Projectrapportage Inspectieproject Gehandicaptenzorg

Vergelijkbare documenten
PROJECTVERSLAG INSPECTIEPROJECT VERPLEGING EN VERZORGING A 795. Onderwerpen:. fysieke belasting.. biologische agentia..

PROJECTPLAN INSPECTIEPROJECT. Ambulancezorg A 895. Onderwerpen:. Fysieke belasting.. Agressie & geweld (PSA). Biologische agentia

Inspectie SZW Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid TITELPAGI NA. Hollen. Stilstaan bij Werkdruk. dát maakt zorg beter.

Gezond & veilig werken in kleinschalige zorgvoorzieningen dát maakt zorg beter

VERSLAG INSPECTIES PROJECT WERKEN MET GEDETINEERDEN (A843)

VERSLAG INSPECTIEPROJECT ASBEST OP STORTPLAATSEN

Bijeenkomst Platform voor ondernemingsraden in de Zorg

Hollen & stilstaan bij werkdruk

VERSLAG INSPECTIES PROJECT WONINGCORPORATIES (A871) 27 april 2009

De Nationale Politie Arbeidstijden en Agressie en Geweld geïnspecteerd

Verslag inspecties Woningcorporaties A871

Projectrapportage Inspectieproject Ambulancezorg

Basisinspectiemodule Agressie & Geweld

Inspectie naar naleving Arbowet en aandacht arbeidsomstandigheden in de Bijzondere Zorg

Verslag inspecties Sociale werkvoorziening

Basisinspectiemodule Arbozorg: VOeT (Voorlichting, Onderricht en Toezicht)

VERSLAG INSPECTIEPROJECT WASGOEDKETEN ZORG A 754. Onderwerpen: Biologische agentia, Cytostatica, Fysieke belasting

VERSLAG INSPECTIES PROJECT SOCIALE WERKVOORZIENING (A866)

PROJECTVERSLAG MONITORPROJECT UNIVERSITEITEN A796

Projectverslag. Vakkenvullen jeugdigen supermarkten 2004

VERSLAG INSPECTIEPROJECT DE FYSIEKE BELASTING BIJ METSELAARS

Basisinspectiemodule Ongewenste Omgangsvormen

Werkdruk, Agressie en Geweld in Zorg & Welzijn Inspecties in ziekenhuizen, opvanghuizen en asielzoekerscentra

PROJECTPLAN INSPECTIEPROJECT FACILITAIRE DIENSTEN. in de ZORG A 904

Hollen & stilstaan bij werkdruk dát maakt zorg beter

Basisinspectiemodule Arbozorg: VOeT (Voorlichting, Onderricht en Toezicht)

Eindverslag Opslag Ammoniumnitraat

EUROPEAN CONSTRUCTION CAMPAIGN 2004

Gezond. veilig werken. Sectoraanpak Zorg en Welzijn dát maakt zorg beter

In het project zijn verder de volgende inspectiepunten meegenomen: -verdrinkingsgevaar, -instructie, -persoonlijke beschermingsmiddelen en -werkdruk

Arbeidsrisico s in de gehandicaptenzorg

VERSLAG INSPECTIEPROJECT THUISZORG A 694. Onderwerpen: fysieke belasting. agressie & geweld. Inspectieperiode 1 mei 2005 tot en met 31 maart 2006

Aansluitend is er op 27 januari 2014 een afrondend gesprek gevoerd met,,, d en.

LANDELIJK PROJECTVERSLAG HOUT EN MEUBEL 1999

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID ARBEIDSINSPECTIE EINDVERSLAG INSPECTIEPROJECT GROENTE, FRUIT, ZUIVEL EN DRANKEN (A430)

Aansluitend is er op 27 januari 2014 een afrondend gesprek gevoerd met,,, en.

Directie Arbo Datum Basisteam Alkmaar Onze referentie > > > >

Arbocatalogus Tuincentra

Betrekken medewerkers bij de uitvoering van de RI&E.

VERSLAG INSPECTIEPROJECT TECHNISCHE GROOTHANDEL (A501) ARBEIDSINSPECTIE. Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Agressie en geweld in de publieke sector

1.1 Hoe vrijblijvend is de Arbowet?

Agressie op de werkvloer. Themadag LOMOZ 26 maart 2014 Agnes Vissers

Wat doet de Arbeidsinspectie? Alles over de taken en werkwijze van de Arbeidsinspectie

Projectrapportage Beveiligingsbedrijven A869

Beleidskader Bedrijfshulpverlening beleidskader BHV 1

Colofon. Arbeidsinspectie, Den Haag, mei Afdeling Persvoorlichting, Looptijd project januari 2005 januari 2006.

Projectverslag Inspectieproject Intramurale Zorg 2003 A575 Looptijd van: van 1 maart 2003 tot en met 31 augustus 2003

Aan de slag met RI&E RI& onderdeel Preventiebeleid. Waar ik kort over kan zijn

Projectrapportage Kwarts in de bouw 2007

SAMENVATTING UITVOERDER P&O-BELEID, UITVOERDER ARBOBELEID EN LEIDINGGEVENDE INFORDOCUMENT TOOL

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Arbeidsomstandighedenbeleid

Vakantiewerk Colofon:

Agressieprotocol«1» 1. Vooraf

Agressie en geweld is een thema voor ondernemingsraden

INSPECTIEPROJECT LOONWERKERS 2005

Projectrapportage inspectieproject. Facilitaire diensten in de zorg

Ernstige arbeidsongevallen

PROJECTVERSLAG INSPECTIEPROJECT SOCIALE WERKVOORZIENING. 20 november 2006

SAMENVATTING MEDEWERKER

PROJECT Legionella Binnenvaart 2000 A412

Inspectierapport. Autowas- en autopoetsbedrijven

DE OPDRACHTGEVER IN HET BOUWPROCES

Geachte., Deze overtredingen worden hieronder nader toegelicht: Psychosociale arbeidsbelasting: Werkdruk:

Handboek Personeelsmanagement

Risico-inventarisatie & evaluatie en Preventiemedewerker

MEDEWERKERS VRAGENLIJST BRANCHE-RIE TECHNISCHE GROOTHANDEL

Invloed op arborisico s

ARBOCATALOGUS PKGV- INDUSTRIE De arbocatalogus PKGV- industrie is een in fasen ontwikkelde catalogus die beheerd wordt door het Verbond Papier- en

Inspectie naar de actualiteit van de KEW vergunningen

In december 2016 constateert de GGD bij Rigter Zorg dat:

De ri&e en het plan van aanpak

PROJECTVERSLAG INSPECTIEPROJECT PRAKTIJKLOKALEN METAALTECHNIEK

Invloed op arborisico s

Kinder- en Jeugdarbeid 2006 Vakantiewerk & bijbaantjes. (tussenrapportage)

Arbeidsrisico s in de geestelijke gezondheidszorg en verslavingzorg

Arbodienstverlening. Informatie voor werkgevers

PROJECTVERSLAG INSPECTIEPROJECT ACADEMISCHE EN ALGEMENE ZIEKENHUIZEN A 771. Onderwerpen:. fysieke belasting.. narcosegassen en cytostatica

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

4.1.1 CHECKLIST EVALUATIE BELEID AGRESSIE EN GEWELD OP ORGANISATIENIVEAU

De arbocatalogus. de inhoud van informatie over voorbeeld van arbocatalogi UMC arbocatalogus gev. stoffen voorbeelden uit beschikbaarheid catalogi UMC

1. Arbowet: plichten van de werkgever

Veiligheid van speeltoestellen op het schoolplein

VERSLAG INSPECTIEPROJECT DE FYSIEKE BELASTING BIJ STRATENMAKERS

Helger Siegert. Agenda

Jaargang 2013 / nieuwsbrief 16 / Juli en augustus 2013 INHOUD:

2012D Is er een rol voor cliëntenraden bij deze problematiek en zo ja, wat is deze?

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Arbeidsinspectie

PROJECTNUMMER: A439 EINDVERSLAG INSPECTIEPROJECT BROODBAKKERIJEN

Voorlichting, onderricht & Toezicht

EVALUATIERAPPORTAGE STOFKAMACTIE BOUW

Het betrekken van medewerkers bij de uitvoering van de RI&E

Voorwoord: status model RI&E SW

Meta(al)morfose Inspecties op het gebied van machineveiligheid, geluid en arbobeleid in de metaalindustrie

Projectverslag. Garagebedrijven Project A660

Voorwoord: status model RI&E SW

MeetUp Verzuim. Draag bij aan de aanpak van verzuim! INZICHTEN & AANPAK! HANDREIKING VOOR ONDERNEMINGSRADEN

Transcriptie:

Projectrapportage Inspectieproject Gehandicaptenzorg

Projectrapportage Inspectieproject Gehandicaptenzorg

Inhoudsopgave Voorwoord 1 Samenvatting 2 Aanleiding, doelstellingen en opzet van het project 3 Projectresultaten 3.1 Generaliseerbaarheid 3.2 Totaal overzicht resultaten (zie figuur 1) 3.3 Resultaten per inspectieonderwerp 3.4 Resultaten monitor 4 Conclusies, aanbevelingen en follow-up Colofon

Voorwoord Uit een eerder uitgevoerd inspectieproject in deze sector (in 2004) bleek dat de naleving op arbogebied te laag was. Daarom had het nu uitgevoerde inspectieproject tot doel om na te gaan in hoeverre de arbeidsomstandigheden, mede door de gezamenlijke inzet van sociale partners, ook daadwerkelijk en structureel verbeterd zijn. De focus lag daarbij op de onderwerpen fysieke belasting, agressie en geweld, biologische agentia en bedrijfshulpverlening Het doet me genoegen te kunnen constateren dat de instellingen voor gehandicaptenzorg voortvarend aan de slag zijn gegaan met het verbeteren van de arbeidsomstandigheden in hun organisaties. Uit de inspectieresultaten blijkt dat er behoorlijke vooruitgang is geboekt en dat er veel minder overtredingen zijn geconstateerd dan in 2004. Vanuit het afgesloten Arboconvenant is het nodige materiaal voorhanden, maar de concrete doorvertaling naar de werknemers op de afdelingen is een aspect waar de sector nog aandacht aan moet schenken. Dit geldt specifiek voor het omgaan met biologische agentia en m.n. het vaccinatiebeleid. Waar vooral meer prioriteit aan gegeven moet worden is het houden van ontruimingsoefeningen in instellingen. Recente calamiteiten en onderzoeken van collega inspectiediensten tonen eveneens aan dat hier nog het nodige aan schort. Verder zal in het werkoverleg ruimte gecreëerd moeten worden voor de concretisering en invoering van arbo-verbeteringen op de werkvloer. Een specifieke rol is daarbij weggelegd voor de arbo-coördinatoren uit deze sector. Ik roep de sector op, om op de ingeslagen weg voort te gaan en op korte termijn met concrete plannen te komen om met de aanwezige kennis en instrumenten op de werkvloer aan de slag te gaan. Het uitbrengen van een arbo-catalogus zal daar zeker een positieve invloed op hebben! Den Haag, 30 juni 2008 De algemeen directeur van de Arbeidsinspectie dr. J.J.M. Uijlenbroek

1 Samenvatting Van september 2007 t/m februari 2008 heeft de Arbeidsinspectie in 137 van de 170 GHZ-instellingen totaal ruim 700 inspecties uitgevoerd om te bezien of de naleving in deze sector op Arbo-gebied sinds het laatst uitgevoerde project (in 2004) substantieel verbeterd is. Voorafgaande aan het project is naar alle betreffende instellingen een Arbo-branchebrochure toegezonden waarin informatie is gegeven over de belangrijkste risico s en de wijze waarop geïnspecteerd zou worden. In dit project is ook geëxperimenteerd met de nieuwe inspectiewerkwijze ( het nieuwe inspecteren ), waarbij de inspecteur meer ruimte krijgt om op basis van een algemene risico-inschatting en beoordeling van de situatie maatwerk te leveren. Dat wil zeggen dat de inspecteur altijd een handhavingsinstrument (eis, waarschuwing, stilleging, boete) inzet als ergens sprake is van direct gevaar voor werknemers of slechte arbeidsomstandigheden; maar waar de arbeidsomstandigheden over het algemeen goed zijn krijgt de werkgever bij een overtreding zonder direct gevaar voor werknemers de gelegenheid de zaak zelf in orde te brengen ( stimuleringsinstrument ). Dan blijft een handhavingsinstrument achterwege. Geïnspecteerd is op de onderwerpen fysieke belasting, agressie & geweld en op de (lange termijn) risico s die zich voor kunnen doen als gevolg van blootstelling aan biologische agentia. Daarnaast is aandacht besteed aan het onderwerp bedrijfshulpverlening waarbij is gekeken of er beleid is ontwikkeld op dat terrein en of men ook daadwerkelijk ontruimingsoefeningen heeft gehouden. Uit het project komt naar voren dat in de sector duidelijk vooruitgang is geboekt. In 60% van de onderzochte instellingen zijn geen overtredingen geconstateerd, in 18% was de situatie redelijk op orde en kon volstaan worden met stimulerende opmerkingen terwijl slechts in 22% van de instellingen een formeel handhavingsinstrument (eis of waarschuwing) is toegepast. Van deze laatste categorie scoorden biologische agentia en het ontbreken van juiste maatregelen tegen agressie en geweld relatief het hoogst. In het bijzonder het achterwege laten van ontruimingsoefeningen is een belangrijk aandachtspunt. Er is verder nog iets te winnen op het gebied van borging dat afgesproken (beleids)maatregelen ook daadwerkelijk worden toegepast tot op het niveau van de werkvloer. Maar vergeleken met het laatst gehouden inspectieproject in 2004, toen in 60% van de (144) onderzochte instellingen formeel is gehandhaafd, kan gesproken worden van een positieve ontwikkeling in de aandacht voor arbeidsomstandigheden. Het uitbrengen van de arbobranchebrochure heeft hier zeker ook aan bijgedragen, zo blijkt uit reacties van de instellingen. Met de VGN en vakorganisaties zal naar aanleiding van deze projectresultaten overleg worden gevoerd om concrete afspraken te maken over toepassing van beschikbare instrumenten. Daarmee kan de sector de naleving nog verder verbeteren.

2 Aanleiding, doelstellingen en opzet van het project Aanleiding Het inspectieproject Gehandicaptenzorg werd uitgevoerd in het kader van de meerjarenstrategie van de directie Dienstverlening van de Arbeidsinspectie. Na het inspectieproject uit 2004 werd aangegeven dat in 2007 opnieuw zou worden geïnspecteerd. De resultaten waren destijds zodanig dat blijvende inspectieaandacht nodig werd geacht 1. Hoofdconclusie was dat de aanpak van het risico op agressie & geweld gestaag vorderde, maar dat de aanpak van het risico op fysieke belasting achterbleef. De sociale partners van deze sector hadden in een eerder stadium (2001) een Arboconvenant afgesloten, waarin onder meer ook aandacht is besteed aan de onderwerpen tillen en agressie en geweld. In dat kader zijn tal van instrumenten ontwikkeld waarmee de sector actief aan de slag is gegaan. Deze maatregelen zijn mede betrokken bij de opzet van het inspectieproject. In het project werd eveneens aandacht geschonken aan de wijze waarop gestalte werd gegeven aan de bedrijfshulpverlening. Hiermee werd tegemoet gekomen aan een wens van de Tweede Kamer om dit onderwerp een hogere prioriteit te geven in relevante sectoren. Bij de wijziging van de Arbowet was afgesproken om bedrijven vanuit de Arbeidsinspectie via arbo-branchebrochures, vooraf en tijdig, beter te informeren over de meest belangrijke arbeidsrisico s in hun sector. Hierbij werd een groter beroep gedaan op het eigen initiatief en de eigen verantwoordelijkheid van de sociale partners in die sector. Voor de sector Gehandicaptenzorg (GHZ) is eind juni 2007 deze brochure verzonden naar alle betrokken instellingen. Bij de inspecties in 2004 zijn in de GHZ 750 locaties geïnspecteerd van 144 instellingen. Bij ruim 60% van de instellingen werden overtredingen geconstateerd op de onderwerpen Agressie & Geweld en Fysieke belasting. Biologische agentia was in 2004 geen inspectie-onderwerp. Ten aanzien van dit project is een aantal specifieke doelstellingen en vragen geformuleerd: 1. Zijn de uitkomsten en aanbevelingen van het inspectieproject GHZ uit 2004 dusdanig door de sector opgepakt, dat van een substantiële verbetering van de naleving sprake is met betrekking tot: a. de bescherming van de werknemers tegen agressie & geweld; b. de aanpak van de fysieke belasting; c. de bescherming van de werknemers tegen biologische agentia en d. het aanwezig zijn van beleid op het gebied van bedrijfshulpverlening en het daadwerkelijk uitvoeren van ontruimingsoefeningen. Van een substantiële verbetering is sprake als men in de onderzochte instellingen, vergeleken met het vorige project, op de genoemde arbo-onderwerpen aantoonbaar meer de beschikking heeft over adequate arbobeleids- en beheersinstrumenten (zie ook monitor); 2. Heeft de toegezonden brochure Gehandicaptenzorg tot nieuwe arbo-initiatieven en een grotere zelfwerkzaamheid (een van de doelstellingen van de brochure) geleid binnen de GHZ-instellingen. Projectopzet en uitvoering De sector gehandicaptenzorg bestaat uit ongeveer 170 instellingen (verspreid over 2000 locaties) waarbij in totaal ongeveer 150.000 medewerkers werkzaam zijn ten behoeve van ongeveer 110.000 cliënten. Door het sturen van een vooraankondigingsbrief werden deze instellingen en hun ondernemingsraden vooraf geïnformeerd over het voorgenomen inspectieproject. Daarin werd verwoord wat de inspectieonderwerpen zijn en op welke wijze de handhaving plaats zou vinden. Verder werd verwezen naar de brochure die voor de sector Gehandicaptenzorg opgesteld was.

Tijdens de inspecties werd een vertegenwoordiger van de Ondernemingsraad expliciet in de gelegenheid gesteld om de inspecteurs bij hun inspectie te vergezellen. Specifiek voor dit inspectieproject werd eveneens een afschrift van de brieven, de handhavingscorrespondentie, aan de Ondernemingsraad gestuurd, aangezien verwacht werd dat dit een gunstig effect zou hebben op de naleving in deze sector. Om het effect van het optreden van de Arbeidsinspectie optimaal te laten zijn, werd er voor gekozen om een afrondend gesprek over de inspectieresultaten betreffende de diverse locaties, met een vertegenwoordiger van de Raad van Bestuur te houden. 10

Onderwerpen Het inspectieproject was gericht op de volgende inspectieonderwerpen: 1. Fysieke belasting Hierbij specifieke aandacht voor de medewerkers die de meest zware zorg verlenen. Getoetst werd of instellingen en medewerkers het ontwikkelde beleid om de fysieke belasting te verminderen ook daadwerkelijk hanteerden (bijvoorbeeld de inzet van de zogenaamde Tilthermometer). Het projectonderdeel vormde tevens een onderdeel van de EU-campagne Manueel hanteren van lasten, die van augustus t/m 30 november 2007 tegelijkertijd werd uitgevoerd in een groot aantal Europese landen. 2. Agressie en geweld Onder agressie en geweld werden in dit project incidenten verstaan, waarbij een medewerker door derden (cliënten, patiënten, bewoners) psychisch of fysiek lastig werd gevallen, onder omstandigheden die rechtstreeks verband hielden met het verrichten van arbeid. De Sectorfondsen Zorg en Welzijn voor de Gehandicaptenzorg hebben een werkpakket ontwikkeld waarmee de instellingen een adequaat beleid kunnen ontwikkelen en toepassen. In de inspecties is nagegaan of de beoogde aanpak ook goed doorgedrongen was tot op de werkvloer. 3. Biologische agentia (gericht op infectieziekten) Werknemers in de gehandicaptenzorg moeten alert zijn op werkzaamheden en situaties waarbij de kans op besmetting met een ernstige infectieziekte aanwezig is. Bij hepatitis B, C en HIV gaat dat om bloed afnemen, injecties geven en EHBO en wondverzorging. Dat speelt vooral bij onrustige cliënten of cliënten met ongecontroleerde bewegingen. Angstige, onaangepaste cliënten zouden ook door bijten bloedoverdraagbare ziekten kunnen veroorzaken. Strikte hygiëne-maatregelen vormen de basis om deze en andere besmettingen zoals, hepatitis A en schurft (door de scabiës mijt) te voorkomen. Veel en vaak handen wassen of langdurig handschoenen dragen als hygiëne maatregel in de verzorging kan echter eczeem veroorzaken. Dit is een van de meest voorkomende beroepsziekten in de zorg. De preventie van infectieziekten vereist dus maatwerk. In de RI&E van de instelling dienen deze risico s en maatregelen te zijn opgenomen. 4. Bedrijfshulpverlening Onder bedrijfshulpverlening (BHV) wordt verstaan: het voorbereid zijn op een noodsituatie en het nemen van passende maatregelen als zich die situatie voordoet. Bij BHV is zorg op maat het uitgangspunt. Op basis van de RI&E moet worden bepaald welke voorzieningen in welke mate noodzakelijk zijn. De manier waarop de bedrijfshulpverlening is georganiseerd en de maatregelen die in dit kader zijn getroffen moeten (schriftelijk) zijn vastgelegd en gecommuniceerd in de instelling. Het uitvoeren van een risico beoordeling BHV kan niet digitaal met ja/nee vragen. Samenwerking andere inspectiediensten Over de ontwikkeling en de uitvoering van dit inspectieproject heeft overleg plaatsgevonden met de Inspectie Gezondheidszorg (IGZ). Gezamenlijke inspecties hebben niet plaatsgevonden, wel werd afgesproken dat inspecteurs van IGZ de AI-inspecteurs bij enkele inspecties konden vergezellen. Dit is bij enkele inspecties ook daadwerkelijk gebeurd.

3 Projectresultaten 3.1 Generaliseerbaarheid Gezien het grote aantal inspecties zijn de resultaten van dit project voor betreft de geïnspecteerde onderwerpen, representatief voor de gehele sector. Daarbij de kanttekening dat bij het inspectiepunt fysieke belasting alleen gekeken is naar de situatie van medewerkers die de meest zware zorg verlenen. In dit project zijn ook vragen aan werknemers gesteld, toegespitst op het onderwerp agressie en geweld. De antwoorden op die vragen geven een goed inzicht in welke mate werknemers in deze sector de afgelopen twee jaar te maken hebben gehad met verschillende vormen van agressie en geweld, of ze training/ instructie op dit gebied gekregen hebben en hoe het gesteld is met opvang en nazorg als ze te maken hebben gehad met incidenten. 3.2 Totaal overzicht resultaten (zie figuur 1) Een groot deel van de 170 instellingen, aangesloten bij VGN Nederland, is bezocht. In totaal hebben er bij 137 instellingen 705 inspecties en bezoeken op locaties bij (hoofd)instellingen en op aparte locaties plaatsgevonden, waarbij 531 overtredingen zijn geconstateerd. Bij 60% van de instellingen was alles in orde en zijn er geen overtredingen aangetroffen op de geïnspecteerde onderwerpen. Bij 18% van de instellingen waren de arbeidsomstandigheden redelijk te noemen, maar op onderdelen was ruimte voor verbetering zoals met betrekking tot een meer structurele borging in de organisatie. In deze situaties is gebruik gemaakt van het opnemen van stimulerende opmerkingen in de brief. In 22% van de instellingen was sprake van een matige tot slechte situatie waarbij de werkgever d.m.v. een waarschuwing, eis of boeterapport gesommeerd is om maatregelen te nemen die de arbeidsomstandigheden moeten verbeteren. Resumerend betekent dit dat in totaal bij 40% van de geïnspecteerde instellingen knelpunten geconstateerd zijn die aangepakt moesten worden, een aanzienlijke verbetering van het nalevingsniveau vergeleken met het vorige inspectieproject. Figuur 1. Resultaten inspectieproject 18% 22% goed redelijk matig tot slecht Enkele specifieke aspecten die van invloed zijn op de naleving binnen deze sector betreffen de heersende bedrijfscultuur en de ontwikkelingen met betrekking tot fusies. Een kenmerk van de heersende bedrijfscultuur is dat medewerkers van de GHZ-sector de zorg voor de bewoner boven de zorg voor het eigen arbo-welzijn stellen. Hierdoor wordt nogal eens gemakkelijk omgegaan met Arborisico s (zoals fysieke overbelasting en agressieve patiënten), hetgeen ten koste kan gaan van de eigen gezondheid. Daarnaast speelt in een aantal situaties mee dat de aandacht voor de naleving van de arbeidsomstandigheden ondergesneeuwd wordt door de grote aandacht die gevraagd wordt voor ingrijpende reorganisaties en fusies, die in deze sector aan de orde van de dag zijn. 3.3 Resultaten per inspectieonderwerp Belangrijkste overtredingen De meeste tekortkomingen zijn aangetroffen bij het inspectie-onderwerp agressie en geweld, direct gevolgd door blootstelling aan biologische agentia, bedrijfshulpverlening (geen oefeningen!) en voorlichting & onderricht en RI&E. Bij fysieke belasting zijn relatief slechts weinig formele handhavingsinstrumenten toegepast.(slechts 29x), hier zijn vergeleken met de vorige inspecties ook de grootste vorderingen gemaakt (zie bijgaande tabel 1). 60%

Tabel 1 Onderwerp Arbowet Beleid Agressie en geweld Biologische agentia Aantal overtredingen Bedrijfshulpverlening In% t.o.v. totaal aantal overtredingen 132 25% 104 20% 83 15% Fysieke belasting 75 14% Voorlichting & Onderricht en RI&E 84 16% Overig 53 10% Totaal 531 100% De arbeidsinspectie heeft, verschillende interventieinstrumenten toegepast om bovengenoemde overtredingen door de werkgever te laten oplossen. Voor het eerst is hierbij, mede in het licht van het nieuwe inspecteren, ook het stimuleringsinstrument toegepast. Hieronder volgt een overzicht van de ingezette instrumenten (tabel 2). Tabel 2 Interventies op de inspectieonderwerpen BHV Inspectieonderwerpen Biologische agentia Agressie & geweld Stimuleringen 35 54 78 46 Fysieke belasting Waarschuwing 13 43 2 10 Eisen 35 7 52 19 Nadere toelichting per onderwerp Agressie en Geweld Een knelpunt is de onveiligheid die men ervaart door gebouwtechnische oorzaken (oude gebouwen), waardoor bijvoorbeeld alarmsystemen niet goed werken. Medewerkers vinden nogal eens dat het er bij hoort. Dan is het lastig om medewerkers ervan te overtuigen dat ongewenst gedrag er niet bij hoort en dat daar iets aan gedaan kan worden. Goede training is daarbij essentieel. Over het algemeen is er behoorlijk veel aandacht voor het onderwerp agressie & geweld. Uit de resultaten van de monitor (zie 3.4.) blijkt ook dat relatief veel werknemers te maken hebben met agressie en geweld en dat het daarom ook een reëel risico vormt. Op een aantal punten zal nog wat finetuning moeten plaatsvinden (zoals periodieke trainingen en instructies). Biologische agentia Gezien het vrij grote aantal ingezette instrumenten blijft het van belang om goede aandacht te blijven geven aan de risico s die verbonden zijn met blootstelling aan biologische agentia. Hoewel de branche, in samenwerking met het Hepatitis Centrum, inmiddels een goede opzet heeft gemaakt voor het vaccinatiebeleid, is dat nog niet geheel doorgesijpeld naar de werkvloer. Bedrijfshulpverlening Met betrekking tot bedrijfshulpverlening is het nog niet goed gesteld in de sector. Onderzoeken van andere inspectiediensten hebben daar ook al de aandacht op gevestigd. De geconstateerde overtredingen met betrekking tot bedrijfshulpverlening hadden grotendeels betrekking op het ontbreken van oefeningen, en in mindere mate op het onvolledig zijn van de RIE en PvA. Het ontbreken van het houden van oefeningen is een ernstige situatie, omdat daarbij pas vastgesteld kan worden of de genomen maatregelen toereikend zijn om snel en adequaat hulp te verlenen. Een positieve ontwikkeling, die gemeld wordt door de brancheorganisatie, is dat alle medewerkers binnenkort, via E-learning, meer bewust zullen worden gemaakt van aspecten met betrekking tot brandveiligheid. Onderdeel daarvan is een module Ontruiming, inclusief te houden oefeningen. Fysieke belasting Op het gebied van de fysieke belasting is een behoorlijke vooruitgang geboekt met betrekking tot de naleving. Er zijn veel meer hulpmiddelen aangeschaft en er heeft adequate voorlichting plaatsgevonden met betrekking tot, onder andere, de wijze van tillen. Zeer positief is de inzet van ergo-coaches, die het personeel ondersteunen bij het oplossen van problemen op het gebied van de fysieke (over-)belasting.

3.4 Resultaten monitor 2 Aanvullend op het inspectieproject is in de onderzochte instellingen een onderzoek uitgevoerd om meer diepgaande informatie te verzamelen over de aard van de risico s in relatie met de specifieke situatie van deze sector. In de bezochte instellingen werkten op het moment van inspectie in totaal bijna 150.000 werknemers en bijna 30.000 vrijwilligers. Het betrof instellingen waar: a. verstandelijk gehandicapten, b. lichamelijk gehandicapten, c. zintuiglijk gehandicapten en d. meervoudig gehandicapten worden verzorgd. 3.4.1 Agressie en geweld Bij het merendeel van de locaties zijn werknemers (voornamelijk begeleid(st)ers) gevraagd naar hun ervaringen met betrekking tot agressie & geweld 3. Daaruit komt naar voren dat 87% de afgelopen 2 jaar te maken heeft gehad met vormen van agressie & geweld. Van alle bevraagde werknemers is 78% het afgelopen 2 jaar wel eens (of vaker) uitgedaagd heeft 72% het afgelopen 2 jaar wel eens (of vaker) last gehad van jennen en klieren is 73% het afgelopen 2 jaar wel eens (of vaker) regelmatig uitgescholden of beledigd heeft 65% het afgelopen 2 jaar wel eens (of vaker) bedreigingen ervaren of is geïntimideerd is 50% het afgelopen 2 jaar wel eens (of vaker) bedreigd met een voorwerp heeft 68% het afgelopen 2 jaar wel eens (of vaker) pogingen tot slaan, schoppen of een kopstoot ondervonden is 64% het afgelopen 2 jaar wel eens (of vaker) geconfronteerd werd met spugen, duwen of trekken is 63% het afgelopen 2 jaar wel eens (of vaker) geslagen of geschopt of heeft een kopstoot gekregen heeft 65% het afgelopen 2 jaar wel eens (of vaker) vernieling of beschadiging geconstateerd van spullen Gevraagd naar de voorlichting met betrekking tot ongewenst gedrag, agressie en geweldsincidenten geeft 80% aan dat die voorlichting ook daadwerkelijk werd gegeven. Van deze werknemers geeft 86% aan, dat men is getraind in het omgaan met de genoemde aspecten. Voor 47% van hen is het minder dan 1 jaar geleden dat instructie of training werd ontvangen, 34% geeft aan dat het minder dan 2 jaar geleden is. Voor 19% is het langer geleden. Van alle ondervraagden geeft 95% aan dat men meestal/ altijd kan terugvallen op een collega of leidinggevende. Met betrekking tot de gemelde incidenten geeft tweederde van de werknemers (67%) aan dat het vaak of altijd wordt opgelost. Voor 26% wordt het soms opgelost. Bij 2% wordt het niet opgelost 4. Er wordt geantwoord dat in 95% van de situaties er sprake is van een vorm van opvang of nazorg. Voor 82% van de werknemers is dat in een schriftelijk protocol geregeld en voor 11% zijn er mondelinge afspraken gemaakt. Voor 5% van de ondervraagden is niets geregeld 5. 3.4.2 Algemene beoordeling instellingen door de inspecteurs In de monitor is ook een aantal vragen meegenomen die betrekking hadden op de beoordeling van de inzet van arbo-instrumenten en op de motieven voor niet-naleving bij instellingen waar overtredingen zijn geconstateerd. Inspecteurs hebben bij elke bezochte instelling een beoordeling gegeven van de mate waarin de instelling beschikt over een adequaat arbo-instrumentarium en in hoeverre dit ook in de praktijk wordt toegepast. Vervolgens is bij de uitwerking ook een relatie gelegd met de geconstateerde overtredingen. Bij 10% van de instellingen, waar overtredingen zijn geconstateerd, oordelen inspecteurs dat instellingen (ernstig) te kort schieten bij het inzetten van beschikbare middelen om de naleving te vergroten. Bij een kwart van die instellingen zijn die middelen ook niet aangetroffen. Bij de overige zijn de middelen wel aanwezig maar nog niet voldoende ingezet. Daarnaast hebben inspecteurs een indicatie gegeven van de redenen van niet naleving. Daaruit blijkt dat bij slechts 2% van de instellingen sprake is van niet willen. 4. 5% gaf bij deze vraag aan niet te weten of het opgelost wordt of niet. 5. De overige 2% heeft deze vraag onbeantwoord gelaten. 2. Van 132 instellingen is met behulp van een monitorvragenlijst gegevens verzameld. 3. Bij 396 locaties is door 710 werknemers een enquête ingevuld (of is een enquête afgenomen).

Bij de overige instellingen waar overtredingen zijn geconstateerd wordt als reden vermeld niet weten danwel niet kunnen. 3.4.3 Arbo-branchebrochure In de monitor is ook aandacht gevraagd voor de rol die de arbo-branchebrochure heeft gespeeld voor deze doelgroep. Uit de monitorgegevens blijkt dat bij 83% van de instellingen is aangegeven, dat de branchebrochure Arborisico s in de gehandicaptenzorg ontvangen is. Naar aanleiding van de brochure zijn door de instellingen de volgende acties ondernomen: Inschakelen KAM-coordinator/ preventiemedewerker (37%) Intern bespreken/ informeren/ onderzoeken (32%) Aanpassen RI&E/ plan van aanpak of ander beleidsdocument of protocol (16%) Contact opnemen met arbodienst (8%) Contact opnemen met brancheorganisatie (5%) Informatie opvragen bij (andere) externe instanties (6%) Andere acties (12%) Geconcludeerd kan worden dat de brochure een concrete bijdrage geleverd heeft aan de zelfwerkzaamheid van de instellingen. 16

4 Conclusies, aanbevelingen en follow-up Er is duidelijk vooruitgang geboekt met betrekking tot de naleving, wanneer gekeken wordt naar de resultaten van het inspectieproject uit 2004. Gesteld kan worden dat in relatie tot de vorige inspectieronde de zaken beter op orde zijn en een substantiële verbetering is gerealiseerd. De branche is op de goede weg. Men is van goede wil en ziet ook de risico s beter. De arbo-branchebrochure heeft daar zeker een positieve, zelfwerkzaamheid bevorderende, rol in gespeeld. Ruim een derde van de geïnspecteerde instellingen die kennis hebben genomen van de brochure heeft aangegeven actie te hebben genomen naar aanleiding van de brochure. Fysieke belasting Op het gebied van fysieke belasting is de nodige vooruitgang geboekt, ten opzichte van de in het verleden gehouden inspecties. Dat blijkt ook uit de handhaving, waarbij het instrument Stimulering nogal eens is ingezet. Agressie & geweld Gebouwtechnische zaken blijven een hinderpaal bij het goed uitvoeren van het beleid agressie & geweld (PSA). Men vindt verder nogal eens dat uitingen van agressie & geweld er bij horen. Dat maakt het lastig om medewerkers ervan te overtuigen dat ongewenst gedrag er echt niet bijhoort en dat daar iets aan gedaan kan worden. Het geven van een goede training en instructie is daarbij essentieel. Dat wordt ook in ruime mate gegeven. Biologische agentia De branche heeft een concrete opzet gemaakt voor het omgaan met de risico s voortvloeiende uit biologische agentia. Gebleken is echter, dat het nog niet (goed) terecht komt op de werkvloer. Hier zal nog concrete actie op ingezet moeten worden om de bewustwording bij de medewerkers te vergroten, bijvoorbeeld door extra voorlichting en instructie op het gebied van de risico s van biologische agentia. Meer specifiek geldt dit voor het uitvoeren van het branche vaccinatiebeleid ten aanzien van stagiaires en flexwerkers. Bedrijfshulpverlening Met betrekking tot bedrijfshulpverlening is het nog niet goed gesteld in de sector. In dit inspectieproject is slechts geïnspecteerd op het houden van oefeningen en op het actueel en adequaat zijn van de RIE en het PvA. Bekend is dat de branche werkt aan een concrete handreiking, maar er zal toch snel actie moeten worden ondernomen om het peil van de bhv zodanig op te hogen, dat efficiënt actie kan worden ondernomen in het geval van calamiteiten. Vrijwilligers In deze sector zijn bijzonder veel vrijwilligers actief. Hoewel deze groep niet onder de Arbowet valt, is er toch sprake van een kwetsbare groep. Van de instellingen mag verwacht worden dat men aan deze specifieke groep toch de nodige aandacht schenkt, vooral ten aanzien van de omstandigheden waaronder de activiteiten verricht worden. Follow-up Als follow-up van dit inspectieproject worden gesprekken gehouden met VGN en met de vakorganisaties. Doel is om met deze organisaties concrete afspraken te maken om de toepassing van beschikbare instrumenten, en daarmee de naleving, te vergroten. Eén van de eerste concrete acties is het uitbrengen van de Arbocatalogus voor de Gehandicaptenzorg. Een groep die een belangrijke rol vervult met betrekking tot de bevordering van de naleving is de groep arbo-coördinatoren van deze sector. Communicatie met (en ondersteuning van) deze groep is daarbij essentieel. De Arbeidsinspectie zal nauwlettend volgen welke activiteiten verder ontplooid worden om de naleving te vergroten. Mocht blijken dat de aandacht voor arbobeleid verslapt dan zal overwogen worden opnieuw inspecties uit te voeren.

Colofon Projectnummer: A839 Inspectieonderwerpen - fysieke belasting - biologische agentia - agressie & geweld - bedrijfshulpverlening Landelijk Projectleider Jacques van der Pols Landelijk projectsecretaris Fred van de Kamp Correspondentieadres Arbeidsinspectie, kantoor Arnhem t.a.v. F. van de Kamp Postbus 9018 6800 DX ARNHEM

De Arbeidsinspectie maakt deel uit van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en is toezichthouder en handhaver van de wetten op het terrein van arbeidsbescherming, arbeidsmarktfraude en arbeidstijden. Postbus 11563 2502 AN Den Haag www.arbeidsinspectie.nl