Monitor Jeugdconvenanten. Jeugdbeleid Jeugdzorg Gelderland. Vera van Dam (Spectrum) Angelique van Middendorp (prov. Gelderland)



Vergelijkbare documenten
Raadsleden College van Burgemeester en Wethouders

Monitoring Kijk op Kleintjes

Monitor Experimenten Ambulante Jeugdzorg zonder indicatie

Aanwezigheid onderwijszorgstructuren

Eerder en Dichtbij. Projectplan

Evaluatie Zorg Advies Teams 0-12 jarigen Maassluis

In deze notitie wordt bovengenoemde concrete actie nader uitgewerkt.

BESLUITEN. B&W-nr.: d.d

Aanpak: Er op af aanpak vanuit zorgnetwerken. Beschrijving

Programma. Passend onderwijs ZAT - CJG; samen sterk voor de jeugd. Landelijk Steunpunt ZAT s

INFORMATIE VERWIJSINDEX RISICOJONGEREN. Dit memo bevat inhoudelijke informatie. De procesaanpak wordt toegelicht in de presentatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Leiderdorp

Jeugdbeleid en de lokale educatieve agenda

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE GEMEENTE. Westland

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2017 IN DE GEMEENTE. Nederweert

Plaats Kinderdagverblijf Peuterspeelzaal School

Bestuurlijke afspraken in het kader van de voorbereiding transitie Jeugdzorg

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE GEMEENTE. Blaricum

Presentatie t.b.v. studiedag 16 mei 2013

Rapport 833 Derriks, M., & Kat, E. de. (2020). Jeugdmonitor Zeeland Amsterdam: Kohnstamm Instituut.

Aanpak: Bemoeizorg. Beschrijving

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Terschelling

Ervaringen van een RAAK-regio

Startnotitie jeugd- en jongerenbeleid Dalfsen Segment-groep, J. de Zeeuw september 2008

CMWW. Evaluatie Jeugd Preventie Programma Brunssum

Evaluatie convenanten met gemeenten inzake aansluiting jeugdzorg en jeugdbeleid

Aanpak: Bijzondere Zorg Team. Beschrijving

Model convenant Zorg- en adviesteam in het onderwijs

Uitkomsten eerste meting voorjaar 2012

Meldcode Kindermishandeling en Huiselijk Geweld

STICHTING BASISVOORZIENING PEUTERSPEELZAALWERK ERMELO

Op diverse onderdelen van het beleidskader willen wij opmerkingen maken. Voor een uitgebreidere toelichting verwijzen wij naar de bijlage.

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 EN 2016 IN DE GEMEENTE. Achtkarspelen

Centrale helpdesk voor gemeenten. Samenwerken voor de jeugd

De lokale educatieve Agenda. Hoe ver zijn we? Joke ten Berge

Organisatiestructuur jeugdbeleid: De jeugd en haar toekomst

Evaluatie sociaal gebiedsteam juli 2015

Q&A De veranderde werkwijze Veilig Thuis

Bureau Jeugdzorg Gelderland Bereikbaar en Beschikbaar

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE GEMEENTE

Jeugdzorg in Gelderland september 2011

Transitie Jeugdzorg en Passend Onderwijs

voor- en vroegschoolse educatie Convenant uitvoering Boxtels model

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 IN DE GEMEENTE. Midden-Drenthe

Project: Ontwikkelen van Outcome-indicatoren voor de Zorg Advies Teams, Tilburg Dossiernummer: ZonMw,

Wat worden leerlingen en ouders hier beter van? Wat levert het op voor leerkrachten, scholen en partners?

Roadmap uitrol CJG Meppel Kostenindicatie jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec Funding via: Prio

Aanpak: Praktische gezinsondersteuning. Beschrijving

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2017 IN DE GEMEENTE. Heerhugowaard

Zorgcoördinatie door de Jeugdgezondheidszorg. Paul van der Velpen Directeur GGD Hart voor Brabant

Convenant Centrum Jeugd en Gezin Tynaarlo

Aanpak: Gezinscoaching. Beschrijving

Checklist kwaliteit van het ZAT in het VO

Aanpak: Voorwaardelijke Interventie Gezinnen. Beschrijving

Achtergrondinformatie Pilot ITJ Eindhoven

De verbinding van onderwijs en jeugd in de Liemers

4. Protocollen en reglementen Zorgstructuur Datum 9 januari 2014 Versie 2 Blad 1 van 5 ZORGSTRUCTUUR

Inventarisatie Zorgteams 0-4 in Gelderland

Culemborgs VVE beleid

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE

Aanpak: CJG-aanpak. Beschrijving

Resultaatafspraken voor VVE in gemeente Westvoorne

Voorstel aan : Gemeenteraad van 26 januari 2009 Door tussenkomst. Nummer : Onderwerp : Startnotitie Centrum Jeugd en Gezin Bijlage(n) : 1

Onderwerp Voortgangsrapportage : De kwaliteit van Voor- en Vroegschoolse Educatie in de gemeente Haarlem in schooljaar ' BBV nr:

Zorgen voor het bedreigde kind. Onderzoek naar de samenwerking tussen Raad voor de Kinderbescherming en Bureau Jeugdzorg

Evaluatie van Kijk op kleintjes. Nijmegen. SPECTRUM Centrum Maatschappelijke Ontwikkeling Gelderland

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Beverwijk

Onderwerp Inhoudelijke Verantwoording Brede Doeluitkering Centrum voor Jeugd en Gezin 2011

Centrum Jeugd & Gezin Maasland

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Ermelo

Aanpak: Casusregie en inzet gezinscoaching. Beschrijving

Rapportage doelstellingen 2009 Kadernota Wmo.

Aanpak: Signalerings- en vangnetfunctie. Beschrijving

Informatie voor professionals

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 EN 2016 IN DE GEMEENTE. Leeuwarderadeel

Aan de gemeenteraad van Nijmegen. Geachte leden van de raad,

de jeugd is onze toekomst

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2017 IN DE GEMEENTE. Boekel

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN IN DE GEMEENTE. Tiel

Jaarverslag Integrale Vroeghulp Noord-Holland-Noord

Geachte mevrouw Coenders,

Monitor Aansluiting Onderwijs Jeugdhulp Vragenlijst op beleidsniveau

Jeugdarts en de Jeugdwet 2015

De Limburgse Jeugdmonitor

Totaal in begeleiding 2015

Monitor Aansluiting onderwijs jeugdhulp

Prestatie-overeenkomst subsidie peuterspeelzaal Lennisheuvel en WE- doelgroepkinderen in 2016: H. SchujjŗmşíP-^''^

Totaal in begeleiding 2015

Kinderdagverblijf Buitenpret. Peuterspeelleergroep De Krullevaar Peuterspeelleergroep Pim&Pom PROTOCOL VVE

VERSTERKEN BASISSTRUCTUUR. Transformatie van de jeugdhulp in regio FoodValley

BESLUITEN. B&W-nr.: d.d Pilot Jeugdpreventieteam

Integrale Vroeghulp Noord-Holland-Noord Jaarverslag Jaarverslag Integrale Vroeghulp Noord-Holland-Noord 1/6

Zorg voor Jeugd Raadsinformatieavond. 22 januari /02/2013 1

Uitkomsten verbeterpunten toezichtonderzoek Venlo

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Den Helder

Kinderen met een beperking van AWBZ naar Jeugdwet. Toeleiding naar gespecialiseerde zorg voor kinderen met een beperking

concept indicatorenset Monitor Passend Onderwijs en Jeugdhulp

Monitor Aansluiting onderwijs jeugdhulp

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 IN DE GEMEENTE. Heerenveen

Een verkenning van de toeleiding van vluchtelingen naar de reguliere zorg Praktijkervaringen uit 5 gemeenten

Transcriptie:

Monitor Jeugdconvenanten Jeugdbeleid Jeugdzorg Gelderland Jaap Terpstra (Spectrum) Vera van Dam (Spectrum) Angelique van Middendorp (prov. Gelderland) Maart 2008 Notitienummer N08 2091JT/av267.047b/2/25-04-08 SPECTRUM Centrum Maatschappelijke Ontwikkeling Gelderland

Inhoud Inleiding...1 Samenvatting...5 Thema 1. Inzet aansluitingsbudget BJz...9 Thema 2. Zorgstructuur 0-4 jaar... 17 Thema 3. Onderwijs-zorgstructuur primair onderwijs... 25 Thema 4. Onderwijs-zorgstructuur voortgezet onderwijs... 29 Thema 5. Voortijdig schoolverlaten... 31 Thema 6. Pedagogische informatie, advisering en licht- ambulante hulp... 37 Thema 7. Toegankelijkheid en toeleiding... 43 Thema 8. Coördinatie van zorg/gezinscoach... 49 Thema 9. Vindplaatsgerichte hulpverlening... 55 Thema 10. Ondersteuning na jeugdzorg... 59 Thema 11. Veiligheid en criminaliteit... 65 Thema 12. Dak- en thuisloze jongeren... 71

Inleiding Dit is de eerste monitor jeugdconvenanten die in Gelderland wordt uitgevoerd en is daarom te beschouwen als een nulmeting. Met de monitor willen we een beeld schetsen van de stand van zaken van de convenanten afstemming jeugdbeleid jeugdzorg zoals die tussen de provincie en de Gelderse gemeenten zijn afgesloten. De basis voor de convenanten is het provinciale beleidskader Jeugd waarin de ambities in twee programma s zijn uitgewerkt: Versterking en Aansluiting en Sturing Jeugdzorg met daarin de uitvoering van de jeugdzorg. Versterking en Aansluiting gaat over versterking van het gemeentelijke jeugdbeleid en de aansluiting van jeugdzorg op de lokale en regionale jeugdnetwerken. In dit programma wordt een aantal projecten uitgewerkt: Convenanten Jeugdbeleid - Jeugdzorg, Gezin en Opvoeding, Onderwijs en Zorg, Jeugd en Veiligheid, Beleidsinformatie en Zwerfjongeren. Daarnaast is er een apart thema Ontwikkeling en Ontplooiing waarin speelruimte, vrijwilligersbeleid en jongerenparticipatie centraal staan. Het provinciale project Onderwijs en Zorg is eind 2007 beëindigd en krijgt een vervolg in het reguliere werkplan van Spectrum. De problematiek van voortijdig schoolverlaten wordt in het nieuwe project Gelderse aanval op de uitval opgepakt. De monitor Jeugdconvenanten, dat als doel heeft het monitoren van de voortgang op de thema s in de convenanten afstemming Jeugdbeleid Jeugdzorg, maakt onderdeel uit van het project beleidsinformatie. Met de monitor willen we de voortgang meten van de afspraken die in deze tussen provincie en gemeenten zijn gemaakt. De beschikbare informatie, waaruit de voortgang over de afstemming blijkt, is tot nu toe verspreid over verschillende bronnen, rapporten, nota s en registraties en zijn met behulp van deze monitor samengevoegd tot een overzichtelijk geheel. Hierdoor zijn we in staat om een aantal verbindingen te leggen en conclusies te trekken voor de verdere beleidsontwikkeling en uitvoering op het terrein van jeugdbeleid - jeugdzorg. De gegevens uit de monitor raken een breed scala aan beleidsvelden. De indeling van de monitor is gemaakt op basis van de thema s uit de convenanten zoals die in de verschillende regio s tussen de provincie en gemeenten zijn afgesloten. Risicojongeren De thema s zoals omschreven in de convenanten jeugdbeleid jeugdzorg richten zich op jeugdigen die een verhoogde kans hebben op problemen en zij die al problemen hebben. Het integraal beleid dat naar aanleiding hiervan is opgezet is vooral gericht op vroegtijdig voorkomen van verdere problemen en het bieden van adequate ondersteuning en hulp. Veel aandacht in de convenanten gaat uit naar preventie van achterstanden omdat hiermee voorkomen kan worden dat jongeren niet meer deelnemen aan de samenleving. Het gaat dan ook om thema s zoals zorgstructuren in het onderwijs, voorkomen van voortijdig schoolverlaten, de vijf gemeentelijke taken, jeugd en veiligheid, nazorg, etc. Deze thema s hebben als doel om de kansen van risicojongeren te verbeteren en hen snel en efficiënt toe te leiden naar zorg wanneer dit nodig mocht zijn. We kijken hierbij niet naar de effectiviteit van de verschillende beleidsactiviteiten, maar wel naar wat er aan activiteiten is ontwikkeld. Spectrum CMO Monitor Jeugdconvenanten Jeugdbeleid-Jeugdzorg Gelderland 1

Opzet monitor Om meer zicht te krijgen op de uitwerking van de verschillende convenantthema s hebben we per thema een aantal indicatoren benoemd. Deze zijn met enkele vertegenwoordigers van het werkveld (BJz, gemeenten en GGD) besproken om te toetsen of deze criteria het mogelijk maken uitspraken over de voortgang te doen. Het gaat vooral om de bruikbaarheid van deze gegevens. Vervolgens zijn wij met een aantal onderzoeksvragen aan de slag gegaan: Wat is er bijvoorbeeld aan beleid ten aanzien van de zorgstructuur in het onderwijs ontwikkeld? Welke aansluitingsafspraken heeft Bureau Jeugdzorg gemaakt om goed op de zorgadviesteams te kunnen aansluiten? Maar ook: Hoe worden de vijf gemeentelijke taken uitgewerkt in aansluiting op de nieuwe Centra voor Jeugd en Gezin? De hoe vraag valt buiten de reikwijdte van deze monitor. Ondanks het feit dat dit laatste zeker interessant is en meer zegt over de nabijheid en klantgerichtheid van de voorzieningen hebben we ons vanwege de tijd moeten beperken. Tot welke conclusie leiden de verzamelde gegevens? Wordt er gedaan wat er afgesproken is en wat is de mogelijke samenhang tussen de verschillende onderdelen? Vanwege de beperkte tijd en om het veld niet met een uitgebreid onderzoek te belasten, wordt voor het verzamelen van gegevens gebruik gemaakt van bestaande bronnen. Dit zijn meestal bronnen die ook bekend zijn bij de verschillende veldpartijen. Wellicht zal in de vervolgmonitor meer ruimte zijn voor het uitvoeren van een aanvullend en verdiepend onderzoek, waardoor ook meer kwalitatieve uitspraken gedaan kunnen worden. Het oordeel dat we in deze convenantmonitor per thema geven is vooral gericht op: Wat valt op? Wat zijn de onderlinge verschillen tussen de regio s? Wat zijn de mogelijke verklaringen hiervoor? Per thema doet de werkgroep ook aanbevelingen over bruikbaarheid van de indicatoren wat betreft de inhoudelijke relevantie (sluit het aan bij het betreffende thema) en kwaliteit van de bronnen (betrouwbaarheid, beschikbaarheid, vergelijkbaarheid). Welke thema s 1. Inzet aansluitingsbudget BJz 2. Zorgstructuur 0-4 jaar 3. Onderwijs-zorgstructuur primair onderwijs 4. Onderwijs-zorgstructuur voortgezet onderwijs 5. Voortijdig schoolverlaten 6. Pedagogische informatie, advisering en licht ambulante hulp 7. Toegankelijkheid en toeleiding 8. Coördinatie van zorg 9. Vindplaatsgerichte hulpverlening 10. Ondersteuning na jeugdzorg 11. Veiligheid en criminaliteit 12. Dak en thuisloze jeugdigen 2 Monitor Jeugdconvenanten Jeugdbeleid-Jeugdzorg Gelderland Spectrum CMO

Bij de uitvoering van de monitor bemerken we dat niet voor alle beleidsvelden relevante informatie te vinden was. Dit is ook logisch omdat de regio s bij de uitwerking eigen prioriteiten hebben gesteld. Het accent in de regio s ligt vooral bij onderwijs en zorg en de vijf gemeentelijke taken. Verantwoording werkwijze Voor de uitvoering van de monitor begin 2007 in overleg met een aantal vertegenwoordigers van gemeenten en Bureau Jeugdzorg een aantal indicatoren en bronnen vastgesteld waarmee de voortgang van de thema s vastgesteld kon worden. Tevens is vastgesteld dat het hier gaat om een nulmeting en dat de zeggingskracht van sommige documenten nog beperkt is. Veel activiteiten bevinden zich in een ontwikkelfase en veel bronnen hebben daarom de status van tussentijdse resultaten of een voorlopige koersbepaling. Om de onderzoeksactiviteiten af te bakenen hebben we ons beperkt tot de beschikbare documenten en alleen relevante ontwikkelingen meegenomen als deze voor het onderwerp interessant waren zoals bij nazorg en zwerfjongeren. Herhalen monitor De huidige monitor laat zien waar in de regio s accenten worden gelegd, maar ook wat de verschillen zijn. Het voordeel van regelmatig monitoren is dat trends en ontwikkelingen goed in beeld gebracht kunnen worden. Een complicerende factor bij een eventuele herhaling van deze monitor is, dat op basis van bestuurlijke afspraken, thema s kunnen wijzigen. Dit maakt vergelijken lastiger. Het monitoren van beleidsafspraken kan helpen om informatie te verzamelen voor een verdere koersbepaling maar een valkuil in dit geval is het grote aantal thema s waardoor een echte verdiepingsslag niet mogelijk is. Beter zou zijn om er tweejaarlijks een aantal thema s uit te lichten. Spectrum CMO Monitor Jeugdconvenanten Jeugdbeleid-Jeugdzorg Gelderland 3

4 Monitor Jeugdconvenanten Jeugdbeleid-Jeugdzorg Gelderland Spectrum CMO

Samenvatting Inleiding In deze monitor Jeugdconvenanten is de stand van zaken opgenomen van de eerste 12 thema s die binnen de conventanten afstemming jeugdbeleid - jeugdzorg zijn opgenomen. Ten aanzien van deze thema s zijn criteria gesteld, die zijn opgezet op basis van de eis dat de benodigde gegevens voor het meten van het criterium voorhanden zijn en snel kunnen worden verzameld. Hierdoor zijn de gestelde criteria hoofdzakelijk toegesneden op bestaande provinciale bronnen. Vanwege de breed gestelde thema s, die ruimte bieden aan lokale invulling, wordt een algemeen beeld geschetst van de provinciale stand van zaken en wordt in mindere mate ingegaan op lokale situaties. Samenvatting per thema Per thema hebben de criteria en de beschikbare gegevens de volgende resultaten en conclusies opgeleverd: Thema 1 gaat in op de inzet van het aansluitingsbudget BJz. De beschikbare uren worden zeer divers ingezet, vanwege de sterk regionaal gebonden vormgeving van de Zorg Advies Teams en/of Buurtnetwerken. De beschikbare gegevens bieden geen inzicht in de effecten van deelname van BJz aan de ZAT s in relatie tot het aantal terugverwijzingen naar het voorliggende veld. De aansluiting van voorschoolse voorzieningen bij een zorgstructuur voor 0 4 jarigen wordt in thema 2 belicht. In de drie Gelderse MEE regio s zijn teams voor Integrale Vroeghulp actief. Daarnaast bestaat in 33 gemeenten een voorziening voor 0-4 jarigen, al dan niet ondergebracht in een bredere leeftijdsgroep. Ten aanzien van de kwaliteit van de voorzieningen zijn geen gegevens beschikbaar. Er bestaat echter wel ruimschoots aandacht voor de overdracht van 0 4 jarigen door het consultatiebureau naar de jeugdgezondheidszorg bij de GGD en. Thema 3 en 4 gaan in op de dekkingsgraad van ZAT s voor primair en voortgezet onderwijs. In het primair onderwijs is in 49 van de 56 gemeenten een ZAT actief. De dekkingsgraad van ZAT s in het voortgezet onderwijs is 100%. Het stellen indicatoren voor en het meten van de kwaliteit is de volgende stap die gezet moet worden. Thema 5 beschrijft het aantal (herplaatste) Vroegtijdig Schoolverlaters. Vooral de regionale variatie in herplaatsingen binnen of buiten het onderwijs valt op. In het licht van landelijk beleid ten aanzien van startkwalificaties en provinciale aanval op de uitval projecten, zijn aanvullende gegevens voor dit thema wenselijk. Convenantthema 6 gaat in op het gemeentelijke beleid ten aanzien van pedagogische informatie, advisering en licht ambulante hulp. In 24 van de 56 gemeenten is beleid geformuleerd ten aanzien van de 5 functies in opvoed-, opgroei- en gezinsondersteuning (OOG). In 25 andere gemeenten is uitvoering op één of meer functies of is beleid in ontwikkeling. De opzet van Centra voor Jeugd en Gezin zijn een verdere implementatie van Spectrum CMO Monitor Jeugdconvenanten Jeugdbeleid-Jeugdzorg Gelderland 5

het gemeentelijk OOG beleid. Oprichting en functies van het CJG zijn interessant om in een volgende monitor te presenteren. De toegankelijkheid van en toeleiding naar BJz zijn onderwerp van thema 7. Deelname van BJz aan verschillende regionale netwerken, de inzet van een vast contactpersoon en de aanwezigheid van een protocol waarin de afspraken zijn vastgelegd, komen in dit hoofdstuk aan bod. De verwijsstructuur kan door inzet van deze items verbeteren, per regio zijn echter verschillen zichtbaar op deze onderdelen. Gezinnen met meervoudige problematiek hebben baat bij een goede coördinatie van de gewenste en/of verleende zorg. In thema 8 wordt beschreven dat de verschillende Gelderse regio s hiervoor een model voor coördinatie van zorg kunnen implementeren. De meeste regio s zijn echter nog niet zo ver, dat dit in een concrete pilot kan worden uitgevoerd. Landelijk is de opzet van Advies en Steunpunt Huiselijk Geweld (ASHG s) een duidelijke stap in de coördinatie van zorg op het terrein van huiselijk geweld. In Gelderland zijn regionaal grote verschillen in het geregistreerd aantal incidenten, onduidelijk is echter in hoeverre deze verschillen samenhangen met een al dan niet betere registratie en/of specifiek regionaal samenhangende aanpak. Thema 9 betreft vindplaatsgerichte hulpverlening, waarbij (risico)jongeren in hun eigen omgeving worden opgezocht en gevolgd. De beschreven criteria gaan in op het aantal jongeren dat gebruikt maakt van crisiszorg en de deelname van BJz in specifieke netwerken. Deze zeggen echter onvoldoende over het thema. Wel laat de monitor zien dat het thema vindplaatsgerichte hulpverlening in de regio s, en dan vooral bij het jongerenwerk, verder uitgewerkt dient te worden. Naast de signalering is vooral de toeleiding naar zorg van belang. Deze expertise dient vooral in samenwerking met BJz en andere ketenpartners ontwikkeld te worden. Ondersteuning na jeugdzorg komt aan bod in thema 10. Aangezien nauwelijks gegevens voorhanden zijn hoe de uitstroom verloopt, welke ondersteuning gewenst is en of het nazorgaanbod voldoet, is in dit hoofdstuk ingegaan op de omvang van uitstroom uit geïndiceerde jeugdzorg. Hiermee wordt een indruk gegeven over de potentiële doelgroep op provinciaal niveau. Doel van thema 11 veiligheid en criminaliteit is de vermindering van overlast, sociale onveiligheid en (kleine) criminaliteit door jongeren in de openbare ruimte. Hiervoor worden Gelderse criminaliteitscijfers 2006 naar leeftijd gepresenteerd. Het aantal delicten blijft ongeveer gelijk, per regio zijn wel verschillen zichtbaar in het percentage vergrijpen ten opzichte van het aantal jongeren. Inzet op preventie en afname van criminaliteit door jongeren blijft daarom (regionale) aandacht verdienen. Tenslotte zijn over thema 12 dak- en thuisloze jongeren nauwelijks gegevens beschikbaar. De problematiek van deze jongeren is divers en complex. Bij het zoeken naar oplossingen zijn meerder partijen betrokken. Ondanks de grote raakvakken met andere thema s zoals zorgcoördinatie en nazorg na jeugdzorg, is het van belang deze specifieke groep goed in beeld te krijgen en te houden. In het kader van de afstemming jeugdzorg jeugdbeleid (Wet op de Jeugdzorg) heeft de provincie een wettelijke taakstelling voor zwerfjongeren. Daarom ligt een extra aandacht voor de komende periode voor de hand. 6 Monitor Jeugdconvenanten Jeugdbeleid-Jeugdzorg Gelderland Spectrum CMO

Bruikbaarheid monitor In totaliteit geeft de monitor inzicht in de beleidsontwikkelingen en witte vlekken met betrekking tot registraties. Vanwege de wijze waarop de criteria gesteld zijn en de (soms te kort schietende) betrouwbaarheid van de gegevens, is de monitor geen feitelijke nulmeting. De monitor geeft wel een beeld van de stand van zaken rondom het beleid op de verschillende thema s en de onderlinge samenhang tussen de thema s. Vanwege te verwachten beleidsontwikkelingen en daarmee veranderende wensen ten aanzien van de gewenste datasets zullen sommige criteria niet relevant blijven om nogmaals in een meting op te nemen. Ook in deze zin is de monitor in zijn geheel geen nulmeting. Toch kunnen verschillende criteria wel ingezet worden als bruikbare nulmeting ten aanzien van vervolgontwikkelingen op de verschillende thema s. Ten aanzien van het werkveld biedt de monitor inzicht in de beleidsmatige stand van zaken en zullen de beschreven witte vlekken en het belang van goede samenwerking in de verschillende ketens onderkend worden. De monitor gaat in mindere mate in op het hoe en waarom van de uitkomsten. Dit is voor het nodige inzicht zeker relevant. De uitdaging hierbij is hoe deze praktische input op een gestructureerde manier inzichtelijk gemaakt kan worden. Herhaling monitor Bij een herhaling van deze monitor is het voorstel per prioritair thema te monitoren, waarbij specifieke provinciale doelen en criteria gesteld dienen te worden. Voor de wenselijke lokale invulling is de inzet van een lokale monitor het meest zinvol. Voor de opzet daarvan is een goede lokale registratie essentieel. Een dergelijke registratie zou bij voorkeur de maat moeten stellen voor andere nieuw op te zetten lokale registraties, zodat in de toekomst een provinciaal beeld gegeven kan worden. De provincie zou hierin een duidelijke regierol op zich kunnen nemen. Spectrum CMO Monitor Jeugdconvenanten Jeugdbeleid-Jeugdzorg Gelderland 7

8 Monitor Jeugdconvenanten Jeugdbeleid-Jeugdzorg Gelderland Spectrum CMO

Thema 1: Inzet aansluitingsbudget BJz Inleiding Thema 1, de inzet van het aansluitingsbudget Bureau Jeugdzorg (BJz), heeft als doel het maken van bestuurlijke afspraken over inzet van het regionale BJz in de uitvoering wettelijke aansluitingstaak te bevorderen. Daarnaast moeten algemene voorzieningen voor adequate en effectieve signalering en verwijzing versterkt worden. Om deze twee doelen meetbaar te maken zijn de volgende criteria geformuleerd: Deelname van Bureau Jeugdzorg aan netwerken in uren, waarbij onderscheid gemaakt wordt in categorieën netwerken: lokale zorgnetwerken voor primair onderwijs (PO), voortgezet onderwijs (VO) en specifieke doelgroepen De (feitelijke) inzet van BJz in Zorg Advies Teams (ZAT s). Hierbij geeft het werkveld aan behoefte te hebben aan diepgang en kwalitatieve gegevens, waarbij onder ander aandacht is voor de taak deskundigheidsbevordering en de meerwaarde van BJz in de netwerken. Het aantal professionele doorverwijzingen per regio/gemeente. De bronnen die hiervoor gebruikt zijn, zijn de provinciale documenten aansluitingstaken Bureau Jeugdzorg en de Evaluatie deelname Bureaus Jeugdzorg in de Zorg Advies Teams Gelderland. (Spectrum, september 2007) Aansluitingstaken Bureau Jeugdzorg Toelichting op aansluitingstaken Bureau Jeugdzorg Een belangrijke wettelijke taak van BJz is het versterken van onderwijsinstellingen en algemene voorzieningen zoals het algemeen maatschappelijk werk, jeugdgezondheidszorg, jongerenwerk, zodat problemen in een vroegtijdig stadium gesignaleerd worden. Waar nodig wordt in overleg met de ketenpartners toeleiding naar zorg gerealiseerd. Voor een goede aansluiting tussen de voorzieningen participeert BJz in de lokale en regionale zorgnetwerken (onderwijs, jeugdpreventienetwerken et cetera) Verder is BJz verantwoordelijk voor het bieden van consultatie en deskundigheidsbevordering aan lokale en regionale partners. Spectrum CMO Monitor Jeugdconvenanten Jeugdbeleid-Jeugdzorg Gelderland 9

Beschikbare gegevens In tabel 1 staan de uren waarin BJz volgens de notities aansluitingstaken gepland heeft deel te nemen aan de verschillende netwerken weergeven. Vanwege de inhoudelijke verschillen van deze notities tussen de Gelderse jeugdzorgregio s zijn in de tabel gelijkende groepen in de notities samengevoegd 1. Arnhem Nijmegen Achterhoek Noord- Veluwe Oost-Veluwe / Midden-IJssel 2 Rivierenland West- Veluwe Zorgstructuur VO 560 1.640 720 600 384 672 Zorgstructuur PO 391 1.000 180 336 96 240 Z.A.T. R.O.C. 15 67 36 Voorschoolse netwerken/zorgstructuren 100 80 80 576 80 Netwerken risicojeugd en -gezinnen 168 264 Overige netwerken specifieke doelgroepen 64 40 320 406 372 Lokale zorgnetwerken 144 524 288 96 Deskundigheidsbevordering 185 232 Consultatie 58 400 Beleidsoverleg 68 Totale ureninzet aansluitingstaken 2007 1.468 2.775 1.444 2.291 1.780 1.724 Aantal indicaties BJz (2006) 1.320 1.791 1.756 650 1.217 824 1.195 Aantal jongeren 0 t/m 17 jaar (op 1-1-06) 68.246 86.062 66.422 39.585 75.180 53.849 58.417 Tabel: 1 Uit de tabel blijkt dat de totale ureninzet voor aansluitingstaken 2007 exclusief de regio Achterhoek, waar geen gegevens van bekend zijn, uitkomt op 11.482 uur. Wat opvalt in het schema aansluitingstaken (uren) is dat in de regio Nijmegen bijna alle uren (95%) worden ingezet voor de ZAT s in het Voortgezet en Primair Onderwijs. Dit in tegenstelling tot de andere regio s. Hier ligt het aantal uren beduidend lager en is de inzet op het onderwijs rond de 60%. Rivierenland scoort laag met een inzet van 26% op het onderwijs, maar heeft daarnaast een hoge inzet op de lokale netwerken (74%) en heeft een behoorlijke inzet op de consultatiefunctie. Verder valt op dat het aantal indicaties in de regio Arnhem hoger is dan het aantal uren dat ingezet wordt voor de aansluitingstaken. In de andere regio s is dit juist omgekeerd. Overigens moeten we hierbij opmerken dat we de relatie aantal ureninzet aansluitingstaken en het aantal afgegeven indicaties niet hebben onderzocht. De reden dat in de regio Oost-Veluwe en Midden-IJssel de uren voor het onderwijs beduidend lager liggen, heeft waarschijnlijk te maken met het feit dat hier meer bovenschoolse ZAT s zijn en BJz meer op afroep beschikbaar is. Ook in de andere regio s met eenzelfde beeld geldt dat er waarschijnlijk meer bovenschoolse ZAT s zijn of minder scholen voor voortgezet onderwijs. 1 Samenvoeging van netwerken: Voorschoolse netwerken/zorgstructuren, inclusief kinderdagverblijf, integrale vroeghulp en Kijk op Kleintjes Netwerken risicojeugd en gezinnen inclusief jeugdnetwerk en zorgcasusoverleg politie - BJz) Lokale zorgnetwerken samengesteld uit lokale zorgnetwerken, zorgteam 0-6, 12+ netwerk en gemeentenetwerk. Consultatie bestaat uit consultatiedesk en consultatie onderwijs 10 Monitor Jeugdconvenanten Jeugdbeleid-Jeugdzorg Gelderland Spectrum CMO

De aansluiting op het primair onderwijs laat eveneens verschillen zien. De regio Nijmegen kent ook hier een grote inzet omdat de zorgstructuur in het primair onderwijs al langer ontwikkeld is en onderdeel is van het regionale programma School en Hulp. In de andere regio s zien we dat daar een grotere inzet in de lokale zorgnetwerken terwijl deze inzet in de regio Nijmegen is geïntegreerd in de ZAT s van het primair onderwijs. De taak deskundigheidsbevordering is met uitzondering van Oost-Veluwe/Midden Gelderland in de overige regio s nog niet ingevuld. Vanuit veel regionale werkplannen is bekend dat zij de inventarisatie deskundigheidsbevordering van de voorliggende voorzieningen op de rol hebben staan en hier in 2008 invulling aan willen geven. Bij de analyse van de uren van de inzet van BJz ontstaat de vraag welke criteria gehanteerd worden voor een bepaalde inzet. De omvang van de uren en inzet verschillen onderling behoorlijk. Nijmegen (2.775 uur) en Oost-Veluwe/Midden-IJssel (2.291 uur) springen uit, maar laten ook een verschil van inzet zien. Nijmegen heeft een grote inzet op het voortgezet - en primair onderwijs (School en Hulp) en de voorschoolse voorzieningen (Kijk op Kleintjes). In de regio Oost-Veluwe/Midden-IJssel is de inzet zeer divers en opvallend hierbij is dat de lokale en bijzondere netwerken veel meer uren toebedeeld krijgen dan de zorgnetwerken in het primair en voortgezet onderwijs. Als we het daarnaast afzetten tegen het aantal jongeren van 0 17 jaar in beide regio s dan is het verschil niet eenduidig te verklaren. Een aannemelijke verklaring lijkt dat het gaat om regio specifieke aansluitingsafspraken op basis van het regionale preventiebeleid. De vraag blijft dan welke criteria de provincie hanteert bij het toekennen van budgetten voor de aansluitingstaken. De regio Arnhem kent met 86.062 jongeren in de leeftijd van 0 17 jaar daarentegen een veel lagere inzet op de netwerken. Noord-Veluwe (39.585 jongeren) heeft dezelfde uren inzet terwijl het aantal jongeren en de stedelijke problematiek van Arnhem nogal verschilt. Rivierenland en West-Veluwe kennen een gelijke inzet van uren en komen als regio aardig overeen. Conclusie ten aanzien van de aansluitingstaken Het is zinvol om de monitor voor dit onderdeel als meetinstrument te hanteren en regelmatig te herhalen omdat het inzicht geeft in de wijze waarop de aansluitingstaken qua omvang en inzet zich ontwikkelen. De aansluitingsthema s zijn nu nog erg divers waardoor het ook lastig was om de onderlinge notities te vergelijken. Weliswaar boden de notities voldoende aanknopingspunten om de stand van zaken te beoordelen en bleken ze in de praktijk bruikbaar. Inzet Bureau Jeugdzorg in Zorg Advies Teams Toelichting op inzet Bureau Jeugdzorg in Zorg Advies Teams Voor een goede aansluiting tussen de voorzieningen participeert BJz in lokale en regionale zorgnetwerken, waaronder de Zorg Advies Teams. Ten aanzien van de (feitelijke) inzet van BJz in Zorg Advies Teams (ZAT s) geeft het werkveld aan behoefte te hebben aan verdere verdieping en kwalitatieve gegevens, waarbij onder ander aandacht is voor de taak deskundigheidsbevordering en de meerwaarde van BJz in de netwerken. 2 Opbouw: Oost-Veluwe: 1550 uur en Midden-IJssel: 863 uur Spectrum CMO Monitor Jeugdconvenanten Jeugdbeleid-Jeugdzorg Gelderland 11

Beschikbare gegevens Volgens het evaluatierapport van Spectrum over de deelname van de Bureaus Jeugdzorg in de Gelderse ZAT s neemt BJz het meest deel in de ZAT s in het voortgezet onderwijs (ZAT VO) en vervolgens aan de lokale zorgnetwerken (ZAT s/bnw 0-12 jaar). Deze resultaten worden in onderstaand cirkeldiagram gepresenteerd. Na de ZAT s VO en de lokale zorgnetwerken volgt het primair onderwijs. Aantal ZAT's waaraan Bureau Jeugdzorg Gelderland deelneemt naar type 6 9 22 ZAT / BNW 0-12 jaar 6 ZAT / BNW 0-19/23 jaar 18 14 ZAT PO bovenschools gemeentelijk ZAT PO gekoppeld aan SWV WSNS ZAT VO 101 ZAT ROC ZAT overig Figuur: 1 Achterhoek Arnhem Nijmegen Noordwest Veluwe Oost-Veluwe / Midden-IJssel Rivierenland West- Veluwe Aantal ZAT's waaraan BJz deelneemt 3 12 39 36 16 29 21 23 % ZAT's waaraan BJz structureel deelneemt 100% 85% 94% 100% 100% 95% 100% Gemiddeld aantal bijeenkomsten per ZAT 12 7 10 7 8 5 8 Gemiddelde duur van ZAT bijeenkomst (in uren) 2,0 2,0 1,9 1,9 1,8 2,5 2,0 % ZAT's met vast contactpersoon 100% 100% 78% 100% 100% 95% 100% Tabel: 2 In het rapport is verder gekeken naar de meerwaarde van de inzet van Bureau Jeugdzorg in de ZAT s voor wat betreft het bevorderen van de deskundigheid voor het vroegtijdig signaleren van risico s door medewerkers van de lokale voorzieningen. Eén van de uitkomsten is dat de deelname van BJz aan de ZAT s in alle regio s een meerwaarde heeft ten aanzien van het vroegtijdige signaleren van (jeugdzorg)problemen. Een uitzondering hierop zijn het ROC in de Achterhoek en het Voortgezet Onderwijs in Rivierenland waar de signalering volgens BJz beter zou kunnen. Verder blijkt uit dit rapport dat vanwege de deelname van BJz aan de ZAT s er minder onterechte verwijzingen naar BJz gaan. Op zich is het interessant om te weten of er op basis van registraties beoordeeld kan worden hoeveel zaken doorgaan naar BJz en welke in het 3 NB: Cijfers in de tabel altijd gerekend over aantal ZAT s waaraan BJz deelneemt. Dus bij geen gegevens meegerekend als niet of nul. 12 Monitor Jeugdconvenanten Jeugdbeleid-Jeugdzorg Gelderland Spectrum CMO

voorliggende veld worden opgelost. Het huidige evaluatierapport geeft hier echter geen antwoord op. Bij de volgende monitor is het aan te bevelen om de ZAT s uit de primair en voortgezet onderwijs te vragen hier gegevens over aan te leveren. Hiermee kan de conclusie dat de inzet van BJz in de ZAT s een meerwaarde heeft onderschreven worden. Nu geeft het nog te veel een éénzijdig beeld. Conclusie ten aanzien van aansluiting tussen BJz en ZAT Het is zinvol om de inzet van Bureau Jeugdzorg in de ZAT s te monitoren waarbij we willen opmerken dat bij een volgende meting de aandacht dan vooral uit moet gaan naar de verdere kwaliteitsontwikkeling van de ZAT s. Een aantal registraties vindt nu nog niet plaats waardoor er nog geen uitspraken kunnen worden gedaan over het aantal besproken jongeren, doorverwijzingen en de eigen deskundigheidsbevordering. Het huidige evaluatierapport biedt voldoende aanknopingspunten voor een eerste beoordeling en was daarmee een bruikbaar document. Aantal professionele doorverwijzingen per regio/gemeente Toelichting op professionele doorverwijzingen per regio/gemeente Het aantal en de herkomst van de professionele doorverwijzingen naar BJz kunnen een beeld geven van de samenhang tussen BJz en het voorliggende veld. De aanname bij dit criterium is dat naarmate de aansluiting tussen voorliggende voorzieningen en BJz verbetert, het aantal terugverwijzingen door BJz naar het voorliggende veld afneemt. Beschikbare gegevens In 2006 zijn in Gelderland zijn in 7.876 kinderen door beroepsbeoefenaren verwezen naar BJz. Van bijna de helft (46%) van deze verwijzingen is bekend door welke beroepsbeoefenaar dit gebeurd is. Onderwijsvoorzieningen en huisartsen zijn met respectievelijk 15% en 11% de grootste groepen verwijzers. In figuur 2 is zichtbaar dat 58% van de verwijzingen, resulteren in de start van een indicatietraject. Bij 14% van de verwijzingen wenst de jongere geen hulp te ontvangen of is dat volgens BJz niet noodzakelijk, voor nog eens 5% is hulp vanuit voorliggende voorzieningen toereikend. Vervolg op professionele aanmelding bij Bureau jeugdzorg 2006 14% 58% 5% 14% 4% 0% 0% 5% Crisistraject Geen hulp gewenst/nodig Sluiting melding, na geboden hulp Raad voor de Kinderbescherming Overigen Voorliggende voorzieningen Start indicatietraject Nog geen vervolg bepaald Figuur: 2 Spectrum CMO Monitor Jeugdconvenanten Jeugdbeleid-Jeugdzorg Gelderland 13

Tevens zijn we benieuwd naar de cijfers van BJz over het aantal professionele doorverwijzingen per regio/gemeente en het aantal professionele terugverwijzingen met schriftelijk advies. Deze gegevens zijn er nu niet terwijl dit voor gemeenten interessante informatie is. Op basis van deze gegevens kunnen zij het lokale preventiebeleid onder de loep nemen. Conclusie ten aanzien van de professionele doorverwijzingen De cijfers over doorverwijzingen zeggen alleen iets over de meldingen vanuit het voorliggende veld en welke indicatietrajecten hieruit zijn voort gevloeid. Helaas is niet bekend waar de betreffende jongere vandaan komt. Voor regio s en gemeenten en dan met name de regionale zorgstructuren is dit belangrijke informatie omdat zij op grond hiervan kunnen beoordelen of de lokale hulp al dan niet voldoende is. De huidige gegevens bieden in dit verband onvoldoende aanknopingspunten om iets over deze aansluiting te kunnen zeggen. In een volgende monitor moeten dit soort zaken meegenomen worden. Conclusies en aanbevelingen Conclusie De provincie Gelderland heeft met het project Onderwijs en Zorg sinds enige jaren beleidsmatig ingezet op de ontwikkeling van zorgstructuren rond het onderwijs in Gelderland. De externe zorgstructuur is een gedeelde verantwoordelijkheid tussen gemeenten, onderwijs en Provincie. Bureau Jeugdzorg heeft een aantal wettelijke taken waar lokale voorzieningen een beroep op kunnen doen. Het gaat hierbij om: Deskundigheidsbevordering: zoals het geven van trainingen aan professionals in het lokale veld over vroegsignalering. Advisering: op bijvoorbeeld beleidsthema s zoals preventie of doorverwijzing. Deelname aan netwerken: zoals het bijwonen van bijeenkomsten van zorgadviesteams rond het onderwijs ten behoeve van de toeleiding naar bureau jeugdzorg. Naar aanleiding van de wettelijke taak van Bureau Jeugdzorg om zo goed mogelijk aan te sluiten op de lokale netwerken kunnen we stellen dat de bureaus hierin een behoorlijke stap hebben gezet. Wel valt op dat er een verschil is in de uren die BJz inzet voor het aansluiten op de voorliggende voorzieningen. Met instemming van de provincie hebben de bureaus ruimte gekregen om hier lokaal maatwerk van te maken. Onduidelijk is in hoeverre is de verdeling van de aansluitingstaken BJz historisch bepaald is en daarmee ook onevenwichtig over de regio s/werkgebieden is verspreid. Naar aanleiding van de evaluatie inzet BJz in de Zorg Advies Teams hebben provincie en BJz in het najaar van 2007 gesproken over de aansluitingstaken. Op basis van de provinciale beleidsnotitie over de aansluitingstaak (2006) gaat de provincie uit van een minimumvariant waarbij BJz op afroep beschikbaar is. In de praktijk blijkt dat BJz Gelderland in vrijwel alle ZAT s structureel aanwezig is. Dit heeft echter niet geleid tot een aanpassing van de provinciale beleidslijn, zodat BJzG altijd haar inzet efficiënt kan indelen; niet in alle ZAT s is structurele aanwezigheid van BJz noodzakelijk. Schriftelijke borging is al opgenomen in de convenanten. Verder hebben we bij dit thema kunnen constateren dat de deelname van BJz in de ZAT s een duidelijke meerwaarde heeft omdat er volgens de bureaus weinig onterechte verwijzingen plaats vinden. Er zijn helaas geen gegevens bekend over het aantal doorverwijzingen vanuit het ZAT naar BJz en het aantal zaken dat in het voorliggende veld is 14 Monitor Jeugdconvenanten Jeugdbeleid-Jeugdzorg Gelderland Spectrum CMO

opgelost. Bij een volgende monitor zouden hier gegevens over beschikbaar moeten zijn. De ZAT s dienen de eigen kwaliteitsontwikkeling goed in de gaten dienen te houden om zo de efficiëntie van het samenwerken te bevorderen. Dit voorkomt dubbel werk rondom de indicatiestelling en maakt de activiteiten veel transparanter. Het gaat om een juiste verzameling van achtergrondgegevens met als doel om het zorgtraject snel in te kunnen zetten en om te voorkomen dat er opnieuw onderzoek gedaan moet worden. Helaas zijn er geen gegevens over het aantal doorverwijzingen naar Bureau Jeugdzorg en welke zaken worden terugverwezen naar het voorliggende veld (gemeenten/regio). Deze gegevens zouden op gemeentelijk niveau beschikbaar moeten zijn. Dit is nu nog niet mogelijk terwijl dit voor gemeenten interessante informatie is en kan helpen het lokale preventiebeleid verder aan te scherpen. In de volgende monitor zou hier rekening mee gehouden moeten worden. Aanbeveling richting Provincie Naar aanleiding van de inzet van de uren door BJz voor de aansluitingstaken willen we de provincie aanbevelen hier specifieker naar te kijken. De inzet verschilt onderling nogal terwijl het voorkomen van maatschappelijk uitval van jongeren vraagt om een heldere regie op dit onderdeel. Het is raadzaam om vanuit het oogpunt van efficiëntie' en effectiviteit samen met de regio s te kijken wat een gewenste inzet moet zijn. Om het provinciale budget nu en in de toekomst evenwichtig in te kunnen zetten is het van belang om hier duidelijke afspraken over te maken. De tweede aanbeveling heeft betrekking op het feit dat BJz nog geen gegevens kan verstrekken over het aantal terugverwijzingen naar het voorliggende veld. De werkgroep dringt er op aan de om de gegevensverzameling voor wat betreft het aantal (terug-) verwijzingen uit te splitsen op per gemeente zodat er voor gemeenten meer informatie beschikbaar komt op grond waarvan beleid ontwikkeld kan worden. Er is veel variaties in de opzet van de notities aansluitingsbudget tussen de regionale bureaus Jeugdzorg in Gelderland. Voor de onderlinge vergelijkbaarheid zou meer uniformiteit gewenst zijn. Aanbeveling richting onderwijs (ZAT s) De werkgroep wijst op er dat de ZAT s de eigen kwaliteitsontwikkeling goed dienen te bewaken. De school is een belangrijk startpunt voor preventie, samenwerking in de leerlingenzorg. Dit betekent het spreken van één taal, efficiënte procesdiagnostiek, creëren van directe lijnen, afstemming en samenwerking en regievoeren. Voor de uitvoering van de activiteiten dienen dan een aantal standaarden ontwikkeld te worden. Spectrum CMO Monitor Jeugdconvenanten Jeugdbeleid-Jeugdzorg Gelderland 15

16 Monitor Jeugdconvenanten Jeugdbeleid-Jeugdzorg Gelderland Spectrum CMO

Thema 2: Zorgstructuur 0-4 jaar Inleiding Doel is dat alle voorschoolse voorzieningen zijn aangesloten bij een multidisciplinair netwerk. Daarmee is het voor deze voorzieningen mogelijk hun vragen over het kind (en gezin) voor te leggen en risico s tijdig te kunnen onderkennen en indien nodig toe leiden naar de juiste zorg of hulp. Indicatoren hiervoor zijn aanwezigheid en kenmerken (deelnemende partijen, afspraken en protocollen) van een zorgstructuur voor 0 tot 4 jarigen per gemeente. De bron die hiervoor is geraadpleegd is de Inventarisatie Zorgteam 0-4 in Gelderland 4. In deze inventarisatie zijn de teams voor Integrale Vroeghulp van de MEE s in Gelderland niet meegenomen. Daarom zijn de jaarverslagen 2006 van de 3 Gelderse MEE s opgevraagd. MEE Gelderse Poort en MEE Oost-Veluwe hebben hiervoor hun jaarverslag met cijfers over IVH 2005 en 2006 opgeleverd. De enige beschikbare cijfers over Integrale Vroeghulp van MEE Oost Gelderland zijn het aantal besproken kinderen IVH in 2005 en 2006. Tenslotte is de mate van samenwerking tussen JGZ en GGD als criterium voor dit thema opgenomen. Spectrum heeft daarvoor een korte vragenlijst uitgezet onder zeven organisaties voor de Jeugdgezondheidszorg (0-4 jaar). Samengevat zijn de criteria voor het thema zorgstructuur 0-4 jarigen: Aanwezigheid zorgstructuur 0-4 (inclusief IVH-teams) Kenmerken zorgstructuur 0-4 Mate van samenwerking tussen JGZ en GGD Integrale Vroeghulp Toelichting op integrale vroeghulp Ouders van jonge kinderen met een achterstand in hun motorische, verstandelijke of sociaalemotionele ontwikkeling worstelen vaak met vragen en dreigen al snel te verdwalen in het woud van instellingen en hulpverleners. Daarom zijn er in Gelderland regionale teams Integrale Vroeghulp (IVH) voor ouders van jonge kinderen (0-4/5 jaar), die zich zorgen maken over de ontwikkeling van hun kind. Deze teams denken met ouders en verwijzers mee en regelen de gewenste hulp. Ouders kunnen de regie over het proces rond hun kind blijven behouden en kunnen daarom bij het overleg over hun kind aanwezig zijn Beschikbare gegevens In 2005 zijn in Gelderland door de teams IVH 478 kinderen gezien. In 2006 is dat aantal gestegen tot 495. MEE Oost-Gelderland kon alleen het totaal aantal kinderen per jaar aangeven. MEE Gelderse Poort en MEE Veluwe konden meer informatie over de kinderen en de verwijzers aangeven. Van de kinderen die bij een IVH team terechtgekomen zijn, is ongeveer 70% jongen. Uit onderstaand figuur 3 blijkt dat in 2006 het grootste deel (38%) van de kinderen werd verwezen door het consultatiebureau. Nog eens 19% is doorverwezen door peuterspeelzaal of het kinderdagverblijf. 4 Inventarisatie Zorgteams 0 4 in Gelderland, Jorike Smeitink (2007) Spectrum CMO Gelderland, Velp Spectrum CMO Monitor Jeugdconvenanten Jeugdbeleid-Jeugdzorg Gelderland 17

Aantal cliënten Intergale Vroeghulp MEE Gelderse Poort en MEE Veluwe 2006 naar verwijzer 8% 1% 1% 19% 4% 5% 2% 1% 9% 38% 10% 2% Anderen Huisarts / kinderarts Bureau Jeugdzorg Consultatieburo Fysio / logopedie MEE Ouders PSZ+KDV WIG Zorgaanbieder Zorgcommissie Revalidatiecentrum Figuur: 3 De problemen waarmee een kind naar Integrale Vroeghulp wordt verwezen zijn meestal van complexe aard (59%). Contact- en spraak- en taalstoornissen vormen samen nog eens 20%. Problemen waarvoor kinderen terecht komen bij Intergrale Vroeghulp van MEE Gelderse Poort en MEE Veluwe in 2006 8% 9% 1% Complexe symptomen / syndroom Contactstoornis 5% 1% 6% 11% 59% Gedrag Medisch Motorische achterstand Ontwikkelingsachterstand Figuur: 4 Meerwaarde monitoren IV gegevens Bij de inventarisatie zorgteams 0-4 zijn de teams Integrale Vroeghulp niet meegenomen. Op verzoek van MEE zijn deze gegevens nu wel meegenomen omdat dit een completer beeld geeft van de zorgstructuur van 0 4 jarigen in Gelderland. Het voorstel is om bij een volgende meting deze gegevens eveneens mee te nemen. De nu genoemde aandachtpunten (aantal kinderen, verwijzers en het soort problemen) kunnen dan als kenmerk dienen. 18 Monitor Jeugdconvenanten Jeugdbeleid-Jeugdzorg Gelderland Spectrum CMO

Aanwezigheid zorgstructuur 0-4 jaar per gemeente Toelichting op de zorgstructuur 0-4 jaar Een zorgstructuur moet kinderen waar zorgen over zijn zo snel mogelijk de juiste ondersteuning of zorg bieden. De doelen van een zorgstructuur zijn: Problemen in de ontwikkeling van kinderen zo vroeg mogelijk signaleren. Integraal een bijdrage leveren aan het terugbrengen van het aantal kinderen dat een verwijzing krijgt naar gespecialiseerde hulpverlening. Bevorderen van de efficiëntie en effectiviteit van de hulp aan kinderen en hun ouders. Indien nodig de verwijzing naar gespecialiseerde hulpverlening zo goed mogelijk laten verlopen. Uitwisseling van expertise vanuit de verschillende disciplines die deelnemen aan de zorgstructuur. Verbreden van de activiteiten (overdracht) naar andere zorgstructuren en oog hebben voor verbetering van de doorgaande lijnen. Beschikbare gegevens Uit onderstaande figuur 5 blijkt dat acht gemeenten een eigen zorgstructuur specifiek voor de leeftijd 0 4 jaar hebben. Daarnaast zijn in 25 gemeenten in Gelderland zorgteams voor een bredere doelgroep. Hierbij merken we op dat de opzet en vorm per gemeente kan verschillen voor wat betreft de leeftijdscategorieën die men gebruikt. In de regio Arnhem heeft de gemeente Arnhem een pilot voor een zorgstructuur 0-4. Daarnaast wordt de doelgroep 0-4 bediend door zorgteams voor 0-6. Voor alle tabellen en figuren in dit hoofdstuk is de gemeente Arnhem opgenomen onder de groep heeft een zorgteam 0-4. In een aantal gemeenten is nog geen zorgstructuur voor 0 4 jaar maar heeft men te kennen gegeven dat er wel plannen zijn om een zorgteam op te richten. Van 10 gemeenten hebben we geen reactie ontvangen. Spectrum CMO Monitor Jeugdconvenanten Jeugdbeleid-Jeugdzorg Gelderland 19

Figuur: 5 Meerwaarde monitoren aanwezigheid van een zorgstructuur 0-4 jaar De monitor laat zien dat in de regio s Midden-IJssel en Oost-Veluwe alle gemeenten een zorgteam hebben waar ook de leeftijdsgroep 0-4 wordt besproken. Meestal is dit een zorgteam 0-12. In andere regio s beschikken nog niet alle gemeenten over een dekkende zorgstructuur voor de 0-4 jarigen. Het onderwerp staat in verschillende gemeenten wel op de agenda. Preventie en vroegtijdige signalering is een belangrijk thema en om voldoende zicht te krijgen op de ontwikkelingen van de zorgstructuren van 0 4 jarigen is het van belang om bij een volgende meting dit onderdeel mee te nemen. Kenmerken zorgstructuur 0-4 jaar Toelichting op kenmerken zorgstructuur 0-4 jaar De leeftijdsgroep 0-4 jaar is vaak onderdeel van een zorgstructuur voor een bredere leeftijdscategorie, bijvoorbeeld 0-12 of 0-23. Daarom wordt in deze paragraaf eerst ingegaan op de leeftijdsgroep die door de betreffende zorgstructuur geholpen wordt. Vervolgens wordt alleen voor de specifieke doelgroep 0-4 jaar ingegaan op de deelnemers en vaste participanten van de zorgstructuur. Als een zorgteam voor een bredere doelgroep is opgezet, zitten er namelijk ook vaak partijen aan tafel die niet relevant zijn voor de leeftijdsgroep 0-4. Beschikbare gegevens In figuur 5 is vermeld dat de opzet en vorm van een bredere zorgstructuur dan 0-4 jaar per gemeente kan verschillen voor wat betreft de leeftijdscategorieën die men gebruikt. Het aantal maal dat een andere leeftijdscategorie wordt gebruikt staat weergeven in figuur 6. 20 Monitor Jeugdconvenanten Jeugdbeleid-Jeugdzorg Gelderland Spectrum CMO

Eén gemeente (Lochem) heeft hiervoor aangegeven dat de groep 0-4 opgaat in de groep 0-12 of 0 23 jaar, deze gemeente is aan beide groepen in de figuur toegerekend, waardoor het totaal aantal andere vormen van zorgstructuur dan 0-4 jaar uitkomt op 26 zorgstructuren in plaats van de in de kaart genoemde 25 gemeenten. Van de 25 gemeenten waarbij de 0-4 jarigen zijn opgenomen in een andere zorgstructuur, gaat het in veertien gemeenten om de leeftijdsgroep 0-12 jaar (12- netwerken). Bij vier gemeenten valt de groep binnen de totale leeftijdsgroep jeugdigen van 0-23 jaar. Aantal andere zorgstructuren waarin de doelgroep 0-4 jaar is opgenomen 5 1 Leeftijdsgroep 0-6 1 4 14 Leeftijdsgroep 0-12 Leeftijdsgroep 0-18 Leeftijdsgroep 0-23 1 Onbekende leeftijdgroep Anders Figuur: 6 Uit figuur 6 blijkt dat wanneer de zorgstructuur gericht is op een bredere leeftijdsgroep er meer partijen/ organisaties deel uit maken van de zorgstructuur. Dit is logisch maar vraagt van partijen veel discipline om een goed onderscheid te maken tussen het uitwisselen van signalen en het bespreken van casuïstiek Vooral het laatste vraagt veel deskundigheid van de deelnemers waarbij men een aantal voorwaarden (informeren ouders, privacy, etc) in acht moet nemen om tot een efficiënte bespreking te komen. Het gaat dan vooral om de voorbereiding van de indicatiestelling. In hoeverre de zorgstructuren met meer participanten efficiënter werken is een ander aspect. Dit is nu niet onderzocht en is misschien een onderwerp voor de volgende monitor. In de acht Gelderse zorgteams die zich specifiek richten op 0 tot 4 jarigen zijn verschillende organisaties vertegenwoordigd. Uit figuur 7 blijkt dat de peuterspeelzaal en het consultatiebureau (thuiszorgorganisatie) in bijna alle zorgteams 0 4 vertegenwoordigd zijn. Ook MEE, het onderwijs en de kinderdagopvang zijn in de helft van de zorgteams vertegenwoordigd. Spectrum CMO Monitor Jeugdconvenanten Jeugdbeleid-Jeugdzorg Gelderland 21

Aantal vaste participanten in de 8 zorgteams 0-4 jaar Sociaal cultureel werk/jongerenwerk Zozijn MEE/integrale vroeghulp GGD Welzijnsorg Bureau Jeugdzorg Gelderland Gemeente Onderwijs Maatschappelijk werk Consultatiebureau/thuiszorgorganisatie Kinderdagopvang Peuterspeelzaal 0 1 2 3 4 5 6 7 Figuur: 7 Bij kenmerken zorgstructuur 0 4 jaar gaat het om het aantal deelnemende partijen, verwijsof signaleringsprotocollen en of er gewerkt wordt met vaste contactpersonen. Uit het onderzoek van Spectrum blijkt dat de zorgstructuren van 0-4 jaar of varianten daarop, werken met een vaste groep deelnemers zoals peuterspeelzalen/ kinderopvang, BJz, JGZ (consultatiebureau). Hierbij is niet gekeken naar de aanwezigheid van signalerings- en verwijsprotocollen. Meerwaarde monitoren kenmerken van de zorgstructuur 0-4 jaar De monitor laat zien dat de wijze waarop de voorschoolse voorzieningen voor de leeftijdscategorie 0 4 jaar aangesloten zijn op een multidisciplinair team variëren in vorm en opzet. Met uitzondering van de regio Midden-IJssel en Oost-Veluwe beschikken nog niet alle gemeenten over een dekkende zorgstructuur van 0 4 jaar of hebben zij niet op de vragenlijst gereageerd. Daarnaast worden kinderen met speciale problematiek zoals ontwikkelingsachterstand besproken in de teams van Integrale Vroeghulp. We gaan er vanuit dat er tussen de lokale netwerken en de teams Integrale Vroeghulp gegevens worden uitgewisseld omdat BJz één van de kernpartners is in beide teams. Verder laat de monitor zien dat er veel aandacht is voor deze leeftijdsgroep en dat de bespreking ervan plaatsvindt in bredere netwerken (0 6, 0 12, 0 18 en 0 23 jaar). Daarnaast vindt bespreking plaats in de buurtnetwerken. Een bekende zorgstructuur is: Kijk op Kleintjes dat zich in de gemeente Nijmegen specifiek richt op de leeftijdscategorie 0-4 jaar. Bij de eerste meting van de zorgstructuren 0-4 ging het vooral om de aanwezigheid van zorgteams met zorg voor de 0-4 jarigen. De kenmerken van een zorgstructuur 0-4 jaar zeggen echter meer over de kwaliteit van zorgteams dan alleen de aanwezigheid. Daarom is het aan te raden om bij een volgende monitor specifieker op de kenmerken van zorgteams in te gaan. Bij het selecteren van de juiste kenmerken kan gebruik worden gemaakt van het Gelders kader onderwijs-zorgstructuur. In dit kader zijn op negen aandachtspunten minimale kwaliteitseisen geformuleerd. Het gaat daarbij om: samenstelling, borging, resultaatmeting, 22 Monitor Jeugdconvenanten Jeugdbeleid-Jeugdzorg Gelderland Spectrum CMO

strategische regie, casusregie, registratie, overdracht van casussen/kinderen, procedurele werkwijze en inhoudelijke werkwijze. Samenwerking JGZ-GGD In verband met de doorgaande zorglijn draagt het consultatiebureau, als kinderen hier voor het laatst zijn geweest, de gegevens over naar de afdeling jeugdgezondheidszorg van de GGD. Dit is de zogenaamde warme overdracht en heeft als doel om zorgkinderen bijtijds bekend te laten zijn bij de GGD en het onderwijs. In het kader van de zorgstructuur van 0 4 jarigen en doorgaande zorglijn hebben we de afdeling Jeugdgezondheidszorg van de stichting Thuiszorg en GGD in Gelderland gevraagd naar hun samenwerkingsactiviteiten op dit terrein. Integraal kinddossier Alle responderende JGZ organisaties werken met een integraal kinddossier 0-19. Eén organisatie heeft de vraag niet beantwoord. In het integraal kinddossier wordt de gezinssituatie genoteerd en de ontwikkeling van het kind bijgehouden vanaf de geboorte tot 19 jaar. De consultatiebureaus volgen de ontwikkeling van een kind en noteren ook nu al signalen en vragen op het gebied van opvoeding en gedrag van een kind. De bedoeling is om in 2008 de papieren versie om te zetten in een elektronisch kinddossier. Huisbezoeken Drie van de zeven organisaties gaan twee maal op huisbezoek, de andere vier beperken zich tot één keer, waarbij één aangeeft op verzoek een tweede huisbezoek af te leggen. Alle organisaties geven aan eventueel extra huisbezoeken of huisbezoeken op verzoek van derden af te leggen. Extra huisbezoeken worden afgelegd bij lichamelijke of psychosociale problemen, zoals opvoedingsproblemen, overgewicht, huilen etc. De tijd op het consultatiebureau is hiervoor meestal onvoldoende, zodat een huisbezoek geïndiceerd is. Overdracht JGZ-GGD Eén organisatie geeft aan dat het aantal warme overdrachten niet wordt geregistreerd en moeilijk in schatten is. Vier organisaties schatten dat het percentage warme overdrachten tussen de 10 en 15% ligt, waarbij één organisatie schat dat het in stedelijke gebieden 15% zal zijn en in niet stedelijke gebieden 10%. Eén organisatie geeft aan alle risicogezinnen in principe warm over te dragen, in 2006 betrof dit 18% van alle 4-jarigen die overgedragen werden. Verder geeft één organisatie aan geen overdracht te doen, aangezien zij de hele doelgroep tot 19 jaar bedienen. Buiten deze organisatie geven alle JGZ organisaties aan afspraken te hebben met de GGD over een doorgaande zorglijn, deze afspraken zijn bij vier organisaties vastgelegd in een protocol. Hiervoor bestaat in twee gevallen een vaste contactpersoon, en een maal een vast team. Twee organisaties geven aan, tevreden te zijn over de afspraken, geen enkele organisatie is ontevreden. Zonodig worden afspraken aangepast, wel wordt door één organisatie aangegeven dat er onvoldoende tijd is voor een warme overdracht, en dat afspraken onvoldoende ingebed zijn. Spectrum CMO Monitor Jeugdconvenanten Jeugdbeleid-Jeugdzorg Gelderland 23