HERSELT gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Ontwerp voorlopige vaststelling 26 09 2011 openbaar onderzoek



Vergelijkbare documenten
inleiding ruimtelijk structuurplan tienen stad TIENEN Juli 2006 Erwin Lammens ruimtelijk planner - planoloog

Gemeente Wuustwezel Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Kaartenatlas Informatief en richtinggevend deel

Besluit van de Deputatie

Omzendbrief RO/2010/01

WESTERLO gemeentelijk ruimtelijk structuurplan definitief vastgesteld gemeenteraad 26 juni 2006

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN ASSENEDE. ONTWERP GRS Bindend deel

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan AFBAKENING VAN HET STRUCTUURONDERSTEUNEND KLEINSTEDELIJK GEBIED KNOKKE-HEIST

Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Berlare

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan

13/ / Informatief deel

Actualisatie en gedeeltelijke herziening. Informatie- en inspraakvergadering

ruimtelijk structuurplan provincie Limburg algemene inleiding algemene inleiding

Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Kruishoutem

- aangepast op basis van het goedkeuringsbesluit - LILLE LANDELIJKE SPIL

Een blik op de ruimtelijke planning in Vlaanderen

Besluit van de Vlaamse Regering tot goedkeuring en instelling van het landinrichtingsproject Moervaartvallei

BIJLAGE 3: AFBAKENING GEBIEDEN. 1 Hiërarchie. 2 Afbakening gebieden. 2.1 Kwetsbare gebieden

Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Opwijk, herziening Gemeente Opwijk

Ingevolge de wet op de ruimtelijke ordening en stedenbouw dd. 29 maart Nog steeds hét juridisch planninginstrument in Watou

TEKSTEN. ruimtelijk structuurplan kalmthout. gemeente kalmthout 31 maart 2006

Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Knesselare. In opdracht van : Gemeentebestuur van Knesselare. Bindend gedeelte

Ruimtelijk Structuurplan Vilvoorde. Inleiding

VORSELAAR gemeentelijk ruimtelijk structuurplan definitieve goedkeuring provincieraad d.d. 21/09/2006

Inhoudstafel INLEIDING...2

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN SINT - LAUREINS. ONTWERP GRS Bindende bepalingen

3. Hoeveel van het WUG op het gewestplan valt onder de volgende categorieën:

Art6.6 bufferzone. GEWESTPLAN Woonuitbreidingsgebied. Woongebied. Groengebied PLAN B - BESTAANDE JURIDISCHE TOESTAND

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed;

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

HERENTHOUT gemeentelijk ruimtelijk structuurplan definitieve goedkeuring provincieraad dd. 28 juni2007

Publicatie :

Structuurplan Herne. PRESENTATIE GRS Herne

Kaart 1: Ruimtelijke visie op Vlaanderen (RSV)


ADVIES VAN DE GEMEENTELIJKE COMMISSIE VOOR RUIMTELIJKE ORDENING OVER HET ONTWERP VAN HET GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN.

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING,

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

Actuele topics in aardrijkskunde: RUP in de eigen leefomgeving

Brussel, 9 februari 2005 Advies reparatiedecreet. Advies

DEEL 3: BINDEND GEDEELTE

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING,

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed;

ruimtelijk structuurplan provincie Limburg

BPA CENTRUM ZUID, WIJZIGING A,

PLANNING ALS MEERVOUDIGE OPDRACHT IN DE DEMERVALLEI

TOELICHTING RUIMTELIJKE UITVOERINGSPLANNEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

V L A A M S E R E G E R I N G Vergadering van vrijdag 12 december

RUP Hernieuwenburg Wielsbeke. Bewonersvergadering OC Hernieuwenburg 24/08/2015

DOSSIER VOOR DE GEMEENTERAAD

Aanpak problematiek van de weekendverblijven. Provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan (PRUP) Leugenboombos

Ruimtelijk Uitvoeringsplan Azelhof

N16 Scheldebrug Temse-Bornem

Provincieraadsbesluit

Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan De Pinte Bindende Bepalingen

Richtinggevend gedeelte

Melle Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan

GEMEENTE GAVERE GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN DEEL 3: BINDEND GEDEELTE

Landschap en ruimtelijke ontwikkeling

gewenste ruimtelijke structuur in het definitief gemeentelijk ruimtelijk structuurplan

RUP Stedelijk Wonen versterkt woonbeleid Stad Gent

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

ISTRUCTUURPLAN GLABBEEK

Bijlage 4: Het tot nu toe gevoerde ruimtelijk beleid...33

Procedures en terminologie Lindelei. 11 september 2018 infomoment

PROVINCIAAL RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN

Gemeente Opwijk. Contact Stratenplan Openingsuren E-loket Aanmelden. normaal lettertype grootte medium lettertype grootte groot lettertype grootte

3 BELEIDSCONTEXT 3.1 RSV. Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen 1

Besluit van de Bestendige Deputatie

DEPARTEMENT RUIMTELIJKE ORDENING EN MOBILITEIT DIENST RUIMTELIJKE PLANNING

Gemeente Wevelgem Ruimtelijk Uitvoeringsplan 7-1 Marremstraat. september 2011, ontwerp 1

Vlaamse Regering DE VLAAMSE REGERING,

Provincieraadsbesluit

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN ZELZATE ONTWERP

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING,

Infovergadering woensdag 15 september 2010

afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur

RUP Kanaalzone West Wielsbeke. Bewonersvergadering OC Leieland 24/08/2016

Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen

V L A A M S E R E G E R I N G Vergadering van vrijdag 12 december

gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Kelsbeek Nieuwenhoven

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN PROCESNOTA Colofon

Hoogspanningslijn Aftakking Lokeren 150kV

Gemeente Kapellen Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Tekstbundel Informatief, richtinggevend, bindend deel en bijlagen

Veurne - Westkust. 1. Toeristisch recreatiepark (KB 6/12/76)

Oudenaarde. 1. Vallei of brongebieden (KB 24/02/77)

Herziening GRS Dendermonde

WOON RESERVE GEBIEDEN. 20 juli Leiegardens 2014, Your Estate Solution

ADVIES VAN 28 JANUARI 2015 OVER HET VOORONTWERP RUP INSTEEKHAVEN LUMMEN

Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen

Ruimte voor windturbineparken in West-Vlaanderen

1. Inleiding Bindende selecties en categorisering van de elementen van de gewenste ruimtelijke structuur...3

ZELZATE RUP EUROHAL. Procesnota

1. Inleiding Bindende selecties van de elementen van de gewenste ruimtelijke structuur...3

Deel I. Situering gemeente

AFBAKENING VLAAMS STEDELIJK GEBIED ROND BRUSSEL

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

Transcriptie:

HERSELT gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Ontwerp voorlopige vaststelling 26 09 2011 openbaar onderzoek

COLOFON Opdrachtgever: Gemeentebestuur Herselt Project: Opdrachthouder: Projectteam: Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Ontwerp Intercommunale Ontwikkelingsmaatschappij voor de Kempen (IOK) Antwerpseweg 1, 2440 Geel tel: 014/58 09 91 fax: 014/58 97 22 IOK plangroep Ruimtelijke planning: Stijn Sneyers, Rhea Denissen, Liselotte Raes Socio-economische analyse: Els Maes Secretariaat: Annick Sprengers Datum: september 2011 Behoudens de uitdrukkelijk bij wet bepaalde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, op welke wijze ook, zonder de uitdrukkelijke voorafgaande en schriftelijke toestemming van de opdrachtgever en de opdrachthouder.

INHOUD Inhoud INLEIDING 1 DEEL 1 INFORMATIEF GEDEELTE...5 I Situering en kengetallen...7 II Planningscontext...8 1 Planning op Vlaams niveau...8 1.1 Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV)...8 1.2 Omzendbrief RO 2002/03...10 1.3 Ruimtelijke visie voor natuur landbouw bos, regio Neteland...10 1.4 Beleidsplan weekendverblijven...13 2 Planning op provinciaal niveau...14 2.1 Ruimtelijk Structuurplan Provincie Antwerpen (RSPA)...14 2.2 Afbakeningsprocessen voor kleinstedelijk gebied...16 2.3 Voorstudie problematiek weekendverblijven...17 3 Ruimtelijke structuurplannen buurgemeenten...18 4 Actuele bestemmingen...19 4.1 Gewestplan...19 4.2 Bijzondere Plannen van Aanleg (BPA)...22 4.2.1 Goedgekeurde BPA s...22 4.2.2 BPA s in opmaak...22 5 Sectoraal juridisch kader / beleidskader...24 5.1 Bovenlokaal niveau...24 5.2 Gemeentelijk niveau...30 III Bestaande ruimtelijke structuur...32 1 Structurerende elementen op macroniveau...32 2 Bestaande ruimtelijke mesostructuur...34 2.1 Fysisch systeem drager van de ruimtelijke structuur...34 2.1.1 Definitie...34 2.1.2 Elementen van het fysisch systeem...34 2.2 Bestaande ruimtelijk-natuurlijke structuur...35 2.2.1 Definitie...35 2.2.2 Evolutie...35 2.2.3 Elementen van de bestaande ruimtelijk natuurlijke structuur...36 2.3 Bestaande landschappelijke structuur...38 2.3.1 Definitie...38 2.3.2 Evolutie...38 2.3.3 Elementen van de bestaande landschappelijke structuur...39 2.3.4 Typering Herselts landschap volgens de landschapatlas...41 2.4 Bestaande agrarische structuur...42 2.4.1 Definitie...42 2.4.2 Evolutie...42 2.4.3 Elementen van de bestaande agrarische structuur...44 2.5 Bestaande nederzettingsstructuur...46 2.5.1 Definitie...46 2.5.2 Evolutie...46 2.5.3 Elementen van de bestaande nederzettingsstructuur...47 2.6 Bestaande ruimtelijk economische structuur...48 2.6.1 Definitie...48 2.6.2 Elementen van de bestaande ruimtelijk economische structuur...49 2.7 Bestaande verkeers- en vervoersstructuur...51 2.7.1 Definitie...51 2.7.2 Elementen van de bestaande verkeers- en vervoersstructuur...51 2.8 Bestaande toeristisch-recreatieve structuur...52 2.8.1 Definitie...52 2.8.2 Evolutie...52 2.8.3 Elementen van de bestaande toeristisch-recreatieve structuur...52 2.9 Overige voorzieningen (o.a. gemeenschapsvoorzieningen; ontginningsgebieden)...57 2.9.1 Definitie...57 2.9.2 Overige voorzieningen binnen Herselt...58 3 Bestaande ruimtelijke microstructuur via deelruimten...59 3.1 Lintlandschap rond Ramsel...60 3.2 Groene, noordelijke gordel...60 3.3 Hoofddorp Herselt...61 3.4 Gedifferentieerd zuidelijk gebied Langdonken Varenwinkel...61 3.5 Oostelijk heuvelgebied...62 4 Synthese bestaande ruimtelijke structuur...63 IV Kwantitatieve analyses en behoeften...65 1 Woningbehoefte...65 1.1 Demografische ontwikkelingen...65 1.2 Ontwikkelingen in het woningbestand...65 1.3 Sociale huisvesting...66 1.4 Bouw- en verkoopsactiviteiten...66 1.5 Behoefteprognose...67 1.6 Aanbodbepaling...68 1.6.1 Aanbod binnen woongebied en/of verkaveling...68 1.6.2 Aanbod in binnengebieden...69 1.6.3 Bepaling van het potentieel en realistisch aanbod...70 1.7 Confrontatie behoefte versus aanbod...70 1.8 Behoefte voor specifieke doelgroepen...71 2 Handel en bedrijvigheid...71 2.1 Economisch profiel...71 2.1.1 Arbeidsmarkt...71 2.1.2 KMO s en grote bedrijven...72 GRS Herselt - ontwerp IOK plangroep

2.1.3 Sterke sectoren...72 2.2 Behoefteraming...72 3 Behoefte aan recreatieve infrastructuur...74 3.1 Ruimtebehoefte op basis van zonevreemdheid...74 3.2 Ruimtebehoefte aan nieuwe infrastructuur...75 3.2.1 Andere bronnen m.b.t. ruimtebehoefte...75 4 Andere ruimtebehoeften...75 5 Aanbod gemeenschapsvoorzieningen...75 V Trends, knelpunten, kwaliteiten en kansen...76 1 Trends...76 1.1 Bebouwde ruimte...76 1.2 Open ruimte...77 1.3 Mobiliteit...77 2 Knelpunten...78 2.1 Bebouwde ruimte...78 2.2 Open ruimte...78 2.3 Mobiliteit...80 3 Kwaliteiten en kansen...81 3.1 Bebouwde ruimte...81 3.2 Open ruimte...81 3.3 Mobiliteit...82 DEEL 2 RICHTINGGEVEND GEDEELTE...83 I II III IV Inleiding...85 uitgangspunten...86 Gewenste rol van Herselt...87 Ruimtelijke concepten...88 V Visie op de deelruimten...92 1 Lintlandschap rond Ramsel...92 2 Groene, noordelijke gordel...94 3 Hoofddorp Herselt...95 4 Gedifferentieerd zuidelijk gebied Langdonken Varenwinkel...97 5 Oostelijk heuvelgebied...98 VI Gewenste ruimtelijke structuur...99 1 Gewenste ruimtelijk natuurlijke structuur...99 1.1 Doelstellingen...99 1.2 Ruimtelijke beleidscategorieën en ontwikkelingsperspectieven...100 1.2.1 Natuurconcentratiegebieden...100 1.2.2 Verwevingsgebieden...103 1.2.3 Natuurverbindingen van bovenlokaal belang...103 1.2.4 Corridors en ecologische infrastructuur op gemeentelijk niveau...104 1.2.5 Aandachtsgebieden inzake structuurbepalende ecologische processen...105 2 Gewenste landschappelijke structuur...107 2.1 Doelstellingen...107 2.2 Ruimtelijke beleidscategorieën en ontwikkelingsperspectieven...108 2.2.1 Structuurbepalende reliëfelementen...108 2.2.2 Structuurbepalende hydrografische elementen...109 2.2.3 Bakens als structurerende elementen...109 2.2.4 Markante terreinovergangen als structurerende componenten...110 2.2.5 Gave landschappen...110 2.2.6 Nieuwe landschappen...111 2.2.7 Openruimteverbindingen...112 3 Gewenste agrarische structuur...113 3.1 Doelstellingen...113 3.2 Ruimtelijke beleidscategorieën en ontwikkelingsperspectieven...114 3.2.1 Kerngebieden van de agrarische structuur...115 3.2.2 Agrarisch gebied (type II)...117 3.2.3 Streefzones dominant graslandgebruik...119 3.2.4 Aandachtsgebieden open ruimte/bouwvrij agrarisch gebied (overdruk)...119 3.2.5 Natuurverwevingsgebieden...120 4 Gewenste nederzettingsstructuur...121 4.1 Doelstellingen...121 4.1.1 Vier woonkernen waarvan één hoofddorp (Herselt)...122 4.1.2 Nederzettingen en bebouwingsconcentraties...124 4.1.3 Linten...126 4.1.4 Verspreide bebouwing...126 5 Gewenste ruimtelijk economische structuur...128 5.1 Doelstellingen...128 5.2 Ruimtelijke beleidscategorieën en ontwikkelingsperspectieven...128 5.2.1 Woonkernen en nederzettingen...128 5.2.2 Lokaal bedrijventerrein...130 5.2.3 Linten en bebouwingsconcentraties...135 6 Gewenste ruimtelijke verkeers- en vervoersstructuur...136 6.1 Doelstellingen...136 6.2 Ruimtelijke beleidscategorieën en ontwikkelingsperspectieven...137 6.2.1 Verblijfsgebieden...137 6.2.2 Secundaire weg type 1 en type 2...137 6.2.3 Lokale wegen...138 6.2.4 Busvervoerlijnen...138 6.2.5 Fietsroutes...139 7 Gewenste toeristisch-recreatieve structuur...141 7.1 Doelstellingen...141 IOK plangroep GRS Herselt - ontwerp

INHOUD 7.2 Ruimtelijke beleidscategorieën en ontwikkelingsperspectieven...142 7.2.1 Hoofddorp, woonkernen, nederzettingen en bebouwingsconcentratie142 7.2.2 Knooppunt voor sportinfrastructuur...142 7.2.3 Centrumzones voor sportinfrastructuur...143 7.2.4 Sublokaal knooppunt voor sportinfrastructuur...144 7.2.5 Toeristisch-recreatieve centrumzone...144 7.2.6 Toeristisch-recreatieve aantrekkingsgebieden...144 7.2.7 Strategische rustgebieden...145 7.2.8 Netwerk...145 7.2.9 Zones voor verblijfsrecreatieve infrastructuur (suggestie)...146 8 Visie op andere functies...150 8.1 Algemene gemeenschapsvoorzieningen...150 8.2 Ontginningsgebieden...151 9 Synthese gewenste ruimtelijke structuur...152 VII Toetskader zonevreemde infrastructuur...154 1 Algemene methodiek...154 2 Sectorale uitwerking: zonevreemde woningen...158 2.1 Toepassingsgebied...158 2.2 Ontwikkelingsperspectieven...158 3 Sectorale uitwerking: zonevreemde handel en bedrijvigheid...160 3.1 Toepassingsgebied...160 3.2 Elementen van afweging...160 4 Sectorale uitwerking: zonevreemde toeristisch-recreatieve infrastructuur...163 4.1 Toepassingsgebied...163 4.2 Planologische toetsing...163 4.2.1 Algemeen...163 4.3 Elementen van afweging...163 4.3.1 Planologische toetsing zonevreemde weekendverblijven...164 VIII VAN VISIE NAAR PRAKTIJK...166 1 Mogelijke maatregelen ter ondersteuning van een integraal waterbeheer...166 2 Mogelijke maatregelen m.b.t. de realisatie van de gewenste ruimtelijk natuurlijke structuur...167 3 Mogelijke maatregelen m.b.t. de realisatie van de gewenste landschappelijke structuur...167 4 Mogelijke maatregelen m.b.t. de realisatie van de gewenste agrarische structuur...168 5 Mogelijke maatregelen m.b.t. de realisatie van de gewenste nederzettingsstructuur...168 6 Mogelijke maatregelen m.b.t. de realisatie van de gewenste ruimtelijk economische structuur...169 7 Mogelijke maatregelen m.b.t. de realisatie van de gewenste verkeer- en vervoersstructuur...170 8 Mogelijke maatregelen m.b.t. de realisatie van de gewenste toeristischrecreatieve structuur...170 9 Mogelijke maatregelen m.b.t. andere structuren...171 10 Mogelijke maatregelen ter oplossing van de zonevreemdheidsproblematiek171 DEEL 3 BINDEND GEDEELTE...173 1 Inleiding...175 2 Doorwerking van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan...175 2.1 Maatschappelijk draagvlak en integraliteit...175 3 Selectie van beleidscategorieën...175 3.1 Natuurlijke structuur...175 3.2 Landschappelijke structuur...176 3.3 Agrarische structuur...177 3.4 Nederzettingsstructuur...177 3.5 Ruimtelijk-economische structuur...177 3.6 Ruimtelijke verkeers- en vervoersstructuur...178 3.7 Toeristisch-recreatieve structuur...178 4 Acties en maatregelen...179 4.1 Opmaak ruimtelijke uitvoeringsplannen...179 4.2 Toetsing landschap...179 4.3 Overige maatregelen...179 DEEL 4 BIJLAGEN...181 GRS Herselt - ontwerp IOK plangroep

Lijst tabellen Tabel 1: kengetallen...7 Tabel 2: woongebieden... 20 Tabel 3: gebieden voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut... 20 Tabel 4: bedrijvenzones en stort-, opspuitings- en bezinkingsgebieden... 21 Tabel 5: recreatiegebieden... 21 Tabel 6: landelijke gebieden (deel 1)... 21 Tabel 7: Landelijke gebieden deel 2... 22 Tabel 8: overzicht natuurreservaten in de gemeente Herselt... 24 Tabel 9: overzicht van beschermde monumenten, landschappen en dorpsgezichten in Herselt... 25 Tabel 10: Landbouwbedrijfstypes in Herselt... 44 Tabel 11: Ruimtelijke spreiding van de voorzieningen in de kernen van de gemeente Herselt (toestand 01/05/05)... 47 Tabel 12: Voorlopige weergave van zonevreemde woningen naar aantal en gewestplanbestemming (o.b.v. kadscan 2001)... 48 Tabel 13 : Ambachtelijke zone Herselt-Westerlosesteenweg... 49 Tabel 14 : Ambachtelijke zone Herselt-Wolfdonksesteenweg... 49 Tabel 15 : Ambachtelijke zone Ramsel-Vandenheuvelstraat... 49 Tabel 16 : Ambachtelijke zone Ramsel-Aarschotsesteenweg... 49 Tabel 17 : Ambachtelijke zone Blaubergsesteenweg... 49 Tabel 18 Aantal zonevreemde bedrijven per bestemmingszone... 50 Tabel 19: Infrastructuur voor jeugdwerking... 52 Tabel 20: Overzicht van openbare speelpleinen/-bossen... 53 Tabel 21: Sportinfrastructuur in de gemeente Herselt... 53 Tabel 22: Locaties voor socioculturele activiteiten in Herselt... 54 Tabel 23: Overzicht van de clusters weekendverblijven in de gemeente Herselt55 Tabel 24: Kenmerken van de gedefinieerde clusters van weekendverblijven... 55 Tabel 25: Wandelroutes in de gemeente Herselt... 57 Tabel 26: Bewegwijzerde fietsroutes door Herselt en omgeving... 57 Tabel 27: Sociale huisvesting in de gemeente op 31 december 2007... 66 Tabel 28 overzicht extra aanbod in binnengebieden (excl. Verkavelingen)... 69 Tabel 29 overzicht potentieel en realistisch aanbod...70 Tabel 30: Confrontatie van de woningbehoefte en het te verwachten woningaanbod...70 Tabel 31 overzicht bedrijven met zonevreemdheids- en of verwevingsproblematiek...73 Tabel 32 Overzicht (potentieel) zonevreemde lokale bedrijven per aard activiteit 74 Tabel 33: Raming oppervlakte zonevreemde recreatieve infrastructuur...74 Tabel 35: specifieke ontwikkelingsperspectieven voor de natuurconcentratiegebieden in Herselt...101 Tabel 36: gebiedsgerichte ontwikkelingsperspectieven voor de natuureilanden...102 Tabel 37: gebiedspecifieke ontwikkelingsperspectieven aanname natuurverwevingsgebied...103 Tabel 38: aandachtsgebieden structuurbepalende ecologische processen...105 Tabel 39: structurerende reliëfelementen...108 Tabel 40: overzicht van de gave landschappen...110 Tabel 41: samenvattende tabel woningprogrammatie...125 Lijst figuren Figuur 1: Overlegstructuur structuurplanningsproces...2 Figuur 2: Situering van Herselt...7 Figuur 3: gewenste bestemming / aanzet tot RUP clusters Herselt...17 Figuur 4: uittreksel streefbeeldstudie N152, eindrapport ontwerp dec 2005...30 Figuur 5: benadering vanuit deelruimten tegenover deelstructuren...59 Figuur 6: deelruimten in Herselt...59 Figuur 7: Verhouding theoretisch woonaanbod en taakstelling 2007-2012...71 Figuur 8: schematisch verloop van het planningsproces...85 Figuur 9 schematische weergave van de ruimtelijke beleidscategorieën binnen de: agrarische structuur...114 Figuur 10: bodemkaart t.h.v. de zoekzone voor lokaalbedrijventerrein...132 Figuur 11: uitbreiding lokaal bedrijventerrein ontwerpend onderzoek met detail van resp. de aansluiting op de Herentalsesteenweg en inrichting NOG..134 Figuur 12: verenigbaarheidstoets zonevreemde infrastructuur, schematisch...154 IOK plangroep GRS Herselt - ontwerp

INHOUD Lijst kaarten Basiskaart A : gewestplan...19 Basiskaart B :fysisch systeem...34 Basiskaart C: watertoetskaarten...34 Kaart I 1: sectoraal juridisch kader...22 Kaart I 2: structurerende elementen op macroniveau...32 Kaart I 3: bestaande natuurlijke elementen...35 Kaart I 4: bestaande natuurlijke structuur...35 Kaart I 5: bestaande landschappelijke structuur...38 Kaart I 6: bestaande agrarische structuur...42 Kaart I 7: bestaande nederzettingsstructuur...46 Kaart I 8: bestaande ruimtelijk economische structuur...48 Kaart I 9: bestaande verkeers- en vervoersstructuur...51 Kaart I 10: bestaande fietsvoorzieningen...51 Kaart I 11: bestaande toeristisch-recreatieve structuur...52 Kaart I 12: locatie clusters weekendverblijven...52 Kaart I 13: synthese bestaande ruimtelijke structuur...63 Kaart I 14: knelpunten...78 Kaart I 15: kwaliteiten en kansen...81 Kaart V 1: Kaart V 2: Kaart V 3: Kaart V 4: visie op de deelruimte Lintlandschap rond Ramsel...92 visie op de deelruimte Groene, noordelijke gordel...94 visie op de deelruimte Hoofddorp Herselt...95 visie op de deelruimte Gedifferentieerd zuidelijk gebied Langdonken- Varenwinkel...97 Kaart V 5: visie op de deelruimte Oostelijk heuvelgebied...98 Kaart R 1: gewenste ruimtelijk natuurlijke structuur...99 Kaart R 2 : gewenste landschappelijke structuur...107 Kaart R 3: gewenste agrarische structuur...113 Kaart R 4: gewenste nederzettingsstructuur...121 Kaart R 5: gewenste categorisering ruimtelijk economische structuur...128 Kaart R 6: gewenste verkeers- en vervoersstructuur...136 Kaart R 7: gewenste openbaarvervoersstructuur...136 Kaart R 8: gewenste fietsvervoersstructuur...136 Kaart R 9: gewenste toeristisch-recreatieve structuur...141 Kaart R 10: synthese gewenste ruimtelijke structuur...152 GRS Herselt - ontwerp IOK plangroep

INLEIDING INLEIDING Een gemeente wordt dagelijks geconfronteerd met conflicten tussen mensen die elk vanuit een andere invalshoek de beschikbare ruimte opeisen. Om in een dynamische maatschappij al deze eisen met elkaar in overeenstemming te brengen, dient het gemeentebestuur de ruimtelijke ontwikkeling van haar grondgebied bewust en efficient aan te pakken. Naarmate er meer beleidsaspecten tot uiting komen in het ruimtelijke beleid, worden de ruimtelijke ontwikkelingen ook steeds complexer. Er is dan ook meer onderzoek nodig om gefundeerde beleidsbeslissingen te kunnen nemen. Hierdoor groeit de behoefte aan een doordachte en planmatige aanpak van de ruimtelijke problematiek. Structuurplanning als methodiek Structuurplanning wordt als methode gehanteerd om deze complexe ruimtelijke problemen te onderzoeken en te sturen. Het is een dynamisch proces van visie- en beleidsvorming betreffende de ruimtelijke ontwikkeling van een plangebied (in dit geval een gemeente). Een ruimtelijk structuurplan doet uitspraken over het ruimtegebruik maar legt geen bodembestemmingen vast: het is dus geen ruimtelijk uitvoeringsplan maar eerder een beleidsplan. De realisatie van een structuurplan gebeurt door middel van uitvoeringsplannen (bestemmingsplan, inrichtingsplan en/of beheersplan) en verordeningen die zich richten naar de inhoud en de visie van het structuurplan. Een ruimtelijk structuurplan is een uitgebreide studie zodat een goede samenwerking tussen politici, administratie, ruimtelijke planners en bevolking is aangewezen. Concreet heeft men het over een driesporenplanning: langetermijnvisie, kortetermijnactie en samenwerking met de bevolking. SPOOR 1: Een langetermijnvisie vastleggen met éénduidige waarden en normen. Op die manier schept men een normatief kader van waaruit men een evenwichtige ruimtelijke ontwikkeling van sectoren met een ruimtelijke impact kan afwegen. SPOOR 2: Kortetermijnacties toelaten tijdens het structuurplanningsproces. Alle belangrijke concrete dossiers kunnen tussentijds aan de structuurplanning worden getoetst en aangehaakt. Deze werkwijze garandeert dat de concrete ruimtelijke praktijk gaandeweg in de richting gaat die in de structuurplanning wordt uitgetekend. De uitvoering van concrete dossiers hoeft dus niet aan te slepen tot het structuurplan op punt staat. SPOOR 3: Inspraak van de bevolking garanderen. Voorstellen van de ruimtelijke planners en het gemeentebestuur kunnen op die manier gemakkelijker aan concrete situaties getoetst worden. Hierdoor speelt het structuurplan beter in op wat er bij verschillende groepen onder de bevolking leeft en wordt een democratische planvorming nagestreefd. 1 ste spoor 2 de spoor 3 de spoor waarden, normen problemen knelpuntenbehandeling op korte termijn dagelijks beleid betrekken bevolking bij plan- en besluitvorming visievorming lange termijn Bron: AROHM, 1994. Structuurplanning: een handleiding voor gemeenten. Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Brussel, p. 2.6. Het voornaamste kenmerk van de driesporenplanning is dat er gelijktijdig op de drie sporen wordt gewerkt. Hierdoor kan men zowel een langetermijnvisie ontwikkelen als strategisch inpikken op dringende problemen. Op die manier kan structuurplanning geen alibi worden om actuele, structurele problemen op de lange baan te schuiven. Anderzijds biedt het ook de garantie dat niet alleen de dringende problemen worden opgelost zonder deze te toetsen aan een duidelijk referentiekader. Opbouw van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Decretaal wordt bepaald dat er op 3 bestuurlijke niveaus (Vlaams gewest, provincie en gemeente) ruimtelijke structuurplannen moeten worden opgemaakt. De opmaak zelf wordt verduidelijkt in omzendbrief RO 97/02. Een gemeentelijk ruimtelijke structuurplan bestaat uit een informatief, een richtinggevend en een bindend gedeelte. Het informatieve gedeelte geeft een beschrijving van de juridische planningscontext. Er wordt een evaluatie gegeven van het gevoerde ruimtelijk beleid. De bestaande fysisch - ruimtelijke toestand wordt onderzocht en weergegeven via de structuurbepalende ruimtelijke elementen in de gemeente. Er gebeurt een onderzoek naar de toekomstige ruimtelijke behoeften van de maatschappelijke activiteiten wonen en bedrijvigheid. Om de ruimtelijke structuren coherent te kunnen behandelen worden GRS Herselt -ontwerp IOK plangroep 1

complexere homogene deelruimten beschreven. De weergave van alle ruimtelijke trends, knelpunten, kwaliteiten en kansen vormt de overgang naar het richtinggevende gedeelte. Het richtinggevende gedeelte bevat een aantal fundamentele uitgangspunten voor het toekomstig ruimtelijk functioneren van de gemeente. Deze uitgangspunten worden vertaald naar de toekomstige rol van Herselt in de regio. De ruimtelijke concepten geven de eerste gebiedsgerichte ordeningsprincipes rekening houdend met de trends, knelpunten, kwaliteiten en kansen. Vervolgens wordt er een afwegingskader geschetst per deelruimte. Op die manier wordt aangegeven hoe de onderlinge verhouding tussen de deelstructuren kan worden uitgewerkt. De implicaties van de afweging worden verder uitgewerkt naar gewenste deelstructuren. Per deelstructuur wordt bovendien weergegeven welke acties en maatregelen nodig zijn om de gewenste structuur te verwezenlijken. De synthese van voorgaande visies geeft een coherent toekomstbeeld via de gewenste ruimtelijke structuur van de gehele gemeente. Een synthese van de mogelijke maatregelen en projecten die kunnen bijdragen tot de realisatie van de gewenste ruimtelijke structuur, vormt de overgang naar het bindende gedeelte. Het bindende gedeelte bevat de kernbeslissingen die een bindend karakter krijgen. Er worden beslissingen genomen inzake de doorwerking van het structuurplan, de selectie van bindende beleidscategorieën, de minimaal te nemen maatregelen en acties en het minimaal te realiseren overleg. Van het richtinggevende gedeelte kan het gemeentebestuur slechts gemotiveerd afwijken omwille van dringende economische en sociale redenen. Van het bindende gedeelte kan het gemeentebestuur niet afwijken. Een structuurplan wordt vastgesteld voor een termijn van vijf jaar. Het blijft echter van kracht tot het door een nieuw goedgekeurd structuurplan wordt vervangen. Het structuurplan kan te allen tijde geheel of gedeeltelijk worden herzien. Overlegstructuur in het planningsproces Communicatie en overleg werden nagestreefd via de oprichting van een ambtelijke werkgroep en een stuurgroep. Er werd gedebatteerd over de knelpunten, de ruimtelijke visie en de beleidsmaatregelen. Concrete dossiers werden aan de GECORO voorgelegd. Op die manier werd getracht het dagelijkse beleid te koppelen aan de toekomstvisie. De organisatie van het overleg verliep volgens het onderstaande schema. Figuur 1: Overlegstructuur structuurplanningsproces gemeenteraad college diensten Ambtelijke werkgroep De ambtelijke werkgroep controleerde en adviseerde het inhoudelijke werk van de plangroep. De ambtelijke werkgroep zorgde voor een goede uitwisseling van gegevens tussen de verschillende gemeentelijke diensten en het College van Burgemeester en Schepenen. De ambtelijke werkgroep bestaat uit de volgende leden: afvaardiging College van Burgemeester en schepenen burgemeester (Luc Peetermans) schepen Frans Luyten, Eddy Laporte, Kathleen Helsen (vanaf 1/2007) gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar: Hugo Van Rompaey gemeentelijk milieuambtenaar: Judith Van Meensel gemeentelijke administratie openbare werken Els Brems politie:, inspraakbegeleider Luc De Rooms IOK-plangroep ambtelijke werkgroep plangroep GECORO personen bevolking stuurgroep actieve groepen 2 IOK plangroep GRS Herselt - ontwerp

INLEIDING Stuurgroep In de stuurgroep werkten mensen mee van de bevolking, de actieve groepen, een aantal partners van de ambtelijke werkgroep en occasioneel een aantal leden van de gemeenteraad. De stuurgroep bestudeerde de voorbereidende nota s van de plangroep en zorgde voor adviezen naar het beleid. Op haar beurt legde het gemeentebestuur concrete projecten voor aan de stuurgroep. De stuurgroep bestond uit de volgende leden (waarvan een deel in de GECORO zetelt): Luc Peetermans, burgemeester Frans Luyten, schepen Eddy Laporte, schepen Elly Pues, stedenbouwkundig ambtenaar Judith Van Meensel, milieuambtenaar Jos Weckhuysen, administratie openbare werken Versweyveld Roger, politie Aerts Staf, GECORO Aerts Clement, Kartel Braes Jos, VLD Buys Heidi, geïnteresseerde inwoner Demeyer Jozef, GECORO Dries Kris, GECORO Eyckmans Karel, GROEN! Hendrickx Lieve, Jeugdraad Janssens Jean, GECORO Lommaert Lon, GECORO Sillen Rudi, heemkundige kring Van Aarle Tony, geïnteresseerde inwoner Van Aelst Frans, SP.A Van Baelen Els, geïnteresseerde inwoner Vandenbergh Jozef, landelijke gilde Van de Kerkhof An, CD & V Van de Sande Hubert, weekendverblijven Van den Eynde Gustaaf, geïnteresseerde inwoner Van Herck Jos, geïnteresseerde inwoner Van den Broeck Luc, geïnteresseerde inwoner Verheyen Dany, GECORO Vermeulen Liliane, geïnteresseerde inwoner Waumans Wim, geïnteresseerde inwoner Luc De Rooms, inspraakbegeleider Medewerkers IOK-plangroep Procesverloop Het structuurplanningsproces kent een uitzonderlijke lange doorlooptijd. De verklaring hiervoor ligt bij het feit dat in de eindfase gewacht is op de beperkte herziening RSPA (2009 2010). Het herziene RSPA voorziet immers een vernieuwde categorisering van de hoofddorpen, met vooral belangrijke consequenties voor de mogelijkheden inzake ontwikkeling lokaal bedrijventerrein: Herselt wordt daarbij opgewaardeerd van hoofddorp type III (lokaal bedrijventerrein enkel in functie van herlokalisatiebehoefte) naar bedrijfsondersteunend hoofddorp (lokaal bedrijventerrein met richtinggevend grootte van 5 ha voor nieuwe bedrijven). In de eindfase wordt de begeleiding door de stuurgroep overgenomen door de GECORO. Door het langgerekte procesverloop is er een grote tijdspanne tussen opmaak van de sectorale deelonderzoeken en het uiteindelijke voorontwerp. Dit betekent ook dat de meeste inventarissen ietwat verouderd lijken. Nochtans hoeft dit niet per definitie een belemmering te zijn om de bestaande ruimtelijke structuur te analyseren. Elk van de inventarissen werd in eindfase opnieuw onder loep genomen en waar recentere gegevens een nieuw licht konden werpen op de bestaande structuur, werd een update gemaakt. Inspraakmomenten Op regelmatige basis werden de nota s van IOK plangroep getoetst aan de visie van de gemeente, de stuurgroepleden en de GECORO. Het volgende overzicht geeft weer welke inspraakmomenten werden gehouden: 26 juni 2002: stuurgroep deelnota toerisme en recreatie 4 april 2002: stuurgroep deelnota natuur 6 mei 2003: stuurgroep deelnota landbouw 2 december 2003: stuurgroep deelnota handel en bedrijvigheid 5 oktober 2004: stuurgroep deelnota wonen 7 december 2004: stuurgroep afwegingsdocument maart 2008: stuurgroep voorontwerp september 2010: GECORO aangepast voorontwerp (in afstemming met beperkte herziening RSPA) februari 2011: GECORO advies op het ontwerp (aangepast na PV) september 2011: GECORO advies op het ontwerp, aangepaste versie GRS Herselt -ontwerp IOK plangroep 3

DEEL 1 Informatief gedeelte GRS Herselt -ontwerp IOK plangroep 5

I Situering en kengetallen 1 Planning op Vlaams niveau I SITUERING EN KENGETALLEN Tabel 1: kengetallen Herselt is een gemeente in het zuiden van de provincie Antwerpen, arrondissement Turnhout. De gemeente bestaat uit de deelgemeenten Ramsel en Herselt. Bergom, Varenwinkel en Blauberg zijn drie gehuchten van de deelgemeente Herselt. De gemeente grenst aan Westerlo en Geel in het noorden, Laakdal in het oosten, Scherpenheuvel-Zichem en Aarschot in het zuiden, Begijnendijk en Hulshout in het westen. De grensgedeelten met Begijnendijk, Aarschot en Scherpenheuvel-Zichem maken deel uit van de provinciegrens. Herselt-centrum is gelegen op 9 km van Aarschot, 30 km van Leuven, 13 km van Diest, 14 km van Herentals en 16 km van Geel. Herselt behoort tot de Kempen, die gekenmerkt worden door de aanwezigheid van Pleistocene dekzanden, wat de basis vormt voor de typerende arme zandgronden. De Kempen zelf kunnen verder onderverdeeld worden in Noorderkempen, Centrale Kempen en Zuiderkempen, opnieuw met verschillen in geologische (Tertiaire) formaties als uitgangspunt. Antrop(1989) rekent Herselt tot de Zuiderkempen en meer bepaald tot het Demerland, ook wel land van Herselt-Hasselt genoemd. De grens tussen Zuiderkempen en Hageland wordt gevormd door de Demer, die ten zuiden van Herselt ligt. Het landgebruik wordt gedomineerd door weiland, tuinbouw en houtaanplantingen. De morfologie is vlak, met valleien met een overstromingsvlakte. Getuigenheuvels en plaatselijk landduinen doorbreken de vlakte. Figuur 2: Situering van Herselt Begijnendijk Hulshout Westerlo Aarschot Herselt Geel Laakdal Scherpenheuvel-Zichem OPPERVLAKTE 5.231 ha INWONERS: aantal/bevolkingsdichtheid (op 1/1/2008) Waarvan: Jonger dan 20 Tussen 20 jaar en 65 jaar Ouder dan 65 jaar 14.107 inw. / 270 inw./km² 2.833 / 20,1 % 8.715 / 61,8 % 2.559 / 18,1 % Aantal vreemdelingen op 1.1.2007 203 Bevolkingstoename tussen 1.1.2007 en 1.1.2008 178 / 1,3 % PARTICULIERE GEZINNEN: aantal/ gezinsgrootte (op 1.1.2008) 5.751 / 2,43 Waarvan: Alleenstaanden Samenwonenden Huishoudens zonder kinderen Huishoudens met ongetrouwde kinderen Andere huishoudens 1.400 / 24,3 % 358 / 6,2 % 1.545 / 26,9 % 2.385 / 41,5 % 63 / 1,1 % WONINGEN (op 1/1/2009 FOD Financiën Kadaster) 5.498 Woningen gebouwd na 1946 4.427 / 84,3 % Waarvan: Eengezinswoningen Open bebouwing Halfopen bebouwing Gesloten bebouwing Appartementen 5.203 / 94,6 % 3.971 / 72,2 % 987 / 18,0 % 245 / 4,6 % 295 / 5,4 % ARBEID EN TEWERKSTELLING IN DE GEMEENTE Loon- en weddetrekkenden (2004) Zelfstandigen (2004) Werkzoekenden (NWWZ gemiddeld 2004) 1.556 1.166 501 LEERLINGEN (2008) 965 Waarvan kleuteronderwijs Lager onderwijs 369 596 Bron: NIS, RSZ, RSZV, VDAB, Ministerie van Onderwijs GRS Herselt -ontwerp IOK plangroep 7

DEEL 1 INFORMATIEF GEDEELTE II PLANNINGSCONTEXT Dit deel schetst kort het ruimtelijk beleidskader en de relevante ruimtelijk juridische randvoorwaarden vanuit bestaande beleidsplannen, bestemmingsplannen, wetten en decreten. Ook de relevante bepalingen vanuit sectorale studies en beleidsdocumenten worden onderzocht. De uitwerking van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan wordt gekaderd binnen deze planningscontext. 1 Planning op Vlaams niveau 1.1 Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) Volgens het subsidiariteitsbeginsel worden door drie beleidsniveaus structuurplannen opgemaakt. Een gemeentelijk ruimtelijk structuurplan richt zich naar de ruimtelijke structuurplannen van het gewestelijke en het provinciale niveau. Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen werd definitief goedgekeurd door de Vlaamse Regering op 23 september 1997. De bindende bepalingen werden op 17 december 1997 bekrachtigd. In 2003 werd het RSV een eerste keer herzien. In 2009-2010 volgt een tweede beperkte herziening (voorlopige vaststelling 18 dec 2009, definitieve vaststelling gepland voor zomer najaar 2010). De laatste beperkte herziening van het RSV heeft in de eerste plaats als een doel een verruiming van de planhorizont van 2007 naar 2012 en een actualisatie van cijfers en taakstellingen die daarmee samenhangen. Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen heeft voor de overheden een bindend karakter, met weliswaar de mogelijkheid tot gemotiveerd afwijken van het richtinggevend gedeelte. Herselt behoort tot het buitengebied van Vlaanderen. Het buitengebied is dat gebied waarin de open, onbebouwde ruimte overweegt; de beleidscategorie buitengebied vormt de tegenhanger van stedelijk gebied. Doelstellingen voor het buitengebied Een dynamische en duurzame ruimtelijke ontwikkeling garanderen zonder het functioneren van de structuurbepalende functies van het buitengebied (landbouw, natuur, bossen, wonen en werken op niveau van het buitengebied) aan te tasten. Een halt toeroepen aan de versnippering van de open ruimte en de verbrokkeling van de landelijke structuur door verkeersinfrastructuren en bebouwing. Wonen en werken vanuit de eigen groei in de gemeente ruimtelijk concentreren in of aansluitend bij de kernen van het buitengebied. De landbouw-, natuur- en bosfunctie inbedden in goed gestructureerde onderdelen ter garantie van een goede ruimtelijke ontwikkeling en een vermindering van ruimtelijke conflicten tussen de verschillende structuren. Het bereiken van gebiedsgerichte ruimtelijke kwaliteit in het buitengebied, voornamelijk met betrekking tot de rivier- en beekvalleien, het fysisch systeem, de landbouw en het nederzettingspatroon. Het afstemmen van het ruimtelijk beleid en het milieubeleid op basis van het fysisch systeem. De natuurfunctie in het buitengebied moet gebufferd worden ten opzichte van de eraan grenzende functies, onder meer omwille van de relatie tussen ruimtelijke kwaliteit en milieukwaliteit. Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen vertaalt deze doelstellingen in bindende en/of indicatieve ontwikkelingsperspectieven voor elk van de structurerende elementen van het buitengebied. Perspectieven voor de natuurlijke (inclusief bos)structuur Voor de natuurlijke structuur wordt een gedifferentieerd en gebiedsgericht ruimtelijk beleid gevoerd dat streeft naar de aanduiding van een samenhangend en georganiseerd geheel van natuurlijke gebieden. In deze gebieden wordt het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de natuur gestimuleerd. Ter uitvoering van dit beleid zal het Vlaams Gewest grote eenheden natuur (GEN), grote eenheden natuur in ontwikkeling (GENO), natuurverwevingsgebieden, bos- en bosuitbreidingsgebieden afbakenen. De provincie bakent natuurverbindingsgebieden af. Een belangrijk accent voor de natuurlijke structuur is de ontwikkeling van beken en rivieren in relatie met de omgevende vallei. Dit betekent dat er ruimtelijke voorwaarden moeten worden gecreëerd die het integraal waterbeheer ondersteunen en die de relaties tussen de waterloop en de omgevende vallei versterken. De structuurbepalende elementen en processen die aan de basis liggen van de natuurlijke structuur moeten worden behouden en versterkt. Het is noodzakelijk dat voor de ecologische infrastructuur een basiskwaliteit tot stand wordt gebracht. Deze heeft betrekking op het voorkomen van natuurlijke elementen in het landschap en op de structuurkenmerken ervan. Deze laten het voortbestaan of de migratie van organismen toe in gebieden waar de invloed van de menselijke activiteit overheerst. Aanzienlijke inspanningen moeten worden geleverd voor de herwaardering van bestaande bossen in de richting van de doelstellingen van het Bosdecreet. Perspectieven voor de landschappelijke structuur Uitgangspunt is het behoud en de ontwikkeling (versterking) van de diversiteit en herkenbaarheid van de landschappen in Vlaanderen. 8 IOK plangroep GRS Herselt - ontwerp

II Planningscontext 1 Planning op Vlaams niveau Operationalisering van het begrip landschap houdt in dat op provinciaal en gemeentelijk niveau wordt aangegeven welke landschappelijke elementen en componenten, gave landschappen en openruimteverbindingen als structurerend moeten beschouwd worden. Voor elk van deze kenmerken worden gedifferentieerde ruimtelijke ontwikkelingsperspectieven vooropgesteld. Toekomstige ruimtelijke ingrepen in of nabij deze structurerende landschapskenmerken zullen beoordeeld worden in functie van de vooropgestelde ontwikkelingsperspectieven. Perspectieven voor de agrarische structuur Landbouw is de grootste ruimtegebruiker in Vlaanderen en de belangrijkste beheerder van de open ruimte. Er wordt een beleid gevoerd dat streeft naar de aanduiding van gebieden die in de toekomst belangrijk blijven voor de landbouw. Het beleid in deze gebieden zal gericht zijn op het weren van nieuwe niet-agrarische functies die de landbouw kunnen belemmeren. Het Vlaams Gewest duidt de agrarische macrostructuur aan, met specialisatieregio s. Herselt zelf behoort niet tot een van de concentratie- of specialisatiegebieden, maar is wel een gemeente met een dynamische landbouw. Een verdere differentiatie wordt nagestreefd in functie van de agrarische bebouwingsmogelijkheden. Het Vlaams Gewest zal bouwvrije zones afbakenen (beperkt in omvang) om de ontwikkelingsmogelijkheden van grondgebonden landbouw te optimaliseren. Binnen de agrarische structuur kunnen agrarische bedrijvenzones voor de inplanting van nieuwe grondloze agrarische bedrijven afgebakend worden om ongeordende ontwikkeling van concentraties te voorkomen. De overige gebieden van de agrarische structuur zijn gericht op het behoud en de verdere ontwikkeling van het agrarisch ruimtegebruik. Verdere differentiatie op lokaal niveau is mogelijk. Perspectieven voor de nederzettingsstructuur De nederzettingsstructuur wordt operationeel gemaakt via beleidscategorieën: kernen, linten, bebouwde perifere landschappen en verspreide bebouwing. Voor Herselt zijn de bebouwde perifere landschappen op Vlaams niveau niet structurerend. Wonen en werken worden geconcentreerd in de kernen van het buitengebied om de open ruimte te behouden en de leefbaarheid van de kernen te ondersteunen. Een economisch en zuinig ruimtegebruik wordt bewerkstelligd door te streven naar een minimale dichtheid van 15 woningen per hectare in de kernen van het buitengebied. De aangroei van woningen wordt trendmatig vastgelegd. Het provinciaal structuurplan stelt een kwantitatieve optie op inzake het te realiseren aanbod aan woningbouw tot 2007 (met herziening RSPA verruimd naar 2012) voor de betrokken gemeente in het buitengebied. Het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan geeft de lokalisatie aan van nieuw te bouwen woningen met fasering en na te streven minimale en maximale dichtheden. Uitbreiding van de woningvoorraad mag niet uitsluitend vertaald worden in het creëren van nieuwe bouwlocaties. De nadruk moet gelegd worden op maximaal gebruik van de bestaande huisvestingsmogelijkheden in de kernen en op het aantrekkelijk maken van de woonomgeving. Geen verdere groei van linten en verspreide bebouwing om de resterende onbebouwde ruimte maximaal van versnippering en aantasting te vrijwaren. Perspectieven voor de gebieden voor economische activiteiten In het buitengebied kunnen onder voorwaarden nieuwe lokale bedrijventerreinen ontwikkeld worden in gemeenten met bedrijfsondersteunend hoofddorp. De terreinoppervlakte is 5 ha (richtinggevend en geen norm). De gemeente bakent het lokaal bedrijventerrein af 1. Bedrijventerreinen voor de herlokalisatie en uitbreiding van historisch gegroeide bedrijven kunnen gerealiseerd worden aansluitend bij de bestaande vestigingen en/of in de kernen van het buitengebied voor zover de ruimtelijke structuur dit toelaat. Het Vlaams Gewest bakent deze bedrijventerreinen af. Een lokaal bedrijventerrein dient altijd afgestemd te worden op de plaatselijke behoefte aan lokale bedrijven, de kaveloppervlakte in functie van die lokale bedrijven. Zuivere kleinhandel kan er niet op worden toegelaten. De ontsluiting dient te gebeuren via een gemeentelijke verzamelweg die rechtstreeks aansluit op een primaire of secundaire weg. Perspectieven voor andere functies in het buitengebied Andere functies zoals recreatie en toerisme, waterwinning en ontginningen, gemeenschaps- en nutsvoorzieningen kunnen als hoofdfunctie voorkomen, maar ze zijn niet structuurbepalend voor het buitengebied. Voor Herselt zijn deze functies niet structuurbepalend. Uitgangspunt bij de ontwikkeling van toeristisch-recreatieve activiteiten is het recreatief medegebruik met respect voor de draagkracht van het buitengebied. Paden en routes worden aan elkaar gekoppeld om op die manier de toeristisch-recreatieve aanbodelementen in het buitengebied en in de stedelijke gebieden met elkaar te verbinden en op elkaar af te stemmen. 1 De provincie nuanceert dit verder in haar structuurplan. De categorisering van de gemeenten als hoofddorp type I, II of III is hierin bepalend. GRS Herselt -ontwerp IOK plangroep 9

DEEL 1 INFORMATIEF GEDEELTE Permanente bewoning in infrastructuur voor een tijdelijk en recreatief gebruik ondermijnt de recreatieve en toeristische productwaarde van het buitengebied en is ruimtelijk niet aanvaardbaar. Onderzocht moet worden welke van de bestaande terreinen op termijn kunnen worden ingericht als een volwaardig woongebied. Dergelijke locatie moet een versterking betekenen van de bestaande kern door er onmiddellijk op aan te sluiten. De aan het wonen gekoppelde gemeenschaps- en nutsvoorzieningen worden geconcentreerd in de kernen van het buitengebied. Het niveau en de reikwijdte van de voorzieningen wordt in overeenstemming gebracht met het belang van de kern. Bij niet aan het wonen gekoppelde gemeenschaps- en nutsvoorzieningen moet de schaal aansluiten bij de schaal van het landschap en mag de omvang ervan de structuurbepalende functies van het buitengebied niet aantasten. Containerparken en kringloopcentra worden in het kader van het gemeentelijk structuurplanningsproces gelokaliseerd in de kern met respect voor de ruimtelijke draagkracht van de omgeving of op een bedrijventerrein dat aansluit bij de kern. Perspectieven voor de lijninfrastructuren Het wegennet wordt geoptimaliseerd via een functionele categorisering. Onderscheid wordt gemaakt in hoofdwegen, primaire wegen, secundaire wegen en lokale wegen. Via deze categorisering krijgt elke weg een duidelijke hoofdfunctie. Selectief wordt er prioriteit gegeven aan bereikbaarheid of leefbaarheid in functie van de drie mogelijke hoofdfuncties: verbinden, verzamelen of toegang geven. Secundaire wegen hebben een verzamelfunctie op bovenlokaal niveau en ontsluiten gebieden naar primaire wegen en hoofdwegen. De selectie gebeurt in het provinciaal ruimtelijk structuurplan. 1.2 Omzendbrief RO 2002/03 Inzake aansnijden woonuitbreidingsgebieden wordt in de eerste plaats verwezen naar artikel 5.1.1 van de omzendbrief betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen van 8/07/1997. Op 25/10/2002 werd de omzendbrief RO/2002/03 door het Vlaams Gewest goedgekeurd, ter vervanging van omzendbrief RO 97/03. Volgens deze omzendbrief is het onder bepaalde voorwaarden mogelijk een woonuitbreidingsgebied aan te snijden zonder de goedkeuring van een woningbehoeftestudie. Dit dient echter samen gelezen met het arrest van de Raad van State 193.184 van RvS van 12/05/2009, dat hoger vermelde omzendbrief 02/03 vernietigt op een aantal punten m.b.t. het aansnijden van woonuitbreidingsgebied. De andere woonuitbreidingsgebieden kunnen worden aangesneden als de bestendige deputatie en de gewestelijk planologisch ambtenaar een principieel akkoord verlenen tot aansnijden van het gebied en mits voldaan is aan volgende voorwaarden: Het woonuitbreidingsgebied is inbreidingsgericht en/of kernversterkend gelegen: Gelegen in een gemeente die geheel of gedeeltelijk behoort tot grootstedelijk, regionaalstedelijk of kleinstedelijk gebied gelegen binnen de (hypothese van ) afbakeningsperimeter Of aansluiten op een hoofddorp of een woonkern + inbreidingsgericht gelegen De ontwikkeling van het woonuitbreidingsgebied wordt gerealiseerd volgens de richtlijnen van het RSV (rekening houdend met dichtheden, goede ontsluiting, geen lintbebouwing, ) De ontwikkeling van het gebied geeft geen aanleiding tot conflicten met andere regelgeving (overstromingsproblematiek, habitat- en vogelrichtlijngebieden, ) De gemeente geeft aan welke flankerende beleidsmaatregelen er worden genomen Op welke manier wordt gestreefd naar een gezonde mix van kavels, sociale kavels en/of sociale koop- en huurwoningen Het is wenselijk dat de sociale mix wordt gerealiseerd door een gezamenlijk initiatief van de private en de openbare sector De woonuitbreidingsgebieden zijn uitsluitend bestemd voor groepswoningbouw (tegelijk en gemeenschappelijk oprichten van de woningen door overheid en/of private sector via gemeenschappelijke werf) Het gemeentebestuur toont aan hoe het ontradend optreedt tegen speculatieve doeleinden. 1.3 Ruimtelijke visie voor natuur landbouw bos, regio Neteland 2 Proces De Vlaamse regering besliste op 7 december 2001 de afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur uit te voeren. Dit gebeurt in uitvoering van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (afbakening gebieden van natuurlijke en agrarische structuur), alsook in uitvoering van het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu van 21 oktober 1997 (afbakening Vlaams Ecologisch Netwerk, VEN). Het proces verliep in wee fasen: 2 De eindnota van gewenste ruimtelijke structuur en uitvoeringsprogramma werd op 26 en 27 juni 2006 voorgelegd aan o.m. de gemeenten. 10 IOK plangroep GRS Herselt - ontwerp

II Planningscontext 1 Planning op Vlaams niveau Fase 1 In een eerste fase werd gewerkt op twee sporen: 1. Afbakening van de zogenaamde consensus gebieden GEN en GENO volgens de procedure voorzien in het decreet natuurbehoud. Deze gebieden liggen binnen een groene of een daarmee vergelijkbare bestemming op de gewestplannen. Op 18 juli 2003 keurde de Vlaamse regering binnen dit spoor een afbakening goed van circa 85.000 ha Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN). 2. Binnen dit tweede spoor worden gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen opgemaakt voor bestemmingswijzigingen van agrarisch gebied naar natuurgebied of omgekeerd, binnen de consensusgebieden. Een eerste reeks van zeventien gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen werd op 20 februari 2004 definitief goedgekeurd door de Vlaamse regering, een tweede reeks van acht gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen op 4 februari 2005. Op 17 oktober 2003 besliste de Vlaamse regering geen nieuwe procedures voor ruimtelijke uitvoeringsplannen meer op te starten volgens de werkwijze van de eerste fase, maar te starten met de tweede fase van het planningsproces. Hierbij wordt een gebiedsgerichte en geïntegreerde ruimtelijke visie op de natuurlijke én agrarische structuur uitgewerkt in overleg met gemeenten en provincies. Fase 2 Vormen van een ruimtelijke visie op de structuurbepalende elementen van het buitengebied van Vlaams niveau voor een regio. Overleggen met gemeenten, provincies en belangenorganisaties om voor de ruimtelijke visie een maatschappelijk draagvlak te creëren. Selecteren van actiegebieden waar deze ruimtelijke visie wordt uitgevoerd. In gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen worden daartoe enerzijds grote eenheden natuur, grote eenheden natuur in ontwikkeling, natuurverwevingsgebieden, bosuitbreidingsgebieden en gebieden van de agrarische structuur afgebakend. Daarnaast worden voor (delen van) grote aaneengesloten landbouwgebieden de bestaande gewestplannen herbevestigd volgens de methodiek die de Vlaamse Regering hiervoor vastlegt op 3 juni 2005. Op 21 december 2007 nam de Vlaamse Regering kennis van: Een inventarisatie en verwerking van alle adviezen die uitgebracht werden over het voorstel te herbevestigen agrarische gebieden; Het eindvoorstel van gewenste ruimtelijke structuur; Een inventarisatie en verwerking van alle adviezen die uitgebracht werden over het eindvoorstel van gewenste ruimtelijke structuur en uitvoeringsprogramma; Het operationeel uitvoeringsprogramma. waarbij de acties uit het uitvoeringsprogramma bij het eindvoorstel van gewenste ruimtelijke structuur worden onderverdeeld in vijf categorieën: I. Gebieden waarvoor onmiddellijk gestart kan worden met de voorbereiding van een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP). II. Gebieden waarvoor verder overleg en/of onderzoek nodig is vooraleer met de opmaak van een gewestelijk RUP gestart kan worden. III. Gebieden waarvoor de opmaak van een gewestelijk RUP op korte termijn niet mogelijk is. IV. Gebieden waarvoor de opmaak van een gewestelijk RUP op korte termijn weinig meerwaarde heeft ten opzichte van de bestaande bestemmingen op de plannen van aanleg. V. In een aantal gevallen zal uit de uitgebrachte adviezen en de verwerking ervan door het projectteam blijken dat de visies van verschillende actoren fundamenteel tegenstrijdig zijn en er geen compromis tot stand gebracht kan worden via overleg. Voor deze gebieden zal de Vlaamse Regering een fundamentele beleidskeuze moeten maken. De Vlaamse Regering hechtte haargoedkeuring aan (21-12-2007): Het voorstel over de te herbevestigen agrarische gebieden, volgens de methodiek vastgelegd in de beslissing van 3 juni 2005, op basis van het advies van de strategische stuurgroep hierover; herbevestiging agrarische gebieden. De acties categorie I en II van het operationeel uitvoeringsprogramma GRS Herselt -ontwerp IOK plangroep 11

DEEL 1 INFORMATIEF GEDEELTE Situatie omgeving Herselt Herselt behoort tot de deelruimte 8, Grote Netevallei tussen Heist-op-den-Berg en Albertkanaal met 2 deelgebieden: Grote Netevallei tussen Heist-op-den-Berg en Herselt Heuvelbossen-Langdonken Het voor Herselt relevante uitvoeringsprogramma (cf kaart onder): Tussentijds herbevestigen agrarische gebieden 79: landbouwgebied ten westen van Ramsel 80: landbouwgebied ten noorden van Drie Eiken 81: Haanven Vispoel uitvoeringsprogramma op korte termijn op te starten: 82: vallei van de Grote Nete tussen Heist-op-den-Berg en Zammels Broek op te starten specifiek onderzoek voorafgaand aan uitvoeringsactie 83: Vallei van de Grote Nete van Zammels Broek tot Albertkanaal, Kleine Nete en Grote Laak: bevestigen van de agrarische bestemming samen met de opmaak van een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 12 IOK plangroep GRS Herselt - ontwerp

II Planningscontext 1 Planning op Vlaams niveau 1.4 Beleidsplan weekendverblijven Op 30/3/2000 werd door het Vlaams Parlement een resolutie aanvaard die de Vlaamse Regering verzocht een beleidsplan betreffende weekendverblijven voor te leggen voor einde 2000. Enkele doelstellingen: Via RUP oplossingen bieden voor clusters van weekendverblijven die niet gelegen zijn in kwetsbare gebieden of gebieden die in aanmerking komen om afgebakend te worden in de natuurlijke of landschappelijke structuur Illegale weekendverblijven die gelegen zijn in een kwetsbaar gebied of een gebied dat in aanmerking komt om afgebakend te worden in de natuurlijke of landschappelijke structuur komen in aanmerking voor een onmiddellijke ambtshalve uitvoering van het gerechtelijke vonnis (afbreken, dwangsom). Begin juli 2002 maakte minister Van Mechelen het beleidsplan Problematiek Weekendverblijven bekend. De gemeenten krijgen in het beleidsplan een bijzondere taak toegewezen. Onder de coördinatie van de provincie, worden zij verplicht een inventaris weekendverblijven op te stellen. Bovendien wordt een nieuw verordenend kader uitgewerkt voor echte weekendverblijven. Het voorstel van planningsgerichte aanpak is slechts relevant voor clusters van weekendverblijven. Een cluster weekendverblijven wordt bepaald door na te gaan of er binnen een straal van 100 m van een weekendverblijf andere weekendverblijven gelegen zijn. Vanuit die weekendverblijven wordt opnieuw gekeken of er zich nog andere weekendverblijven bevinden binnen een straal van 100m, enz. Een cluster bevat tenminste vijf weekendverblijven. In de mate van het mogelijke zal in deze nota reeds rekening worden gehouden met clusters. Voor deze clusters wordt een planningsgerichte aanpak voorgesteld. Deze komt erop neer dat er voor (na afweging) behouden clusters die niet gelegen zijn in kwetsbare gebieden of dergelijke een provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan opgemaakt kan worden, gezien de provincie Antwerpen beschikt over een goedgekeurd structuurplan. De betreffende gemeente wordt bij de opmaak van het RUP betrokken. Bovendien wordt in de beleidsnota een nieuw verordenend kader voorgesteld voor echte weekendverblijven ten behoeve van de regularisatie van onvergunde (ten gevolge van ontbreken van een ordeningsplan) weekendverblijven in recreatiegebied. De toepassing ervan is gekoppeld aan drie randvoorwaarden: De weekendverblijven zijn niet gelegen in kwetsbaar gebied. Het behoud van de weekendverblijven is ruimtelijk verantwoord. De weekendverblijven worden niet permanent bewoond. Deze nieuwe algemene stedenbouwkundige verordening wordt ook wat betreft nog op te richten weekendverblijven voorgesteld ter vervanging van de KB s van 1973 en 1975 in verband met weekendverblijfparken. Voor gegroepeerde inplanting wordt in het voorontwerp onder meer gesteld dat het aantal openluchtrecreatieve verblijven niet meer dan 15 per ha mag bedragen. GRS Herselt -ontwerp IOK plangroep 13