wijziging regeling afwijking onroerend erfgoed 131 (b) Uitbreiding afwijkingsmogelijkheid voor ambachtelijke bedrijven of kleine en middelgrote ondernemingen (art. 4.4.8/1 VCRO) 134 (i) Inleiding 134 (ii) Verruiming en uitbreiding door de Codextrein 135 (A) Het verruimde en uitgebreide artikel 4.4.8/1 VCRO 135 7
TROS (B) Afwijking van welbepaalde gewestplanbestemmingen 135 (C) De Codextrein sleutelt aan de principiële grens van drie hectare 137 (iii) Het is en blijft een afwijkingsbepaling 138 (iv) Slotbeschouwing 139 (c) Nieuwe afwijkingsmogelijkheid voor hobby(weide)dieren in agrarisch gebied (art. 4.4.8/2 VCRO) 139 (i) Aanleiding 139 (ii) De Codextrein voorziet in een nieuwe afwijkingsmogelijkheid 141 (A) Een nieuw artikel 4.4.8/2 VCRO 141 (B) Een afwijkingsmogelijkheid onder strikte voorwaarden 141 (iii) Het is en blijft een afwijkingsbepaling 144 (iv) Slotbeschouwingen 145 (d) Nieuwe afwijkingsmogelijkheid voor ontginningsgebieden (art. 4.4.8/3 VCRO) 145 (i) Aanleiding 145 (ii) De Codextrein voorziet in een nieuwe afwijkingsmogelijkheid 147 (iii) Het is en blijft een afwijkingsbepaling 148 (e) Afwijkingsmogelijkheid voor handelingen sorterend onder voorschriften van een bijzonder plan van aanleg dat ouder is dan vijftien jaar (art. 4.4.9/1 VCRO) 148 (f) Opheffing van reservatiestroken en afstand van meerwaarde bij werken, uitgevoerd in reservatiestroken 148 6. PROCEDURE 151 6.1. Beperking van de toegang tot beroep tegen vergunningsbeslissingen 151 6.2. Integratie van de vergunning voor vegetatiewijzigingen in de procedure van de omgevingsvergunning 154 6.3. Wijziging van de artikelen 15, 18 en 37 OVD 156 (a) Voorwerp van de besproken artikelen 156 (i) Wijziging van artikel 15 OVD: wie is de bevoegde overheid voor een verandering of splitsing van een ingedeelde inrichting? 156 (ii) Wijziging van artikel 18 OVD: verduidelijking van de onlosmakelijk verbonden stedenbouwkundige handelingen en exploitaties in de gewone vergunningsprocedure 160 (iii) Wijziging van artikel 37 OVD: verduidelijking van de onlosmakelijk verbonden stedenbouwkundige handelingen en exploitaties in de vereenvoudigde vergunningsprocedure 161 (b) Besluit 162 6.4. De invoering van de figuur van provinciaal omgevingsambtenaar 162 6.5. Uitbreiding van de bevoegdheid van de gewestelijk omgevingsambtenaar voor bepaalde beslissingen in beroep 164 7. RECHTSGEVOLGEN 165 7.1. Soepelheid bij de uitvoering van stedenbouwkundige vergunningen of omgevingsvergunningen voor stedenbouwkundige handelingen Hervorming van het as-builtattest 165 (a) Historiek 165 (b) Mogelijkheid tot het aanpassen van de plannen 167 (i) De combinatie met niet-vergunningsplichtige handelingen 167 8
(ii) De combinatie met van vergunning vrijgestelde handelingen 168 (iii) Mogelijkheid tot combinatie met meldingsplichtige handelingen 169 (iv) Algemene beperkingen op de mogelijkheid tot het aanpassen van de plannen 170 (c) Technische tolerantiemarge: het metsershaar 173 (d) Het as-builtattest light 174 7.2. Vervalregeling omgevingsvergunning 175 7.3. Aanpassing van de gevolgen van schorsings- en vernietigingsarresten op vergunde exploitaties van ingedeelde inrichtingen en activiteiten 177 8. PLANSCHADE, PLANBATEN, AANKOOPPLICHT EN ONTEIGENING 181 8.1. Beperken van de aankoopplicht tot bedrijven waarvan de leefbaarheid ernstig in het gedrang komt 181 8.2. Aanpassing van de 50 meterregel 182 8.3. Aanpassing planbatenregeling 183 9. HANDHAVING 185 9.1. Algemeen 185 9.2. Aanpassingen aan de VCRO 186 (a) Misdrijfkwalificatie 186 (b) Stakingsbevel en administratieve geldboete 186 (c) Overgangsbepalingen 188 (i) Bestuursdwang en last onder dwangsom 188 (ii) Stakingsbevel 188 (iii) Handhavers 189 (iv) Hoge Raad voor Handhavingsuitvoering 189 9.3. Aanpassingen aan het Handhavingsdecreet 190 (a) Schrapping voortzettingsmisdrijf 190 (b) Bemiddeling 193 (c) Overgangsbepalingen administratieve beboeting 194 10. VARIA 197 10.1. Intergemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening 197 10.2. Wijzigingen inzake onteigening 197 11. BESLUIT 199 9