Wenbeleid Kinderopvang/BSO Het Kinderparadijs

Vergelijkbare documenten
Wenbeleid Kinderopvang/BSO Het Kinderparadijs

Hoofdstuk 4: De gehele periode van wennen 6

Wenbeleid peuteropvang

Wenbeleid peuteropvang

Wenbeleid buitenschoolse opvang

Wenbeleid buitenschoolse opvang

Wenbeleid KDV Polderpret

Inhoudsopgave : Wenbeleid Voorwoord Wenperiode nieuw kind Hulp bij het wennen Kinderen die moeilijker wennen...

Wenbeleid Voor de kinderopvang van KieKeBoe

Wenbeleid kinderopvang

Wennen op het kinderdagverblijf

Wenbeleid kinderopvang

Wenbeleid kinderopvang

Wenbeleid KDV. Van Kinderdagverblijf De Bibelebontseberg. Uitgiftedatum: Februari 2007 Herzien: Mei Documentnummer:

Intake- en wenprotocol. Taal Ontwikkeling Milieubewust Activiteiten Zorg

KINDERDAGVERBLIJVEN BLUB, ZEGT DE VIS

Hoofdstuk 2 - Uitvoering en dienstverlening Werkinstructies en protocollen kinderdagverblijven en buitenschoolse opvang Juli 2015

Binnenkomst. Pedagogisch Actief KDV. Pedagogisch actief KDV - C. Schuurman

Maak een afspraak voor een rondleiding bij jou in de buurt

NIEUWE KINDEREN. Ontvangst nieuwe ouder/kind

PEDAGOGISCH BELEID HUMMELTJESHOEK

Onrustige baby. Moeder en Kind Centrum. Beter voor elkaar

Praktische informatie

NIEUWE KINDEREN. Ontvangst nieuwe ouder/kind

Pedagogisch werkplan. peuteropvang Morgenster. Pedagogisch werkplan de Morgenster 2018

Leer- en ontwikkelingslijnen jonge kind (ZONDER extra doelen) - versie aug Naam leerling. Sociaal-emotionele ontwikkeling Betrokkenheid

Ontvangst nieuwe ouder/kind

Pedagogisch werkplan. Kinderdagverblijven

Pedagogisch werkplan Gastouderopvang Leuk enzo!

Even Voorstellen. Wij zijn strikt in het uitvoeren van de aan ons toevertrouwde taken en hechten zeer sterk aan respect en regelmaat.

Visie (Pedagogisch werkplan)

Pedagogisch beleidsplan

Pedagogisch beleid Kinderdagverblijf de Harlekijn

Kinderdagverblijf. Het Tuinhuis

I N F O R M A T I E M A P Wennen op Avonturijn

Bijlage 1. Een goed begin is het halve werk

Omdat de voorschoolse opvang een korte opvangtijd kent, komen kinderen hier in principe niet wennen.

Samen leren spelen is spelenderwijs leren!

Bijlage bij Pedagogisch overleg 0-4 jaar

Bijlage bij Pedagogisch overleg 0-4 jaar

Pedagogisch beleidsplan

Ouderbeleid van BSO De Bosuil

Pedagogisch locatiebeleid van kdv Cuneradal

Pedagogisch werkplan Peuteropvang t Wakertje

Ons pedagogisch handelen kinderdagverblijf Kameleon & peutergroep t Snuffeltje

Pedagogische nazorg. Nazorg folder voor ouder(s)/verzorger(s) en kinderen na een ziekenhuisopname

Pedagogisch werkplan peuteropvang Morgenster

Pedagogisch werkplan Peuterspeelzaal Knuffel

Wenbrochure Kinderdagverblijf Beregoed

Observatielijst Groepsfunctioneren

Observeerbare Termen. Pedagogisch basisdoel: Sociale en emotionele veiligheid. Pedagogisch basisdoel: Sociale en emotionele veiligheid 2

Samen leren spelen is spelenderwijs leren!

Handleiding Kind in Beeld Kinderopvang

Gastouderbureau Barbamama

Omdat de voorschoolse opvang een korte opvangtijd kent, komen kinderen hier in principe niet wennen.

Pedagogisch plan Bengels kinderopvang

Activiteitenlijst - Baby s en peuters

Pardoes, een goede opvang

opvang 0-4 jaar STICHTING KINDEROPVANG BARENDRECHT

Gastouderbureau MijnGastouderopvang

Welkom bij: Infoboekje

Voor- en achternaam gastkind * Voor- en achternaam vraagouder * Voor- en achternaam gastouder *

Voor het eerst naar school

Pedagogisch werkplan. Peuterspeelzaal Pippeloentje. Pedagogisch werkplan peuterspeelzaal Pippeloentje SPL / SJWB februari 2019

Wenbrochure Kinderdagverblijf De Bereboom

PEDAGOGISCH WERKPLAN PEUTERSPEELZAAL OT EN SIEN

Ons pedagogisch handelen peutergroep Grootstal

Werkinstructie invuller kijklijst

Feedbackmapje Naam leerling: Richting: Kinderbegeleider duaal. Mevr. An Treuttens. Kinderbegeleider duaal Don Bosco Halle

Pedagogisch kader Kinderdagverblijf Filios

Het medicijn Gammaglobuline in je bloed

Evaluatieformulier jaarlijks 0-4jaar (ouder)

Ons pedagogisch handelen buitenschoolse opvang De Zevensprong, Weezenhof 30

Naam: Locatie: Groep: Groeibericht

Kinderdagverblijf t Kruimeltje. Informatie Boekje. Oude Arnhemseweg 234, 3705 BJ Zeist Tel

PEDAGOGISCH WERKPLAN. Thea en Priscilla Pompert Boterzwin WH Julianadorp

Werkwijze. Onze visie

1.1. Het creëren van een veilige en vertrouwde omgeving

Bijlage 7: Pedagogisch beleid van de Tussenschoolse Opvang Surplus

Pedagogisch werkplan. Peuterspeelzaal Knuffel

Huisregels peuterspeelzaal De Peuterhoek

Evaluatieformulier jaarlijks 0-4 jaar (gastouder)

Activiteitenlijst Kinderbegeleider Duaal

Pedagogisch Werkplan BSO In de Manne

Pedagogisch werkplan. Peutercentrum t Kwetternest

Veel gestelde vragen over peuterschool Nieuw Sloten

Intakeformulier kinderdagverblijf

Informatie Prins Heerlijk

Samen groeien. Maak kennis met onze pedagogische visie

Ons pedagogisch handelen Peutergroep De Verrekijker

Ons pedagogisch handelen buitenschoolse opvang De Kroon, Stevenkerkhof

Pedagogisch beleidsplan. Oktober 2016

2. Opvangvormen en openingstijden Kinderdagverblijf Geopend op maandag t/m vrijdag van 7.30 uur tot uur.

Utrecht, Gooi & Vecht. Ondersteuning bij leven met een beperking. Moeilijk lerend. Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind

Het medicijn Gammaglobuline onder je huid Subcutaan

Ons pedagogisch handelen peutergroep Kleuterland

Samen groeien. Maak kennis met onze pedagogische visie

Het medicijn Gammaglobuline in je bloed

Eten, slapen & zindelijk worden

Tussendoelen sociaal - emotionele ontwikkeling: Omgaan met zichzelf

Transcriptie:

Wenbeleid Kinderopvang/BSO Het Kinderparadijs 1

Kinderdagverblijf/BSO Het Kinderparadijs 1 januari 2017 Inhoud 1. Inleiding... 3 2. De eerste kennismaking... 5 3. Het afscheid... 6 4. De gehele periode van wennen... 8 5. Plaatsing- en wenbeleid stappenplan....9 6. Wenbeleid Buitenschoolse opvang..11 2

Kinderdagverblijf/BSO Het Kinderparadijs 1 januari 2017 1. Inleiding Pedagogisch medewerksters krijgen regelmatig te maken met nieuwe kinderen en nieuwe ouders. Zij moet steeds opnieuw een vertrouwensrelatie opbouwen met kinderen en ouders. Voor kinderen en voor hun ouders betekent de stap naar een kinderdagverblijf dat zij moeten wennen aan nieuwe situatie. Voor kinderen is het vaak de eerste stap buiten de vertrouwede wereld van ouders of familie. Het is van groot belang voor kinderen en ouder dat de wenperiode goed verloopt. Het wenproces gaat stap voor stap. Wanneer is een kind gewend in zijn/haar groep? We onderscheiden twee perioden in het wenproces: de eerste periode van wennen en de gehele periode van wennen. De eerste periode van wennen In de eerste periode van wennen moeten ouder en kind zich van elkaar losmaken. Stap voor stap leert het kind de overgang van thuis naar het kinderdagverblijf te maken. Kind en ouder raken er langzaam maar zeker aan gewend om de dag gescheiden van elkaar door te brengen. Dit proces duurt gemiddeld drie dagen. Sommige kinderen en ouders hebben meer tijd nodig. Wanneer het kind zonder al te veel verdriet of angst in de groep kan zijn, is de eerste periode van wennen afgesloten. Maar nu is het kind nog niet geheel gewend in de groep. De hele periode van wennen Na de eerste periode van wennen heeft een kind nog tijd nodig om helemaal vertrouwd te raken met zijn/haar nieuwe omgeving. Er zijn heel veel nieuwe indrukken die het kind moet verwerken: De pedagogische medewerkers en de groep kinderen (die meestal niet iedere dag dezelfde zijn), de ruimte, het spelmateriaal, de regels en het ritme van de groep. Sommige kinderen kunnen al vrij snel rustig meedraaien, maar zijn nog wel aan het wennen in de groep. Wanneer is een kind dan gewend? We denken dat een kind gewend is als we bij het kind alle van hieronder genoemde gedragingen kunnen waarnemen: 1 Het kind voelt zich zichtbaar op zijn gemak bij alle pedagogische medewerkers van zijn/haar groep: het laat zich troosten, helpen, naar bed brengen, etc. 2 Er is non-verbale en/of verbale communicatie tussen pedagogische medewerker en kind. 3 Het kind speelt met of naast andere kinderen. 4 Het kind voelt zich op z n gemak of beweegt zich vrij door de ruimte. Het gebruikt de speelhoeken en het spelmateriaal en heeft hier plezier in. 5 Het kind heeft een zeker ritme in de groep gevonden. Voor baby s betekent dit een min of meer herkenbaar eet- en slaapritme. Voor de andere kinderen betekent dit dat zij min of meer in het ritme van de groep kunnen voegen: ze eten, drinken, slapen en spelen over het algemeen met de andere kinderen mee. 3

We gaan uitgebreid in de eerste periode van wennen. We doen daarbij een aantal aanbevelingen om deze periode zo goed mogelijk te laten verlopen. Daarna komt het wennen in een nieuwe groep (of op een nieuw kindercentrum) aan de orde. Vervolgens staan we stil bij de relatie tussen pedagogische medewerker en ouder in de gehele periode van wennen. 4

Kinderdagverblijf/BSO Het Kinderparadijs 1 januari 2017 2. De eerste kennismaking De wenperiode begint bij de eerste kennismaking met het kinderdagverblijf. Vaak moeten ouders nog wennen aan het idee dat zij hun kind naar een kinderdagverblijf gaan brengen. Veel ouders weten weinig of nauwelijks wat van het kinderdagverblijf af. De eerste indruk die ouders krijgen van de leiding, het gebouw, en de sfeer in de groep is zeer bepalend voor hun houding ten opzichte van het kinderdagverblijf. Essentieel is dat er vanaf het begin gewerkt wordt aan het opbouwen van een vertrouwensrelatie. De basis voor een goed verlopend wenproces is een goede vertrouwensrelatie. De vertrouwensrelatie ontstaan niet vanzelf, pedagogische medewerkers, ouders en kinderen hebben daar tijd voor nodig. Van pedagogische medewerkers mag verwacht worden dat zij het initiatief nemen voor het opbouwen van een vertrouwensrelatie met zowel de kinderen als met de ouders. Hieronder volgt een aantal concrete suggesties om ouder en kind te begeleiden in het wenproces. Een goed intake gesprek is tweerichtingsverkeer. Je vertelt niet alleen over de gewoonten en regels op het kinderdagverblijf, maar luistert ook naar de ideeën en verwachtingen van ouders. Probeer vanaf het begin ouder en kind op hun gemak te stellen. Geef ze de ruimte om hun gevoelens te uiten. Maak duidelijk dat het heel gewoon is wanneer ze moeite met de situatie hebben. Belangstelling voor het kind of de ouder geeft vaak een gevoel van vertrouwen. Vertel kort iets over de gang van zaken in de groep. Wat voor pedagogische medewerkers vanzelfsprekend is, is voor ouders vaak volkomen nieuw. Vragen naar praktische zaken kunnen een diepgaander gesprek over opvoeding op gang brengen. Maak met de ouder concrete afspraken over de wenperiode. Luister naar de wensen van ouders. Houd rekening met de mogelijkheden en onmogelijkheden van ouders. Zet om misverstanden te voorkomen deze afspraken op papier (zie wenschema in bijlage 1). Probeer soepel met het wenbeleid en het wenschema om te gaan. Overleg met de ouders en zoek samen naar oplossingen voor problemen. Bedenk dat veel ouders niet alle informatie in één keer kunnen onthouden. Herhaal informatie en geef ouders de gelegenheid om dingen (na) te vragen. De ene ouder zal hier meer behoefte aan hebben dan de andere. 5

Kinderdagverblijf/BSO Het Kinderparadijs 1 januari 2017 3. Het afscheid De eerste keer dat het kind in de groep komt, is voor iedereen een spannend moment. Ouders kunnen er soms tegen opzien. Voor pedagogische medewerkers betekent het een extra inspanning. Bij baby s moet de pedagogische medewerkers extra alert zijn op de reacties van het kind. Bij jonge baby s is de wenperiode voor ouders vaak moeilijker dan voor de kinderen. In bepaalde perioden kunnen kinderen (tussen vijf a zes maanden en ongeveer anderhalf jaar) eenkennig zijn. In zo n periode hebben ze vaak extra moeite met het loslaten van de ouder en kunnen ze angstig reageren op nieuwe situaties en op vreemde. Ook peuters kunnen in bepaalde perioden (opnieuw) moeite hebben met afscheid nemen. Zij kunnen bij het wenen veel houvast hebben aan een vast afscheidsritueel. Bijvoorbeeld: zeggen wat er gaat gebeuren en hier consequent aan vasthouden. Het kan verwarrend zijn wanneer de ouder te lang in de groep blijft. Je kunt beter met de ouders afspreken dat zij/hij eerst weggaat en bij het ophalen nog een poosje in de groep blijft. Ook voor de ouder kan dit prettiger zijn; zij zien dan niet meer tegen het afscheid op. Hierover volgt een aantal suggesties om het afscheid tussen ouder en kind te begeleiden: Maak als pedagogische medewerkers onderling goede afspraken over de werkrooster en de taakverdeling. Spreek van tevoren af op welk moment de ouder de groep zal verlaten. Zoek een rustig moment uit, zodat één van de pedagogische medewerkers tijd heeft voor ouder en kind. Probeer zodra het kind in de groep komt, contact te leggen met het kind. Juist als de ouder nog in de groep aanwezig is, is de kans groot dat het kind zich veilig voelt. Probeer de ouder op zijn/haar gemak te stellen. Geef ze (op een ongedwongen manier) de kans om voor hun kind te zorgen (bijvoorbeeld: verschonen, fles geven) of met ze te spelen. Ouders kennen dagelijkse gang van zaken nog niet. Hierdoor zijn ze vaak onzeker over wat ze wel en niet mogen. Niet alle ouders durven vragen aan pedagogische medewerkers te stellen. Vertel ouders dat ze op kunnen bellen om te vragen hoe het gaat. Controleer nog even waar de ouders bereikbaar zijn. Probeer de ouder en kind het gevoel te geven dat ze welkom zijn. Persoonlijke aandacht is hierbij heel belangrijk. Begrip voor de gevoelens van ouder en kind ook. Vooral de eerste keer is het afscheid nemen een moeilijk moment. Leg aan ouders uit waarom het belangrijk is dat ze kort en duidelijk afscheid nemen. Ook al huilt het kind. Een weifelende ouder brengt het kind (nog meer) in verwarring. Voor een ouder is het naar om een huilend kind achter te laten. Probeer de ouder gerust te stellen. 6

Iets meenemen van thuis (een doekje, knuffel of speelgoed) kan het kind ook steun geven; ze mogen iets vertrouwds bij zich houden in de nieuwe omgeving. Wanneer de ouder terug komt in de groep, maak dan even tijd vrij voor een gesprekje. Ouders willen meer horen dan: het ging (best wel) goed. Vertel aan het einde van de eerste wenperiode dat het kind extra aandacht krijgt totdat het helemaal gewend is binnen de groep. 7

4. De gehele periode van wennen Na de eerste wenperiode heeft een kind nog tijd nodig om helemaal vertrouwd te raken met de nieuwe omgeving. In de inleiding staan vijf punten genoemd die hierbij van belang zijn. Hoeveel tijd een kind nodig heeft om te wennen is uiteraard afhankelijk van het kind en het aantal dagdelen per week dat het kind op het kinderdagverblijf komt. Maar ook ouders zijn na een weekje nog niet helemaal gewend! Zij hebben tijd en aandacht nodig om met de verschillende pedagogische medewerkers uit de groep een vertrouwensrelatie op te bouwen. Om het kind beter te leren kennen hebben pedagogische medewerkers vaak behoefte aan wat meer informatie over thuissituatie. Veel ouders hebben behoefte aan (herhaling van) informatie over de gang van zaken. Vaak zitten ze nog met allerlei vragen of hebben ze (opnieuw) moeite hun kind uit handen te geven. Ze moeten (opnieuw) ervaren dat hun kind bij de pedagogische medewerk in goede handen is. Dit betekent dat pedagogische medewerkers zich in deze periode extra met de nieuwe ouders moeten bezig houden. In het eerst volgend oudergesprek kan besproken worden hoe de ouder de wenprocedure heeft ervaren en of zij zelf helemaal gewend zijn. Wanneer een kind moeite heeft om helemaal te wennen, kan samen met de ouders gekeken worden wat hieraan gedaan kan worden. Het opbouwen van een vertrouwensrelatie met de ouder kost tijd. Het vormt de basis van een (vaak jarenlange) samenwerkingsrelatie tussen pedagogische medewerkers en ouders. Ouders die tevreden zijn en zich in de crèche op gun gemak voelen, zullen dit gevoel overdragen op hun kind. Dat zal het wenproces en het welbevinden van het kind ten goede komen. 8

5. Plaatsing- en wenbeleid stappenplan Een oudere baby, dreumes of peuter die voor de eerste keer komt, heeft vaak in het begin nogal moeite om (in 1x) te wennen. Soms lijkt het de eerste keer of eerste paar keer goed te gaan, waarna een kind alsnog een terugslag krijgt. Ee oudere baby, dreumes of peuter is zich al heel bewust van een andere omgeving met andere mensen. Wij vinden het erg belangrijk om hier heel zorgvuldig mee om te gaan. Een kind komt pas dan tot spel of ontwikkeling als het zich emotioneel veilig gehecht voelt. Daarom hanteren wij het volgende wenbeleid bij nieuwe kinderen: 1. Ouders komen voor een informatiegesprek (bij voorkeur zonder kind) 2. Ouders geven hun kind op d.m.v. aanmeldingsformulier 3. Ouders ontvangen van ons een plaatsingsovereenkomst en een intakeformulier die ouders thuis moeten invullen. 4. Ouders worden gebeld door ons voor een afspraak voor de eerste keer wennen met hun kind. 5. Wij sturen een kaartje naar het kind om deze afspraken te bevestigen en het kind welkom te heten bij Het Kinderparadijs. 6. Eerste kennismaking voor het kind: De ouder komt even met het kind op bezoek. Dit kan variëren tussen 20 minuten en een half uur. Het mooiste is als een kind het jammer vindt om weg te gaan. 7. Dag 1 wennen (circa een uur): Ouder (bij voorkeur 1 ouder) en kind komen rond 09:00 uur. Op dit tijdstip zijn de meeste andere kinderen gebracht en zijn er geen andere ouders waardoor er redelijk veel rust heerst. Een prettig moment voor een kind dat een eerste keer komt wennen. I. Er is al afgesproken wie de hoofdleidster van het kind is. Deze leidster zal de wenperiode leiden en structureren en is aanspreekpunt voor de ouder. II. De leidster vertelt aan de ouder wat van hem/haar wordt verwacht (ook de houding jegens het kind; het kind niet pushen, kind zelf het initiatief laten nemen om van de ouder weg te gaan en speelmateriaal te pakken, dat jullie heel rustig en zacht pratend op de bank gaan zitten en dat jullie kijken wat het kind zoal doet/ziet etc). III. De ouder gaat met een leidsters op de bank zitten en indien nodig geeft de ouder nog een toelichting op het intakeformulier dat de leidsters in ontvangst neemt. De ouder krijgt een kop koffie of thee. De leidsters vertelt nog wat bijzonderheden en praktische dingen over het groepsgebeuren. De ouder kan vragen stellen. Dit gebeurt zonder dat de groep hierdoor wordt gestoord. IV. Het kind wordt niet gepushed door de ouder of leidster, maar krijgt de tijd en ruimte om, om zich heen te kijken en alleen te gaan spelen of iets te pakken als het dat zelf wilt. 9

V. Om half 10 gaan de kinderen aan tafel om fruit te eten. De ouder vraagt of het kind dit wil. Zo ja, dan mag het kind aanschuiven aan tafel en gaat de ouder bij het kind zitten. Zo nee, dan mag het kind lekker rustig alleen de ruimte gaan bekijken, onderzoeken en ontdekken als het dat wil. De ouder kan op de bank blijven zitten of samen en het kind volgen of iets samen met het kind gaan doen, b.v. Todlermateriaal, met de blokken etc. VI. Na circa een uur nemen ouder en kind afscheid. 8. Dag 2 wennen (circa 2 uur): I. Ouder en kind komen weer rond 09:00 uur. Ouder en kind gaan samen iets te spelen zoeken. Hier wordt de tijd voor genomen. Kind wordt niet gepushed. II. Leidster zoekt een beetje toenadering. Kijken hoe het kind reageert. Positieve reactie, dan kan de leidster iets met het kind doen bij de ouder in de buurt. Nog afwachtende houding, dan niet forceren. Wel een lachje, iets zeggen tussendoor op lieve, rustige manier. III. Kind en ouder schuiven aan tafel aan om fruit te eten. Ouder krijgt een kop koffie of thee. Kind krijgt net als de andere kinderen fruit. IV. De ouder verschoont na het fruit zijn/haar eigen kind. V. Als het mooi weer is gaan de ouder mee naar buiten met het kind. Anders blijft de ouder met het kind bij het groepsgebeuren in de groep of gaat mee naar het ballenbad. VI. Ouder en kind nemen rond 11:00 uur afscheid. 9. Dag 3 wennen (circa 4 uur): I. Zelfde stappen als bij dag 2 met de volgende dingen erbij: II. Nu blijft het kind ook brood eten met de ouder erbij. III. De ouder gaat een paar keer een kort moment weg uit het groepsgebeuren. De ouder informeert het kind hierover. B.v. toiletbezoek. Als het kind echt mee wil, mee laten gaan. Niet forceren. IV. De leidster maakt voorzichtig iets meer contact met het kind. 10. Dag 4 wennen (bijna hele dag zonder ouder): I. Zelfde stappen als bij dag 3. Het kind blijft nog iets langer, maar wordt voor de drukte opgehaald tussen 16.00 uur en 16.30 uur. II. De andere leidster maakt iets meer contact met het kind. Zij kan ook een enkel verzorgingsmoment overnemen van haar collega. De hoofdleidster doet echter nog steeds de meeste verzorgingsmomenten. III. De leidster evalueert de dag met de ouder. Vervolgens bespreekt de leidster met de ouder of het kind vanaf dag 4 hele dagen kan komen of dat een aan andere aanpak gewenst is. Mooi zou zijn dat als het kind b.v. 3 dagen komt dat de vaste leidster er ook in de eerste 2 weken is voor het kind. Dit zal het kind extra veiligheid bieden. Onderling kan in het belang van het kind wellicht geruild worden. 10

Wat als het heel goed gaat de eerste paar keer? Dan zoveel mogelijk het schema nog aanhouden, omdat een kind na 1 of 2 keer vaak een klein terugval krijgt en het kind door deze opbouw meer zelfvertrouwen opbouwt waardoor zijn basis beter is en de kans groter is dat het goed gaat bij Het Kinderparadijs. Een kind dat van een ander kinderdagverblijf komt, kan in overleg met de ouders iets sneller wennen, maar ook dan dienst zorgvuldig met het wennen van het kind om te worden gegaan. 6. Wenbeleid Buitenschoolse Opvang Voor nieuwe kinderen is de eerste keer naar de BSO altijd een spannende dag. Veel nieuwe indrukken, nieuwe vrienden en een heel ander ritme. Een roerige tijd voor kinderen. Daarom nemen we ook een wenperiode in acht op de BSO. Daarom kunnen ouders en kinderen voordat de werkelijke opvang start, samen een kijkje komen nemen op de BSO. Wel vragen we ouders vooraf een afspraak hiervoor te maken. We houden dan rekening met uw komst. Ouders en kinderen kunnen op zo n middag alvast wat sfeer proeven op de BSO. Het beste kunnen ouders dan ook een afspraak maken op de dag waarop hun kind ook daadwerkelijk zal komen. Zo herkent het kind misschien al wat kinderen van zijn eigen school of woonwijk. Elk nieuw kind krijgt een pedagogisch medewerker toegewezen die als vast aanspreekpunt fungeert. Dit is iemand van de groepsleiding die zich extra bezig houdt met het kind. De pedagogisch medewerkers zorgen ervoor dat de kinderen kennismaken met elkaar en legt uit wat het kind op de BSO kan verwachten. De kinderen die al langer op de BSO zitten betrekken we bij de introductie van nieuwe kinderen. Zo leggen de kinderen zelf uit aan het nieuwe kind wat er op de BSO zoal wordt gedaan, welke spelletjes we hebben, waar jas en tas worden opgehangen, waar de wc is enz. Nieuwe kinderen worden zo spelenderwijs wegwijs gemaakt in de BSO. Regels in de groep worden verteld als een situatie zich voordoet, zodat kinderen ook begrijpen waarom er bepaalde afspraken zijn. We bespreken waar we je kind op komen halen. Ook vragen we je de docent te laten weten dat je kind voortaan naar de BSO gaat. De tweede keer nemen we je kind direct mee uit school, zodat het ook kan wennen aan vervoer met ons busje. Mocht blijken dat er meer tijd nodig is om te wennen, dan kan er altijd een extra afspraak gemaakt worden. 11