KwaliteitsInstrument Toetsprogramma s in beroepsgericht onderwijs (KIT)

Vergelijkbare documenten
VALIDITEIT Indicatoren Score Waar blijkt dit uit?

Liesbeth Baartman & Raymond Kloppenburg, Hogeschool Utrecht, januari 2013

Zelfevaluatie. Wat vinden docenten van hun examenprogramma? Hans Bataille Inge Broekmans Bart Janssen 1 november 2013

KIT Plus, borgingsinstrument voor examencommissies

Om de kwaliteit van een toetsprogramma te evalueren, doorloop je idealiter vier stappen:

LIESBETH BAARTMAN - KAARTSPEL KIT 2.0 CONGRUENTIE

Edumetrische analyses

Toetsbekwaamheid SKE november 2016

Toetsing Organisatieaudit Product Dienst

Toetsbekwaamheid BKE november 2016

Naam Examenleverancier

Naam Examenleverancier

Toetsing Organisatieaudit Product Dienst

Naam Examenleverancier. Beoordeling audit examinering Rapportage inkoopaudit examenproducten en diensten op examinering

Toetsing Organisatieaudit Product Dienst

Toetsing Organisatieaudit Product Dienst

Naam Examenleverancier

Toetsing Organisatieaudit Product Dienst

Toetsing Organisatieaudit Product Dienst. Indien er sprake is van het toetsen van een product: Crebonummer : Is er sprake van een Kadertoets

Op zoek naar nieuwe standaarden voor examinering van Competentie Gericht Onderwijs. Confrontatie tussen twee visies

Naam Examenleverancier

Naam Examenleverancier

Toetsing Organisatieaudit Product Dienst

Toetsing Organisatieaudit Product Dienst

Toetsing Organisatieaudit Product Dienst. Indien er sprake is van het toetsen van een product: Crebonummer : Is er sprake van een Kadertoets

Naam Examenleverancier

Naam Examenleverancier

Toetscyclus. 5.1 Praktijk Reflectie De toetscyclus Portfolio 39

Toetsvormen. Onderwijsmiddag 14 februari 2012 Ferdi Engels & Gerrit Heil toetsadviescommissie

Er moet om deze redenen een nieuw PTO ontwikkeld worden, voor zowel klas 1 en klas 2, Mens en Techniek/Natuur-scheikunde.

Naam Examenleverancier

Tips voor het construeren van een toets en het verbeteren van de toetskwaliteit Faculteit Management en Bestuur

Examinering in het mbo. Dilemma s in de praktijk

Naam Examenleverancier

Symposium Platform Leren van Toetsen. 1 juni 2018

Kwaliteit van toetsing - borging van het eindniveau

Kwaliteit van toetsing

SCAN. in kwaliteitsvol toetsen

KIT PLUS. Instrument voor het borgen van de kwaliteit van toetsen, toetsprogramma's en toetsbeleid

Zelfevaluatie-instrument

DEM Toets Beoordelingsformulier

WHITEPAPER GEBRUIKEN VAN BEOORDELINGSSCHALEN VOOR OPDRACHTEN BEOORDELINGSSCHALEN VOOR CHECKLISTS EN RUBRICS, 24 VOORBEELDEN HOE GEBRUIK JE ZE?

Kwaliteitseisen. 4.1 Praktijk Reflectie Kwaliteitseisen voor toetsing Portfolio 30

Projecten objectief beoordelen

KWALITEITSONDERZOEK MBO. Instituut Memo te Amersfoort

Kwaliteitsvol evalueren

2.2 TOETSDOELEN Toetsen geven leerlingen en docenten inzicht in welke aspecten van het curriculum wel of niet beheerst worden.

Het beoordelen van de kwaliteit van rubrics

Roeien met de riemen die je hebt Beoordeling interculturele competenties

3. Een norm voor valide examenproducten norm voor valide examenproducten cesuur exameninstrumentarium

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO

p/a Structuurbaan 2, 3439 MB Nieuwegein Let op: ook invullen in voettekst vanaf blz. 2. Let op: ook invullen in voettekst vanaf blz. 2.

Expertisecentrum docent HBO Basis Didactische Bekwaamheid

Vaststellingsformulier beroepsspecifiek examen Bijlage 6

Inhoud. Henk van Berkel, Anneke Bax en Desirée Joosten-ten Brinke. Henk van Berkel en Anneke Bax. Riet Martens en George Moerkerke

Inleiding. Handleiding SKE dossier Hogeschool Utrecht Liesbeth Baartman, Nienke Zijlstra, Kitty Meijer, Ingrid Meijer Versie:

Kris Verbeeck (KPC Groep) en Liesbeth Baartman (TU Eindhoven) Waarom samenhangend toetsbeleid?

Assessments in de HU. Hannah Wielenga Onderdeel Judith Kortas u

Kwaliteit van toetsen en beoordelen. Desirée Joosten-ten Brinke. 25 oktober Programma

Inhoudsopgave. Voorwoord 11

Toetsregeling Professionaliteit

Beroepsstandaarden docent Nederlands

Naam Examenleverancier :

De complexe wereld van toetsing

Instructie Praktijkopleider of BPV Beoordelaar

Over werken met Examens Dienstverlening/ Vaststellingsformulier

Toetsing en examinering bij accreditaties. door Inge de Jong

TOETSPLAN BIJLAGE 8 BIJ INFORMATIEDOSSIER AANVRAAG BEPERKTE TOETS NIEUWE OPLEIDING VOOR DE ASSOCIATE DEGREE-OPLEIDING ERVARINGSDESKUNDIGE IN DE ZORG

KWALITEITSONDERZOEK MBO. ROC Ter AA te Helmond. Helpende zorg en welzijn

KIT-rapportage Algehele bevindingen

MetaB-instrument exameninstrumenten, gebaseerd op de 'Normenbundel exameninstrumenten', versie januari 2014

Beschrijving leertraject Basiskwalificatie Didactische Bekwaamheid (BDB), inclusief de Basis Kwalificatie Examinering (BKE)

Opbrengstgericht werken:

Toetsprogramma. Wat is een toetsprogramma? Hoe een toetsprogramma ontwikkelen? 1. Zicht op alle evaluatie-activiteiten

Beroepsstandaarden Talendocent

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. ROC Tilburg te Tilburg. Verkoper (Verkoper detailhandel)

7 MANIEREN OM STUDENTEN TE BETREKKEN BIJ SUMMATIEVE TOETSING

Ontwerpen/modaliteiten kiezen

De Toetsing Getoetst in definities

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. ROC Aventus te Apeldoorn. Medewerker sociale zekerheid

Criterium: Borging deskundigheid Een opleiding scoort voldoende op dit criterium wanneer de examinering overeenkomt met het volgende portret.

(Beroeps)product/ontwerp

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO. ROC Aventus te Apeldoorn

Professionalisering ontwikkelteam NID Duaal

KWALITEITSONDERZOEK MBO. ROC Ter AA te Helmond. Juridisch medewerker

Werken met leeruitkomsten. 7 november 2016

COMPETENTIETOETSEN DOMEIN APPLIED SCIENCE ANTOINETTE VAN BERKEL HOGESCHOOL VAN AMSTERDAM 23 MAART 2017

Stichting Examenservice MEI Workshop Construeren vanuit de ogen van de vaststeller

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO. Administratief medewerker (Bedrijfsadministratief medewerker)

Nieuw curriculumontwerp De nieuwe rol van de docent. Willy Reijrink Innovatiedocent Innoverend onderzoeken/ onderzoekend innoveren

Faculteit Geesteswetenschappen BASISGEGEVENS STAGE. onvoldoende voldoende. goed. goed. Eindoordeel (cijfer): Toelichting: ONDERTEKENING STAGEDOCENT

Inhoud. Desirée Joosten-ten Brinke. Henk van Berkel, Anneke Bax en Desirée Joosten-ten Brinke. Henk van Berkel en Anneke Bax

Begrippenkader Studieloopbaanbegeleiding en Reflectie

Digibib. Hoe te werken met de oefenopdrachten en examens?

Toetsdeskundigheid in examencommissies Vereniging Hogescholen. Dr. Kim Dirkx

Beoordelingscriteria kwartaal 1

Toetsanalyse. Leidraad Digitaal Toetsen FGw

Transcriptie:

KwaliteitsInstrument Toetsprogramma s in beroepsgericht onderwijs (KIT) www.kwaliteit-toetsprogramma.nl Docentversie, januari 2013. In dit document staan de kwaliteitscriteria met onderliggende indicatoren, zoals die ook in het zelfevaluatieinstrument op de website (ww.kwaliteit-toetsprogramma.nl) te vinden zijn. Voor het aanvragen van accounts voor het zelfevaluatieinstrument: stuur een mailtje aan liesbeth.baartman@hu.nl Voor meer informatie en verwijzingen: Baartman, L.K.J., Kloppenburg, R., & Prins, F.J. (2013). Kwaliteit van toetsprogramma s. In: H. van Berkel, A. Bax, & D. Joosten-ten Brinke (red.), Toetsen in het Hoger Onderwijs, pp. 51-62. Houten: Bohn Stafleu van Loghum. Validiteit Operationalisatie= Het toetsprogramma is op een duidelijke en juiste wijze afgeleid van de opleidingskwalificaties 1. De opleidingskwalificaties zijn helder omschreven, uitgewerkt en afgebakend. 2. De opleidingskwalificaties zijn duidelijk uitgewerkt in toetsbare leerdoelen per cursus en alle cursussen dragen bij aan het ontwikkelen van de opleidingskwalificaties. 3. De leerdoelen per cursus zijn duidelijk uitgewerkt in leeractiviteiten en beoordelingscriteria.

Validiteit Dekking = De inhoud van het toetsprogramma is een goede afspiegeling van de opleidingskwalificaties en aspecten daarvan. 1. Alle opleidingskwalificaties en aspecten daarvan worden beoordeeld in het toetsprogramma. 2. Het toetsprogramma bevat een evenwichtige verdeling van kennis, (beroeps)vaardigheden en professionele houding. 3. In het toetsprogramma wordt het integratief inzetten van kennis, vaardigheden en houdingen in complexe beroepssituaties beoordeeld.

Validiteit Complexiteit = Het toetsprogramma is van het juiste niveau, passend bij de fase van de opleiding. 1. Het toetsprogramma vereist een toenemend niveau van kennis, vaardigheden en houdingen. 2. Het toetsprogramma kent een opbouw in de vereiste zelfstandigheid van de student en de ontwikkeling van het lerend vermogen. 3. De normering in het toetsprogramma sluit aan bij het vereiste beheersingsniveau, passend bij de (afstudeer)fase van de opleiding.

Validiteit Vorm = De toetsvormen in het toetsprogramma passen bij de te beoordelen inhoud en de beoogde leerprocessen. 1. In het toetsprogramma is voldoende variatie in toetsvormen. 2. De toetsvormen in het toetsprogramma passen bij de opleidingskwalificaties en de verdeling tussen kennis, vaardigheden en professionele houding daarbinnen. 3. De toetsvormen in het toetsprogramma passen bij de beoogde leerprocessen van de verschillende cursussen.

Betrouwbaarheid Vergelijkbaarheid = De toetsuitslagen van studenten in het toetsprogramma zijn (zoveel mogelijk) vergelijkbaar doordat ze onafhankelijk zin van verschillen tussen beoordelaars en omstandigheden 1. Voor alle toetsen zijn de beoordelingscriteria en normering vastgelegd en voor alle studenten gelijk. 2. Voor alle toetsen geldt dat de verschillende beoordelaars de beoordelingscriteria en normering op gelijke wijze hanteren. 3. Voor alle toetsen geldt dat de beoordelaars zich niet laten beïnvloeden door irrelevante verschillen tussen studenten. 4. De toetsomstandigheden zowel binnen- als buitenschools zijn voor alle studenten vergelijkbaar qua ondersteuning en complexiteit van omstandigheden. 5. Toetsresultaten worden geanalyseerd op mogelijke ongewenste afwijkingen tussen verschillende beoordelaars en indien nodig wordt actie ondernomen om dit te verminderen.

Betrouwbaarheid Triangulatie = Het toetsprogramma levert voldoende rijkheid aan informatie op om een betrouwbaar oordeel te kunnen vellen 1. Voor elk (cluster van) opleidingskwalificaties wordt rijkheid aan informatie over de student gecreëerd door verschillende toetsvormen en/of verschillende soorten bewijzen. 2. Voor elk (cluster van) opleidingskwalificaties wordt rijkheid aan informatie over de student gecreëerd door toetsen in verschillende contexten (binnenschools / buitenschools) 3. Voor elk (cluster van) opleidingskwalificaties wordt rijkheid aan informatie over de student gecreëerd door input van meerdere verschillende beoordelaars (docenten / stagebegeleiders / studenten) 4. Bij toetsmomenten waarbij veel op het spel staat (bijvoorbeeld eindwerkstuk of integraal eindoordeel) worden twee of meer beoordelaars betrokken 5. Deze beoordelaars overleggen om tot een eindoordeel te komen en hebben elk een volwaardige inbreng in het overleg en oordeel 6. Dit oordeel is gebaseerd op een passende weging van alle kwalitatieve en kwantitatieve informatie over de student.

Functies Selectie = Op basis van het toetsprogramma kunnen studenten worden onderscheiden en geselecteerd op hun beheersing van de opleidingskwalificaties. 1. Op basis van het toetsprogramma worden in de beginfase van de opleiding studenten geselecteerd voor het wel of niet vervolgen van de opleiding. 2. Op basis van het toetsprogramma worden studenten geselecteerd op geschiktheid voor de uitoefening van het beroep (aan het eind van de opleiding). 3. Op basis van het toetsprogramma kunnen excellente prestaties van studenten worden vastgesteld.

Functies Leereffect = Het toetsprogramma heeft een wenselijk effect op het leerproces van de student en het leerproces en toetsproces zijn met elkaar verweven. 1. De combinatie van toetsen stimuleert de gewenste leerprocessen. 2. De toetsen geven de student rijke feedback over de geleverde prestaties. 3. Studenten ervaren het uitvoeren van de toetsen als een waardevol leermoment. 4. De toetsen zetten de studenten aan tot nadenken over hun eigen ontwikkeling en stimuleren het zelfstandig ontwikkelvermogen van studenten. 5. Studenten worden actief betrokken bij de toetsing van de kwaliteit van hun eigen werk en dat van anderen (bijvoorbeeld door peer- en zelfassessment), zodat ze hun eigen kennen en kunnen correct leren inschatten.

Functies Onderwijseffect = Het toetsprogramma geeft rijke feedback over het ermee samenhangende onderwijs. 1. De toetsen in het toetsprogramma geven rijke informatie aan de docenten over het huidige niveau van de studenten. 2. De toetsen in het toetsprogramma geven rijke informatie aan de docenten over de kwaliteit van het gegeven onderwijs. 3. Deze informatie wordt gebruikt om het onderwijs en de toetsing te verbeteren.

Condities Transparantie = De informatie over de toetsen in het toetsprogramma is duidelijk en begrijpelijk. 1. De opleidingskwalificaties zijn bekend bij en herkenbaar voor studenten en beoordelaars. 2. De beoordelingscriteria en normering zijn bekend bij en herkenbaar voor studenten en beoordelaars. 3. Voorafgaand aan alle toetsen wordt een duidelijke instructie gegeven aan studenten en beoordelaars. Zij weten op tijd wat er van hen wordt verwacht bij de verschillende toetsvormen. 4. Voor studenten is inzichtelijk hoe een oordeel tot stand is gekomen.

Condities Oordeelkundigheid = De beoordelaars beschikken over voldoende kennis en vaardigheden over de toetsinhoud, de manier van toetsen en het geven van feedback. 1. De beoordelaars beschikken over voldoende kennis en vaardigheden over de toetsinhoud, beoordelingscriteria en normering. 2. De beoordelaars beschikken over voldoende kennis en vaardigheden over de beroepspraktijk waarop de toetsing van toepassing is. 3. De beoordelaars beschikken over voldoende kennis en vaardigheden over de verschillende toetsvormen. 4. De beoordelaars beschikken over voldoende kennis en vaardigheden over het geven van feedback aan studenten en het evalueren van gegeven onderwijs op basis van de toetsuitslagen. 5. De beoordelaars beschikken over voldoende kennis en vaardigheden over wettelijke en ethische aspecten van het beoordelen van studenten.

Condities Organisatie = Het toetsprogramma is efficiënt en effectief georganiseerd. 1. Het toetsprogramma is in overeenstemming met de beschikbare tijd en kosten voor ontwikkeling en uitvoering. 2. Studenten hebben voldoende tijd voor het uitvoeren van de toetsen. 3. De aan de docent toegekende tijd is voldoende om tot een zorgvuldige beoordeling te komen. 4. De toetsuitslagen worden binnen de vastgestelde termijn bekend gemaakt. 5. Er zijn voldoende herkansingsmogelijkheden voor studenten. 6. De opleiding beschikt over een klachtenprocedure die bekend is bij docenten en studenten. 7. De voor de toetsing vereiste voorzieningen zijn voldoende aanwezig.