Soorten lijnen. Soorten rechten

Vergelijkbare documenten
Ruimtelijke oriëntatie: plaats en richting

MEETKUNDE 120 PUNTEN, LIJNEN EN VLAKKEN

MEETKUNDE 120 PUNTEN, LIJNEN EN VLAKKEN

handleiding pagina s 241 tot Handleiding 1.1 Kopieerbladen pagina 59: wandelplannen pagina 60: grondplannen constructies 2 Werkboek

Hoofdstuk 2 : VLAKKE FIGUREN

Herhalingsles 5 Meetkunde Weeroefeningen

Onthoudboekje rekenen

BRUGPAKKET 8: VLAKKE FIGUREN

handleiding pagina s 687 tot Handleiding 1.1 Kopieerbladen pagina 444: tangram 2 Werkboek 3 Posters

Blok 7 MK vraag 1: een oplossing voor een ruimtelijk probleem vinden

Lijst van alle opdrachten versie 13 mei 2014

handleiding pagina s 434 tot Handleiding 1.2 Huistaken huistaak 12: bladzijde Werkboek

1. rechthoek. 2. vierkant. 3. driehoek.

PARATE KENNIS & VAARDIGHEDEN WISKUNDE 1 STE JAAR 1. TAALVAARDIGHEID BINNEN WISKUNDE. a) Begrippen uit de getallenleer ...

2.1 Cirkel en middelloodlijn [1]

Hoofdstuk 4: Meetkunde

10 Afstanden. rood. even ver van A als van C even ver van A, van C en van E. 10 m. blauw

INHOUDSTABEL. 1. TRANSFORMATIES (fiche 1) SYMMETRIE (fiche 2) MERKWAARDIGE LIJNEN IN EEN DRIEHOEK (fiche 3)...6

handleiding pagina s 965 tot Handleiding 1.2 Huistaken nihil 2 Werkboek 3 Posters 4 Scheurblokken bladzijden 117, 123, 129, 140 en Cd-rom

Herhalingsles 3 Meetkunde Weeroefeningen

0,6 = 6 / 10 0,36 = 36 / 100 0,05 = 5 /100 2,02 = 2 gehelen en 2 / 100

werkschrift driehoeken

3.1 Soorten hoeken [1]

Vlakke meetkunde. Verwijzingen naar definities en stellingen die bij een bewijs mogen worden gebruikt zonder nadere toelichting.

Wiskunde - getallenkennis

handleiding pagina s 1005 tot Handleiding 1.2 Huistaken nihil 2 Werkboek 3 Posters 4 Scheurblokken bladzijden 122, 147, 150 en Cd-rom

7.1 Symmetrie[1] Willem-Jan van der Zanden

Antwoordmodel - Vlakke figuren

ZESDE KLAS MEETKUNDE

Overzicht eigenschappen en formules meetkunde

Vl. M. Nadruk verboden 1

Hoofdstuk 8 : De Cirkel

Lijst van formules en verwijzingen naar definities/stellingen die in het examen vwo wiskunde B wordt opgenomen

Vlakke Meetkunde. Les 1 Congruentie en gelijkvormig

Wiskunde Leerjaar 2 - Periode 1 Meetkunde

WISKUNDE: HERHALINGSOEFENINGEN EINDE ZESDE LEERJAAR

7.1 Zwaartelijn en hoogtelijn [1]

Voorkennis meetkunde (tweede graad)

14.0 Voorkennis. sin sin sin. Sinusregel: In elke ABC geldt de sinusregel:

ICT. Meetkunde met GeoGebra. 2.7 deel 1 blz 78

HMd TMd Md HM TM M HD TD D H T E, t h d. 84 (optelling) : 4 (het aantal getallen) (het gemiddelde)

Gecijferdheid periode D Bijeenkomst 2 Hand-out: Meetkundige begrippen en vormen. Instap. Een opgave uit de oefentoets:

PQS en PRS PS is de bissectrice van ˆP

Wiskunde Opdrachten Vlakke figuren

toetswijzer wiskunde curriculumdifferentiatie 6de leerjaar *De waarde van natuurlijke getallen en kommagetallen, bv = 8 D + 5 H + 6 T + 0 E

oefenbundeltje voor het vijfde leerjaar

1 Junior Wiskunde Olympiade : tweede ronde

Wiskunde Leerjaar 2 - Periode 1 Meetkunde

Hoofdstuk 1 KENNISMAKEN 1.0 INTRO

Kernbegrippen Kennisbasis wiskunde Onderdeel meetkunde

12 Bewijzen in de vlakke meetkunde

STELLINGEN & BEWIJZEN 5VWO wiskunde B 1 e versie

Hoofdstuk 1 : Hoeken ( Zie ook : boek pag 1 tot en met pag 33)

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : tweede ronde

4 Jaarplan. 1 Leerplan

12.1 Omtrekshoeken en middelpuntshoeken [1]

Onthoudboekje rekenen

De arbelos. 1 Definitie

4.0 Voorkennis. 1) A B AB met A 0 en B 0 B B. Rekenregels voor wortels: Voorbeeld 1: Voorbeeld 2: Willem-Jan van der Zanden

Meetkundige Ongelijkheden Groep 2

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Tweede Ronde.

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 1 dinsdag 25 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

1 Junior Wiskunde Olympiade : eerste ronde

1 a. Hoeveel hoekpunten heeft figuur 1 hieronder? b. Hoeveel hoekpunten heeft figuur 2 hieronder? c. Hoeveel hoekpunten heeft figuur 3 hieronder?

Inhoud 1 Info coach Spiegelen en vervormen Lijnen Oriënteren in 2d of het platte vlak Hoeken...

werkschrift passen en meten

DEEL I. Vlakke figuren. Hoofdstuk 1. Vlakke figuren 6 Hoofdstuk 2. Rechten 20 Hoofdstuk 3. Lijnstukken 39 Hoofdstuk 4. Hoeken 57

Cool 2.3 Oppervlakte en volumematen

4.0 Voorkennis. 1) A B AB met A 0 en B 0 B B. Rekenregels voor wortels: Voorbeeld 1: Voorbeeld 2: Willem-Jan van der Zanden

Spelen met passer en liniaal - werkboek

Pienter 1ASO Extra oefeningen hoofdstuk 7

Basisconstructies, de werkbladen 1 Het midden van een lijnstuk

Hoofdstuk 7 : Gelijkvormige figuren

Extra oefeningen hoofdstuk 12: Omtrek - Oppervlakte - Inhoud

Samenvatting stellingen uit de meetkunde Moderne Wiskunde voor het VWO (bovenbouw)

2 Lijnen en hoeken. De lijn

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Tweede ronde.

Taak na blok 1 startles 8

8.1 Gelijkvormige en congruente driehoeken [1] Willem-Jan van der Zanden

Vlaamse Wiskunde Olympiade : eerste ronde

Onthoudboekje rekenen

Vlakke Meetkunde. Les 20 Nadruk verboden 39. Het construeren van figuren

2.5 Regelmatige veelhoeken

Diagnostische toets. AMB stelling van de omtrekshoek AMB ˆ ANB. AQB ARB ˆ 180 koordenvierhoekstelling =

Samenvatting VWO wiskunde B H04 Meetkunde

Meetkunde. MBO Wiskunde Niveau 4 - Leerjaar 1, periode 3

Willem-Jan van der Zanden

4.1 Hoeken en graden [1]

Neem [pr]=[ps] en beschrijf uit r en s twee cirkelbogen met dezelfde straal, die elkaar in c snijden. [cp] is de loodlijn op [ab].

Handig met getallen 4 (HMG4), onderdeel Meetkunde

wiskunde B vwo 2017-II

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : eerste ronde

E = mc². E = mc² E = mc² E = mc². E = mc² E = mc² E = mc²

Oefentoets Versie A. Vak: Wiskunde Onderwerp: Meetkunde Leerjaar: 1 (2017/2018) Periode: 3

1 Junior Wiskunde Olympiade : tweede ronde . (D)

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : eerste ronde

1 Junior Wiskunde Olympiade : tweede ronde

Uitwerkingen oefeningen hoofdstuk 4

Atheneum Wispelberg - Wispelbergstraat Gent Bijlage - Leerfiche (3 e jaar 5u wiskunde): Meetkunde overzicht

Let op: Indien van toepassing: schrijf berekeningen bij de opdrachten. Gebruik bij de tekeningen een passer en geodriehoek/hoekmeter.

Transcriptie:

Soorten lijnen ik zeg ik teken ik noteer ik weet een punt A A een rechte a a Een rechte heeft geen begin- en eindpunt. een halfrechte [A een halfrechte heeft B] een beginpunt of een eindpunt een lijnstuk [AB] een lijnstuk heeft een begin- én eindpunt een gebroken lijn a a een gebogen lijn a a Soorten rechten

Evenwijdige rechten en loodrechte rechten tekenen Evenwijdige rechten tekenen 1. Leg de geodriehoek zo opdat een hulplijn samenvalt met rechte a. 2. Teken de evenwijdige rechte langs de tekenzijde. Loodrechte rechten tekenen 1. Leg de geodriehoek zo opdat de richtlijn samenvalt met rechte a. 2. Teken de loodrechte rechte langs de tekenzijde. Een hoek Een hoek heeft altijd 2 rechte benen (meetlat!). Waar de 2 rechte benen snijden, krijg je het hoekpunt.

Soorten hoeken een scherpe hoek = minder dan 90 een rechte hoek = 90 een stompe hoek = meer dan 90 een gestrekte hoek = 180 een nulhoek = 0 een volle hoek = 360 Hoeken meten Zorg ervoor dat het tweede been van de hoek lang genoeg is om het te kunnen meten. Je legt het nulpunt van de geodriehoek op het hoekpunt. Je legt de onderkant van de geodriehoek tegen het eerste been. Is dit een scherpe hoek? Dan kijk je naar de rij met getallen minder dan 90. Is dit een stompe hoek? Dan kijk je naar de rij met getallen meer dan 90. Kijk weer heel goed: tel vanaf een het dichtstbijzijnde tiental op of af. Vb. Je verlengt eerst been 2. Je legt je geodriehoek juist. Je ziet dat het een scherpe hoek is, dus je kijkt naar de rij met de getallen die minder dan 90 zijn. Het ligt tussen 40 en 50, ik tel tot 47.

Figuren Vlakke figuren = figuren die gevormd worden door een gesloten lijn. Dit kan een gebroken lijn en/of een gebroken lijn zijn. Veelhoeken = vlakke figuren die enkel bestaan uit lijnstukken en hoeken. Je kan hen benoemen naar het aantal hoeken: driehoeken, vierhoeken, vijfhoeken, Een driehoek tekenen met een geodriehoek Teken een lijnstuk [AB] van 4cm Teken in A een hoek van 45 Teken in B een hoek van 50

Soorten driehoeken volgens de hoeken Soorten driehoeken volgens de zijden 3 gelijke zijden 2 gelijke zijden geen gelijke zijden = gelijkzijdige driehoek = gelijkbenige driehoek = ongelijkzijdige driehoek

Soorten vierhoeken Een parallellogram tekenen met een geodriehoek Teken een lijnstuk [AB] van 5cm Teken in A een hoek van 55 en in B een hoek van 125 Teken een evenwijdige [DC] aan het lijnstuk [AB], dit op een hoogte van 4cm.

Diagonalen Een diagonaal is een rechte lijn die gaat van een hoek naar een nietdaaropvolgende hoek. In een vierhoek kun je altijd 2 diagonalen tekenen. Een cirkel Een cirkel is een vlakke figuur, maar geen veelhoek. Een cirkel heeft o o o altijd een middelpunt (O). een straal [OA]. De straal = je passeropening. een diameter of middellijn [CD]. De diameter = 2x de straal. de straal is dus ook de helft van de middellijn.

Figuren: classificatie volgens de eigenschappen van zijden, hoeken en diagonalen de overstaande hoeken zijn gelijk Figuren: classificatie volgens de eigenschappen van zijden, hoeken en diagonalen de overstaande hoeken zijn gelijk

Spiegelen Symmetrieas of spiegelas Een symmetrieas is een rechte en loopt dus door tot buiten het figuur. Wanneer je een figuur vouwt op de symmetrieas, vallen beiden helften van het figuur perfect op elkaar. Vb. rechte a is een symmetrieas. Je vouwt en ziet: beide helften vallen op elkaar. Vb. rechte b is geen symmetrieas. Je vouwt en ziet: beide helften vallen niet mooi op elkaar.

Gelijkvormigheid Figuren zijn gelijkvormig aan elkaar als ze: precies aan elkaar gelijk zijn: dezelfde vorm, grootte, oriëntatie, werden in alle richtingen evenveel werden vergroot of verkleind. Omtrek en oppervlakte Omtrek = de afstand rondom het figuur. Om de omtrek te berekenen, tel je de lengte van alle zijden op. Als elke zijde even lang is, kan je 1 zijde meten en dit x het aantal zijden doen. Oppervlakte = het hele vlak, wat binnenin het figuur zit. Als je over oppervlakte spreekt, gebruik je oppervlaktematen. bv. m², dm², cm², mm².

Omtrek en oppervlakte van vlakke figuren