Landmacht. Waar genomen. Naam: wachtmeester Michiel Saat Functie: commandant 2 Stingerploeg Onderdeel: 13 Luchtverdedigingsbatterij, CoLua



Vergelijkbare documenten
Medic Special Forces: de hogere kunst van het pleisterplakken

Inge Test

Nieuwsbrief Gerdien Jansen Kindcoaching. Jaargang 2: Nieuwsbrief 3 (oktober 2013) Hallo allemaal,

Tineke Boudewijns VERSTAG

Hulp aan het thuisfront. Dienstencentrum Bedrijfsmaatschappelijk Werk

Waar een wil is, is een Weg!

Bonus: Hoe goed ben jij momenteel?

Gedwongen opname met een IBS of RM *

BMW voor leidinggevenden

De Budget Ster: omgaan met je schulden

Menukaart Loopbaanevents. Investeer in jouw talent

MANIEREN OM MET OUDERPARTICIPATIE OM TE GAAN

Karin de Galan. Karin de Galan (1967) is sinds 1991 trainer en coach.

Opvang na uw uitzending. Dienstencentrum Bedrijfsmaatschappelijk Werk

Let op: Alleen gesproken woord geldt!

WILLEM LODEWIJK V NASSAUKAZERNE, MATERIEEL LOGISTIEK PELETON (320) LOKAAL FACILITAIRE DIENST

Aan de slag met de Werk Ster!

Het leger. Doel: Na deze opdracht weet je meer over het leger. Je kunt vertellen wat het leger doet en waarom we een leger hebben.

Zaken voor mannen. Verhalen van mannen met epilepsie

Spreekpunten staatssecretaris ter gelegenheid van 65 jaar vrouwen in de Krijgsmacht op 2 december te Utrecht.

Weerbaarheidstraining voor iedereen. Weerbaar met Accres. Accres.nl/weerbaarheid

[PILOT] Aan de slag met de Hoofdzaken Ster

GRAAG STELLEN WIJ ONS AAN U VOOR

De VrijBaan Vragenlijst (specifiek voor iemand die geen werk heeft)

Mats Werkt! DÉ CURSUS VOOR HET BEGELEIDEN VAN MENSEN MET EEN ARBEIDSBEPERKING OP DE WERKVLOER.

Programma Tienerclub. Tienerclub Blok 1 & 5: Adventure 4 Kids Op avontuur met jezelf

TNO-onderzoeker Luc Dorenbosch over job crafting SLEUTEL AAN JE BAAN!

Nummer 1 December Cursusaanbod 2012 Gedeeld verdriet Mindfulness Laat je zelf zien

DAMstenen voor het dagelijks LEVEN

van de TFU, Welkom thuis! Eindhoven.

Ik wilde een opdracht ontwikkelen voor leerlingen die voldoet aan de uitgangspunten van competentiegericht leren.

UMCG Centrum voor Revalidatie locatie Beatrixoord. Coach voor patiënten met niet-aangeboren hersenletsel

18 tips om te werken aan je eigen inzetbaarheid

6.2.1 Dealen met afleiding onderweg

rust zetten. rust gezet) Commandant der Strijdkrachten.

Koninklijke Hoogheid, dames en heren,

ogen en oren open! Luister je wel?


Contacten die het verschil maken

RAPPORTAGE WACHTKAMERINTERVIEWS

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijding Procedure (GRIP) Drenthe/Assen

DEEL 1. WERKBOEK 5 Eigen keuze Monique van Dam YOU: De keuze is aan jou!

Special Cursusaanbod Bureau Herstel. Bureau Herstel organiseert.

De loopbaanchecklist

Ben jij een kind van gescheiden ouders? Dit werkboekje is speciaal voor jou!

Young People Coaching Experience

Gedragscode. Gewoon goed doen

Welke vaardigheden hebben een invloed op het al dan niet succesvol zijn van het outplacement?

Organisatiekracht. Mentale veerkracht. Teamkracht. Werkkracht. Menskracht MEER VEERKRACHT, MEER ENERGIE, BETERE PRESTATIES

Verkeersongeluk. Misdrijf. Calamiteit. Praktisch. Slachtofferhulp Nederland Veelzijdig deskundig

Wie doet wat hij deed, krijgt wat hij kreeg

Werkboek Het is mijn leven

Training Teamleiderschap

Rapport Persoonlijke Effectiviteit i360. Test Kandidaat

De informatie uit deze stappenwijzer is in heel veel situaties te gebruiken. Bijvoorbeeld:

Nieuwsbrief Gerdien Jansen Kindcoaching. Jaargang 4: Nieuwsbrief 1 (januari 2015) In deze nieuwsbrief aandacht voor:

Een vragenlijst voor de Empowerende Omgeving

MINISTERIE VAN DEFENSIE WERKGROEP STAAL EERSTE DRUK, NOVEMBER 2007 VISIE LEIDINGGEVEN

Ik ben. Eerlijk. Geduldig. Creatief. Gestructureerd. Communicatief. Geïnteresseerd. Geeft aandacht

U levert maatwerk, wij ook. Zakelijke taaltrainingen op maat.

In 7 stappen naar een opgeruimd huis Hoe je op een makkelijke manier je opruimachterstanden inloopt

Meer succes met je website

Coöperatief Vergaderen

U in het middelpunt Die migraine hè Levenservaring verzilveren

COMMUNICATIE training. effectief communiceren met iedereen

Iedereen heeft een verhaal

1. Inzichten en actiepunten Schrijf tijdens de training inzichten en actiepunten op. Noteer ze hier.

HOE LAAT IK MEDEWERKERS

Pastorale zorg bij rampen

Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine?

Voorstelling Onafhankelijk Leven vzw

Boventallig? Pech. Of toch niet?

DE VEVA OPLEIDING. Haal je MBO-Diploma en ontdek Defensie

CHALLENGE DAY St.-Jozefmavo 13/14 november 2013

E-PAPER. Drie praktische tips om je werk als apothekersassistent(e) leuker te maken!

Intersectorale mobiliteit. Informatie voor professionals

B a s S m e e t s w w w. b s m e e t s. c o m p a g e 1

Kwaliteit van leven Een hulpmiddel bij de voorbereiding van een zorgplan

INTRODUCTIE TOOLBOX voor GEBRUIKERS. duurzame plaatsing van werknemers met autisme

EFFECTIEF LEIDINGGEVEN. Een gave of een vak?

6.1 De Net Promoter Score voor de Publieke Sector

Toespraak van de minister van Defensie ter gelegenheid van de besloten uitreiking van de Dapperheidonderscheidingen op 7 oktober 2009 te Breda.

Bekwaamheidsdossier. februari 2006 O. OC0602_p8_12 Personeelsbeleid2.i :29:26

LEIDERSCHAP IN DE CORPORATE JUNGLE. Bagage voor een succesvolle reis naar je eigen doel. Een training met wortels in de praktijk.

Gaat u elke ochtend fluitend aan de slag?

Zorg voor je carrière. Neem gerust contact op of maak een afspraak. Telefoon: (030) of

Test over resultaatgericht managen en coachend leidinggevenden

Ivonne Bressers: Dank je wel. Rob Kleijs: Ivon, Kun je nog eens uitleggen wat het Usher Syndroom is?

Psychisch verzuim voorkomen kán! Zo werk je prettiger!

Wauw, ik realiseer me nu wat ik allemaal heb gedaan!

Stap 6. Stap 6: Deel 1. Changes only take place through action Dalai Lama. Wat ga je doen?

Persoonlijk Actieplan voor Ontwikkeling

1 Aanbevolen artikel

Training Resultaatgericht Coachen

Growth & Reflection. Opleverdatum: 18 juni 2014

POP. Persoonlijk ontwikkelingsplan. Robin van Heijningen

ecourse Moeiteloos leren leidinggeven

Wekelijkse activiteiten die plaatsvinden in de Hudsonhof 1

gezocht: Reclasseringsvrijwilligers maken zich sterk voor Nederlanders in buitenlandse detentie vrijwilligers

Bedrijven safari. Daphne Meijer CMD 1c

Transcriptie:

Landmacht Veteranen met een missie Investeren in sterk leiderschap Reconstructie gevechtscontact met luchtsteun Waar genomen Naam: wachtmeester Michiel Saat Functie: commandant 2 Stingerploeg Onderdeel: 13 Luchtverdedigingsbatterij, CoLua Wachtmeester Saat is een gelukkig man. Hij maakte vorig jaar deel uit van het testteam dat in Turkije de eerste mobiele Stinger Platforms mocht testen. Nu is hij commandant van een Fennek die met zo n systeem voor infrarood-geleide luchtdoelraketten is uitgerust. Technisch is dit heel bijzonder. Het grote voordeel van dit systeem is dat we een geïdentificeerd luchtbeeld hebben: je kunt meteen zien of een object in de lucht vriend of vijand is. Het systeem waarschuwt vroegtijdig. De radar geeft al informatie als het object nog op vijftien kilometer afstand is. In vergelijking met andere systemen levert dit vele kilometers winst op. Kleine of grote objecten, met deze apparatuur schiet je echt bijna altijd raak. Nationale operaties: Meer dan zandzakken vullen zesde jaargang nummer 8, december 2008

Redactie: Hoofdredacteur: kol Gerard Koot Eindredacteur: kap Corné Dalebout Redacteuren: tlnt Anne-Marie Berndsen tlnt Roel van de Wiel Vormgeving: Grafisch Bedrijf / AVDD, Frederikkazerne Den Haag Druk: OBT bv Den Haag ISSN: 1572-1248 Oplage: Landmacht verschijnt tien keer per jaar in een oplage van 50.000 stuks Fotografie in dit nummer: AVDD, Kees van Berkesteijn, Frank van Biemen, sgt-1 Arief Rorimpandey, sgt Dave de Vaal. Met dank aan: Martin Bobeldijk (Turnaround Communicatie), elnt René Bouwhuis, kap Klaas Daane Bolier, elnt Gian Santegoeds, 104 GGVESK Redactieadres: Lgen Knoopkazerne MPC 55A Postbus 90004 3509 AA Utrecht MDTN: *06-557 46039 KPN: 030-2146039 Reacties: Reacties of ingezonden brieven kunt u mailen naar: CMJ.Dalebout@MINDEF.NL Adreswijzigingen: Als in de code op uw adresstrook onder meer uw militaire registratienummer is afgedrukt (voorafgegaan door de letter T ) dan heeft het geen zin om een adreswijziging aan de redactie van het blad Landmacht te sturen. Je dient in dat geval zelf via PeopleSoft je persoonsgegevens te wijzigen. Klik hiervoor op Startpagina P&O-selfservice op het Defensie Intranetportaal. De redactie is niet geautoriseerd om adressen te wijzigen. Reservisten die niet in staat zijn via selfservice hun adreswijziging door te geven, kunnen het formulier wijzigen adres en/of gegevens contactpersonen bij noodgevallen downloaden op de www.landmacht.nl/reservist. Het formulier vervolgens opsturen naar: DCHR, Postbus 295, 7500 AG Enschede. Postactieven en veteranen kunnen bellen naar: 070-3397575, of een e-mail sturen naar: info.postactieven@rnla.mindef.nl. Betalende abonnees dienen contact op te nemen met Abonnementenland: 0900-2265263 (10 eurocent per minuut) of via de website www.aboland.nl voor abonneren, adreswijzigingen en overige vragen. Inhouds opgave 4 Voorwoord Commandant Landstrijdkrachten 5 VOSS: Meer comfort en betere afstemming uitrustingsstukken 14 1000 euro bonus voor werven nieuwe collega 15 Antwoorden CLAS Infodagen 26 Staf 1 (GE/NL) Corps bereidt zich voor op uitzending als HRF HQ Rubrieken 20: Eenheid in beeld 32: Personeelsmutaties 34: Photoshoot 36: Waargenomen Landmacht nummer 8 Personeelsblad van de Koninklijke Landmacht Nieuwe instrumenten voor leidinggevenden 6: Sociaal leiderschap Structurele rol bij rampenbestrijding 8: Oefening Waterproef: meedenken en meedoen Every soldier a rifleman: absoluut 16: Terugblik twee jaar Taskforce Uruzgan, deel III: de winst voor de militair Ik heb ze bedankt vanuit de grond van m n hart 22: Reconstructie gevechtscontact met luchtsteun Foto voorpagina: Een militair van 20 Natresbat voert met de politie overleg op de motorkap van de MB tijdens de nationale rampenoefening Waterproef. Foto: Kees Berkesteijn / AVDD LANDMACHT IS EEN UITGAVE VAN HET COMMANDO LANDSTRIJDKRACHTEN, SECTIE COMMUNICATIE STAF CLAS. REACTIES OF INGEZONDEN BRIEVEN WORDEN ZEER GEWAARDEERD. DE REDACTIE IS VRIJ IN HAAR KEUZE VAN HET PLAATSEN VAN - AL DAN NIET INGEKORTE - INGEZONDEN STUKKEN. OVERNAME VAN (GEDEELTEN VAN) ARTIKELEN UIT DE LANDMACHT IS, NA TOESTEMMING VAN DE REDACTIE, TOEGESTAAN. LANDMACHT DECEMBER 2008 3

Van de C-LAS 1 Logbrig en 101 GSB worden samen OOCL Met het einde van het jaar in zicht en de dagen steeds korter en donkerder, is het weer bijna tijd voor de 2008 versie van de Top 2000 Aller Tijden en draaien de omroepen zich warm voor de programma s die terugblikken op de belangrijkste sport- en nieuwsgebeurtenissen in het afgelopen jaar. Voor de nabestaanden en familie van overleden collega s is deze maand waarin we met Sinterklaas, Kerstmis of Oud en Nieuw traditioneel de tijd nemen voor familie en vrienden, extra zwaar. Ik weet gelukkig dat we vanuit de eenheden ons uiterste best doen om hen te steunen. Net zo goed als ik weet dat onze gewonden, en hun familie en vrienden worden gesteund vanuit diezelfde eenheden. Ik wens hen namens ons allen sterkte en kracht toe. Een van de leuke kanten van mijn functie als Commandant Landstrijdkrachten is de gelegenheid die ik heb om eenheden te bezoeken op oefening, in operaties of op de vredeslocatie. Ik ben elke keer weer onder de indruk van de prestaties die individueel of met de eenheid geleverd worden en ik heb een enorm respect voor onze mensen die onder lastige omstandigheden hun complexe taken uitvoeren. In mijn ogen kunt u allen trots zijn op de wijze waarop we de taken van de Landmacht elke dag opnieuw weer uitvoeren. Ook komend jaar zullen wij weer vol aan de bak moeten. Onze operatie in Afghanistan, maar ook de kleinere missies op de Balkan en in Afrika lopen in 2009 gewoon door. Dat betekent dat ook in 2009 het grootste deel van de Landmacht bezig zal zijn met het gereedstellen voor - en de uitvoering van missies. Daarnaast staat de invoer van het nieuwe Infanterie Gevechts Voertuig, de IGV, voor de deur. Een geweldig wapensysteem dat onze organisatie nog beter zal toerusten op het uitvoeren van operaties in het gehele geweldsspectrum. De invoer zelf is een zeer ingrijpende operatie die we zeker niet moeten onderschatten en waarbij velen van u, zowel bij de parate eenheden als ook in opleidingsland, betrokken zullen zijn. Een laatste punt dat ik wil noemen, is het samengaan van de Logistieke Brigade en de Gevechtssteunbrigade tot Operationeel Ondersteunings Commando Land. Het OOCL zal komend jaar starten met de voorbereidingen van de redeploymentoperatie uit Afghanistan. Al met al zal 2009 zeker geen rustig jaar worden, maar wel een jaar waarin we opnieuw bezig zijn met onze core business. Ik wens u allen prettige feestdagen en een goede start in het nieuwe jaar. De samenvoeging van 1 Logistieke Brigade en 101 Gevechtssteunbrigade tot het Operationeel Ondersteuningscommando Land (OOCL) is in een afrondende fase beland. Het OOCL moet per 1 januari 2009 een feit zijn. Vanaf dan worden de elf onderliggende eenheden van de twee brigades aangestuurd door één staf. De samenvoeging van 1 Logbrig en 101 GSB, die samen onder het credo Kracht en veelzijdigheid gaan werken, is het gevolg van het verminderen van het aantal staven. Bovendien hebben beide brigades voldoende overeenkomsten en gedeelde krachten, die op deze wijze worden gebundeld. De voornaamste taak van het OOCL ligt bij het operationeel ondersteunen van alle grondgebonden eenheden van de krijgsmacht waar ook ter wereld en bij civiel militair optreden in Nederland. De staf OOCL heeft daarnaast de opdracht om als staf (re)deployment op te treden. Met de Landmachtdagen in Amersfoort en de redeployment van de Taskforce Uruzgan in 2010 in het vooruitzicht staan de eerste gezamenlijke uitdagingen al te wachten. Voor de 6500 mensen van de betrokken bataljons en compagnieën zal in de praktijk weinig veranderen. Zij blijven de taken doen waarin ze zijn gespecialiseerd. Enkel in de aansturing en zichtbaarheid (één naam en één mouwembleem) is de verandering te merken. De officiële oprichtingsceremonie vindt plaats op 5 februari 2009 in de Americahal in Apeldoorn. Op die dag wordt ook het nieuwe embleem gepresenteerd. De samenvoeging is al een feit op 1 januari 2009. Betaaldata salaris 2009 De data waarop je loon in 2009 wordt uitbetaald op een rij. Uiterlijk de volgende werkdag na de betaaldatum wordt het salaris op je rekening bijgeschreven. Voor betalingen op buitenlandse rekeningen kan dit één of twee werkdagen later zijn. Vrijdag 23 januari 2009 Dinsdag 24 februari 2009 Dinsdag 24 maart 2009 Vrijdag 24 april 2009 Vrijdag 22 mei 2009 (inclusief vakantiegeld) Woensdag 24 juni 2009 Vrijdag 24 juli 2009 Maandag 24 augustus 2009 Donderdag 24 september 2009 Vrijdag 23 oktober 2009 Dinsdag 24 november 2009 Dinsdag 22 december 2009 Generaal-majoor De Jonge plaatsvervangend commandant 1 (German/Netherlands) Corps Generaal-majoor Harm de Jonge is de nieuwe plaatsvervangend commandant van het 1 (German/Netherlands) Corps. Luitenant-generaal Rob Bertholee Commandant Landstrijdkrachten Generaal De Jonge keerde begin november in Eindhoven terug van zijn uitzending in Afghanistan als plaatsvervangend commandant Regional Command South. Op het vliegveld werd De Jonge onthaald door de Commandant Landstrijdkrachten, luitenant-generaal Rob Bertholee, en de Duitse luitenant-generaal Volker Wieker, commandant van het 1 (GE/NL) Corps in Münster. De Duitse generaal was speciaal naar Eindhoven gekomen om zijn nieuwe Nederlandse plaatsvervanger welkom te heten. Nog tijdens de terugreis vanuit Afghanistan werd De Jonge bevorderd tot generaal-majoor. LANDMACHT DECEMBER 2008 5

N IEUWE INSTRUMENTEN VOOR LEIDINGGEVENDEN CLAS investeert verder in sterk leiderschap Succesvol optreden van de landmacht vereist goed leiderschap op elk niveau. Het Commando Landstrijdkrachten investeert vanaf komend jaar extra in de groei van haar leidinggevenden. Onze leiders zijn echt al goed, maar het kan altijd beter. Commandanten van alle niveaus laten dagelijks in het uitzendgebied zien prima leiding te geven en de zware missie onder controle te hebben. Toch wordt de komende maanden een aantal projecten in gang gezet om de begeleiding en ontwikkeling van leidinggevenden van het Commando Landstrijdkrachten (CLAS) verder te verbeteren. Onze leiders zijn echt al goed, erkent overste Peter Lenders, hoofd sectie Leidinggeven van de School voor Leidinggeven en Opleidingskunde in Budel. Maar het kan altijd beter. En we willen graag dat elke militair die leiding geeft, van korporaal tot generaal, optimaal gebruik maakt van zijn kwaliteiten. En dat elke militair ook leiding durft te geven. De sectie van overste Lenders heeft daartoe een aantal concrete maatregelen voorbereid. Die passen in de gedachten van de commissie-staal, waar onder andere wordt gevraagd om sociaal vaardig leiderschap, en de focus van het CLAS op junior leadership. Drie maatregelen worden de komende maanden ingezet. Het programma Pelotonsteamvorming (PTV) is geschreven voor pelotonscommandanten en hun kader en helpt hen in actieve cases bij de ontwikkeling van hun persoonlijke en teamcompetenties (kader 1). Het werven, opleiden en gereedstellen van personal coaches moet er toe leiden dat commandanten begeleiding krijgen bij het leiding geven. De personal coach biedt de leidinggevende in persoonlijke gesprekken reflectie op zijn of haar werkwijze (kader 2). Met het Persoonsgebonden Budget Leidinggevenden (PGBL), dat binnenkort als proef wordt ingevoerd, kan een leidinggevende in de organisatie zelfstandig kiezen voor cursussen en opleidingen die hem of haar helpen ontwikkelen als leider (kader 3). Met deze drie instrumenten kan de ontwikkeling van leidinggevenden worden bewaakt en bevorderd. Elke militair heeft te maken met leidinggeven, stelt overste Lenders. Het is in het belang van elk individu, elke commandant en de organisatie dat hierbij structurele begeleiding wordt aangeboden. Dat gebeurt nu. Ik roep iedereen dan ook op: maak er gebruik van. Pelotonsteamvorming (PTV) Het CLAS werkt al jaren aan teambuilding, maar vanwege de beperkte capaciteit werden die diensten alleen geleverd aan eenheden van compagniesniveau en hoger. Omdat gebleken is dat juist bij de groep junior leaders het van cruciaal belang is aandacht te besteden aan individuele groei en teamvorming, heeft het Kenniscentrum Leidinggeven en Ethiek de Pelotonsteamvorming (PTV) ontwikkeld. De PTV is een tweedaags programma voor pelotonscommandanten en hun kader. Onder begeleiding voert het team een aantal fysiek en mentaal actieve cases uit waarbij leidinggeven onder diverse omstandigheden en ook de sociale aspecten van leidinggeven aan de orde komen. In een veilige, goed gefaciliteerde omgeving kunnen deelnemers buiten de normale werkomgeving aan hun persoonlijke en teamcompetenties werken. De begeleiding geeft tijdens het programma direct terugkoppeling. Het programma is nog in ontwikkeling, de begeleiders worden nog opgeleid, maar in november volgde een peloton van 17 Pantserinfanteriebataljon Garderegiment Fuseliers Prinses Irene al een pilot van de Pelotonsteamvorming. Naar alle tevredenheid, volgens pelotonscommandant tweede-luitenant Andreas Tabor. De PTV gaf de mogelijkheid het dagelijkse werk los te laten en met de ploeg samen te zijn in een andere omgeving, heeft de luitenant ervaren. Het was ook confronterend omdat ik mezelf beter heb leren kennen. Ik heb redelijk wat handvatten gekregen om hiermee te leren omgaan. Het is een investering in jezelf, maar zeker ook in het team. Je hebt er altijd wat aan in de toekomst, ook als onze groep over anderhalf jaar uit elkaar valt en ieder zijn eigen weg gaat. Personal coach In 2009 wordt de personal coach geïntroduceerd binnen het CLAS. Een aantal leidinggevenden wordt opgeleid tot personal coach en leidinggevenden kunnen zelf gecoacht worden. De coach kan je in een aantal gesprekken helpen professioneel en persoonlijk te groeien en je leidinggevende competenties verder te ontwikkelen. De persoonlijke begeleiding is altijd toekomst- en oplossingsgericht. Leidinggevenden kunnen personal coaching aanvragen en de coach en de gecoachte hebben altijd een gelijkwaardige relatie. Rangen zijn daarbij niet van belang, de coach kan van elke eenheid afkomstig zijn en is dus meestal niet een directe collega. In de komende twee jaar worden ongeveer honderd leidinggevenden, zowel onderofficieren als officieren, opgeleid tot personal coach (als neventaak). In het eerste kwartaal van 2009 start de eerste opleiding. Gedurende twee jaar zullen meerdere opleidingen volgen. Als leidinggevende kun je je aanmelden voor deze opleiding. Begin 2009 verschijnt een Infoop met informatie over het profiel van de kandidaat-coach, de aanmeld- en selectieprocedure en de opleiding. Pilot Persoonsgebonden Budget Leidinggevenden De pilot Persoonsgebonden Budget Leidinggevenden (PGBL) is bedoeld voor leidinggevenden van sergeant tot generaal. Het idee achter de proef is dat leidinggevenden de mogelijkheid krijgen om zich persoonlijk te ontwikkelen als leider. Cursussen of opleidingen waar Defensie niet in voorziet, maar die noodzakelijk worden geacht voor een beter functioneren, kunnen uit dit budget worden betaald. Afspraken hierover worden gemaakt in het functioneringsgesprek. In 2009 wordt gestart met een defensiebrede pilot. Ongeveer 150 leidinggevenden van het CLAS worden benaderd voor dit project. Per persoon wordt maximaal 1500 euro begroot. Doel van de pilot is om vast te stellen of het Persoonsgebonden Budget Leidinggevenden concreet bijdraagt aan een nog betere ontwikkeling van de leidinggevenden binnen de organisatie. Een projectgroep onder verantwoordelijkheid van het Kenniscentrum Leidinggeven en Ethiek stuurt en evalueert de testfase. Eind 2010 wordt besloten of het PGBL voor alle leidinggevenden wordt ingevoerd. LANDMACHT DECEMBER 2008 7

N ATIONALE OPERATIES: MEER DAN ZANDZAKKEN VULLEN Structurele rol bij rampenbestrijding Het is mistig op de Lekdijk. Aan de ene zijde stroomt de Lek door witte wolkenflarden, aan de andere kant in het graslandschap zijn vaag de schimmen van statige boerderijen te zien. Vanuit de mist verplaatst een peloton van 220 Transportcompagnie zich in rap tempo over het dijkpad. Er is werk aan de winkel, het achterland is in last. Het onheilspellende aangezicht is ideaal voor het dreigende rampscenario bij het onschuldige Zuid-Hollandse dorpje Hagestein, op deze vroege dinsdagochtend van de landelijke rampenoefening Waterproef. Het scenario: het snel stijgende water van de Lek bedreigt de bevolking van het gebied achter de dijk, met de stad Leerdam als grootste slachtoffer. Waterproef is de verzamelnaam van de grote landelijke oefening die de Taskforce Management Overstromingen in de eerste week van november houdt. Waterproef is een oefening waarin bestuurders samen met hulpdiensten en informatieleveranciers moeten bedenken welke maatregelen nodig zijn om de schade van een overstroming te beperken. Defensie is daarbij een partner, op lokaal, regionaal en nu ook landelijk niveau. De oefening behelst drie watersnoodscenario s, verspreid over meerdere dagen: eerst wordt de Nederlandse kust bedreigd, vervolgens oefenen de regio s rond de grote rivieren (onder andere in Hagestein en Leerdam) en aansluitend vindt een overstroming van Flevoland plaats. In die scenario s worden de diverse hulpinstanties getest op hun samenwerking, de onderlinge verhoudingen en communicatie at the job. De focus van de landelijke oefenweek Waterproef ligt bij de aansturing van meerdere hulptroepen. Centrale uitdagingen: wie doet wat en wie voert daarbij het commando? Landelijk Rampenbestrijding kent meerdere niveaus. Op het hoogste nationale niveau beslist de minister van Binnenlandse Zaken. Het Landelijk Operationeel Coördinatiecentrum (LOCC) voorziet de minister van informatie. In de week van Waterproef staat in de achtertuin van het LOCC in Driebergen een groep boogtenten opgesteld. Een afvaardiging van de staf van 101 Gevechtssteunbrigade heeft er haar bivak opgeslagen, aangevuld met functionarissen van 1 Logistieke Brigade en andere krijgsmachtdelen, enkele reserveofficieren en civiele deskundigen. Samen vormen zij de Staf Grootschalige Evacuaties (SGE), dat het Landelijk Operationeel Coördinatiecentrum van een plan voorziet voor een grote, bovenregionale evacuatie. Zo krijgt de minister, die politiek hoofdverantwoordelijk is bij grote rampen, een kant-enklaar draaiboek in handen met daarin alle middelen en beperkingen voor een grootschalige evacuatie verwerkt. De Staf Grootschalige Evacuaties is belast met de operationele planning van grootschalige evacuaties en kan worden verzocht daar leiding over te geven, legt overste Schoonderbeek, waarnemend commandant van 101GSB uit. Schoonderbeek zit zelf namens het De landelijke overstromingsoefening Waterproef testte begin november de samenwerking tussen en de aansturing van hulpinstanties bij calamiteiten. De landmacht doet structureel mee aan de nationale rampenbestrijding en na Waterproef zijn bestuurders en werklui het met elkaar eens: de militaire hulp is meer dan welkom. We doen veel meer dan zandzakken vullen. EEN RESERVIST VAN 20 NATRESBATALJON VOERT OVERLEG MET DE MOBIELE EENHEID TIJDENS DE EVACUATIE VAN WIJK NOORD IN LEER- DAM, ALS ONDERDEEL VAN DE NATIONALE OEFENING WATERPROEF. LUITENANT JASPER JANSEN (MIDDEN), PELOTONSCOMMANDANT VAN 220 TRANSPORTCOMPAGNIE, BRENGT DE OPDRACHT VAN HET WATERSCHAP OP DE LEKDIJK OVER AAN ZIJN MENSEN. LANDMACHT DECEMBER 2008 9

EEN LOTUS-SLACHTOFFER IS IN GOEDE HANDEN. DE MILITAIREN VAN 410 GENEESKUNDIG OPVANG- EN AFVOERCOMPAGNIE WERKEN SAMEN MET CIVIEL AMBULANCEPERSONEEL. SGE in de voor deze oefening in het leven geroepen Landelijke Operationele Staf (LOS). Dat is een adviesteam dat de minister bij landelijke rampen voorziet van operationele input. Als een stad moet worden geëvacueerd, wordt dat in de regio gecoördineerd. Maar als die tienduizenden mensen over de regiogrens worden gezet, heeft de volgende regio een uitdaging. En als je wilt evacueren, moeten de aanlooproutes niet worden bezet door veewagens die massaal koeien het gebied uitrijden. Dit soort bovenregionale en nationale aspecten kunnen wij coördineren. Het LOCC behandelt bijstandsaanvragen vanuit de regio s en bouwt het landelijk beeld op van de crisissituatie. De LOS adviseert het landelijke bestuur: de betrokken ministers die de knopen moeten doorhakken. En met succes. Minister Guusje ter Horst toont zich op de slotdag van Waterproef overtuigd van de militair operationele aanpak. Ze stuurt aan op een structurele inzet van een (nog op te richten) Landelijk Operationele Staf en een militaire benadering van rampenbestrijding. De militaire bijdrage aan een Landelijke Operationele Staf is ook volgens overste Schoonderbeek geslaagd. Ons militaire besluitvormingsproces is uitstekend geschikt om een crisis aan te pakken. Bovendien hebben we geen lokale of regionale belangen en zijn we mobiel en zelfvoorzienend. En de civielmilitaire samenwerking verliep prima. Of het nu de oefenevacuatie van een woonwijk in Leerdam betreft, of het evacueren van een hele provincie bij een echte ramp: de LOS en de SGE ondersteunen met advies en de aansturing bij de uitvoering. En met 4600 militairen op korte termijn beschikbaar Minister wil militaire aanpak bij rampbestrijding (zie kader Koninklijke weg), kunnen zij bij een ramp van nationale omvang op afdoende militaire steun rekenen. Wij kunnen en doen wat de minister wil, zegt overste Schoonderbeek. We zorgen voor een adequaat advies. Als de verantwoordelijke minister twijfelt over een beslissing, geven wij aan welke momenten cruciaal zijn om keuzes te maken. Na elk van die momenten verandert de situatie aanzienlijk. Als een dijk dreigt door te breken, heb je nog meerdere keuzes. Als de dijk doorgebroken is, zijn er al minder opties. Een besluit nemen heeft een effect, maar geen besluit nemen heeft ook een effect. En er zijn uiteindelijk drie opties: niet evacueren, het hele gebied evacueren en alleen de niet-zelfredzamen evacueren. Wat betreft de uitvoering maakt het ons niet uit, wij houden rekening met elk scenario. Veiligheidsregio De inzet van de LOS en de SGE is een proef met nationaal operationele sturing tijdens een calamiteit die de grenzen van een regio overschrijdt. Voor regionale rampen is het land verdeeld in 25 veiligheidsregio s, waarin diverse hulpinstanties zijn verenigd in Regionale Beleidsteams (RBT s) en Regionale Operationele Teams (ROT s). Defensie heeft in beide teams een structurele plaats. In het RBT zitten vertegenwoordigers van politie, brandweer en gemeenten. De burgemeester van de grootste gemeente in het gebied stuurt het RBT aan en neemt de beslissingen. De commandant van het RMC maakt ook deel uit van het beleidsteam. De militaire inbreng is erg nuttig omdat daarmee defensie-expertise direct ter beschikking Minister Guusje ter Horst van Binnenlandse Zaken wil de landelijke rampenbestrijding strakker organiseren. Ze wil een bevelstructuur opzetten die lijkt op de wijze waarop militairen problemen aanpakken. De minister toonde zich op de slotdag van de landelijke oefeningsweek tevreden over de militaire aanpak tijdens de proef met de Landelijke Operationele Staf, die de besluitvorming op nationaal niveau ondersteunde. We zijn een land van polderen, maar bij het bestrijden van een ramp is daar geen tijd voor, sprak de minister. Er moet een duidelijke bevelstructuur komen, waarbij iemand snel en duidelijk de knoppen doorhakt, vergelijkbaar met een militaire operatie. is in het besluitvormingsproces, zegt majoor Robbert van der Waal, Hoofd Nationale Operaties RMC West. Het ROT zorgt er vervolgens voor dat de beslissingen van de RBT door de hulpdiensten worden uitgevoerd. Een veiligheidsofficier van het RMC is in het operationele team vertegenwoordigd. Niet alleen tijdens calamiteiten, zegt majoor Van der Waal. Hij praat namelijk wekelijks mee bij overleg van het ROT. Het beeld dat wij alleen maar zandzakken vullen is misplaatst. We doen veel meer: we werken mee aan preventie, het opleiden en trainen en de evaluatie. We zijn goed in het managen van een crisis. Dat geldt tijdens de crisis, maar ook in het traject ervoor en erna. Dus ook in de koude fase hebben we een militaire meerwaarde. Wij spelen een structurele rol in rampenbestrijding. Ter plaatse De mistdeken bedekt nog steeds de weg over de dijk als rond het middaguur het alarm wordt gegeven dat de dijk gaat inzakken. Alle hulpverleners, waterschapsfunctionarissen en militairen, leggen het werk neer en spurten richting afgesproken punt, een paar honderd meter verder op een veiliger punt van de dijk. Kijk, iedereen doet dan toch even hakken-billen, constateert tweede-luitenant Jasper Jansen, pelotonscommandant van 220 Transportcompagnie, tevreden. Niemand die traag reageert, iedereen houdt zich aan de afspraken. Er wordt ook erg hard gewerkt. Ze nemen deze oefening serieus. Dat is maar goed ook, want elke oefening is voor ons een waardevol leermoment. Nationale Operaties is en blijft een van onze drie hoofdtaken. De aandacht gaat uit naar Afghanistan, maar wij beseffen ons dat ook voor rampsituaties in Nederland geldt: wij zijn er van. Jansen meldde zich aan het begin van de ochtend in de als COPI dienstdoende bouwkeet (Commando Plaats Incident). Daar geven de functionarissen van het Waterschap Rivierenland hun instructies. De actie op hun dijk wordt zoals het hoort door de civiele autoriteit aangestuurd. De verantwoordelijke club voert aan, de andere teams - waaronder de militairen ondersteunen. Terwijl in Leerdam s middags wordt geoefend met de gevolgen van het inzakken van de Lekdijk (een afvaardiging van 410 Geneeskundig Opvangen Afvoercompagnie helpt de bewoners van een verpleegtehuis evacueren, 20 Natresbataljon ondersteunt de ME bij de evacuatie van een woonwijk), wordt op de dijk het commando endex gegeven. Hoewel de dijk in het oefenscenario is bezweken, is de operatie geslaagd. Het gaat opvallend eenvoudig, vindt Willie Ariëns, teamleider van het verantwoordelijke Waterschap Rivierenland en commandant van de oefening op de dijk. De militaire aanpak bij een calamiteitenbestrijding blijkt niet alleen op ministerieel niveau te worden gewaardeerd. Ook op de werkvloer zijn de gevechtstenues graag geziene verschijningen. Het inpakken van de dijk is boven verwachting snel gegaan, zegt Ariëns. De gestructureerde wijze van werken is een groot voordeel in deze oefening, die toch een groot realiteitsgehalte heeft. Het is voor mij bijzonder dat onze opdracht aan een commandant razendsnel wordt omgezet in een efficiënte taakverdeling tussen 75 manschappen. Er wordt niet tegengesproken, er wordt geluisterd en gewerkt. De uitvoering verliep subliem. We hebben het in het verleden ook met waterschapspersoneel geoefend, maar de militairen deden het minstens net zo snel en netjes. De koninklijke weg De weg van aanvraag van militaire steun wordt ook wel de koninklijke weg genoemd. Civiele autoriteiten vragen bij een calamiteit steun. Dit gebeurt vaak na overleg met één van de Regionaal Militaire Commando s. Die zijn onderverdeeld in 25 veiligheidsregio s. Per veiligheidsregio zijn officieren verantwoordelijk voor de verbinding tussen dit militaire netwerk en de burgerinstanties. Wanneer een aanvraag op departementaal niveau wordt gehonoreerd, komt de operationele aanwijzing vanzelf weer bij één van de RMC s terecht. Volgens de afspraken over militaire capaciteiten, vastgelegd in de catalogus Intensivering Civiel Militaire Samenwerking, kan Defensie 4600 militairen inzetten. 1600 daarvan komen van eenheden met specifieke ondersteunende capaciteiten, bijvoorbeeld op het gebied van genie, staf, geneeskunde en logistiek. Verder kan Defensie binnen 48 uur nog een detachement van 3000 militairen leveren, die als handjes kunnen worden ingezet. De eerste 200 militairen worden binnen acht uur ingezet, binnen 24 uur staan er zeker 1000 klaar. De resterende 1800 militairen zijn na 48 uur beschikbaar. Het detachement kan zowel voor rampenbestrijdingstaken als voor bewakings- en beveiligingstaken worden ingezet. MILITAIREN VAN 101 GEVECHTSSTEUNBRIGADE AAN HET WERK BIJ DE STAF GROOTSCHALIGE EVACUATIES IN DRIEBERGEN. RESERVISTEN VAN 20 NATRESBATALJON ONDERSTEUNEN DE MOBIELE EENHEID BIJ DE EVACUATIE VAN WIJK NOORD IN LEERDAM - DE WOONWIJK WORDT AFGESLOTEN EN BEVEILIGD. LANDMACHT DECEMBER 2008 11

VOSS: VERBETERD OPERATIONEEL SOLDAAT SYSTEEM Meer comfort en betere afstemming uitrustingsstukken Meer bescherming en verbetering van de uitrusting van te voet optredende militairen. Dat is het doel van het project Verbeterd Operationeel Soldaat Systeem (VOSS). Wat kan de infanterist in de nabije toekomst zoal verwachten? Het pakezeleffect kunnen we niet helemaal wegnemen, maar we kunnen wel zorgen voor meer comfort, lichtere onderdelen en betere afstemming van het geheel. LUC DE BEER, PROJECTLEIDER VERBETERD OPERATIONEEL SOLDAAT SYSTEEM: WE WILLEN EEN ZO GOED MOGELIJK CONCEPT UITDOKTEREN, ZODAT ALLE MILITAIREN ZONDER PROBLEEM HUN SPULLEN KUNNEN OMHANGEN EN GEBRUIKEN. In de loop der jaren is het aantal uitrustingsstukken dat de militair met zich meedraagt flink gestegen. Deze zijn meestal niet op elkaar afgestemd, waardoor je het pakezeleffect krijgt, aldus Luc de Beer, projectleider VOSS. Met VOSS willen we, waar mogelijk, kilo s besparen, de uitrustingsstukken beter op elkaar stemmen en zodanig aan het lichaam hangen, dat de militair comfortabeler en effectiever kan optreden. Onlangs keurde de Tweede Kamer het project Verbeterd Operationeel Soldaat Systeem goed. Daardoor komt realisatie dichterbij. Vanaf 2011 moet VOSS instromen bij de verschillende krijgsmachtdelen. Op deze pagina s een eerste indruk van wat de militair kan verwachten. Smart vest Het smart vest is het platform voor alles dat op of aan het torso meegedragen moet worden. Het smart vest is daardoor bij wijze van spreken een systeem op zich. Zo is de drinkwatervoorziening direct beschikbaar via een slangetje dicht bij de mond en kan de rugzak handig aan het vest vastgeklikt worden. In eerste instantie is het smart vest bestemd voor infanteristen en verkenners van de gemechaniseerde brigades en de luchtmobiele brigade, de object-grondverdediging van de luchtmacht en mariniers. Het is mogelijk dat op termijn ook andere gebruikers aansluiten. C4I Command, control, computers, communication and intelligence; C4I zorgt ervoor dat een operatie in goede banen wordt geleid. Enkele onderdelen van de C4I-systemen zijn radio, kijker, GPS-ontvanger en voor de commandant een beeldscherm met overzicht van het gevechtsveld (situational awareness) en de mogelijkheid om opdrachten naar ondergeschikten te sturen. Op dit scherm is alleen zichtbaar wat bijvoorbeeld een groeps- of pelotonscommandant moet weten. Dit systeem staat in verbinding met het battlefield management system (BMS) in de voertuigen of bij de mariniers met het Bowman-systeem. Daardoor ontstaat één command and controlketen van hoog tot laag. Volgens De Beer bestaat het gevaar dat hogere niveaus zich bezig gaan houden met de manier van optreden op de lagere niveaus. Dat is nadrukkelijk niet de opzet. Iedereen doet wat hij moet doen. De extra informatie die deze systemen oplevert, is juist bedoeld om de militairen in het veld beter te kunnen ondersteunen, maar niet om op elkaars stoel te gaan zitten. Stroomvoorziening Alle apparatuur verbruikt vanzelfsprekend de nodige stroom. VOSS voorziet daarom in batterijen die alle elektrische apparatuur centraal van energie voorzien. Hoeveel batterijen meegenomen moeten worden, hangt af van de duur van de operatie en het voorbereid willen zijn op onverwachte gebeurtenissen. De Beer: Dit is geen nieuw vraagstuk. Hetzelfde geldt voor water en munitie bijvoorbeeld. Het is dan ook vooral een operationeel en logistiek aandachtspunt. Draag- en bepakkingssysteem VOSS stemt alles wat de militair meedraagt, zo goed mogelijk op elkaar af. Tot nu toe is het vaak zo dat de verschillende uitrustingsonderdelen los van elkaar worden ontwikkeld en er niet gekeken wordt naar hoe de militair deze het handigst kan meenemen. VOSS doet dat wel, met behulp van body mapping. TNO heeft onderzoek gedaan naar het menselijk lichaam en op welke plekken het best welke uit- rustingsstukken meegedragen kunnen worden. Daarbij is rekening gehouden met het comfortabel, effectief en snel kunnen beschikken over de diverse onderdelen. Samen met C4I is dit het meest complexe onderdeel van het smart vest, aldus De Beer. We moeten een hele populatie kleden, waarbij ieder individu zijn eigen lichaamsbouw en voorkeuren heeft. We willen een zo goed mogelijk concept voor iedereen uitdokteren, zodat alle militairen zonder probleem hun spullen kunnen omhangen en gebruiken. Ballistische bescherming In het smart vest vormen ballistische platen de bescherming van borst en rug; een onmisbaar element. Het is echter technisch ook mogelijk om armen en benen te beschermen. Dit kan niet met ballistische platen, omdat een militair zich dan niet meer kan bewegen, maar er zijn lichte materialen op de markt die bescherming bieden. De Beer: VOSS reikt een reeks van middelen aan; het is aan de militair om te beslissen wat hij en welke situatie wil gebruiken. Wil je ergens snel in en uit, dan kun je arm- en beenbescherming achterwege laten. In situaties met hoog risico voeg je ze wel toe aan je uitrusting. We doen nu onderzoek of we de uitrusting op deze manier zo flexibel mogelijk kunnen maken. Tijdens de realisatie van het project VOSS wordt ondersteuning geleverd vanuit het bureau Soldier Modernisation Programme (SMP), het KPU-bedrijf, C2Support Centre en het Logistiek Commando Woensdrecht. Helm Naast het Smart vest kent VOSS nog een ander hoofdcomponent: de helm. Kenmerken van de nieuwe helm zijn: licht, flexibel, schaalbaarheid van INFORMATIE EN ENERGIEVOORZIENING BIJ HET VERBETERD OPERATIONEEL SOLDAAT SYSTEEM, MET ONDER MEER EEN GPS EN KIJKER. beschermingsoppervlakte en integratie met andere middelen. De nieuwe helm is nog in ontwikkeling, maar duidelijk is al wel dat de basishelm een kleiner oppervlak zal hebben dan de huidige standaard helm. Een groot oppervlak is lang niet altijd handig. Als je de bevolking tegemoet treedt, wil je open en vriendelijk overkomen, legt De Beer uit. Vandaar dat er onderzoek wordt gedaan naar de schaalbaarheid van het oppervlak. Zo denken we aan een uitsparing in de nek, zodat je goed omhoog kan kijken en vanuit een liggende positie kunt vuren. Heb je dat niet nodig, dan kun je de nek met aanvullend materiaal alsnog beschermen. Voor de oren geldt eigenlijk hetzelfde. Door ze vrij te houden, kun je beter horen en signalen opvangen. Is bescherming noodzakelijk, dan kan hierin voorzien worden met aanvullende materialen. Losse onderdelen raak je echter snel kwijt. Daarom onderzoeken we of het überhaupt haalbaar is en op welke manier. Een ander onderzoek richt zich op het eventueel integreren van het vizier in de helm. Technisch is het mogelijk, maar voor De Beer is het de vraag of het operationeel noodzakelijk en kostentechnisch haalbaar is. LANDMACHT DECEMBER 2008 13

De Koninklijke Landmacht is voortdurend op zoek naar nieuwe enthousiaste collega s. De laatste ontwikkelingen op het gebied van werving. Het Vizier: gericht op specifieke interesses bij Landmacht Het Vizier, de gepersonaliseerde nieuwsbrief van de landmacht, is uit. Met de introductie van Het Vizier heeft de landmacht twee digitale nieuwsbrieven: de E-zine voor iedereen die op de hoogte wil blijven van ontwikkelingen en acties op www.landmacht.nl en Het Vizier voor mensen met specifieke interesses, zoals gevechtseenheden, logistiek en leidinggeven, die mogelijk bij de landmacht willen werken. Dankzij Het Vizier worden geïnteresseerden gericht van informatie voorzien. De lezers bepalen de informatie die ze ontvangen zelf. Ze kunnen hun interessegebieden aangeven door deze letterlijk in hun vizier te slepen. Vervolgens wordt in een database gezocht naar artikelen die aansluiten bij die behoefte. Met de gevonden berichten en aankondigingen wordt maandelijks een persoonlijke nieuwsbrief samengesteld. Het belangrijkste onderdeel van Het Vizier zijn de nieuwsberichten. Het is de bedoeling dat deze zo goed mogelijk aansluiten bij de wensen van de lezer. Aangezien de landmacht via Het Vizier ook gericht wil informeren over carrièremogelijkheden, is het van belang dat mensen hun profiel zo compleet mogelijk maken. Hoe meer ingevuld, hoe gerichter iemand geïnformeerd kan worden over nieuws, evenementen Mobiele banenbussen nieuw wervingsmiddel Banenwinkels zijn sinds kort ook mobiel. Wervers/chauffeurs van 140 Zware Transportcompagnie gaan met deze Mobiele Informatie Centra (MIC) het land in om nieuw personeel voor de KL te werven. In deze voertuigen wordt voorlichting gegeven en kunnen kandidaten meteen solliciteren of zich inschrijven voor verdere oriëntatie tijdens kennismakingsdagen bij brigades. Het is van groot belang dat eenheden samen met ons energie steken in het werven van personeel, vertelt luitenant-kolonel Ernst Lobbezoo, hoofd afdeling Personeelsvoorziening KL. Voor de beeldvorming bij evenementen en beurzen is het cruciaal dat militairen van operationele eenheden aanwezig zijn. Zij kunnen het beste een actueel beeld schetsen en vertellen hoe het is om als militair aan de slag te gaan. De afdeling Personeelsvoorziening KL van het CDC en het Operationeel Ondersteuningscommando Land (in oprichting) zullen samen de mobiele banenwinkels operationeel maken en houden. Bonus van 1000 bij binnenhalen nieuwe collega Defensiemedewerkers die een militair werven of een burger uit een schaarse categorie, kunnen aanspraak maken op een bonus van 1000 euro netto. Aan de regeling zijn wel een aantal voorwaarden verbonden. De werver ontvangt de bonus wanneer de geworven militair zijn opleiding heeft afgerond en begint met de vervulling van de toegewezen startfunctie. Als de opleiding van de militair langer dan één jaar duurt, wordt de wervingsbonus na één jaar uitgekeerd. De wervingsbonus voor een burgerambtenaar wordt uitgekeerd wanneer deze één jaar in dienst is. Defensiemedewerker kunnen één maal per twaalf maanden in aanmerking komen voor de bonus. Alle medewerkers hebben inmiddels thuis een brief gehad, plus een mapje met vijf wervingskaarten, die uitgedeeld kunnen worden aan vrienden, familie of kennissen. Op de kaart vullen defensiemedewerkers hun eigen gegevens in. De kandidaat die een wervingskaart heeft gekregen, gaat naar www.defensie.nl/wervingskaart, waar een sollicitatieformulier kan worden ingevuld. Meer informatie: Intranet > startpagina personeel > actuele thema s CLAS Infodagen 2008 Op 15 en 16 oktober vonden in Oirschot de jaarlijkse CLAS Infodagen plaats. Medewerkers van het CLAS én KLfunctionarissen van buiten het Commando Landstrijdkrachten werden bijgepraat over de nieuwste ontwikkelingen. Ook was er gelegenheid vragen te stellen aan de Commandant Landstrijdkrachten. Hieronder de vragen die nog niet beantwoord waren. Vraag van majoor Kuperus: Worden de eisen bij de werving van nieuw personeel lager? Antwoord: De functie-eisen zullen niet worden verlaagd. Wel wordt gekeken naar de manier waarop we mensen op dat eindniveau brengen. Dat brengt soms met zich mee dat we mensen met lagere eisen laten instromen in de opleiding en ze vervolgens op intensieve wijze begeleiden naar de eindstreep. Vraag van kolonel Jacobs: Hoe ziet de toekomstige toepassing van regionalisering eruit, bijvoorbeeld met functietoewijzing (met in het achterhoofd vermaatschappelijking van Defensie, minder verhuisbereidheid in verband met werkende partners)? Antwoord: Meer dan in het verleden, zal in opeenvolgende functies werken in een bepaalde regio bespreekbaar zijn. Mede daarom zal de loopbaanbegeleiding ook vanuit de regionale personeelsdienst gaan plaatsvinden. In de regio blijven werken is dus mogelijk, maar dat kan consequenties hebben voor de loopbaan. Wanneer iemand bijvoorbeeld opteert voor functies in een hogere rang, zal men intern moeten concurreren met collega s die wellicht een bredere ervaringsopbouw hebben en daarmee wellicht aantrekkelijker zijn. Vragen van onder meer kolonel Geerts en adjudant Van de Mispel: Wat doen wij nú aan het verloop van personeel? Antwoord: Behoud van personeel is van cruciaal belang. De irreguliere uitstroom van kader is op dit moment niet hoger dan afgelopen jaar. Er zijn extra maatregelen die bovenop het flexibel personeelssysteem en de maatregelen uit het Actieplan Werving en Behoud komen. Dit zijn de bindingspremies voor specifieke categorieën en op individuele basis. De tweede maatregel is het samen met de regionale personeelsdiensten houden van exit-gesprekken om beter in beeld te krijgen waarom mensen vertrekken. Ook worden de loopbaanmogelijkheden voor militair personeel momenteel opnieuw vormgegeven, om daarmee beter tegemoet te komen aan de wensen van het personeel. Vraag van adjudant Nieboer: Waarom is de Arbeidsplaatsenbank niet op orde? Antwoord: Aan de verbetering van de Arbeidsplaatsenbank wordt hard gewerkt. Overigens worden vrijwel alle functies tegenwoordig gepubliceerd en vanaf eind 2009 zal de intensivering van de loopbaanbegeleiding beslag hebben gekregen. Alle presentaties van de CLAS Infodagen zijn terug te lezen op intranet: Defensie Intranetportaal > Homepage KL > Belangrijke onderwerpen > CLAS Infodagen 2008 LANDMACHT DECEMBER 2008 15

Twee jaar TFU Every soldier a rifleman: absoluut Twee jaar is Nederland nu in Uruzgan. Wat heeft de Taskforce Uruzgan de provincie, de landmacht en de Nederlandse militair zelf opgeleverd? De antwoorden volgen in een drieluik. Deel drie: de winst voor de militair. GNK Eerste-luitenant Melanie van den Berg (tijdelijk kapitein tijdens uitzending) Maart - juli 2007 Commandant Role 2-hospitaal MILITAIR Het belangrijkste wat ik heb geleerd als commandant is dat we in de voorbereiding al iets moeten doen met echte patiënten, bijvoorbeeld tijdens een stage in een ziekenhuis. Met een LOTUS-slachtoffer leer je de skills en drills goed, maar de echte ervaring is toch heel anders. Ook de internationale samenwerking was nieuw. We deden veel met Amerikaanse en Australische collega s, leenden materiaal en deelden de poortdienst. Daarvan heb ik geleerd: een operatie is een operatie, in het Engels of Nederlands, met eigen of met geleend materiaal. In twee jaar tijd hebben duizenden Nederlandse militairen van diverse eenheden voet op Afghaanse bodem gezet. De lessen die ze er leerden waren talrijk; lessen voor hun professionele optreden, maar ook persoonlijke lessen. Als slot van het TFU-drieluik vertellen militairen van verschillende eenheden over de inhoud van hun rugzak toen ze naar Nederland terugvlogen. BATTLEGROUP Sergeant Erik Elferink Maart - augustus 2007 Groepscommandant 42 Painfbat BLJ, B-cie MILITAIR De druk was hoog in Afghanistan. Ik belandde in gevechtssituaties. Het zelfvertrouwen nam ook toe. Ik weet nu dat een bereden aanval zoals we hebben geoefend, ook werkt. Als groepscommandant merkte ik dat ik de soldaten niet steeds hoefde te vertellen dat ze hun wapenonderhoud moesten verrichten. Ze wilden zelf zeker weten dat het wapen vuurde wanneer het moest. Nu zie ik soldaten hun kennis overdragen aan nieuwelingen in de groep. Doe het zo, zeggen ze dan, want in Afghanistan redt dat je leven. MENS Ik heb niet iets tastbaars geleerd, het is meer een gevoel. Natuurlijk, eenmaal terug weet je centrale verwarming weer te waarderen. Af en toe denk ik nog wel terug aan Uruzgan, als ik een harde knal hoor of zo. We hebben veel geluk gehad, bedenk ik me dan. Voorlopig zit het er niet in, maar ik zou met plezier weer gaan. Dat is waar je het allemaal voor doet. BATTLEGROUP Korporaal Frank Korevaar Maart - augustus 2007 Plaatsvervangend groepscommandant 42 Painfbat BLJ, B-cie MILITAIR Alle basisgevechtstechnieken die ik ooit heb geleerd, heb ik ook toegepast. Ik was voertuigcommandant en plaatsvervangend groepscommandant. Ik werd vaak aangewezen om zelf de leiding te nemen. Dan merk je hoe belangrijk een goede voorbereiding is. Mijn inzicht is breder geworden. We hadden te maken met veel verschillende wapens en dienstvakken. Daardoor krijg je het grotere plaatje mee. MENS Ik maak me niet zo druk meer om kleine dingen. Die relateer ik aan de erge dingen die we daar hebben meegemaakt. Ook ben ik mijn thuisfront meer gaan waarderen. Deze uitzending had ik, in tegenstelling tot Irak, een vriendin thuis. Dat is toch even anders. De jongens uit mijn groep heb ik ook zien veranderen. Je ziet ze langzaam volwassener en zelfstandiger worden. We zien elkaar nog regelmatig. Onze band is hecht. MENS Ik ben nooit een drama queen geweest, maar ik ben sinds de eerste week in het uitzendgebied nog meer gaan relativeren. Als ik mensen hoor piepen over een klein wondje, denk ik: stel je niet aan. We hebben veel drama s gezien. Of het nu een militair is of een kind, het is altijd indrukwekkend. Bij een collega dacht ik wel: dit had ik ook kunnen zijn. Gelukkig ging de knop om tijdens het werk en realiseerde ik me pas in Nederland wat we in vredesnaam voor onze kiezen hadden gekregen. Ons voordeel was: wij konden iets met de misère. Korporaal Niels Nagelhout December 2007 - april 2008 Gewondenverzorger luchtmobiele hulppost MILITAIR TFU-5 was mijn tweede uitzending na TFU-1, waar ik veel werkte op het kamp. Nu was ik Primary Trauma Life Supporter in het voorterrein, waardoor ik me voornamelijk door de lucht heb verplaatst. Ik heb door de hele provincie Uruzgan gereisd. Dat betekent automatisch: meer risico. Keer op keer bleek hoe belangrijk het is dat je de protocollen kunt dromen en dat je de arts en AMV er onmiddellijk te hulp kunt staan. Deze ervaring draag ik graag over aan de jongens die nog worden uitgezonden. MENS Twee keer kort achter elkaar op uitzending, dat is best heftig. Ik merk dat ik in korte tijd veel volwassener ben geworden. Ik stap niet zomaar blind meer ergens in. Voor een uitzending is het erg belangrijk gezond van lichaam en geest te zijn en goed contact met je thuisfront te hebben. Mijn thuisfront heeft me volledig gesteund bij alles wat ik deed. Maar ook de jongens uit mijn groep waren een grote steun voor me. LANDMACHT DECEMBER 2008 17

GENIE Eerste-luitenant Albert Visser Pelotonscommandant 112 Pantsergeniecompagnie November 2007 - april 2008 MILITAIR Op uitzending ben je praktisch alleen maar operationeel bezig. Die rol is wel meteen cruciaal: ik adviseer en ondersteun mijn groepscommandanten met hun genieadvies en ben adviseur van de compagniescommandant van de infanterie. Op mijn adviezen moet blind vertrouwd kunnen worden. Ze moeten daarom volledig en juist zijn. Ik heb geleerd zelf altijd boven de stof te blijven staan, zodat je zelfverzekerd en overtuigend overkomt. Daardoor durfde ik beter beslissingen te nemen. Ik ben gegroeid. Het onzekere is er af, ik ben stelliger in mijn optreden en hak eerder knopen door. MENS Ik heb aan den lijve ondervonden wat de waarde van een goed thuisfront is. Als het thuis niet lekker draait, heeft dat impact op het eigen functioneren. Als pc heb ik gezien dat je een belangrijke rol speelt voor je mensen. Het geeft je ook een bepaald vadergevoel ; je biedt een luisterend oor en helpt waar nodig. Ik vind mezelf niet veranderd, maar ben wel een ervaring rijker. Ik heb daar mensen zien overleven met bijna niets. Ik heb kleine kinderen op blote voeten in de vrieskou zien lopen. Ik weet: dit is hoe zij leven. Dus ik heb geen medelijden, maar wel veel respect. Korporaal Bart Beekman Genist, 112 Pantsergeniecompagnie November 2007 - april 2008 MILITAIR De belangrijkste les is dat ik ervaring heb opgedaan in een uitzendgebied, dat ik me heb bewogen binnen een vreemde cultuur, dat ik vuurgevechten hebt meegemaakt en dat ik in al die nieuwe situaties m n werk heb uitgevoerd. Ik weet nu hoe het is om een IED te vinden en continu scherp te blijven tijdens het searchen. Je hebt je eigen leven in handen én dat van collega s. De ervaring van die ernst is de voornaamste les geweest en dat is ook wat ik nu overdraag. MENS Voor het geld zou ik niet nog een keer gaan, wel voor de zingeving. Ik heb mensen zien huilen van blijdschap toen we een brug hadden gebouwd. Dat doet je goed. Maar ik weet ook hoe het voelt om een collega te verliezen. Ik verwerkte dat door er maximaal over te praten. Stoer doen heeft geen zin, je moet alles lekker van je afpraten. Het heeft echt opgelucht. Daardoor ben ik geestelijk klaar voor m n volgende uitzending. Ik weet wat mij te wachten staat. Reactie TFU-adjudant Gé Zonneveld: Ik heb mensen zeker zien groeien Tijdens de missie in Uruzgan fungeert de TFU-adjudant als de ogen en oren van de commandant op de werkvloer. Adjudant Gé Zonneveld zag in die functie tussen juni 2007 en februari van dit jaar vele mensen groeien. Hij reageert op de militaire lessen van de geïnterviewde militairen. In de militaire lessen herken je duidelijk drie rode draden, stelt de adjudant. Iedereen erkent het belang van een goede voorbereiding, ze dragen allemaal hun opgedane kennis over en ze hebben allen geleerd van het werk om het echie, zowel binnen als buiten de poort. Alle drie de punten herken ik uit mijn periode. Aan de winst van de echte operationele ervaring koppelt de adjudant meer leerpunten. Het personeel hoef je echt niet meer te motiveren, dat is het al. En iedereen ziet de ernst van de zaak in. Dat de opgedane lessen worden doorgegeven aan de opvolgers, is voor Zonneveld een kostbaar goed. De situatie in Uruzgan verandert voortdurend en snel, onze werkwijze en protocollen dus ook. We searchen bijvoorbeeld nu totaal anders dan twee jaar geleden. Dat wij tijdens de hoto-periode (hand over, take over, red.) onze kennis overdragen is goed. Maar de uitdaging is om de mensen ook in Nederland met actuele informatie op te leiden en ze up-to-date die kant opsturen. Zonneveld signaleert tot zijn tevredenheid tot twee keer toe de kreet every soldier a rifleman. Iedereen die buiten de poort komt, zal zijn skills en drills moeten kunnen toepassen. Toen ik met een SUA (Smallest Unit of Action, red.) meereed, stond ik ook achter een mitrailleur te beveiligen. De commandant van het lange konvooi was een jonge luitenant. Dit is wel even iets anders dan in Nederland, zei hij. Tijdens mijn eindoefening heb ik één keer met vier YPR en over de Leusderheide gereden. Nu met een heel konvooi door de woestijn. Dus: ik heb mensen zeker zien groeien. VERBINDINGEN Sergeant Mark Kapitein Commandant radiogroep staf 11LMB Juli - november 2007 MILITAIR Wij zorgden voor alle radioverbindingen. Als je de poort uit gaat, ben je tijdens de rit geen verbindelaar, maar infanterist nummertje zoveel. Je moet voorbereid zijn, every soldier a rifleman. In Nederland heb je één radiosysteem, daar minstens vijf die je moet kennen. We hebben veel training at the job gedaan, ter plaatse in de boeken duiken om uit te zoeken hoe een systeem werkt. De staf is afhankelijk van zulke systemen, dus er stonden regelmatig officieren voor m n deur. Dat was soms wel zweten, maar je leert onder druk kalm en redelijk te blijven. Ik kan niet meer doen dan mijn best. MENS We hebben een aantal collega s verloren, daar word je soms wel angstig van. Ik was elke keer weer opgelucht als mijn mensen weer veilig terugkwamen. Over de angsten hebben we heel veel met elkaar gepraat. Wat als er iets gebeurt? Dat werd door niemand als raar ervaren. Ik heb tijdens deze missie geleerd: hoe stoer je ook doet of bent, er komen toch emoties bij je los. LOGISTIEK Majoor Rob Bakker November 2007 - april 2008 Commandant LSD MILITAIR Wat nieuw voor mij was, is dat ik in de voorbereiding alle contactdrills geoefend heb. Ik vind namelijk dat elke militair, ook al is de kans klein dat hij of zij buiten de poort optreedt, zijn skills en drills moet kennen. Als commandant LSD heb ik mijn mensen boven zichzelf uit zien stijgen. De chauffeurs van het transportpeloton deden reparaties die in Nederland worden uitbesteed aan externe bedrijven. De mensen in het hospitaal hebben te maken gehad met de meest erge operaties en verwondingen, bij kinderen en volwassenen. Alle respect. MENS Door de missie heb ik mezelf nog beter leren kennen. Ik ben perfectionistisch en dat kwam er tijdens en na deze uitzending weer duidelijk uit. Dat zorgde ook voor valkuilen. Na de missie was ik wat sneller geïrriteerd. Uiteindelijk is de missie heel positief voor mij geweest, omdat ik nu nog beter weet wie ik ben en hoe ik reageer. Deze missie heeft voor mij bevestigd dat de mens de belangrijkste schakel in onze organisatie is. Open en eerlijke communicatie is daarbij ontzettend belangrijk, net als teamvorming. LOGISTIEK Korporaal der eerste klasse Rob van der Meijde (tijdelijk sergeant tijdens uitzending) Plaatsvervangend groepscommandant 120 transportcompagnie December 2007 - april 2008 MILITAIR Every soldier a rifleman, absoluut. Denk niet: ik blijf lekker in de Scania zitten. Train als infanterist en blijf scherp. Zelf ben ik 21 keer de poort uit geweest. Natuurlijk, dat is in het begin best spannend, maar iedereen was goed voorbereid en gemotiveerd. Daardoor was het ook wel heel leuk. Mijn groep zorgde voor de bevoorrading van vooruitgeschoven posten. Onderweg zijn we zelf uitgestegen om mee te gaan searchen, om de grote colonne beter beveiligd te krijgen. Allemaal vaardigheden die ik nog nooit echt had uitgevoerd. Een soldaat uit mijn groep heeft tijdens een overnachting een IED gevonden. Ik denk nog wel eens: als hij die niet gevonden had, was ik er misschien niet meer geweest. MENS Ik ben dingen in het leven veel positiever gaan bekijken. Je gaat zaken toch relativeren als je ziet hoe slecht de mensen het daar hebben. Ik denk dat ik ook serieuzer ben geworden. Soms denk ik: ik had er ook niet meer kunnen zijn. Vooral nu ik een kleintje heb. De uitzending is goed geweest voor mij als mens én voor mijn carrière. Het leidinggeven is mij goed bevallen. Ik weet nu zeker dat ik naar de KMS wil. Reactie aalmoezenier Mark Lieshout: Skills en drills voor je eigen leven Aalmoezenier Mark Lieshout van het veteraneninstituut ziet en spreekt veel militairen na hun uitzending. Voor de meeste mensen geldt gelukkig dat uitzendervaringen hun leven verrijken, concludeert hij uit de reacties van de militairen van de TFU. Op een of andere manier geeft een uitzending ze skills en drills voor hun eigen leven. Aalmoezenier Lieshout herkent de ervaringen van de mensen die aan het woord komen in eerdere verhalen die hij te horen kreeg. Militairen komen voor beslissingen te staan die gaan over leven en dood. Je rouwt om het verlies van een maatje en realiseert je tegelijkertijd hoe kwetsbaar je eigen leven is. De mensen leren in het missiegebied hoezeer ze elkaar nodig hebben. En ze ervaren wat solidariteit ten diepste betekent: om elkaar geven en voor elkaar opkomen. Maar evenzeer: terechtwijzen, behoeden voor kwaad of erger. Nog een grote gemene deler in de reacties: het relativeren van de eigen zorgen. Lieshout: Je leert hoe goed we het thuis hebben, beseft hoe waardevol het is in een land te wonen waar koppen tellen belangrijker is dan koppen snellen. Maar ook dat we ons in Nederland druk maken om onbenullige zaken, zoals de goede kleur sok in de goede waszak. De zingeving van het werk dat we ver van ons bed verrichten, is voor militairen een belangrijke motivatie om de zware taak te aanvaarden, stelt de aalmoezenier vast. Onze mensen lopen tegen dingen aan die ze nog voor onmogelijk hielden. Ze worden geconfronteerd met menselijk leed. Beelden zetten zich af op hun netvlies en veranderen hun leven. Maar de lach van een Afghaans kind maakt een dag goed. Een geslaagd project, hoe klein ook, maakt de militair trots. Ze leren daardoor dat je niet per se bergen hoeft te verzetten om de wereld een stukje leefbaarder te maken. De aalmoezenier wijst er ten slotte op dat niet voor ieder militair een uitzending verrijkt. Zij die lijden aan een uitzending, lichamelijk of psychisch, moeten wij met zorg omringen. En die zorg is er inmiddels op alle fronten. LANDMACHT DECEMBER 2008 19

45 PANTSERINFANTERIEBATALJON REGIMENT INFANTERIE ORANJE GELDERLAND Waakzaam en stoutmoedig Landmacht brengt elk nummer een eenheid onder de aandacht in de rubriek Eenheid in Beeld. Deze keer is het de beurt aan 45 Pantserinfanteriebataljon Regiment Infanterie Oranje Gelderland (45 Painfbat RIOG) uit Ermelo. GESCHIEDENIS Het Regiment Infanterie Oranje Gelderland (RIOG) behoort tot de oudste Nederlandse infanterieregimenten. De naam is ontleend aan een eenheid, dat in betaling stond van (het Gewest) Gelderland. Dit Gewest maakte deel uit van de Republiek der Verenigde Nederlanden. In 1722 kwam het regiment in handen van prins Willem IV van Oranje, waarna het Oranje-Gelderland ging heten. Vanaf 1815, het geboortejaar van het huidige koninkrijk, werden de infanterieregimenten met een nummer aangeduid. In 1950 werden opnieuw naamregimenten ingevoerd. Een hiervan, het RIOG, kwam in de plaats van 5 Regiment Infanterie (5 R.I.) en zette de traditie van 8 R.I. voort. Beide onderdelen hadden een nauwe band met Gelderland en Utrecht. Zoals alle naamregimenten geldt het RIOG als traditie-eenheid, waaraan enkele tactische eenheden zijn verbonden. Als onderdeel van de op te richten 4e Divisie, werd in 1952 423 Bataljon Infanterie Oranje Gelderland opgericht. In 1957 werd de naam gewijzigd in 45 Bataljon Infanterie Oranje Gelderland. In het kader van de motorisering veranderde de naam in 1964 in 45 Pantserinfanteriebataljon RIOG. Dit bataljon werd in 1991 aan het Regiment van Heutsz gekoppeld en in 1994 opgeheven. 45 Painfbat is op 16 september 2006 officieel heropgericht en verbonden met het eveneens heropgerichte RIOG. Een deel van de eenheid is afkomstig van 41 Gemechaniseerde Brigade uit Seedorf, die op 6 mei 2006 is opgeheven. De huidige bataljonscommandant en tevens regimentscommandant is luitenant-kolonel Frank Overdiek. De bataljons- en regimentsadjudant is adjudant Peter Puijk. STANDPLAATS EN TAKEN 45 Painfbat RIOG maakt deel uit van 43 Gemechaniseerde Brigade. De infanteristen schakelen doelen uit en zuiveren en bezetten moeilijke terreinen zoals bossen, dorpen en steden. Hiervoor zijn ze uitgerust met een grote verscheidenheid aan wapens zoals mortieren, mitrailleurs, snelvuurkanonnen en antitankwapens. Gepantserde rupsvoertuigen, eigen verbindingsmiddelen en nachtzichtapparatuur maken het de infanterie mogelijk bij dag en nacht op te treden in vele soorten terreinen. De infanteristen van 45 Painfbat werken met het gepantserde rupsvoertuig YPR, dat vervangen zal worden door de CV90. Het oude 45 Painfbat RIOG had de Johan van den Kornputkazerne in Steenwijk als thuisbasis. Met de huidige standplaats, de Generaal Spoorkazerne in Ermelo, is het regiment teruggekeerd naar de provincie Gelderland, waarmee het traditioneel verbonden is. WAPENFEITEN 8 R.I. heeft in 1940 het grootste aandeel gehad bij de verdediging van de Grebbeberg tegen de Duitse troepen. Het regiment kreeg daarbij grote verliezen te incasseren Het 8 R.I. verloor 189 man, onder wie twee bataljonscommandanten. Na de oorlog kregen 37 militairen van het regiment, van wie een aantal postuum, de Militaire Willemsorde uitgereikt, de hoogste Nederlandse dapperheidsonderscheiding. Na WOII zijn beide regimenten (5 en 8 R.I.) actief geweest in het toenmalige Nederlands-Indië. Ook zijn enkele eenheden onder de vlag van Oranje Gelderland ingezet in Suriname (Troepenmacht in Suriname (TRIS) 1957 1975) en Nederlands Nieuw-Guinea (6 Infanterie Bataljon, 1960 1962). 45 Painfbat vormde in 2008 de kern van de Battlegroup van de Taskforce Uruzgan. TRADITIES Het RIOG houdt onder meer de tradities levend van de eerste bataljons van 5 R.I. en 8 R.I. die in Indonesië waren ingezet; het krokodillenbataljon (stoutmoedig) en het haantjesbataljon (waakzaam). Beide begrippen zijn opgenomen in het devies van het RIOG. De A-compagnie van 45 Painfbat heeft de tradities van 5 R.I. overgenomen en is nu de krokodillencompagnie. De C-compagnie heeft de tradities van 8 R.I. overgenomen en vormt de haantjescompagnie. De B-compagnie heeft gekozen voor de leeuw, en de staf van 45 Painfbat voor de pauw. De haantjescompagnie heeft ook een levende versie van de mascotte. De commandant was blij verrast toen hij zag dat compagniesleden in hun vakantie een kippenhok hadden gebouwd. De haan, EENHEID AAN HET WOORD Korporaal der eerste klasse John Kannegieter Plv. voertuigcommandant A-cie Ik ben trots op mijn bataljon. Het was zeker niet makkelijk in het begin. Nieuwe, onervaren mensen en beperkte middelen. Maar we hebben twee jaar keihard gewerkt, en waren begin dit jaar helemaal klaar voor onze uitzending naar Deh Rawod. Ik heb het volste vertrouwen, zowel in mijn eigen kunnen als in het optreden van het bataljon. Ik koos destijds bewust voor 45 Painfbat. Een nieuw bataljon biedt veel interessante mogelijkheden. En de infanterie, dat is toch een bepaald leventje. Dat trekt mij wel. Adjudant Corné Brands Stafonderofficier S3 Wat mij zo aanspreekt aan 45 Painfbat is het wij-gevoel. Iedereen was nieuw twee jaar geleden, en kijk wat we bereikt hebben: ruim zeshonderd man die een uitzending in Uruzgan hebben gedraaid. We zijn in twee jaar vier keer naar een ander gebouw verhuisd, maar je hoort nooit iemand klagen. Dat is de mentaliteit hier: niet zeuren, maar doen. Daar ben ik trots op. Bovendien is 45 Painfbat een gezellig en gemoedelijk bataljon. Ondanks de centrale ligging, slaapt 85 procent binnen. Dat zegt wat over de sfeer hier. met de naam Columbus, voert nu de regie over een aantal hennen in Ermelo. Jaarlijks op tweede pinksterdag wordt de strijd van 8 R.I. om de Grebbeberg in de meidagen van 1940 herdacht, in aanwezigheid van het regimentsvaandel. VAANDELS EN EMBLEMEN Het vaandel van Oranje Gelderland is als enige vaandel van de Koninklijke Landmacht versierd met het Zilveren Kruis, als herinnering aan de deelname aan de Slag bij Waterloo. Ook voert het vaandel het opschrift Grebbeberg 1940. Het embleem van het RIOG is afgeleid van het familiewapen en het helmteken van de hertogen van Gelre (Gelderland). Het bestaat uit een witte pauwenstaart met zeven veren die het wapenfiguur, de gekroonde dubbelstaartige leeuw, waaiervormig omsluiten. LIEDEREN EN GEBRUIKEN Het jonge 45 Painfbat heeft geen eigen lied. Wel is er een mars dat bij het regiment hoort en dat bij beëdigingen gespeeld wordt. Deze mars heet Le Courageux, de Moedige. In de karaktereigenschap die aan deze naam is verbonden, kunnen de militairen van 45 Painfbat RIOG zich prima vinden. Eerste-luitenant Vincent Warbout Commandant 2e peloton A-compagnie We hebben aan een half woord genoeg. Iedereen kent elkaar en kan goed met elkaar opschieten. Naast het serieuze werk, lachen we heel wat af. Ik koos na de KMA en de VTO bewust voor 45 Painfbat in Ermelo. Ik vond het een uitdaging om met z n allen een nieuw bataljon van de grond te krijgen. Er waren in het begin maar weinig soldaten met ervaring. Dat betekende: veel trainen en opbouwen. Daardoor is mijn compagnie nu een van de best getrainde compagnieën. De sfeer en de motivatie hier zijn geweldig. LANDMACHT DECEMBER 2008 21

R ECONSTRUCTIE TIC: NAUWE SAMENWERKING GRONDTROEPEN EN LUCHTSTEUN Zo dichtbij vuren we liever niet Eenheid 3.1 van de Battlegroup loopt een patrouille door de Baluchivallei in Uruzgan. Opstandelingen openen het vuur. Wat volgt, zijn hevige gevechten met soms niet meer dan een deur ertussen. In nauwe samenwerking met te hulp gekomen Apachegevechtshelikopters, krijgt 3.1 uiteindelijk overwicht. Een impressie van een ongebruikelijk gevechtscontact van de Charlie Tijgercompagnie met luchtsteun van 301 Squadron. Tegen kwart over elf s ochtends komt de melding binnen bij het Apachedetachement op Tarin Kowt: grondtroepen onder vuur. Dat het een spannende patrouille kon worden, was vooraf bekend en de oproep komt dan ook niet helemaal onverwacht. De vliegers zijn al omgehangen en de kisten staan klaar met de helmen erin. Kapitein Roland, sectionleader en frontseater in de Apache: Op het moment dat de toeter gaat, doe je alles op de automatische piloot. In de lucht hoorden we via de radio al dat het spannend was beneden. De Forward Air Controller van de grondeenheid, die de mortieren en luchtsteun aanvraagt en uitvoert, praatte onze twee Apaches ernaartoe. Zintuigen op scherp De mannen op de grond leveren op het moment van de aanvraag al een paar minuten hevig strijd. We kregen de avond ervoor al indicaties dat de Taliban dreigingen uitte, vertelt de pelotonscommandant, eerste-luitenant Barry. De volgende dag splitst de eenheid zich op in drie groepen. De Alpha-groep blijft meer in een overzichtspositie in het oosten terwijl de Bravo- middendoor en de Charliegroep in het westen verder het gebied intrekken. Een compagniesreserve staat op afstand klaar om bij te staan wanneer nodig. Het gebied bestaat uit open velden, maïsvelden, bomen en quala s, alles bij elkaar niet meer dan een halve vierkante kilometer groot. Het is er bijna uitgestorven en de lokale mensen zijn niet echt vriendelijk. Barry: Ideaal voor een hinderlaag. Bij ieder stap weet je, het is gewoon niet pluis. Als de voorste twee man van de Bravo-groep voorbij een quala lopen, wordt het vuur op ze geopend. Op vijf meter afstand schiet een opstandeling met een AK-47 vanuit een deuropening. Barry loopt erachter en hoort de afstand die wordt geroepen. Vijf meter, denkt hij, dat kan niet en geeft vijftien meter door over de radio. Dit is voor de Apaches het moment dat ze de lucht in gaan. De kogels komen inmiddels ook vanuit het maïsveld en de bomen verderop. Barry: Je hoorde de kogels en zag de stofwolkjes van de kogelinslagen tussen ons in op de grond. Dan staan al je zintuigen op scherp en al die drills die je geleerd hebt, blijken ergens goed voor. De groep gaat meteen in dekking en vuurt terug. Jager der eerste klasse Niek loopt op dat moment met de Charlie-groep zo n twee- tot driehonderd meter verderop en hoort de schotenwisseling. Waar hij stiekem blij was dat er wat gebeurde, hoopte de infanterist ook dat alles goed zou aflopen. Niek: Tot je twintig seconden later zelf onder vuur ligt. Dan denk je daar niet meer aan. Vanuit het maïsveld en een qualadeur wordt er op ze geschoten. Ik zag mijn collega door de deur terugvuren. Via een muurtje ben ik op het dak van de quala geklommen. Omhoog kruipend en tijgerend probeerde ik iets te zien. De drill om de Minimi neer te leggen en er met mijn hoofd omhoog achter te zitten heb ik moeten loslaten, omdat DICHTE BEGROEIING WORDT AFGEWISSELD MET OPEN TERREIN. LUITENANT BARRY LAAT ZICH ALS PELOTONSCOMMANDANT CONSTANT OP DE HOOGTE HOUDEN VAN DE POSITIE VAN ZIJN MANNEN. BEELD GEMAAKT MET DE DAGCAMERA VAN DE APACHE TIJDENS DE ACTIE TEN NOORDEN VAN DE VALLEI. LANDMACHT DECEMBER 2008 23

ik steeds als ik mijn hoofd oprichtte werd beschoten Om een andere positie in te nemen, ben ik steeds omgerold zoals je ze in computerspelletjes en films ziet doen. Kruisvuur Ook de Bravo-groep gaat een quala binnen om dekking te zoeken. Barry: Bij het huis troffen we een oude man en drie kleine hummeltjes aan. Volgens onze inschatting om de opstandelingen te beschermen. Een klein meisje in een rode jurk liep heen en weer op het binnenpleintje van de quala. Als het vuur blijft toenemen, meldt de groepscommandant dat ze het met het aantal mannen en de kinderen in de buurt niet gaan fiksen in de grote quala. Dat is geen prettige melding voor een groepscommandant. Besloten wordt de compagniesreserve te laten steunen bij de Charliegroep. Als deze de overwatch verlaat, wordt ook de Alpha-groep, die in de ondersteunende rol zit, onder vuur genomen met klein kaliberwapens. Later zetten zij de MAG en 40 mm granaatwerper in om zichzelf en de andere groepen bij te staan. Als de Bravo-groep de quala verlaat voor een schuilplaats verderop, moeten ze zo n zeventig meter over open terrein afleggen. Jager der eerste klasse Ben steekt eerst de Minimi buiten de deur. Jager der eerste klasse Angelo die achter hem staat, roept: Jij pakt rechts. Martijn herhaalt het en roept terug: Jij pakt links. Ook Angelo herhaalt het. Na een schouderklopje gingen we, vertelt hij. Dan heb je je hart wel in je keel zitten. Het was een behoorlijk eind sprinten en van beide kanten kregen we kruisvuur om onze oren. Dat zag je aan de richting waarheen het zand omhoog spatte en de boomschors sprong. Bij ieder stap weet je, het is gewoon niet pluis Hakken-billen Barry geeft ondertussen constant meldingen door waar iedereen zich bevindt. Als pelotonscommandant probeer je op zo n moment afstand te bewaren, maar toch gaan er zeshonderd dingen door je hoofd. Zelfs op het moment dat je zelf hakken-billen maakt en de spurt trekt; wat als er iemand gaat liggen, hoe vraag ik een medevac (helikopter voor medische evacuatie, red.) aan, wie haalt het slachtoffer op? Als dat allemaal niet nodig blijkt, lucht dat enorm op. Op dat moment wist ik ook dat de Apaches onderweg waren. Vanuit hun nieuwe onderkomen kijkt de Bravogroep terug naar waar ze vandaan zijn gekomen en zien het meisje met de rode jurk weer lopen. Deze keer met drie gewapende mannen achter haar verscholen. Na overleg met de commandant vuren ze een waarschuwingsschot in de qualamuur boven het groepje. De mannen stuiven uiteen en laten het meisje stuurloos achter. Bij de Charlie-groep is het dan nog niet rustiger geworden. Het maïsveld, een bomenrij op vijftien meter afstand; vanaf alle kanten liggen ze onder vuur en naar alle kanten vuren ze terug. Totdat zes kinderen vanuit een watergeul voorbij komen. Als ze passeren stopt de Charliegroep met vuren, maar de opstandelingen gaan door. Psychologisch effect Op dat moment komen de Apaches het gebied in. Piloot Roland: Het eerste wat je wilt, is situational awareness krijgen van wat zich op de grond afspeelt. De Forward Air Controller gaf een update van de posities van de eigen troepen en die van de tegenstander, zo n honderd tot hondervijftig meter vanaf de overwachtpositie. Je wilt precies weten wie waar zit, want we schieten niet zo snel als we de eigen troepen niet zien. Het duurde vrij lang voor we in de lucht een goed beeld hadden van wat er op de grond gebeurde. Terwijl we normaal niet laag vliegen omdat er dan over het algemeen op ons geschoten wordt, zei ik tegen de backseater, we moeten lager. Want ja, met zo n situatie op de grond moet er gewoon wel wat gebeuren. Dat vonden ze op de grond ook. Niek, die nog steeds met zijn Minimi achter een verhoging van dertig centimeter op het dak lag: Je hoort die lui voor je muurtje langslopen en de Apache doet niets. Dat is heel frustrerend, want je hoort ze al wel vliegen. Op zich waren ze er vrij rap, maar als je daar zit duurt het veel te lang. Het effect van een strafe (beschieting, red.) is dan heel psychologisch. Zowel voor ons als voor de tegenstander. Roland: Op verzoek hebben we een aantal keer met het 30mm boordkanon gevuurd. We vuurden eerst tien rounds om te verifiëren of we het over hetzelfde veld hadden. Eigen troepen Dan komt er met de compagniereserve versterking voor de Charlie-groep. Op het moment dat ze de quala binnengaan wordt een andere hoek van de woning geraakt door een RPG. Als alleen een qualamuur de vijand nog scheidt van de Charlie-groep, gaan ze over tot het gooien van handgranaten. Vervolgens komen de Apaches weer in actie. Roland: Parallel aan de qualamuur schoten we drie keer een vuurtje dichtbij de eigen troepen. Elke strafing fire schoten we dichterbij. Ook voor ons is het dan erg spannend, want een blue on blue willen we koste wat kost voorkomen. Op een gegeven moment vuurden we op twintig tot dertig meter van de eigen troepen, vertelt Roland. Zo dichtbij vuren we liever niet. Maar op de grond gaven ze aan: dit is precies wat we nodig hadden. De spanning werd heftiger en je hoorde de mannen op de grond meer in de stress raken. Ik had echt zoiets van, je moet hier weg, we kunnen niet op twee meter gaan schieten. Als één round per ongeluk afwijkt daar ben je wel mee bezig. Dan moeten de Apaches het gebied uit om niet in de vuurbaan van de mortieren van het 81 mm geschut te komen, die vanaf de overwatchpositie wordt ingezet. Voor de vliegers een vervelend moment, omdat ze even niets kunnen doen. Als de Apaches weer aan de beurt zijn, schieten ze van noord naar zuid richting de quala waar Niek op het dak ligt. De tegenstanders bleken vooral daar in een geul onder een bomenrij te zitten en dachten veilig te zijn. De kogels breken takken af en drie mannen vallen uit de bomen. Roland: Op het moment dat je zo n strafe schiet richting eigen troepen, gaan je nekharen wel even recht overeind staan. Het leidt er toe dat op de grond de rust terugkeert. Taart Daar kijkt de luitenant zijn mannen recht in de ogen. Barry: Ik wilde heel graag terug om de patrouille af te maken. Gezien de hoeveelheid overgebleven munitie en water wordt anders besloten en de groep breekt af. Na een bericht van de Apachevliegers lopen ze nog wel om voor een slachtoffer. Ze treffen een jonge strijder aan en constateren dat hij dood is. Van de omwonenden krijgen ze te horen dat hij actief voor de Taliban werkte. Bij terugkomst op hun post worden de jongens gedebrieft en praten ze met de geestelijk verzorger. Het helpt zeker, maar allemaal weten ze: het echte verwerken komt pas dagen daarna of zelfs nog later. Na afloop bezoeken enkele jongens van 3.1 de Apachevliegers. Ze brengen taart mee en samen kijken ze het gevechtscontact terug via de beelden van de Apachecamera. Barry: Pas dan merk je dat ze hebben moeten vuren op aanwijzen van ons. Ik heb ze bedankt uit de grond van mijn hart. MILITAIREN DOORKRUISEN DE WATERGEULEN, DIE OP HUN BEURT HET VRUCHTBARE CHORA GEBIED DOORKRUISEN. FORWARD LOOKING INFRA RED CAMERA VAN DE APACHE BRENGT OMGEVING IN BEELD TIJDENS HET GEVECHTSCONTACT OP DE GROND. HANDIGE ACTIE TIJDENS VOETPATROUILLE. PARAAT MET DE DIEMACO C8 STEVIG IN HANDEN. BEELD GEMAAKT MET DE DAGCAMERA VAN DE APACHE TIJDENS DE ACTIE TEN NOORDEN VAN DE VALLEI. LANDMACHT DECEMBER 2008 25

S TAF 1 (GE/NL) CORPS BEREIDT ZICH VOOR OP UITZENDING ALS HQ ISAF IN KABOEL Focussen op het grotere plaatje Hoe hoger in de lijn, hoe abstracter en complexer de missie. En hoe moeilijker ook om een realistische oefening te organiseren. Vandaar dat het multinationale 1 (German/ Netherlands) Corps HRF HQ* uit Münster, ter voorbereiding op hun uitzending naar Kaboel, hulp van buitenaf inschakelde. In november werd het HQ twee weken lang door de mangel gehaald door het Canadese Pearsons Peacekeeping Centre. De nadruk ligt op de comprehensive approach. In augustus volgend jaar levert 1 (GE/NL) Corps ongeveer 160 man personeel aan HQ ISAF in Kaboel. We worden dus niet ontplooid als compleet hoofdkwartier om de leiding over de International Security Assistance Force (ISAF) over te nemen, zoals dat in 2003 wel het geval was, vertelt brigadegeneraal Otto van Wiggen. De brigadegeneraal is de Deputy Chief of Staff Operations en straks de Senior National Representative in Kaboel. Maar we vullen de staf van het ISAF-hoofdkwartier in Kaboel aan met een substantieel deel. De overige internationale militairen van 1 (GE/NL) Corps worden ofwel ingezet als homebase en bereiden het jaarplan voor 2010 en 2011 voor. Ofwel worden ze aangeboden via de nationale lijnen voor missies voor hun land, die plaatsvinden in 2009. Kortom, het komende jaar brengt voor de meeste militairen van het legerkorps een uitzending. Spelers Het werken op HQ ISAF vereist van zijn personeel een bredere kijk op de wereld dan uitsluitend de militaire, stelt Van Wiggen. We moeten ons straks vooral focussen op het grotere plaatje. Hoe beweegt ISAF zich tussen al die andere spelers die invloed hebben op de voortgang in Afghanistan, zoals de nationale regering, hulporganisaties, ontwikkelingswerkers, de media, buurlanden, westerse regeringen, het thuisfront, de Verenigde Naties enzovoorts. Daarbij moeten wij ons telkens afvragen hoe we de Afghaanse regering optimaal kunnen steunen. Comprehensive approach Vaak gaat het dan ook helemaal niet om militaire veiligheidssituaties, maar juist om de randvoorwaarden die ervoor moeten zorgen dat de verdere ontwikkeling van Afghanistan als natie kans van slagen heeft. Die rand- voorwaarden moeten samen met de politieke- en civiele autoriteiten in Afghanistan geschapen worden, legt Van Wiggen uit. Vandaar dat wij tijdens deze oefening de nadruk leggen op de comprehensive approach. Deze benadering houdt in dat een conflict niet alleen met militaire inzet en middelen tot een succesvol eind kan worden gebracht. Juist een gezamenlijke aanpak met diverse politieke, militaire en civiele actoren is noodzakelijk om uiteindelijk (meer) succesvol het conflict te beëindigen en de noodzakelijke voorwaarden te scheppen voor (weder)opbouw, vooruitgang en ontwikkeling. Pearson Peacekeeping Centre (PPC) Om die comprehensive approach adequaat te trainen is het Pearson Peacekeeping Centre uit Canada ingehuurd voor de oefening Leopard Sword eind november in het Duitse Baumholder. Dit centrum heeft zich al tientallen jaren gespecialiseerd in het simuleren van een grote complexe buitenwereld en kan een realistisch scenario voorschotelen, waar het HQ in moet acteren. Onze kracht ligt vooral in het feit dat wij heel gespecialiseerde mensen in dienst hebben, waaronder ex-militairen, journalisten, bestuurders, politieagenten, en oud-medewerkers van internationale organisaties, zegt Peter Kramers, kolonel b.d. van het Canadese leger en director of exercises bij het PPC. Door al die specialismen te bundelen, ontstaat een scenario waarin alle facetten van een hedendaagse uitzending worden meegenomen. Minuut tot minuut Dat Kramers niets teveel zegt, blijkt wel uit de zeer professionele media-afdeling van het PPC. Deze afdeling schept een virtuele omgeving met fictieve media, waardoor een context ontstaat waaruit militairen zelf informatie kunnen destilleren, zoals draagvlak voor de missie, vooruitgang en uitingen van andere belangrijke actoren in het fictieve scenario. Met dertien Engelstalige ingehuurde journalisten worden tijdens de oefening dagelijks drie fictieve kranten uitgebracht. Een krant is op de hand van de huidige regering de andere is juist pro-oppositie en de derde is een westerse krant, zegt Hope Carr, die leiding geeft aan de media afdeling van het PPC. Verder hebben we een gesloten internetcircuit waar elke speler, van overheid en internationaal persbureau tot de OMF eigen websites hebben. Die worden van minuut to minuut bijgehouden. Het maakt heel inzichtelijk dat iedere beslissing die je als vredesmacht neemt vrijwel meteen breed verspreid wordt. En dat heeft weer gevolgen voor je vervolgacties. Hoe reageren al die media bijvoorbeeld op een incident waarbij burgers het slachtoffer zijn geworden? Wat betekent dat voor het draagvlak voor de missie, in het inzetgebied maar ook thuis? Op deze manier blijft het mediaspel niet alleen beperkt tot de Information Operations officier of de Public Affairs Officer (PAO), maar zien en ervaren de commandant en zijn staf direct de gevolgen van hun acties. BRIGADEGENERAAL OTTO VAN WIGGEN: WE MOETEN ONS TELKENS AFVRAGEN HOE WE DE AFGHAANSE REGERING OPTIMAAL KUNNEN STEUNEN. Het PPC schrijft overigens niet voor iedere oefening een volledig nieuw scenario, maar gaat uit van een basisscript. We gebruiken standaard de fictieve regio Salmo en de problemen die in deze regio spelen sleutelen we, al naar gelang de wensen van de klant, in het scenario. In dit geval komen dus veel aspecten die ook in Afghanistan spelen terug, zoals drugsmokkel, stammenstrijd, extremistisch groeperingen en spanningen tussen landen in de regio, licht Kramers toe. Paradijs De meerwaarde van de PPC met dit soort Peace Support Operaties is dat ze je uit je comfort zone halen, waar je je als militair in bevindt, zegt generaal Van Wiggen. Ze dwingen je alle militaire activiteiten af te stemmen met de andere actoren in het gebied. Die actoren staan niet onder bevel en hebben vaak hun eigen belangen en agenda, die niet altijd dezelfde zijn als de militaire. In ieder geval daagt het je uit om zaken in een breder perspectief te zien. Die mindset is in Kaboel hard nodig. De complexiteit van de ISAF-missie is namelijk hoog. Zelfs het gecreëerde fictieve scenario dat het PPC nu voorschotelt, is daarbij vergeleken een paradijs. *High Readiness Forces Headquarters LANDMACHT DECEMBER 2008 27

V ETERANEN MET EEN MISSIE Handen uit de mouwen in voormalig uitzendgebied DE BISSCHOP VAN TORIT BEDANKT VETERANEN HENK SCHUURS (R) EN HARRIE BREKELMANS VOOR DE BOUW VAN EEN BRUG IN ZUID-SOEDAN. Steeds meer veteranen starten projecten in landen waar zij als militair uitgezonden zijn geweest. Deze Veteranen met een missie zijn actief van Indonesië tot Bosnië en van Libanon tot Afrika. Toen ik het missiegebied verliet, wist ik al: hier kom ik terug. Het opstarten van humanitaire initiatieven in ontwikkelingslanden komt steeds vaker voor onder veteranen. Vaak zetten zij zich in in landen waar ze zelf uitgezonden zijn geweest. De ervaringen die zij opgedaan hebben tijdens hun uitzending spelen meestal een belangrijke rol bij hun motivatie. Dit blijkt uit onderzoek dat gehouden is in opdracht van Stichting Veteraneninstituut en de Nationale Commissie voor Internationale Samenwerking en Duurzame Ontwikkeling (NCDO). Staatssecretaris van Defensie Jack de Vries heeft aangegeven dat hij projecten van veteranen met een missie erg belangrijk vindt. Via het Veteraneninstituut (VI) verleent Defensie haar medewerking aan (de begeleiding van) projecten. Onlangs nog schonk Defensie aan oud-genisten een baileybrug in Soedan. Per 1 januari 2009 gaat een medewerker bij het VI zich fulltime bezighouden met het helpen van veteranen met een missie. Band Veruit de meeste veteranen met een missie zijn actief in of nabij hun voormalige uitzendgebied. Van de ruim dertig projecten die de onderzoekers Fred Lardenoye en Rein Blijkerk hebben onderzocht, bevindt de meerderheid zich in Indonesië, Nieuw-Guinea, Libanon, Bosnië en Kosovo. Met die gebieden hebben de veteranen een band, verklaart Lardenoye. Ze hebben daar een tijd lang gezeten en contacten gelegd. Als hun uitzending erop zit en ze het gebied weer verlaten, zien ze dat ze een hoop bereikt hebben, maar dat er ook nog een boel te doen is. Dat is vaak al het moment dat ze denken: Hier kom ik terug. Ik kan deze mensen toch niet zomaar in de steek laten? Soms komt dit besluit tijdens een zogenaamde terugkeerreis; een reis naar het voormalig uitzendgebied die vaak pas enige decennia na de uitzending wordt ondernomen. Veteranen die nu bijvoorbeeld naar Bosnië of Kosovo gaan, zien dat de situatie al enorm verbeterd is ten opzichte van een aantal jaar geleden, maar zien ook dat het eindstation nog niet is bereikt. Er zijn ook veteranen die er voor kiezen om zich in te zetten in een heel ander land of continent, met name Afrika. Leen Schreuders, Vereniging Oud Korea Strijders Het geeft voldoening als kinderen dankzij ons een goede baan hebben Kolonel b.d. Leen Schreuders is voorzitter van de Vereniging van Oud Korea Strijders (VOKS), en was in zijn diensttijd onder meer commandant van de KMS. Al vijfentwintig jaar lang zet hij zich in voor de Samil school in Suwan (Korea). Leden van de stichting betalen de studiekosten van de leerlingen. Tijdens de oorlog in Korea in het begin van de jaren vijftig werd de compagnie waar Schreuders commandant van was, ondergebracht in een van de gebouwen van de school. Vlak voordat ik de dienst verliet, bracht ik weer een bezoek aan deze school. Ik zag toen dat sommige kinderen geen vervolgopleiding konden krijgen, omdat hun ouders dat niet konden betalen. Wij zijn toen bij de schoolleiding nagegaan wat hieraan te doen viel. Zo is het fonds ontstaan. Inmiddels is Schreuders meer dan tien keer teruggeweest. Initiatief kunnen nemen, doorzettingsvermogen tonen, met mensen om kunnen gaan en een tikkeltje eigenwijs zijn, zijn eigenschappen die de veteraan als militair heeft opgedaan en al die jaren goed heeft kunnen gebruiken bij het project. Schreuders is, zoals hij het zelf zegt, niet erg emotioneel uitgevallen. Toch geeft het hem voldoening als hij van de schoolleiding hoort dat er dankzij de financiële bijdragen van de stichting weer kinderen geslaagd zijn en een goede baan hebben gekregen. Naar verwachting zal, gezien de leeftijd van de leden, de VOKS binnen tien jaar opgeheven worden. Of een andere vereniging het Samil Scholarsship wil overnemen, is nog niet bekeken. Schreuders: Hopelijk zijn de financieel steunende regelingen in Korea dan zodanig ontwikkeld dat financiële steun vanuit Nederland niet meer nodig is. Meer informatie: voks@planet.nl LANDMACHT DECEMBER 2008 29

Neutraal Bij sommige veteranen helpt een tweede missie bovendien de minder leuke herinneringen aan een uitzending te verwerken. Je ziet vaak dat oud-militairen bij terugkeer in hun missiegebied anders tegen de uitzending aan gaan kijken, aldus Lardenoye. Ze zien dan dat er toch iets is opgebouwd, en dat dat voor een deel te danken is aan hun eigen inzet destijds. Die resultaten willen ze graag voortzetten. Veel veteranen voelen, ook al is het tientallen jaren na hun uitzending, nog steeds een sterke betrokkenheid bij het voormalig uitzendgebied en haar inwoners. Een militaire missie wordt binnen een aantal kaders uitgevoerd. Bijvoorbeeld bij de vroegere vredesmissies waren militairen altijd strikt neutraal. Militairen mogen geen partij kiezen. Als het groene pak eenmaal uit is, hebben ze andere mogelijkheden. Ze kunnen dan als mens doen wat ze als militair misschien niet konden doen. Maar natuurlijk kunnen ze ook de militaire vaardigheden nog altijd goed gebruiken. Lardenoye: Militairen zijn gewend om onder moeilijke en zware omstandigheden te werken. Dat komt in voormalig oorlogsgebieden of derdewereldlanden goed van pas. Daarnaast kunnen ze hun specifieke vaardigheden in de praktijk brengen, zoals je ziet bij de twee oud-genisten die nu bruggen bouwen in Soedan. Zeker bij de wat nieuwere projecten zie je dat de veteranen zelf, meestal in samenwerking met lokale bevolking, echt de handen uit de mouwen steken. Herman Nugteren, Wings of Hope Een rode draad in mijn leven Kapitein b.d. Herman Nugteren is sinds 2003 actief voor Wings of Hope. Deze stichting geeft, met behulp van lokale hulpverleners, psychosociale traumahulp aan jongeren in Oost-Europa. Ik kon in 1993 niet bevroeden dat mijn uitzending zo bepalend zou worden voor de rest van mijn leven. Tien jaar later zag ik een uitzending over Wings of Hope op televisie. Ik werd weer geraakt door de beelden van Bosnië. Verlaten dorpen, kapotte huizen en kinderen in een troosteloze setting. Ik bood aan te helpen en werd gevraagd onderzoek te doen naar de haalbaarheid van een traumacentrum in Sarajevo. Uiteindelijk is gekozen voor een meer laagdrempelige opzet, namelijk het huren van een woonhuis. Dat was een goed idee, omdat in dit soort landen het niet gebruikelijk is aan te geven dat je lijdt aan psychische klachten. Na dit onderzoek werd ik gevraagd de projectcoördinatie en fondsenwerving te doen. Dat doe ik nu samen met mijn vrouw. Nugterens tweede missie in Bosnië is een rode draad in zijn leven geworden. Het is heel bijzonder dat je weer regelmatig in het land bent dat je hebt verlaten toen de oorlog nog in volle gang was. Nu ben ik er niet in een wit VN-voertuig, maar ga ik inhoudelijk in gesprek met hulpverleners en jongeren, ook over de oorlog. Je beseft dat je maar zes maanden daar bent geweest en dat je maar een beperkt beeld had van wat er zich afspeelde. We werden beperkt door ons mandaat. Maar het is fijn dat je nu wel weet waar je over praat. Je hebt het gezien en eraan geroken. Mijn ervaring van toen helpt me nu bij het organiseren van een aantal zaken. Fondsenwerving is een belangrijk item. Dat vraagt, naast creativiteit, ook om betrokkenheid. Daar heeft mijn uitzending wel voor gezorgd. Meer informatie: www.wingsofhope.nl Duurzaam Dat veteranen zich inzetten voor goede doelen is op zich niets nieuws. Sinds Indië zijn Nederlandse veteranen al bezig met humanitaire projecten, maar tegenwoordig is de inzet een stuk breder. Vroeger ging het meestal via de kerk. Er werd in Nederland geld opgehaald, en dat ging dan naar de missionaris in het ontwikkelingsland. Lardenoye: Nu bezoeken de veteranen de landen zelf, steken ze de handen daadwerkelijk uit de mouwen en werken ze samen met de lokale bevolking. De projecten van jonge veteranen zijn bovendien duurzaam, wat wil zeggen dat het project in stand gehouden wordt, ook als de initiatiefnemer er niet meer bij betrokken is. Nog een ander verschil is dat de projecten vroeger vooral sociaal waren en bestemd waren voor weeshuizen en scholen; tegenwoordig gaat de aandacht ook uit naar bijvoorbeeld gezondheidszorg en infrastructuur. Inmiddels zijn wereldwijd honderden Nederlandse veteranen betrokken bij meer dan vijftig uiteenlopende projecten. OUD-GENISTEN SJEF HAMERS (R) EN HARRIE BREKELMANS BIJ DE BOUW VAN EEN BRUG IN ZUID-SOEDAN. Jan Schrijver, Children s Education Centre Hun glimlach is het grootste dankjewel Eerste-luitenant b.d. Jan Schrijver is van 1968 tot 2004 actief geweest binnen de infanterie. In 1981 was hij cursist op de Hogere Onderofficierenschool. Daar werd hij geraakt door een verhaal van zijn toenmalige mentor Frits Koopmans, over een kinderdorp in Manado (Indonesië). Schrijver: Ik had destijds zelf al kinderen en het verhaal over kinderleed raakte mij. Eind jaren tachtig ben ik me actief gaan inzetten voor dit kinderdorp. Op deze manier kon ik iets doen voor kinderen die geen menswaardig bestaan hadden, terwijl mijn eigen kinderen het zo goed hadden. Ik introduceerde het project op de school van mijn kinderen. Deze school voert nog steeds actie voor de kinderdorpen. Sinds 1990 zet Schrijver zich in voor Children s Education Centre in Usakos (Namibië); een kinderdorp dat ook opgezet is door Frits Koopmans. Ik werk met volle overtuiging voor dit project, omdat de wegwerpkinderen in Namibië door dit project opgevoed worden en onderwijs krijgen. Hierdoor kunnen zij later een plaats innemen in de maatschappij. Door de vele reacties die ik in de loop der jaren heb ik gekregen, weet ik dat de kinderen in het kinderdorp gelukkig zijn en een toekomstperspectief hebben. Hun glimlach is het grootste dankjewel dat je kunt krijgen. Ook is het goed te zien dat Nederlandse kinderen zich door dit project gaan realiseren dat zij het hier heel goed hebben en dat zij met een kleine inspanning iets kunnen betekenen voor kinderen in een arm land. Tot 2010 is Schrijver penningmeester van het project. Het geld komt van particuliere schenkingen en acties door scholen, particulieren en andere organisaties. Zelf heeft hij in 2005 een fietstocht gehouden van 3000 kilometer langs tien bedevaartplaatsen om geld in te zamelen. Verder heeft hij op (basis)scholen voorlichting gegeven over het kinderdorp. Meer informatie: www.usakos.nl Tips en tools Voor wie al veteraan met een missie is, en voor (oud)- militairen die overwegen een humanitair project te starten, een aantal handige tips en adviezen van actieve veteranen: - Goede bedoelingen en emotionele betrokkenheid zijn geen garantie voor succes. Een gezonde dosis realisme en zakelijkheid zijn noodzakelijk. - Ga in het projectland uit van de vraag van de mensen zelf, betrek hen erbij. Zorg ervoor dat het hun project is. Houd rekening met specifieke omstandigheden, zoals cultuurverschillen en recente oorlogssituaties. - Zoek een betrouwbare contactpersoon en ga zelf regelmatig op bezoek. - Zorg voor continuïteit: draag het project tijdig over aan een nieuwe generatie of andere organisatie, of zorg ervoor dat de plaatselijke bevolking na afloop van het project zelf verder kan gaan. Voor meer informatie: - www.veteranenmeteenmissie.nl - Het boek Veteranen met een missie. Humanitaire initiatieven door oud-militairen in voormalige uitzendgebieden, door Fred Lardenoye en Rein Blijkerk. Verkrijgbaar via de site. - Het Veteraneninstituut heeft dit jaar, in samenwerking met NCDO, een informatie- en helpdesk opgezet voor veteranen met een missie. Tel. 0343 474147, mail info@ veteraneninstituut.nl Criteria voor subsidie De Nationale Commissie voor Internationale Samenwerking en Duurzame Ontwikkeling (NCDO) heeft de mogelijkheid om geld voor projecten van veteranen te verdubbelen. Bij een aanvraag voor subsidie wordt gekeken naar drie criteria: 1. Compleetheid van de aanvraag. Is er een duidelijke projectomschrijving? Is er een begroting? Hoe zit het met de dekking? 2. Kwaliteit van het project. Daarbij wordt gelet op: - Duurzaamheid. Kan het project worden voortgezet als de initiatiefnemer er niet meer is? Kan de lokale bevolking dan zelf eigenaar worden van het project? - Neutraliteit. Voorkomen dat bepaalde groepen worden uitgesloten. - Ownership. Projecten moeten door de lokale bevolking worden gezien als hun eigen project. 3. Kwaliteit van de voorlichting in Nederland en de effectiviteit van een project. Worden interessante (nieuwe) doelgroepen bereikt? Op de website van NCDO staat een handleiding voor het aanvragen van subsidie en kan een aanvraagformulier worden gedownload. Zie: www.ncdo.nl en klik door naar subsidieaanvragen. LANDMACHT DECEMBER 2008 31

Militair personeel bevorderd generaal-majoor J.H. de Jonge (cav) kolonel A.W. Keijsers (cav) luitenant-kolonel J.J. Alers (cav), W.R. Boevé (cav), J.J.G. Hermans (log td), E. Jellema (inf), A.H. de Jonge (log gnk), J.D.P. Molenaar (cav), R.M. Oosterbaan (gn), N.J.K. Pot (inf), G.J. van de Sluis (log gnk), P. Spiering (log td), B.A.E.M. Stokkermans (art), W.H. Suijkerbuijk (log ma) majoor H.H.E.S. Beukers (log ma), H. Bloemhof (log td), J.J. Geluk (inf), J. Graver (log ma), A.P.A.M. Oerlemans (log gnk), H. Plenks (log b&t), J.H.J.A. Verdonschot (inf)) kapitein / ritmeester A.R.T. Brocken (inf), M.A.H.F. van den Elzen (inf), L.M.J. de Frel (lo/sport), M.B.A. Geisink (gn), M.G. Geusebroek (inf), E.L.M. Hendrikx (gn), U. van den Heuvel (inf), F. Hoogendoorn (log gnk), M. Huizing (art), A.E.W.C. Keek (log td), M. Kruijswijk Jansen (log gnk). A.W.M. Mensing (log b&t), J.T. Middelburg (log td), P.H.P.L. Mommers (log b&t), D.J. Morsink (inf), J.C. Nottelmann (inf), R.J. van der Pas (inf), F.A.C. Sikkema (log ma), D.S. Slot (vbdd), W.P. Steens (art), M. Strock (log ma), W.J. Tjeerdsma (gn), S.M. Reuzel (log gnk), D. Wilschut (log gnk) eerste-luitenant R.E. Aartsen (inf), A.J. Bos (vbdd), E.P. Bouwer (vbdd), M. Bronkhorst (inf), C.J.M. Cats (log b&t), J.P. van Gils (log b&t), M.P.J. Hendriks (cav), J.A.M. Jansen (cav), J. Koelewijn (log td), M.S. Kramer (art), E.P. van Loenen (log ma), S. van Mansom (art), A.G. van Donk (cav), M.E. Pater (log gnk), J.F. Petersen (cav), E.L. Reinders (log td), E. Ronda (log ma), P.J.A. Tesselaar (log td), P.P.C. Verboven (log td), P. Visser (vbdd), I.M. Vogelesang (log gnk), K. Zijlstra (log td) tweede-luitenant E. van Dommelen (log gnk), E.A.H. van Gerwen (log gnk), F. van der Horst (log gnk), A.J.W.C. Jochems (log gnk), J.A.M. van Laarhoven (log gnk), H.C.C. Verdaasdonk (log gnk) adjudant A.J.H. Arends (vbdd), J. Barendregt (log b&t), J.G. Beekman (log gnk), H. Boomstra (log b&t), G. Borghuis (cav), G.J. Brandon (log ma), H.C. van Delden (cav), J.S. Faulhaber (log td), P.M.J. Giesen (log b&t), F, Harmsen (inf), J.F. Mecking (lo/sport), O. de Peuter (gn), H.J. Poldervaart (log b&t), J.J. Pot (log b&t), C.W.A. van Rijn (log b&t), C.H.J. Sterrenburg (inf), H. de Vries (log ma), R.Weber (log b&t), L. Wobbema (lo/sport), F.M. Zondag (inf) sergeant-majoor / opperwachtmeester T. Beumer (vbdd), M. Brian (inf), D.A. Groen (gn), E. Helderman (gn), A. Kampstra (gn), F. de Koff (lua), J. Krans (art), M. van der Linden (gn), D. Melcherts (log td), F.X.P. de Moel (vbdd), E. Nieuwland (cav), R. van Norel (log b&t), P.M.W. Peerlings (log td), R, Pover (vbdd), E. van Spankeren (log b&t), J.J. van Velsen (inf) sergeant der eerste klasse / wachtmeester der eerste klasse D.J. ten Barge (vbdd), P. Bollen (inf), H.W. van Bon (log gnk), M. Busstra (vbdd), D. Feij (log b&t), D. Goossens (inf), B.J.A. Horsten (gn), S.J. Huizinga (inf), M.A. Jans (inf), P.J.M. (inf), B. Kors (log td), R.M. van der Ley (log td), R.L.C.G. van Lotringen (lua), C. Parinussa (inf), M.A. Stern (vbdd), M.R.J. Stiefel (log gnk), B.H.W. van Bavel (cav), R.R.B. Bosmans (vbdd), J.C. Breek (vbdd), J.C. van Herk (inf) sergeant S. van Ijselmuyden (vbdd), L.P.J. Offermans (vbdd), T.C. Raangs (inf), H.J. Ruitenbeek (log ma), I.A.H. Sour (vbdd), J. Veenema (vbdd), W.J. Visser (inf) korporaal der eerste klasse F.E.S.G. Beck (log gnk), D. Beelen (cav), S. Beemsterboer (cav), E.P. Beltman (tech st), M.A.B. Bentoera (log b&t), F.R.P. van den Berg (log td), L.P. Berkepeis (cav), M.A. Boomsma (cav), E. Bos (log td), H.L.C. van den Bos (log b&t), M. Bos (cav), S. Bosma (log td), N.L. Bosman (inf), E. Bouman (inf), A.H.H. Bouvy (art), J.M. Brandsma (log gnk), P.P. Bremer (cav), D. Broeckaert (vbdd), N.J.A. Brouwer (cav), L.F. Bruggink (vbdd), M. Buist (log td), E.B. van Buuren (log td), B.C.A.W. de Cock (cav), R.M.T. Coolen (log td), C. Crielaard (cav), R.O. Cromwell (log gnk), L.J.M. Cuijpers (cav), R.A. Daane (inf), R.C. Dekker (vbdd), S.T. Diemers (cav), G. Dijkstra (cav), J. Dijkstra (cav), M.C. van Dinther (cav), T.J.E. Dore (cav), F.N. Dsane (log algemeen), P.L. van Egdom (cav), H.A.H. Eising (inf), R.J.G. Ellermeijer (inf), R. Franken (inf), J.J.B. Fresco (log td), L. Gaasbeek (cav), P. Galema (inf), J.J.G. Gremmen (lua), E.E.M. Groen (log b&t), D. van der Groep (log b&t), S. Hage (log gnk), D. Hagers (inf), D. Herber (log td), N.M. Hilberdink (cav), M.C.F. Hilgerdenaar (inf), K. van der Hoeven (cav), A. Hooft (lua), A. Jager (cav), D. Jaspers (log b&t), R.J. de Jong (cav), A, Juhos (log gnk), E. Kerkhof (cav), R.S. Klein Gunnewiek (inf), J.H.A. Klein Haarhuis (cav), M.D. Klein (cav), R. Kramer (cav), T. van Kuilenburg (inf), S.W. Kuin (inf), T.H.J. de Laat (log b&t), R. Lammers (lua), K. Langoor (cav), M. Lebbink (log b&t), H.D. van der Linden (cav), F.J. Lizana Cabello (inf), R.J.P. van Loon (vbdd), A. Lugtmeijer (log td), S. Meerkerk (cav), K. Meijering (log gnk), J. Mekking (log td), C.D. Merkx (cav), R. van der Meulen (inf), M. Moes (log b&t), J. Möhringer (log td), P.J.W. ter Mors (cav), A. Mouelhi (cav), D.A.C. Mulder (cav), E. Negerman (cav), P.H.A. Offermans (log td), M. Otter (cav), B.J.C. Oudhuis (inf), S.W.A. Oudshoorn (gn), H. de Pater (tech st), C.G. Pietersma (inf), J. van Pijkeren (inf), E.C.F. Plukkel (inf), S. Politowski (log b&t), R.C. Puijk (cav), J. Renders (inf), M. Reurink (inf), M. Rotyis (inf), E.G. Saanen (cav), C.J. van Santbergen (inf), T.M.H. Schalkx (inf), S Schildt (log b&t), D.G.J. Schlaghecke (cav), S.B.R. Scholten (inf), T. Schrauwen (inf), B.M.R. Schrijnemaekers (vbdd), E. van Schubert (log gnk), J Schuurman (cav), B.A.R. Smits (inf), M. Snijders (log gnk), C.R. Spruit (log td), S. Stoop (cav), M.J.M. Suijkerbuijk (log td), S.A. Tavares (log ma), B. Timmer (log td), M. Uijthof (cav), R. Veldhoen (vbdd), D. Velstra (cav), M. Venticinque (log gnk), J. Verbruggen (cav), M.R. de Vos (log b&t), O.J. de Vries (log b&t), S.L. de Vries (gn), J.P. Vroegh (log td), C.J.F. Waenink (cav), J.L.F. van Westerhoven (inf), E. Windt (cav), R.A. Winklaar (log gnk), J.G.J. Wolfs (inf), E.A.M. Wolters (cav), T. Wolters (log td), L.P.D. Wouters (inf), A. Zanting (cav), H.B. Zwama (log td) Actieve dienst verlaten luitenant-kolonel M.A. Grisnigt (log b&t) majoor C.A. Hamers (mjd), N.B. Hoogsteder (cav), M.A.A. Sanders (vbdd), C.J.V. van Venrooy (mjd), G.L.P. Wagener (inf) kapitein / ritmeester R. Betten (cav), S.W. den Heyer (vbdd), C.A. van der Hooft (lo/sport), K.A. Telkamp (inf) eerste-luitenant S.G.M. Driessen (inf), J.J.E. Koppers (inf), H.A.N. Tempelman (log b&t) sergeant-majoor / opperwachtmeester J.H. Bouma (gn), M.J. van Campen (inf) sergeant der eerste klasse / wachtmeester der eerste klasse C.S. Achong (vbdd), J.W.A. van den Akker (inf), J.M. Bennink (log gnk), L.P.M. Boleij (log ma), J. Janssen (log gnk), N.F. Jongejan (log td), J.J.D.M. Kastermans (log b&t), W.P.A.A. Kivits (art), R. Peeters (lo/sport), A.T.M. Portegies (log b&t), P. de Ronde (lo/sport), W. Slippens (lua), M. van der Tien (gn), L. Verheij (inf), V.J.A. Wilmink (log b&t) sergeant / wachtmeester R. Gubbels (inf), D.A.R. Hendrickx (log b&t), H. Jacobs (log gnk), W.C. Oprins (lo/sport) korporaal der eerste klasse L.W.V. Alkemade (inf), J.C.M.J. Beckers (inf), R. Beckers (log b&t), W. Bisschop (vbdd), S.C. Boer (cav), P.J.A. ter Bogt (vbdd), K.A. van den Bosch (inf), J.J. Breur (cav), J. Coenraad (gn), S. van Craenenbroeck (gn), H.J. van Deinsen (art), S.M.J. Dijkstra (inf), J.R. van Es (gn), S. Folmer (gn), M. Frishert (log ma), J.G.J. Goos (log gnk), E.E. Hendriks (inf), H. van Heukelom (inf), M.J. Houtman (vbdd), C. Huizenga (log td), M. van t Hul (gn), R.J.P. van Ijzendoorn (art), A.C. Jimmink (vbdd), R.J. de Jong (log b&t), S. Kah (inf), H.J. Kiefte (log b&t), B, Konings (cav), S. de Kooter (inf), T.R. Kunstt (log ma), M. van der Linden (inf), M.J.W. Loe (cav), P.S. Louwsma (log b&t), P. van Mil (log b&t), B. Mondijk (log ma), B. Neijts (gn), R. Pegman (inf), M. Kooi (inf), T. Post (log b&t), D.L. Richardson (log b&t), R. van Riemsdijk (log td), H. Sarbous (log b&t), J.S. Scargo (log td), M. Schlepers (log ma), R.J.E. Severijns (log b&t), D.A. Slaman (inf), M. Smaak (log td), M.A.M.V. Uffing (vbdd), M. van der Veen (log td), L.M. Vroegindewey (log td), J.J.P Wacanno (algemeen), R. Watamaleo (log b&t), V. van de Weetering (log td), J.M.J. Wesselink (log td) Mutaties burgerpersoneel bevorderd Schaal 11 K.H.M. Mennen, J.G. Snackey Schaal 10 W.E.M. Dekker, H.W.A.M. Spierings Schaal 09 A.C.J. Snijders Schaal 08 E.M. de Geus Schaal 07 A.M. Loth, F. Ockhuijsen, M.B.J. Rigterink, G. de Ruiter, A. Schoonderbeek Schaal 06 J. Klooster, A.C.E. Knoops, J.H. Melchers, C. Mulder, J.C. Steeman, A.J. Verkaart Schaal 05 C.E. Nikijuluw, G. Ploeg, J. Regeling Mutaties burgerpersoneel dienst verlaten Schaal 11 D. Schilstra Schaal 09 E.F.M.A. Vraets Schaal 07 P.M. Cornelissen, E.J.M. Verhagen Schaal 06 J.C.H. Peeters Schaal 05 A. de Jong Schaal 04 F.A.C.M. van den Berk, P.A. Gouweleeuw. J.H. van Rossum Schaal 03 C.A.M. van Empel, J. Ramkhelawan In Memoriam: Militair: Sm L.W. Prins geplaatst bij 101 CISBAT Burgers: De Heer D.J. Duits geplaatst bij RMC-WEST Reünies OVW-bataljon 1-4 R.I. (De Haagse Valken) Datum: donderdag 26 maart 2009 Locatie: Frederikkazerne Den Haag Informatie en inschrijven: Freek Vlasblom, tel.: 070-3606544 (secretaris reünievereniging Satoe-Ampat) Reünie 431 Bataljon Infanterie Datum: woensdag 15 april 2009 Locatie: Oranjekazerne te Schaarsbergen Bijzonderheden: Bestemd voor oud-leden 431 Bataljon Infanterie, 7e bataljon, Garderegiment Grenadiers. In 1949 met de m.s. Zuiderkruis vertokken naar toenmalig Nederlands- Indië, teruggekeerd met de m.s. Nelly. Aanmelden bij: Jan Hummel, Pop Dijkemaweg 84a, 9731 BH Groningen, tel. 050-5410009, e-mail sobat.jan.hummel@ wanadoo.nl Reünie 119 DIVVBBEDCIE Datum: zaterdag 9 mei 2009, vanaf 14.00 uur Locatie: Prins Mauritskazernte te Ede, mogelijkheid tot overnachten Aanmelden: voor 1 april 2009 door storting van 17,50 euro op gironummer 0163967 t.n.v. Wilco Vrijenhoeff o.v.v.: reunie 119, tijdvak actief en adresgegevens. Dankbetuiging Het is onmogelijk om iedereen persoonlijk te bedanken voor het medeleven na het overlijden van onze lieve Jos ten Brinke Op deze manier willen we iedereen graag bedanken. Met name de directe collega s en medewerkers van defensie die ons in deze periode persoonlijk hebben gesteund. Theo en Anita Jan en Nicole Paul Elise Tjoink Ook uw reünie op deze pagina? Om er zeker van te zijn dat zoveel mogelijk (oud-)collega s naar de reünie van uw (voormalige) eenheid komen, is het verstandig om de bijeenkomst Landmacht-breed aan te kondigen. Dat kan door een oproepje te sturen naar de redactie van het blad Landmacht. Stuur een berichtje met informatie als datum, tijdstip, locatie en gegevens waar deelnemers zich voor de reünie kunnen aanmelden naar: redactielandmacht@mindef.nl. Of stuur een briefje naar: Staf CLAS, sectie Communicatie T.a.v. Redactie Landmacht Aankondiging reünie MPC 55A Postbus 90004 3509 AA Utrecht Deze gegevens zijn afkomstig uit PeopleSoft en beschikbaar gesteld door het Bureau Rapportages van het Dienstencentrum Human Resources (DC HR) in Enschede. Indien de getoonde informatie onjuist is, kan contact opgenomen worden met DC HR: *06-733-3 / 0800-225573 of uw eigen regionale P-dienst. LANDMACHT DECEMBER 2008 33

photoshoot Beversluisprijs voor gouwe peer Jan Verheij Sergeant-majoor Jan Verheij van 45 Pantserinfanteriebataljon heeft de Beversluisprijs ontvangen. De uitreiking vond plaats op de Jan van Schaffelaerkazerne te Ermelo. De Beversluisprijs is een prijs die wordt toegekend aan individuen of organisaties die door hun inzet een bijzondere bijdrage leveren aan de bevordering van het werk- en leefklimaat van het defensiepersoneel. De Beversluisprijs wordt toegekend door de stichting MSF, een sociaal hulpfonds dat nauw samenwerkt met de Vakbond voor Defensiepersoneel VBM NOV. Verheij is werkzaam als sergeant-majoor opleidingen bij de stafcompagnie van 45 Pantserinfanteriebataljon Regiment Infanterie Oranje Gelderland. Gedurende de uitzending van het bataljon naar Uruzgan heeft Verheij zich ontfermd over de achterblijvers die om medische of sociale redenen niet aan de missie konden deelnemen. Maar hij is ook het aanspreekpunt binnen het bataljon voor de militairen die gewond uit het gebied zijn gerepatrieerd. Kosten nog moeite worden door hem gespaard om de mannen en vrouwen bij te staan in hun genezings- en verwerkingsproces, stelt MSF-voorzitter Jan Mulder. Maar ook de familieleden worden door hem van advies en ondersteuning voorzien. Verheij is een gouwe peer. Hij is een praatpaal voor velen, in het bijzonder voor hen die gewond zijn geraakt onder gevechtsomstandigheden. Van groentje tot generaal in drie kwartier Vanaf nu is er altijd iets te doen in het Legermuseum met de Actie Zone: een zware training waar groentjes worden klaargestoomd tot generaal. De mensen van de LFD in Schaarsbergen hielden onlangs een Opplan 10 oefening. Ze testten hoe snel ze bij een nationale noodsituatie een sporthal tot slaapzaal konden transformeren. Het resultaat was in meerdere opzichten indrukwekkend. De sporthal van de Oranjekazerne in Schaarsbergen werd in razend tempo volgebouwd met stapelbedden. Met ongeveer twintig man hebben we in een dag tijd ruim 650 bedden neergezet, telde huismeester Johan Kramer. Knap, maar de lange beddenrijen leverde ook nog een artistiek plaatje op. De symmetrische lijnen maakten in combinatie met het invallende licht in de geïmproviseerde slaapzaal een kunstzinnig stilleven. Ik vind de foto erg speciaal, meldt de maker tevreden. Het maakt vanuit de positie waarin de foto is genomen een bijzondere indruk. Oproep photoshoot Heb je ook een leuke, mooie of spannende foto gemaakt tijdens een oefening, uitzending of op de kazerne? Stuur deze op naar de redactie van Landmacht, voorzien van achtergrondinformatie zoals waar en wanneer de foto is genomen, welke eenheid of personen te zien zijn en waarom de foto zo bijzonder is. De foto moet voldoende resolutie hebben, bij voorkeur 1 MB of meer, vanwege de afdrukkwaliteit. De foto, bij voorkeur, mailen naar: redactielandmacht@mindef.nl Postadres: Staf CLAS, sectie Communicatie T.a.v. redactie Landmacht / Photoshoot MPC 55A Postbus 90004 3509 AA Utrecht Geplaatste inzendingen worden beloond met een Victorinox Multi Tool! Redactieraad: Voor ideeën en opmerkingen over het blad Landmacht kun je terecht bij de leden van de redactieraad: 200 B&T: smi Erik Vriens * 06 530 68232 45 Painfbat: aooi Douwe Bruinsma * 06 533 78058 Colua: kap Arjen Nijkamp * 06 678 81703 Staf CLAS: maj Tjeerd Dijkstra * 06 573 73259 ISK Harskamp: aooi Paul Fontein * 06 538 54212 KCT: kap Marcel Krul * 06 589 58021 KMS: aoo Leo Wijntjes * 06 578 62660 Korps Natres: elnt (r) Fred Warmer * 06 573 73107 OTCMan: maj Jeff Rutten * 06 500 61731 Persco: Sandra van der Schleij * 06 580 7616 Artillerie: kap Corné van den Berg * 06 549 65678 DIVI: aooi Ruud Slangen * 06 536 37742 11 Luchtmobiele Brigade: maj Peter Grotens * 06 564 32374 101 GSB: aoo (R) Roel van Essen * 06 573 71708 Is jouw eenheid nog niet vertegenwoordigd in de redactieraad en praat je graag eens in de twee maanden mee over de inhoud van het blad? Neem dan contact op met de redactie van Landmacht: redactielandmacht@mindef.nl Tijdelijk beperkte toegang Bronbeek Museum Bronbeek en het Indisch Herinneringscentrum Bronbeek bouwen samen een nieuwe publiekspresentatie op landgoed Bronbeek. De opbouw vindt plaats van 1 februari tot 1 oktober 2009. Als gevolg van de werkzaamheden zijn met ingang van 1 februari de toegang en service voor museumbezoekers tijdelijk beperkt. De huidige vaste expositie over de geschiedenis van het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger en Nederlands-Indië op de bovenverdieping van het museum is vanaf 1 februari niet toegankelijk voor bezoekers. De benedenverdieping, met tijdelijke tentoonstellingen, blijft normaal geopend. Bezoekers hebben vanaf 1 februari gratis toegang tot het museum. Publieksactiviteiten zoals lezingen, open dagen en jeugdactiviteiten gaan door zoals geprogrammeerd. Het documentatiecentrum is met ingang van 11 november al gesloten. Verzoeken om informatie of foto s kunnen na 1 oktober 2009 weer worden ingediend. Mijnen opsporen, hardlopen met volle bepakking en communiceren met het NATO-alfabet: vaardigheden die een militair moet beheersen en waarvoor intensief getraind moet worden. Nu kan dat ook in het Legermuseum. Als je de training tot een goed einde brengt, ben je klaar voor het uitvoeren van een gevaarlijke missie. In de Actie Zone doorloop je de training tot militair in drie kwartier. De Actie Zone is een interactieve presentatie waarin bezoekers aan den lijve ondervinden hoe het voelt om militair te zijn. Naast het kijken en ervaren biedt het Legermuseum bezoekers de mogelijkheid om zelf actief bezig te zijn. De Actie Zone is een spannende ervaring voor jong en oud; het is geschikt voor kinderen vanaf 10 jaar. De Actie Zone is altijd toegankelijk tijdens openingstijden. Kijk voor meer informatie over tentoonstellingen en activiteiten op www.legermuseum.nl. LANDMACHT DECEMBER 2008 35