Beleidsbegroting. De 1e begroting van Waterschap Vallei en Veluwe. Inclusief meerjarenraming 2014 t/m 2017



Vergelijkbare documenten
Waterschap Vallei en Veluwe Meerjarenperspectief

Waterschap. Vallei en Veluwe. Meerjarenperspectief

Voortgang en resultaat regionale uitwerking Bestuursakkoord Water, onderdeel waterketen

Voortgang en resultaat regionale uitwerking Bestuursakkoord Water, onderdeel afvalwaterketen

BESTUURLIJKE SAMENVATTING AFSTEMMEN INVESTERINGEN

Voorstel aan algemeen bestuur

Voorstel voor de Raad

Datum 14 januari 2011 Opgemaakt door afdeling Planvorming. Huidige samenwerking in de Veluwse afvalwaterketen

Voorstellen. Waterschap Hollandse Delta. John Ebbelaar Hoofd afdeling Plannen en Regie

Voortgang en resultaat aanpak afvalwaterketen

Beheerbegroting. Versie: D&H 29 Oktober Inclusief verplichte bijlagen en overige uitvoeringsinformatie

Voortgang en resultaat aanpak afvalwaterketen

Samenwerking/fusie. Waterschap Vallei & Eem en. Waterschap Veluwe. Steenbokstraat 10 Postbus AC Apeldoorn [T] (055) [F] (055) 527

Bestuursrapportage 2014 waterschap Vechtstromen Versie 24 november 2015

Financiële aspecten. Concept tweede KRW-maatregelenprogramma

aan kopie aan datum Afdeling Programmeren

Beleidsbegroting. Inclusief meerjarenraming 2015 t/m 2018

Leggers actueel, betrouwbaar en compleet. Waterkeringen op orde Waterkeringen zijn getoetst Conform procesafspraken met PZH en inspectie V&W

ALGEMENE VERGADERING. Relevante kaders - Waterwet - Verordening voor de Fysieke Leefomgeving Flevoland (VFL) Lelystad, 21 maart 2013

Dit heeft in april 2011 geleid tot het ondertekenen door de genoemde koepelorganisaties en het Rijk van het BAW.

Voortgang en resultaat regionale uitwerking Bestuursakkoord Water, onderdeel waterketen

Voorjaarsnota

Sturingsfilosofie en Organisatiestructuur Waterschap Limburg

Zolang situaties voor primaire keringen nog niet op orde zijn een pakket beheermaatregelen opstellen voor situaties met hoogwater.

Aan. V. Doorn. Portefeuillehouder

Bijlage I: Kostentoerekening 2012

Samenwerking in de Rotterdamse afvalwaterketen

Voortgang en resultaat regionale uitwerking Bestuursakkoord Water, onderdeel waterketen Stand van zaken voorjaar 2019 In het Bestuursakkoord Water (BA

Bijlage1 : vervallen prestatie-indicatoren uit Begroting 2014

Algemeen Bestuur. De commissie heeft geadviseerd het voorstel door te geleiden voor besluitvorming in het Algemeen Bestuur

Provinciale Staten van Noord-Holland. Voordracht 64

In de organisatieverordening is met betrekking tot overschrijding van de netto kosten in de begroting het volgende opgenomen:

AGENDAPUNT 3.2 ONTWERP. Onderwerp: GOP Zuiveringstechnische werken Nummer: v9. Voorstel

Voorstel. Aan algemeen bestuur 1 maart 2011

1 Samenwerkingsovereenkomst Rotterdamse afvalwaterketen. Samenwerking in de Rotterdamse afvalwaterketen

Het waterbeleid van de provincie Limburg is beschreven in het Provinciaal Waterplan Limburg, dd. 20 november 2009.

E u r o p e e s w a t e r b e l e i d N a t i o n a a l W a t e r b e l e i d

Welkom Presentatie investeringsagenda 2016/2017 zeven waterschappen Midden en Oost Nederland

VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD

AGENDAPUNT 3.3 ONTWERP. Onderwerp: Ontwerp begroting 2015 Nummer: Voorstel

Transparantie in financiën

algemeen bestuur (financiële producten) Beraadslagen en besluiten Nee

Uw waterschap in Lees verder >

Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad. 30 mei ECFD/U Lbr. 17/031 (070) Voortgang regionale samenwerking waterketen

Tariefbepaling waterschapsbelasting

VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR

Uitvoeringsprogramma samenwerking in de waterketen

PUNT NR. 9 VAN DE AGENDA VAN DE VERGADERING VAN HET ALGEMEEN BESTUUR D.D. 19 december 2013.

AGENDAPUNT 3.2. ONTWERP. Onderwerp: wijziging Richtlijnen Overname Afvalwater Nummer:

FAZ: Ja Opdrachtgever: Klaas de Veen

Vigerend beleid voor ruimtelijke onderbouwingen

Business case. Samenwerking afvalwaterketen. Informatiebijeenkomst gemeenteraden 26 juni

De economische betekenis van waterschappen. mr.drs. Peter C.G. Glas Voorzitter Unie van Waterschappen 5 september 2013

1. Voorstel aan commissie

2e wijziging programmabegroting

Voorstel is om: - Kennis te nemen van de nieuwe voorjaarsnota (VJN). - Instemmen met de VJN.

Inleiding KNAG 7 december Dijkgraaf Herman Dijk

ALGEMENE VERGADERING. 16 december 2010 Waterketen / BWK

INGEKOMENN STUK. Aan algemeen bestuur 23 april Voorstel aan ab Kennisnemen van

De begroting van de provincie Utrecht voor Een samenvatting

Voorstel aan dagelijks bestuur

VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR

1 Samenwerkingsovereenkomst Rotterdamse afvalwaterketen. Samenwerking in de Rotterdamse afvalwaterketen

Notitie. 1. Beleidskader Water

Samenwerking in de waterketen Het landelijk kernteam samenwaw. Ruud van Esch

In de beslisnota wordt aan u gevraagd in te stemmen met de vastgestelde doelen en maatregelen.

Raadsvergadering : 20 juni 2011 Agendanr. 13

Rekenkamercommissie. Onderzoekprogramma vanaf 2012

Bijlage VI. Handreiking uitwerking kostenveroorzakingsbeginsel ex Nationaal Bestuursakkoord water

Presentatie GRP Commissievergadering 6 oktober Peter Borkus, Susanne Naberman

Bouwlokalen INFRA. Het riool in Veghel. Veghel in cijfers en beeld (1) Veghel in cijfers en beeld (2) Veghel in cijfers en beeld (3)

College van Gedeputeerde Staten Statenvoorstel. Ontwerp-besluit pag. 4. Toelichting: pag. 5

FAZ: Ja Opdrachtgever: Klaas de Veen

B november Datum: Agendapunt nr: Aan de Verenigde Vergadering. Burap

Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad. Datum 15 mei 2019 Ons kenmerk U Lbr. 19/038 Telefoon Bijlage(n) 1

Nota van toelichting bij de delegatiedocumenten

b Onvermijdelijk Er moeten keuzes worden gemaakt ten aanzien van de investeringsportefeuille.

Energie uit afvalwater

Kostendekkingsplan Water & Riolering

Nota Relatie provincie Utrecht met de waterschappen. Deel 3: Provinciaal toezichtkader

AGENDAPUNT 9 ONTWERP. Onderwerp: Krediet renovatie rwzi De Meern Nummer: Voorstel. Het college stelt u voor om

Code: Datum:

VOORSTEL AB AGENDAPUNT :

Afvalwaterplan DAL/W 2 In vogelvlucht. Gemeente Delfzijl Gemeente Appingedam Gemeente Loppersum Waterschap Noorderzijlvest Waterschap Hunze en Aa s

minder meer!! we gaan de uitdaging aan! kostenstijging beperken, uitgangspunt: 12,7 miljoen/jaar in 2020

FOSFAATFABRIEK. Coert Petri (Waterschap Rijn en IJssel) Green Deal en Ketenakkoord Fosfaat

DATUM BEHANDELING IN D&H 21 [Tiei 2013

GREEN DEAL DUURZAME ENERGIE

Commissie Bestuur, Middelen & Waterketen. 9 december Commissie Water & Wegen. Datum vergadering CHI. 16 december 2015

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PVDD) Nummer Onderwerp Hoogheemraadschap van Delfland.

Verkiezingsprogramma Wetterskip Fryslân

S. Nieuwenburg 3580

Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad. 24 mei 2018 U Lbr. 18/ Factsheet. Voortgang Samenwerken aan Water

Behorende bij: Raadsvoorstel ter vaststelling van het verbreed gemeentelijk rioleringsplan 5 (vgrp-5)

2. Bestuurlijke aanleiding en vraag De aanleiding voor het opstellen van het Afvalwaterketenplan is

Projectplan Capaciteitsverhoging gemaal Ypenburg, gemeente Den Haag

1. Voorstel aan commissie Aan de commissie wordt advies gevraagd op onderstaand voorstel aan het ab:

ONTWERP-PROJECTPLAN WATERWET ex art. 5.4 Waterwet

Projectplan (ontwerpbesluit) Aanpassen Heelsumse beek

Transcriptie:

Beleidsbegroting 2013 De 1e begroting van Waterschap Vallei en Veluwe Inclusief meerjarenraming 2014 t/m 2017

COLOFON Datum: Januari 2013 Uitgave: Waterschap Vallei en Veluwe Steenbokstraat 10 7324 AC APELDOORN Telefoon: 055-5272911 Fax: 055-5272904 E-mail: info@vallei-veluwe.nl Internet www.vallei-veluwe.nl 2

INHOUDSOPGAVE 1 Nota van aanbieding... 5 1.1 Inleiding... 5 1.2 Ontwikkelingen en ambities... 5 1.3 Financieringsstructuur... 6 1.4 Doelmatig Waterbeheer... 7 1.5 Kaders, uitgangspunten en grondslagen... 8 1.6 Begroting en meerjarenraming per programma... 9 1.7 Begroting en meerjarenraming per kostendrager... 10 1.8 Reserve-inzet per kostendrager... 12 1.9 Belastingopbrengst per kostendrager... 12 1.10 Belastingtarieven... 13 1.11 Belastingdruk... 13 2 Programma 1 Veiligheid...15 3 Programma 2 Voldoende en Schoon Water...21 4 Programma 3 Waterketen...29 5 Programma 4 Bestuur en Belastingen...39 6 Bedrijfsvoering...43 7 Waterschapsbelastingen...47 8 Financiële positie...49 8.1 Incidentele baten en lasten... 49 8.2 Weerstandsvermogen... 49 8.3 Risicoparagraaf... 50 8.4 Financiering (Treasury)... 51 8.5 EMU-saldo... 55 9 Besluit ter vaststelling en goedkeuring...56 3

4

1 Nota van aanbieding 1.1 Inleiding Dit is de eerste begroting van het nieuwe Waterschap Vallei en Veluwe, dat per 1 januari 2013 is ontstaan uit de fusie van Waterschap Vallei & Eem en Waterschap Veluwe. Het waterschap behoort qua gebiedsomvang, inwoneraantal en begrotingsomvang tot de grotere waterschappen van Nederland. Het gebied kenmerkt zich door, relatief, grote hoogteverschillen en een gevarieerde ruimtelijke situatie met veel natuur, landbouwgebieden en grote en kleinere stedelijke kernen. Het gebied wordt, door de centrale ligging in Nederland doorsneden door belangrijke verkeersaders. De waterhuishoudkundige situatie is gemiddeld qua complexiteit. De primaire waterkeringen bieden met name bescherming tegen overstroming van de Neder-Rijn, de IJssel, de Veluwerandmeren, de Eem en het Eemmeer. De afwatering is zowel ten westen als ten oosten van het Veluwe massief zuid noord gericht met aanvoer van Utrechtse Heuvelrug en Veluwe via een uitgebreid bekenstelsel. Ten noorden van Amersfoort en Elburg bevinden zich ondiepe polders. Het rioolwater wordt gezuiverd in 16 rioolwaterzuiveringsinstallaties (rwzi s). De grote verscheidenheid aan belangen en belanghebbenden rond het waterbeheer maakt het sturingsvraagstuk ingewikkeld. Voor de toekomst zijn de watervraagstukken in relatie tot klimaatontwikkeling, ruimtelijke ordening en milieu uitdagend. 1.2 Ontwikkelingen en ambities In het afgelopen jaar is door de besturen van de beide waterschappen en één gezamenlijke organisatie aan veel zaken gewerkt. Allereerst aan de start van de nieuwe organisatie met veelal nieuwe werkwijzen, processen en systemen en de verhuizing naar één kantoor. Daarnaast aan de voorbereiding van de fusie 2013 met onder andere het afstemmen van beleid en het ontwikkelen van nieuw beleid. Veel hiervan is nog niet af en zal de komende jaren nog extra aandacht vragen. De winkel voor het reguliere waterschapswerk, bleef gewoon open. In het turbulente jaar 2012 is gebleken dat de hoge verwachtingen voor een belangrijk deel zijn uitgekomen, maar niet alle ambities en geraamde doelstellingen konden worden gerealiseerd. Ook in 2013 zal een goede balans tussen aandacht en inzet voor enerzijds het regulier waterschapswerk en anderzijds bestuurs- en organisatie vraagstukken niet eenvoudig zijn. Daarbij staat natuurlijk voorop dat wij onze kerntaken adequaat blijven uitvoeren. De fusiedoelen voor het nieuwe waterschap Vallei en Veluwe zijn door de beide Algemene Besturen van Waterschap Vallei & Eem en Waterschap Veluwe geformuleerd, namelijk: Verhoging van de kwaliteit van de dienstverlening, verlaging van de kwetsbaarheid van de organisatie en besparing van de kosten. Over de voortgang van deze doelen is eind november 2012 gerapporteerd. De voorlopige conclusie is dat nu al de vruchten van de fusie zichtbaar zijn. Met trots kunnen wij melden dat wij al ruim 60% van de besparingsopgave voor de periode 2013 tot en met 2016 hebben weten te realiseren. De bestuurlijke ambitie om qua prestaties tot de 5 beste waterschappen te behoren, waarbij tegelijkertijd de belastingtarieven en belastingdruk voor onze ingelanden tot de 5 laagste horen, wordt in deze eerste begroting duidelijk neergezet. Het waterschap wil daarnaast als waterpartner door samen te werken met andere relevante partijen binnen en buiten het waterschap win-win situaties creëren rond watervraagstukken. Daarbij is een innovatieve houding uitgangspunt, evenals aandacht voor maatschappelijk verantwoord ondernemen. Het nieuwe waterschap werkt op een open, transparante en controleerbare wijze. Daarvoor worden ambities vertaald in beleid, doelen en maatregelen waarover verantwoording wordt afgelegd. Op landelijk niveau is naar aanleiding van de Tweede Kamer verkiezingen in september 2012 nu duidelijkheid over de uitkomsten van de onderhandelingen tussen VVD en PvdA middels het regeerakkoord. Het Rijk heeft een overeenkomst gesloten met het IPO over de ILG en de PAS 5

(Programmatische aanpassing stikstof) de doorwerking daarvan is nog onduidelijk. Dit kan tot gevolg hebben dat in de loop van 2013 nog aanpassingen of aanvullingen moeten plaatsvinden. Al deze ontwikkelingen vragen om een blijvend proactieve en flexibele werkwijze van bestuur en ambtelijke organisatie. 1.3 Financieringsstructuur Mede door de (inter)nationale ontwikkelingen zijn de inzichten in relatie tot de gewenste financieringsstructuur bijgesteld. De doelstelling daarbij is om de schuldenlast te doen afnemen, om de toekomst minder te belasten met uitgaven en beslissingen die op dit moment worden genomen. Op Europees niveau is besloten dat het EMU-saldo voor ons land in 2013 moet zijn gedaald tot 3% van het bruto nationaal product (BNP). In de jaren daarna moet een verdere verlaging plaatsvinden tot uiteindelijk 0%. Ook van de waterschappen wordt een bijdrage verwacht. Het maximale financieringstekort is daarbij beperkt tot 0,05% van het BNP in 2013. Voor de toekomst zijn nog geen harde afspraken gemaakt. Aangenomen mag worden dat dit verder geregeld wordt in de Wet houdbare overheidsfinanciën (Wet HOF). Mede vanwege de val van het kabinet Rutte I is de discussie en de besluitvorming nog niet afgerond. Het nieuwe waterschap wil zijn schuldpositie in de toekomst verbeteren. Daarom zijn de volgende maatregelen getroffen. De bijdrage aan het nhwbp wordt volledig ten laste gebracht van de exploitatie. De afschrijvingstermijnen voor toekomstige investeringen zijn korter, conform de aanbevelingen van de Unie van Waterschappen dan voorheen bij de rechtsvoorgangers. Kosten voor baggeren van watergangen komen met ingang van 2013 volledig ten laste van de exploitatiebegroting. Het activeren van uren van medewerkers in verband met investeringen wordt afgeschaft. Voor investeringen is een drempelbedrag ingevoerd van 100.000. Kleinere investeringen komen ten laste van de exploitatie. De waterschappen Vallei & Eem en Veluwe hebben in 2012 forse inhaalafschrijvingen gepleegd ten laste van de tariefsegalisatiereserves om de start voor de nieuwe organisatie te verbeteren. Het weerstandsvermogen voor de nieuwe organisatie is getoetst aan de te lopen risico s en de hoogte daarvan is opnieuw bepaald. Op termijn van enkele jaren geeft bovenstaand beleid meerdere voordelen, zoals: Voorkomen wordt dat de schuldenpositie op termijn verder toeneemt. In tegendeel, de schuldenpositie verbetert al op korte termijn. Voor de kostenontwikkeling van rente en afschrijving heeft dit beleid grote voordelen. De totale kostenontwikkeling voor de toekomstige jaren is beduidend gunstiger. In de nabije toekomst ontstaat meer ruimte voor het stellen van bestuurlijke prioriteiten. Deze maatregelen leiden tot hogere kosten voor de eerste jaren, desondanks hebben de Algemene Besturen besloten dat deze aanpak niet mag leiden tot extra tariefsverhoging in 2013. 6

1.4 Doelmatig Waterbeheer In het Bestuursakkoord Water zijn door het rijk, de provincies, de gemeenten, de waterschappen en de drinkwaterbedrijven concrete afspraken gemaakt over een doelmatiger waterbeheer. Hierdoor kan voordeel (lees: doelmatigheidswinst) ontstaan dat oploopt tot 750 miljoen per jaar in 2020. In de waterketen moet 450 miljoen worden gerealiseerd, waarvan 380 miljoen bij de waterschappen en de gemeenten en 70 miljoen bij de drinkwaterbedrijven. De overige 300 miljoen wordt gerealiseerd in het beheer van het watersysteem door Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen. Om de realisatie hiervan te bewaken is de Doelmatigheidsmonitor Bestuursakkoord Water geïntroduceerd. Deze monitor is door het COELO getoetst, en richt zich primair op wat alle partijen gezamenlijk bereiken. De waterschappen worden gevolgd op totaalniveau van de feitelijke ontwikkelingen versus de streefwaarde van belastingopbrengsten. Teneinde de besparingen te bewaken is in de Voorjaarsnota 2013-2017 deze streefwaarde vertaald naar Waterschap Vallei en Veluwe. Op dit moment is rekening gehouden met een doelmatigheidswinst van 5,4 miljoen als gevolg van harmonisatie beleid, realisatie besparingsopgave fusie en het samenwerken met drie gemeenten door het belastingkantoor GBLT. Het restant van 3,1 miljoen wordt in de komende jaren tot 2017 gerealiseerd. De grafiek hieronder laat zien dat de nieuwe meerjarenraming van de belastingopbrengst onder de gestelde streefwaarde lijn ligt. Hierbij is nog geen rekening gehouden met mogelijke besparingen van verdere samenwerken in de afvalwaterketen. Meerjarenraming Belasting opbrengst (x 1 miljoen) 7

1.5 Kaders, uitgangspunten en grondslagen De taken, rechten en plichten van het waterschap zijn vastgelegd in diverse nationale en provinciale wetten en besluiten. Ook verschillende Europese richtlijnen hebben direct of indirect doorwerking voor het waterschap. Hieronder is aangegeven met welke grondslagen en kaders het waterschap rekening houdt. Kaderstellend voor deze begroting is hetgeen door de Algemene Besturen van de waterschappen Vallei & Eem en Veluwe in juni 2012 is besloten over de Voorjaarsnota 2013 2017 en tot nu toe is afgesproken over de beleidsharmonisatie tussen beide waterschappen. Dit laat zich vertalen in de volgende financiële uitgangspunten en grondslagen voor de baten en lastenontwikkelingen: BURAP-2 2012 (beide waterschappen) en bijbehorende reserve posities. Geactualiseerde liquiditeitsprognose, rekening houdend met nieuwe leningen. Nieuw afschrijvingsbeleid 1. Nieuw beleid weerstandsvermogen. Besparingsopgave fusie 8,5 miljoen. Meerjarenontwikkeling diverse percentages: 1 Zie notitie Extra afschrijven 2012 van 20 september 2012. (FBA 22 oktober 2012 en AB 28 november 2012). 8

1.6 Begroting en meerjarenraming per programma Deze paragraaf geeft een financiële samenvatting van de exploitatie en de investeringen per programma. Detailinformatie over de programma s is terug te vinden in de programmahoofdstukken. Exploitatiekosten per programma (x 1 miljoen) De kosten stijgen in de komende jaren met 13 miljoen van 126 naar 139 miljoen. Dit is gemiddeld 2,5% per jaar tot en met 2017. Deze stijging wordt in belangrijke mate veroorzaakt binnen het programma Veiligheid door de hogere bijdrage aan het nhwbp. Deze is in 2013 5,2 miljoen en stijgt in 2015 naar 9,5 miljoen. Investeringen per programma De hieronder opgenomen tabel laat zien dat in de komende jaren het waterschap een behoorlijk investeringsopgaaf moet realiseren, grotendeels ingegeven vanuit wettelijke verplichtingen. Daarom wordt er een groot deel gesubsidieerd door derden, ad 110 miljoen, wat nagenoeg volledig bestemd is voor de programma s Veiligheid ( 72 miljoen) en Voldoende en schoon water ( 29 miljoen). (x 1 miljoen) Naast bovenvermelde investeringen worden nog drie bijzondere projecten uitgevoerd. In opdracht van Rijkswaterstaat zijn dit de twee zogenoemde majeure projecten: Ruimte voor de Rivier en KRW IJssel. Daarnaast worden de bruggen over het Apeldoornskanaal ter hoogte van gemeente Heerde in opdracht van die gemeente gerenoveerd. Het investeringsvolume is hieronder weergegeven in de tabel. (x 1 miljoen) 9

1.7 Begroting en meerjarenraming per kostendrager Voor het nieuwe waterschap is berekend hoe de kosten verdeeld moeten worden over de kostendragers watersysteembeheer en zuiveringsbeheer. Deze verdeling is gebaseerd op de door Unie van Waterschappen voorgestelde verdeelsleutels per beleidsproduct. (x 1 miljoen) In totaal komt de begroting in 2013 op 126,4 miljoen wat gelijk is aan de voorjaarsnota 2012. Echter de kostverdeling over de twee kostendragers is gewijzigd, watersysteembeheer komt voordeliger uit. Hieronder is schematisch samengevat en toegelicht wat de belangrijkste redenen hiervan zijn. (x 1 miljoen) Het nieuwe afschrijving- en activeringsbeleid. In de voorjaarsnota stond voor 2013 een extra eenmalige afschrijving geraamd. Deze heeft al in 2012 plaatsgevonden 2. Daarnaast is deze extra afschrijving in 2012 ook verhoogd. Hierdoor daalt de afschrijvingslast voor de komende jaren. Effect is totaal 7,9 miljoen. Investeringen < 100k. Daarnaast is voor 2,1 miljoen meer aan kleine investeringen opgenomen in de exploitatie dan geraamd, als gevolg van de nieuwe investeringsgrens van 100.000. Baggervoorziening. Nieuwe programmering en harmonisatie van beleid met betrekking tot watergangen leiden tot een lagere storting van 0,75 miljoen in de voorziening dan in eerste instantie is geprognosticeerd. Besparingsopgave fusie. De realisatie van deze opgave, groot 8,5 miljoen en te realiseren in 2017, ligt hoger dan eerder is becijferd (was: 30% is: 60%). Tevens is het aandeel per kostendrager anders verdeeld. 2 Zie AB Voorstel Extra Afschrijving 2012, d.d. 28/11/2012. 10

Naast deze drie punten is een aantal zaken nieuw. Deze worden hieronder verder toegelicht. HWBP bijdrage 2013. De bijdrage, ad 5,2 miljoen wordt niet geactiveerd maar in een keer in de exploitatie genomen. Dit zorgt voor een verhoging van de kosten in 2013, maar leidt tot een lagere stijging in 2014. De uitbreiding van de energiefabriek rwzi Apeldoorn wordt een jaar later in plaats van 2013 opgeleverd. De netto besparingen als gevolg van dit project, ad 1 miljoen, zijn daarom een jaar door geschoven. Samenwerken in de waterketen. Gezien de bestuurlijke ambities op dit onderwerp wordt hiervoor 0,5 miljoen meer geraamd dan voorheen. Dit wordt voor 0,3 miljoen gedekt door lagere advieskosten binnen de kostendrager watersysteembeheer. De komende jaren worden in nauwe samenwerking met gemeenten diverse integrale afvalwaterketenplannen ontwikkeld. Daarnaast is externe deskundigheid nodig om de samenwerking in oost Veluwe verder in te richten en gezamenlijk plannen te ontwikkelen. Tevens gaan wij een standaard ontwikkelen om gezamenlijk beheer en onderhoud van rioolgemalen (van zowel gemeenten als waterschap) gestalte te geven. Verschuiving aandeel overhead. De verdeling van de kosten naar de kostendragers watersysteembeheer en zuiveringsbeheer volgens de normering van de Unie van Waterschappen leidt tot verschuiving van kosten naar zuiveringsbeheer. Overig, dit zijn prijsstijgingen, btw stijgingen, et cetera, verspreidt over meerdere posten. Mede op basis van bovenstaande zaken is de meerjarenraming opnieuw (blauwe lijn) doorgerekend. Deze wordt in de volgende grafieken vergeleken met de indicatieve meerjarenraming uit de voorjaarsnota (groene lijn). Watersysteembeheer Zuiveringsbeheer De nieuwe verdeling over de twee kostendragers zorgt ervoor dat de eerder verwachte extreme kostenstijging in 2014 voor watersysteembeheer naar 60,6 miljoen, aanzienlijk gedempt wordt met 4,9 miljoen (± 7%). 11

1.8 Reserve-inzet per kostendrager De beschikbare reserves voor tariefsegalisatie worden ingezet om de belastingdruk een verantwoorde trend te laten volgen. Streven daarbij is om aan het einde van de planperiode (2017) evenwicht te hebben tussen kosten en opbrengsten en tevens de reserves in die periode af te bouwen. Hieronder is in de tabel aangegeven hoe de reserves worden ingezet en wat de stand van de reserves zijn na deze inzet. (x 1 miljoen) De inzet van de reserves ligt de eerste 3 jaren rond de 6 miljoen per jaar. Vanaf 2016 wordt minder ingezet omdat dan kosten en opbrengsten in evenwicht zijn. 1.9 Belastingopbrengst per kostendrager De belastingopbrengst is het verschil tussen de kosten en reserve-inzet. Uiteindelijk zal in 2017 het verschil tussen opbrengsten en kosten nihil zijn. De procentuele stijging (rode lijn) van de opbrengst (blauwe lijn) blijft binnen de 5% per kostendrager vanaf 2014 (zie 1.3 doelmatig waterbeheer). Hieronder grafisch weergegeven. Watersysteembeheer Zuiveringsbeheer 12

1.10 Belastingtarieven In de volgende twee tabellen worden de belastingtarieven voor 2013 weergegeven behorende bij de twee kostendragers. Watersysteembeheer Zuiveringsbeheer De belastingtarieven voor 2013 liggen op hetzelfde niveau als in de voorjaarsnota 2012 (ingezetenen en zuiveringsheffing zijn identiek). Kleine verschillen ontstaan door aanpassingen in de eenheden. 1.11 Belastingdruk In de volgende tabel is de lastendruk in euro s weergegeven voor 2013 en de verwachte procentuele groei voor de komende jaren tot en met het jaar 2017. De gekozen lastendrukprofielen zijn conform landelijke bedrijfsvergelijking. De procentuele stijging in de komende jaren liggen binnen het gewenste niveau dat gesteld is door de centrale overheid, namelijk 5%. Dit ligt 3% hoger dan de verwachte inflatietrend van 2%. Het onderscheid voor bemalen en onbemalen is van belang voor een agrarisch bedrijf. Met ingang van 2013 is er alleen voor ongebouwd differentiatie. Bemalen ongebouwd betaalt per hectare 50% meer dan onbemalen ongebouwd. 13

14

2 Programma 1 Veiligheid Inhoud Onze missie is onze inwoners te beschermen tegen overstromingen en ernstige wateroverlast. Dat doen wij door ervoor te zorgen dat onze keringen op orde zijn en voldoen aan de gestelde normen. Wij streven naar toekomstbestendige, robuuste dijken en keringen. Bij de uitvoering hanteren wij een sobere en doelmatige benadering. Waar mogelijk streven wij naar combinaties van functies en samenwerking met derden. Vanaf dit jaar werken wij niet meer met een zesjaarlijkse toetsing maar in een continu proces van toetsen, monitoren en uitvoeren van verbeteringsmaatregelen conform de gestelde wettelijke eisen. Zo wordt iedere kering elke twaalf jaar getoetst en volgen uit de toetsing in een logisch proces het verder onderzoek, de programmering van maatregelen, de uitvoering hiervan en het beheer en onderhoud en de bijbehorende vergunningverlening en handhaving. Ontwikkelingen Waterveiligheid is volop in ontwikkeling. Allereerst op nationaal niveau via het Deltaprogramma. Hoewel nog ver weg, tekenen zich nu al contouren af van nieuwe opgaven en van oplossingsrichtingen die voor ons waterschap om standpunten en keuzes vragen. Wij zijn tot op heden goed en actief aangehaakt en willen dat blijven. Komend jaar staat het Deltaprogramma in het teken van samen met regionale partners komen tot kansrijke oplossingsrichtingen en maatregelen. De provincies Utrecht, Overijssel en Gelderland voeren de regie over deze regioprocessen. Alle drie vragen om een proactieve inbreng en medewerking. Verder zijn nieuwe technische inzichten uit het programma Veiligheid Nederland in Kaart die laten zien dat het faalmechanisme piping meer aandacht verdient. Voor de uitvoering van werken in 2013 heeft dit nog geen gevolgen maar wel voor de processen tactische planvorming en programmering. Op dit moment zijn wij vooral bezig om uitvoering te geven aan de maatregelen uit Ruimte voor de Rivier en het HWBP 2. Dit betreft een aantal grote projecten. Die vergen komende jaren veel uitvoeringsinzet. Bruto wordt hier veel geld omgezet, echter door de rijkssubsidie zijn de netto kosten voor het waterschap beperkt. Tenslotte bereiden wij ons voor op het uitvoeren van verbetermaatregelen die volgen uit de zogenoemde 3 e toetsronde. Nieuw is het feit dat er niet zoals eerst verwacht vanaf 2017 maar reeds vanaf 2014 middelen uit het nhwbp beschikbaar zijn voor uitvoering van kansrijke koploperprojecten. Wij hebben een aantal koploperprojecten aangemeld. In de komende tijd wordt duidelijk of deze landelijk gezien ook prioritair zijn en of wij in aanmerking komen voor uitvoering vanaf 2014. 15

Wat willen wij bereiken? In de onderstaande tabel wordt aangegeven wat het beoogde effect van dit programma is, opgesplitst naar thema s en indien noodzakelijk toegelicht. Ons werk valt in vier delen uiteen. Ten eerste het fysiek op orde hebben en houden van de keringen. Ten tweede door het op orde hebben en houden van onze eigen organisatie bij dreigingen en calamiteiten. Ten derde het op orde hebben en houden van relevante instrumenten zoals keur en legger, beheer- en onderhoudsplannen en de communicatie hierover alsmede de handhaving hiervan. En ten vierde wordt beschadiging van keringen door muskusratten zo goed mogelijk voorkomen door samenwerking met Waterschap Rivierenland. Wanneer zijn wij tevreden? In de onderstaande tabel zijn de programmadoelen, de bijbehorende waarden (indien van toepassing), de programma-indicatoren en te behalen norm opgenomen. Per doel is zoveel als mogelijk aangegeven wat de stand per 2012 is, wat eind 2013 wordt verwacht en in welk jaar de norm moet zijn gerealiseerd. Thema: Dijken op orde Thema: Organisatie op orde In 2013 worden onze instrumenten conform bestuurlijke afspraken geharmoniseerd en geactualiseerd. De 2012 kolom bevat de cijfers van de huidige twee waterschappen. 16

Wat doen wij daarvoor? In deze paragraaf wordt per thema uiteengezet welke maatregelen het waterschap heeft geprogrammeerd ten einde de programmadoelen te realiseren. Thema: Dijken op orde In 2013 ligt de nadruk op het in uitvoering krijgen van het Dijkverbeteringproject Eem- en Randmerendijken. Een belangrijke mijlpaal ligt in het voorjaar 2013 en is het definitieve dijkverbeterplan (DVP) en de rijksbeschikking. Vanaf dat moment hebben wij zicht op het kasritme van de bijdrage van het Rijk en kan gestart worden met de uitvoering. In het regionaal systeem ligt het accent op het uitvoeren van groot onderhoud aan de Slaperdijk (samen met Staatsbosbeheer en provincie Utrecht) en de start van de verbetering van de Laakkades samen met de gemeente Amersfoort. Na de verlengde 3 e toetsronde zullen we komend jaar een aantal aanvullende toetsingen op de grasmatkwaliteit uitvoeren en doen wij onderzoek naar bodemopbouw op een aantal locaties. Wij voeren de jaarlijkse visuele inspectie uit en rapporteren hierover. Wij hebben drie onderhoudsplannen voor de waterkeringen. Deze worden op basis van de inspecties geactualiseerd. Voor de langere termijn anticiperen wij op toekomstige ontwikkelingen door actief te participeren in het Deltaprogramma. Onze speerpunten zijn de Grebbedijk als Deltadijk en gerichte piping maatregelen langs de IJsseldijken. Onze langetermijnvisie Water, Ruimte en Klimaat helpt ons met het inzichtelijke maken van opgaven en het kiezen van duurzame strategieën. Thema: Organisatie op orde In 2013 maken wij in het kader van de fusie een nieuwe keur en zes daarop gebaseerde waterkeringsleggers en bijbehorende beheerregister. Hiermee voldoen wij aan de daarover gemaakte afspraken. Zolang deze instrumenten niet zijn vastgesteld vigeren de huidige keur en leggers. Begin 2013 wordt het nieuwe calamiteitenplan afgerond en vastgesteld. Op basis van dit plan staan, om de organisatie op orde en alert te houden, zes oefeningen gepland. Via specifieke training, opleiding en uitwisseling van kennis en ervaring met partners zijn wij goed voorbereid bij dreiging van hoogwater. De banden met de drie veiligheidsregio s worden aangescherpt om daardoor goed aangesloten te blijven op ontwikkelingen. 17

Wat gaat het kosten? In deze paragraaf staat een aantal tabellen met toelichting met betrekking tot de netto lastenontwikkeling van de exploitatie en de investeringenkalender. Exploitatie 2013 In 2013 wordt de bijdrage aan het nhwbp, ad 5,2 miljoen, in een keer in de exploitatie opgenomen. In de voorjaarsnota werd dit nog als investering opgenomen met een bijbehorende afschrijvingslast van 35 jaar. Dit bepaalt het belangrijkste deel van de kosten van dit programma. In de twee opgenomen tabellen wordt aangegeven waaruit het programma qua producten en qua kosten bestaat. Exploitatie meerjarenraming In 2014 stijgen de kosten in verband met de 1 ste stijging in de bijdrage aan het nhwbp. De stijging in 2014 ligt rond de 33%, weergegeven met de rode lijn. In 2015 stijgt de bijdrage nog een keer met 10%. Daarna volgt het programma een stabiele lijn. 18

Investeringen meerjarenraming (x 1.000) De investeringenkalender is geactualiseerd. In de cijfers die volgen is eerst een samenvatting van het totale programma (netto) weergegeven opgesplitst naar thema s. Vervolgens wordt per thema een toelichting gegeven (netto uitgaven en totalen). Dit is exclusief het project Ruimte voor de Rivier voor Rijkswaterstaat. Deze wordt apart aan het eind van deze paragraaf toegelicht. Dit thema kan worden opgesplitst naar de volgende twee hoofdzaken: Dijkverbeteringproject Eem- en Randmerendijken Het kasritme van de subsidies is afhankelijk zodra de beschikking (2013) is afgegeven. In 2013 wordt vanwege de door ons gepleegde voorinvestering meer subsidie verwacht dan bruto uitgegeven. Pas bij de definitieve beschikking kan een juiste trend voor de komende jaren worden afgegeven. In principe dienen de pieken in 2014 en 2016 weg te vallen middels bevoorschotting en tijdige facturatie. De geraamde netto investering 3,3 miljoen in totaal. Daarnaast is nog een investering opgenomen van 2,4 miljoen voor de aankoop van de grond van de waterkering. Regionale trajecten. De volgende projecten veroorzaken voor 80% in 2014 de piek: Kade Maatpolder. Eemkade Zuid Baarn-Amersfoort. Laakkades West + Laakzone (fase 3). 19

Investeringen meerjarenraming werken voor derden Ruimte voor de Rivier- Veessen Wapenveld In het laatste kwartaal van 2012 worden de zienswijzen die zijn binnengekomen op het ontwerp- Rijksinpassingsplan, de MER en de ontwerp-hoofdvergunningen verwerkt. Naar verwachting worden de definitieve besluiten in januari 2013 genomen, waartegen beroep bij de Raad van State mogelijk is. De maatregel Hoogwatergeul Veessen-Wapenveld valt onder de crisis- en herstelwet, waardoor de onherroepelijke besluiten in de tweede helft van 2013 te verwachten is. In het laatste kwartaal van 2012 is gestart met de inschrijvingsprocedure voor aannemers. Doel is voor de zomer 2013 over te kunnen gaan tot de gunning. De relatief lange doorlooptijd van de procedure is nodig om de markt voldoende in de gelegenheid te stellen een kwalitatief goede aanbieding te doen, inclusief ontwerpwerkzaamheden voor inlaat en brug. Begin september 2012 is gestart met de verlegging (ondermeer door middel van gestuurde boringen) van kabels- en leidingen ter plaatse van de Plakkenweg. De verlegging van de overige kabels- en leidingen bevindt zich nog in de voorbereidende fase en de nutsbedrijven zijn voornemens een belangrijk deel van het kabel- en leidingenstelsel, waaronder hoogspanningsmasten en gastransportleiding, in 2013 aan te gaan passen. De daadwerkelijke uitvoering ( schop in de grond ) door de aannemer zal in de tweede helft 2013 starten. Op basis van de huidige inzichten wordt 2016 gehanteerd als mijlpaal in het contract voor het realiseren van het veiligheidsniveau. In 2017 vinden dan mogelijk nog wel afrondende werkzaamheden plaats. Ruimte voor de Rivier- Cortenoever en Voorsterklei Het jaar 2012 wordt afgesloten met het ter inzage leggen van de ontwerp omgevingsplannen (bestemmingsplannen en hoofdvergunningen) voor de beide dijkverleggingen. Na het opstellen van de inspraaknotitie zal naar verwachting in mei de definitieve besluiten worden genomen door de gemeenteraad van Brummen en Voorst. Parallel aan dit proces wordt de uitvoering voorbereid in de vorm van selectie van geschikte uitvoeringspartijen en prijsvorming. Ook de verwerving van de noodzakelijke ondergrond gebeurt parallel aan de procedure vaststelling omgevingsplannen waarbij uitgangspunt is zoveel mogelijk verwerving te realiseren op basis van vrijwilligheid zodat een eventuele onteigening achterwege kan blijven. Begin 2013 wordt gestart met voorbereidende werkzaamheden in het projectgebied zoals het verleggen hoofdtransportleiding van gas, het verplaatsen van hoogspanningsmasten en de defensie olieleiding. Ook zal een begin gemaakt worden met het slopen van inmiddels aangekochte woningen en bedrijven en het uitvoeren van noodzakelijke compensatie voorzieningen in het kader van de Flora en Fauna eisen. Naar verwachting zal de opdracht tot uitvoering van de werkzaamheden in de zomer van 2013 worden gegeven zodat nog in 2013 gestart kan worden met de uitvoering. Bij een voorspoedige uitvoering kan dan voor het hoogwaterseizoen eind 2015 het vereiste veiligheidsniveau bereikt worden en kunnen in 2016 de werkzaamheden opgeleverd worden. 20

3 Programma 2 Voldoende en Schoon Water Inhoud Voldoende water is erop gericht het oppervlaktewatersysteem zodanig flexibel en robuust in te richten, te beheren en te onderhouden dat de aangewezen gebiedsfuncties optimaal gefaciliteerd worden en overschot en droogte zo goed mogelijk worden opgevangen. Wij voeren ons beleid uit conform onze eigen waterbeheerplannen en overeenkomsten met provincies en gemeenten. Schoon water is erop gericht te zorgen voor de juiste chemische en ecologische kwaliteit van zowel het water als de waterbodem. De verplichting vanuit de KRW verwerkt in onze waterbeheerplannen is hierbij leidend. Voor dit programma is het doorvoeren van de fusie en de eenheid in beleid en uitvoering complex en omvattend. Dit betreft vooral de implementatie van de beleidsharmonisatie en de daaraan gekoppelde fusievoordelen. Ontwikkelingen De rol van nationale en provinciale overheid verandert. Beiden trekken zich terug, er is minder geld te besteden en een aantal beleidsdoelen vervalt of wordt getemporiseerd. Enerzijds neemt hierdoor de subsidiestroom af anderzijds geeft dit kansen op een sterkere strategische positie voor het waterschap. Wij nemen actief deel aan de nieuwe regiocommissies en gaan actief op zoek naar mogelijkheden om onze eigen doelen te verbinden aan die van derden. Dit doen wij zowel vanuit het oogpunt van gezamenlijke doelen als mede om de laagst maatschappelijke kosten te realiseren. In het proces van vergunningverlening en handhaving onderzoeken wij de mogelijkheden van samenwerking met regionale uitvoeringsdiensten. Wat willen wij bereiken? In de onderstaande tabel wordt aangegeven wat het beoogde effect van dit programma is, opgesplitst naar thema s. Het peilbeheer is een kerntaak van het waterschap. Dit dient op orde te zijn. Hiervoor voeren wij gericht beheer op de watergangen en onderhouden wij onze technische installaties. Op basis van risico-analyse investeren wij gericht in nieuwe installaties. Wij toetsen het watersysteem aan de NBW normen en nemen gericht knelpunten van wateroverlast weg. Het vraagstuk van droogte en watertekort wordt steeds belangrijker maar is tegelijkertijd buiten het bemalen gebied, moeilijk te beïnvloeden. Wij participeren actief in het Deltaprogramma Zoetwater en zoeken mee naar passende oplossingen. Tot op heden is dat niet verder dan het hanteren van de verdringingsreeks. 21

Onze watergangen moeten aan de in de legger gestelde profieleisen blijven voldoen. Dit doen wij onder andere door cyclisch te baggeren middels een meerjarenbaggerprogramma. Dit draagt tevens bij aan een goede chemische toestand van het water en de waterbodem. Voor de komende jaren wordt in het meerjarenbaggerprogramma rekening gehouden met de harmonisatie van het beleid hetgeen zal resulteren in minder te baggeren m³ Daarnaast werken wij aan gerichte programma s om nutriënten uit het oppervlaktewater te halen om te voldoen aan de KRW-doelen en de, onder meer in het programma BEZEM gemaakte afspraken. De projecten hiervoor zijn met name via de waterovereenkomsten met provincies geregeld. Wanneer zijn wij tevreden? Wij zijn tevreden als het watersysteem voldoet aan de gestelde criteria op gebied van peilbeheer, opvang van maatgevende neerslag, de bestrijding van verdroging en het voldoen aan de normen uit de KRW.In de onderstaande tabel zijn de programmadoelen, de bijbehorende waarden (indien van toepassing), de programma-indicatoren en te behalen norm opgenomen. Per doel is zoveel als mogelijk aangegeven wat de stand per 2012 is, wat eind 2013 wordt verwacht en in welk jaar de norm moet zijn gerealiseerd. Thema: Waterstanden op orde Wij zijn tevreden als in 95% van de tijd een peil gehandhaafd wordt conform ons peilbesluit, streefplan of peilenplan. Wij accepteren 5% van de tijd afwijkingen ten gevolgen van falen van techniek dan wel meer dan maatgevende neerslag. In gebieden waar specifieke knelpunten zijn, worden deze via NBW maatregelen opgelost. Na het uitvoeren van maatregelen zullen we in overleg met de provincies de definitieve GGOR vastleggen en opnemen in onze peilbesluiten. Wij zullen eind 2012 onze waterovereenkomsten met de provincie Gelderland herijken en met Utrecht volgt dit zo spoedig mogelijk (mogelijk in 2013 of begin 2014). Dit geeft na jaren van onduidelijkheid meer zekerheid voor de uitvoering. De prestatie indicatoren zoals vermeld in bovenstaande tabel onder nummer 2 en 4 zullen dan ook worden aangepast. Thema: Op extreme situaties voorbereid Ons klimaat laat steeds meer pieken zien, zowel in neerslag als droogte. Wij gaan een lange termijnvisie Water, Ruimte en Klimaat opstellen in samenwerking met partners waarmee wij ons voorbereiden op de toekomst. 22

Thema: Goede chemische toestand Naast een algemene kwaliteit kent een aantal wateren specifieke chemische doelstellingen. Via een baggerprogramma en gerichte nutriëntenprojecten (zoals 5 e pand Apeldoornskanaal, BEZEM en een pilot in de Hierdense Beek) leveren wij een bijdrage aan een gezonde en op de functies afgestemde water- en waterbodemkwaliteit. Thema: Goede ecologische toestand Thema: Organisatie op orde Naast het primaire proces is het essentieel om de organisatie op orde te hebben om via regulering activiteiten van derden op een goede manier te begeleiden. Dit gebeurt via vergunning, handhaving en samenwerking. Goede voorlichting speelt een belangrijke rol. Via de instrumenten keur en legger en de aan de WABO en Waterwet verbonden procedures zijn wij in staat waar nodig regulerend op te treden. In de beleidsharmonisatie 2013 tot 2017 worden de instrumenten geharmoniseerd en geactualiseerd. 23

Wat doen wij daarvoor? Voor het jaar 2013 is, naast regulier beheer en onderhoud een aantal speerpunten benoemd. Start van de voorbereiding van een nieuw waterbeheerprogramma (vast te stellen in 2015). Wij voeren conform afspraken in NBW een nieuwe toetsronde uit. Hieruit volgen opgaven voor de nieuwe planperiode 2016 2021. Het actief en gericht participeren in ruimtelijke plannen waar water een belangrijke rol speelt, zoals de omgevingsvisie van de provincie Gelderland en structuurvisies van grote gemeenten. Het doorvoeren van de harmonisatiedoelen conform het bestuursbesluit. Het proactief leveren van waterexpertise in andere domeinen (gericht op samenwerking) en het initiëren van gezamenlijke projecten. Het op tempo houden van onze eigen uitvoeringsprojecten en aangegane overeenkomsten. In 2013 staan circa 80 projecten gepland waar serieuze kasuitgaven worden gerealiseerd. Het meest in het oog springend is de start van de sanering van het 5e pand van het Apeldoorns Kanaal. De volgende speerpunten zijn themaspecifiek. Thema: Waterstanden op orde Start van het doorvoeren van de beleidsharmonisatie inzake de normering en het onderhoud van de watergangen in het landelijk gebied. Doorontwikkelen van 9 onderhoudsplannen voor de stroomgebieden en 14 onderhoudsplannen voor het stedelijk gebied. Wij nemen een nieuw peilbesluit voor Eemland. Thema: Goede ecologische toestand Start van het doorvoeren van de beleidsharmonisatie met betrekking tot onderhoud van de HEN en SED wateren Thema: Organisatie op orde Start van het doorvoeren van de beleidsharmonisatie met betrekking tot meetnet. Verder ontwikkelen van asset management om daardoor beter te kunnen sturen op onze bedrijfswaarden en levenscycli van onze installaties. De keur wordt samengevoegd en geactualiseerd, daarna worden de leggers en beheerregisters aangepast. Opleveren van het nieuwe calamiteitenplan. Om de organisatie op orde en alert te houden zijn diverse oefeningen (6) gepland gebaseerd op het nieuwe calamiteitenplan. 24

Wat gaat het kosten? In deze paragraaf staat een aantal tabellen met toelichting met betrekking tot de netto lastenontwikkeling van de exploitatie en de investeringenkalender. Exploitatie 2013 In 2013 ligt de exploitatie lager dan geraamd in de voorjaarsnota 2012. Een belangrijke veroorzaker is het al in 2012 nemen van de incidentele afschrijvingslast groot 2,5 miljoen met betrekking tot het geharmoniseerde afschrijvingsbeleid. Daarnaast is de dotatie aan de baggervoorziening verlaagd met 0,75 miljoen, naar 1,65 miljoen. Dit kan door de nieuwe programmering en vanwege het harmonisatie beleid op het gebied van A watergangen. In de twee opgenomen tabellen wordt aangegeven waaruit het programma qua producten en qua kosten is opgebouwd. Exploitatie meerjarenraming De meerjarenraming blijft stabiel binnen een bandbreedte van maximaal 3%. 25

Investeringen meerjarenraming (x 1.000) De investeringenkalender is geactualiseerd en bevat lopende en nieuwe investeringen. In de cijfers die volgen is eerst een samenvatting van het totale programma (netto) weergegeven opgesplitst naar thema s. Vervolgens wordt per thema een toelichting gegeven (netto uitgaven en totalen). Aan het eind van deze paragraaf worden de werken voor derden, i.c. KRW IJssel en het project: Bruggen Heerde Apeldoorns kanaal (excl. Hoenwaard), kort toegelicht. Thema: Waterstanden op orde Aan de bouw van kunstwerken, i.c. gemalen en sluizen wordt 80% van het totaal uitgegeven. In 2013 wordt gestart met het project inzake de revisie van het gemaal Malesluis. De piek in 2017 wordt veroorzaakt door één investering: de vervanging van gemaal de Wenden. Uit onderzoek moet blijken wat er precies moet gebeuren en wat de kosten zijn. Dit project is ten opzichte van de voorjaarsnota twee jaar naar achter geschoven omdat eerst de ontwikkeling in de bypass Kampen wordt afgewacht Thema: Op extreme situaties voorbereid Betreft investeringen als gevolg van NBW toetsingen. Hiervan moet 1,7 miljoen nog geconcretiseerd worden. 26

Thema: Goede chemische toestand Belangrijkste werk is het saneren van het 5 e pand van het Apeldoorns kanaal (2013/2014). Hieraan zal het waterschap netto 1 miljoen bijdragen. Thema: Goede ecologische toestand Hieronder vallen veel BOP (Veluwe) en KRW/EVZ (Vallei & Eem) projecten (60%). Deze zijn deels gebaseerd op KRW en deels op provinciaal natuurbeleid. Vaak vallen in deze projecten meerdere doelen samen. Dit programma is voor Gelderland aangepast op basis van de nieuwe waterovereenkomsten. Voor Utrecht volgt dit nog. Een substantieel deel van dit thema behelst het Waterplan Apeldoorn (40%, ad 12 miljoen). Thema: Organisatie op orde Binnen dit thema is 0,3 miljoen per jaar opgenomen voor de zogenoemde waterkansen, i.c. projecten die zich voordoen vanuit de waterpartnerrol. Daarnaast is een reservering gemaakt voor een nog bestuurlijk af te spreken samenwerking voor de Enka pluim. 27

Investeringen meerjarenraming werken voor derden KRW maatregelen in de IJssel. Het waterlichaam IJssel moet in 2015 voldoen aan de eisen zoals gesteld vanuit de Kaderrichtlijn water. Hiertoe dient een aantal maatregelen langs de IJssel uitgevoerd te worden. In een samenwerkingsovereenkomst met Rijkswaterstaat is vastgelegd dat het waterschap realisatie van deze maatregelen op zich zal nemen. De kosten komen volledig voor rekening van RWS. Het betreft de volgende maatregelen: aanpassing van 9 km rivieroever, 22 km geul/plasoever, 7,25 km tweezijdig aangetakte nevengeul en 1,25 km eenzijdig aangetakte nevengeul. In 2013 wordt de grondverwerving afgerond en het projectplan Waterwet in procedure gebracht. Ook worden het voorontwerp en de aanbestedingsdocumenten opgesteld. Bruggen Heerde Apeldoorns kanaal De gemeente Heerde heeft ons gevraagd om voor hun rekening twee bruggen over het Apeldoorns Kanaal beweegbaar te maken. De verkenning hiervan loopt op dit moment nog en kan mogelijk tot contractafspraken leiden waarbij uitgangspunt is dat de kosten 100% gedekt worden. 28

4 Programma 3 Waterketen Inhoud Het programma waterketen bestaat uit de samenhang van alle initiatieven en inspanningen die een bijdrage leveren aan de vooraf gestelde doelen voor wat betreft het transporteren en zuiveren van afvalwater. De activiteiten binnen waterketen zijn er op gericht om verontreinigd water en hemelwater dat in rioleringen wordt verzameld, adequaat te zuiveren voordat het op het oppervlaktewater wordt geloosd. Op die manier zorgen wij ervoor dat de kwaliteit van dat oppervlaktewater zo min mogelijk wordt beïnvloed. Naast deze primaire doelen zijn er doelen gesteld op het gebied van duurzaamheid waarbij het terugwinnen van grondstoffen uit afvalwater en energie-efficiency speerpunten zijn. Ontwikkelingen Investeringen in de waterketen zijn in het algemeen kapitaalsintensief. In 2013 worden een drietal speerpuntprojecten opgepakt te weten; optimalisatie van de energiefabriek Apeldoorn waarbij tevens de grondstoffenfabriek gerealiseerd zal worden ten behoeve van de terugwinning en het hergebruik van fosfaat. Op de rwzi Amersfoort zal eveneens gestart worden met het project, realisatie van de energie en grondstoffenfabriek. Naar verwachting hebben de diverse maatregelen een positieve invloed op het meerjarenperspectief vanwege de positieve effecten op de kosten voor energie en slibverwerking. De rwzi Terwolde zal zowel hydraulisch als voor wat betreft transport- en de zuiveringscapaciteit uitgebreid moeten worden. De voorbereiding start in 2013. Gezien de landelijke visie routekaart 2030 en de ambitie van het waterschap om te komen tot energieneutrale zuiveringsinstallaties zal het project Terwolde een voorbeeld project zijn op energie-efficiency als grondstoffen terugwinning. De overige investeringen die in 2013 worden uitgevoerd betreffen voornamelijk vervangingsinvesteringen die zowel uit technische noodzaak, bedrijfseconomische redenen als vanuit energie-efficiency oogpunt moeten worden uitgevoerd. De samenwerking in de afvalwaterketen moet op termijn leiden tot kwaliteitsverbetering, minder kwetsbaarheid maar vooral ook meer efficiency en dus kostenverlaging. Afkoppelen van verhard oppervlak en daarmee het verminderen van de afvoer van regenwater naar de zuivering blijft een van de belangrijkste aandachtspunten bij het ontwikkelen van de gezamenlijke integrale afvalwaterketenplannen die per afvalwaterkring worden ontwikkeld. Er zal meer worden ingezet op het samen beheren en onderhouden van rioolgemalen (gemeenten en waterschap). Hoewel hierbij geen grote financiële besparingen worden verwacht zal de kwaliteit gaan toenemen doordat meer inzicht ontstaat in de verschillende deelprocessen (riolering, transport, zuivering) en er vooral sturing zal zijn op de gehele afvalwaterketen van riool tot en met zuiveringsinstallatie. Het zal de zo noodzakelijke samenwerking tussen medewerkers van gemeenten en waterschap bevorderen (hogere kwaliteit en minder kwetsbaarheid). Waterkwaliteit De belangrijkste uitdaging voor de waterkwaliteit op lange termijn is de terugdringing van prioritaire stoffen in het afvalwater. Momenteel wordt door de Europese Commissie gewerkt aan de herziening van de dochterrichtlijn prioritaire stoffen (KRW). In het concept zijn 15 nieuwe stoffen toegevoegd, waarvan er vier primair via de waterketen worden geloosd. Dit kan op middellange termijn tot gevolg hebben dat nog een aantal rwzi s moet worden uitgebreid met een extra zuiveringstrap. Dit kan de komende jaren (na 2013) leiden tot extra kosten voor monitoren en onderzoek en mogelijk tot extra investeringen. Dit kan een kostenverhogend effect hebben, dat kan variëren tussen de 10% à 20%. 29

Duurzaamheid In het klimaatakkoord UvW-Rijk 2010-2020 en de meerjarenafspraken energie-efficiency (MJA3 2005-2020) hebben de waterschappen ondermeer het volgende afgesproken: In 2020 een reductie van broeikasgassen van 30% realiseren t.o.v. 1990. In 2020 een verbetering van de energie-efficiency van 30% realiseren t.o.v. 2005. In 2020 een aandeel duurzame energie te realiseren van 40% van de energiebehoefte door eigen opwekking. Voor de lange termijn (2050) streven naar een energieneutrale waterschapssector. De terugwinning van grondstoffen te onderzoeken(en indien mogelijk te realiseren). Routekaart Met de Routekaart 2030 is gezamenlijk met de VNG in opdracht van Agentschap NL een visie neergezet met betrekking tot Water, Energie en Grondstoffen. De brochure Routekaart is door VNG en Unie van Waterschappen uitgereikt aan de voormalig staatsecretaris van I&M, de heer J. Atsma. De Routekaart is wat ons betreft dé landelijke visie als het gaat om de duurzame inrichting van de afvalwaterketen, waarbij afvalwater wordt gezien als bron van schaarse grondstoffen, duurzame energie en nuttig water. Hierbij is ook aandacht voor asset management, keten besturing en de verschillen in lokale situaties, variërend van landelijk tot industrieel gebied. Dat wij dit belangrijk vinden wordt mede onderstreept door als waterschap twee energiefabrieken met fosfaat terugwinning in ons gebied (Apeldoorn en Amersfoort) te realiseren en de voortrekkersrol die wij vervullen in het landelijke project de Grondstoffenfabriek. Samen met alle andere waterschappen wordt momenteel in dit gezamenlijk project verder onderzocht welke stappen gezet dienen te worden om van afvalstoffen denken naar grondstoffen denken te komen inclusief de realisatie daarvan (het winnen, verwerken en afzetten van grondstoffen uit afvalwater). Samenwerken in de Waterketen De belangrijkste uitdagingen in de waterketen zijn de samenwerking met de gemeenten en het omgaan met de effecten van de klimaatverandering. De kansen voor de samenwerking liggen ook op het vlak van het gezamenlijk oppakken van de opgave voor prioritaire stoffen, discrepantie tussen zuiveringsheffing en lozing en de terugwinning van grondstoffen en energie. Wij gaan voldoen aan de mijlpalen uit het Bestuursakkoord Water door in eerste instantie binnen ons beheersgebied samen te werken in drie regionale platforms (bestaande uit gemeenten en waterschap). Momenteel wordt gewerkt aan het onderling stroomlijnen van deze platforms. Er wordt toegewerkt naar een netwerkorganisatie van waterschap met de gemeenten, waarin samen beleid en plannen worden gemaakt. Aangezien dit landelijk en bestuurlijk een hoge prioriteit heeft is vooral nu een hoge inzet van middelen nodig (waaronder met name personele inzet). Professionalisering Naar verwachting zal er de komende jaren binnen het zuiveringsbeheer een toenemende vraag zijn naar professionalisering van de bedrijfsvoering, wat van invloed is op de wijze waarop de thema s risico- en asset management, kwaliteitsmanagement en innovatie worden ingevuld. Bezien wordt wat hiervan de gevolgen zijn voor de personele inzet. Door de toename van de complexiteit van (nieuwe) zuiveringsprocessen en technieken is verdergaande kennisontwikkeling en wellicht andere competenties op dit gebied noodzakelijk. Dit kan leiden tot een verschuiving en of herverdeling van taken op het gebied van Kwaliteit, Arbo, Milieu (KAM) en procesmanagement. 30

Wat willen wij bereiken? Samen met de gemeenten binnen ons beheersgebied zorgen wij er voor dat het in de gemeentelijke riolering verzamelde afvalwater wordt getransporteerd naar onze rwzi s waar het wordt gezuiverd en vervolgens geloosd op oppervlaktewater. Met iedere gemeente is afgesproken welke hoeveelheid afvalwater per uur moet worden afgenomen uit het rioolstelsel van de betreffende gemeente. Het gezuiverde water moet aan wettelijke kwaliteitseisen voldoen terwijl bovendien (strengere) eisen kunnen gelden indien het ontvangende oppervlaktewater dat vereist. Het bevoegd gezag kan zowel Rijkswaterstaat als het eigen waterschap zijn. Naast onze primaire zuiveringstaak zijn er op bestuursniveau duurzaamheidsdoelen afgesproken waarbij als randvoorwaarde geldt dat het behalen van deze doelen geen negatieve gevolgen mogen hebben voor het belastingtarief maar in principe zelfs een verlaging van hiervan tot gevolg moet hebben. Ook de samenwerking in de afvalwaterketen zal moeten leiden tot zowel kwaliteitsverbetering, verminderde kwetsbaarheids als kostenreductie. Wanneer zijn wij tevreden? In de onderstaande tabel zijn de programmadoelen, de bijbehorende waarden (indien van toepassing), de programma-indicatoren en te behalen norm opgenomen, per doel is aangegeven wat de stand per 2012 is, wat eind 2013 wordt verwacht en in welk jaar de norm moet zijn gerealiseerd. Thema: Zuivering afvalwater op orde Afname verplichting: Deze parameter heeft een directe relatie met beheren waterketen. 31

Het geeft aan in hoeverre de transportcapaciteit van de gemalen is afgestemd op de met de gemeenten overeengekomen verplichting voor afname van het afvalwater. Beschikbaarheid technische installaties: Dit bepaalt voor een groot deel de wijze van onderhoud en daarmee de kosten hiervoor. Het niet beschikbaar zijn van een installatie of onderdeel daarvan, kan in het algemeen de kwaliteit van het gezuiverde water direct beïnvloeden of zelfs het overstorten van ongezuiverd afvalwater op het oppervlaktewater veroorzaken. Een 100% beschikbaarheid zal tot hoge beheer- en onderhoudskosten leiden. Op basis van risico analyses wordt een afweging gemaakt tussen de minimaal gewenste beschikbaarheid en kosten. Om ook kosten op het gebied van technisch onderhoud acceptabel te houden of zelfs te verlagen zal onderzocht worden wat de gevolgen daarvan zijn voor de beschikbaarheid van de technische installaties en daarmee de gevolgen voor de kwaliteit van het gezuiverde afvalwater. Dit zal leiden tot voorstellen. Voldoen aan de lozingseisen: Hiermee wordt aangegeven of de rwzi s hebben voldaan aan de individuele lozingseisen (m.b.t. CZV, BZV, stikstof, fosfaat en onopgeloste stof). Het kengetal wordt gewogen op basis van i.e.-belasting per rwzi. Het is dus sterk afhankelijk van de individuele vergunningseis of een rwzi in het betreffende jaar aan de vergunning kan voldoen. Een aantal individuele vergunningen kan er toe leiden dat 1 hevige regenbui een overschrijding van een vergunning voor een rwzi teweeg brengt waardoor die rwzi voor dat betreffende jaar dus niet aan de vergunningseisen heeft voldaan en dus nul scoort. Indien dit slechts eenmaal voorkomt dan zal dezelfde rwzi een nalevingpercentage van vrijwel 100% scoren en dus zeer goed presteren. Deze landelijk vastgestelde normen kunnen verwarrend zijn. Nalevingpercentage: Geeft aan in welke mate wordt voldaan aan de individuele lozingseisen van de rwzi s (met betrekking tot CZV, BZV, stikstof en fosfaat. Zuiveringsprestatie: Dit is een totaal parameter voor het presteren van de rwzi s. Zuiveringsprestatie= (%CZV + %Ntotaal + %Ptotaal) / 3 Discrepantie: De gestelde norm is eigen wens, geen wettelijke plicht, maar bestuurlijke ambitie. De actuele discrepantie van gehele waterschap is nog niet in beeld maar is voorlopig een inschatting. Thema: Duurzaamheid De totale verwerking van slib dat vrijkomt uit het zuiveringsproces bepaalt een groot deel van de jaarlijkse exploitatiekosten. De voorbewerking van slib zoals indikken, vergisten en ontwateren vindt plaats binnen het eigen waterschap terwijl de eindverwerking (composteren en stoken in een kolendroogcentrale) voor 10 jaar is uitbesteed bij derden. De kwaliteitseisen aan het slib dat voor eindverwerking wordt aangeboden is zowel wettelijk als contractueel vastgelegd. Om aan de afspraken in zowel het klimaatakkoord als het MJA3 te voldoen zijn voor 2013 haalbare normen opgenomen zodat in het realisatiejaar 2020 het einddoel kan worden gehaald. 32