Inhoud INLEIDING... 3

Vergelijkbare documenten
3.1. Algemeen doel van de lescyclus Doelstellingen Doel van de activiteit Materialen & benodigdheden...

inhoud 1. Kom jij uit een ei? 2. Dieren uit een ei. 3. Vogels 4. Vissen 5. Insecten 6. Spinnen 7. Reptielen 8. Kikkers en padden 9.

Amfibieën. Les 1 Kenmerken amfibieën en de kikker. 1. De leerkracht vertelt dat de les gaat over hoe je amfibieën kunt herkennen.

Inleiding Doelgroep Relatieschema Opzet van de lescyclus Opbouw van de lescyclus Doelstellingen...

Verwerkingsles biodiversiteit onderbouw

Inleiding Doelgroep Relatieschema Opzet van de lescyclus Algemeen doel De doelstellingen...

Een. hoort erbij! Over dieren uit een ei. groepen 3-5

SPREEKBEURT Chinese vuurbuiksalamander

Naam:_ KIKKERS. pagina 1 van 6

Aquarium. Groep 6, 7 en 8 van het basisonderwijs

Voorbereiding post 4. Van ven en veen Groep 3-4

groep aug sept okt nov dec jan feb mrt apr mei juni juli

Avonturenpad: Er waren eens twee kikkertjes

Introductieles. Vogels in de klas. groep 5/6. Handleiding leerkracht. Inhoud in het kort. Kerndoelen. Lesdoelen

Ordening. Voor groep 6, 7 en 8 van het basisonderwijs. D M O B - B & E - j u l i

Kijk een kikker. Maak kennis met kikkers van Nederland! Groep 5 en 6. Kennis maken. Observeren. Leren

Introductieles. Vogels in de klas. groep 7/8. Leerkracht. Inhoud in het kort. Kerndoelen. Lesdoelen

Lente. groep 3, 4 en 5

Ordening. Klas 1 en 2 van het voortgezet onderwijs

Inhoud Inleiding Doelgroep Relatieschema Opzet van de lescyclus Algemeen doel van de lescyclus...

Blijde Wei. Lesaanbod

Kikker. en de warme dag. Groep 1 t/m 4 basisonderwijs

1. Doelgroep. 2. Relatieschema. Amfibieën. Reptielen

l a n d e l i j k i n f o r m a t i e c e n t r u m g e z e l s c h a p s d i e r e n SPREEKBEURT AXOLOTL AMFIBIEËN OVER HOUDEN VAN HUISDIEREN

Blijde Wei. Lesaanbod

Over haaien, vissen en bruinvissen. Leerlingen ontdekken het verschil tussen hondshaaien, bruinvissen en vissen.

1. Doelgroep. 2. Relatieschema. Vogels. Reiger. Eend. Knobbelzwaan. Uil Kievit. Merel. Halsbandparkiet. Duif. Kraai. Meeuw. Woonomgeving: Voedsel:

Kopieer dit e-boek en stuur het door naar anderen.

Wilgenhof. Lesaanbod

Beschuit met muisjes. Kleuters op kraamvisite op de stadsboerderij. Handleiding voor de leerkracht

Naut. Natuur en techniek HANDLEIDING THEMA 4 LES 2

Introductieles. Vogels in de klas. groep 5/6. Leerkracht. Inhoud in het kort. Kerndoelen. Lesdoelen

groep aug sept okt nov dec jan feb mrt apr mei juni juli

uitga uitg v a e v 2013

Lesbrief Bodemdiertjes favoriete voedsel

vlinders infoblad Meer informatie van de afdeling NME (Natuur en Milieu Educatie) van Carmabi is te vinden op:

Het ontstaan en de geboorte van een baby

SPREEKBEURT SLUIERSTAARTGOUDVIS

Reflectiekaart. Vooraf: Wat moeten ze kunnen: Wat moeten ze kennen: Omschrijf wat kinderen volgens jou moeten kennen en kunnen

Dierenrijk. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

inhoud blz. 1. Soorten 3 2. Zo herken je een insect 4 3. Insecten en hun jong 6 4. Vijanden Meer insecten Filmpjes 15 Pluskaarten 16

SPREEKBEURT Vissengroep Harnasmeervallen

8,7. Samenvatting door L. 580 woorden 5 maart keer beoordeeld. Biologie voor jou. Biologie. hoofdstuk 1. biologie. is de leer van het leven

K i n d e r b o e r d e r i j. Thema / onderwerp Voorbereiding bezoek kinderboerderij. Thema s : voeding, huisvesting, uiterlijke kenmerken.

Naam:...

Kijk een kikker. Maak kennis met kikkers van Nederland! Groep 3 en 4. Kennis maken. Observeren. Leren

SPREEKBEURT NEONTETRA

Een. hoort erbij! Over dieren uit een ei. groepen 5-6. uitgave 2013

Visje,visje, in de sloot. Waterdiertjes vangen en bekijken

Kijk een kikker. Maak kennis met kikkers van Nederland! Groep 1 en 2. Kennis maken. Observeren. Leren

De drinkenbroeders. Voorbereiding. Materiaal. Lesdoelen. Lesbrief 8 - De drinkenbroeders (1/6) Korte omschrijving aflevering. Lesinhoud.

Moeder Natuur BESCHUIT MET MUISJES

Levenscyclus dieren vmbo-b12

Levenscyclus dieren vmbo-b12. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Informatieles Vleermuizen

Hoek 1. Wat weet jij al over de lente? Zet woorden die jullie aan de lente doen denken rond het kadertje. De lente

Inleiding Doelgroep Relatieschema Opzet van de lescyclus Algemeen doel van de lescyclus... 5

Thema 4 Voortplanting

Werkblad slootdiertjes

Lesbrief Bodemdiertjes favoriete voedsel

Kikkers. Inleiding. Kikkers bij ons in de buurt

5.7. Werkstuk door een scholier 1676 woorden 3 mei keer beoordeeld. Biologie voor jou. Kikkers en giraffes. Inhoud

en gezinsvorming Voortplanting Werkvormen: Lesdoelen: Benodigdheden: Prentenboeken: Les 5: Hoe ben ik geboren? Lesoverzicht Basis

Beestige bundel van: 1

Les Dieren met een baan, thema vermaak

Ordening. Groep 4 en 5 van het basisonderwijs

SPREEKBEURT ZWAARDDRAGER

Kaartenset gewervelde dieren

SPREEKBEURT PLATY VISSEN OVER HOUDEN VAN HUISDIEREN. l a n d e l i j k i n f o r m a t i e c e n t r u m g e z e l s c h a p s d i e r e n

Levenskenmerken vmbo-b34

Koolwitjes in de klas! (Groep 5 & 6)

SPREEKBEURT MAANVIS VISSEN OVER HOUDEN VAN HUISDIEREN. l a n d e l i j k i n f o r m a t i e c e n t r u m g e z e l s c h a p s d i e r e n

SPREEKBEURT VUURSTAARTLABEO

Kortom, iedere gifkikker heeft zo zijn eigen middeltjes om te zorgen dat hij genoeg te eten krijgt, zonder zelf opgegeten te worden.

SPREEKBEURT SUMATRAAN

Tussendoortjes boerderijklas

SPREEKBEURT GUPPY VISSEN OVER HOUDEN VAN HUISDIEREN. l a n d e l i j k i n f o r m a t i e c e n t r u m g e z e l s c h a p s d i e r e n

SPREEKBEURT MARMERBIJLZALM

Auditieve oefeningen. Boek van de week: 1; De boerderij 2; De koe die in het water viel 3; 4;

Koolwitjes in de klas!

Limburgs Landschap. natuurboekje van

Kooi. Lesaanbod

dieren in de dierentuin

Maak een feestmaaltijd voor de dieren in het bos. Voor kinderen van 4 tot 8 jaar

groep aug sept okt nov dec jan feb mrt apr mei juni juli

Inhoudsopgave. Oriëntatie Herkennen van diersoorten en rassen Voeren van dieren Huisvesten van dieren...

SPREEKBEURT MARMERBIJLZALM

Dieren (deel 2) Indeling dierenrijk. Cursus Natuur-in-zicht. 2 hoofdgroepen: GEWERVELDEN. * In deze cursus ligt de nadruk op de gewervelden 15/09/2011

SPREEKBEURT GEELWANG-, GEELBUIK- en ROODWANGSCHILDPAD

Kijk een kikker. Achtergrond informatie bij de lespakketten. Maak kennis met kikkers van Nederland! Kennis maken. Observeren.

Boer zoekt hulp NME-les voor groep 3 en 4

,:,- ::s (\') ., - n. -==-. (\) ==} (\) (\) (ih. (\) (h. b,. (\)

Koolwitjes in de klas!

Raar, maar waar! deel 1. groep 3 en 4

Koolwitjes in de klas! (Groep 7 & 8)

Blijde Wei. Lesaanbod

Voorjaar op de boerderij. Wat een drukte!

Thema 3b Voortplanting. Wereldoriëntatie L6

SPREEKBEURT GEELWANG-, GEELBUIK- en ROODWANGSCHILDPAD

Hoofdstuk 1: Veldkenmerken en voorkomen 3. Hoofdstuk 2: Voedsel en vijanden 4. Hoofdstuk 3: Voortplanting en verwanten 6

Transcriptie:

1

Inhoud INLEIDING... 3 1. DOELGROEP... 4 2. RELATIESCHEMA... 4 3. OPZET VAN DE LESCYCLUS... 5 3.1. ALGEMEEN DOEL... 5 3.2. DE DOELSTELLINGEN... 5 4. RELATIE MET DE KERNDOELEN... 5 5. VOORBEREIDENDE ACTIVITEIT OP SCHOOL... 5 5.1. DOELSTELLING VOORBEREIDENDE LES... 5 5.2. MATERIAAL & BENODIGDHEDEN... 5 5.3. OPBOUW & WERKWIJZE... 5 6. DE LES OP LOCATIE... 6 6.1. DOEL VAN DE LES... 6 6.2. OPBOUW & WERKWIJZE... 7 6.3. AFSLUITING VAN DE LES: (±10 MIN)... 7 6.4. BEGRIPPENLIJST... 7 7. VERWERKING OP SCHOOL... 8 7.1. DOEL... 8 7.2. MATERIALEN & BENODIGDHEDEN... 8 7.3. UITLEG... 8 8. ACHTERGRONDINFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT... 9 9. DIGITAAL MATERIAAL...10 BIJLAGEN...11 BIJLAGE 1 FELICITATIEKAART... 11 BIJLAGE 2 KIKKERVISJES IN DE KLAS... 12 BIJLAGE 3 BOUWPLAAT VAN KIKKERVISJE TOT KIKKER... 14 2

Inleiding Overal in de natuur vindt geboorte, groei en ontwikkeling plaats en in het voorjaar zijn kinderen de meest enthousiaste bezoekers van kinderboerderijen, hertenkampen en parken om al het pasgeboren leven te bewonderen. Geboorte, groei en ontwikkeling zijn voor jonge kinderen prachtige wonderen die veel vragen oproepen. De les Beschuit met muisjes gaat in op de verschillende manieren van geboren worden en ontwikkelen. Daarmee borduurt deze les voort op de kleuterles Wauw, het leeft! en bereid voor op de lessen in de midden- en bovenbouw. Door ontdekken, uitproberen en observeren worden de wonderen op speelse manier begrijpbaar en krijgen de kinderen waardering voor de levende natuur om hen heen. Ook het omgaan met dieren komt nadrukkelijk aan bod. U treft in deze handleiding suggesties voor activiteiten aan, waarmee u uw groep kunt voorbereiden op de les Beschuit met muisjes. Ook voor de verwerking van de boerderijles vindt u in deze handleiding suggesties. Wij wensen u veel plezier met deze les. 3

1. Doelgroep De les Beschuit met muisjes is bedoeld voor de groepen 3 en 4 van het Rotterdamse basisonderwijs (en tevens geschikt voor leerlingen die door omstandigheden functioneren op het niveau van groep 3 en 4). 2. Relatieschema kikkerdril cocon kikker rups vlinder kikkervisje eitje amfibie insecten metamorfose uit een ei geboren worden uit een buik geboortekaartje sturen drinkt melk lijkt gelijk al op de ouders beschuit met muisjes eten zoogdier reptiel vogel vis uier schildpad krokodil kip kalkoen duif broeden stekelbaars goudvis mens koe paard ezel olifant 4

3. Opzet van de lescyclus 3.1. Algemeen doel Aan het eind van de lescyclus weten de leerlingen dat er 2 verschillende manieren zijn waarop dieren geboren worden: uit een ei (eierleggend) of uit de buik van de moeder (levendbarend). 3.2. De doelstellingen De voorbereidende activiteit op school: Aan het einde van de voorbereidende les hebben de leerlingen kennisgemaakt met tenminste 5 vaderdieren, moederdieren en hun jongen die op de boerderij leven: (koe-stier-kalf, merriehengst-veulen, geit-bok-lam, ooi-ram-lam, hen-haan-kuiken) De les op locatie: Aan het einde van de les Beschuit met muisjes : Kunnen de leerlingen 5 dieren noemen die uit een ei komen. Kunnen de leerlingen 5 dieren noemen die uit de buik van hun moeder komen. Kunnen de leerlingen tenminste 3 dieren noemen die metamorfose ondergaan. Aan het einde van de les zijn de leerlingen in aanraking geweest met 5 dieren en hun jongen. De verwerkingsactiviteit op school: Aan het einde van de verwerkingsopdracht hebben de leerlingen het geleerde in de praktijk gebracht. 4. Relatie met de kerndoelen De les sluit aan bij de volgende kerndoelen binnen het leergebied Oriëntatie op jezelf en de wereld domeinen mens & samenleving en natuur & techniek : 40: De leerlingen leren in de eigen omgeving veel voorkomende planten en dieren onderscheiden en benoemen en leren hoe ze functioneren in hun leefomgeving. 41: De leerlingen leren over de bouw van planten, dieren en mensen en over de functie van hun onderdelen 5. Voorbereidende activiteit op school 5.1. Doelstelling voorbereidende les Aan het einde van de voorbereidende les hebben de leerlingen kennisgemaakt met tenminste 5 vaderdieren, moederdieren en hun jongen die op de boerderij leven: (koe-stier-kalf, merrie-hengst-veulen, geit-bok-lam, ooi-ram-lam, hen-haan-kuiken) 5.2. Materiaal & benodigdheden Voor elke leerling een gekopieerd geboorte kaartje (uit de bijlage van de handleiding) Kleurpotloden Scharen Digibord 5.3. Opbouw & werkwijze 5

Klassegesprek (±10 min) De leerlingen hebben post gekregen: een geboortekaartje van de kinderboerderij. Er zijn allemaal baby s geboren en de klas is uitgenodigd om langs te komen. Welke baby s er precies geboren zijn, dat staat er niet bij. Naar aanleiding hiervan volgt een gesprek over de lente, voornamelijk over jonge dieren. Welke jonge dieren zou je allemaal kunnen vinden op de boerderij? Vraag aan de kinderen van verschillende dieren of ze weten hoe de vader, de moeder en het kind heten. Felicitatiekaarten maken (±20 min) Het is natuurlijk wel spannend. Op het kaartje staat niet WELKE dieren er geboren zijn. Vraag: wat denk jij? Welk dier vind jij leuk? Elke leerling slaat hierover aan het fantaseren en maakt een felicitatiekaart. In bijlage 1 vindt u voorgedrukte felicitatiekaarten die door de leerlingen afgemaakt kunnen worden. Een eigen kaart mag natuurlijk ook. Op de stippellijntjes vullen de leerlingen de namen in van het vader en moeder dier en het jong in, bv. Koe en stier, hartelijk gefeliciteerd met de geboorte van uw kalf, of Hen en haan, van harte gefeliciteerd met de geboorte van uw kuiken. Verder is er een kadertje waarin ze het jong (eventueel met de ouders) kunnen tekenen. De felicitatiekaarten worden als kraamcadeautje meegenomen naar de kinderboerderij. De leerlingen schrijven hun naam op de voorkant en hangen de kaartjes aan een touwtje om hun nek, zodat deze tijdens het introductiegesprek op de kinderboerderij als naamkaartje kunnen fungeren. Later worden deze kaartjes dan als kraamcadeau bij de stallen gehangen. De dieren op de kaarten kunnen eventueel ook gebruikt worden om zes groepjes te maken, bijvoorbeeld de kalfjes, kuikens, biggetjes, geitenlammetjes, schapenlammetjes en veulentjes. In dat geval kiest ieder (tafel)groepje (en niet iedere leerling apart) een dier. Afsluiting (±10 min) De geboortekaartjes worden bekeken en besproken. Digitale suggestie: Filmpje over de lente, waarin de geboorte van dieren aan bod komt. https://www.schooltv.nl/video/huisje-boompje-beestje-lente/#q=lente (20 minuten) 6. De les op locatie De les Beschuit met muisjes wordt gegeven op een kinderboerderij in het voorjaar, wanneer er veel geboortes zijn van jonge dieren. De les duurt 5 kwartier en wordt gegeven door een educatief medewerker van de kinderboerderij. Omdat er in groepjes gewerkt wordt is begeleiding per subgroep noodzakelijk. Er worden maximaal vijf groepjes gemaakt. 6.1. Doel van de les Aan het einde van de les Beschuit met muisjes : Kunnen de leerlingen 5 dieren noemen die uit een ei komen. Kunnen de leerlingen 5 dieren noemen die uit de buik van hun moeder komen. Kunnen de leerlingen tenminste 3 dieren noemen die metamorfose ondergaan. Aan het einde van de les zijn de leerlingen in aanraking geweest met 5 dieren en hun jongen. 6

6.2. Opbouw & werkwijze Kringgesprek (± 10 minuten) De groep wordt welkom geheten en de geboortekaartje worden bekeken en besproken. De groep krijgt instructie over de opdrachten en leren hoe zij in het lokaal en op de boerderij met de dieren moeten omgaan: als je op kraamvisite gaat, hoe gedraag je je dan? Opdrachtencircuit (± 55 minuten) Je gaat naar een hoek en in die hoek ga je op ontdekking uit en antwoord geven op de volgende vragen: 1. Hoe word ik geboren? 2. Hoe zie ik eruit als ik net geboren ben? 3. Wat eet ik als ik net ben geboren? 4. Hoe zie ik eruit als ik volwassen ben? 5. Wat eet ik als ik volwassen ben? De kinderen worden verdeeld over de 5 hoeken. Na 10 minuten wordt er gewisseld. In de hoek zijn verschillende opdrachtjes / activiteiten die de leerlingen kunnen doen. Elk opdrachtje stelt de leerling in staat erachter te komen hoe dat groepje dieren zijn jongen ter wereld brengt en grootbrengt. De volgende themahoeken zijn in het lokaal gecreëerd met daarin verschillende opdrachtjes: Hoek zoogdieren Hoek uit het ei en metamorfose Hoek uit het ei Hoek mens Naar buiten op zoek naar jonge dieren 6.3. Afsluiting van de les: (±10 min) De les wordt afgesloten met de coöperatieve werkvorm wandel & wissel uit. De leerlingen krijgen allemaal een kaartje met daarop een dier, op dit kaartje staat ook informatie over dit dier, d.m.v. symbolen of vragen (hoe word ik geboren, hoe zie ik eruit als ik net geboren ben, drink ik melk bij mijn moeder etc). Alle leerlingen verspreiden zich onafhankelijk van elkaar in het lokaal. Als er een belletje gaat, dan stopt iedereen. Elke leerling vormt een duo met degene die het dichtst bij staat. De leerlingen vertellen elkaar welk dier ze zijn en vertellen vervolgens over hun eigen dier. De duo s wisselen hun antwoorden uit. De samenwerkingsvaardigheden die aan bod komen, zijn: luisteren en informatie uitwisselen. De tijdsduur is ongeveer vijf minuten. 6.4. Begrippenlijst De volgende begrippen komen tijdens de les aan bod: Zogen Zoogdier Geboorte Uier Spenen Ei Broeden Kuiken Kikker Kikkerdril Kikkervisje Rups Cocon Pop Vlinder Lam Kalf Big Veulen Metamorfo 7

7. Verwerking op school 7.1. Doel Aan het einde van de verwerkingsopdracht hebben de leerlingen het geleerde in de praktijk gebracht. 7.2. Materialen & benodigdheden Bij lessuggestie op de boerderij Opdrachtvel en stickers (meegekregen na de les op de kinderboerderij). Bij lessuggestie kikkervisjes in de klas Kikkerdril Geschikt aquarium Handleiding verzorgen kikkervisjes (zie bijlage 2) 7.3. Uitleg Lessuggestie Op de boerderij Opdracht waarbij de kinderen langs verschillende dieren gaan en bekijken of ze uit een ei of buik komen en wat ze eten. Met een opdrachtvel en stickers plakken de kinderen de stickers bij het goede antwoord. U kunt langer op de kinderboerderij blijven en deze opdracht aansluitend op de les Beschuit met muisjes uitvoeren. Deze opdracht kan ook op worden uitgevoerd. Lessuggestie Kikkervisjes in de klas Kinderen kunnen het proces van de metamorfose van kikkers van het begin tot (bijna) het eind volgen. In bijlage 2 van deze handleiding staan regels en aanwijzingen voor de verzorging van kikkerdril en kikkervisjes voor educatieve doeleinden. In deze handleiding zit een bouwplaat van een kikkervisje mee, die je kunt ombouwen tot kikker. Met splitpennen kan je er onderdelen aanzetten en afhalen (zie bijlage 3). Extra suggestie: U kunt het prentenboek Kikkervisjes van Bartlett (interactief) voorlezen en de leerlingen het verhaal zelf na laten spelen/vertellen met behulp van een verteltafel. Vooral bij taalzwakke leerlingen is dit een hulpmiddel om de begrippen die in de les ter sprake komen te laten beklijven. Op de verteltafel staan allerlei materialen die met het verhaal te maken hebben, die de kinderen daarbij kunnen gebruiken. Ook kunnen ze zelf attributen knutselen die een plek krijgen op de verteltafel (bv, kikkerdril, waterplantjes) Naast kikkervisjes in de klas is het ook mogelijk vlinders in de klas te houden. Voor meer informatie hierover: www.vlinderstichting.nl Een ander alternatief is meelwormen in de klas. N.B. Dieren in de klas? Houd rekening met het dierenwelzijn! Ook kikkervisjes, vlinders en meelwormen verdienen een aandachtige en respectvolle verzorging. Heeft u vragen over de verzorging, dan kunt u te alle tijden contact opnemen met een educatief specialist van uw kinderboerderij. Lessuggestie Natuurwandeling maken Als vervolg kunt u met de klas een lentewandeling maken om te kijken wat er allemaal nog meer aan jong leven te vinden is. Vooral (nestelende) vogels zijn overal volop te zien. Hier valt van alles over te ontdekken: waarom maken vogels nesten, waarom doen ze dat in de lente, blijven de jonge vogeltjes op 8

het nest of niet, wat eten ze? Aandacht voor schutkleuren, waarom zou het vrouwtje zo onopvallend zijn? Waarom broedt de vogel ook alweer op het ei, wat gebeurt er binnen in het ei? 8. Achtergrondinformatie voor de leerkracht Herkomst Beschuit met muisjes Al in de middeleeuwen was het gebruikelijk dat de moeder en de kraamvisite getrakteerd werden op iets lekkers. De geboorte van een kind werd flink gevierd en daarbij werd de hele buurt betrokken. Het krijgen van een kind kon in die tijd gevaarlijk zijn. Gezien de medische omstandigheden van toen, bestond het risico dat zowel moeder als kind het kraambed niet overleefden. Een voorspoedig verlopen geboorte moest dan ook goed gevierd worden (o.a. met het kraam eten, het kraam schudden en het doopfeest). Vrij snel na de geboorte stroomde het kraambezoek binnen. De kinderen uit de buurt werden getrakteerd op lekkernijen die het nieuwe kindje zogenaamd had meegebracht. De kinderen kregen een suikerbol of een boterham met suiker, het kindermanstik. Vroeger werd beschuit alleen als lekkernij bij feestelijke gelegenheden gegeten. Het was een echte luxe en alleen voor de rijken weggelegd. Een dik besuikerde beschuit werd als een echte traktatie ter viering van de geboorte gegeten. Voor de gewone mensen was er besuikerd wittebrood. De basis van de muisjes is de combinatie van anijszaadjes en suiker. Van oudsher wordt aan de anijszaadjes en de anijsolie geneeskrachtige eigenschappen toegeschreven. Ook werd anijs gebruikt bij de bereiding van voedsel, drank en geneesmiddelen. Zo vertelde de baker (de kraamvrouw) dat ze anijs moest eten omdat dat goed zou zijn voor de productie van moedermelk. Rond de 17e eeuw werd direct na de bevalling kraamanijs, ook bekend als anisette, aan de kraamvrouw geschonken. Anijs had indertijd de reputatie dat het de baarmoeder na de geboorte snel tot de oorspronkelijke grootte kon terugbrengen, bovendien zou het de boze geesten bezweren. Over de oorsprong van de naam 'muisje' zijn niet alle historici het eens. Sommigen zeggen dat de vorm van het in suiker gehulde anijszaadje, met zijn staartje, tot de naam heeft geleid. Ook kan de naam zijn oorsprong vinden in het zinnebeeld van vruchtbaarheid dat de muis vertegenwoordigt (de muis plant zich namelijk snel voort). Ei of geen ei? Alle dieren komen uit een ei, alleen bij zoogdieren vindt de ontwikkeling in de baarmoeder plaats waarbij de vrucht gevoed wordt door de navelstreng. Bij de embryonale ontwikkeling bij zoogdieren wordt ook gesproken over een dooierzak, dus toch een beetje een ei. Bij sommige diersoorten is een ei in het lichaam van de moeder (of vader bij zeepaardjes) tot ontwikkeling gekomen, dan spreken we van eierlevendbarend. Deze vorm van voortplanting vindt men onder meer bij diverse soorten haaien, slangen, hagedissen, slakken en tweekleppigen. Eierlevendbarend verschilt van levendbarend vooral doordat het embryo niet via een (soort van) placenta, met het moederlichaam verbonden is om voedingsstoffen te verkrijgen en afvalstoffen af te scheiden. Alle voedsel is al vooraf aan het ei meegegeven; het moederlijf dient slechts als een veilige omgeving voor het embryo. In sommige gevallen (vooral bij haaien, enkele slakkensoorten) treedt een vorm van kannibalisme op, waarbij het sterkste jong zijn broertjes en zusjes als voedsel gebruikt. Bekende aquariumvissen die 'eierlevendbarend' zijn, zijn de guppy, de Black molly en het platy. Deze vissen zijn hierdoor zeer gemakkelijk te kweken. Ook bij sommige salamanders uit het geslacht Salamandra, waaronder de vuursalamander, komen de jongen volledig ontwikkeld uit de moeder. Van de gewervelden komen alle vissen, vogels, reptielen en amfibieën uit een ei, waarvan sommige dus eierlevendbarend zijn. De zoogdieren komen niet uit een gelegd ei, behalve het vogelbekdier en de mierenegel. Deze primitieve zoogdieren hebben wel melkklieren en zogen hun jongen dan ook. 9

Onder pasgeborenen wordt nog een onderscheid gemaakt tussen nestvlieders en nestblijvers. Nestvlieders kunnen direct voor zichzelf zorgen: eten, lopen etc. De ogen zijn open en ze hebben huidbedekking. De nestblijvers zijn hulpeloos, worden eerst verzorgd / gevoed, de ogen zijn vaak nog dicht en ze hebben geen huidbedekking. Ook kunnen ze vaak nog niet staan en lopen. De mens is een soort waarbij de jongen het langst nestblijver zijn. 9. Digitaal materiaal Op www.schooltv.nl en www.youtube.nl zijn heel veel filmpjes over dit onderwerp te vinden. Omdat de links kunnen veranderen, doen we hier zoekwoord suggesties: lente, kip en ei, geboorte, baby, voortplanting, borstvoeding, zogen, zoogdier, uier, spenen, ei, broeden, kikkerdril, kikkervisje, rups, cocon, pop, vlinder, metamorfose 10

Bijlagen Bijlage 1 Felicitatiekaart Beste... en......, Van harte gefeliciteerd met de geboorte van uw.. Van:. 11

Bijlage 2 Kikkervisjes in de klas Waarom kikkers in de klas? Het inrichten van het aquarium, het vangen van kikkerdril en het voeren van de kikkervisjes zijn in de klas interessante belevenissen. Door kikkerdril in de klas te houden kunnen de kinderen heel goed zelf de metamorfose waarnemen. Wat zijn de verschillende stadia van de kikker? In de eitjes ontwikkelen zich blinde, visvormige larven die de eerste tijd in het omhulsel blijven zitten. Wanneer het kikkerdril uitkomt hechten de larven zich eerst een tijdje aan de waterplanten vast. Na ongeveer 2 weken gaat deze larve, die inmiddels ogen en draadvormige kieuwen heeft gekregen, vrij in het water leven. De kikkervisjes zwemmen met behulp van de staart. De ontwikkeling tot kikker gaat als volgt: de uitwendige kieuwen worden eerst vervangen door inwendige kieuwen. De staart wordt gebruikt voor de huidademhaling. De achterpoten verschijnen het eerst. Pas als deze geheel ontwikkeld zijn, komen ook de voorpoten te voorschijn. Na het doorkomen van de voorpootjes, volgt het verdwijnen van de staart. Deze valt er niet af maar verschrompelt. Gedurende die tijd verdwijnen ook de inwendige kieuwen en gaat het dier steeds meer over op longademhaling. De kikkers zijn nu landdieren geworden en voeden zich nu alleen nog maar met dierlijk voedsel zoals wormen, slakjes en insecten. De tijd die de kikker voor nodig heeft voor de metamorfose is afhankelijk van de temperatuur van het water (10 graden Celsius: 7½ maand, 15 graden Celsius 2½ maand). Wanneer en waar kunt u kikkers vinden? In de periode van maart tot juli zet de kikker kikkerdril in het water af. De kikkerdril is een klomp eitjes die bestaan uit een geleiachtig, doorzichtig omhulsel en een zwarte kern. Deze kikkerdril vindt u in kleine, schone slootjes en vijvers met stilstaand water. Kikkers zetten hun eieren vaak af op de plek waar ze zelf zijn uitgekomen. Hoe vang je kikkerdril? Gebruik geen schepnetje. Het beste kunt u gebruik maken van een glazen potje met een deksel. U houdt het potje in het water, waarna u de kikkerdril in het potje schuift. De kikkerdril snijdt u af met het dichtdraaien van het dekseltje. Het aantal kikkervisjes moet niet te groot zijn, i.v.m. de vervuiling van het water en voedseltekort. Een half kopje is voldoende. Wat is de beste behuizing? De kikkervisjes kunnen het beste in een grote faunabox gehouden worden. Informeer hiernaar bij de educatief medewerkers van uw kinderboerderij. De bodem kan bedekt worden met stenen, zand en kiezel waar de waterplanten in vastgezet kunnen worden. Deze waterplanten haalt u in de dierenwinkel of uit de sloot waar u de kikkerdril vond. Het water haalt u het beste uit de sloot waar u de kikkerdril vond. Ververs de helft van het water wekelijks, laat het nieuwe water eerst op temperatuur komen. Verwijder evt. dode kikkervisjes. Een pomp is niet nodig, de kikkervisjes houden van rustige poeltjes en sloten. Wel kunt u evt. gebruik maken van een bruissteentje. Het water mag niet boven de 20 graden Celsius komen! Zorg voor een drijvend stuk hout of kurk of waterplant, zodat de kikkertjes na de metamorfose een plek hebben om boven water te rusten. Zodra alle kikkertjes voorpootjes hebben kan het waterniveau verlaagd worden tot een laag van een paar centimeter. Wat eten kikkervisjes? Zorg dat er waterplanten in de bak aanwezig zijn. Als de kikkers nog in de eitjes zitten of als kleine larfjes aan de waterplantjes hangen, hoeft u nog geen voedsel toe te dienen. Pas als de larfjes loskomen van de planten, kunt u beginnen met het toedienen van zachte bladeren van o.a. sla en gedroogde, fijngehakte 12

brandnetel. Ook dunne schijfjes komkommer kunnen gegeven worden. Zodra de achterpootjes verschijnen, geeft u vlokken visvoer, rode wormen of watervlooien. In de twee dagen na de metamorfose kunt u de kikkertjes voeren met tubifex (rode muggenlarven), waterluizen en fruitvliegjes. Door een schijfje sinaasappel in de bak te doen, komen er vanzelf fruitvliegjes op af. Na deze twee dagen kunt u de kikker niet meer voldoende goed verzorgen en dient u ze terug te zetten in de natuur. De kikker is namelijk een bedreigde diersoort! Doe dit bij voorkeur in het donker en in hoge planten (niet in het water). Meer informatie: Voor meer informatie kunt u contact opnemen een educatief medewerker van uw kinderboerderij. 13

Bijlage 3 Bouwplaat van kikkervisje tot kikker Kleur de onderdelen en knip ze uit. 14