Rechtspersoonlijkheid Met rechtspersoonlijkheid

Vergelijkbare documenten
Branche rapportage. Praktijken van fysiotherapeuten. Branche Praktijken van fysiotherapeuten. Branche Praktijken van fysiotherapeuten

Branche rapportage CONCEPT Test Bouw Fake Accountancy 13 maart 2013

Opsteldatum: 26 oktober 2012 Periode: 1 januari 2009 t/m 31 december Telefoonnummer: adres: wilco.kraaij@unit4.

Branche rapportage. Winkels in schoenen. De Jonge Accountants Waalwijk. Referentiegroep. Rechtspersoonlijkheid Met rechtspersoonlijkheid

Basisprognose

Nieuw gebouw Vestigingsplaats:

Opsteldatum: 23 mei 2011 Periode: 1 januari 2009 t/m 31 december Telefoonnummer: adres: wilco.kraaij@unit4.

Branche 4334 Schilderen en glaszetten

Benchmark rapport. Handel in en reparatie van personenauto0s en lichte bedrijfsauto0s (geen import van nieuwe)

Stichting 070Watt Pletterijkade SG Den Haag. KvK-nummer: RAPPORT INZAKE DE JAARSTUKKEN 2015

Opsteldatum: 30 januari 2014 Periode: 1 januari 2012 t/m 31 december Telefoonnummer:

Going concern Vestigingsplaats:

Jaarrekening dec december 2016 Benchmarkperiode 31 dec december om 15:55 uur

Jaarrekening 2016 Ter Stal Tweewielers B.V.

Stichting Omroep Landgraaf

Branche rapportage. Bouwtimmeren. Rechtspersoonlijkheid Met rechtspersoonlijkheid. Regio Heel Nederland Grondslag Alle Status Alle

Tussentijdse rapportage 2016 mrt van:

Jaarrekening december 2015 Benchmarkperiode 31 december om 15:39 uur

Stichting Omroep Landgraaf

Tussentijds rapport 1 januari 2010 t/m 30 juni Voorbeeldrapport VOF Mensinge HX ZUIDLAREN VOORBEELD

Hoofdstuk 17 Financiële verslaggeving

123WatEenSite C. van de PC Teststraat ZZ Alblasserdam

Aurington. Administratie en Advies

Jaarrekening Stichting Vrije Christelijke School Westerlee Galgeweg MT 's-gravenzande

Jaarstukken Stichting Koinonia

TITEL HALFJAAR CIJFERS NPEX

Jaarstukken Stichting Koinonia

De markt in Beeld. Fysiotherapie in beeld

Balans & Verlies en Winst

HALFJAAR CIJFERS 2018

Jaarverslag. Wij staan graag tot uw dienst! Duurzaam ondernemen met hoofd en hart

FINANCIEEL ECONOMISCH VERSLAG

1. JAARREKENING Stichting Beeldende Kunst Noord-Kennemerland mei 2017

Algemene burgerlijke en utiliteitsbouw. Rechtspersoonlijkheid Met rechtspersoonlijkheid

1. JAARREKENING Stichting Beeldende Kunst Noord-Kennemerland mei 2016

Stichting Het Kan Wel! Willhelminaweg BL Langbroek. KvK-nummer: RAPPORT INZAKE DE JAARSTUKKEN 2016

Stichting Buitenhuis Teteringen Binnenhof 72 F 3069 KV Rotterdam. Jaarrekening 2016

Voorbeeldziekenhuis. Jaarverslagen Analyse

Branche rapportage. Cafés. Rechtspersoonlijkheid Zonder rechtspersoonlijkheid. Regio Heel Nederland Grondslag Alle Status Alle

JAARREKENINGEN 2012 VAN INSTELLINGEN VOOR FUNDEREND ONDERWIJS. FINANCIEEL BEELD PER SECTOR Versie 1.0 definitief

BRANCHERAPPORTAGE. REDERIJEN AMSTERDAM jaarbasis jaarbasis jaarbasis EXPLOITATIECIJFERS

Stichting Twente Hart Safe t.a.v. het bestuur Theo Wolvecampstraat ZZ HENGELO. Jaarrekening 2013

Financieel verslag 2014 CTOUCH Europe B.V. Het Schakelplein GR Eindhoven

MKBTR TOPFIT SESSIE HET VERHAAL VAN DE JAARCIJFERS 17 MAART 2016

De directie van Stichting de Ster. Jaarrekening Datum: 28 februari 2017

FINANCIEEL VERSLAG OVER HET BOEKJAAR Stichting Theater op Katendrecht Sumatraweg ZP ROTTERDAM

winst- en verliesrekening 1e kwartaal

STICHTING MAITREYA INSTITUUT VOOR WIJSHEIDSCULTUUR, LOENEN FINANCIEEL PUBLIKATIEVERSLAG HANDELSREGISTER OOST NEDERLAND NUMMER RSIN

Stichting Twente Hart Safe t.a.v. het bestuur Theo Wolvecampstraat ZZ HENGELO. Jaarrekening 2014

Netto-omzet Inkoopwaarde van verkochte goederen/diensten Brutowinst Overige bedrijfsopbrengsten

FINANCIEEL ECONOMISCH VERSLAG

Stichting Dierentehuis Waalwijk en Omstreken Jaarrekening 2013

Financieel verslag 2013 CTOUCH Europe B.V. Het Schakelplein GR Eindhoven

Stichting NME Alkmaar gevestigd te Alkmaar. Jaarrekening 2013

Stichting ITvitae Learning gevestigd te Amersfoort. Jaarrekening over het boekjaar 9 december 2013 tot en met 31 december 2014

Jaarstukken Stichting Koinonia

Module 4 Inzicht in cijfers

Financieel economisch verslag

Uitwerkingen PDB Financiering met resultaat hoofdstuk 4

Rabobank Cijfers & Trends

Netto-omzet Inkoopwaarde van verkochte goederen/diensten Brutowinst Overige bedrijfsopbrengsten

Branche rapportage. Goederenvervoer over de weg (geen verhuizingen) Voorbeeld bedrijf (fictief) Referentiegroep

Stichting Twente Hart Safe t.a.v. het bestuur Theo Wolvecampstraat ZZ HENGELO. Jaarrekening 2017

STICHTING RIQQ TE DIEREN. Rapport inzake jaarstukken 2014

FACTSHEET 23 juli 2013

Financiële verantwoording stichting SOKA Balans per 31 december Activa. Vaste activa. Vlottende Activa. Passiva

Jaarstukken Stichting Koinonia

Stichting Light4Nations T.a.v. het bestuur Burgemeester Wuiteweg KM DRACHTEN. Jaarrekening 2017

Opgaven 4.4a en 4.4b horen bij paragraaf 4.2, Liquiditeitsbegroting en resultatenbegroting.

Stichting Dierentehuis Waalwijk en Omstreken Jaarrekening 2014

Jaarstukken bij de aangifte Vennootschapsbelasting. Vpb

Stichting Dierentehuis Waalwijk en Omstreken Jaarrekening 2012

Stichting Het Grachtenhuis T.a.v. Raad van Toezicht Herengracht CJ AMSTERDAM. Publicatiebalans 2016

JAARREKENING St. Maas Binnenvaartmuseum Haventraat CR MAASBRACHT

Moyee Nederland B.V. te Amsterdam. Rapport inzake de balans en winst-en-verliesrekening over de periode van tot en met

Voorbeeld Kapsalon Mevrouw J.A. Speld Markplein EA SLIEDRECHT

VERTROUWELIJK. Stichting Staartje RSIN t.a.v. Bestuur Binnenpoort CH Culemborg. Jaarrekening 2018

FINANCIEEL ECONOMISCH JAARVERSLAG

Jaarrekening Hebbus AE Zwolle

RAPPORT Opgesteld door: Financieel adviesburo Hofman Noordzee DB Maassluis

Module 4 Inzicht in cijfers

Stichting Dorpscentrum Lijtweg HA Oegstgeest. KvK-nummer: RAPPORT INZAKE DE JAARSTUKKEN 2015

STICHTING NOBILIS TE OOSTERWOLDE FR. Rapport inzake jaarstukken mei 2013

VOORBEELD JAARREKENING B.V. TE HOOFDDORP. Rapport inzake jaarstukken 2010

Stichting Het Kan Wel! Willhelminaweg BL Langbroek. KvK-nummer: RAPPORT INZAKE DE JAARSTUKKEN 2017

Stichting Buitenhuis Teteringen Binnenhof 72 F 3069 KV Rotterdam. Jaarrekening 2015

Dit voorbeeldexamen bestaat uit 27 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen.

VERENIGING MASJID NOUR TE CUIJK. Rapport inzake jaarstukken 2017

FINANCIËLE RAPPORTAGE FUNDEREND ONDERWIJS. Utrecht, november 2014

Twiki RoboticsR. Jaarverslag 2013

financieel management les 2 interactive marketing communications

Wat zegt uw financiële balans?

Bijzondere jeugdbijstand

De directie van Stichting Loorbach Foundation. Jaarrekening Datum vastgesteld:

Stichting United Bikers Against Abuse Europe Grindweg EG Wolvega

Stichting Ook Voor Jou gevestigd te Beverwijk. Rapport inzake de Jaarrekening 2013

Kengetallen met betrekking tot de vermogensbehoefte. Opgave 3.6a hoort bij paragraaf 3.3, De gemiddelde opslagduur van de voorraad goederen.

JAARREKENING Stichting Dol Fijne Therapie. Bavel

Jaarrekening: Overige gegevens: Jaarrekening 2010 van Permar Energiek BV I N H O U D S O P G A V E : -Balans per 31 december

VOORBEELD V.O.F. TE HOOFDDORP Rapport inzake jaarstukken 2015

Transcriptie:

Praktijken van medisch specialisten (geen psychiaters en tandheelkundig specialisten) Uw bedrijf? Referentiegroep Branche 862211 Praktijken van medisch specialisten (geen psychiaters en tandheelkundig specialisten) Rechtsvorm Branche 862211 Praktijken van medisch specialisten (geen psychiaters en tandheelkundig specialisten) Aantal in groep 3 Plaats Waalwijk Boekjaar 213 Boekjaar 213 Rechtspersoonlijkheid Met rechtspersoonlijkheid Omzet Omvang Alle Regio Heel Nederland Grondslag Alle Status Alle Dit sample benchmark rapport wordt u aangeboden door: De Jonge Accountants, Grotestraat 355, 5142 CA Waalwijk Tel. 416 712 65, www.dejongeaccountants.nl, info@dejongeaccountants.nl Bel of mail ons voor meer informatie. We zijn u graag van dienst.

Inhoud brancherapportage 2. Actuele trends en thema s in de gezondheidszorg 3. Uw financiële prestatie ten opzichte van branchegenoten 4. Visie van experts op de medische sector 5. Kansen en bedreigingen in de branche Leeswijzer In deze rapportage combineren we algemene brancheontwikkelingen met een overzicht van uw financiële positie. In hoofdstuk 2 gaan we in op de actuele trends en thema s in de gezondheidszorg. Uw financiële situatie komt aan bod in hoofdstuk 3. We zoemen in op uw balans en resultatenrekening en zetten deze af tegen die van uw branchegenoten. Hoofdstuk 4 biedt een blik op de toekomst: wat vinden deskundigen van de vooruitzichten voor de medische sector? We sluiten de rapportage af met een overzicht van de belangrijkste kansen en bedreigingen. 18 oktober 214 Pagina 2

2. Actuele trends en thema s In Nederland geven we relatief veel geld uit aan de gezondheidszorg: in totaal ongeveer 12% van het bruto binnenlands product (versus gemiddeld circa 9,5% in de westerse OESO-landen). Daarmee heeft de branche een belangrijke invloed op de economie. Dat geldt ook voor de werkgelegenheid: ruim 1,3 miljoen mensen zijn werkzaam in de zorg, van wie ruim 4% in de gezondheidszorg. Onder die laatste noemer scharen we in deze rapportage vijf deelbranches: huisartsen, fysiotherapeuten, medisch specialisten, mondzorg (tandartsen, mondhygiënisten en orthodontisten) en apotheken. De medische zorg zal in omvang blijven groeien, vooral vanwege de toenemende vraag als gevolg van de vergrijzing, bevolkingsgroei en technologische vooruitgang (meer behandelmethoden). Daarnaast zijn in Nederland de eigen betalingen (de kosten die niet worden gedekt door collectieve voorzieningen) laag in vergelijking met de meeste andere westerse landen. Deze factoren samen leveren een gecompliceerd vraagstuk op: hoe houden we de gezondheidszorg op termijn betaalbaar en voor iedereen makkelijk toegankelijk? Zonder beleidsaanpassingen zal volgens het Centraal Plan Bureau in 24 een modaal gezin 31% tot 47% van een gemiddeld gezinsbudget aan zorg besteden. Dit schreeuwt om verandering, zoals een grotere eigen bijdrage van de consument, een herverdeling van zorgtaken binnen de branche, een betere benutting van (medische) technologieën en samenwerking en ondernemerschap. Kortom, de gezondheidszorg, van origine een non-profit-branche, zal zich moeten aanpassen. Trends en ontwikkelingen in de gezondheidszorg Uitgaven gezondheidszorg (x mln euro) 55. 5.831 5. 52.986 51.852 48.688 46.553 45. 43.36 4. 27 28 29 21 211 212 Zorguitgaven lopen op In 212 werd in Nederland bijna 53 miljard uitgegeven aan gezondheidszorg; ongeveer 1 miljard meer dan vijf jaar daarvoor. Wel vlakt de groei de laatste jaren wat af. Het merendeel van de uitgaven ging in 212 naar de ziekenhuizen en specialisten ( 24 miljard). De uitgaven aan de huisarts ( 2,6 miljard) en de tandarts ( 2,9 miljard) waren aanzienlijk lager. Het aandeel van de verschillende sectoren in de totale uitgaven veranderde sinds 2 niet substantieel Financieringsbronnen (bronnen waaruit de uitgaven aan zorg worden betaald ) 39,4% % 1% 2% Zorgverzekeringswet AWBZ 3,3% 3% Overheid 4% 5% Eigen betalingen 3,1% 13,8% 6% 7% Particuliere zorgverzekering 8% 9,2% 9% 4,2% 1% Overige financieringsbronnen Nederlanders betalen relatief weinig zelf Het geld dat we uitgeven aan zorg is vooral afkomstig van verzekeringspremies (4%) en premies die op het loon worden ingehouden (AWBZ, 3%). De overheid draagt momenteel ongeveer 14% bij. We betalen al met al relatief weinig uit eigen zak: circa 9%. 18 oktober 214 Pagina 3

Praktijkresultaat per FTE huisartseigenaar % personen met minimaal 1 contact per jaar met huisarts (212) 1% 155. 152. 9% 149.56 15. 8% 7% 146.59 77% 77% 81% 84% 68% 71% 69% 69% 7% 59% 58% 6% 145. 5% 14. 26 29 21 Bron: NZa Resultaat huisartsen daalt licht De inkomsten van een huisartsenpraktijk (per FTE huisarts-eigenaar) bedroegen in 21 volgens de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) gemiddeld 314. per jaar. De praktijkkosten in de huisartsenzorg kwamen in dat jaar uit op ruim 165 Het gemiddelde praktijkresultaat voor 21 komt daarmee uit op circa 149 Dit betekent een lichte daling ten opzichte van het vorige NZa-onderzoek uit 26 ( 152.). Vooral kinderen en ouderen naar de dokter Ruim zeven op de tien Nederlanders komen elk jaar bij de huisarts. In 212 bezochten ongeveer 12 miljoen mensen de dokter één of meerdere keren. Het ging dan vooral om 75-plussers en kinderen jonger dan 4 jaar. Gemiddeld gaat de Nederlander iets meer dan vier keer per jaar naar de huisarts. Als we rekening houden met de vergrijzing, dan is het aantal personen dat minimaal één keer per jaar de huisarts bezoekt sinds 22 licht gedaald. % personen met minimaal 1 contact per jaar met fysiotherapeut Omzetmutatie fysiotherapie (% verandering t.o.v jaar eerder) 15% 1% 1% 6% 5% 5% 5% 2% % -5% -5% -2% -1% -1% -15% 28 29 21 211 Totaal Ondergrens 212 213 23% 22% 21% 2% 29 Bovengrens / KNGF 21 211 212 Fysiotherapeuten leveren omzet in De omzet van fysiotherapeuten is in 212 met 5% tot 1% gedaald. Dat is een trendbreuk: in voorgaande jaren liep de omzet gemiddeld op. Voor 213 gaat beroepsorganisatie KNGF uit van een omzetontwikkeling van -2% tot 2%. Hierbij spelen zaken als versobering van de zorgverzekeringen, verhoging van het eigen risico en de daling van het aantal aanvullende verzekeringen mee. 25% 24% 23% 22% 21% 2% 19% 18% 17% 16% 15% Vooral op doorverwijzing naar fysiotherapie In 1981 zag de fysiotherapeut per jaar ruim 6% van de bevolking. In 29 is dit opgelopen naar 2% en in 212 tot 21%. De veroudering van de bevolking had hierbij een geringe invloed. Het aantal contacten met de fysiotherapeut is ruim 5 per persoon (212). Sinds 26 kan men zonder doorverwijzing naar de fysiotherapeut, maar nog steeds wordt het merendeel door de huisarts of specialist doorverwezen. 18 oktober 214 Pagina 4

Minder tariefinkomsten apotheken De tariefinkomsten voor geneesmiddelen uit het basispakket namen in 212 voor de gemiddelde apotheek met 1,4% af. Zes op de tien apotheken zagen deze inkomsten dalen, slechts één op de tien had gelijke tariefinkomsten als in 211. Voor 213 wordt een omzetdaling van % tot 4% voorzien. In 214 zal de omzetdaling naar verwachting afvlakken naar % tot 2%, vooral door lagere prijzen van geneesmiddelen. Bron: SFK 5% 45% % personen dat 14 dagen voorafgaand aan de enquête (voorgeschreven) medicijnen heeft gebruikt 4% 4% 36% 38% 37% 211 212 35% 3% 29 21 Medicijngebruik toegenomen Begin jaren 8 gebruikte bijna 28% van de Nederlanders voorgeschreven medicijnen in de 2 weken voorafgaand aan de CBS-enquête. In 29 was dit 4% (circa 35% bij gelijkblijvende bevolking). Ook het gebruik van vrij verkrijgbare geneesmiddelen, zoals pijnstillers en hoestdrankjes, steeg. Van ruim 16% begin jaren 8 naar bijna 4% in 23. Daarna veranderde dit aandeel nagenoeg niet meer. Norminkomen tandartsen De gemiddelde omzet van een tandarts is circa 23. per tandartsstoel. Gemiddeld heeft een praktijk 2,4 stoelen. De tweede en volgende stoel leveren minder omzet op en leiden tot meer kosten. Gemiddeld houdt de tandarts per tweede en volgende stoel 2. tot 25. over. Een fulltime werkende tandarts heeft volgens de NZa een norminkomen (213) van 19 In 29 was dit 17 Bron: Rabobank Tandartsbezoek redelijk stabiel Het tandartsbezoek nam tussen 1981 en 2 fors toe. In 1981 ging 62% van de Nederlanders minstens eenmaal per jaar naar de tandarts, in 2 was dit 78%. Sinds het begin van deze eeuw is dit aandeel echter nagenoeg gelijk gebleven. In totaal werd de tandarts in 212 ruim 38 miljoen maal geconsulteerd. In bijna twee derde van de gevallen ging het om een periodieke gebitscontrole. Lagere groei medisch specialisten In 213 zal de omzetstijging voor de medisch specialisten op basis van een afvlakkende volumestijging naar schatting uitkomen op 3% tot 4%. Voor 214 wordt een lagere groei van de omzet verwacht: 2% tot 3%. Per specialisme of ziekenhuis kan deze groeiontwikkeling anders uitpakken. Bron: Rabobank Vraag naar ziekenhuiszorg stijgt minder hard Per jaar heeft circa 38% van de Nederlanders contact met een medisch specialist. Bij 6,5% van de bevolking is sprake van een opname met overnachting, bij 7,8% van dagopname. Er wordt verwacht dat de vraag naar (specialistische) ziekenhuiszorg de komende jaren minder hard zal stijgen dan voorheen. De stijging zit niet zozeer in het aantal patiënten, maar in de hoeveelheid zorg per patiënt. 18 oktober 214 Pagina 5

Thema s In de gezondheidszorg speelt een aantal generieke thema s waarmee alle subsectoren in meerdere of mindere mate te maken hebben. In deze rapportage noemen we de vijf belangrijkste: Vergrijzing en bevolkingsgroei Als gevolg van demografische ontwikkelingen verdubbelt het aantal mensen in Nederland van 65 jaar en ouder van ruim 2 miljoen in 211 naar een geschatte 4 miljoen in 24. Dat betekent dat dan meer dan een vijfde van de Nederlandse bevolking 65-plusser is. Daarnaast blijft de gemiddelde levensverwachting toenemen. Nieuwe technieken en behandelingen kunnen deze trend verder versterken. Ouderdom brengt per saldo hogere kosten voor zorg met zich mee: van de stijging van de zorguitgaven sinds 2 is circa 15% het gevolg van de vergrijzing. Daarnaast neemt het aantal Nederlanders in totaal toe: het CBS gaat uit van bijna 18 miljoen inwoners in 24. De zorgvraag zal dus ook toenemen door een groei van de bevolking. Bezuinigingen De toename van de zorguitgaven van de overheid was in het afgelopen decennium substantieel hoger dan de economische groei. Het aandeel van de zorguitgaven in het bruto binnenlands product is daardoor sterk toegenomen. Om deze uitgaven de komende jaren minder hard te laten oplopen, heeft de overheid in de zomer van 213 afspraken gemaakt met de zorgverzekeraars en alle grote zorgorganisaties. Dit zorgakkoord leidt ertoe dat de overheid vanaf 215 één miljard euro per jaar minder uitgeeft aan zorg dan was begroot. Van tweede lijn naar eerste lijn Onderdeel van het zorgakkoord is dat huisartsen (eerste lijn) een grotere rol krijgen in de zorg. Zij moeten meer taken overnemen van de dure specialistische zorg in de ziekenhuizen (tweede lijn). De huisarts blijft het directe aanspreekpunt voor patiënten (nulde lijn), die ook zelf meer verantwoordelijkheid krijgen als het gaat om preventie. Voor de uitbreiding van de taken van de huisarts wordt extra geld vrijgemaakt: het budget van huisartsen mag meer groeien dan andere budgetten in de zorg. In 214 krijgen huisartsen er 1% extra bij, van 215 tot 217 krijgen ze 1,5% extra. In totaal mag het huisartsenbudget elk jaar met 2,5% groeien. Tussen de eerste en tweede lijn ontstaat een tussenvorm van gespecialiseerde zorg (de anderhalvelijnszorg). Deze heeft meer diagnostische mogelijkheden dan de eerste lijn, waardoor een doorverwijzing naar de specialist in het ziekenhuis vaak niet meer nodig is. 18 oktober 214 Pagina 6

Opkomst zelfzorg en technologische ontwikkeling Medische apparatuur wordt steeds verfijnder en daarmee effectiever. De gezondheidszorg maakt tevens meer en meer gebruik van online, mobiele en draadloze oplossingen. Dit combineert traditionele zorg met nieuwe zorgvormen, zoals consulten op afstand (e-health). Dit maakt de branche efficiënter. Daarnaast verschuift de inzet van de technologie naar preventie. Zo zijn producten en diensten voor medische zelfzorg sterk in opkomst. Dit alles leidt tot een andere rolverdeling in de branche. De patiënt wordt een zorgconsument die meer controle heeft op zijn gezondheid, terwijl de arts als coach gaat functioneren. Samenwerking Het sleutelwoord voor een toekomstbestendige gezondheidszorg is samenwerking. Dat is op dit moment veelal een verband tussen zorgaanbieders in dezelfde deelbranche, zoals een coöperatie van huisartsen. Daarnaast stijgt het aantal samenwerkingsverbanden tussen verschillende partijen in de zorgketen. Een goed voorbeeld is een gezondheidscentrum met huisartsen en andere aanbieders van eerstelijnszorg (zoals een apotheek, een fysiotherapeut en maatschappelijk werk). De sector zal steeds meer gebruik gaan en moeten maken van nieuwe samenwerkingsvormen, zoals franchising. 18 oktober 214 Pagina 7

3. Uw financiële prestatie versus branchegenoten In onderstaande tabellen worden de verkorte resultatenrekening en verkorte balans afgezet tegen het gemiddelde van de referentiegroep. Uw bedrijf? Referentiegroep (n=3)* x1 % x1 % Netto omzet 1 1 % Voorraadmutaties % Inkoopwaarde 17 % Brutomarge 1 83 % Overige bedrijfsopbrengsten 1% Bedrijfskosten 1 54 % Personeelskosten 38 % Exploitatiekosten % Inventariskosten % Huisvestingskosten 4% Autokosten % Verkoopkosten 6% Algemene kosten 5% Overige bedrijfskosten 1% Afschrijvingen 5% Bedrijfsresultaat 25 % Financiële baten en lasten 2% Gewoon resultaat vóór belasting 27 % * Posten in deze (rechter)kolom zijn geschaald op basis van de netto omzet van de testonderneming (linker kolom). Uw bedrijf? Referentiegroep (n=3)** x1 % x1 Immateriële vaste activa % Materiële vaste activa 12 % Financiële vaste activa 22 % Voorraden % Vorderingen 34 % Liquide middelen 32 % 1 1 % Eigen vermogen 1 54 % Voorzieningen 17 % Langlopende schulden 2% Kortlopende schulden 27 % Vermogensbehoefte 1 1 % % Activa Totaal activa Passiva Totaal passiva ** Posten in deze (rechter)kolom zijn geschaald op het totaal vermogen van de testonderneming (linker kolom). 18 oktober 214 Pagina 8

Bandbreedtes resultatenrekening en balansposten In onderstaande grafieken worden uw financiële prestaties afgezet tegen de referentiegroep. Hieronder staat middels een legenda toegelicht hoe u de grafieken dient te interpreteren. Gemiddelde 5% van alle waarnemingen binnen de referentiegroep Laagste waarneming binnen de referentiegroep* Gemiddelde van de referentiegroep Positie van uw onderneming* Hoogste waarneming binnen de referentiegroep* * Indien de laagste of hoogste waarneming, of de positie van uw onderneming buiten het bereik van de referentiegroep valt, wordt dit met een pijl aan het eind van de as weergegeven. Netto omzet De netto omzet is de totale omzet van alle verkochte goederen en diensten. Bedrijfskosten Hierin zijn alle bedrijfskosten, zoals personeelskosten, auto- en transportkosten, huisvestingskosten, onderhoudskosten, verkoopkosten en andere bedrijfskosten opgenomen. Winst voor belastingen De winst voor belastingen is het commerciële resultaat; omdat we geen rekening houden met fiscale correcties, kan dit afwijken van het resultaat volgens de fiscale aangifte. Materiële vaste activa Bestaat uit grond, gebouwen, machines, vervoermiddelen en inventaris. Voorraden Hieronder zijn alle voorraden handelsgoederen, grondstoffen en gereed product begrepen, evenals de kosten van onderhanden projecten. Eigen vermogen Bevat naast het (aandelen)kapitaal ook de wettelijke, statutaire en overige reserves. Langlopende schulden Dit zijn alle leningen en andere financieringen die op de langere termijn moeten worden afgelost. De aflossingsverplichting voor het komende jaar is hier niet bij inbegrepen. Balanstotaal Dit is het totaal van alle activa, gelijk aan het totaal van alle passiva. 18 oktober 214 Pagina 9

Kengetallen Op basis van de resultatenrekening en de balans is een aantal kengetallen berekend. Van de belangrijkste kengetallen zijn de bandbreedtes hieronder weergegeven. Rentabiliteit Onder rentabiliteit verstaan we de verhouding tussen winst en het vermogen (eigen vermogen, dan wel totaal vermogen) dat deze winst heeft gegenereerd. De rentabiliteit is een belangrijke maatstaf voor beslissingscalculaties op de lange termijn. Brutomarge De brutomarge is de omzet minus de kostprijs van de omzet, gedeeld door de omzet. Rentabiliteit eigen vermogen De rentabiliteit van het eigen vermogen is de winst (voor belastingen) gedeeld door het eigen vermogen. Solvabiliteit De solvabiliteit geeft aan in hoeverre een onderneming de financiële verplichtingen (betalingen) aan verschaffers van vreemd vermogen (lang- en kortlopende schulden) kan nakomen. Solvabiliteit Dit is de verhouding tussen eigen vermogen en vreemd vermogen (langlopende en kortlopende schulden). Interest coverage ratio Dit geeft aan hoeveel maal een bedrijf zijn rentelasten verdient. Het is een maatstaf voor de mate waarin de winst voor rente en belasting kan dalen zonder dat het bedrijf in financiële moeilijkheden komt. Liquiditeit De liquiditeit geeft aan in welke mate een onderneming haar lopende betalingsverplichtingen kan voldoen. Current ratio De current ratio meet de financiële toestand en specifiek de liquiditeit van een bedrijf. Het geeft de mate aan waarin een bedrijf de verschaffers van het kort vreemd vermogen (kortlopende schulden) kan betalen uit de vlottende activa (voorraden, vorderingen en liquide middelen). Defensive interval (weken) Het defensive interval geeft aan (in weken) hoe lang een bedrijf bij het ontbreken van activiteiten niet in liquiditeitsproblemen komt. 18 oktober 214 Pagina 1

4. Visie op de gezondheidszorg Ondernemerschap en zorgconsument De overheid en partijen in de medische branche hebben de eerste stappen gezet om te voorkomen dat we onze gezondheidszorg straks niet meer kunnen betalen. Maar er zal meer moeten veranderen om het hoofd boven water te houden. Volgens Marleen Jansen, Sectormanager Gezondheidszorg bij de Rabobank, zal dit leiden tot een nieuwe strategische situatie in alle deelbranches. De sector zal op alle vlakken veranderen. Patiënten willen bijvoorbeeld steeds meer als klanten worden gezien. En we zien dat samenwerkingsvormen anders worden ingericht. In het verleden namen de apothekers daarin dikwijls het initiatief, maar zij bevinden zich in een lastige financiële situatie. Daarom trekt de huisarts nu vaker de kar. De eerstelijnszorg werkt veel meer samen, solisten kom je minder tegen. Alles bij elkaar wordt de gezondheidszorg een echte ondernemerssector. Tien jaar geleden was de verzekerde zorg heel stabiel en kon iedereen zich op het vak richten, aldus Erik van Dam, Hoofd Dienstverlening bij KNGF (fysiotherapeuten). Nu is er veel onzekerheid. Men moet zich beraden op de opzet van de praktijk. Dat is lastig, want er is jarenlang op eenzelfde manier gewerkt. Je ziet al wel dat de praktijken groter worden, met meer specialisaties binnen de groep. Men wil de zorg in de volle breedte aanbieden. Dit leidt ook tot samenwerking tussen de lijnen. Albert Jan Rijnsburger, Hoofd Structure & Finance bij NMT, ziet die ontwikkeling ook terug in de mondzorg. Het zorgaanbod wordt breder, dus je zult moeten samenwerken. Dat krijgt vanuit economisch perspectief en zorginhoudelijk invulling. Anja van Balen, Sector Banker Zorg bij ABN Amro, ziet vooral grote anderhalvelijnscentra ontstaan, waarbij de huisarts de ketenregisseur blijft. De overheid heeft ontdekt dat de zorg die een huisarts verleent veel goedkoper is dan de tweedelijnszorg. Dus probeert de overheid die dure zorg naar de eerste lijn te drukken. Ik verwacht dat huisartsen bijvoorbeeld fysiotherapeuten, manueel therapeuten, psychologen en psychiaters aan zich zullen verbinden om die druk aan te kunnen. Ik ga er ook van uit dat ze hier behoorlijk selectief in kunnen zijn. Kortom, er komt een enorme aanwas van eenvoudige medisch-specialistische taken. Ik zie daar mogelijkheden als beroepsgroepen zich specialiseren of weten te onderscheiden. Rijnsburger vindt grotere praktijken en ondernemerschap een prima ontwikkeling, maar alleen voor de relatief korte termijn. Als ondernemerschap opbrengsten genereert, is de Nederlandse Zorgautoriteit er als de kippen bij om die af te romen. Kijk maar naar de apotheken. In die deelbranche is de slag in eerste instantie ook gemaakt door de apothekers groter te maken en ketens neer te zetten. Dat heeft veel geld opgeleverd, maar door ingrijpen van de overheid vallen er nu toch regelmatig een paar om. Ook de anderen vinden tariefstelling en overheidsbeleid heikele punten. Van Dam: Fysiotherapeuten hebben wel vrije tarieven, maar voor de basiszorg heb je te maken met de grote zorgverzekeraars. Je kunt je innovaties en initiatieven niet makkelijk doorvoeren in je tarieven. Dat blijft lastig, zeker gezien de ontwikkeling naar een grotere eigen bijdrage in de zorguitgaven. Winston Texel, Sectorspecialist voor Medici bij ABN Amro, neemt een duidelijke verschuiving naar onderhuur waar. Steeds vaker zijn er meerdere initiatiefnemers die een pand samen laten financieren door de bank, om vervolgens ruimtes in het pand te verhuren aan gelieerde medische disciplines. De rol van de bank zal eveneens veranderen, vult Rijnsburger aan. In de mondzorg nemen private equity-partijen de financiering steeds vaker over van de banken. Tandartseigenaren worden uitgekocht, er worden praktijken aaneengeregen, verkocht en geëxploiteerd. Dit kan een verschuiving in de wijze waarop de zorg wordt aangeboden met zich meebrengen. 18 oktober 214 Pagina 11

5. Kansen & bedreigingen Wil de gezondheidszorg op de lange termijn gedijen, dan zal de branche slim moeten inspelen op kansen en verstandig moeten omgaan met bedreigingen. Hieronder vindt u een overzicht van de belangrijkste: Kansen Toenemende vraag De vraag naar zorg neemt toe door vergrijzing, bevolkingsgroei, grotere welvaart en veranderende consumentenbehoeften (zoals meer nadruk op een gezonde leefstijl). De zorgvraag neemt niet alleen toe, maar wordt ook complexer. Dit biedt kansen voor specialisten en onderscheidende beroepsgroepen. Zorgondernemerschap Het overheidsbeleid is gericht op het vergroten van de eigen verantwoordelijkheid en keuzevrijheid van de burger. Nederlanders moeten zo lang mogelijk zelfredzaam zijn. Dat biedt zorgaanbieders de kans om te ondernemen. Er ontstaat ruimte voor creativiteit, voor nieuwe diensten en oplossingen. Nieuwe technologie Nieuwe technologieën spelen een voorname rol bij de zelfredzaamheid van de burger. Voorbeelden zijn het elektronisch patiënten dossier, e-health en zorgrobotica. Dankzij medische technologische ontwikkelingen zal ziekte eerder worden opgemerkt, zodat ook in een eerder stadium kan worden ingegrepen. Diagnostiek zal door het gebruiksvriendelijker en goedkoper worden van diagnostische apparatuur meer bij de eerste lijn en uiteindelijk steeds meer bij de consumenten komen te liggen. Dit alles maakt een meer persoonlijke en beter afgestemde behandeling mogelijk. Een betere benutting van de technologische mogelijkheden voor ondersteunende taken kan de werkdruk verlichten. Bedreigingen Werkdruk/personeelstekort De eerste lijn moet een aantal taken van de duurdere tweedelijnszorg overnemen. Daardoor loopt de werkdruk hier op. Nederland heeft in vergelijking met veel andere Europese landen weinig medisch specialisten per hoofd van de bevolking. Door de bezuinigingen in de zorg neemt de werkgelegenheid de komende jaren iets toe, maar een tekort aan goed opgeleid personeel ontstaat volgens het UWV pas in 215. De uitkeringsinstantie gaat uit van een tekort van 8. zorgbanen. Na 216 zal het tekort sterker toenemen, omdat dan de effecten van de vergrijzing onder het zorgpersoneel merkbaar worden. Beleidswijzigingen De ziekenhuizen hebben het aantal bezoeken zien dalen, onder meer door de verhoging van de eigen bijdrage. Ook de bezuinigingen op de thuiszorg leiden tot een flinke vraaguitval. De chronische zorg verdwijnt uit het basispakket. Steeds minder consumenten hebben een aanvullende (tandarts)verzekering, vooral vanwege de hoge premies. Voor behandelingen bij de tandarts geldt bovendien een maximale vergoeding. Bij hoge kosten volgt uitstel of zelfs afstel. Een andere zorgelijke ontwikkeling is de opkomst van zorgtoerisme: mensen zoeken hun heil in het buitenland. 18 oktober 214 Pagina 12