Wijkwerkplan Mariahoeve

Vergelijkbare documenten
Kwaliteitscatalogus openbare ruimte bijlage bij kadernota

Kwaliteitscatalogus Gemeente Veere Beoordeling kwaliteit openbare ruimte

Verharding-zwerfafval fijn en grof A+ A B C D. Er ligt redelijk veel fijn zwerfafval. Er ligt redelijk veel grof zwerfafval.

Kwaliteitshandboek. onderhoud openbare ruimte. gemeente Steenwijkerland

Verslag en resultaten. Burgerschouw wijk 1 Paauwenburg

RAW eenheid 'week' Hoofdcode. Beeldkwaliteit. Hoofdcode

Beelden van de openbare ruimte. Pocketversie Beheercatalogus

Burgerschouw wijk 4 Oost-Souburg en Ritthem

Verslag en resultaten. Burgerschouw wijk 4 Souburg en Ritthem

Verslag en resultaten Burgerschouw wijk 5 Middengebied (woensdag-ploeg)

Kwaliteitshandboek. onderhoud openbare ruimte

Verslag en resultaten Burgerschouw wijk 5 Middengebied (donderdag-ploeg)

Kwaliteit openbare ruimte Nijmegen Het Marikenniveau

Wijkwerkplan Mariahoeve

Burgerschouw wijk 5 Middengebied (donderdag-ploeg)

Verslag en resultaten Burgerschouw wijk 2 en 3 Groot-Lammerenburg,

Beheer openbare ruimte. Kwaliteitscatalogus Gemeente Zuidhorn

Schouwgids Kwaliteitstoets Vlist

Verslag en resultaten. Burgerschouw wijk 5 Middengebied

Beheer Openbare Ruimte (BOR) Gemeente Noordenveld Versie 2016

Kwaliteitshandboek. onderhoud openbare ruimte. gemeente Steenwijkerland

Cibor gids. Standaard schouwgids Meet- en communicatie instrument voor de kwaliteit van de openbare ruimte. Schouwgids juni 2011

MEETLAT. Kwaliteit Beheer Openbare Ruimte

Burgerschouw wijk 5 Middengebied (woensdag-ploeg)

Asfalt- en elementenverhardingen

Uw partner in groen. Beeldbestek volgens CROW catalogus

Nijmegen. schoon, heel & veilig?!

meetlat integrale kwaliteit

Project: Gecompileerde meetlatten op basis van CROW schaalbalken Auteurs: Rob Roodbol en Arjan de Bruin Datum: december 2013

Denk mee. over uw eigen buurt! Manifestatie Stadsdeelplan

Cibor gids. Standaard schouwgids Meet- en communicatie instrument voor de kwaliteit van de openbare ruimte. Versie april 2011 Bergen op Zoom

Resultaten Nulmeting Openbare Ruimte 2014

Annex I Kwaliteitscatalogus

Sturen op kwaliteit bij OV-locaties en winkelgebieden

OPENBARE RUIMTE SCHOUWWAAIER. 2014_45544_Stadsleven_Schouwwaaier_DEF.indd :13

K W A L I T E I T S C A T A L O G U S

Kwaliteit Openbare Ruimte Krimpen aan den IJssel 2008

Onkruidbeheer middels een wave-machine

HOOFDWEGEN. Wat: Routes de stad in en uit Helpen om je te oriënteren in de stad Hebben status

Schouwcatalogus Beheer en onderhoud groen openbare ruimte

Informatiebijeenkomst Woningbouw Wilbertoord. Welkom. Woensdag 29 januari 2014 Gemeenschapshuis De Wilg

Service Level Agreement (SLA) Bedrijventerrein Overdie/Laanenderweg

Samenwerken aan beeldkwaliteit op basis van de Visie Openbare Ruimte

Gemeente Amsterdam stadsdeel Noord rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer J.A.M. van Moorsel, Afdelingsmanager Wijkbeheer West

Kwaliteitsgids BOR. Gemeente Landgraaf Meet- & communicatieinstrument kwaliteit van de openbare ruimte

Gemeente Den Haag Dienst Stadsbeheer. De Schenkstrook ECOLOGISCHE VERBINDINGEN

Natuurwaarden versterkt rond surfplas, woonwijk en bedrijventerrein

Toelichting op concept Voorlopig Ontwerp Rozenprieelstraat e.o.

SCHETSONTWERP NIEUWE UITLEG BAKEL

Stadsdeel Scheveningen

GEBIEDSPROGRAMMA

Service Level Agreement (SLA) historische binnenstad Alkmaar

KWALITEITS- CATALOGUS OPENBARE RUIMTE 2018

Resultaten gemeentebeleidsmonitor Veiligheid en leefbaarheid

Stadsdeel Scheveningen

BOMEN JEUGD SNOEI WEL NIET

VISIE OPENBARE RUIMTE VAN STATION TOT BRUG TE WADDINXVEEN. december bal company

Visie herinrichting centrum Asten van de Werkgroep Verkeer Centrummanagement Asten.

IBOR Monitoringsrapport Roosendaal Schouwrapportage juni 2012

Cibor gids. meetinstrument voor de kwaliteit van de openbare ruimte GEMEENTE DORDRECHT

Visie Openbare Ruimte De huiskamer van a lle Amsterdammers. Samenvatting in beeld

Ketenaanpak in de Openbare Ruimte. de huiskamer van de stad

Nat. Droog. Onderhoudsniveau s H Hoog B Basis L Laag

De uitgangspunten die bij deze berekening gehanteerd zijn voor het berekenen van de kosten van het beheer van Poelgeest:

Veel gemeenten bezuinigen op groenonderhoud en onderhoud van de openbare ruimte

De verschillen tussen de onderhoudsniveaus basis en accent zijn aangegeven in de tekst door middel van een onderstreping.

workshop #2 Rietgrachtstraat-Singelstraat-Dijkstraat 2 mei 2017

Enquête leefbaarheid in uw buurt

Definitief eindvoorstel Gras KOR 2018 GRAS

Ontwerpbesluit: Toekomstige beheerscenario s openbare ruimte

Criteria voor locatiekeuze ondergrondse containers Mei 2013 Project Omgekeerd Inzamelen, gemeente Arnhem. Nr. Criteria Hard (*) Zacht (*)

Kwaliteitscatalogus Beheer en onderhoud openbare ruimte

G EMEENTE. Samenleven. in de buitenruimte

Enquête leefbaarheid in uw buurt

AKS-1511 Landschappelijke inpassing Hotel Van Der Valk Akersloot

Aansluiting Dorpsstraat: Voetgangersoversteekplaats: Voetgangers op parkeerterrein: Parkeerplaatsen: Oversteekplaats fietsers: Verkeerskundig

SCHETSONTWERP KOOG VAN DE TOEKOMST

MEMO maaibeleid. Beheergroep Streefbeeld en maairegime Waar kan dit voorkomen Gazon

IBOR (MEETINSTRUMENT VOOR DE KWALITEIT VAN DE OPENBARE RUIMTE)

Globale Beheerparagraaf Kop van de Plantage te Schiedam

Bestemmingsplan Wateringse Veld Noord, 1e herziening (Haags Buiten) Vastgesteld

Veiligheidsmonitor 2009 Gemeente Leiden

Woongebieden. Foto: Gorenweg in Buinen. Lantaarnpaal schijnt volop in het huis. Dat kan anders.

Beheerkostentoets. Stedenbouwkundig plan Amstelkwartier 2e fase Weststrook. Stadsdeel Oost Afdeling BOR Heel & Schoon

W.J. de Oude. 1. Algemene informatie over de schouw: Er is geschouwd op twee locaties: 1) Nieuwemeerdijk (domeinen) 2) Koekoekslaan

BESCHRIJVING ONTWERP HERINRICHTING KAMERLINGH ONNESSTRAAT E.O.

GROEN - staat boom. Basis De boom ziet er gezond en verzorgd uit en is groeikrachtig. De boom en paal. Laag. Hoog. meetlatten

Bestemmingsplan Marlot - Reigersbergen. Vastgesteld

Stadsdeel Scheveningen

Rijnboutt Leusden Biezenkamp 15 februari Plan m. Plankaart

Wonen in Woerden: geen overlast, veilig en prettig wandelen en fietsen in de wijk

Met deze nieuwbouw en uitbreiding zijn voor de gemeente Oostzaan de volgende vragen relevant:

Nieuwsbrief Karveel 37, 43 en 44

B ijlage Referentieboek

Fietsroute Apeldoorn - Deventer

HET POORTJE; Toelichting stedenbouwkundige inpassing Datum:

Uitwerking van oplossingen m.b.t. herinrichting

Cuijk - De Valuwe. Openbare ruimte De Valuwe

Week van het Onkruid

Toelichting op concept Voorlopig Ontwerp Julianastraat e.o.

Transcriptie:

Dienst Stadsbeheer Gemeente Den Haag Stadsdeel Haagse Hout Wijkwerkplan Mariahoeve Bijlagen Wijkwerkplan Mariahoeve

2 Wijkwerkplan Mariahoeve Bijlage

Inhoudsopgave: I Toelichting residentiekwaliteit: 5 A Gebruikskwaliteit 5 A.1 Functionaliteit 5 A.1.1 Parkeergelegenheid 5 A.1.2 Ruimte voor diverse verkeersdeelnemers 5 A.1.3 Gebruiksmogelijkheden van pleinen en groen 5 A.2 Veilig 5 A.2.1 Verkeersveiligheid 5 A.2.2 Sociale veiligheid 6 A.2.3 Technische veiligheid 6 B Inrichtingskwaliteit 7 B.1 Eenvoud en harmonie 7 B.1.1 Materialen rijweg, parkeervlakken en trottoir 7 B.1.2 Meubilair en verlichting 7 B.1.3 Groen in het straatbeeld 7 B.1.4 Gebruiksfunctie van de openbare ruimte herkenbaar door materiaalkeuze, kleur en situering 7 B.2 Ruimte 7 B.2.1 Weinig obstakels 7 B.2.2 Inderhoudsgemak 7 B.2.3 Hoeveelheid geparkeerde auto s in de straat 7 C Onderhoudskwaliteit 8 C.1 Heel 8 C.1.1 Onderhoudstoestand meubilair, verlichting en speelobjecten 8 C.1.2 Onderhoudstoestand verharding 8 C.1.3 Vitaliteit straatbomen 8 C.1.4 vitaliteit plantsoen en gras 8 C.2 Schoon 8 C.2.1 Zwerfvuil 8 C.2.2 Hondenpoep 8 C.2.3 Onkruid in verharding 8 C.2.4 Graffiti 9 C.2.5 Overige vervuiling 9 II Kwaliteitscatalogus ambitieniveau residentiekwaliteit 11 A Onderhoudskwaliteit: heel 11 A1 Onderhoudstoestand meubilair, verlichting en speeltoestellen 12 A1.1 Straatmeubilair 12 A1.1.1 Beschadigingen meubilair 12 A1.1.2 Scheefstand meubilair 12 A1.1.3 Verveloosheid meubilair 12 A1.2 Verlichting 13 A1.2.1 Beschadigingen verlichting 13 A1.2.2 Scheefstand verlichting 13 A1.2.3 Verveloosheid verlichting 13 A1.3 Speeltoestellen 14 A1.3.1 Beschadigingen speeltoestellen 14 A1.3.2 Verveloosheid speeltoestellen 14 A2 Onderhoudstoestand verharding 15 A2.1 Asfalt 15 A2.1.1 Rafeling asfalt 15 A2.1.2 Oneffenheden asfalt 15 A2.1.3 Scheurvorming asfalt 16 A2.2 Elementenverharding 17 A2.2.1 Oneffenheden elementen verharding 17 A2.2.2 Voegwijdte elementen verharding 17 3

A3 Vitaliteit straatbomen 18 A3.1 Groeikracht straatbomen 18 A3.2 Groeiruimte straatbomen 18 A4 Vitaliteit plantsoen / gras 19 A4.1 Onderhoud plantsoenen 19 A4.1.1 Kale plekken plantsoenen 19 A4.1.2 Onkruid plantsoenen 19 A4.1.3 Snoeien plantsoenen 19 A4.2 Onderhoud boomspiegels 20 A4.3 Onderhoud gras 21 A4.3.1 Geslotenheid grasmat 21 A4.3.2 Kale plekken grasmat 21 A4.3.3 Onkruid grasmat 21 A4.3.4 Vlakheid grasmat 21 B Onderhoudskwaliteit: Schoon 23 B1 Zwerfvuil 23 B2 Hondenpoep 23 B2.1 Hondenpoep op verharding 23 B2.2 Hondenpoep op gazon 24 B2.3 Hondenpoep op speelplekken 24 B3 Onkruid in verharding 25 B3.1 Onkruid op rijbaan (elementenverharding) 25 B3.2 Onkruid op trottoir (elementenverharding) 25 B4 Graffiti 26 III Beleidsstrategie Nota Samen Spelen 27 IV Stedelijke ecologische verbindingszones 29 V Groen kleurt de stad: Beleidsplan voor het Haagse groen 2005-2015 31 VI Stadsdeelplan 2007 33 VII Overige beheerders 37 A DSB, afdeling riolering en waterbeheersing: 37 A.1 Rioolhoofdleiding 37 A.2 Rioolaansluitingen 37 A.3 Bruggen 37 B DSB, afdeling stedelijke structuren 37 B.1 Verlichting 37 B.2 Verkeersinstallaties 37 B.3 Bewegwijzering 37 C DSB, afdeling parkeren 37 D DSB, afdeling leefbaarheid en toezicht 37 E Dienst Stedelijke Ontwikkeling 37 F Overige kabels- en leidingenbeheerders 38 G Hoogheemraadschap Delftland: 38 H HTM 38 I HMS 38 J Woningbouwcorporaties: 39 K Overige organisaties: 40 VIII Wijkbereaad en belangengroeperingen 41 A Wijkberaad Mariahoeve 41 B Winkeliersvereniging Mariahoeve 41 C Groene platform Mariahoeve 41 D Georganiseerde bewoners groepen 41 D1 werkgroep Suzannaland 41 D2 bewoners kornalijnhorst 41 4

Bijlage I: Toelichting residentiekwaliteit Residentiekwaliteit is niet een opzichzelfstaande term. Residentiekwaliteit is opgebouwd uit gebruikskwaliteit, inrichtingskwaliteit en onderhoudskwaliteit. Wat deze verschillende subkwaliteiten inhouden staat in deze bijlage (I) uitvoerig beschreven. A Gebruikskwaliteit: Gebruikskwaliteit houdt in een notendop in dat de openbare ruimte zowel functioneel als veilig moet zijn. Wat de begrippen functioneel en veilig in het kader van residentiekwaliteit betekenen staat hieronder beschreven. A.1 Functioneel: Oftewel de mate waarin de ruimte gebruikt wordt voor het doel wat de ontwerper voor ogen had toen hij deze ruimte inrichtte. Voor residentiekwaliteit gelden hiervoor de volgende criteria. A.1.1 Parkeergelegenheid: Parkeergelegenheid betekend in het kader van de residentiekwaliteit dat niet tot nauwelijks op trottoir en andere niet voor parkeren aangewezen plekken auto s geparkeerd staan, waarbij gesteld wordt dat de aanwezige parkeervlakken ruim voldoende zijn. A.1.2 Ruimte voor diverse verkeersdeelnemers: Ruimte voor diverse verkeersdeelnemers houdt in dat iedere verschillende verkeersdeelnemer voldoende ruimte heeft. Voor fietsers geldt in het kader van de residentiekwaliteit een minimale breedte van een fietspad van 2,1 m bij éénrichtingsverkeer en 3 m bij tweerichtingsverkeer. Voor voetgangers geldt een minimale breedtemaat van 2 m voor een trottoir en 1,2 m bij obstakels. Voor autoverkeer geldt een minimale breedte van 4 m bij éénrichtingsverkeer en 5 m bij tweerichtingsverkeer. De bochtstralen dient minimaal 8 m te zijn. Hulpdiensten hebben een rijbaan nodig die minimaal 6,5 m breed is en bochten met een minimale bochtstraal van 8m in de binnenbocht en 12m in de buitenbocht. A.1.3 Gebruiksmogelijkheden van pleinen en groen: Residentiekwaliteit in dit kader betekend een openbare ruimte die zodanig is ingericht dat deze voor meerdere doelen gebruikt kan worden. Daarnaast moeten er in de openbare ruimte voor de meeste leeftijdsgroepen voldoende speelgelegenheden zijn. A.2 Veilig: Veilig betekent veilig in de breedste zin des woord, zowel verkeersveiligheid, sociale veiligheid en technische veiligheid vallen hieronder. A.2.1 Verkeersveiligheid: Binnen het kader van residentiekwaliteit wordt er onder verkeersveiligheid verstaan dat er binnen de woonstraten een maximumsnelheid geldt van 30 km/u en op wijk omsluitingwegen een 5

maximumsnelheid van 50 km/u. Er mogen geen blackspots, punten waar meer dan 6 letselongevallen per 3 jaar plaatsvinden, voorkomen. A.2.2 Sociale veiligheid: Sociale veiligheid houdt in dat er geen enge, onoverzichtelijke en / of slecht verlichte plekken zijn. Binnen sociale veiligheid wordt gestreefd naar een omgeving die conform de richtlijnen van het politiekeurmerk veilig wonen valt. A.2.3 Technische veiligheid: Technische veiligheid binnen residentiekwaliteit heeft voornamelijk betrekking op veilig spelen, waarbij speelobjecten voldoen aan de eisen van het attractiebesluit. Daarnaast moeten de watergangen voldoende uitklimmogelijkheden bevatten, dus zo min mogelijk steile hoge kades. 6

B Inrichtingskwaliteit: Inrichtingskwaliteit houdt binnen residentiekwaliteit in dat de openbare ruimte in harmonie is met zijn omgeving en dat de ruimte als prettig ervaren wordt. B.1 Eenvoud en harmonie: Onder eenvoud en harmonie wordt binnen residentiekwaliteit verstaan dat de gebruikte materialen conform het handboek openbare ruimte van gemeente Den Haag zijn toegepast. B.1.1 Materialen rijweg, parkeervlakken en trottoir: Residentiekwaliteit houdt in dat er in woonstraten gebakken klinkers liggen en betontegels op het trottoir. Voor hoofdwegen en wijkontsluitingswegen mag ook / is zelfs wenselijk dat er asfalt ligt. B.1.2 Meubilair en verlichting: Meubilair en verlichting dienen in het kader van de residentiekwaliteit conform het handboek straatmeubilair Den Haag te zijn. B.1.3 Groen in het straatbeeld: Een straat dient groen van enige omvang te hebben. Dit groen kan zijn in de vorm van bomen(rij) of privé voortuinen. Deze aanwezige bomen in de straat dienen van de juiste grootteklasse te zijn in relatie tot hun omgeving en moeten op voldoende aftand tot gevels en lichtmasten staan. Van de aanwezige bomen mag maximaal 20 % uitgevallen zijn of ontbreken. B.1.4 Gebruiksfunctie van de openbare ruimte herkenbaar door materiaalkeuze, kleur en situering: De openbare ruimte moet in het kader van de residentiekwaliteit zo zijn ingericht dat binnen een profiel van een straat de wegen duidelijk te onderscheiden zijn van parkeerplaatsen en trottoirs. Wegen met een stroomfunctie moeten duidelijk te onderscheiden zijn van woonstraten middels hun profiel. B.2 Ruimte: Onder ruimte worden binnen de residentiekwaliteit eisen gesteld aan de ordelijkheid van de openbare ruimte, onderhoudsgemak en de dominante aanwezigheid van auto s in het straatbeeld. B.2.1 Weinig obstakels: In het kader van de residentiekwaliteit dient de openbare ruimte er ordelijk uit te zien, dit houdt in dat er geen wildgroei van borden, regelkasten, abri s, kiosken, terrassen en andere uitstallingen waarneembaar is. Het meubilair dient zoveel mogelijk gecombineerd te zijn en staat niet in de weg. B.2.2 Onderhoudsgemak: In de residentiekwaliteit streeft men erna om een buitenruimte te realiseren die makkelijk te onderhouden is. Dit is echter niet altijd mogelijk in verband met moeilijk te vegen hoekjes, steile taluds en snippergroen. Bij maximaal 20% van de openbare ruimte mag het onderhoud om die reden lastiger zijn dan normaal. B.2.3 Hoeveelheid geparkeerde auto s in de straat: Geparkeerde auto s mogen aanwezig zijn in de straat, maar binnen de residentiekwaliteit mogen zij niet dominant aanwezig zijn. Binnen de residentiekwaliteit mag maximaal 10% van de openbare ruimte gebruikt worden voor parkeren, waardoor er nog voldoende ruimte overblijft voor spelen en om te lopen. 7

C Onderhoudskwaliteit: In het kader van de residentiekwaliteit verstaan we onder onderhoudskwaliteit de mate waarin de openbare ruimte heel en schoon is. Gelet wordt hierbij op onderhoudstoestand, vitaliteit van beplanting, de aanwezigheid van zwerfvuil, hondenpoep, onkruid en graffiti. C.1 Heel: Onder heel wordt verstaan de onderhoudstoestand van het meubilair, de verharding en watergangen evenals ook de vitaliteit van de straatbomen, het plantsoen en het gazon / gras. C.1.1 Onderhoudstoestand meubilair, verlichting en speelobjecten: Bij de onderhoudstoestand mogen slechts lichte beschadigingen en vormen van vervuiling voorkomen. Er mogen echter geen gevaarlijke situaties voorkomen. Maximaal mag er 5 % los of scheef staan. C.1.2 Onderhoudstoestand verharding: Maximaal 20 % van de verharding mag tekenen van lichte tot matige schade vertonen veroorzaakt door spoorvorming, boomwortelgroei en verzakking van de weg. Een lichte mate van comfort verlies wordt getolereerd voor fietsers en voetgangers. Er mogen hier en daar plassen blijven staan na een flinke regenbui, mits deze niet leiden tot gevaarlijk ontwijkgedrag van de verkeersdeelnemers. Maximaal 5 % van de kolken en goten mogen sporadisch niet optimaal functioneren na een flinke regenbui. C.1.3 Onderhoudstoestand watergangen: Over maximaal 5 % van de lengte van de watergang zijn langs de oever spoelgaten waarneembaar. Maximaal 20 % van de oeverpalen / damwand mag wijken. Eventuele beschadigingen of rottingen mogen niet van invloed zijn op de stabiliteit van de constructie. De waterkwaliteit is acceptabel en de doorstroming is gegarandeerd. C.1.4 Vitaliteit straatbomen: De boom heeft de ruimte om te groeien, dit houdt in dat o.a. de boomspiegel qua formaat passend is bij de grootte van de boom en / of groeiverwachting. De bomen zijn van een goede vitaliteit en voldoende standvastig. Goed zichtbare uitwendige gebreken worden getolereerd zolang deze niet zorgen voor een verhoogde gevaarzetting. Middels regulier onderhoud wordt er aandacht besteed aan deze gebreken. C.1.5 Vitaliteit plantsoen en gras: Maximaal 20 % van het groen vertoont tekenen van achterstallig onderhoud, onkruidgroei, kale plekken, verzakking of hobbels in het gazon. C.2 Schoon: De mate waarin een openbare ruimte als schoon bestempeld kan worden hangt af van de mate waarin zwerfvuil, hondenpoep, onkruid in verharding, graffiti en overige vervuiling voorkomt in de openbare ruimte. C.2.1 Zwerfvuil: Op het eerste gezicht mag er geen zwerfvuil aanwezig zijn. Er worden echter maximaal 3 stuks zwerfvuil getolereerd per 100 m2. C.2.2 Hondenpoep: Net als zwerfvuil mag hondenpoep op het eerste gezicht niet aanwezig zijn. Per 100 strekkende meters worden maximaal 5 stuks hondenpoep getolereerd op trottoirs en overige plekken. Maximaal 2 stuks op speelweiden en 0 stuks op speelplekken. C.2.3 Onkruid in verharding: Tot aan een maximale begroeiing van 20 % in de voegen wordt onkruid getolereerd, waarbij licht polvorming mag voorkomen. Rondom obstakels en wanden mag de begroeiing incidenteel maximaal 30 cm hoog zijn. 8

C.2.4 Graffiti: Graffit mag op maximaal 20 % van de objecten voorkomen en hoogstens 20 % van het desbetreffende object bedekken. C.2.5 Overige vervuiling: Onder overige vervuiling wordt verstaan, kauwgom, oliesporen, vetvlekken, enz. op verharding. Deze verharding mag hier en daar maximaal voor 20 % iets vervuild zijn door deze vormen van vervuiling. 9

10 Wijkwerkplan Mariahoeve Bijlage

II Kwaliteitscatalogus Residentiekwaliteit Op de volgende pagina s worden voor alle elementen in de openbare ruimte waarvoor DSB verantwoordelijk is de (beeld)kwaliteitniveaus gepresenteerd. DSB is voor het grootste gedeelte verantwoordelijk voor de onderhoudstoestand van deze elementen en in deze kwaliteitscatalogus. In de kwalitetiscatalogus staat per element de daarvoor geldende ondernorm in geel aangegeven i.r.t. residentiekwaliteit. A Onderhoudskwaliteit: Heel Onder heel wordt verstaan de onderhoudstoestand van het meubilairen de verharding evenals ook de vitaliteit van de straatbomen, het plantsoen en het gazon / gras. Hieronder staan per element de kwaliteitsmaatlatten gegeven. 11

A1 Onderhoudstoestand meubilair, verlichting en speeltoestellen: Hieronder wordt verstaan de staat van onderhoud van straatmeubilair (beschadigingen en scheefstand), verlichting (beschadigingen en scheefstand) en speeltoestellen (beschadigingen en volledigheid) A1.1 Meubilair: Onderhoudstoestand meubilair, verlichting en speelobjecten: Bij de onderhoudstoestand mogen slechts lichte beschadigingen en vormen van vervuiling voorkomen. Er mogen echter geen gevaarlijke situaties voorkomen. Maximaal mag er 5 % los of scheef staan. A1.1.1 Beschadigingen meubilair Onderhoudstoestand meubilair (beschadigingen) De bank of tafel is niet beschadigd als gevolg van deuken, krassen of gaten. Deuken, gaten en krassen 0 % stuk De bank of tafel is licht beschadigd als gevolg van deuken, krassen of gaten. Deuken, gaten en krassen 0,1 % stuk De bank of tafel is in enige mate beschadigd als gevolg van deuken, krassen of gaten. Deuken, gaten en krassen 1 % stuk De bank of tafel is aanzienlijk beschadigd als gevolg van deuken, krassen of gaten. Deuken, gaten en krassen 5 % stuk De bank of tafel is zwaar beschadigd als gevolg van deuken, krassen of gaten. Deuken, gaten en krassen > 5 % stuk A1.1.2 Scheefstand meubilair Onderhoudstoestand meubilair (scheefstand) De bank of tafel staat geheel niet scheef. scheefstand banken en tafels 0 graden stuk De bank of tafel staat licht scheef. scheefstand banken en tafels 1 graden stuk De bank of tafel staat duidelijk waarneembaar scheef. scheefstand banken en tafels 5 graden stuk De bank of tafel staat fors scheef. scheefstand banken en tafels 6 graden stuk De bank of tafel staat zo scheef dat dit gevaar oplevert. scheefstand banken en tafels >6 graden stuk A.1.1.3 Volledigheid meubilair Onderhoudstoestand meubilair (volledigheid) De bank of tafel is volledig, geen onderdelen ontbreken. volledig Ja De bank of tafel is volledig, geen onderdelen ontbreken. volledig Ja De bank of tafel is volledig, geen onderdelen ontbreken. volledig Ja De bank of tafel is volledig, geen onderdelen ontbreken. volledig Ja De bank of tafel is onvolledig of afwezig. Één of meer onderdelen ontbreken. volledig Nee 12

A1.2 Verlichting: A.1.2.1 Beschadigingen verlichting Onderhoudstoestand verlichting (beschadigingen) De openbare verlichting is niet beschadigd als gevolg van deuken, krassen of gaten. Deuken, gaten en krassen 0 % stuk De openbare verlichting is licht beschadigd als gevolg van deuken, krassen of gaten. Deuken, gaten en krassen 0,1 % stuk De openbare verlichting is in enige mate beschadigd als gevolg van deuken, krassen of gaten. Deuken, gaten en krassen 1 % stuk De openbare verlichting is aanzienlijk beschadigd als gevolg van deuken, krassen of gaten. Deuken, gaten en krassen 5 % stuk De openbare verlichting is zwaar beschadigd als gevolg van deuken, krassen of gaten. Deuken, gaten en krassen > 5 % stuk A1.2.2 Verveloosheid verlichting Onderhoudstoestand verlichting (verveloosheid) De openbare verlichting wordt volledig en gelijkmatig door de coating bedekt. dekkingsgraad 100 % stuk De openbare verlichting wordt volledig door de coating bedekt. Op een enkele plaats is de coating dunner. dekkingsgraad >98 % stuk Op enkele plaatsen is de coating afwezig of in een slechte conditie. De openbare verlichting is echter grotendeels door de coating bedekt. Zeer lichte roestvorming ten gevolge de dekking komt voor. dekkingsgraad >95 % stuk Op grotere delen van de openbare verlichting is de coating afwezig of in een matige conditie. Roestvorming komt in enige mate voor. dekkingsgraad >80 % stuk Op de gehele openbare verlichting is de coating afwezig of in een zeer slechte conditie. Eventueel komt ernstige roestvorming als gevolg hiervan voor. dekkingsgraad 80 % stuk 13

A1.3 Speeltoestellen: A1.3.1 Beschadigingen speeltoestellen Onderhoudstoestand speeltoestellen (beschadigingen) De speelvoorziening is niet beschadigd als gevolg van deuken, krassen of gaten. Deuken, gaten en krassen 0 % stuk De speelvoorziening is licht beschadigd als gevolg van deuken, krassen of gaten. Deuken, gaten en krassen 0,1 % stuk De speelvoorziening is in enige mate beschadigd als gevolg van deuken, krassen of gaten. Deuken, gaten en krassen 1 % stuk De speelvoorziening is aanzienlijk beschadigd als gevolg van deuken, krassen of gaten. Deuken, gaten en krassen 5 % stuk De speelvoorziening is zwaar beschadigd als gevolg van deuken, krassen of gaten. Deuken, gaten en krassen > 5 % stuk A1.3.2 Verveloosheid speeltoestellen Onderhoudstoestand speeltoestellen (verveloosheid) De speelvoorziening wordt volledig en gelijkmatig door de coating bedekt. dekkingsgraad 100 % stuk De speelvoorziening wordt volledig door de coating bedekt. Op een enkele plaats is de coating dunner. dekkingsgraad > 98 % stuk Op enkele plaatsen is de coating afwezig of in een slechte conditie. De speelvoorziening is echter grotendeels door de coating bedekt. Zeer lichte roestvorming ten gevolge de dekking komt voor. dekkingsgraad > 95 % stuk Op grotere delen van de speelvoorziening is de coating afwezig of in een matige conditie. Roestvorming in enige mate komt voor. dekkingsgraad > 80 % stuk Op de gehele speelvoorziening is de coating afwezig of in een zeer slechte conditie. Eventueel komt ernstige roestvorming als gevolg hiervan voor. dekkingsgraad 80 % stuk A1.3.3 Volledigheid speeltoestellen Onderhoudstoestand speeltoestellen (volledigheid) De speelvoorziening is volledig, geen onderdelen ontbreken. volledig Ja De speelvoorziening is volledig, geen onderdelen ontbreken. volledig Ja De speelvoorziening is volledig, geen onderdelen ontbreken. volledig Ja De speelvoorziening is volledig, geen onderdelen ontbreken. volledig Ja De speelvoorziening is onvolledig of afwezig. Één of meer onderdelen ontbreken. volledig Nee 14

A2 Verhardingen: Maximaal 20 % van de verharding mag tekenen van lichte tot matige schade vertonen veroorzaakt door spoorvorming, boomwortelgroei en verzakking van de weg. Een lichte mate van comfort verlies wordt getolereerd voor fietsers en voetgangers. Er mogen hier en daar plassen blijven staan na een flinke regenbui, mits deze niet leiden tot gevaarlijk ontwijkgedrag van de verkeersdeelnemers. Maximaal 5 % van de kolken en goten mogen sporadisch niet optimaal functioneren na een flinke regenbui. Bij verhardingen onderscheiden we 3 soorten. Te weten asfaltverharding (zowel rijbaan als teerpad), elementen verharding rijbaan en elementenverharding trottoir. A2.1 Asfalt: A2.1.1 Rafeling asfalt Technische staat bestrating (asfalt) rafeling Er is geen zichtbare rafeling. Ernst 5 % m2 Omvang 0 % per 100 m1 Er is lichte rafeling. Ernst 20 % m2 Omvang geen criterium % per 100 m1 Er is enige mate van rafeling. De waarschuwingsgrens is overschreden. Ernst 50 % m2 Omvang 50 % per 100 m1 Er is sprake van aanzienlijke rafeling. De schade is één klasse over de richtlijn. Ernst 50 % m2 Omvang > 50 % per 100 m1 Er is sprake van onderhoudsachterstand. De rafeling is zwaar: meer dan één klasse over de richtlijn. Ernst > 50 % m2 Omvang > 5 % per 100 m1 A2.1.2 Oneffenheden asfalt Technische staat bestrating (asfalt) Er zijn geen zichtbare oneffenheden. Hoogteverschil 5 mm Omvang 0 stuks per 100 m1 Er zijn lichte oneffenheden. Hoogteverschil < 15 mm Omvang > 3 stuks per 100 m1 Er is enige mate van oneffenheden. De waarschuwingsgrens is overschreden. Hoogteverschil < 30 mm Omvang 15 stuks per 100 m1 Er is sprake van aanzienlijke oneffenheden. De schade is één klasse over de richtlijn. Hoogteverschil < 30 mm Omvang > 15 stuks per 100 m1 Er is sprake van onderhoudsachterstand. De oneffenheden zijn zwaar: meer dan één klasse over de richtlijn. Hoogteverschil > 30 mm Omvang > 3 stuks per 100 m1 15

A2.1.3 Scheurvorming asfalt Technische staat bestrating (asfalt) Er is geen zichtbare scheurvorming. EN Omvang niet zichtbaar per 100 m1 OF Hoogteverschil niet zichtbaar per 100 m1 OF Scheurwijdte niet zichtbaar per 100 m1 Er is lichte scheurvorming. EN Omvang > 1 per 100 m1 OF Hoogteverschil 5 per 100 m1 OF Scheurwijdte 3 per 100 m1 Er is enige mate van scheurvorming. De waarschuwingsgrens is overschreden. EN Omvang < 8 per 100 m1 OF Hoogteverschil 10 per 100 m1 OF Scheurwijdte 10 per 100 m1 Er is sprake van aanzienlijke scheurvorming. De schade is één klasse over de richtlijn. EN Omvang > 8 per 100 m1 OF Hoogteverschil 10 per 100 m1 OF Scheurwijdte 10 per 100 m1 Er is sprake van onderhoudsachterstand. De scheurvorming is zwaar: meer dan één klasse over de richtlijn. EN Omvang > 1 per 100 m1 OF Hoogteverschil > 10 per 100 m1 OF Scheurwijdte > 10 per 100 m1 16

A2.2 Elementenverharding: A2.2.1 Oneffenheden elementenverharing rijbaan / trottoir Technische staat elementenverharding rijbaan Er zijn geen zichtbare oneffenheden. Hoogteverschil 5 mm stuk Omvang geen criterium % per 100 m1 Er zijn lichte oneffenheden. Hoogteverschil < 15 mm stuk Omvang geen criterium % per 100 m1 Er is enige mate van oneffenheid. De waarschuwingsgrens is overschreden. Hoogteverschil < 30 mm stuk Omvang < 15 % per 100 m1 Er is sprake van aanzienlijke oneffenheden. De schade is één klasse over de richtlijn. Hoogteverschil < 30 mm stuk Omvang > 15 % per 100 m1 Er is sprake van onderhoudsachterstand. De oneffenheden zijn zwaar: meer dan één klasse over de richtlijn. Hoogteverschil > 30 mm stuk Omvang > 3 % per 100 m1 A2.2.2 Voegwijdte elementenverharding trottoir Technische staat trottoir Er is geen voegwijdte. Er is lichte voegwijdte. Er is enige mate van voegwijdte. Omvang Omvang Omvang 0 % per 100 m1 30 30 % per 100 m1 % per 100 m1 Voegwijdte 1 mm Voegwijdte 10 mm Voegwijdte < 10 mm Er is aanzienlijke voegwijdte. Omvang > 30 % per 100 m1 Voegwijdte 20 mm De voegwijdte is zeer groot. Omvang > 1 % per 100 m1 Voegwijdte > 20 mm 17

A3 Vitaliteit straatbomen: De boom heeft de ruimte om te groeien, dit houdt in dat o.a. de boomspiegel qua formaat passend is bij de grootte van de boom en / of groeiverwachting. De bomen zijn van een goede vitaliteit en voldoende standvastig. Goed zichtbare uitwendige gebreken worden getolereerd zolang deze niet zorgen voor een verhoogde gevaarzetting. Middels regulier onderhoud wordt er aandacht besteed aan deze gebreken. A3.1 Groeikracht straatbomen Vitaliteit straatbomen De boom is gezond en groeikrachtig. vitaal goed De boom is gezond en groeikrachtig. vitaal goed De boom is gezond en redelijk groeikrachtig. vitaal redelijk De boom is niet gezond en niet groeikrachtig. vitaal nauwelijks De boom is (bijna) dood. vitaal niet A3.2 Groeiruimte straatbomen Vitaliteit straatbomen (groeiruimte) 18

A4 Onderhoud plantsoenen, boomspiegels en gras: Maximaal 20 % van het groen vertoont tekenen van achterstallig onderhoud, onkruidgroei, kale plekken, verzakking of hobbels in het gazon. A4.1 Onderhoud plantsoenen: A4.1.1 Kale plekken plantsoenen Kale plekken plantsoenen Er zijn geen kale plekken. kaal oppervlak 0 % per 100 m2 Er zijn weinig kale plekken. kaal oppervlak 5 % per 100 m2 Er zijn hier en daar kale plekken. kaal oppervlak 10 % per 100 m2 Er zijn redelijk veel kale plekken. kaal oppervlak 25 % per 100 m2 Er zijn veel kale plekken. kaal oppervlak > 25 % per 100 m2 A4.1.2 Onkruidgroei plantsoenen Onkruidgroei plantsoenen Er is geen onkruid. bedekking 0 per 100 % m2 bedekking door resten 0 per 100 % m2 maximale hoogte 0 per 100 cm m2 Er is nauwelijk onkruid. bedekking 20 per 100 % m2 bedekking door resten 10 per 100 % m2 maximale hoogte 10 per 100 cm m2 Er is pleksgewijs onkruid. bedekking 40 per 100 % m2 bedekking door resten 25 per 100 % m2 maximale hoogte 30 per 100 cm m2 Er is redelijk veel onkruid. bedekking > 40 per 100 % m2 bedekking door resten >25 per 100 % m2 maximale hoogte 50 per 100 cm m2 Er is veel onkruid. bedekking > 40 per 100 % m2 bedekking door resten >25 per 100 % m2 maximale hoogte > 50 per 100 cm m2 A4.1.3 Snoeien plantsoenen Onderhoud plantsoenen De bodembedekkers hebben geen storende takken. storende takken 0 % per 100 m2 De bodembedekkers hebben weinig storende takken. storende takken 5 % per 100 m2 De bodembedekkers hebben hier en daar storende takken. storende takken 10 % per 100 m2 De bodembedekkers hebben redelijk veel storende takken. storende takken 20 % per 100 m2 De bodembedekkers hebben veel storende takken. storende takken > 20 % per 100 m2 19

A4.2 Onderhoud Boomspiegels: Onkruidgroei boomspiegels Er is geen onkruid. Er is nauwelijk onkruid. Er is pleksgewijs onkruid. bedekking bedekking bedekking 0 per % stuk 20 per % stuk 40 per % stuk bedekking door resten bedekking door resten bedekking door resten 0 % stuk 10 % stuk 25 % stuk maximale hoogte maximale hoogte maximale hoogte 0 cm stuk 10 cm stuk 30 cm stuk Er is redelijk veel onkruid. bedekking > 40 per % stuk bedekking door resten geen % stuk maximale hoogte 50 cm stuk Er is zeer veel onkruid. bedekking > 40 per % stuk bedekking door resten geen % stuk maximale hoogte > 50 cm stuk 20

A4.3 Onderhoud gras: Bij het onderhoud van het gras wordt gelet op de gelsotenheid van de grasmat, de bedekkingsgraad en de mate waarin onkruid zich manifesteerd in de grasmat, maar ook de vlakheid van de grasmat. A4.3.1 Geslotenheid grasmat Geslotenheid grasmat De grasmat is zeer goed gesloten. waar te nemen ondergrond 0 m2 per 100 m2 De grasmat is goed gesloten. waar te nemen ondergrond 5 m2 per 100 m2 De grasmat is redelijk gesloten. Ondergrond is enigszins waar te nemen. waar te nemen ondergrond 10 m2 per 100 m2 De grasmat is nauwelijks gesloten. Ondergrond is waar te nemen. waar te nemen ondergrond 25 m2 per 100 m2 De grasmat is niet gesloten. Ondergrond is goed te zien. waar te nemen ondergrond > 25 m2 per 100 m2 A4.3.2 Bedekkingsgraad grasmat Bedekkingsgraad grasmat Er zijn geen kale plekken. kaal oppervlak 0 m2 per 100 m2 Oppervlakte per kale plek 0 m2 per 100 m2 Er zijn weinig kale plekken. kaal oppervlak 2 m2 per 100 m2 Oppervlakte per kale plek 0,1 m2 per 100 m2 Hier en daar zijn kale plekken. kaal oppervlak 5 m2 per 100 m2 Oppervlakte per kale plek 0,4 m2 per 100 m2 Er zijn redelijk veel kale plekken. kaal oppervlak 10 m2 per 100 m2 Oppervlakte per kale plek 2 m2 per 100 m2 Er zijn veel kale plekken. kaal oppervlak > 10 m2 per 100 m2 Oppervlakte per kale plek > 2 m2 per 100 m2 A4.3.3 Onkruidgroei grasmat Onkruidgroei grasmat Er is geen onkruid. Er is weinig onkruid. Er is hier en daar onkruid. bedekking onkruid bedekking onkruid bedekking onkruid 0 m2 per 100 m2 5 m2 per 100 m2 15 m2 per 100 m2 hoogte onkruid hoogte onkruid hoogte onkruid 0 cm per 100 m2 5 cm per 100 m2 15 cm per 100 m2 Er is redelijk veel onkruid. bedekking onkruid 30 m2 per 100 m2 hoogte onkruid 25 cm per 100 m2 Er is veel onkruid. bedekking onkruid > 30 m2 per 100 m2 hoogte onkruid > 25 cm per 100 m2 A4.3.4 Vlakheid grasmat Vlakheid grasmat Er zijn geen oneffenheden. oneffenheden grasmat 0 cm per 100 m2 Er zijn weinig oneffenheden. oneffenheden grasmat 2 cm per 100 m2 Hier en daar zijn oneffenheden. oneffenheden grasmat 5 cm per 100 m2 Er zijn redelijk veel oneffenheden. oneffenheden grasmat 10 cm per 100 m2 Er zijn veel oneffenheden. oneffenheden grasmat > 10 cm per 100 m2 21

22 Wijkwerkplan Mariahoeve Bijlage

B Onderhoudskwaliteit: Schoon De mate waarin een openbare ruimte als schoon bestempeld kan worden hangt af van de mate waarin zwerfvuil, hondenpoep, onkruid in verharding, graffiti en overige vervuiling voorkomt in de openbare ruimte. B1 Zwerfvuil: Op het eerste gezicht mag er geen zwerfvuil aanwezig zijn. Er worden echter maximaal 3 stuks zwerfvuil getolereerd per 100 m2. Zwerfvuil Er ligt geen grof zwerfafval. grof zwerfafval (>10cm) 0 per 100 stuks m2 Er ligt weinig grof zwerfafval. grof zwerfafval (>10cm) 3 per 100 stuks m2 Er ligt redelijk veel grof zwerfafval. grof zwerfafval (>10cm) 10 per 100 stuks m2 Er ligt veel zwerfafval. grof zwerfafval (>10cm) 25 per 100 stuks m2 Er ligt zeer veel grof zwerfafval. grof zwerfafval (>10cm) > 25 per 100 stuks m2 B2 Hondenpoep: Net als zwerfvuil mag hondenpoep op het eerste gezicht niet aanwezig zijn. Per 100 strekkende meters worden maximaal 5 stuks hondenpoep getolereerd op trottoirs en overige plekken. Maximaal 2 stuks op speelweiden en 0 stuks op speelplekken. B2.1 Hondenpoep op verharding: Hondenpoep op verharding: Er zijn geen uitwerpselen op de verharding. Uitwerpselen 0 per 100 stuks m2 Er zijn weinig uitwerpselen op de verharding. Uitwerpselen 1 per 100 stuks m2 Er zijn hier en daar uitwerpselen op de verharding. Uitwerpselen 2 per 100 stuks m2 Er zijn redelijk veel uitwerpselen op de verharding. Uitwerpselen 3 per 100 stuks m2 Er zijn veel uitwerpselen op de verharding. Uitwerpselen > 3 per 100 stuks m2 23

B2.2 Hondenpoep op gazon: Hondenpoep op speelweiden: Er zijn geen uitwerpselen. uitwerpselen 0 stuks per 100 m2 Er zijn weinig uitwerpselen. uitwerpselen 1 stuks per 100 m2 Er zijn hier en daar uitwerpselen. uitwerpselen 2 stuks per 100 m2 Er zijn redelijk veel uitwerpselen. uitwerpselen 3 stuks per 100 m2 Er zijn veel uitwerpselen. uitwerpselen > 3 stuks per 100 m2 B2.3 Hondenpoep op speelplekken: Hondenpoep op speelplekken: Er zijn geen uitwerpselen. uitwerpselen 0 stuks per 100 m2 Er zijn weinig uitwerpselen. uitwerpselen 1 stuks per 100 m2 Er zijn hier en daar uitwerpselen. uitwerpselen 2 stuks per 100 m2 Er zijn redelijk veel uitwerpselen. uitwerpselen 3 stuks per 100 m2 Er zijn veel uitwerpselen. uitwerpselen > 3 stuks per 100 m2 24

B3 Onkruid in verharding: Tot aan een maximale begroeiing van 20 % in de voegen wordt onkruid getolereerd, waarbij licht polvorming mag voorkomen. Rondom obstakels en wanden mag de begroeiing incidenteel maximaal 30 cm hoog zijn. Bij onkruid in verharding onderscheiden we een aantal groepen, te weten onkruid op rijbaan (elementenverharding) en onkruid in trottoir (elementenverharding) B3.1 Onkruid op rijbaan Onkruid in verharding (rijweg) Er is geen onkruid. Er is weinig onkruid. Er is redelijk veel onkruid. bedekking bedekking bedekking 0 per 100 % m2 5 per 100 % m2 15 per 100 % m2 lengte lengte lengte 0 per 100 m m2 0,25 per 100 m m2 0,50 per 100 m m2 pollen pollen pollen 0 per 100 stuks m2 0 per 100 stuks m2 100 per 100 stuks m2 Er is veel onkruid. bedekking 25 per 100 % m2 lengte 1 per 100 m m2 pollen 200 per 100 stuks m2 Er is zeer veel onkruid. bedekking > 25 per 100 % m2 lengte > 1 per 100 m m2 pollen > 200 per 100 stuks m2 B3.2 Onkruid op trottoir Onkruid in verharding (trottoir) geen onkruid. weinig onkruid. redelijk veel onkruid. veel onkruid. zeer veel onkruid. bedekking 0 per 100 % m2 bedekking 10 per 100 % m2 bedekking 30 per 100 % m2 bedekking 40 per 100 % m2 bedekking > 40 per 100 % m2 lengte 0 m per 100 m2 lengte max 10 st langer dan 10 cm per 100 m2 lengte max 25cm per 100 m2 lengte max 30 st langer dan 30 cm; max 1 m per 100 m2 lengte min 30 st langer dan 30 cm; per 100 m2 pollen 0 per 100 m2 pollen 0 per 100 m2 pollen 100 per 100 m2 pollen 200 per 100 m2 pollen > 200 per 100 m2 25

B4 Graffiti: Graffit mag op maximaal 20 % van de objecten voorkomen en hoogstens 20 % van het desbetreffende object bedekken. Graffiti Geen graffiti. Bedekkingsgraad 0 % stuk bedekkingsgraad beeldbepalende / opvallende graffiti 0 stuk Racisme/aanstootgevend nee Incidenteel graffiti, niet op beeldbepalende of opvallende locaties. Bedekkingsgraad 10 % stuk bedekkingsgraad beeldbepalende / opvallende graffiti 0 stuk Racisme/aanstootgeve nd nee Regelmatig graffiti, incidenteel op beeldbepalende of opvallende locaties. Bedekkingsgraad 20 % stuk bedekkingsgraad beeldbepalende / opvallende graffiti 10 stuk Racisme/aanstootgeve nd nee Veel graffiti, regelmatig op beeldbepalende of opvallende locaties. Bedekkingsgraad 30 % stuk bedekkingsgraad beeldbepalende / opvallende graffiti 20 stuk Racisme/aanstootgeve nd ja Zeer veel graffiti, regelmatig op beeldbepalende of opvallende locaties. Bedekkingsgraad > 30 % stuk bedekkingsgraad beeldbepalende / opvallende graffiti > 20 stuk Racisme/aanstootgevend ja 26

Bijlage III Beleidsstrategie Nota Samen Spelen Het stadsdeel Haagse Hout kent drie groepen wijken: - Benoorderhout en Marlot hebben afwisselend zowel een dichte als open bebouwingsstructuur - Mariahoeve heeft een open bebouwingsstructuur - Bezuidenhout heet een dichte bebouwingsstructuur Aanpak: De aanpak voor Mariahoeve lijkt op die van Loosduinen; opwaarderen van de wijkvoorziening in wijkpark de Horst met meer spectaculaire speactiviteiten, uitbreiden van voorzieningen op blokniveau in de landenbuurt en er zullen meer sport- en spelactiviteiten op multifunctionele veldjes worden aangeboeden. Hiervoor is een voorziening op het sportterreinaan t kleine Loo gerealiseerd. Het Benoorderhout heeft een park midden in de wijk en veel groen aan de randen. De voorziening midden in dit park kampt echter met vandalisme. Het vergt aandacht om dit op peil te houden. Ook in Bezuidenhout moeten voorzieningen goed in stand gehouden worden. In 200 is er een skateen jongerenvoorziening aangelegd op het spaarwaterveld. In de Van de Wijkstraat is een speelterrein geopend op initiatief van een betrokken bewoonster. De speelvoorzieningen in Bezuidenhout-west zijn grotendeels aangepast en er komt een Hopje. Ook aan de Johan Camphuijsstraat moet het speelterrein vernieuwd worden en de voorziening in het koniging Sophiepark zal uitgebreid worden. 27

28 Wijkwerkplan Mariahoeve Bijlage

Bijlage IV Ontwikkelingsvisie: Stedelijke ecologische verbindingszones A Karakteristiek van de Schenkstrook De bestaande Schenkstrook herbergt de zeldzame kamsalamander. De herinirchting die in 1995 heeft plaatsgevonden dient de vestigings- en voorplantingsmogelijkheden voor deze diergroep te verbeteren. De herinrichting zal ook in de verdere ecologisch nog weinig interessante zone verandering moeten brengen. De zone langs de Schenk is een restant van het buitenstedelijk veenweide landschap, daarom is het van belang om dit specifieke karakter te behouden en te versterken. Daarmee zorgt deze de stad indringende groene ader voor een waardevolle aanvulling op het aanwezige groen. B Karakteresitek van het omliggend gebied: Duivenvoordse- en Veenzijdsepolder (100 ha) zijn veenwiedegebieden met grote betekenis voor weidevogels. Slechts een smalle strook is Haags grondgebied. Het gebied ligt op een vochtige, veenachtige strandvlakte waar in de loop van de 17 e eeuw de eerste polders ontstonden. Het geheel is kerngebied van de EHS. Naast weidevogels komen er waardevolle oever- en watervegetaties voor. C Schenkstrook als ecologische verbinding: Fysisch geografische regio Laagveen C1 Knelpunten stedelijk niveau: Noordelijke Randweg / Landscheidingsweg Hofzichtlaan Laan van NOI C2 Ambitieniveau: De Schenkstrook heeft goede mogelijkheden om een aaantrekkelijke natte/vochtige zone te worden. De groen-blauwe verbinding met de polder moet worden behouden door middel van een ecologisch ingericht aquaduct. C3 Streefbeelden: Het eindbeeld is een Schenkstrook met een nattevochtige zone, waarbij een goede waterkwaliteit voorwaarde is voor de ecologische kwaliteit van zoetwatergemeenschappen en de vegetatie in plasen draszones. Dit wordt aangevuld met bloemrijke graslanden. C4 Natuurdoeltypen: Lv 3.2 Laagveen Brak watergemeenschap Lv 3.3 Laagveen Lv 3.4 Laagveen Lv 3.5 Laagveen Lv 3,9. Laagveen Rietland en ruigte Nat schraalgrasland Bloemrijk grasland Bos van voedselrijk (laag)veen 29

C5 Vegetatie: Bomerijen en struwelen met mantel en zoombegroeiing: zwarte els, wilg, ratelpopulier en iep (natuurdoeltype Lv 3.9) Ruigte met harig wilgenrooosje, smeerwortel, rietgras en fluitekruid (natuurdoeltype LV 3.7) Soortenrijk glanshaver-grasbermen met veldzuring, scherpeboterbolem en grote vossestaart (natuurdoeltype LV 3.5) Vochtig graslanden met dotterbloem en echte koekoeksbloem (natuurdoeltype LV 3.4) Draszones met melkeppe en gele lis (natuurdoeltype LV 3.3) Water met smalbladig fonteinkruid en drijvende waterplanten zoals kikkerbeet en gele plomp natuurdoeltype LV 3.1) C6 Doelsoorten: Rosse woelmuis Bunzing Franjestaart Kleine watersalamander Glassnijder Oranjetipje Waterspitsmuid Watervleermuis Rugstreeppad Groene kikker Vroege glazenmaker C7 Biotopen / inrichtingswensen Inrichting moet voorzien in schuilplekken in tijdelijke verblijfplaatsen voor de doelsoorten. Voorts is aandacht nodig voor het verbeteren van de waterkwlaiteit. Concrete maatregelen voor de verbetering van de waterkwlaiteit zijn in het waterplan Dan Haag opgebomen. De belangrijkste uitgangspunten voor het functioneren als ecologische verbinding zijn de volgende: Lijvormige elementen, zoals bomenrijen en (begroeiing langs) oevers Glooiende, in de zon gelegen oevers Ondiepe poelen op onderlinge afstand van 250 m, met aansluitend ruig grasland en ruigtevegetaties / riet. Oeverzone voorzien van brede rietkraag Waterlopen deels minimaal 1,20 m diep, met minstens aan een zijde natuurvriendelijke oevers. 30

Bijlage V: Groen kleurt de stad; Beleidsplan voor het Haagse groen 2005-2015 Doelstellingen; Het beleidsplan biedt een kader voor duurzaamheid bij inrichting, beheer en gebruik van groen, waarbij meer en meer sprake zal zijn van dee gezamelijke verantwoordelijkheid van beheerder en gebruiker. Het beleidsplan biedt een raamwerk waarbinnen keuzes kunnen worden gemaakt bij ruimtelijke ingrepen die van inlvoed zijn op het groen in de stad en bij veranderende maatschappijlijke ontwikkelingen die van invloed zijn op de functies van het groen. Uit deze doelstellingen zijn de onderstaande ambities opgesteld. Per ambitie volgt een uitgebreidere beschrijving. A Ruimte voor groen in en om de stad Hoewel het Haagse groen historisch gezien stevig verweven is in de structuur van de stad, hebben maatschappelijke ontwikkelingen wel degelijk consequenties voor het areaal, het gebruik en de beleving van het groen. Reden om delen van het groen die op grond van de aanwezige waarden en betekenissen van buitengewoon belang zijn voor de kwaliteit, de identiteit en de belevingswaarde van de stad, haar bewoners en de natuur een extra bescherming dienen. Groengebieden, verdeeld over de stad maar met een duidelijk herkenbare samenhang. Samen vormen deze gebieden de Stedelijke Groene Hoofdstructuur van Den Haag. Groen dat in de planbeschrijving en de voorschriften van bestemmingsplannen op een eenduidege en herkanbare wijze wordt vastgelegd. Naast bescherming en verbetering van bestaande groenvoorzieningen is er aandacht voor een evenwichtige verdeling van groen over de stad. Omd e mogelijkheden voor recreatie en natuurbeleving te verbeteren, zal in de komende jaren worden gewerkt aan het verstekren van zwakke schakels, het opheffen van barrieres en het realiserenv van nieuwe groenvoorzieningen. Hierbij zal de nadruk worden gelegd op o.a. de groenrecreatieve verbinding Kijkduin- Midden Delfland, de groenblauwe verbinding tussen de stad en het Groene Hart, de ontwikkeling van de Zweth- en Vlietzone, de aanlsuiting met de Wassenaarse landgoederen en de versteveging van de groen- en recreatieve verbindingen tussen oost- en Westduinen. B aandacht voor toegankelijkheid, gebruik en beleving van het groen Door verandering van tijd en bevolkingssamenstelling ontstaan behoeften aan nieuwe vormen van gebruik en beleving van het groen. Dit verandert het patroon aan voorzieningen in het groen waardoor de laatste decenia o.a. een verschuiving is opgetreden van traditioneel kijkgroen naar meer eigentijds gebruiksgroen. Bij al deze ontwikkelingen worden inrichting en beheer op elkaar afgestemd op de wensen van de gebruiker, wordt de toegankelijkheid en bewegwijzering van het groen verbeterd en worden de kwaliteiten van semi-openbare verbeterd. Juist groenvoorzieningen als; amateurtuincomplexen, begraafplaasten, heemtuinen, vogelrustgebieden en sportcomplexen liggen vaak enigszins verborgen maar bieden, met respect en behoud van kwaliteiten, mogelijkheden voor meer beleving. 31

C Duurzaamheid in inrichting, beheer en onderhoud van het groen In het kader van duurzaamheid worden randvoorwaarden geformuleerd voor inrichting, beheer en onderhoud van het groen. De kwaliteitsniveau s voor inrichitng, beheer en onderhoud van het groen. De kwaliteitniveau s voor eht groen worden in overeenstemming gebracht met de kwaliteitniveau s als beschreven in de Kadernota openbare ruimte. Ten behoeve van het beheer beschikt de gemeente over een geautomatiseerd beheersysteem, waarin de kwantitatieve gegevens van het groen, de normering naar kwaliteit en de realtie met het gebruik en de beleving van het groen wordt samengebracht. D Samen het groen beheren Door belanghebbende meer te betrekken bij de ontwikkeling en het beheer van het groen in de stad kan de belangstelling en betrokkenheid voor het groen worden vergroot. Positieve ervaringen zijn opgedaan met het functioneren van beheerplatforms, overleggen met belanghebbenden tijdens de uitvoering van werkzaamheden. Ook het verbeteren van informatieuitwisseing middels publieksbrochures, het aanbrengen van informatiepanelen in groengebieden en het verstrekken van informatie via specifieke websites leidt tot het vergroten van kennis en betrokkenheid. Samen het groen beheren beteknt ook dat de mogelijkheden van publiek-private samenwerking in de komende jaren betre zullen worden benut om gezamenlijk, gemeentelijke en niet-gemeentelijke partijen, afspraken te maken over beheer en onderhoud van het groen. 32

Bijlage VI: Stadsdeelplan 2007 Wijkwerkplan Mariahoeve Bijlage In het stadsdeelplan staat het volgende over Mariahoeve. A Analyse Mariahoeve kent vier buurten met totaal ruim 13.600 inwoners in bijna 8000 woningen. Marlot heeft ongeveer 700 inwoners in bijna 360 woningen. Van de inwoners van Mariahoeve/Marlot is 28 % ouder dan 65 jaar (Burgen en Horsten 33,3%). 15,3% van de inwoners is jonger dan 20 jaar. Circa 40% is van niet-westerse afkomst en dit aantal neemt toe. Verder kent Mariahoeve opvallend veel alleenstaanden. De wijk Mariahoeve gaat achteruit. Dit is o.a. geconstateerd op basis van ontwikkelingen rond inkomen, huurpunten en percentage langdurig werklozen. In Mariahoeve ligt het gemiddelde inkomen onder het Haagse gemiddelde. A.1 Sociale omgeving en sport Uit onderzoek blijkt dat 40% van de huidige bewoners/ respondenten achteruitgang ervaart door de komst van nieuwe bewoners. De verschillende groepen mengen zich nauwelijks. Het maatschappelijk werk merkt een stijging van complexe problematiek bij de klanten. De wijk vergrijst in hoog tempo. Er is eenzaamheid onder ouderen. Participatie van bewoners van niet-westerse afkomst en jeugd is punt van aandacht, ook op scholen. Mariahoeve heeft redelijk veel sportvoorzieningen. Op termijn zou het complex Duinoord/De Jagers mogelijk kunnen worden herbestemd. A.2 Bebouwd omgeving De corporaties Staedion, Vestia en Haag Wonen bezitten een groot deel van de woningen. De kwaliteit van deze woningen voldoet over het algemeen niet meer aan de huidige woonwensen. De wijk vergrijst in hoog tempo en genereert de instroom van nieuwe bewoners met andere - afwijkendewoonwensen. Gelet op de vele ontwikkelingen in de wijk Mariahoeve wordt in 2007 ook voor deze wijk een start gemaakt met de ontwikkeling van een nieuw bestemmingsplan. Marlot valt onder rijksbeschermd stadsgezicht. Voor dit gebied is de gemeente Den Haag reeds in 2005 gestart met het ontwikkelen van een nieuw bestemmingsplan. De bouw van het Automobielmuseum in het landgoed Reigersbergen/Marlot stuit op veel weerstand. Er zijn plannen voor vervangende nieuwbouw voor 2 scholen. The British School in The Netherlands is met 3 locaties nadrukkelijk aanwezig in de wijk. Brengen en halen van kinderen geeft veel verkeer. Werk en inkomen Het winkelcentrum Het Kleine Loo heeft voor een deel een bovenwijkse functie. Het winkelcentrum heeft te maken met een dalende koopkracht van de wijk en instroom van nieuwe inwoners met andere bestedingspatronen. A.3 Veiligheid Diefstal uit auto, straatroof, woninginbraak en fietsendiefstal komen het meest voor. Aangiften voor geweld in het privé-domein stijgen (geweld binnenshuis). Bewoners voelen zich het meest onveilig door rondhangende jongeren rond de scholen. Bezoekers en winkeliers van het winkelcentrum Mariahoeve ervaren ook overlast van (school) jeugd. Hetzelfde geldt voor het openbaar vervoer. Openbare ruimte, leefbaarheid en handhaving In Mariahoeve is de onderhouds- en gebruikskwaliteit van het vele openbaar groen matig. Door vergrijzing wordt de matige kwaliteit van de trottoirs als knelpunt ervaren. Op verschillende locaties klagen bewoners over verloedering en vervuiling door hondenpoep, zwerfvuil, verkeer aangeboden huisvuil en grofvuil bij cocons en winkelwagentjes. Door verdwijnen van het merendeel van de middenstand aan de Denenburg, Haverkamp en Gerstkamp liggen daar enkele loze winkelpleinen. 33

Deze pleinen leiden tot verpaupering. De speelvoorzieningen zijn van redelijke kwaliteit, maar de borden, afvalbakken en banken hierbij kunnen beter. Het profiel van een aantal wegen komt niet overeen met de verkeersfunctie. In Marlot is de vitaliteit van de straatboombeplanting matig. Woonstraten met asfalt is niet conform residentiekwaliteit. De enige speelvoorziening in Landgoed Marlot is van matige kwaliteit. B Prioriteiten en doelen De door bewoners ervaren achteruitgang van Mariahoeve moet worden gestopt. Bewoners moeten weer trots worden op hun wijk. C Maatregelen C.1 Project Identiteit & Branding Woningcorporatie Staedion heeft het initiatief genomen tot het project Identiteit & Branding (wat is de identiteit en het merk van Mariahoeve), een nieuwe manier op een gebiedsvisie te maken. De corporaties Vestia en Haag Wonen en de gemeente participeren hierin. Dit project heeft een schat aan informatie opgeleverd over mogelijke ontwikkelingen voor Mariahoeve. Bewoners zijn én worden in de verschillende stadia van dit project betrokken. Parallel aan Identiteit &Branding maakt de gemeente een gebiedsvisie voor de wijk. Ook hierbij wordt de wijk betrokken. Op basis van alle informatie van het project Identiteit & Branding zullen verschillende maatregelen voorgesteld worden om de achteruitgang een halt toe te roepen. Het project is op moment van schrijven nog niet afgerond. Informatie over de voorgesteld maatregelen volgt in een later stadium. Vooruitlopend hierop zullen de volgende maatregelen uitgevoerd worden: C.2 Sociale omgeving Betrekken van de niet westerse wijkbewoners bij het vrijwilligerswerk en het aanbod in het wijk en dienstencentrum Mariahoeve. Pilot wijkgerichtwerken vorm geven via o.a een wijkwerkplan dat vanuit bewonersorganisaties wordt opgezet. Het versterken van ouderbetrokkenheid en oudereducatie op de scholen. Verbeteren van een divers naschools aanbod. Het continueren van het welkomstproject om de nieuwe bewoners zoveel mogelijk wegwijs te maken in de wijk. Het realiseren van een vrijetijdsbestedingsprogramma voor de jeugd op het gebied van welzijn, opvoeding, sport en/of cultuur. Om eenzaamheid(sgevoelens) onder ouderen te voorkomen en bestrijden wordt de methodiek van activerend huisbezoek hierop ingezet. Ouderen uit de wijk worden vaak slachtoffer van babbeltrucs. Samen met politie zullen voorlichtingsbijeenkomsten worden georganiseerd. Het starten van het project buurtkamer, een laagdrempelige ontmoetingsplek van en voor buurtbewoners om de sociale cohesie te versterken Onderzoeken mogelijkheid Vadercentrum. Zie ook Bezuidenhout West. Inrichting naar wijkinloopsteunpunt in kader van de WMO. C.3 Veiligheid Aanpak gewelddelicten (inclusief huiselijk geweld) Maatregelen: Minimaal 80% van alle geweld binnenhuis worden conform methodiek behandeld. Alle slachtoffers van geweldsdelicten wordt hulp aangeboden van bureau slachtofferhulp. Voornemen is te zoeken naar aansluiting bij korpsontwikkeling om stelselmatige geweldsplegers conform ABC-project te gaan aanpakken. Overlast van jeugd rondom scholen, Voor maatregelen: zie Benoordenhout. Aanpak van vermogenscriminaliteit (o.a. diefstal uit woning en auto) bij pieken in kader van informatie gestuurd politie. Voor maatregelen: zie Benoordenhout. 34

C.4 Openbare ruimte en leefbaarheid Naast het project I&B wordt een gemeentelijke visie opgesteld waar de openbare ruimte onderdeel van uit maakt. Behoud van de structuur van de openbare ruimte (de groene ruimte) staat vanuit DSB voorop. De exacte invulling is voor een gedeelte volgend op de ontwikkelingen op het gebied van bebouwing en bevolking. Maatregelen: Verbetering ecologische inrichting Schenkstrook ter hoogte van Aegon. Financiering is nog niet definitief. Aanleg groene middenberm en grootonderhoud verharding Bezuidenhoutseweg tussen de Carel Reinierszkade en de Reigersbergenweg. Aanpakken knelpunten kwaliteit trottoirs en oversteekbaarheid wegen i.h.k.v. Valpreventie ouderen. Groot onderhoud verharding Robertaland en Vlamenburg. Samenvoegen en opwaarderen speelvoorzieningen Isabellaland. Onderzoeken wenselijkheid trapveld Haverkamp. Afstemming verwijderen zwerfvuil in groenvoorzieningen, waterlopen en tramrails met verschillende beherende instanties (woningbouw, gemeente, HTM). Doorlopend project uit 2006. Groot onderhoud en afkoppelen gescheiden rioolstelsel in Marlot. Meeliftend hierop groot onderhoud gehele verharding en vervangen asfalt in woonstraten door gebakken klinkers. Alsmede vitaliteit verbetering en vervangen straatboombeplanting. Herinrichting speelvoorziening Marlot. Handhaving op: Vervuiling openbare ruimte door verkeerd aanbieden huisvuil, grofvuil en winkelwagentjes. Het signaleren en doorgeven van slecht begaanbare voetgangersgebieden. Hondenbeleid (opruimplicht, aanlijnplicht) Verkeer (o.a. snelheid en scholen) Hennep: ivm verplaatsing werkterrein vanuit andere wijken 35