Informatie over het examen Nederlands als Tweede Taal, niveau 5+6



Vergelijkbare documenten
Informatie over het examen Nederlands als Tweede Taal niveau 6

Informatie over het examen Nederlands als Tweede Taal, niveau 3+4

Lesbrief 14. Naar personeelszaken.

André Rouvoet ChristenUnie. Foto: Marie Cecile Thijs

Checklist Gesprek voeren 2F - handleiding

Hoofdstuk 4 Stage en werk zoeken 86 Luisteren 87 Lezen 93 Schrijven 101 Spreken 109

Thema In en om het huis.

Thema Op het werk. Lesbrief 16. Herhaling thema.

U leert in deze les om een mening vragen. U wilt dan weten wat iemand vindt.

Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten

Mijn ouders zijn gescheiden en nu? Een folder voor jongeren met gescheiden ouders over de OTS en de gezinsvoogd

Met welk werk kunnen kinderen uit groep 5-6 thuiskomen en hoe kunt u uw kind thuis helpen?

Voorwoord. Veel succes met de schrijftraining! Amsterdam, februari Freek Bakker Joke Olie. 6 Voorwoord

Dit is het verkiezingsprogramma van de ChristenUnie. Dit vindt de ChristenUnie belangrijk voor Nederland. Lees maar!

Ervaringen van mensen met verstandelijke beperkingen of psychiatrische problemen met zelfstandig wonen en deelname aan de samenleving

Tips Examen Nederlands

Kijk nog eens in het boek op bladzijde 80 naar Werkwoorden in een andere tijd.

Jezus vertelt, dat God onze Vader is

Project Alcohol 2014

Document vertellen en presenteren voor de groepen 1, 2, 3 en 4. Doelen van vertellen en presenteren in groep 1 en 2:

Schrijven voor het staatsexamen NT2 -I. 20 jaar staatsexamens NT2

CP17. het werkoverleg

Jezus maakt mensen gelukkig

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken

Thema Kinderen en school. Demet TV. Lesbrief 9. De kinderopvang

U leert in deze les "toestemming vragen". Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen.

Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine?

Creatief en flexibel toepassen van Triplep. Maarten Vos Doe, laat zien, lach, oefen en geef applaus

Profiel Academische Taalvaardigheid

Verslag van dataverzameling in functie van het onderzoek van de NTU naar het schrijfleven van leerlingen

Dag! kennismaken. Ik ben Eric.

Hoe maak je een werkstuk?

Alles onder de knie? 1 Herhalen. Intro. Met de docent. 1 Werk samen. Lees het begin van de gesprekjes. Maak samen de gesprekjes af.

Les 2: Voorspellen Tekst: Veilig in het verkeer. Introductiefase: 2. Vraag: "Kan iemand zich nog herinneren wat de bedoeling was bij het voorspellen?

Wat is PDD-nos? VOORBEELDPAGINA S. Wat heb je dan? PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen.

Thema Kinderen en school. Lesbrief 19. Samen naar de bibliotheek

Bijlage interview meisje

werkbladen thema 7 DE BASISSCHOOL

2002/2003 SPREKEN EXAMEN I. Voorbeeldexamen Tijdsduur ± 30 minuten. Opgavenboekje. Examennummer kandidaat: Aanwijzingen. Staatsexamen Nederlands

Beginnerslessen. Lesbrief 42. Het inburgeringsexamen

> TAALWERKBLAD PARTICIPATIE

Beeld Hoofdstuk 5. Uitgeschreven tekst. NL test

Noach bouwt een ark Genesis 6-8

Les 1 Voorspellen Leestekst: De nieuwe computer. Introductiefase: 2. Vraag: "Kan iemand mij vertellen wat voorspellen betekent?"

Actualiteit in de klas, voor mij is dat... Wereldburgerschap in de klas: Actua mijn nota s

OPZOEKEN IN HET WOORDENBOEK (1)

Thema Op het werk. Lesbrief 15. Vrij vragen

Luisteren: muziek (A2 nr. 3)

Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine?

Introducties telefonisch interview

VERLENGEN KOPEN RUILEN BETALEN

INFORMATIE OVER VOEDING ZOEKEN EN BESPREKEN

Vragenlijst Depressie

Handboek Politiek. Derde Kamer der Staten-Generaal

Eindexamen maatschappijleer 2 vmbo gl/tl I

VOLLEDIGE INSTRUCTIES LEESVAARDIGHEID

Luisteren: muziek (B1 nr. 1)

Luisteren. Examentips verzameld. Examentip Hoofdstuk 2

Stem dan ChristenUnie. André Rouvoet ChristenUnie

Openingsgebeden INHOUD

Tekst lezen en vragen stellen

Wie is dat? thema. Hoe heet jij? Ik weet het niet! Beatriz. Marco. Hallo, ik heet Jürgen. Dag mevrouw. Dag meneer. Hoi! Ik heet Bushra. En jij?

GROEP 3 GROEP 4 GROEP 5 GROEP 6 GROEP 7 GROEP 8. limme Taal. Kranten en tijdschriften

Randvoorwaarden In les 2 hebben leerlingen individueel een computer met internet nodig. Alternatief: leerling voert les 2 thuis uit.

Zin in schrijven! Workshop vrij en creatief schrijven voor jonge anderstaligen door Fros van der Maden - auteur Op Schrift -

Actielessen. Lesbrief 3. Leren in de bibliotheek. Wat leert u in deze les? Veel succes!

Voorbereidingsmateriaal bij voorbeeldexamens Staatsexamen NT2 Programma II

Groep 7/8 Rechten van het kind

Checklist Presentatie geven 2F - handleiding

Inhoud. 1 Wil je wel leren? 2 Kun je wel leren? 3 Gebruik je hersenen! 4 Maak een plan! 5 Gebruik trucjes! 6 Maak fouten en stel vragen!

januari/februari 2014 De Rosa Mentorles Mens & Maatschappij Nederlands Engels Drama PROJECT TITEL Werkboek First ID

Vraag aan de zee. Vraag aan de tijd. wk 3. wk 2

Do s and Don ts of Bilingual Education

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over,

Koningspaard Polle en de magische kamers van paleis Kasagrande

Wat kan ik voor u doen?

34Vraaggericht werken

2c nr. 1 zinnen met want en omdat

Pluslessen. Les 42. Contact met elkaar. Wat leert u in deze les? Succes! 0 Een praatje beginnen met onbekenden.

Werkblad 3: Gravenfeest China

Workshop C Waarom is stemmen belangrijk en hoe maak ik mijn keuze?

Persoonlijke competenties Sociale competenties Leer (school) competenties

Thema Gezondheid. Lesbrief 5. De tandarts

Dagboek Nederland onder water?! Komt Nederland onder water te staan? En wat kunnen jij en de politiek doen om dit te voorkomen?

Leren praten Turks. Colofon. Hart voor Brabant

Oefentoets 1 - Leesvaardigheid A1

De Nationale Stichting ter Bevordering van Vrolijkheid

Kies uit: schiet op jarig ziekenhuis sport laat. 1 Morgen is mijn dochter. Ze wordt zes jaar. 3 Ik op maandag, woensdag en vrijdag.

Ontdek de Bibliotheek. Ontdek de Bibliotheek. Ontdek de Bibliotheek

Thema Op het werk. Lesbrief 14. Opdrachten

PTA Engelse taal en literatuur HAVO Belgisch Park cohort

TITEL ACTIVITEIT + beschrijving: filosofisch gesprek over geloven.

Hoe maak je een werkstuk?

CP9. In gesprek over de toekomst

De olifant die woord hield

Hoofdstuk 8 Kenmerken van de thuisomgeving

Als opvoeden even lastig is

september 2013 Huygens College Kernuur Leesles Muziek Engels Dans PROJECT TITEL Werkboek First ID

PROFIEL TOERISTISCHE EN INFORMELE TAALVAARDIGHEID

Dit boekje is van... Mijn naam is: Mijn gezinsvoogd heet: Het telefoonnummer van de gezinsvoogd is:

Transcriptie:

Informatie over het examen Nederlands als Tweede Taal, niveau 5+6 Dit examen doen deelnemers aan de taalcursus Nederlands Niveau 5+6 van de Universiteit Leiden. Deze cursus bestaat uit 120 contacturen. In totaal heeft men 360 contacturen gehad. Het examen bestaat uit de volgende onderdelen: Schrijven De kandidaat schrijft een tekst van ongeveer 300 woorden. Hij/zij kan kiezen uit twee titels die enigszins worden toegelicht. Van de kandidaat wordt verwacht dat hij/zij reageert op een aantal vragen en eigen commentaar geeft. Gelet wordt op verwerking van de opdracht, opbouw, woordgebruik, spelling en interpunctie. Dit onderdeel duurt 75 minuten. Hierna vindt u een voorbeeld van een schrijfopdracht. Luisteren Het examen Luistervaardigheid bestaat uit twee onderdelen, doorgaans een interview en een lezing. De kandidaat luistert twee maal naar elk onderdeel op de band. De onderdelen zijn de tweede keer gepauzeerd. De kandidaat moet hierover een aantal meerkeuzevragen beantwoorden. De kandidaat kan de band niet stoppen. Dit examen wordt in twee sessies van elk ongeveer 30 minuten afgenomen. Meerkeuzetoets In een aantal zinnen zijn steeds één of meer woorden weggelaten. Hiervoor worden in meerkeuzevorm vier mogelijkheden aangeboden. De kandidaat moet de juiste mogelijkheid kiezen. Dit onderdeel duurt 45 minuten. Hieronder vindt u een aantal voorbeeldopgaven. Lezen Dit onderdeel bestaat uit drie leesteksten waarover de kandidaat ongeveer 20 meerkeuzevragen moet beantwoorden. Dit onderdeel duurt 75 minuten. Hierna vindt u een voorbeeldtekst. Spreken De kandidaat krijgt een stelling waarbij hij/zij gedurende drie minuten kan nadenken over wat hij/zij wil gaan zeggen. Tijdens het gesprek wordt onder meer gelet op communicatieve vaardigheden, constructies, woordkeus, beheersing vocabulaire en uitspraak. Dit onderdeel duurt 10-15 minuten. Hierna vindt u een voorbeeldstelling. Het is toegestaan een woordenboek te gebruiken tijdens de onderdelen Schrijfvaardigheid en Leesvaardigheid Bij de andere onderdelen is het gebruik van een woordenboek niet toegestaan. 2009 juni - Wijzigingen voorbehouden

Voorbeeldopgaven Meerkeuzetoets Kies het juiste antwoord 1. Ik heb haring met uitjes gegeten. a. nog niet b. niet c. geen d. nog nooit 2. Onze schoondochter heeft iets vrolijks. a. over zichzelf b. over zich c. op zich d. op zichzelf 3. Hij is nog nooit in het zuiden van Rotterdam geweest terwijl hij al zijn hele leven in Rotterdam. a. leeft b. heeft gewoond c. woont d. woonde 4. Nadat het cursusjaar, gingen de meeste docenten met vakantie. a. had afgelopen b. is afgelopen c. was afgelopen d. heeft afgelopen 5. Ik vind het grappig dat politici regelmatig op de televisie kunnen zien. a. hen b. hun c. zichzelf d. zich 6. Hij gaat ieder jaar vliegtuig naar zijn familie in Canada. a. met een b. per c. met het d. per een 7. De voorzitter probeerde een collega te onderbreken, maar dat lukte hem niet. a. te praten b. kletsende c. pratende d. te kletsen 8. In van Nederland stemmen erg veel mensen op het CDA. a. het zuiden b. zuiden c. zuidelijk deel d. een zuidelijk deel 9. Pierre komt uit Parijs en toevallig komt mijn buurman. a. er ook uit b. er uit ook c. daar vandaan ook d. daar ook vandaan 10. De koningin volgende week ons nieuwe hoofdkantoor openen. a. gaat b. wil c. zal d. kan 11. De spelers van deze voetbalclub kennen allemaal erg goed. a. zich b. hen c. ze d. elkaar 12. Lang niet deelnemers aan het juridische congres hebben rechten gestudeerd. a. al b. alle c. elke d. zulke 13. Op dit moment wordt deze bekende Nederlandse roman in Engels vertaald. a. het b. c. de d. een

14. Maas stroomt door Rotterdam. a. Het b. c. De d. Een 15. De leden van de Veiligheidsraad in New York kunnen niet zonder tolken werken. a. b. de c. paar d. een 16. De vele bij deze organisatie hebben ertoe geleid dat er een nieuw team van specialisten is samengesteld. a. crises b. crisis c. criticus d. critici 17. Die docent is ontzettend aardig; kan hij niet goed lesgeven. a. ondanks b. hoewel c. dan d. desondanks 18. Die kleine partij vindt dat er minder op het gebied van euthanasiewetgeving. a. zou getolereerd moeten worden b. worden getolereerd zou moeten c. getolereerd zou moeten worden d. getolereerd moeten worden zou 19. Wil jij de cd s en dvd s morgen naar de bibliotheek terugbrengen? a. te lenen b. geleende c. lenende d. geleend 20. Het zou goed zijn als alle armen in de wereld van de vrijgevigheid van de rijke landen. a. zou kunnen profiteren b. zouden kunnen profiteren c. kunnen profiteren zou d. kunnen profiteren zouden 21. De accountant tot het controleren van de jaarafrekening. Voor de begroting moet hij een collega om hulp vragen. a. zal zich beperken moeten c. zal moeten zich beperken b. zal moeten beperken zich d. zal zich moeten beperken 22. De voorzitter gaf voor zijn heldere uitleg. a. de gastspreker een compliment c. compliment de gastspreker b. een compliment de gastspreker d. de gastspreker compliment 23. Gisteren ons bedrijf in verband met een bedrijfsfeest een uur eerder gesloten dan eergisteren. a. wordt c. heeft b. is d. was 24. De arts deze patiënt gelukkig genezen. De patiënt mag waarschijnlijk volgende week al naar huis. a. is c. wordt b. heeft d. had

Sleutel meerkeuzetoets 1 D 9 D 17 D 2 B 10 C 18 C 3 C 11 D 19 B 4 C 12 B 20 B 5 C 13 A 21 D 6 C 14 C 22 A 7 C 15 A 23 B 8 A 16 A 24 B Voorbeeldtekst Lezen Nederlander krijgt het te druk voor tv 5 10 15 20 25 30 35 Nederlanders zijn de afgelopen vijf jaar minder televisie gaan kijken. In 1995 keken zij gemiddeld nog 12,4 uur per week, in 2000 was dat teruggelopen tot 12,1 uur. Dit blijkt uit de eerste analyses van het vijfjaarlijkse Tijdbestedingsonderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP). Sinds de jaren vijftig nam de tijd die Nederlanders aan tv-kijken besteedden, gestaag toe. Deze ontwikkeling bereikte in 1995 een hoogtepunt met de introductie van de commerciële zenders SBS 6 en Veronica. Het nieuwtje lijkt er nu een beetje af, concluderen onderzoekers van de Katholieke Universiteit Brabant in een analyse van de SCP-cijfers. In 1995 werd gemiddeld 6,1 uur per week naar commerciële zenders gekeken, in 2000 5,4 uur. De dalende populariteit van tv is niet te verklaren door de opmars van internet, zegt dr. K. van Eijck, docent vrijetijdswetenschappen aan de KUB. 'Het gebruik van internet nam fors toe, maar vooral onder jongeren. Dat is een groep die ook veel televisie kijkt.' Uit zijn analyse blijkt dat de groep van 25 tot 55 jaar minder is gaan kijken. Van Eijck: 'Dat is de druk, druk, druk-groep, de tweeverdieners met veel verplichtingen. De media zijn toch een soort sluitpost. Je kijkt tv als je aan alle andere verplichtingen hebt voldaan.' Dat geldt evenzeer voor het lezen van kranten, boeken en tijdschriften. Tussen 1995 en 2000 daalde de leestijd verder, van 4,6 tot 4 uur per week. De media verliezen ook terrein omdat Nederlanders steeds uithuiziger worden, aldus Van Eijck. Het bezoek aan pretpark, evenement, koopzondag of meubelboulevard is aanzienlijk toegenomen. Ook gaan mensen vaker uit eten of naar de kroeg. Uit het onderzoek blijken duidelijke generatieverschillen. Vergeleken met tien jaar geleden zijn ouderen meer gaan lezen en meer naar de publieke tv gaan kijken. Bij jongeren, geboren na 1974, is de tijd voor deze 'oude media' juist ruimschoots gehalveerd, terwijl de tijd voor 'nieuwe media', in dit geval commerciële televisie en internet, navenant toenam. Vaak wordt gedacht dat jongeren vanzelf de weg naar dagblad en publieke omroep zullen terugvinden als zij eenmaal de dertig gepasseerd zijn. Deze verwachting wordt echter allerminst bevestigd door het onderzoek van de KUB. 'Natuurlijk is het nog een beetje vroeg, omdat commerciële televisie nog maar een jaar of tien bestaat. Maar wij zien dat mensen die met commerciële tv opgroeien ook bij die zenders blijven hangen', zegt Van Eijck.

40 45 Maar het is toch moeilijk voor te stellen dat dertigers en veertigers nog altijd vol enthousiasme naar Door 't Lint zappen? Van Eijck: 'We hebben niet onderzocht naar welke programma's ze precies kijken. Maar ze zijn wel gewend aan televisie die snel, afwisselend en lollig is. Als ze wat ouder worden, slaan ze misschien de grootste flauwekul over, maar ze zullen niet zo snel naar een documentaire van anderhalf uur kijken, of een moeilijk boek lezen. Daar hebben ze ook helemaal geen ervaring in.' Uit: De Volkskrant, 11 juli 2001 Voorbeeld van een schrijfopdracht Beantwoord minstens twee van de drie gestelde vragen. Citeer niet te veel uit de opdracht, maar gebruik eigen woorden. Tijd: 75 minuten Aantal woorden: 275 325 Woordenboek: toegestaan. Scholen In Nederland zijn er openbare scholen (voor iedereen toegankelijk, ze mogen geen leerlingen weigeren, er wordt een beetje aandacht aan alle godsdiensten besteed) en bijzondere scholen (zoals christelijke, katholieke en islamitische scholen). In de praktijk kiezen ouders een school in de buurt met een goede naam en zo zul je ook kinderen die bijvoorbeeld niet katholiek zijn, tegenkomen op een katholieke school. In de grotere steden kent men het verschijnsel zwarte scholen (een school met meer dan 50% allochtonen). Nederlandse ouders willen hun kinderen niet naar deze scholen sturen en kiezen liever een witte school die iets verder van hun huis ligt. Is het goed om al deze verschillende soorten scholen in stand te houden? Moet bijvoorbeeld de gemeente zich bemoeien met de schoolkeuze en ouders dwingen om hun kind naar een bepaalde school te sturen? Is het mogelijk en wenselijk om het verschijnsel zwarte scholen aan te pakken? Geef uw mening en geef argumenten.