1 Vak I: wijziging of eerste mededeling van uw bankrekeningnummer en telefoonnummer 38 1.1 Bankrekeningnummer 38 1.2 Telefoonnummer 38

5 Voorwoord 3 Inleidende begrippen 25 1 Belastingplichtigen onderworpen aan de personenbelasting 25 1.1 Rijksinwoners 25 1.2 Woonplaats of zetel van fortuin in België 25 A Fiscale woonplaats 25 B Zetel van fortuin 26 C Wettelijke vermoedens (art. 2 1, 1 tweede en derde lid WIB92) 26 2 Wereldwijd inkomen 27 3 Belastbaar tijdperk en aanslagjaar 27 3.1 Algemene regel 27 3.2 Uitzondering 27 4 Individuele aanslag of gemeenschappelijke aanslag 28 4.1 Echtgenoten/Gehuwden 28 4.2 Wettelijk samenwonenden 29 4.3 Alleenstaanden 30 4.4 Kinderen 32 5 Volledige decumul 33 6 Berekening van de belasting (per belastingplichtige) 33 7 Progressieve belasting 35 8 Aangiftetermijn 36 8.1 Gewone aangiftetermijn 36 8.2 Uitzonderlijke termijnen 36 9 Kladversie versus definitieve aangifte 37 1 Vak I: wijziging of eerste mededeling van uw bankrekeningnummer en telefoonnummer 38 1.1 Bankrekeningnummer 38 1.2 Telefoonnummer 38 2 Vak II: persoonlijke gegevens en gezinslasten 39 2.1 Basisbedragen van de belastingvrije som 39 2.2 Verhoging voor zware handicap 40 2.3 Verhoging voor kinderen ten laste 41 2.3.1 Bedragen 41 2.3.2 Welke kinderen kan de belastingplichtige ten laste nemen? 41 2.3.3 Voorwaarden om als ten laste te worden beschouwd 42 A Algemeen 42 B Eerste voorwaarde: deel uitmaken van het gezin 42 C Tweede voorwaarde: nettobestaansmiddelen 47 D Derde voorwaarde: geen bezoldigingen genieten ten laste van de belastingplichtige 49 2.4 Verhoging voor kinderen jonger dan drie jaar voor wie geen kinderoppaskosten worden afgetrokken 50

6 2.5 Verhoging voor de opvang van bejaarden 51 2.5.1 Bedrag 51 2.5.2 Welke bejaarden kan de belastingplichtige ten laste nemen? 51 2.5.3 Voorwaarden om als ten laste te worden beschouwd 51 2.6 Verhoging voor andere personen ten laste 53 2.6.1 Bedragen 53 2.6.2 Welke andere personen kan de belastingplichtige ten laste nemen? 53 2.6.3 Voorwaarden om als ten laste te worden beschouwd 53 2.7 Verhoging voor de alleenstaande met kinderlast 54 2.8 Verhoging bij huwelijk/wettelijke samenwoning 55 2.9 Aanrekening van de belastingvrije som 55 2.9.1 Alleenstaanden 55 2.9.2 Gehuwden/wettelijk samenwonenden 55 2.9.3 Terugbetaalbaar belastingkrediet voor kinderlast 56 2.10 Aangifte 57 A Persoonlijke gegevens 57 B Gezinslasten 63 2.11 Oefeningen 66 3 Vak III: onroerende inkomsten 68 3.1 Uitgangspunt bij belastbare grondslag 68 3.1.1 Kadastraal inkomen 68 A Definitie van het kadastraal inkomen 68 B KI nog niet gekend 69 C Vrijstelling van het kadastraal inkomen 69 D Bevriezing van het kadastraal inkomen 70 3.1.2 Brutohuur 70 3.2 Wie moet het onroerend inkomen aangeven? 71 3.2.1 Algemene principes 71 3.2.2 Speciale gevallen 74 A Verandering van eigenaar tijdens het belastbare tijdperk 74 B Wijziging van bestemming tijdens het belastbare tijdperk 75 3.3 Onroerende inkomsten van in België gelegen onroerende goederen 75 3.3.1 Eigen woning die men zelf betrekt (of een gedeelte ervan dat men zelf betrekt) of die men om beroeps- of sociale redenen niet zelf betrekt 76 A Algemeen 76 B Eigen woning: code 1100-64/2100-34 en/of code 1101-63/2101-33 77 C Eigen woning niet betrokken wegens beroeps- of sociale redenen 79 D Woningaftrek voor de eigen woning 80 E Verrekening van de onroerende voorheffing 83 3.3.2 Onroerende goederen die de belastingplichtige voor zijn beroep gebruikt (code 1105-59/2105-29) 83 3.3.3 Gebouwen die niet verhuurd worden of verhuurd worden aan een privégebruiker (code 1106-58/2106-28) 85 3.3.4 Gronden, materieel en outillage die niet verhuurd worden of verhuurd worden aan een privégebruiker (code 1107-57/2107-27) 87 3.3.5 Onroerende goederen die overeenkomstig de pachtwetgeving verhuurd worden aan land- of tuinbouwers (code 1108-56/2108-26) 87 3.3.6 Gebouwen die verhuurd worden aan personen die ze gebruiken voor hun beroepswerkzaamheid (codes 1109-55/2109-25 en 1110-54/2110-24) 88

7 3.3.7 Gronden die verhuurd worden aan een beroepsgebruiker (codes 1112-52/2112-22 en 1113-51/2113-21) 91 3.3.8 Materieel en outillage die verhuurd worden aan een beroepsgebruiker (codes 1115-49/2115-19 en 1116-48/2116-18) 92 3.3.9 Ontvangen erfpacht/opstalvergoeding (code 1114-50/2114-20) 93 3.4 Onroerende inkomsten van in buitenland gelegen onroerende goederen 93 3.4.1 Brutohuur of brutohuurwaarde of ontvangen erfpacht- of opstalvergoeding 93 3.4.2 Kostenforfait 94 3.4.3 Vrijgestelde inkomsten 94 3.4.4 Onroerend goed gelegen in land waarmee België al dan niet een dubbelbelastingverdrag heeft gesloten 95 3.4.5 Aangifte en belastbaarheid van onroerende goederen gelegen in een land waarmee België geen overeenkomst ter voorkoming van dubbele belasting heeft gesloten 95 A In de EER gelegen eigen woning (code 1121-43/2121-13) 95 B Niet voor het beroep gebruikte gebouwen, materieel en outillage (code 1123-41/2123-11) 96 C Niet voor het beroep gebruikte gronden (code 1124-40/2124-10) 97 D Ontvangen erfpacht/opstalvergoeding voor onroerende goederen (code 1125-39/2125-09) 97 3.4.6 Aangifte en belastbaarheid van onroerende goederen gelegen in een land waarmee België wel een overeenkomst ter voorkoming van dubbele belasting heeft gesloten 98 A In de EER gelegen eigen woning (code 1133-31/2133-01) 98 B Niet voor het beroep gebruikte gebouwen, materieel en outillage (code 1130-34/2130-04) 99 C Niet voor het beroep gebruikte gronden (code 1131-33/2131-03) 99 D Ontvangen erfpacht/opstalvergoeding voor onroerende goederen (code 1132-32/2132-02) 100 3.5 Aftrekken 100 3.5.1 Betaalde erfpacht- en opstalvergoedingen 100 A Belastingplichtigen die als alleenstaanden worden belast 100 B Belastingplichtigen voor wie een gemeenschappelijke aanslag wordt gevestigd 100 3.5.2 Intrestaftrek 101 3.5.3 Woningaftrek 101 3.5.4 Volgorde van aanrekening van de aftrekken op de onroerende inkomsten 102 3.6 Oefeningen 104 4 Vak IV: bezoldigingen van werknemers 107 4.1 Algemeen 107 4.1.1 Definitie 107 4.1.2 Wie valt onder die categorie? 107 4.1.3 Tijdstip van belastbaarheid 108 4.1.4 Indeling 109 4.2 Eigenlijke bezoldigingen (art. 31, 2 lid 1 WIB92) 109 4.2.1 Belastbare bestanddelen 109 4.2.2 Vrijgestelde bestanddelen 110 A Kosten eigen aan de werkgever (art. 31, 2 lid, 1 WIB92) 110 B Werkgeversbijdrage woon-werkverkeer (art. 38, 9 WIB92) 111 C Niet-recurrente resultaatsgebonden voordelen ( loonbonus ) 113

8 D Tussenkomst van werkgever in een pc-privé ( pc-bonus ) 114 E Maaltijdcheques, sport/cultuurcheques en ecocheques 116 F Andere vrijgestelde inkomsten (art. 38 WIB92) 118 4.2.3 Tarief 120 A Algemene regel 120 B Uitzondering: achterstallige bezoldigingen, achterstallige loonbonus en sluitingsvergoedingen 121 C Bezoldigingen van de maand december (openbare overheid) 121 D Vestigingspremie voor huisarts in loonverband 122 E Uitzondering: stelsel van bezoldigde sportbeoefenaars, scheidsrechters, opleiders, trainers en begeleiders 122 4.2.4 Aangifte en loonfiche 281.10 123 4.3 Voordelen van alle aard (art. 31, 2 lid 2 WIB92) 124 4.3.1 Algemeen 124 4.3.2 Vaststelling van de waarde van het voordeel van alle aard 126 4.3.3 Forfaitaire ramingen 127 A Niet-hypothecaire leningen zonder vaste looptijd 127 B Kosteloze beschikking over een onroerend goed 129 C Kosteloze beschikking over één enkele kamer 130 D Kosteloze verstrekking van verwarming en elektriciteit 130 E Kosteloze beschikking over dienstboden, huispersoneel, tuiniers, chauffeurs enz. 130 F Verstrekking van sociale maaltijden aan de personeelsleden 131 G Kosteloze beschikking over een firmawagen 131 H Aandelenopties 139 I Kosteloze beschikking over bedrijfscomputer en internet 139 4.3.4 Tarief 139 4.3.5 Aangifte en loonfiche 281.10 139 4.4 Vergoedingen verkregen op grond van of bij het stopzetten van de arbeid of het beëindigen van een arbeidsovereenkomst 140 4.4.1 Vervroegd vakantiegeld 140 4.4.2 Opzeggingsvergoeding 140 A Eigenlijke opzeggingsvergoeding 140 B Niet-concurrentievergoeding 140 C Morele schadevergoeding 141 4.4.3 Inschakelingsvergoeding 141 4.4.4 Tarief 142 A Vervroegd vakantiegeld 142 B Opzeggingsvergoeding 142 C Inschakelingsvergoeding 143 4.4.5 Aangifte en loonfiche 281.10 143 A Vervroegd vakantiegeld 143 B Opzeggingsvergoeding 143 C Inschakelingsvergoeding 143 4.5 Belastingstelsel voor beroepsinkomsten van sportbeoefenaars 145 4.6 Herstel van een tijdelijke inkomstenvermindering (art. 31, 2 lid, 4 en art. 31bis WIB92) 150 4.6.1 Gewone vervangingsinkomsten 150 4.6.2 Achterstallen van vervangingsinkomsten 154 4.6.3 Vervangingsinkomsten van de maand december (openbare overheid) 155 4.7 Vroeger verworven bezoldiging (art. 31, 2 lid, 5 WIB92) 156

9 4.8 Helper van zelfstandige 156 4.9 Niet ingehouden persoonlijke sociale bijdragen (code 1257-04/2257-71) 157 4.10 Beroepskosten 158 4.10.1 Werkelijke beroepskosten (1258-03/2258-70) 158 A Kosten voor het woon-werkverkeer 159 B Kosten voor de beroepsverplaatsingen, andere dan het woon-werkverkeer 166 C Huur van een woongelegenheid nabij het werk 167 D Kosten van een bureau 168 E Kosten voor bureaubenodigdheden en vakliteratuur 168 F Studiekosten 168 G Vakbondsbijdrage 169 4.10.2 Forfaitaire beroepskosten 169 A Gewoon kostenforfait 169 B Aanvullend forfait voor verre verplaatsingen (code 1256-05/2256-72) 171 4.10.3 Wijze van taxatie 171 A Principe 171 B Vaststelling van het nettobedrag van de gezamenlijke en de afzonderlijke belastbare beroepsinkomsten 172 4.11 Huwelijksquotiënt 173 4.11.1 Slechts een van beide echtgenoten heeft beroepsinkomsten 173 4.11.2 Beide echtgenoten hebben beroepsinkomsten 174 4.11.3 Geen toepassing huwelijksquotiënt 175 4.12 Inhoudingen 175 4.12.1 Inhoudingen voor aanvullend pensioen 175 4.12.2 Bedrijfsvoorheffing 176 4.12.3 Inhoudingen voor de bijzondere bijdrage voor de sociale zekerheid 176 4.13 Overuren die recht geven op overwerktoeslag 176 4.14 Overheidspersoneel zonder arbeidsovereenkomst 178 4.15 Werkbonus 178 4.16 Ingehouden roerende voorheffing op auteursinkomen 178 4.17 Oefeningen 179 5 Vak V: pensioenen 184 5.1 Belastbare inkomsten 184 5.1.1 Algemeen 184 5.1.2 Pensioenen die betrekking hebben op een beroepswerkzaamheid 185 5.1.2.1 Wettelijke pensioenen 185 5.1.2.2 Individuele pensioentoezegging zonder externe financiering 186 A Principe 186 B Fiscale behandeling van het gratis toegekende pensioen 186 C Oefeningen 187 5.1.3 Vergoedingen tot herstel van een bestendige inkomstenderving 187 A Principe 187 B Uitzondering 188 C Taxatieregime 191 D Oefeningen 192 5.1.4 Het vrij aanvullend pensioen van de zelfstandige 193 A Algemeen 193 B Aftrekbaarheid van bijdragen 193 C Fiscale behandeling van de uitkering aanvullend pensioen zelfstandige 194

10 5.1.5 Uitkeringen van levensverzekeringen 196 A Algemeen 196 B Belastingstelsel van de uitkeringen inzake individuele levensverzekeringen 196 C De levensverzekering waarborgt (gedeeltelijk) een hypothecaire lening 197 D De levensverzekering waarborgt geen hypothecaire lening 197 5.1.6 Collectieve (groepsverzekeringscontract en pensioenfondscontract) en individuele pensioentoezeggingen (IPT) met externe financiering 199 A Algemeen 199 B Fiscale behandeling van de uitkering aanvullend pensioen uit collectieve en individuele pensioentoezeggingen met externe financiering 199 5.1.7 Uitkeringen bij het pensioensparen 202 A Algemeen 202 B Belastbare inkomsten 202 C Vaststellen van de belastbare basis 203 D Taxatieregime 203 5.2 De taks op het langetermijnsparen 204 5.2.1 Algemeen 204 5.2.2 Toepassingsgebied 205 5.2.3 Het bevrijdende karakter van de taks 205 5.2.4 Belastbaar feit 205 5.3 Oefeningen 207 6 Vak VI: ontvangen onderhoudsuitkeringen 208 6.1 Algemeen 208 6.2 Voorwaarden van belastbaarheid 208 6.3 Belastbaar bedrag en taxatieregime 212 6.3.1 Niet-gekapitaliseerde uitkering 212 6.3.2 Gekapitaliseerde uitkering 212 6.4 Aangifte 214 6.5 Oefeningen 215 7 Vak VII: vorige verliezen en aftrekbare bestedingen 216 7.1 Nog aftrekbare beroepsverliezen van vorige belastbare tijdperken 216 7.2 Onderhoudsuitkeringen 217 7.2.1 Algemeen 217 7.2.2 Voorwaarden van aftrekbaarheid 217 7.2.3 Aangifte 218 7.3 Giften 218 7.3.1 Algemeen 218 7.3.2 Voorwaarden van aftrekbaarheid 219 7.3.3 Beperking van de aftrek 219 7.3.4 Aangifte 219 7.4 Kosten van kinderopvang 221 7.4.1 Algemeen 221 7.4.2 Voorwaarden van aftrekbaarheid 221 7.4.3 Onverenigbaarheid 224 7.4.4 Beperking van de aftrek 224 7.4.5 Aangifte 225 7.5 Uitgaven voor onderhoud en restauratie van beschermde eigendommen 226 7.6 Bijzondere bijdragen voor sociale zekerheid die, met betrekking tot de jaren 1982 tot 1988, in 2009 aan de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening zijn betaald 226

11 7.7 Bezoldigingen van een huisbediende 227 7.8 Aanrekening van de aftrekbare bestedingen 228 7.8.1 Algemeen 228 7.8.2 Aanrekening van de aftrekbare bestedingen op de inkomsten van echtgenoten (art. 105 WIB92) 228 7.9 Oefeningen 231 8 Vak VIII: intresten en kapitaalaflossingen van leningen en premies van individuele levensverzekeringen die recht geven op een belastingvoordeel 235 8.1 Rubrieken VIII A en B: aftrek enige, eigen woning 235 8.1.1 Bestedingen die in aanmerking komen voor de aftrek enige, eigen woning 236 A Te vervullen voorwaarden opdat de intresten en kapitaal aflossingen van leningen in aanmerking komen voor de aftrek enige, eigen woning 236 B Te vervullen voorwaarden opdat premies van een individuele levensverzekering gesloten vanaf 1 januari 2005 in aanmerking komen voor de aftrek enige, eigen woning (art. 104, 9 en art. 115, 1, 2, 4 en 5 WIB92) 243 C Bijzondere gevallen 244 8.1.2 Begrenzing van de aftrekbare bestedingen voor aftrek enige, eigen woning 246 8.1.3 Vrije verdeling bij echtgenoten 249 8.1.4 In de aangifte te vermelden bedrag en gegevens 249 8.2 Rubriek C: andere intresten dan die van aftrek enige, eigen woning 257 8.2.1 Gewone intrestaftrek 257 A Voorwaarden 257 B Aangifte 259 8.2.2 Bijkomende intrestaftrek 261 A Algemeen 261 B Voorwaarden van de lening (oud art. 104, 9 WIB92 en art. 526 WIB92) 261 C Voorwaarden over het doel van de lening (oud art. 115 WIB92 en art. 526 2 WIB92) 261 D Berekening van de bijkomende intrestaftrek (oud art. 116 WIB92) 263 E Woning in onverdeeldheid 265 F Aangifte 266 G Herfinancieringslening 272 8.2.3 Belastingvermindering voor groene intresten 273 A Voorwaarden waaraan een groene lening moet voldoen 273 B Fiscale voordelen van een groene lening 274 C Aangifte 275 D Formaliteiten 275 8.3 Rubriek D: kapitaalaflossingen van hypothecaire leningen aangegaan voor het verwerven of (ver)bouwen van een woning 276 8.3.1 Gewone belastingvermindering voor het langetermijnsparen voor kapitaalaflossingen 278 A Voorwaarden 278 B Begrenzingen van de kapitaalaflossingen 279 C Aangifte 280 D Opmerkingen 281 E Herfinancieringslening 281 F Meerdere hypothecaire leningen 282 G Vervroegde terugbetaling van het saldo van de hypothecaire lening 283 H Schuldsaldoverzekeringspremie mee ontleend 284

12 8.3.2 Verhoogde belastingvermindering voor het bouwsparen voor kapitaalaflossingen 284 A Voorwaarden 284 B Begrenzing van de kapitaalaflossingen 285 C Aangifte 287 D Opmerkingen 287 E Herfinancieringslening 287 F Meerdere hypothecaire leningen 287 G Vervroegde terugbetaling van het saldo van de hypothecaire lening 288 8.4 Rubriek E: premies van individuele levensverzekeringen 288 8.4.1 De premie van een vanaf 1 januari 2005 gesloten levensverzekering komt in aanmerking voor de aftrek enige, eigen woning als aan de volgende voorwaarden is voldaan (nieuw art. 104, 9 WIB92 en nieuw art. 115 1, 4 en 5 WIB92) 288 8.4.2 De premies van een individuele levensverzekering die in aanmerking komen voor de belastingvermindering voor het langetermijnsparen 289 A Voorwaarden 289 B Begrenzing van de premies 290 C Aangifte 290 D Opmerkingen 290 E Antidatering van de verzekeringspremie 290 8.4.3 Premies van individuele levensverzekering die in aanmerking komen voor verhoogde belastingvermindering bouwsparen 291 A Voorwaarden 291 B Begrenzing van de premies 291 C Aangifte 292 D Praktische werkwijze voor ongehuwde mede-eigenaars 292 E Praktische berekeningswijze voor gehuwden en wettelijk samenwonenden 293 8.5 Bijzonder geval: combinatie oude lening met nieuwe lening die in aanmerking komt voor aftrek enige, eigen woning (art. 526 2 en 3 WIB92) 295 8.5.1 Algemeen 295 8.5.2 Keuzeplicht 295 8.5.3 Gevolgen als de belastingplichtige kiest voor de aftrek enige, eigen woning 296 8.5.4 Gevolgen als de belastingplichtige niet opteert voor de aftrek enige, eigen woning 296 8.6 Bijzonder geval: combinatie oude lening met nieuwe lening die niet in aanmerking komt voor aftrek enige, eigen woning 298 8.7 Fiscale korven 301 8.7.1 Oude fiscale korf (oud art. 145/6 WIB92) 301 8.7.1.1 Oude regeling 301 8.7.1.2 Situatie sinds aanslagjaar 2006 302 8.7.2 Nieuwe fiscale korf voor aftrek enige, eigen woning en bijdragen en betalingen langetermijnsparen 303 8.7.3 Combinatie oude en nieuwe fiscale korf 305 8.8 Oefeningen 306 9 Vak IX: uitgaven die recht geven op een belastingvermindering 311 9.1 Algemeen 311 9.2 Pensioensparen 312 9.2.1 Principe 312 9.2.2 Voorwaarden 314

13 9.2.3 Bedrag dat in aanmerking komt voor belastingvermindering 314 9.2.4 Aangifte 314 9.3 Aandelen van de vennootschap-werkgeefster 315 9.3.1 Principe 315 9.3.2 Voorwaarden 315 9.3.3 Bedrag dat in aanmerking komt voor belastingvermindering 315 9.3.4 Belastbaarheid bij vroegtijdige vervreemding 316 9.3.5 Aangifte 317 9.4 Uitgaven betaald aan een plaatselijk werkgelegenheidsagentschap (PWA) 317 9.4.1 Algemeen 317 9.4.2 Bedrag dat in aanmerking komt voor belastingvermindering 317 9.4.3 Aangifte 319 9.5 Dienstencheques 319 9.5.1 Algemeen 319 9.5.2 Bedrag dat in aanmerking komt voor belastingvermindering 319 9.5.3 Omzetting belastingvermindering dienstencheques in belastingkrediet 320 9.5.4 Aangifte 321 9.6 Geregistreerde Winwinleningen 322 9.6.1 Algemeen 322 9.6.2 Voorwaarden 322 9.6.3 Berekening van de belastingvermindering 325 9.6.4 Aangifte 327 9.6.5 Verrekenbaar, terugbetaalbaar maar niet overdraagbaar 328 9.7 Vlaamse belastingvermindering voor renovatieovereenkomsten 328 9.7.1 Voorwaarden waaraan de renovatieovereenkomst moet voldoen 328 A Renovatieovereenkomst 328 B Voorwaarden voor het te renoveren goed 329 C Kredietgever van de renovatieovereenkomst 329 D Kredietnemer van de renovatieovereenkomst 329 E Registratie van de renovatieovereenkomst 329 9.7.2 Voor wie geldt de belastingvermindering? 329 9.7.3 Bedrag van de belastingvermindering 330 A Berekeningsgrondslag 330 B Percentage van de belastingvermindering 330 C Looptijd van het fiscale voordeel 330 D Aangifte 331 9.7.4 Bijzonderheid: overdracht van belastingvermindering 331 9.8 Belastingvermindering voor energiebesparende uitgaven 331 9.8.1 Algemeen 331 9.8.2 Welke uitgaven komen in aanmerking voor belastingvermindering? 332 9.8.3 Werkelijke betaling van de uitgaven 333 9.8.4 Bedrag van de belastingvermindering 334 9.8.5 Overdrachtmogelijkheid voor het deel boven je maximumgrens 336 9.8.6 Omzetting van de belastingvermindering (binnen je maximumgrens) in een belastingkrediet 338 9.8.7 Aanrekeningsvolgorde 338 9.8.8 Aangifte 343 A Invullen rubriek IX.G.1 343 B Invullen rubriek IX.G.2 344 9.8.9 Bewijsstukken 345

14 9.9 Belastingvermindering voor lage-energiewoningen, passiefwoningen of nulenergiewoningen 345 9.9.1 Algemeen 345 9.9.2 Voor wie? 346 9.9.3 Wat is een lage-energiewoning, een passiefwoning en een nulenergiewoning? 346 9.9.4 Belastingvermindering 347 9.9.5 Aangifte 348 9.10 Uitgaven voor de vernieuwing van een woning gelegen in een zone voor positief grootstedelijk beleid 349 9.10.1 Algemeen 349 9.10.2 Bedoelde woningen 349 9.10.3 Voorwaarden 349 9.10.4 Bedrag van de belastingvermindering 350 9.10.5 Formaliteiten 351 9.10.6 Aangifte 351 9.11 Belastingvermindering voor vernieuwing sociale huurwoning 352 9.11.1 Algemeen 352 9.11.2 Voorwaarden 352 9.11.3 Bedrag en periode van toekenning belastingvermindering 353 9.11.4 Formaliteiten 354 9.11.5 Bevriezing van het kadastraal inkomen 354 9.11.6 Aangifte 354 9.12 Belastingvermindering voor inbraak- en brandbeveiliging in een particuliere woning 354 9.12.1 Algemeen 354 9.12.2 Welke uitgaven komen in aanmerking? 355 9.12.3 Voor welke woningen? 356 9.12.4 Voor wie geldt de belastingvermindering? 357 9.12.5 Hoeveel bedraagt de belastingvermindering? 357 A Apart belaste eigenaars 358 B Samen belaste eigenaars 359 A Je wordt apart belast en bent als enige huurder 360 B Je wordt apart belast en bent medehuurder 360 C Samen belaste echtgenoten-huurders 361 9.13 Belastingvermindering voor aandelen van erkende ontwikkelingsfondsen 361 9.14 Belastingvermindering voor elektrische voertuigen 362 9.14.1 Algemeen 362 9.14.2 Voorwaarden 363 9.14.3 Voor wie? 363 9.14.4 Bedrag van de vermindering 364 9.14.5 Aangifte 365 9.15 Belastingvermindering voor oplaadpunt voor een elektrisch voertuig 365 9.16 Belastingvermindering voor de verwerving van obligaties van de Caisse d investissement de Wallonie 366 9.17 Overzichtstabel 366 9.18 Oefeningen 367

15 10 Vak X: voorafbetalingen 369 10.1 Algemeen 369 10.2 Voorafbetalingen per echtgenoot 370 10.3 Aangifte 370 10.4 Belastingvermeerdering 371 10.4.1 Toepassingsgebied 371 10.4.2 Berekening van de belastingvermeerdering 371 10.4.3 Bestemming van het teveel aan voorafbetalingen 372 10.5 Bonificatie 372 10.5.1 Toepassingsgebied 372 10.5.2 Berekening van de bonificatie 372 11 Vak XI: rekeningen in het buitenland 374 12 Vak XII: beroep en ondernemingsnummer 374 13 Vak XIII: roerende inkomsten 375 13.1 Bedoelde inkomsten 375 13.2 Aan te geven inkomsten 375 13.2.1 Algemeen 375 13.2.2 Niet-verplicht aan te geven inkomsten 375 A Principe 375 B Aan te geven + belastbaar bedrag (code 1160-04/2160-71, 1162-02/2162-69 en 1163-01/2163-68) 376 13.2.3 Verplicht aan te geven inkomsten (code 1165-96/2165-66 tot 1159-05/2159-72) 376 A Principe 376 B Intresten van gewone Belgische spaardeposito s (code 1151-13/2151-80) 377 C Dividenden uitgekeerd door erkende coöperatieve vennootschappen (code 1165-96/2165-66 1166-95/2166-65) 378 D Intresten en dividenden uitgekeerd door erkende vennootschappen met een sociaal oogmerk (code 1167-94/2167-64 1168-93/2168-63) 378 E Andere inkomsten van kapitalen zonder roerende voorheffing 378 F Inkomsten uit de verhuring van roerende goederen (code 1156-08/2156-75 en 1157-07/2157-74) 381 G Inkomsten uit lijfrenten of tijdelijke renten (code 1158-06/2158-73 en 1159-05/2159-72) 382 13.2.4 Belastingstelsel inzake auteursrechten en naburige rechten 383 A Algemeen 383 B Beoogde inkomsten 383 C Roerende inkomsten of beroepsinkomsten 384 D Kostenforfait 384 E Tarief 384 F Roerende voorheffing 385 G Bevrijdend karakter of niet 385 H Aangifte 386 I Aangifte bij een gemeenschappelijke aanslag 388

16 13.3 Aangifte in hoofde van alleenstaanden en echtgenoten/wettelijk samenwonenden 389 14.3.1 Alleenstaanden 389 14.3.2 Echtgenoten/wettelijk samenwonenden 389 13.4 Oefeningen 393 14 Vak XIV: diverse inkomsten 395 14.1 Algemeen 395 14.2 Toevallige winsten of baten 397 14.2.1 Voorwaarden van belastbaarheid 397 14.2.2 Belastbaar bedrag 398 14.2.3 Taxatieregime 398 14.2.4 Aangifte 399 14.3 Prijzen, subsidies toegekend aan geleerden, schrijvers of kunstenaars 399 14.4 Inkomsten verkregen uit onderverhuring 399 14.4.1 Algemeen 399 14.4.2 Belastbaar bedrag 399 14.4.3 Gemeubileerde onderverhuur 400 14.4.4 Taxatieregime 401 14.4.5 Aangifte 401 14.5 Inkomsten verkregen uit de toelating om reclamedragers op een onroerend goed te plaatsen 402 14.6 Loten van effecten van leningen 402 14.7 Verhuring van jacht-, vis- en vogelvangstrechten 402 14.8 Meerwaarden op ongebouwde onroerende goederen 402 14.8.1 Algemeen 402 14.8.2 Toepassingsvoorwaarden 403 14.8.3 Belastbaar bedrag 404 14.8.4 Taxatieregime 405 14.8.5 Aangifte 406 14.9 Interne meerwaarden 407 14.10 Meerwaarden op belangrijke deelnemingen 407 14.11 Meerwaarden op gebouwde onroerende goederen 407 14.11.1 Algemeen 407 14.11.2 Toepassingsvoorwaarden 407 14.11.3 Belastbaar bedrag 409 A Vervreemding van een gebouwd onroerend goed 409 B Vervreemding van een gebouw opgetrokken op een ongebouwd onroerend goed 409 14.11.4 Taxatieregime 410 14.11.5 Aangifte 411 14.12 Vergoeding voor ontbrekende coupon of voor ontbrekend lot van een zakelijke zekerheidsovereenkomst of van een lening 413 14.13 Persoonlijke vergoedingen uit de exploitatie van uitvindingen toegekend aan onderzoekers 413 14.14 Oefeningen 414 15 Vak XV: bezoldigingen van bedrijfsleiders 415 15.1 Bedoelde personen 415 15.1.1 Eerste categorie: de mandatarissen 415 15.1.2 Tweede categorie: de zelfstandige directeurs en interne consultants 416 15.2 Attractiebeginsel 416

17 15.3 Belastbare bezoldiging 417 15.3.1 Tijdstip van belastbaarheid 417 15.3.2 Indeling 417 15.3.3 Eigenlijke bezoldiging 418 15.3.4 Voordelen van alle aard 418 15.3.5 Huurherkwalificatie 419 A Principe 419 B Voor wie geldt de maatregel? 419 C Geviseerde onroerende goederen 420 D De herkwalificatieregel 420 E Invloed van het huwelijksvermogensstelsel 421 F Tarief 424 G Aangifte en loonfiche 281.20 424 15.3.6 Vergoedingen verkregen op grond van of bij het stopzetten van de arbeid of het beëindigen van een arbeidsovereenkomst 424 A Vervroegd vakantiegeld 424 B Opzeggingsvergoeding 424 C Inschakelingsvergoeding 425 15.3.7 Niet-recurrente resultaatsgebonden voordelen (of loonbonus ) 425 15.3.8 Vergoedingen verkregen tot volledig of gedeeltelijk herstel van een tijdelijke derving van bezoldigingen 425 15.3.9 Vroeger verworven bezoldigingen die na het stopzetten van de beroepswerkzaamheid zijn verkregen 426 15.4 Vestigingspremie van het impulsfonds voor huisartsengeneeskunde 426 15.5 Sociale lasten 426 15.6 Beroepskosten 427 15.6.1 Werkelijke beroepskosten 427 A Algemeen 427 B Intresten van schulden voor de verwerving van aandelen 427 C Tenlasteneming van vennootschapsverliezen 428 D Aangifte 429 E Aanrekening 429 15.6.2 Kostenforfait 429 15.7 Inhoudingen 430 15.8 Bezoldigingen van bedrijfsleiders tewerkgesteld in dienstverband 431 15.9 Werkbonus 431 15.10 Ingehouden roerende voorheffing op auteursinkomen 431 15.11 Oefeningen 432 16 Vak XVI: winsten uit nijverheids-, handels- of landbouwondernemingen 434 16.1 Toepassingsgebied 434 16.2 Belastbaar tijdstip 434 16.3 Berekening belastbare nettowinst 435 16.4 De eigenlijke exploitatiewinst (code 1600-49/2600-19) 436 16.4.1 Bedrijfseconomische brutowinst 436 16.4.2 De andere winstbestanddelen 436 A Loon van de handelaar 436 B Voordelen van alle aard 437 C Abnormale of goedgunstige voordelen 440 D Inkomsten van onroerende goederen met beroepskarakter 441

18 E Subsidies 443 F Terugbetaling van sociale bijdragen en aftrekbare belastingen 443 G Meeromzet 443 16.4.3 Vaststelling van de exploitatiewinst (code 1600-49/2600-19) in de praktijk 444 A De onderneming voert een regelmatige boekhouding 444 B De onderneming voert geen regelmatige boekhouding 445 16.5 Voorheen vrijgestelde winst die belastbaar wordt 447 16.6 Financiële opbrengsten (code 1602-47/2602-17) 448 16.6.1 Principe 448 16.6.2 Wanneer worden roerende goederen en kapitalen gebruikt voor de uitoefening van de brutowinst? 448 16.6.3 Belastbaar roerend inkomen 448 16.6.4 Tijdstip van belastbaarheid 450 16.7 Meerwaarden (na aftrek van kosten van vervreemding) (code 1603-46/2603-16 en 1604-45/2604-15) 451 16.7.1 Activa die voor de uitoefening van de beroepswerkzaamheid worden gebruikt 451 16.7.2 Indeling van de meerwaarden 452 16.7.3 De niet-uitgedrukte en niet-verwezenlijkte meerwaarden 452 A Principe 452 B Uitzondering 452 C Tarief en aangifte 453 16.7.4 Uitgedrukte, niet-verwezenlijkte meerwaarden 453 A Principe 453 B Uitzonderingen 453 C Tarief en aangifte 454 16.7.5 Verwezenlijkte meerwaarden 454 A Principe 454 B Het begrip verwezenlijkte meerwaarde 454 C Tijdstip van belastbaarheid 454 D Belastbaar bedrag van de verwezenlijkte meerwaarde 454 E Vrijgestelde meerwaarden 456 F Gespreid te belasten meerwaarden 462 G Belastbaar regime van de verwezenlijkte meerwaarden 468 H Aangifte 469 16.8 Voorheen afgetrokken kosten van vervreemding 470 16.9 Compensatievergoedingen (code 1605-44/2605-14, 1618-31/2618-01 en 1610-39/2610-09) 470 16.9.1 Bedoelde vergoedingen 470 16.9.2 Belastbaar regime van de compensatievergoedingen 471 A Regel: 33 % 471 B Uitzondering: 16,5 % 472 C Vrijstelling 473 16.9.3 Aangifte 473 16.10 Vergoedingen verkregen tot herstel van een tijdelijke winstderving 473 16.10.1 Bedoelde vergoedingen 473 16.10.2 Vergoedingen wegens tijdelijke winstderving versus compensatievergoedingen 474 16.10.3 Belastbaar regime van de vergoedingen tot tijdelijke winstderving 474 16.10.4 Vrijstelling 475 16.10.5 Aangifte 475

19 16.11 Beroepskosten (code 1620-29/2620-96, code 1611-38/2611-08 en code 1606-43/2606-13) 476 16.11.1 Algemeen principe: artikel 49 WIB92 476 A Tijdens het belastbare tijdperk gedaan of gedragen 476 B Om belastbare inkomsten te verkrijgen 477 C Verantwoord zijn wat het bedrag en de echtheid betreft 478 16.11.2 Kosten van onroerende goederen 478 16.11.3 Intresten van leningen 479 A Algemene regel 479 B Beperking van de intresten in functie van de marktrente 480 16.11.4 Bezoldigingen van personeelsleden 480 A Algemeen 480 B De lonen van personeelsleden 480 C Sociale lasten 481 D Werkgeversbijdragen voor aanvullende verzekering tegen ouderdom en overlijden 481 E Niet-recurrente resultaatsgebonden voordelen (loonbonus) 481 F Opmaken van loonfiches 281.10 en een samenvattende opgave 481 16.11.5 Commissies, erelonen, vergoedingen en voordelen betaald aan derden 482 A Wanneer moet een fiche 281.50 worden opgesteld? 482 B Wanneer moet geen fiche 281.50 worden opgesteld? 483 C Buitenlandse genieters 484 D Praktisch richtlijnen voor de vermeldingen op de fiches 484 16.11.6 Afschrijvingen 484 A Algemeen 484 B Afschrijfbare basis 485 C Aanvang van de afschrijvingsperiode 485 D Einde van de afschrijvingsperiode 486 E Afschrijvingsstelsels 486 F Afschrijving naar wens 489 G Afschrijvingspercentages 489 H Afschrijvingsexcedent 490 I Afschrijvingstekort 491 16.11.7 Voorziening voor vakantiegeld 492 16.11.8 Persoonlijke sociale bijdragen 492 16.11.9 Verzekeringspremies 493 16.11.10 Bijdragen voor een vergoeding bij arbeidsongeschiktheid 493 16.11.11 Premies van collectieve verzekeringen 494 16.11.12 Belastingen 494 A Niet-aftrekbare belastingen en voorheffingen 494 B Aftrekbare belastingen 494 C Terugbetaling van belastingen 495 16.11.13 Geldboeten 495 A Principe 495 B Aftrekbare geldboeten 496 C Terugbetaling van boeten 496 16.11.14 Kledingkosten 497 A Principe 497 B Specifieke beroepskleding 497 C Niet-specifieke beroepskleding 497

20 16.11.15 Restaurantkosten 498 A Principe 498 B Wat zijn restaurantkosten? 498 C Restaurantkosten die voor 100 % aftrekbaar zijn 498 16.11.16 Receptiekosten 499 A Principe 499 B Wat zijn receptiekosten? 499 C Receptiekosten die voor 100 % aftrekbaar zijn 500 16.11.17 Kosten van relatiegeschenken 500 A Principe 500 B Wat zijn relatiegeschenken? 501 C Relatiegeschenken die voor 100 % aftrekbaar zijn 501 D Voordeel van alle aard 502 16.11.18 Kosten met betrekking tot jacht, visvangst, jachten of andere pleziervaartuigen en lusthuizen 502 A Principe 502 B Kosten die voor 100 % aftrekbaar zijn 503 16.11.19 Kosten die op een onredelijke wijze de beroepsbehoeften overtreffen 503 16.11.20 Sociale voordelen 504 A Principe 504 B Fiscaal regime 504 C Sociale voordelen die niet-belastbaar zijn bij de verkrijger en niet-aftrekbaar bij de werkgever 504 D Sociale voordelen die niet-belastbaar zijn bij de verkrijger maar wel aftrekbaar bij de werkgever (Com.IB 53/214) 506 16.11.21 Maaltijdcheques, sport/cultuurcheques en ecocheques 510 A Maaltijdcheques 510 B Sport- en cultuurcheques 512 C Ecocheques 512 16.11.22 Betalingen gedaan aan een belastingplichtige gevestigd in een belastingparadijs 513 16.11.23 Autokosten 514 A Woon-werkverkeer 514 B Beroepsverplaatsingen 514 C Personenwagen of lichte vrachtwagen? 516 D Uitgewerkt voorbeeld 517 16.11.24 Kosten voor 120 % aftrekbaar 519 16.11.25 Kosten van vervreemding van activa (code 1620-29/2620-96) 520 16.11.26 Bezoldiging meewerkende echtgenoot of wettelijk samenwonende partner (code 1611-38/2611-08) 521 A Toepassingsgebied 521 B Voorwaarden en beperkingen 522 C Fiscale gevolgen van toekenning bezoldiging meewerkinkomen 523 16.11.27 Andere beroepskosten (code 1606-43/2606-13) 523 16.12 Vrijgestelde waardeverminderingen en voorzieningen voor risico s en kosten (code 1609-40/2609-10) 523 16.12.1 Algemeen 523 16.12.2 Waardeverminderingen op handelsvorderingen 524 16.12.3 Voorzieningen voor risico s en kosten 525 16.12.4 Vrijstelling van opbrengsten in gevolge gerechtelijk reorganisatieplan of minnelijk akkoord (code 1608-41/2608-11) 527

21 16.13 Economische vrijstellingen (code 1612-37/2612-07, 1613-36/2613-06, 1622-27/2622-94 en 1614-35/2614-05) 527 16.13.1 Algemeen 527 16.13.2 Vrijstelling voor bijkomend personeel voor uitvoer en integrale kwaliteitszorg 528 A Principe 528 B Toepassingsgebied 528 C Berekeningswijze van de vrijstelling 528 D Terugneming van de vrijstelling 528 E Te vervullen formaliteiten 529 16.13.3 Vrijstelling voor ander bijkomend personeel 530 A Principe 530 B Vrijstellingsvoorwaarden 531 C Berekeningswijze van de vrijstelling 532 D Terugneming van de vrijstelling 533 16.13.4 Vrijstelling voor tewerkstelling van stagiairs 533 16.13.5 Investeringsaftrek 534 A Principe 534 B Activa die in aanmerking komen voor investeringsaftrek 535 C Activa die uitgesloten zijn van de investeringsaftrek 535 D Eenmalige investeringsaftrek 536 E Gespreide investeringsaftrek 536 F Verhoogde investeringsaftrek 537 G Percentages 539 H Overdracht, buitengebruikstelling of wijziging van bestemming van het actief 539 I Overdracht van de investeringsaftrek 540 J Formaliteiten 540 16.14 Toekenning aan de meewerkende echtgenoot (art. 86 WIB92) (code 1616-33/2616-03) 541 16.14.1 Toepassingsgebied 541 16.14.2 Voorwaarden 542 16.14.3 Fiscale gevolgen van toekenning meewerkinkomen 543 16.15 Beroepsverliezen 545 16.15.1 Principe 545 16.15.2 Beroepsverliezen van het belastbare tijdperk 546 16.15.3 Beroepsverliezen van vorige belastbare tijdperken 547 16.15.4 Beroepsverliezen van de andere echtgenoot 547 16.16 Huwelijksquotiënt 548 16.16.1 Principe 548 16.16.2 Slechts een van beide echtgenoten heeft beroepsinkomsten 548 16.16.3 Beide echtgenoten hebben beroepsinkomsten 549 16.17 Oefeningen 550 17 Vak XVII: baten van vrije beroepen, ambten, posten of andere winstgevende bezigheden 556 17.1 Toepassingsgebied 556 17.2 Belastbaar tijdstip 557 17.3 Berekening belastbare nettobaten 558 17.4 Ontvangsten (code 1650-96/2650-66) 559 17.5 Ontvangsten sportbeoefenaar (code 1658-88/2658-58) 559 17.6 Ontvangsten opleider, trainer, begeleider (code 1659-87/2659-57) 559 17.7 Achterstallige erelonen (code 1652-94/2652-64) 560 17.7.1 Definiëring 560 17.7.2 Tarief 560

22 17.8 Voorheen vrijgestelde baten die belastbaar worden (code 1651-95/2651-65) 561 17.9 Meerwaarden (code 1653-93/2653-63 en 1654-92/2654-62) 561 17.10 Voorheen afgetrokken kosten van vervreemding 561 17.11 Vergoedingen en premies (code 1655-91/2655-61, 1667-79/2667-49 en 1661-85/2661-55) 562 17.12 Vergoedingen verkregen tot herstel van een tijdelijke winstderving 562 17.13 Sociale bijdragen (code 1656-90/2656-60) 562 17.14 Beroepskosten 563 17.14.1 Werkelijke beroepskosten (codes 1675-71/2675-41, 1669-77/2669-47 en 1657-89/2657-59) 563 17.14.2 Kostenforfait 564 17.15 Economische vrijstellingen (code 1666-80/2666-50, 1678-68/2678-38 en 1662-84/2662-54) 565 17.16 Toekenning aan de meewerkende echtgenoot (code 1663-83/2663-53) 566 17.17 Beroepsverliezen 566 17.18 Huwelijksquotiënt 566 17.19 Oefeningen 567 18 Vak XIII: voorheffingen die verband houden met een zelfstandige beroepswerkzaamheid 569 18.1 Roerende voorheffing (code 1756-87/2756-57) 569 18.2 Forfaitair gedeelte van de buitenlandse belasting (code 1757-86/2757-56) 569 18.3 Bedrijfsvoorheffing (code 1758-85/2758-55) 570 18.4 Belastingkrediet 570 18.4.1 Principe 570 18.4.2 Eigen middelen 570 18.4.3 Aangroei van de eigen middelen 571 18.4.4 Verrekening 572 18.4.5 Formaliteiten 572 18.4.6 Aangifte 572 19 Vak XIX: bezoldigingen van meewerkende echtgenoten 573 19.1 Algemeen 573 19.2 Voorwaarden en beperkingen 573 19.3 Fiscale gevolgen van toekenning bezoldiging meewerkinkomen 574 19.3.1 Bij de geholpen echtgenoot 574 19.3.2 Bij de meewerkende echtgenoot 574 19.4 Tarief 575 19.5 Aangifte 575 20 Vak XX: winst en baten van een vorige beroepswerkzaamheid 576 20.1 Algemeen 576 20.2 Stopzettingsmeerwaarden 576 20.2.1 Principe 576 20.2.2 Belastbaar bedrag van de stopzettingsmeerwaarde 577 20.2.3 Belastbaar regime van de stopzettingsmeerwaarden 578 A Algemene regel: 16,5 % 578 B Uitzonderingen 578 20.2.4 Voortzettingsstelsel 579 A Principe 579 B Omstandigheden waarin de stopzetting moet gebeuren 579 C Facultatief karakter van het voortzettingsstelsel 580 D Gevolgen bij het afstand doen van het voortzettingsstelsel 580 E Gevolgen bij de toepassing van het voortzettingsstelsel 580

23 20.2.5 Inbreng in een vennootschap 582 A Principe 582 B Facultatief karakter van de vrijstelling 582 C Gevolgen bij verzaking aan de vrijstelling 582 D Gevolgen bij optie voor de vrijstelling 583 20.2.6 Inbreng in een landbouwvennootschap 583 20.2.7 Aangifte 583 20.3 Voorheen afgetrokken kosten van vervreemding 583 20.4 Premies en vergoedingen 585 20.5 Winst en baten verkregen of vastgesteld na de stopzetting 585 20.5.1 Principe 585 20.5.2 Belastbaar tijdstip 585 20.5.3 Belastbaar regime 586 20.5.4 Aangifte 586 20.6 Vergoedingen van alle aard die na de stopzetting zijn verkregen 586 20.6.1 Principe 586 20.6.2 Belastbaar tijdstip 586 20.6.3 Belastbaar regime 587 20.6.4 Aangifte 587 20.7 Beroepskosten gedaan of gedragen na de stopzetting (code 1696-50/2696-20 en 1697-49/2697-19) 587 20.7.1 Principe 587 20.7.2 Kosten van vervreemding van activa (code 1696-50/2696-20) 588 20.7.3 Andere beroepskosten (code 1697-49/2697-19) 588 20.8 Oefeningen 589 21 Vak XXI: eerste vestiging als zelfstandige 591 22 Vak XXII: verrekenbare woonstaatheffing 593 22.1 Doel van de Europese Spaarrichtlijn 593 22.2 Toepassingsgebied van de Europese Spaarrichtlijn 593 22.3 Geviseerde rente-inkomsten 594 22.4 Informatie-uitwisseling 594 22.5 Woonstaatheffing 595 22.6 Schuldenaar van de woonstaatheffing 595 22.7 Tarief van de woonstaatheffing 595 22.8 Belastbare grondslag voor de woonstaatheffing 596 22.9 Gevolgen voor de Belgische belegger 596 23 Addenda 598 23.1 Belastingkrediet voor lage activiteitsinkomens 598 23.1.1 Doel 598 23.1.2 Toepassingsgebied 598 23.1.3 Kwantitatieve beperkingen 599 23.1.4 Berekening belastingkrediet 600 23.2 Belastingkrediet voor werknemers/bedrijfsleiders in dienstverband 602 23.2.1 Doel en toepassingsgebied 602 23.2.2 Bedrag van het belastingkrediet 602 24 Globale oefeningen 603

24 Bijlagen 611 1 Geïndexeerde bedragen inzake inkomstenbelastingen voor het aanslagjaar 2012 611 2 Loonfiche 281.10 van aanslagjaar 2012, inkomsten 2011 617 3 Voorbereiding van de aangifte (aanslagjaar 2012) 619