11 Aandachtspunten voor landelijk en regionaal arbeidsmarktbeleid van UWV

Vergelijkbare documenten
LCR- congres 2013 Samenhang en Samenspel

Checklist voor UWV cliëntenraden. Checklist voor UWV-cliëntenraden

Checklist voor gemeentelijke cliëntenraden. Checklist voor gemeentelijke cliëntenraden

16 Aandachtspunten voor lokaal en regionaal arbeidsmarktbeleid

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Re-integratie-instrumenten en voorzieningen voor gedeeltelijk arbeidsgeschikten

Workshops Arbeidsmarktbeleid

Tweede Kamer der Staten-Generaal

UWV in vogelvlucht. Marianne Lentz / Suzan Breunissen April 2015

Thema Te beantwoorden vragen (niet uitputtend) Wie verantwoordelijk Tijd gereed

Programma. Wat is de Participatiewet? Hoe kunnen wij u helpen?

Besluit sollicitatieplicht werknemers WW en IOW 2012

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Een nieuwe taak voor gemeenten

Het antwoord op uw personele vraagstuk

Samenwerkingsovereenkomst Regionaal Werkbedrijf Flevoland

Ongekende mogelijkheden

Een gedeeltelijk arbeidsgeschikte in dienst

Oplegnotitie Werkbedrijf

Roadshow CUMELA Nederland

Bijlage bij visiedocument. Overzicht re-integratieactiviteiten en projecten. Gemeente Barneveld

DE PARTICIPATIEWET VOOR U ALS WERKGEVER

één werkbedrijf voor het Rijk van Nijmegen

Vraaggestuurde re-integratie: methode of mythe? Arjan Heyma (SEO Economisch Onderzoek) 27 mei 2011

Werk, inkomen. sociale zekerheid

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Eindevaluatie IRO (Individuele Re-integratie Overeenkomst)

Rechten en plichten van cliënten bij het persoonsgebonden reïntegratiebudget

Informatie over stand van zaken vorming Regionaal Werkbedrijf Zuidoost-Brabant. 3 februari 2015

Visie en uitgangspunten (1)

Nieuwsbrief Werken is meedoen

Ik wil weer aan het werk met een Individuele re-integratieovereenkomst. Als u zelf uw re-integratie wilt regelen

Handreiking aan werkgevers. Tegemoetkomingen van de overheid rond de banenafspraak

Producten overzicht Afdeling arbeidsmarktinformatie en - advies

Regionale Impact Participatiewet. 1. Participatiewet West-Brabant 2. Gecoördineerde werkgeversbenadering

Steeds meer mensen aan het werk

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN

Nieuwe kansen voor intermediairs

Factsheet. Participatiewet. Informatie voor de werkgever, juli 2014

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Het CENTRUM voor WERK & INKOMEN. een overzicht ten behoeve van inzicht

Landelijke Cliëntenraad Oranjestraat JB Den Haag

Werk, inkomen. sociale zekerheid. versie

Afdeling: Beleid Maatschappij Leiderdorp, 30 oktober 2014 Onderwerp: Re-integratieverordening. Aan de raad. Participatiewet

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Bijlage 1 Aanvraagformulier. (Regionaal) Naam Functie. Organisatie Telefoon nummer adres

Handreiking aan werkgevers. Tegemoetkomingen van de overheid rond de banenafspraak

UWV applicaties. Een eerste verkenning over de mogelijkheden die UWV applicaties u kunnen bieden. André Toornent Paul Woltering

Oplegvel Informatienota

VOOR RE-INTEGRATIE EN TIJDELIJK INKOMEN

Voorbeeld samenwerkingscontract tussen werkgever en gemeente

Beleidsplan Participatiewet. Berkelland

STICHTING VAN DE ARBEID. Aan: decentrale cao-partijen. Geachte mevrouw, heer,

Online applicatie voor participatie en re-integratie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22. De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA S GRAVENHAGE

Aanvraagformulier. (Regionaal) coördinerend persoon: Naam Functie. Organisatie. Telefoonnummer E- ma 1 adres

Handreiking aan werkgevers. Tegemoetkomingen van de overheid rond de banenafspraak

Samenwerkingsovereenkomst Werkgeversbenadering in arbeidsmarktregio s

In uw brief zijn onderstaande vragen gesteld.

Afdeling Samenleving Richtlijn 3.2 WORK FIRST (SPORENMODEL)

Arbeidsongeschiktheid in het UMC. Wat nu?

Structuur Ketenbrede Cliëntenparticipatie Werkplein Drachten

Tweede Kamer der Staten-Generaal

SUBSIDIEKAART. 13 september Toelichting

Afspraakbanen. Hoe komen we onze Afspraak(banen) na?

Sociale werkbedrijven de toekomst

De markt beweegt verder Rechte tellingen. Rapport: nog te verschijnen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Factsheet. Uitleg over cliëntondersteuning De cliëntenraad aan zet

Ik wil weer aan het werk met een individuele re-integratieovereenkomst Als u zelf uw re-integratie wilt regelen

Wet stimulering arbeidsparticipatie

KLeintje begroting 2010

2014D34450 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

D e n H a a g 12 juni 2012

De Banenafspraak. lessons learned in de praktijk

De aanpak van Inclusief Groep werkt! Werken leer je door te werken. We brengen mensen in bedrijf

Businessplan Leren en Werken Noordoost Brabant

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

M E M O. : de gemeenteraad. : het college van burgemeester en wethouders. Datum : oktober : analyse en maatregelen.

BEDOELD VOOR DE ONDERNEMERS IN VOORSCHOTEN, LEIDSCHENDAM-VOORBURG EN WASSENAAR

Nieuwe kans op extra instroom

Overzicht instrumenten re-integratie

Wat houdt de Participatiewet in?

Werken aan werk voor mensen met een arbeidsbeperking

Verordening loonkostensubsidie Participatiewet

GEMEENTE OLDEBROEK. Informatie van het college aan de raad. Portefeuillehouder: E.G. Vos-van de Weg Kenmerk: /

Werkgevers Event 20 november Participatiewet. De gevolgen hiervan voor werkgevers

Presentatie Participatiewet & Wijzigingen Wwb. Commissie Samenleving Brielle

Inleiding. Voor wie is deze brochure bedoeld?

SUWI en cliëntenparticipatie. Tilburg, 19 juni 2012 Branko Hagen, LCR

Ab Harrewijnrede 2003 Minister Aart Jan de Geus van Sociale Zaken en Werkgelegenheid 21 mei 2003 te Amsterdam.

Participatiewet. 1 januari 2015

Ik wil mijn eigen reïntegratie regelen. Een individuele reïntegratieovereenkomst voor terugkeer naar werk

Participatiewet en Maatregelen WWB per 1 januari 2015

BIJLAGE 7 Nadere toelichting en begrippenlijst Social Return

Inventarisatie medewerkers met een arbeidsbeperking in openbare bibliotheken

Gezondheidsbeleving en werkhervatting 35-minners (april 2010) Aanleiding

Effectieve toeleiding van werklozen naar werk

Wajongers op de arbeidsmarkt. Driebergen, 26 januari Erik Voerman Businessadviseur, UWV WERKbedrijf

Geschiedenis Participatiewet

Transcriptie:

11 Aandachtspunten voor landelijk en regionaal arbeidsmarktbeleid van UWV Werkboek met checklist voor UWV-cliëntenraden Landelijke Cliëntenraad Juni 2013

Colofon Dit is een uitgave van de Landelijke Cliëntenraad (LCR). Bij dit document hoort de Checklist voor UWV-cliëntenraden. Teksten: Rob de Krieger Eindredactie: Rietje Krijnen en Else Roetering Vormgeving: Wil Scholten Landelijke Cliëntenraad Postbus 95966 2509 CZ Den Haag (070) 349 97 90 info@lcr-suwi.nl www.landelijkeclientenraad.nl juni 2013 2

Inhoudsopgave Voorwoord 4 Inleiding en leeswijzer 5 1. Algemeen 6 2. Cliëntenparticipatie 8 Aandachtspunt 1 8 3. Arbeidsmarktinformatie 9 Aandachtspunt 2 9 4. Doel- en taakstellingen 11 Aandachtspunt 3 11 5. Dienstverlening voor de werkzoekende 12 Aandachtspunt 4 12 6. Dienstverlening voor de werkgever 18 Aandachtspunt 5 18 Aandachtspunt 6 20 Aandachtspunt 7 23 7. Instrumentatie 24 Aandachtspunt 8 24 8. Samenwerking 27 Aandachtspunt 9 27 9. Arbeidsmarktbeleid: een beleid in beweging 30 Aandachtspunt 10 30 10. Afstemming activiteiten van cliëntenraden 31 Aandachtspunt 11 31 Checklist voor UWV-cliëntenraden 33 3

Voorwoord Voor u ligt een werkboek met 11 aandachtspunten voor het arbeidsmarktbeleid van UWV. Het is de bedoeling dat UWV-cliëntenraden met dit werkboek beter in staat zijn om plannen en activiteiten van UWV rondom arbeidsmarktbeleid te beoordelen. De LCR heeft voor gemeentelijke cliëntenraden een soortgelijk werkboek opgesteld. Het werkboek is op twee manieren in te zetten: Met de checklist kunt u al dan niet op verzoek van UWV het UWV-arbeidsmarktbeleid en de uitvoering ervan beoordelen. Met behulp van de checklist kunt u bekijken of aan alle aspecten die voor cliënten van belang zijn is gedacht. Is dat niet het geval, dan kan de cliëntenraad UWV daar gericht over bevragen. U kunt aan de hand van de checklist beooordelen op welke punten UWV geen of onvoldoende plannen ontwikkelt of de cliëntenraad daarover niet informeert. U kunt vervolgens UWV oproepen om dat alsnog te doen. De Landelijke Cliëntenraad (LCR) heeft dit werkboek opgesteld omdat in de publieke sfeer UWV, samen met gemeenten, verantwoordelijk is voor de afstemming van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt. Daarbij gaat het enerzijds om het bevorderen van de arbeidsparticipatie van werkzoekenden. Anderzijds om het leveren van een bijdrage aan de invulling van beschikbare vacatures. Ook vanuit cliëntenoptiek is het van cruciaal belang dat UWV optimaal inhoud geeft aan deze taakopdracht. Dat geldt zowel voor een kwalitatief hoogwaardige dienstverlening in het toeleidingstraject van werkzoekenden naar de arbeidsmarkt, als voor een goed contact met werkgevers. Alleen dan kunnen de mogelijkheden maximaal worden benut om werkzoekenden via betaalde arbeid weer - zelfstandig in hun levensonderhoud te laten voorzien. Het is dus belangrijk dat cliëntenraden hun aandacht ook richten op het beoordelen van de totstandkoming en de uitvoering van het UWV-arbeidsmarktbeleid. De LCR hoopt dat dit werkboek daarbij kan helpen. De LCR heeft het werkboek zo compleet mogelijk gemaakt, maar realiseert zich wel dat in de praktijk kan blijken dat verbeteringen, aanpassingen of verduidelijkingen nodig zijn. Reacties om de gebruikswaarde van het werkboek te vergroten, zijn daarom meer dan welkom. U kunt deze mailen naar info@lcr-suwi.nl. Uw reacties kunnen zo leiden tot een nieuwe versie van dit werkboek. Daarmee wordt het een levend document, gevoed door de praktijkervaringen van de cliëntenraden. De LCR hoort ook graag van u wat de conclusies zijn van de beoordeling van het UWVarbeidsmarktbeleid. Wat gaat er goed en wat minder? Welke maatregelen werken en welke niet? Voor welke aspecten moet meer aandacht komen, omdat ze (nog) onvoldoende uit de verf komen? Met die informatie kunnen cliëntenraden van elkaar leren. De LCR krijgt zo ook een goed beeld van het UWV-arbeidsmarktbeleid vanuit cliëntenperspectief. Gerrit van der Meer Voorzitter 4

Inleiding en leeswijzer Een oordeel en advies van cliëntenraden over (de plannen voor) het UWV-arbeidsmarktbeleid is belangrijk voor cliënten die (weer) betaald werk willen vinden. Deze publicatie ondersteunt cliëntenraden hierbij. Checklist Dit werkboek is een checklist. Het is een opsomming van de aandachtspunten die cliëntenraden moeten nalopen als ze met een beoordeling van het UWV-arbeidsmarktbeleid aan de slag gaan. Er zijn geen uitgebreide beschrijvingen opgenomen van de wet- en regelgeving en van andere documenten die voor de vormgeving en uitvoering van het UWV-arbeidsmarktbeleid van belang zijn. Deze wet- en regelgeving en documenten zijn over het algemeen te vinden op www.overheid.nl en www.rijksoverheid.nl. Als UWV bij de vormgeving of de uitvoering van het arbeidsmarktbeleid refereert aan documenten die de cliëntenraad niet kent, dan kan UWV worden gevraagd deze ter beschikking te stellen. Feitelijke beschrijving van aandachtspunten De checklist beperkt zich tot een feitelijke beschrijving van de aandachtspunten. Er wordt geen inhoudelijke beoordeling gegeven van de keuzes die UWV op deze aandachtspunten maakt. Met uitzondering van onderdelen die wettelijk geregeld moeten zijn of die voor cliënten van groot belang zijn. Het beoordelen van hoe en in welke mate UWV de aandachtpunten een plaats in het beleid geeft, moet u als cliëntenraden doen. Dit omdat de situatie aan de vraag- en aanbodzijde van de regionale arbeidsmarkt daarbij een grote rol speelt. Leeswijzer Nadat in hoofdstuk 1 in meer algemene zin is ingegaan op een aantal aspecten die voor een goed begrip van de checklist van belang zijn, komen in de daarop volgende hoofdstukken aan de orde: Cliëntenparticipatie (hoofdstuk 2). Arbeidsmarktinformatie (hoofdstuk 3). Doel- en taakstellingen (hoofdstuk 4). Dienstverlening voor de werkzoekende (hoofdstuk 5). Dienstverlening voor de werkgever (hoofdstuk 6). Instrumentatie (hoofdstuk 7). Samenwerking (hoofdstuk 8). Arbeidsmarktbeleid: beleid in beweging (hoofdstuk 9). Afstemming activiteiten van cliëntenraden (hoofdstuk 10). Per aspect worden de aandachtspunten genoemd en toegelicht. De checklist is zo vormgegeven dat de conclusies van cliëntenraden per aandachtspunt kunnen worden beschreven. 5

1. Algemeen In dit hoofdstuk komt een aantal punten aan bod die belangrijk zijn bij het lezen van het werkboek. UWV is een ZBO UWV is op grond van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen (SUWI) ingesteld als een zelfstandig bestuursorgaan (ZBO). UWV werkt in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW). Dit betekent dat UWV niet volledig vrij is om arbeidsmarkt- en uitvoeringsbeleid te formuleren. Dit moet gebeuren binnen de inhoudelijke en financiële kaders die het ministerie van SZW stelt. Cliëntenraden kunnen UWV weliswaar aanspreken op zaken die naar hun mening niet of minder goed lopen, maar UWV kan in een aantal gevallen terecht aangeven dat daar slechts in beperkte mate wat aan te doen is. Dit omdat ze het gevolg zijn van de inhoudelijke en/of financiële kaders die het ministerie van SZW aan UWV heeft meegegeven. UWV: één organisatie Gemeenten kunnen in hun arbeidsmarktregio autonoom hun arbeidsmarktbeleid formuleren. Die mogelijkheid hebben regionale UWV-vestigingen minder. Zij moeten rekening houden met de kaders voor missie, strategie, ambities, bedrijfsvoering en het dienstverleningsconcept die de Raad van Bestuur op landelijk niveau voor de hele UWV-organisatie formuleert. Binnen deze kaders kunnen (en moeten) de vestigingen gericht inspelen op de specifieke situatie van hun regionale arbeidsmarkt. Landelijke en decentrale UWV-cliëntenraden Voor UWV zijn in totaal 12 cliëntenraden actief: één centrale cliëntenraad en elf decentrale cliëntenraden op districtsniveau. De centrale cliëntenraad UWV richt zich op de beoordeling van en de advisering over de plannen die de Raad van Bestuur op landelijk niveau formuleert. Dit gebeurt in goede samenspraak met de decentrale cliëntenraden. Decentrale cliëntenraden richten zich vooral op het beoordelen van en het adviseren over het arbeidsmarktbeleid dat binnen de landelijke kaders op regionaal niveau wordt ontwikkeld. De cliëntenraden richten zich daarbij op de arbeidsmarktregio s die onder hun district vallen. Nederland is ingedeeld in 35 arbeidsmarktregio s die UWV bedient vanuit 30 vestigingen. Door deze structuur is een aantal van de aandachtspunten in dit werkboek vooral van betekenis voor de centrale cliëntenraad van UWV. Dit zijn de aandachtspunten die een relatie hebben met de beleidsaspecten die de Raad van Bestuur op landelijk niveau vaststelt. De aandachtspunten die betrekking hebben op de vormgeving en de uitvoering van het regionale arbeidsmarktbeleid zijn vooral voor de decentrale UWV-cliëntenraden van belang. Kerntaken en organisatiestructuur De taken van UWV liggen op de terreinen werk, indicatiestelling, uitkeren en gegevensbeheer. De divisie WERKbedrijf voert de taak op het terrein werk uit. Deze divisie ondersteunt werkzoekenden bij het vinden van werk en werkgevers bij het vinden van personeel. Daarbij richt het WERKbedrijf zich voornamelijk op werkzoekenden met een afstand tot de arbeidsmarkt en op werkgevers die deze werkzoekenden willen aannemen. Bij de invulling van deze taak werkt UWV samen met gemeenten en private intermediairs. Verder zorgt het WERKbedrijf voor informatie over de lokale, regionale en landelijke arbeidsmarkt. 6

De taken die het WERKbedrijf heeft rondom het afgeven van tewerkstellingsvergunningen en het afhandelen van ontslagaanvragen komen in dit werkboek niet aan de orde. De divisie Sociaal-Medische Zaken verricht de indicatiestelling. Verzekeringsartsen en arbeidsdeskundigen doen binnen deze divisie sociaal-medische en arbeidskundige beoordelingen om vast te stellen in welke mate werkzoekenden, gelet op hun belastibaarheidsmogelijkheden, arbeidsgeschikt zijn. Zij bekijken ook waar kansen op arbeidsinpassing aanwezig zijn en welke re-integratieinstrumenten hiervoor moeten worden ingezet. De divisie Uitkeringen verzorgt het verstrekken van werkloosheids- en arbeidsongeschiktheidsuitkeringen. Een uitkering wordt alleen verstrekt als werken niet of niet direct mogelijk is (werk boven uitkering). De divisie Gegevensdiensten verzamelt en beheert in de Polisadministratie de gegevens over lonen, uitkeringen en dienstverbanden van alle verzekerden in Nederland. Tenslotte is er de divisie Klant & Service. Die divisie is verantwoordelijk voor het beantwoorden van klantvragen en voor het verbeteren van de UWV-dienstverlening voor werkzoekenden en werkgevers. Verder kent UWV nog twee lijndirecties (Handhaving en Bezwaar & Beroep) en een aantal stafdirecties (waaronder de HRM-afdeling, de afdeling voor Strategie en Beleid en een Kenniscentrum). Voor de checklist zijn vooral de activiteiten van de divisies WERKbedrijf, Sociaal-Medische Zaken en Klant & Service van belang. Kwalitatief goede dienstverlening aanbieden met minder financiële middelen Het ministerie van SZW heeft het WERKbedrijf geconfronteerd met aanzienlijke bezuinigingen op de re-integratiebudgetten en een afnemend uitvoeringsbudget. Dit heeft ertoe geleid dat er bij de dienstverlening grote nadruk op de zelfredzaamheid van werkzoekenden en werkgevers wordt gelegd. Voor deze klantgroepen is gekozen voor online dienstverlening via Werk.nl (e-dienstverlening). Via Werk.nl kunnen werkzoekenden zelf naar vacatures zoeken en kunnen werkgevers direct contact met werkzoekenden leggen. De meer intensieve, persoonlijke dienstverlening van UWV richt zich vooral op werkzoekenden met een afstand tot de arbeidsmarkt (ouderen, langdurig werklozen en werkzoekenden met een arbeidsbeperking) en op werkgevers die deze werkzoekenden in dienst willen nemen. Richting 2015 wordt de dienstverlening van UWV fysiek geconcentreerd op 30 regionale Werkpleinen, van waaruit 35 arbeidsmarktregio s worden bediend. 7

2. Cliëntenparticipatie Y checklist Aandachtspunt 1 Wordt de cliëntenraad tijdig geraadpleegd bij de ontwikkeling van het UWV-arbeidsmarktbeleid? Wordt de cliëntenraad periodiek geïnformeerd over de resultaten die met het UWV-arbeidsmarktbeleid worden behaald? Het spreekt voor zich dat cliëntenraden alleen actief een bijdrage kunnen leveren aan de totstandkoming en de uitvoering van het UWV-arbeidsmarktbeleid als UWV ze hierover tijdig informeert. Hetzelfde geldt voor het geven van een oordeel over inkoopkaders die UWV opstelt voor de uitvoering van re-integratiedienstverlening en scholingsactiviteiten. Cliëntenraden moeten hierbij geen afwachtende houding aannemen. Zij kunnen gevraagd én ongevraagd advies uitbrengen. Als ze te laat of niet volledig kunnen adviseren over bepaalde plannen, dan kunnen ze UWV hierop aanspreken. Zij kunnen dan met UWV afspraken maken om deze situatie te verbeteren. Verder moeten cliëntenraden periodiek worden geïnformeerd over de uitvoering van het arbeidsmarktbeleid en de resultaten ervan. Dit in relatie tot de geformuleerde doel- en taakstellingen (zie hoofdstuk 4). 8

3. Arbeidsmarktinformatie Aandachtspunt 2 Geeft UWV de cliëntenraad handzame informatie over de omvang en de samenstelling van het werkzoekendenbestand in de arbeidsmarktregio s én over de situatie aan de vraagzijde van de regionale arbeidsmarkt? Y checklist Om de transparantie op de arbeidsmarkt te vergroten, publiceert UWV veel informatie over de trends en ontwikkelingen aan de vraag- en de aanbodzijde van deze markt. Zo brengt UWV onder meer jaarlijks landelijke en regionale arbeidsmarktprognoses uit. Hierin worden de vooruitzichten voor vraag en aanbod, de werkgelegenheid en de vacaturemarkt beschreven. Ook publiceert UWV elke maand per arbeidsmarktregio informatie over vraag en aanbod op de arbeidsmarkt. In een periodiek Kennisverslag beschrijft UWV relevante arbeidsmarktontwikkelingen. En verder publiceert UWV regelmatig sectorbeschrijvingen. Daarin wordt voor de betreffende sectoren ingegaan op actuele en te verwachten economische en arbeidsmarktontwikkelingen. Een overzicht van de arbeidsmarktinformatie van UWV is te vinden op www.uwv.nl en www.werk.nl. Ordenen van arbeidsmarktinformatie De arbeidsmarktinformatie die UWV publiceert, is zo omvangrijk dat het voor een cliëntenraad een tijdrovende klus is om hieruit relevante gegevens te halen. Daarom is het goed om met UWV afspraken te maken over de manier waarop en hoe vaak deze gegevens op een handzame manier aan de cliëntenraad worden aangeleverd. Aanbodzijde van de arbeidsmarkt Voor de aanbodzijde van de arbeidsmarkt zijn in de arbeidsmarktregio in ieder geval de volgende gegevens van belang: De samenstelling van het werkzoekendenbestand naar leeftijd en geslacht. Bestaat het werkzoekendenbestand uit relatief veel jongeren of ouderen? Hoe is de verhouding tussen het aantal mannen en vrouwen dat op zoek is naar een baan? De samenstelling van het werkzoekendenbestand naar opleidingsniveau, werkervaring en opleidingsduur. Zitten er in het werkzoekendenbestand relatief veel laag opgeleiden en langdurig werklozen? Het soort uitkering dat wordt verstrekt (werkloosheids- of arbeidsongeschiktheidsuitkering). Hierdoor ontstaat inzicht in het aantal arbeidsgehandicapten in het totale werkzoekendenbestand. Uit de informatie over de kennis en de werkervaring van het werkzoekendenbestand wordt duidelijk in welke beroepen en functies en in welke branches en sectoren vooral naar banen moet worden gezocht. Ook kan worden bezien waar scholingsgelden effectief kunnen worden ingezet. En verder wordt duidelijk hoeveel arbeidsgehandicapten bij een werkgever kunnen worden geplaatst. Dit in het kader van de uitvoering van de afspraken tussen de Stichting van de Arbeid en het kabinet om de kansen op betaalde arbeid voor werkzoekenden met een arbeidsbeperking te vergroten. 9

Vergroten van de arbeidsparticipatie van arbeidsgehandicapten In april 2014 hebben werkgevers- en werknemersorganisaties in de Stichting van de Arbeid afspraken gemaakt over een pakket aan maatregelen om economisch herstel op de korte termijn te bevorderen en de arbeidsmarkt aan te passen aan de eisen van de 21-ste eeuw (het zogenaamde sociaal akkoord). Het kabinet heeft zich achter deze afspraken geschaard. Onderdeel van het pakket aan maatregelen is een aanpak waarmee sociale partners en gemeenten op regionaal niveau een groei in de arbeidsparticipatie van werkzoekenden met een arbeidsbeperking kunnen bewerkstelligen. Daartoe hebben werkgevers- en werknemersorganisaties in de Stichting van de Arbeid toegezegd dat werkgevers in de marktsector (inclusief de zorg) zorg zullen dragen voor 2.500 extra banen in 2014 en 5.000 extra banen in 2015. Deze aantallen lopen op met 1.000 extra banen per jaar naar 10.000 extra per jaar in 2020 tot in 2026 een maximum van 100.000 extra werkplekken is bereikt. In aanvulling daarop stelt de overheid zich vanaf 2014 garant voor 2.500 extra banen per jaar, tot een maximum van 25.000 extra arbeidsplaatsen is bereikt. Als blijkt dat in de jaren 2015 en 2016 samen niet minimaal 11.000 extra banen in de marktsector zijn gerealiseerd, treedt na overleg met werkgevers- en werknemersorganisaties in de Stichting van de Arbeid en gemeenten vanaf 2017 een wettelijke quotumregeling in werking om de afgesproken aantallen extra werkplekken te realiseren. Vraagzijde van de arbeidsmarkt Voor de vraagzijde van de arbeidsmarkt moeten cliëntenraden een goed en actueel beeld hebben van in ieder geval: Het aantal bedrijven en instellingen, de branches en sectoren waarin deze bedrijven en instellingen actief zijn en het aantal werknemers (grootbedrijf of MKB). Groei- of krimpbranches en sectoren. De omvang en het niveau van beschikbare en te verwachten vacatures. 10

4. Doel- en taakstellingen Aandachtspunt 3 Maakt UWV duidelijk wat de uitgangspunten en doelstellingen van het arbeidsmarktbeleid zijn? En maakt UWV in (zoveel als mogelijk) meetbare en dus controleerbare termen duidelijk wat de resultaten van dit beleid zullen zijn? Y checklist Het spreekt voor zich dat duidelijk moet zijn wat UWV met het arbeidsmarktbeleid wil bereiken. De uitgangspunten en doelstellingen van dit beleid vloeien voort uit de inhoudelijke en financiële kaders van het ministerie van SZW en uit de situatie aan de aanbod- en de vraagzijde van de landelijke en de regionale arbeidsmarkt. Waar mogelijk kwantitatief meetbaar De resultaten die UWV met het arbeidsmarktbeleid wil behalen, moeten zoveel mogelijk kwantitatief meetbaar zijn. Dan kunnen bij de evaluatie conclusies over de effectiviteit van dit beleid worden getrokken. Projectmatige en structurele maatregelen UWV kan het arbeidsmarktbeleid zowel met structurele maatregelen als met meer projectmatige activiteiten invullen. Gaat het om maatregelen die hun waarde voor werkzoekenden en/of werkgevers hebben bewezen, dan is een structurele, meerjarige aanpak te verkiezen boven een projectmatige, vaak meer tijdelijke aanpak. Worden met projectmatige activiteiten goede ervaringen opgedaan, dan moeten deze structureel in het beleid worden verankerd. 11

5. Dienstverlening voor de werkzoekende Y checklist Aandachtspunt 4 Speelt de dienstverlening van UWV voldoende in op de wensen en behoeften van werkzoekenden? Dit hoofdstuk gaat in op de dienstverlening van UWV aan de klant werkzoekende. Er kunnen vier klantgroepen worden onderscheiden: WW-uitkeringsgerechtigden, WGA-uitkeringsgerechtigden die in staat zijn om betaalde arbeid te verwerven, vangnetters en 35-minners. De grootste klantgroep zijn de WW-uitkeringsgerechtigden. Deze werkzoekenden hebben een WW-uitkering gekregen omdat ze bij hun laatste werkgever onvrijwillig ontslagen zijn (ontslagwerklozen). WGA-uitkeringsgerechtigden zijn gedeeltelijk arbeidsongeschikten die naast hun uitkering - op termijn - in staat zijn eigen inkomsten uit arbeid te verwerven. UWV heeft de taakopdracht om ze hierbij te ondersteunen. UWV is nog verantwoordelijk voor de re-integratie van Wajongers met arbeidsvermogen. Als de Participatiewet in 2015 in werking treedt, gaat die verantwoordelijkheid over naar gemeenten. De huidige Wajongers worden dan herbeoordeeld. Vangnetters zijn ziek, maar hebben geen werkgever (meer) die zich inzet voor hun re-integratie. Dit zijn bijvoorbeeld zieke uitzendkrachten en zieke werknemers van wie het tijdelijke dienstverband tijdens de ziekte afloopt. UWV is verantwoordelijk voor de re-integratie van deze groep. Een 35-minner is een werknemer die UWV, na afloop van twee jaar loondoorbetaling bij ziekte, voor minder dan 35% arbeidsongeschikt beoordeelt. Deze werknemers hebben geen recht op een WGA-uitkering. Zij verkeren in dezelfde positie als ontslagwerklozen als ze niet bij hun werkgever kunnen blijven en er ook geen passende functie bij een andere werkgever kan worden gevonden. Met dat verschil dat zij wel een arbeidsbeperking hebben. Doordat het arbeidsongeschiktheidspercentage wordt vastgesteld op basis van verlies aan inkomsten kan deze beperking aanzienlijk zijn voor 35-minners die voor hun arbeidsongeschiktheid een laag inkomen hadden. Maatwerk Het bovenstaande onderscheid in klantgroepen laat zien dat werkzoekenden op de arbeidsmarkt verschillende uitgangsposities hebben. Dit geldt ook binnen de klantgroepen. Zo is de ene ontslagwerkloze beter in staat zelf de weg op de arbeidsmarkt te vinden dan de andere. Dit betekent dat UWV qua inhoud en intensiteit geen uniforme ondersteuning aan werkzoekenden moet bieden. Hier is maatwerk gewenst: ondersteuning die toegesneden is op de positie waarin een werkzoekende zich bevindt. Op die manier kan rekening worden gehouden met het gegeven dat werkzoekenden verschillen qua competenties, opleidingsachtergrond en talenten, mogelijkheden en beperkingen. 12

Inschrijven bij UWV UWV heeft de wettelijke taak om alle werkzoekenden te registreren in één landelijk, digitaal gegevensbestand. Uitkeringsgerechtigde werkzoekenden moeten zich bij UWV inschrijven. Die verplichting geldt ook voor gemeentelijke werkzoekenden. Niet-uitkeringsgerechtigden kunnen ervoor kiezen om zich in te schrijven. UWV moet met gemeenten afspraken maken over: De uitwisseling van inschrijf- en uitkeringsgegevens van gemeentelijke werkzoekenden. De dienstverlening aan niet-uitkeringsgerechtigden die zich bij UWV inschrijven, maar onder de verantwoordelijkheid van de gemeente vallen als het om arbeidsinpassing gaat. Dienstverlening aan WW-uitkeringsgerechtigden De bezuinigingen bij UWV op het uitvoeringsbudget en de re-integratiebudgetten hebben vooral gevolgen voor de dienstverlening aan de klantgroep WW-uitkeringsgerechtigden. Zij krijgen meer eigen verantwoordelijkheid in hun zoektocht naar werk. Via e-dienstverlening op Werk.nl moeten zij zich digitaal inschrijven, een uitkering aanvragen en een CV plus een persoonlijke Werkmap aanmaken. In die Werkmap kunnen zij hun sollicitaties bijhouden, toegang krijgen tot vacatures en online communiceren met een werkcoach. Aan (nog) niet-digivaardige werkzoekenden wordt ondersteuning geboden via computertrainingen, workshops en inloopmiddagen. Ook co-browsing, waarbij een werkcoach meekijkt terwijl een werkzoekende gegevens invult, kan hierbij behulpzaam zijn. Werk.nl biedt werkzoekenden ook de mogelijkheid om via een aantal tests (meer) zicht te krijgen op de eigen competenties. Verder bevat de site voorbeelden van sollicitatiebrieven en een aantal selfservice trainingen gericht op het vinden van werk. Met behulp van het EURES-netwerk kan UWV werkzoekenden ondersteunen bij het vinden van een baan in het buitenland. EURES, dat wordt gecoördineerd door de Europese Commissie, is een samenwerkingsverband van de publieke arbeidsvoorzieningsorganisaties, vakbonden en werkgeversorganisaties binnen de Europese Economische Ruimte en Zwitserland. De Europese Economische Ruimte beslaat de landen van de Europese Unie, Liechtenstein, Noorwegen en IJsland. Met uitzondering van een budget voor de financiering van re-integratieinspanningen voor oudere werkzoekenden, kan UWV voor de arbeidsinpassing van WW-uitkeringsgerechtigden geen bemiddelingsondersteunende maatregelen meer inzetten. Ook 35-minners zijn met hun arbeidsbeperking aangewezen op de UWV-dienstverlening die zich baseert op de zelfredzaamheid van werkzoekenden. Meer intensieve, persoonlijke dienstverlening is voor WW-uitkeringsgerechtigden slechts in beperkte mate beschikbaar voor vooral oudere werkzoekenden en langdurig werklozen. Voor ouderen van in beginsel 55 jaar en ouder worden onder meer netwerktrainingen georganiseerd, waarin in groepsverband wordt gewerkt aan het vinden van een betaalde baan. Aan (in 2013 5.000) werkzoekenden die langer dan een jaar werkloos zijn, worden twee passende aanbiedingen gedaan bij werkgevers die bereid zijn langdurig werklozen in dienst te nemen. Dienstverlening voor WGA-uitkeringsgerechtigden Een werknemer kan na twee jaar ziekte een WIA-uitkering aanvragen. Na de aanvraag volgt een onderzoek door een verzekeringsarts en een arbeidsdeskundige. Op basis van de uitkomsten van deze onderzoeken bepaalt UWV of een uitkering wordt verstrekt. Iedereen die minder dan 35 procent arbeidsongeschikt wordt bevonden (35 minners), heeft geen recht op een 13

arbeidsongeschiktheidsuitkering. Als vastgesteld wordt dat iemand niet of nog maar in een zeer beperkte mate kan werken en de herstelkans nihil wordt geacht, wordt een IVA-uitkering toegekend (volledig en duurzaam arbeidsongeschikten). Personen die - mogelijk op termijn - nog deels kunnen werken, ontvangen een WGA-uitkering. WGA-uitkeringsgerechtigden die daartoe in staat zijn, hebben de verplichting om naar betaald werk op zoek te gaan. Als de voormalig werkgever van de uitkeringsgerechtigde geen eigenrisicodrager is, kan UWV daarbij ondersteuning bieden. UWV stelt een werkplan (arbeidsinpassingsplan) op, waarin wordt beschreven welk soort werk past bij de mogelijkheden van de betrokken werkzoekende, welke re-integratieactiviteiten de werkzoekende zal ondernemen en welke instrumenten daarbij ter ondersteuning worden ingezet (bijvoorbeeld een scholing, een sollicitatietraining of een werkplekaanpassing). UWV heeft nog wel een re-integratiebudget voor werkzoekenden met een arbeidsbeperking waarmee de arbeidsinpassing van deze klantgroep kan worden ondersteund. De re-integratieactiviteiten in het toeleidingstraject voert UWV niet zelf uit: hiervoor worden re-integratiebedrijven ingezet. UWV kiest samen met de werkzoekende het in te schakelen re-integratiebedrijf. De werkzoekende kan ook een individuele re-integratieovereenkomst (IRO) aanvragen. Daarmee kan de werkzoekende de eigen regie op zijn of haar arbeidsinpassingstraject uitoefenen. Dienstverlening aan vangnetters De UWV-dienstverlening aan vangnetters is in grote lijnen vergelijkbaar met die aan WGAuitkeringsgerechtigden. UWV stelt een Plan van Aanpak op. Hierin staat in welke richting - mede gelet op aanwezige beperkingen - werk wordt gezocht, wat de rechten en plichten van de werkzoekende zijn en welke instrumenten in de sfeer van bemiddelingsondersteuning worden ingezet. Re-integratieactiviteiten in het toeleidingstraject naar werk worden door UWV bij re-integratiebedrijven ingekocht. Ook vangnetters kunnen om de inzet van het IRO-instrument vragen. Om vangnetters meer kansen op de arbeidsmarkt te bieden, heeft UWV een convenant met het uitzendwezen gesloten. Hierin is vastgelegd dat als UWV vaststelt dat een zieke voormalige uitzendkracht weer passend werk kan verrichten, het uitzendbureau waarvoor deze zieke voormalige uitzendkracht het laatst werkte, naar dat passende werk moet zoeken. Wajongers met arbeidsvermogen Tot de invoering van de Participatiewet (2015) en de daarin voorziene herbeoordeling van Wajongers is UWV verantwoordelijk voor de dienstverlening van Wajongers met arbeidsvermogen. Om de arbeidsinpassing van Wajongers een extra impuls te geven, heeft UWV een Taskforce Wajong ingesteld. Met verschillende kleine en grote werkgevers heeft UWV convenanten en intentieverklaringen afgesloten om voor Wajongers arbeidsplaatsen te realiseren. Werkgevers die Wajongers in dienst hebben, worden ingezet als ambassadeur om het in dienst nemen van Wajongers aan te bevelen bij andere bedrijven en instellingen. Op de site Wajong werkt! kunnen werkgevers en Wajongers met elkaar in contact komen. Zelfstandig ondernemerschap UWV heeft in het arbeidsmarktbeleid ook oog voor WW-uitkeringsgerechtigden en werkzoekenden met een arbeidsongeschiktheidsuitkering die voor zichzelf willen beginnen. Dat betekent niet dat het beleid erop gericht is om iedere werkzoekende zelfstandig ondernemer te laten worden. Integendeel zelfs: lang niet alle werkzoekenden hebben het immers in zich om de stap naar het zelfstandig ondernemerschap te maken. 14

WW-uitkeringsgerechtigden kunnen gedurende een periode van maximaal zes weken met behoud van uitkering en zonder sollicitatieplicht werken aan de voorbereiding van het starten van een eigen bedrijf (ondernemerskwaliteiten testen, contacten met de Kamer van Koophandel leggen en een ondernemingsplan opstellen). Deze voorbereidingsfase stelt starters in staat om de stap naar het zelfstandig ondernemerschap op een goede manier te maken. Anderzijds kan het ze van die stap afhouden als tijdens de voorbereiding duidelijk wordt dat ze eigenlijk niet geschikt zijn voor het ondernemerschap. Als een WW-uitkeringgerechtigde zelfstandig ondernemer wordt, dan kan de uitkering als aanvulling op de bedrijfsinkomsten gedurende 26 weken voor 71% behouden blijven. Verder is, onder voorwaarden, een herleving van de oude WW-uitkering mogelijk als de bedrijfsuitoefening onvoldoende succesvol blijkt en daardoor wordt gestaakt. Ook voor arbeidsgehandicapten is een goede voorbereiding op het zelfstandig ondernemerschap van groot belang. Hiervoor kan UWV een voorbereidingskrediet verstrekken. Ook kan UWV een starterskrediet verlenen. Als de arbeidshandicap een belemmering vormt voor het uitoefenen van de zelfstandige werkzaamheden, kan UWV helpen met voorzieningen en aanpassing van de bedrijfsruimte of de werkplek. Verder kan aan Wajongers onder voorwaarden voor een periode van maximaal vier jaar een inkomenssuppletie op de bedrijfsinkomsten worden verstrekt. Beoordeling van de UWV-dienstverlening voor WW-uitkeringsgerechtigden Voor wat betreft de dienstverlening aan WW-uitkeringsgerechtigden bestaat op zich geen bezwaar tegen een aanpak die gericht is op zelfredzaamheid. Dit uitgangspunt biedt werkzoekenden immers de mogelijkheid om de regie op hun arbeidsinpassingstraject in eigen hand te nemen. Verder is het niet logisch om in tijden van bezuinigingen op het UWV-budget relatief kostbare persoonlijke dienstverlening aan te bieden aan werkzoekenden die met digitale voorzieningen hun eigen weg op de arbeidsmarkt weten te vinden. Er blijven echter werkzoekenden die bij hun zoektocht naar werk wel in meer of mindere mate persoonlijke dienstverlening of een bemiddelingsondersteunende maatregel nodig hebben. Dat betekent dat dienstverlening die voornamelijk is gebaseerd op zelfredzaamheid alleen kans van slagen heeft als de volgende randvoorwaarden in het oog worden gehouden: De digitale voorzieningen moeten in technische zin zonder tekortkomingen functioneren. Hiervan is nog geen sprake. Er moeten voorzieningen worden getroffen voor werkzoekenden die geen computer of internetaansluiting hebben, niet goed kunnen lezen of schrijven of niet zodanig met computers om kunnen gaan dat ze zich langs de digitale weg een plaats op de arbeidsmarkt kunnen verwerven. Cliënten moeten via gebruikersgroepen maximaal bij de ontwikkeling van de digitale dienstverlening worden betrokken. Bij de vormgeving van Werk.nl kan dan rekening worden gehouden met de ervaringen die gebruikers in de praktijk opdoen. Om zelf te kunnen zien welke vacatures er op de regionale arbeidsmarkt zijn, moeten werkzoekenden eenvoudig toegang kunnen hebben tot een actueel vacaturebestand. Hierbij moet bedacht worden dat UWV en gemeenten de wettelijke taakopdracht hebben om op regionaal niveau samen te werken bij de registratie van vacatures. Zij moeten per arbeidsmarktregio komen tot één bestand van vacatures, waarin UWV en gemeenten de eigen vacatures inbrengen. Belangrijk beoordelingscriterium van de e-dienstverlening is dat dit niet leidt tot een omvangrijke toename van het aantal werkzoekenden dat voor hun arbeidsinpassing persoonlijke dienstverlening of een bemiddelingsondersteunende maatregel nodig heeft, maar die dienstverlening door ontbrekende middelen bij UWV niet krijgt. 15

Werk.nl moet verbeteren FNV heeft van februari tot en met mei 2013 een onderzoek uitgevoerd naar de ervaringen met Werk.nl. De resultaten laten zien dat de bereikbaarheid en de bruikbaarheid van Werk.nl ernstig te wensen overlaat. De aangeboden vacatures passen vaak niet bij het CV van werkzoekenden. Werkzoekenden hebben een lage waardering voor de ondersteuning die Werk.nl biedt bij het vinden van een baan. Bijzondere aandacht moet hierbij uitgaan naar de 35-minners die met een soms aanzienlijke arbeidshandicap de eigen weg op de arbeidsmarkt moeten zien te vinden. Naarmate er meer werkzoekenden zijn die bij hun arbeidsinpassing dienstverlening nodig hebben die UWV ze niet kan bieden, zullen vooral gemeenten de effecten daarvan voelen. Die moeten dan kiezen. Ze kunnen het gemeentelijk budget inzetten om werkzoekenden die nog tot de verantwoordelijkheid van UWV behoren snel een baan te bezorgen. Of ze kunnen wachten tot de WW-uitkering van deze werkzoekenden afloopt, waardoor ze langer werkloos zijn en waarschijnlijk dure en langdurige re-integratietrajecten nodig zullen hebben. Het is daarom van belang dat UWV de gemeente snel meldt welke WW-uitkeringsgerechtigden waarschijnlijk niet zonder een bemiddelingsondersteunende maatregel of een re-integratietraject hun weg naar de arbeidsmarkt kunnen vinden. Gemeenten kunnen dan al vroeg bepalen of zij preventief middelen willen inzetten om instroom van deze werkzoekenden in de bijstand te voorkomen. Beoordeling van de UWV-dienstverlening voor arbeidsgehandicapten De belangrijkste beoordelingscriteria voor de dienstverlening van UWV voor WGA-uit-keringsgerechtigden en vangnetters zijn: Het tijdig opstellen en actueel houden van een arbeidsinpassingsplan. Dit moet in samenspraak met de werkzoekende gebeuren. Zij kunnen hiermee hun eigen regie hebben op de inhoud van hun traject richting arbeidsinpassing. Daarnaast dient, via gerichte informatievoorziening, zeker te worden gesteld dat werkzoekenden begrijpen wat hun rechten en plichten zijn, wat in het arbeidsinpassingstraject aan eigen activiteiten wordt verwacht en welke ondersteuning zij kunnen krijgen. Werkzoekenden die zelf een baan vinden, moeten een beroep kunnen doen op voorzieningen als deze voor het vervullen van die baan noodzakelijk zijn. De mate waarin de re-integratiebedrijven die UWV heeft gecontracteerd erin slagen om arbeidsgehandicapten in duurzame arbeid te plaatsen. Hierbij moet ook worden bedacht dat het zo nodig mogelijk moet zijn om ook na de plaatsing nog ondersteuning te bieden (bijvoorbeeld via de inzet van een jobcoach). Verder moeten werkzoekenden in het contact met het re-integratiebedrijf mede kunnen bepalen hoe hun traject richting arbeidsinpassing eruit gaat zien. Als de werkzoekende dit wenst, moet het IRO-instrument kunnen worden ingezet. Jobcoaching Jobcoaching is specialistische en systematische begeleiding van een werknemer met een beperking die (nog) niet zelfstandig kan werken. Een jobcoach biedt deze begeleiding na de plaatsing in een baan. Als in deze checklist wordt gesproken over jobcoach of jobcoaching, dan wordt deze vorm van dienstverlening bedoeld. In de praktijk worden ook andere vormen van dienstverlening aangeduid als jobcoaching en wordt de term van jobcoach gekoppeld aan de uitvoering van deze dienstverlening. 16

Periodiek klanttevredenheidsonderzoek UWV onderzoekt periodiek of de dienstverlening aan werkzoekenden tegemoet komt aan hun behoeften. Op basis hiervan kunnen zonodig aanpassingen en verbeteringen in de inhoud en/of de organisatie van de dienstverlening worden aangebracht. Het is van belang dat UWV dit soort klanttevredenheidsonderzoeken samen met cliëntenraden opzet en uitvoert. Ook is een constructie denkbaar waarbij niet UWV maar de cliëntenraad de trekker van het klanttevredenheidsonderzoek is. De cliënt centraal Het rapport De cliënt centraal van de Inspectie Werk en Inkomen (december 2011) laat zien dat grootschalige kwantitatieve klanttevredenheidsonderzoeken niet altijd de beste basis bieden om de klantgerichtheid van de dienstverlening gericht te verbeteren. Vaak is het effectiever om bijvoorbeeld diepte-interviews te houden met klanten met een klacht over de dienstverlening. Frequent overleggen over de dienstverlening met een gebruikersgroep kan ook. Het is daarom raadzaam vooraf de doelstellingen voor het klanttevredenheidsonderzoek goed te formuleren en daarbij de beste methode van onderzoek te bepalen. 17

6. Dienstverlening voor de werkgever Y checklist Aandachtspunt 5 Hoe geeft UWV, samen met de gemeenten, in de arbeidsmarktregio s inhoud aan een gecoördineerde werkgeversdienstverlening? Maakt deze dienstverlening deel uit van het regionaal arbeidsmarktbeleid? Ook het dienstverleningsconcept van UWV voor werkgevers baseert zich op zelfredzaamheid. Als vertrekpunt zoeken werkgevers via Werk.nl digitaal zelf naar geschikt personeel. Meer intensieve, persoonlijke dienstverlening is er voor werkgevers die bereid zijn vacatures open te stellen voor werkzoekenden met een afstand tot de arbeidsmarkt. Met deze visie op het dienstverleningsconcept moet UWV samen met de gemeenten in de arbeidsmarktregio s in werkgeversservicepunten vormgeven aan een gecoördineerde dienstverlening voor werkgevers (zie hierna). Naast de dienstverlening aan werkgevers op het regionale niveau, beschikt UWV over een landelijk werkgeversservicepunt. Vanuit dit servicepunt worden afspraken gemaakt met branches en sectoren en grote, landelijk werkzame bedrijven en instellingen. Voor de uitvoering worden die afspraken vervolgens doorvertaald naar de regio s. Verder beschikt UWV over brancheservicepunten. Werkgevers uit de betrokken sectoren werken in die punten nauw samen met UWV aan het zo optimaal mogelijk laten functioneren van de betreffende sectorale arbeidsdeelmarkt. EURES (zie hoofdstuk 5) biedt aan werkgevers de mogelijkheid om over de grens naar geschikt personeel te zoeken. Verplichting tot samenwerking Vanuit de optiek van werkgevers werkt de arbeidsmarkt over het algemeen niet lokaal, maar regionaal: zij zoeken hun arbeidskrachten doorgaans op het lokale én op het regionale niveau. Daarom hebben UWV en gemeenten de wettelijke taakopdracht om in de 35 arbeidsmarktregio s samen te werken bij de werkgeversdienstverlening, bij het vormgeven van regionaal arbeidsmarktbeleid en bij de registratie van vacatures. Deze samenwerking moet per 1 januari 2015 volledig gerealiseerd zijn. In dat jaar vindt ook een evaluatie van de samenwerking plaats. Uitgangspunt is dat UWV en gemeenten eerst gezamenlijk verkennen welke afspraken, gelet op de behoeften en de arbeidsmarktsituatie, in hun arbeidsmarktregio het meest passend zijn. Als die afspraken niet of onvoldoende tot stand komen, kan de minister van SZW daarvoor nadere regels stellen. Gecoördineerde werkgeversdienstverlening: met één gezicht naar werkgevers Zowel UWV als gemeenten moeten in hun taakuitoefening inhoud geven aan bemiddelingsdienstverlening voor werkgevers. Om te voorkomen dat werkgevers afzonderlijk door deze organisaties worden benaderd, is wettelijk bepaald dat UWV en gemeenten in de arbeidsmarktregio s samen vorm en inhoud geven aan een gecoördineerde werkgeversdienstverlening. Zo kan ook de effectiviteit worden vergroot en kan winst worden geboekt, hetgeen belangrijk is in een tijd dat UWV en gemeenten met krimpende budgetten voor arbeidsmarktbeleid worden geconfronteerd. UWV onderhoudt de contacten met werkgevers vanuit een dertigtal plaatsen in het land. Gemeenten hebben contacten met werkgevers op het lokale, het subregionale en het regionale niveau. Op regionaal niveau kan het beste in overleg tussen de partijen worden bepaald hoe deze activiteiten optimaal op elkaar kunnen worden afgestemd. De wet schrijft slechts voor dat er in de 18

arbeidsmarktregio s één regionaal loket moet komen waar werkgevers met al hun vragen over arbeidsmarktaangelegenheden terecht kunnen (werkgeversservicepunt). De wettelijke verplichting om samen te werken, kan langs meerdere lijnen vorm krijgen. Aan de ene kant staat een aanpak waarbij UWV en gemeenten in een arbeidsmarktregio ieder vanuit een eigen werkgeversteam naast elkaar werken, maar hun activiteiten wel coördineren en afstemmen. Aan de andere kant staat een samenwerkingsscenario waarbij partijen in de arbeidsmarktregio elkaar vinden op zowel bestuurlijk strategisch als tactisch en operationeel niveau. Allerlei tussenvormen zijn ook denkbaar. Bijvoorbeeld een aanpak waarbij partijen in de regio elkaar vinden in een gezamenlijke arbeidsmarktagenda en dienstenpakket, maar de gemeenten eigen accenten in de uitvoering leggen. Het is vanuit cliëntenoptiek gewenst dat UWV inzet op het meest uitgebreide samenwerkingsscenario, zodat er voor werkgevers daadwerkelijk sprake is van één punt dat herkenbare en eenduidige publieke bemiddelingsdienstverlening levert. Voor de goede orde: dit betekent niet dat er in een arbeidsmarktregio niet meerdere locaties kunnen zijn van waaruit werkgeversdienstverlening wordt aangeboden. Maar wel dat er geen verschil zit tussen de dienstverlening die vanuit die verschillende locaties wordt aangeboden. Een dergelijke transparante aanpak is zowel voor werkgevers als werkzoekenden van groot belang. Herkenbare en eenduidige dienstverlening werkt positief uit op het vertrouwen van werkgevers in de publieke intermediairs UWV en gemeenten. Daarmee komen meer vacatures beschikbaar voor werkzoekenden die tot de arbeidsinpassingsverantwoordelijkheid van deze organisaties behoren. Werkgeversdienstverlening: onderdeel van het regionaal arbeidsmarktbeleid In de regionale arbeidsmarkt zijn meer partijen dan alleen UWV en gemeenten op zoek naar vacatures en stage- en werkervaringsplaatsen. Naast de private intermediairs (die dat al dan niet in opdracht van een publieke partij doen), zijn dat in de publieke sfeer bijvoorbeeld WSWinstellingen, kenniscentra en onderwijsinstellingen. Dit maakt het noodzakelijk ook deze partijen bij de vormgeving van de gecoördineerde werkgeversdienstverlening te betrekken en afspraken te maken over de menskracht en de middelen die de partijen voor de uitvoering van deze dienstverlening zullen inzetten. Zo worden afspraken over een gecoördineerde werkgeversdienstverlening onderdeel van het regionale arbeidsmarktbeleid dat in de arbeidsmarktregio s in overleg tussen de betrokken partijen vorm moet krijgen. Gemeenten moeten hiertoe een aanzet geven, omdat zij de voortrekkersrol hebben bij de totstandkoming van een samenhangend regionaal arbeidsmarktbeleid. Kenniscentra Er zijn in Nederland 17 sectorale kenniscentra beroepsonderwijs bedrijfsleven actief die de schakel vormen tussen het middelbaar beroepsonderwijs en het bedrijfsleven. De kenniscentra hebben contacten met werkgevers om leerbedrijven te werven waar leerlingen uit het middelbaar beroepsonderwijs het praktijkdeel van hun opleiding kunnen volgen. Vinger aan de pols in een ontwikkelingstraject Het maken van afspraken over en het in de werkprocessen regelen van een gecoördineerde werkgeversdienstverlening is geen proces dat van vandaag op morgen totstand komt. Zeker niet omdat er naast UWV en gemeenten ook andere regionale arbeidsmarktpartijen bij betrokken zijn. In de praktijk zal veel eerder sprake zijn van een groei- en ontwikkelingsproces. Daarom is het noodzakelijk dat UWV aan de cliëntenraad aangeeft wanneer de gewenste eindsituatie gerealiseerd kan zijn (uiterste datum 1 januari 2015) en periodiek verslag doet over de voortgang van het proces. 19

Aandachtspunt 6 Y checklist Wordt bij de dienstverlening aan werkgevers voldoende rekening gehouden met: De wensen en behoeften van werkgevers. Een werkgeversbenadering op basis van een marktbewerkingsplan. Dienstverlening door een vaste contactpersoon vanuit een herkenbare en goed bereikbare plaats. Het betrekken van werkgevers bij de ontwikkeling van arbeidsinpassingstrajecten voor werkzoekenden. Een actueel werkzoekendenbestand dat werkgevers gemakkelijk kunnen raadplegen. Ondersteuning van de regionale werkgeversbenadering door afspraken met lokale en regionale werkgeversnetwerken en met sociale partners in branches en sectoren op landelijk niveau. Een periodiek klanttevredenheidsonderzoek. De wensen en behoeften van werkgevers De ene werkgever is de andere niet en dus lopen de wensen en behoeften aan dienstverlening bij de vervulling van hun vacatures uiteen. Grote bedrijven en instellingen beschikken vaak over professionele HRM-afdelingen die de personeelsvoorziening in eigen beheer uitvoeren. Middelgrote en kleine bedrijven (het MKB) hebben minder vaak HRM-personeel in dienst en kunnen dus meer hun voordeel doen met de expertise van publieke en private intermediairs. Er zijn werkgevers die vooral op lokaal niveau actief zijn tegenover regionaal en landelijk werkende bedrijven en instellingen. Sommige werkgevers zijn vooral geïnteresseerd in een snelle opvulling van hun vacatures met direct volledig inzetbaar personeel. tegenover werkgevers die bereid zijn om een deel van hun vacatures open te stellen voor werkzoekenden met een afstand tot de arbeidsmarkt. Ondanks deze diversiteit, geldt dat werkgevers behoefte hebben aan voorzieningen die een snelle en professionele invulling van hun vacatures met geschikte en gekwalificeerde werkzoekenden mogelijk maken. Zij hechten aan: Herkenbare en eenduidige inhoud en uitvoering van dienstverlening op regionaal niveau. Een vaste contactpersoon die - ook in de vorm van bedrijfsbezoek - persoonlijke dienstverlening kan verzorgen. De mogelijkheid om afspraken te maken over de voorselectie van kandidaten. Bemiddelingsmethoden waarbij werkzoekenden zelf contact met een werkgever kunnen opnemen, zorgen vooral in de visie van werkgevers in het MKB vaak voor een toeloop van (te) veel ongeschikte kandidaten. Consulenten of klantmanagers met branche- en sectorkennis en met een goed inzicht in het werkzoekendenbestand. Tussentijdse informatie over de kans op vervulling van de vacature. Nazorg Financiële regelingen die het mogelijk maken om met beperkte administratieve lasten de (vermeende) risico s op te vangen van het in dienst nemen van werkzoekenden met een afstand tot de arbeidsmarkt. Goede informatie over rechten en plichten bij langdurige ziekte/arbeidsongeschiktheid van werknemers of wanneer werknemers ontslagen moeten worden. 20

Dienstverlening aan werkgevers Als rekening wordt gehouden met de wensen van werkgevers, dan zou de dienstverlening bij de vervulling van vacatures er als volgt uit kunnen zien. Werkgevers kunnen hun vacatures elektronisch, schriftelijk, telefonisch en persoonlijk melden. Daarbij worden met een vaste contactpersoon afspraken gemaakt over de aanpak van de vacaturebehandeling (distributiekanalen, distributiewijze, wel of geen voorselectie van geschikte werkzoekenden en de vervaldatum van de vacaturepresentatie). Zo spoedig mogelijk na de vacature-intake (te denken valt hierbij aan een periode van maximaal 72 uur na de melding van de vacature) wordt aan de werkgever gemeld welke vervullingmogelijkheden er op welke termijn voor de aangemelde vacature zijn. Daarbij worden ook de mogelijkheden voor de inzet van bemiddelingsondersteunende maatregelen besproken. Wanneer vacaturevervulling wel tot de mogelijkheden lijkt te behoren, maar dit meer tijd in beslag gaat nemen, wordt afgesproken hoe de werkgever tussentijds over de voortgang wordt geïnformeerd. Als invulling van de vacature binnen afzienbare termijn niet haalbaar is, wordt de werkgever geadviseerd over mogelijk te ondernemen stappen om daartoe wel te komen. Als een vacature is ingevuld, worden voor de werkgever nazorgactiviteiten ondernomen. Minder realistische functievereisten De wensen en behoeften van werkgevers zijn het uitgangspunt voor de invulling van de werkgeversdienstverlening. Dat neemt niet weg dat werkgevers bij hun vacaturestelling soms minder realistische functievereisten formuleren. Met als gevolg dat de vacature moeilijk vervulbaar kan worden. Medewerk(st)ers die zich met de aanbodgerichte bemiddeling van werkzoekenden bezig houden, moeten hier alert op zijn. Zij kunnen, in goed overleg met de werkgever, bezien hoe het gevraagde functieprofiel kan worden aangepast. Hierdoor kan de werkgever de vacature invullen én wordt een baan gecreëerd voor een werkzoekende met een afstand tot de arbeidsmarkt. Vraaggerichte en aanbodgerichte arbeidsbemiddeling Een vraaggerichte arbeidsbemiddeling neemt een openstaande vacature als vertrekpunt en zoekt daar een geschikte werkzoekende bij of zet instrumenten (bijvoorbeeld scholing) in om een werkzoekende voor de vacature geschikt te maken. Aanbodgerichte arbeidsbemiddeling neemt de situatie van de werkzoekende als uitgangspunt en probeert voor die werkzoekende, vaak met inzet van een instrument (bijvoorbeeld jobcoaching of een loonkostensubsidie), een baan bij een werkgever te vinden. Of een functie aan te passen aan de vaardigheden van de werkzoekende (zie hoofdstuk 8). Bij aanbodgerichte arbeidsbemiddeling moet voorkomen worden dat de beschikbare vacatures pas aan het eind van re-integratietrajecten en dus te laat in beeld komen. Marktbewerkingsplan Gecoördineerde werkgeversdienstverlening kent een aantal aspecten. Naast een efficiënte behandeling van vacatures die werkgevers spontaan melden, draait het ook om het actief binnenhalen van vacatures bij werkgevers door gerichte bedrijfsbezoeken. Hierbij verdienen vooral werkgevers de aandacht die vacatures hebben met functie-eisen die matchen met de kwalificaties van de werkzoekenden. Verder is het van belang om de gerichte bedrijfsbezoeken te concentreren op werkgevers die bereid zijn om werkzoekenden met een afstand tot de arbeidsmarkt een baan te bieden. Die bereidheid kan voortvloeien uit de behoefte om maatschappelijk verantwoord te ondernemen, uit afspraken in de CAO, uit een dreigend tekort aan personeel of uit een afspraak in de sfeer van 21