De toekomst van het opleiden van leraren in het montessori basisonderwijs



Vergelijkbare documenten
Montessori Professionalisering Zuid-Nederland ACADEMIE PEDAGOGIEK EN ONDERWIJS. saxion.nl/apo

Professionalisering in het montessori-onderwijs: opleiding, begeleiding en cursussen

VISITATIERAPPORT. Buitenveldertse Montessorischool. Ingeborg Schoonackers

Jaarverslag Werkgroep Kosmisch onderwijs en opvoeding

VISITATIERAPPORT. Montessorischool Wassenaar

Notitie over montessori cursussen voor leidinggevenden en HBO master opleidingen voor montessori leraren en leidinggevenden uit het basisonderwijs.

Samenwerking. Betrokkenheid

Cursus. montessori leidster

VISITATIERAPPORT. Passe Partout Apeldoorn

Cursusaanbod Montessori Academie

VISITATIERAPPORT. Rotterdamse Montessorischool

Box 2: Vaststellen beginsituatie Handelingsgericht werken op PABO s en lerarenopleidingen VO

10.00 tot uur Montessorischool Arcade Pauwoogvlinder DB Utrecht

Uitwerking Dalton visitatie 2018

Het Landelijk Montessori Centrum

Samenvatting tevredenheidsmeting ouders

VISITATIERAPPORT. De Poort Almere

UITWERKING KOERS BEST ONDERWIJS

Onderwijskundig jaarverslag

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Montessori Nijmegen

Congres VELOV Elementen voor de toespraak van Pascal Smet Vlaams minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel Mechelen, 26 maart 2014

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

VISITATIERAPPORT. MOntessorischool De Flierefluiter Zwaag

Een brede kijk op onderwijskwaliteit Samenvatting

Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen

AMBITIEKAART PASSEND ONDERWIJS

Contact. particuliere hogeschool voor beroepsonderwijs. bezoekadres Handelskade 75. postadres Postbus AC Deventer

NT2-docent, man/vrouw met missie

Feedback conceptvisie BEWEGEN & SPORT

Wij staan voor kwaliteit

VISITATIERAPPORT. 1e Amstelveense Montessorischool. directeur: Michelina Hoogeveen Adj. directeur: Irene Simonis

Jaarlijkse Studenten Enquete (JSE) Behaalde resultaten en samenvatting. Studiejaar

SWPBS en HGW in curriculum lerarenopleiding

Ontwikkelingen in afstudeerrichtingen lerarenopleidingen HAN ILS. 13 april 2016

VISITATIERAPPORT. MOntessorischool De Cilinder. Rob Los, Maaike Troost interim directie Marjolein Spaan Montessori coördinator

Betreft: Reactie van de Haagse Maatschap op Landelijke bezuinigingen kinderopvang (RIS )

DOELSTELLINGEN EN DOMEINEN

Directeuren over Opleiden in de School

Werkend leren in de jeugdhulpverlening

> TAALWERKBLAD PARTICIPATIE

Geregeld. Instituut Theo Thijssen. Juni 2015, jaargang 5, nr. 5

Hulp bij ADHD. Scholingsaanbod

Inhoud. Voorwoord 03. Missie en kernwaarden 07. Nieuwe perspectieven voor de toekomst 13. Beloften 23. Merkbaar en herkenbaar 37

Samenvatting rapportage. Baan je toekomst: werken aan duurzame inzetbaarheid. Contractcatering

Stichting Empowerment centre EVC

VISITATIERAPPORT Montessorischool Arcade

DEFINITIEF RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE KINDERDAGVERBLIJF DE KLEINE WERELD

SAMENVATTING ONDERZOEK "Van kwalificatiedossier naar aantrekkelijk onderwijs"

ONZE AGENDA OPLEIDEN IN ROTTERDAM VOOR DE WERELD VAN MORGEN STRATEGISCHE AGENDA

Samenvatting en conclusies

Ruimte voor Talent in Gelderland Professionaliseringstrajecten Excellentie, Wetenschap en Techniek

RUIMTE VOOR HELDEN Ouderbrochure

In gesprek over de inhoud van het onderwijs van de toekomst

Datum 1 april 2019 Betreft Kamervragen over kindermishandeling (ingezonden 5 februari 2019)

VISITATIERAPPORT. Montessorischool Tiel

Leve de competente coach!

Rapport 833 Derriks, M., & Kat, E. de. (2020). Jeugdmonitor Zeeland Amsterdam: Kohnstamm Instituut.

Verslag van het Symposium 'Nut en Nadeel van Geschiedenisonderwijs: aanzetten voor een nieuw curriculum' 8 juni 2018 in Amsterdam

ONDERWIJSONTWIKKELING - ACTIVERENDE DIDACTIEK

Strategisch beleidsplan Stichting Promes

In gesprek met ouders. Spel en ontwikkeling! (module 1 en 2) (module 3 en 4) Doel Verkrijgen van inzicht in het belang van spel en

Assessorentraining. Informatiefolder. 1 Juni 2018 Bureau Assessments en Validering Hogeschool Utrecht

Toelichting Effectenanalyse wijkverpleegkundige niettoewijsbare

Individueel verslag Timo de Reus klas 4A

Project Samen Leren - evaluatie inductieprogramma s - juni/juli Vragen evaluatie Inductieprogramma criteriumgericht interview

3.2. IMPLEMENTEREN NOTA: BEGELEIDERSGROEP MONTESSORI KINDVOLGSYSTEEM. April 2007

CHECKLIST PASSEND ONDERWIJS EN OMGAAN MET VERSCHILLEN IN DE OVERGANG VAN PO NAAR VO

EarlyBird, voor meer, vroeger en beter Engels. Inhoud en werkwijze bij de visitatie voor erkenning als EarlyBird-school

van, voor en door de leraar Discussienota Uitgangspunten Herijking Bekwaamheidseisen

Op weg naar de (academische) opleidingsschool

Roler Academie. Roler maakt werk van professionaliteit

Begeleiding Startende Leraren

Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen

Eindevaluatie implementatie KinderROND

Wie is de echte rekendocent? Parallellezing 6 december 2011 Congres: Je kunt rekenen op de rekendocent

Onderhandelen over onderwijsvernieuwing

Inge Test

Cultuureducatie in het basisonderwijs

Samen. stevige. ambities. werken aan.

VISITATIERAPPORT Osdorpse Montessorischool

Uitkomsten Enquête mei 2015

De Akkers. Kwaliteitsonderzoek. vroegschoolse educatie

Bekwaamheidseisen leraar primair onderwijs

MEE Nederland. Raad en daad voor iedereen met een beperking. Moeilijk lerend. Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind

Figuur 1: Leerlingen in basisonderwijs ( )

Mariaschool Reutum tevredenheidsmeting medewerkers

2. Waar staat de school voor?

VISITATIERAPPORT. Montessorischool Het Mozaïek in Maarssen

Enquêteresultaten QSK & studiekeuzetevredenheid

De leraar van de toekomst is een onderzoekende leraar Onderzoek in het curriculum van de Fontys Hogeschool Kind & Educatie

PE,PEPP en Samen Werken

Voordat begonnen kan worden met de praktische voorbereiding voor de lessen moet er eerst een schoolvisie op het nieuwe programma zijn

Kooske Franken Gerard Derksen

Rapportage sociaal-emotionele ontwikkeling Playing for Success

Brochure Montessori Academie

User Centered Design. Ontwerpbeslissingen

Thermometer leerkrachthandelen

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. basisschool Frans Naerebout

Evaluatieverslag Parwo-scholing

Pedagogisch beleid in Brede School de Waterlelie, Prinsenhof te Leidschendam

Transcriptie:

De toekomst van het opleiden van leraren in het montessori basisonderwijs Inleiding In 2009 heeft het Montessori Kenniscentrum een notitie gepubliceerd over de stand van zaken rond professionalisering in het montessori-onderwijs: Professionalisering in het montessori-onderwijs: opleiding, begeleiding en cursussen. In de afgelopen tijd is steeds duidelijker geworden dat er problemen ontstaan rond de voortzetting van de huidige wijze van opleiden en nascholen in het montessori-basisonderwijs. Dat is de reden dat deze notitie zich uitsluitend op dit onderwerp richt. De notitie heeft de status van een beleidsadvies en bevat een aantal aanbevelingen. Deze aanbevelingen zijn gebaseerd op de bevindingen van opleiders, directeuren en leraren. Bij het formuleren van de conclusies zijn door de schrijvers keuzes gemaakt uit deze aanbevelingen. Onderstaande tekst is een conceptversie en wordt besproken met diverse groepen en daarnaast openbaar gemaakt via de daartoe geëigende kanalen. De definitieve tekst wordt voorgelegd aan de besturen die betrokken zijn bij de opleidingen, het sectiebestuur basisonderwijs en het NMV bestuur. De opbouw van de notitie is als volgt. Er volgt eerst een beschrijving van de huidige stand van zaken en een probleemstelling. Daarna volgt een verslag van de bevindingen uit enquêtes en gesprekken met opleiders, directeuren en leraren. Tot slot volgen de conclusies en aanbevelingen. Bij het schrijven van deze notitie is gebruik gemaakt van eerdere notities ( Professionalisering in het montessori-onderwijs: opleiding, begeleiding en cursussen, Het Montessorionderwijs in de 21 e eeuw ) en veldpeilingen (interviews met opleiders, enquêtes en gesprekken met directeuren en leraren). De notitie is in opdracht van het kenniscentrum geschreven door Maaike Kramer, directeur van de Eerste Westlandse Montessorischool en oud-opleider. Het Montessori Kenniscentrum is verantwoordelijk voor de inhoud van deze notitie. Wij hopen dat deze notitie een bijdrage levert om de toekomst van kwalitatief goede opleidingen voor montessorileraren te waarborgen. Maaike Kramer Michael Rubinstein Maart 2012

1. Situatieschets en probleemstelling In de notitie Professionalisering in het montessori-onderwijs: opleiding, begeleiding en cursussen is in het kader van het ambitieplan van het NMV bestuur in beeld gebracht welke opleidingen, cursussen en andere vormen van begeleiding er nu zijn voor de verschillende functies binnen het montessorionderwijs en waarmee deze uitgebreid of verbeterd kunnen worden. We proberen de actuele stand van zaken rond de montessori lerarenopleiding hieronder kort in beeld te brengen. Kijkend naar de cijfers, zien we dat het aantal opleidingsmogelijkheden is afgenomen en mogelijk nog verder zal afnemen (zie bijlage 1). In de oprichting van nieuwe opleidingsplaatsen is er even sprake geweest van een opleiding in Almere (niet doorgezet) en er loopt de pilot van de Montonscholen met het Centrum voor Nascholing Amsterdam rond een opleiden in school 1 -achtige aanpak. Daarnaast staat binnen het curriculum van de initiële opleidingen het montessorideel sterk onder druk door de (verplichte) aandacht voor de kennisbasis. Het is niet goed mogelijk om een afzonderlijke prognose te doen voor de ontwikkeling van de vraag naar nieuwe leraren bij montessorischolen. Het aantal examens van de montessori opleidingen van de afgelopen vijf jaren laat een redelijk constant beeld zien, met een dip in 2009 (bijlage 2). Voor de vraag naar nieuwe leraren baseren we ons op gegevens van het ministerie die gelden voor het hele onderwijsveld. Uit deze gegevens blijkt dat de vraag naar leraren de komende jaren zal afnemen en daarna, afhankelijk van de ontwikkeling van conjunctuur, mogelijk weer toeneemt. Dat zal dan rond 2020 zijn. 2 Concluderend ligt er het volgende probleem: Het voortbestaan van de huidige opleidingen is onzeker in vorm en inhoud; De aantrekkingskracht van de huidige opleidingen is laag. Dit leidt tot de vraag: Hoe kunnen we er blijvend voor zorgen dat er voldoende gekwalificeerde montessorileraren zijn en wat is daarbij de rol van de NMV? Wat betekent deze vraag voor: het curriculum van de opleidingen (eenduidigheid, actualiteit, vorm) het imago van de opleidingen de structuur van de opleiding de relatie tussen de NMV en de opleidingen. Door de mening van opleiders, directeuren en pas afgestudeerde leraren op diverse manieren te peilen, proberen we tot gefundeerde aanbevelingen te komen, die antwoorden kunnen verschaffen op de bovenstaande vragen. 2. Opleiders Om een beeld te krijgen van de situatie bij de opleidingen en inzicht te krijgen in het perspectief van opleiders heeft op 26 september 2011 een vraaggesprek met hen plaatsgevonden 3. In het gesprek kwamen sterke en zwakke kanten, bedreigingen en kansen aan de orde van de subvragen van de hoofdvraag in deze notitie: het curriculum van de opleidingen (eenduidigheid, actualiteit, vorm) het imago van de opleidingen de structuur van de opleiding de relatie tussen de NMV en de opleidingen 1 Opleiden in de school (OIDS): Aanpak waarbij scholen zelf een deel van de opleiding voor hun rekening nemen in een door de overheid vastgelegde verhouding tot de tijd die studenten doorbrengen op de lerarenopleiding. 2 Nota van OCW uit 2010: De toekomstige arbeidsmarkt voor onderwijspersoneel. 3 Bij deze bijeenkomst waren niet alle opleidingen vertegenwoordigd: Assen, Utrecht en Eindhoven konden niet aanwezig zijn. 2

Telkens werd vanuit de huidige situatie gezocht naar de plaats, vorm en inhoud van de opleiding van de toekomst, bijvoorbeeld over 15 jaar. Het curriculum van de opleidingen Voor het inrichten van het curriculum zijn drie documenten richtinggevend: het examenreglement, het Raamleerplan opleidingen en de Bekwaamheidseisen montessori leid(st)ers basisonderwijs. Er zijn nog meer documenten, zoals een stuk over modulair nascholen, maar opleiders geven aan dat bovengenoemde documenten actief in gebruik zijn. Er zijn geen gezamenlijke afspraken over de uitvoering: de organisatie en vormgeving van het curriculum, de gewenste leerprocessen en de evaluatie daarvan. Opleiders gaven aan dat er geen eenduidige onderliggende visie op het opleiden tot montessorileraar bestaat (het waarom en waartoe ). Over de nu door de opleidingen gehanteerde curricula bestaat weinig uitwisseling. De geplande visitatieprocedure kan hier mogelijk verandering in brengen. Voor opleiders is het zoeken naar de balans tussen het overbrengen van de montessorivisie enerzijds en het aanleren van handelingen anderzijds. Dat speelt vooral bij de initiële opleiding, als studenten nog jong zijn. De opleiders geven aan dat voor het overbrengen van visie een langer traject, meer ervaring en tijd nodig zijn. Ook de plaats van de vernieuwingen in de montessorididactiek (wiskunderekenen, het lusmodel en MKVS) hebben opleiders nog onvoldoende met elkaar verkend en afgestemd. Daarmee zijn het aanbod en de werkwijze in de opleidingen, zowel initieel als postinitieel in hoge mate leerplaats afhankelijk. Eerdere initiatieven om hier meer eenduidigheid in te krijgen zijn vastgelopen, al geven opleiders aan dat zij hier positief tegenover staan. Hierbij speelt een rol dat opleiders beperkt worden doordat zij gebonden zijn aan de afspraken en regels van verschillende hogescholen. Er is geen opleiding voor montessori-opleiders; opleiders vinden een dergelijke opleiding wel wenselijk. Het imago van de opleidingen De montessori-opleiding kampt volgens de opleiders met een stoffig imago, waarbij innovaties, door slechte PR en oude taal niet (h)erkend lijken te worden. Ook zijn er weinig jonge opleiders. De opleiders geven aan dat een reden van het geringe volume aan montessoristudenten is, dat zij de opleiding te lang en te zwaar vinden. Een vergelijking met de opleidingen van andere traditionele en nieuwe vernieuwingsstromen wordt snel gemaakt en vooral de lengte van de montessori-opleiding vinden potentiële studenten te lang. De opleiders hechten aan de lengte en intensiteit van de opleiding, omdat zij vinden dat deze tijd nodig is voor het bereiken van alle competenties voor leraar in het montessori basisonderwijs. De structuur van de opleiding Bij het eventueel veranderen van de structuur van de opleiding zien opleiders het veranderende beleid op de hogescholen en het ontbreken van gezamenlijke ontwikkeltijd als belemmerende factoren. Gezien het geringe aantal studenten (onvoldoende volume vanuit het perspectief van de hogescholen) kan er weinig druk gezet worden. De beweging lijkt eerder andersom te zijn. De ruimte voor het inrichten van de initiële opleiding wordt alleen maar kleiner door de voorgeschreven tijd die besteed moet worden aan de kennisbasis. In Utrecht is de initiële opleiding hierdoor zelfs verdwenen. Voor de continuïteit van de andere opleidingsplaatsen wordt door de opleiders serieus gevreesd. De postinitiële opleiding lijkt hierdoor een andere plaats en belang te krijgen. Bij de terugloop van het aantal initiële opleidingsplaatsen, vindt men het van groot belang tenminste de nascholing te behouden. Er zijn duidelijk zorgen over het aantal studenten in relatie tot de financiering van de huidige opleidingsplaatsen. Een te klein aantal betalende studenten kan voor de hogescholen een reden zijn om de opleiding te stoppen. 3

De relatie tussen de NMV en de opleidingen Er is op dit moment geen sprake (meer) van enige vorm van gezamenlijk overleg tussen de NMV en hogescholen (zoals bij bijvoorbeeld de Vrije scholen of OGO-scholen) over aanbod, werkwijze en organisatie van de opleidingen. Tot begin jaren negentig bestond er wel een vorm van overleg, maar deze is daarna verdwenen. Bij het besluit van de Hogeschool Utrecht om de montessori-opleiding af te bouwen is er geen enkele vorm van overleg vooraf gevoerd met het NMV-bestuur. Toekomstperspectieven De opleiders vrezen dat het kleine aantal studenten zal betekenen dat de initiële montessori-opleidingen verdwijnen omdat deze door hogescholen niet meer rendabel wordt geacht. Vanuit die gedachte doordenkend komt er dan wel ruimte om de opleiding een andere structuur te geven, bijvoorbeeld als landelijk aanbod vanuit één centraal punt, en een andere inhoud. Hoewel de opleiders hechten aan de lengte en intensiteit van de opleiding, zien zij ook mogelijkheden voor andere opleidingsvormen zoals: startbekwaamheid halen, jaarlijks (mogelijk verplicht) uitbreiden met een of meer modules, terugkomdagen, verdiepen en opnemen in een vorm van beroepsregistratie. Deze vormen sluiten beter aan bij moderne inzichten over het opleiden van professionals. Opleiden in school wordt als een serieuze kans voor het voortbestaan van een montessori-opleiding genoemd. Dit model zou dan wel stevig moeten worden uitgewerkt en neergezet om verdunning te voorkomen. Het zou een krachtig middel kunnen zijn om opleiden en praktijk beter op elkaar te kunnen afstemmen. Een goed werkende visitatie kan daarbij een middel tot controle op de kwaliteit zijn. Een andere organisatie van het opleiden geeft veel meer ruimte, vrijheid en mogelijkheden om de vorm en inhoud van de opleiding eenduidig te kunnen bepalen. Een landelijke, moderne opleiding met meerdere lesplaatsen in het land, mogelijk door één hogeschool aangestuurd en met een duidelijke rol voor de NMV in een loketfunctie en als actieve toezichthouder, is voor de opleiders een gewenst alternatief. Inhoudelijke vernieuwing kan zich richten op de onderzoekende houding en talenten van leraar en kind, brede ontwikkeling( 0-13 jaar), burgerschap en internationalisering. Deze vernieuwingen kunnen ook het imago van de opleiding verbeteren. 3. Directeuren Om de mening van directeuren over de montessori-opleidingen te peilen is in oktober 2011 een digitale enquête uitgezet onder alle directeuren van montessori basisscholen in Nederland. De enquête is door 27 directieleden ingevuld. Dit is ongeveer 20%. Dat is een laag aantal respondenten. Dit is van belang bij het wegen van de betrouwbaarheid van de uitkomsten. De respondenten zijn verdeeld over alle opleidingen in Nederland. Bijna de helft (beiden 23,1%) van de reacties komt uit Amsterdam en Utrecht. Na bestudering van de uitkomsten van deze enquête, is een aantal directeuren nog telefonisch bevraagd. De enquête geeft een beeld over de mate van tevredenheid over een aantal onderdelen van de opleiding en de kansen en bedreigingen die directeuren zien. Ten slotte konden directeuren aanbevelingen voor de toekomst doen. Enquête In de onderstaande tabel zijn de categorieën heel tevreden en tevreden samengevoegd tot één kwalificatie. Zo ook ontevreden en erg ontevreden. 4

Tevreden over: Heel tevreden en tevreden Ontevreden en heel ontevreden kennis en 85% 15% vaardigheden theorie kennis en 74% 26% vaardigheden didactiek tijdsinvestering 67% 33% van de studenten voor het behalen van het diploma tijdsduur van de 61% 39% opleiding: 2 jaar Praktijkbegeleiding 50% 50% aansluiting 52% 48% opleiding en praktijk mate van inspiratie die de opleiding brengt 70% 30% Opvallend is de hoge tevredenheid ( 70%) op de items: kennis en vaardigheden van theorie, didactiek en inspiratie en de lage tevredenheid ( 40%)op: praktijkbegeleiding, aansluiting met de praktijk en tijdsduur van 2 jaar (39%). Kansen: In de onderstaande tabel worden de uitspraken van de directeuren over de kansen voor de opleiding weergegeven. Daarbij staat in de eerste kolom of dit vaak ( 5 keer) gemiddeld (3 of 4 keer) of soms ( 2 keer) genoemd wordt. frequentie item Vaak Aansluiting zoeken met actuele en maatschappelijke ontwikkelingen als opbrengstgericht werken, passend onderwijs. Soms Duidelijke profilering van het montessori-onderwijs gemiddeld Meer verdieping aanbrengen in de opleiding Soms Maak gebruik van externe deskundigen bij bepaalde onderwerpen Soms Meer materiaalkennis aanbieden Vaak Opleiding compacten of splitsen ( OB/MB/BB)en daarna verdiepen in aparte modules Vaak Meer afstemming op de praktijk, op maat, in company trainingen Vaak Meer afstemmen op talenten en behoeften van individuele studenten, niet meer iedereen hetzelfde, opleiding meer montessoriaans geven Soms Minder nadruk op materialenkennis (middelen), Meer nadruk op de echte doelen (rondgang, signaleringen, leerkrachtgedrag, feedback gesprekken, enz.) Soms MKVS als verplichte landelijke toetsing 5

Soms De montessori nascholing op de Hogeschool Utrecht is erg gedegen en er komen zeer gemotiveerde studenten vanaf. Ik hoop van harte dat dit zo blijft. Soms Meer gebruik maken van kenniscentrum, visitatiecommissie enz. Soms Meer praktijkbegeleiding Bedreigingen: In de onderstaande tabel worden de uitspraken van de directeuren over de bedreigingen voor de opleiding weergegeven. Daarbij staat in de eerste kolom of dit vaak ( 5 keer) gemiddeld ( 3 of 4 keer) of soms ( 2 keer) genoemd wordt. frequentie item: Vaak De kosten voor de opleiding, Bezuinigingen op scholen, Krimpend lerarenkorps, Besturen die het niet nodig vinden de opleiding te betalen, Besturen die ad hoc cursussen doorduwen die niet stroken met NMV gemiddeld Te weinig aanmeldingen vaak Navelstaren, Te star in de leer, Dogmatisch, Niet mee meegaan met de tijdsgeest vaak Te lange opleiding, Te weinig eigen activiteit van studenten, Te grote/ lange tijdsinvestering vaak Tuttig imago, Stoffig, Langdradig, Eentonig soms Te theoretisch gemiddeld Scholen verschillen teveel, Opleiding kan nooit op iedereen afstemmen, Scholen met en zonder methodes en met of zonder MKVS hebben andere behoeftes Aanbevelingen: In de onderstaande tabel worden de uitspraken van de directeuren over de aanbevelingen voor de opleiding weergegeven. Daarbij staat in de eerste kolom of dit vaak ( 5 keer) gemiddeld (3 of 4keer) of soms ( 2 keer) genoemd wordt. frequentie item vaak Eigentijds montessori-onderwijs, Aansluiting op nieuwe ontwikkelingen en praktijk binnen het montessoriveld, Meer elan. soms Selecteer aan de poort op leerkrachtcompetenties soms Goede voorlichting aan de studenten, Goede promotie activiteiten, gerichte hulp en participatie bij de instroom naar werk op montessorischolen. vaak Na de nascholing terugkom bijeenkomsten, opzet in modules, ook voor gediplomeerden (MKVS, lusmodel, rekenen, enz.) Cursussen op locaties aanbieden aan alle leerkrachten, ook de reeds gecertificeerde collega s. gemiddeld Meer doen aan de zelfontplooiing van leerkrachten. Uitgaan van het individu als leerkracht en zijn/haar kracht. Montessori- 6

onderwijs toch? Meer differentiëren naar deelnemer, Meer aansluiten op behoeften (en bouw) soms Doe het zoveel mogelijk 'in company', Opleiden, zelfontwikkeling en begeleiding in samenwerking met de school en op de school vaak Montessori didactiek is meer dan materiaal lesjes, (wat is de waarde van het maken van een geometriemap). Minder gericht op de lesjes en werkjes. Meer nadruk op pedagogisch handelen en klassenmanagement. soms Goede praktijkscholen bezoeken, Kom dichter in en bij scholen: we hebben elkaar nodig gemiddeld Maak de opleiding praktischer, het is nu niet moeilijk maar veel, Tempo kan omhoog en laat meer samen werken door studenten, Minder doceren. Meer flexibiliteit en vaart. Soms Gastdocenten met nieuwe kennis laten lesgeven Soms Investeren in materiaalkennis Soms Praktijkbegeleiding inclusief aanbieden Gesprekken Na het uitwerken van de uitkomsten van de enquête heeft er met enkele directeuren een aanvullend gesprek plaatsgevonden. Hierbij stonden de volgende vragen centraal: 1. Hoe denken directeuren over een splitsing opleiding jonge kind/oudere kind? 2. Moet iedereen alle modules doen binnen 2 jaar? 3. Iedereen op herhaling om gecertificeerd te blijven? 4. Hoe groot mogen verschillen tussen opleidingen zijn(zowel tussen opleidingen als nascholing versus dagopleiding)? 5. Welke door de NMV erkende documenten moeten in ieder geval herkenbaar zijn in de opleiding? In de tabel hieronder worden de reacties samengevat. item samenvatting 1 Hoe denken directeuren over een splitsing opleiding jonge kind/oudere kind? Unaniem geven directeuren aan dat het splitsen van de opleiding in de huidige context bijna onontkoombaar lijkt. Over de wenselijkheid is men verdeeld. Als positief wordt genoemd dat het beter aansluit bij de praktijk en dat het leren van volwassenen altijd betekenisvol moet zijn. Ook het weer naar school gaan als je van bouw(moet) verandert wordt gezien als prettig neveneffect. Als negatief wordt genoemd dat het kan leiden tot verschraling, fragmentatie, minder holistische benadering en dat doorgaande lijnen niet meer herkend worden. Ook wordt genoemd dat het juist bij krapte op de arbeidsmarkt gewenst is dat studenten breed opgeleid worden. 2 Moet iedereen alle modules doen binnen twee jaar? De meeste directeuren vinden het een goed idee om na te denken over het uitsmeren van de opleiding over meerdere jaren ( elk jaar 4 nascholingsbijeenkomsten om het diploma te behouden ). Wel wordt een verplichte startbekwaamheid van een jaar genoemd. Één directeur vindt dat het gewoon twee jaar moet blijven en dat er alleen aan de inhoud verbeteringen zouden kunnen worden gedaan, niet aan de lengte. 3 Iedereen op herhaling om gecertificeerd te blijven? Directeuren reageren wisselend op deze vraag. Een aantal directeuren wil graag de vrijheid houden om zelf, of samen met de collega een passende scholing te vinden, niet verplicht op herhaling. Anderen vinden dit juist een zeer goed idee omdat zo ook vernieuwingen en good practice gedeeld kunnen worden. Ook geeft een directeur aan dat dit de uniforme werkwijze van montessorischolen ( wij zijn de NMV ) zou kunnen verbeteren: Het bekwaamheidsdossier wordt zo een levend middel tot professionalisering. Één directeur geeft aan dat dit een middel zou kunnen zijn om 7

verstoffing tegen te gaan. Twee directeuren geven wel aan dat dit door zeer capabele opleiders, die veel kennis hebben van de praktijk, zou moeten gebeuren. 4 Hoe groot mogen verschillen tussen opleidingen zijn(zowel tussen opleidingen als nascholing versus dagopleiding)? Op deze vraag zijn de antwoorden het meest eensluidend: de verschillen zouden zo klein mogelijk moeten zijn, je krijgt allemaal het zelfde diploma, hetzelfde curriculum en verantwoording, met dezelfde waarde. Hooguit kunnen er regionale verschillen zijn. Zo is de grote steden problematiek voor bijvoorbeeld Assen minder relevant. 5 Welke door de NMV erkende documenten moeten in ieder geval herkenbaar zijn in de opleiding? Vaak genoemd worden: Examenreglement Het Montessorionderwijs in de 21 e eeuw Kijkwijzer Diverse boeken van en over Maria Montessori en haar onderwijs Minder vaak of een enkele keer genoemd: MKVS Gulden tien Bekwaamheidseisen Artikelen (MM) van deskundigen over het montessori-onderwijs WMBO documenten en wat er komt van de taalwerkgroep 4. Leraren Om de mening van recent ( 3 jaar geleden) afgestudeerde leraren over de montessoriopleidingen te peilen is in oktober 2011 een digitale enquête uitgezet. De enquête is door 42 leraren ingevuld. Hiermee kan het aantal respondenten als laag voldoende aangemerkt worden. Dit is van belang bij het wegen van de betrouwbaarheid van de uitkomsten. De respondenten zijn verdeeld over alle opleidingen in Nederland. Ongeveer 2/3 van respondenten heeft de opleiding via de nascholing gevolgd en 1/3 via een initiële opleiding. Na bestudering van de uitkomsten van deze enquête, is een aantal leraren nog telefonisch bevraagd. De enquête geeft een beeld over de mate van tevredenheid over een aantal onderdelen van de opleiding. Ten slotte konden leraren aanbevelingen voor de toekomst doen. In de onderstaande tabel zijn de categorieën heel tevreden en tevreden samengevoegd tot één kwalificatie. Zo ook ontevreden en erg ontevreden. Tevreden over: Heel tevreden en tevreden Ontevreden en heel ontevreden Organisatie van de 80% 20% opleiding Duur van de 85% 15% opleiding Theoretische 83% 17% kennis Didactische kennis 80% 20% en vaardigheden praktijkbegeleiding 84% 16% aansluiting 78% 22% opleiding en praktijk mate van inspiratie die de opleiding brengt 89% 11% 8

Opvallend bij deze onderdelen is de hoge tevredenheid op nagenoeg alle items. Het enige item dat onder de 80% tevredenheid scoort is de aansluiting van de opleiding op de praktijk. Inhoud van het curriculum voor: Heel tevreden en tevreden Ontevreden en heel ontevreden Perioden van groei 78% 22% Rekenen en wiskunde 94% 6% Geometrie 74% 26% Waarneming 91% 9% Motoriek 80% 20% Taal 85% 15% Kennisgebieden 78% 22% MKVS 51% 49% Bij de vragen over de inhoud van het curriculum voor de diverse domeinen valt ook de hoge tevredenheid op. Vooral rekenen en waarneming scoren zeer hoog ( 90%). Perioden van groei, geometrie en kennis gebieden scoren bij ongeveer ¾ deel tevreden of zeer tevreden. De grote uitzondering is de tevredenheid over het MKVS aanbod. Slechts 51% van de respondenten is hierover tevreden of heel tevreden. Werkwijze van de opleiding ten aanzien van: Heel tevreden en tevreden Ontevreden en heel ontevreden Aanbod van het curriculum 82% 18% Wijze van tentamineren 80% 20% Wijze van examineren 88% 12% Bij de vragen over de werkwijze van de opleiding scoort deze op alle drie de onderdelen op of boven de 80% tevredenheid. Hierbij kan je concluderen dat er sprake is van een hoge mate van tevredenheid is bij de respondenten. In het tweede deel van de enquête werd gevraagd welke aanbevelingen de respondenten hebben voor de opleidingen. In de onderstaande tabel worden de aanbevelingen van leraren voor de opleiding weergegeven. Daarbij staat in de eerste kolom of dit vaak ( 5 keer) gemiddeld (3 of 4 keer) of soms ( 2 keer) genoemd wordt. frequentie Item vaak Nu vaak vrijblijvend, Mager, het mag pittiger, Het algemeen niveau zou omhoog mogen, Wel heel erg eenvoudig, Zou sneller door de stof mogen gaan, Hogere eisen stellen aan de uitvoering van opdrachten vaak Meer afgestemd op het heden, Moderner, Nieuwe ontwikkelingen volgen, Flexibeler gemiddeld Meer duidelijkheid in de opdrachten, Minder rommelig, Meer planmatig (vanuit duidelijke visie) gemiddeld Meer montessoriaans lesgeven Als je iets beheerst hoef je het niet nog eens te doen, Teveel luisteren Uitgaan van de leerbehoeften van studenten soms Ga zo door. Liefde voor montessori-onderwijs zeer aanwezig gemiddeld Er is erg veel herhaling in het theoretische deel, De opleiding is erg lang. 9

Ik vond vooral de theorie het tweede jaar een herhaling soms Verhoudingsgewijs veel aandacht voor onderbouw en weinig aandacht voor midden- en bovenbouw soms De manier van tentamens afnemen, door middel van loodjes trekken, ervaar ik als zeer stressvol gemiddeld Het examen vind ik een extra belasting met weinig meerwaarde voor de student, Scriptie is overbodig, Het afstudeerproject is erg veel omvattend, veel te veel werk naast het fulltime werken in de praktijk. Ook het maken van alle werkjes kost veel te veel tijd en is niet eens zinvol omdat je niet alles in je eigen praktijk kunt gebruiken in verband met de doelgroep, scriptie afschaffen soms Dieper ingaan op het MKVS, meer mee werken en oefenen soms Jammer dat de opleiding zoals ik hem gevolgd heb niet meer bestaat. Ik raad jullie aan de echte montessori opleiding weer in te voeren. Niet de manier zoals deze nu loopt, met de minor als specialisatie. Ik heb erg veel gehad aan het behandelen van de pedagogiek in de eerste jaren. vaak Meer ingaan op klassenmanagement, Omgaan met verschillen, veel meer aandacht voor didactiek: hoe ga je het geleerde aanbieden Er ligt nog teveel de nadruk op het maken van materialen en lesjes. Mensen zitten veel te knippen en te plakken terwijl mijns inziens je beter je tijd kunt besteden aan klassenmanagement en leerlijnen rekenen en taal, gebruikmakend van bestaande montessorimaterialen soms Lesjes veel meer voordoen in plaats van zelf laten uitzoeken. Dat wilde ik juist leren Gesprekken Na het uitwerken van de uitkomsten van de enquête heeft er met enkele leraren een aanvullend gesprek plaatsgevonden. Hierbij stonden de volgende vragen centraal: 1. Hoe denken leraren over een splitsing opleiding jonge kind/oudere kind? 2. Moet iedereen alle modules doen binnen twee jaar? 3. Iedereen op herhaling om gecertificeerd te blijven? 4. Hoe groot mogen verschillen tussen opleidingen zijn(zowel tussen opleidingen als nascholing versus dagopleiding)? 5. Welke door de NMV erkende documenten moeten in ieder geval herkenbaar zijn in de opleiding? In de tabel hieronder worden de reacties samengevat. item samenvatting 1 Hoe denken leraren over een splitsing opleiding jonge kind/oudere kind? Over de wenselijkheid van splitsing zijn de ondervraagde leraren verdeeld. Als positief wordt genoemd dat het beter aansluit bij de praktijk. Dat je eerder startbekwaam( zij doet nog de opleiding ) bent en dat je meer tijd hebt voor het in praktijk brengen van de geleerde stof. Als negatief wordt genoemd dat je de opleiding nooit meer afmaakt (moet je er weer opnieuw inkomen) en de doorgaande lijnen niet meer herkend worden. 2 Moet iedereen alle modules doen binnen twee jaar? De meeste leraren vinden het een goed idee om na te denken over het uitsmeren van de opleiding over meerdere jaren, zeker als dit betekent dat ze samen met zittende (al gediplomeerde) collega s op nascholing zouden kunnen gaan. Samen leren met je team! en Dit verkomt verstoffen van oudere collega s! Ook wordt genoemd: De opleiding als middel om vernieuwingen in mijn school door te voeren, goed! 3 Iedereen op herhaling om gecertificeerd te blijven? Deze vraag leverde wisselende reacties op: Ieder jaar is teveel, misschien één keer in de drie jaar; graag geometrie en MKVS; wel goed voor je team en bijblijven. Wel duidelijk, maar inhoud aub, geen verplicht nummer! Uitwisselen met collega s van andere scholen 10

is genoemd als waardevol. 4 Hoe groot mogen verschillen tussen opleidingen zijn(zowel tussen opleidingen als nascholing versus dagopleiding)? Op deze vraag zijn, net als bij de directeuren, de antwoorden het meest eensluidend: de verschillen zouden zo klein mogelijk moeten zijn, je krijgt allemaal het zelfde diploma, hetzelfde curriculum en verantwoording, met dezelfde waarde. Zijn er nu grote verschillen dan? Er wordt wel groot verschil waargenomen tussen dagopleiding ( langzaam ) en nascholing ( veel ). 5 Welke door de NMV erkende documenten moeten in ieder geval herkenbaar zijn in de opleiding? Genoemd worden: Examenreglement Het Montessorionderwijs in de 21 e eeuw Kijkwijzer Diverse boeken van en over Maria Montessori en haar onderwijs MKVS De Montessorimap (eigen product van een opleiding) Nieuwe rekenen 5. Samenvatting, aanbevelingen en conclusies We vatten hieronder eerst in tabellen samen wat opleiders, directeuren en leraren vinden van de vier besproken onderdelen van de hoofdvraag en wat zij hieroover aan aanbevelingen doen. Daarna volgen onze eigen conclusies en aanbevelingen. Samenvatting van meningen Opleiders Directeuren Leraren Het curriculum De opleiders staan positief ten opzichte van samenwerking en uitwisseling over het curriculum. De directeuren zijn grotendeels tevreden over het aangeboden curriculum De leraren zijn in hoge mate tevreden over het aangeboden curriculum. De opleiders zijn ontevreden over het gebrek aan landelijke afstemming van het curriculum Er ligt een onvoldoende eenduidige visie onder het opleiden tot montessorileraar Er is weinig afstemming over de implementatie van vernieuwingen De helft van de directeuren is ontevreden over de praktijkbegeleiding Nadruk teveel op middelen in plaats van op het doel Navelstaren, Dogmatisch, Niet mee meegaan met de tijdsgeest Over het aanbod van het MKVS is de helft van de studenten ontevreden Nadruk teveel op lesjes in plaats van toepassing in de praktijk (klassenmanagement) Niet modern, nieuwe ontwikkelingen meer volgen Niet flexibel afgestemd op leerbehoeften van student Niveau mag hoger, sneller door de stof heen, meer differentiëren Het imago Stoffig imago, waarbij innovaties door slechte PR en oude Tuttig imago, weinig aantrekkelijk Stoffig imago, teveel knippen en plakken 11

Structuur NMV/Opleidingen taal niet (h)erkend lijken te worden. Er zijn weinig jonge opleiders. Het aanbod en de werkwijze in de opleidingen, zowel initieel als postinitieel in hoge mate leerplaats afhankelijk ; Mogelijkheden zijn er in andere opleidingsvormen als: startbekwaamheid halen, jaarlijks (mogelijk verplicht) uitbreiden met een of meer modules, terugkomdagen, verdiepen en opnemen in een vorm van beroepsregistratie Veranderend beleid op de hogescholen en het ontbreken van gezamenlijke ontwikkeltijd wordt gezien als belemmerende factoren. Er is geen sprake (meer) van enige vorm van gezamenlijk overleg tussen de NMV en hogescholen Er is behoefte aan een specifieke kaderopleiding Opleiden in school als serieuze kans uitwerken Een landelijke, zelfstandige, moderne opleiding oprichten met een duidelijke rol voor de NMV Weinig eigentijds Over de aansluiting met de praktijk is ongeveer de helft van de directeuren ontevreden Over de tijdinvestering (en tijdsduur) die de opleiding van studenten vraagt is ongeveer de helft van de directeuren ontevreden Directeuren maken zich zorgen om de continuering van de opleidingen Weinig eigentijds Examen in de huidige vorm is teveel en/of teveel herhaling De opleiding is te lang en/of te zwaar en/of te saai Samenvatting van aanbevelingen Het curriculum Opleiders Directeuren Leraren Richt inhoudelijke Stem de inhoud van Stem de inhoud van vernieuwing op de de opleiding meer af de opleiding meer af onderzoekende op actuele op actuele houding en talenten ontwikkelingen ontwikkelingen van leraar en kind, brede ontwikkeling (0-13 jaar), burgerschap en internationalisering. 12

Stem de opleiding af op de hogere verwachtingen (meer diepgang, meer tempo, meer betekenis voor de dagelijkse praktijk) en de maat van de deelnemers; Stem de opleiding af op de hogere verwachtingen (meer diepgang, meer tempo, meer betekenis voor de dagelijkse praktijk) en de maat van de deelnemers; Geef het MKVS een grotere en praktische plaats in de opleiding; Geef het MKVS een grotere en praktische plaats in de opleiding; Het imago Structuur Verbeter het imago door de bovenstaande vernieuwingen door te voeren Ontwerp een getrapte vorm (zowel qua inhoud als lengte) van opleiden van professionals (startbekwaamheid centraal en daarna modulair om bekwaam te blijven) Meer afstemmen op talenten en behoeften van individuele studenten Onderneem goede promotie activiteiten Stem de opleiding meer af op het heden, maak het moderner Toon meer flexibiliteit en meer vaart in de opleiding Opleiding compacten of splitsen (OB/MB/BB) en daarna verdiepen in aparte modules Meer afstemmen op talenten en behoeften van individuele studenten Werk meer planmatig (vanuit duidelijke visie) Stem de opleiding meer af op het heden, maak het moderner Zoek de verbinding met de praktijk Pas op voor teveel herhaling en een te laag tempo Ontwerp een nieuwe opleidingsstructuur, los van hogescholen met de NMV als regisseur en kwaliteitsbewaker Ontwerp een nieuwe opzet in modules, ook voor gediplomeerden Laat ons samen met gediplomeerde collega s bijscholen of verdiepen na het behalen van een startbekwaamheid NMV/Opleidingen Onderzoek de kansen voor opleiden in school en let daarbij op kwaliteitsbewaking door bv visitatie en aansluiting bij de praktijk; Zorg dat de verschillen tussen de opleidingen zo klein mogelijk zijn; Zorg dat de verschillen tussen de opleidingen zo klein mogelijk zijn; Ontwerp een kaderopleiding waarbij een gezamenlijk visie, uitdagend curriculum en vernieuwingen centraal staan; 13

Conclusies en aanbevelingen In dit laatste gedeelte van deze notitie trekken wij op basis van de bovenstaande samenvattingen van meningen en aanbevelingen van opleiders, directeuren en leraren conclusies en doen we aanbevelingen. Hoewel, zoals eerder aangegeven, de kwantiteit van het aantal gegevens niet hoog is, herkennen we toch duidelijke patronen in de reacties op de vragen die we gesteld hebben. Dat maakte het mogelijk om keuzes te maken en antwoorden te formuleren op de vraag Hoe kunnen we er blijvend voor zorgen dat er voldoende gekwalificeerde montessorileraren zijn en wat is daarbij de rol van de NMV? We lopen daarbij de vier aandachtspunten langs, zij het in een andere volgorde. De reden hiervoor is de volgende. De NMV moet eerst de regie voor de opleiding in handen nemen. Dat moet leiden tot een herontwerp een nieuwe structuur van opleiden. Vervolgens hoort daar een vernieuwd curriculum bij. Ten slotte zijn er nog aparte aandachtspunten om de imago van de opleidingen te verbeteren. De relatie tussen de NMV en de opleidingen Ergens in de jaren negentig van de vorige eeuw is een eind gekomen aan het overleg dat tot die tijd bestond tussen de opleidingen en de NMV. Het toenmalige NMV-bestuur had een opzet voor ogen waarin de NMV in de eerste plaats een scholenvereniging zou worden en schoof de opleiders als platform de vereniging uit. Daarna bleef nog wel de Werkgroep Montessori Opleiders bestaan, maar was er geen voortzetting van de contacten tussen de hogescholen en opleiders en de NMV. Door de kleine omvang van de Nederlandse montessoriwereld komen opleiders en het werkveld c.q. de scholen elkaar wel voortdurend tegen in allerlei overlegorganen, werkgroepen en initiatieven tot vernieuwing. Zo blijft er wel enige voeling tussen opleiders en veld, maar is het formele contact weggevallen. Nu de montessori opleidingen in het nauw zitten is er geen formeel bestuurlijk overleg tussen hogescholen en NMV en dat betekent dat de NMV steeds achter de feiten aanloopt. Op een inhoudelijk niveau praat de NMV ook niet mee over de inhoud, de vormgeving en de kwaliteit van de opleidingen. In feite is de rol van de NMV daarmee teruggebracht tot die van de instantie die een handtekening zet op een diploma. Wij denken echter dat de NMV zowel op het inhoudelijke als op het bestuurlijke niveau mee moet praten en mee moet bepalen. Voor de montessorivereniging is het van essentieel belang dat er een kwalitatief sterke opleiding blijft bestaan. Mogelijk zal die opleiding zowel qua structuur als qua inhoud opnieuw ontworpen moeten worden, maar daar moet de vereniging dan zelf het voortouw in nemen. Vanuit deze argumentatie komen we tot de volgende vier aanbevelingen: Zorg ervoor dat de NMV regisseur wordt van de montessori-opleiding. Neem het initiatief om tot een structurele vorm van bestuurlijk overleg te komen tussen NMV en hogescholen. Onderzoek daarnaast de mogelijkheden voor een nieuwe opleidingsstructuur in een andere verhouding tot de hogescholen met de NMV als regisseur en kwaliteitsbewaker. Stel hiervoor een werkgroep in die bestaat uit opleiders en vertegenwoordigers uit het werkveld (zoals directieleden, leraren, sectiebestuurders). Formuleer vanuit het bestuur een in inhoud en tijdpad omschreven opdracht voor deze werkgroep. Ontwerp een opleiding voor opleiders. De structuur van de opleiding De structuur van de huidige montessori-opleiding staat onder druk. De (verplichte) steeds toenemende aandacht voor de kennisbasis dreigt de uren van de montessoriopleiding weg te drukken. In combinatie met het kleine aantal studenten wordt het dan voor hogescholen logisch dat zij de montessori-opleiding opheffen of op zijn minst willen verkorten. De huidige structuur van de montessori-opleiding keert in dat opzicht tegen 14

zichzelf: de zwaarte van de opleiding maalt de haalbaarheid in de huidige en toekomstige constellatie moeilijker. Het is ook de vraag of de huidige structuur nog steeds de meest wenselijke is. hoewel het overgrote deel van leraren en directeuren zich tevreden toont over de opleiding, plaatsen zij her en daar wel kanttekeningen en doen zij aanbevelingen. Daarin komen de tijdsduur, de zwaarte en de herhalingen een aantal keren terug als aandachtspunten. Het is ook voor ons de vraag of de huidige praktijk nog voldoende aansluit bij de praktijk. De vraag rond meer op één bouw gericht opleiden speelt al langer binnen de NMV en heeft ook in de procedure rond toelating en erkenning al verschillende keren tot discussies geleid. Steeds meer montessorischolen zitten in schoolbesturen met reguliere scholen en krijgen gekwalificeerde leraren binnen die montessori nascholing behoeven mogelijk is een vorm van specialisatie voor hen veel geschikter. Een meer flexibele wijze van opleiden is een maatschappelijke realiteit. Een dergelijke werkwijze sluit mogelijk ook beter aan bij de doelgroep, die, zoals opleiders constateren, in een initiële opleiding minder behoefte hebben aan een zwaar accent op visieoverdracht. Het verdient aanbeveling te onderzoeken op welke wijze de montessoriopleiding beter hierop aansluit. We komen tot de volgende drie aanbevelingen: Herontwerp de professionalisering van montessorileraren naar een vorm waarbij opleiden in de trappen startbekwaam, ervaren en excellent wordt aangeboden voor alle montessorileraren. Onderzoek de wenselijkheid en haalbaarheid van een (deels) gespecialiseerde opleiding die gericht is op één bouw. Daarna zijn verdiepende of verbredende modules beschikbaar om een ervaren en excellente montessorileraar te worden. Onderzoek de kansen voor Opleiden in de school en let daarbij op kwaliteitsbewaking. Het curriculum van de opleidingen In het algemeen tonen leraren en directeuren zich tevreden over het theoretisch aanbod van de huidige opleiding. In die zin lijkt het curriculum dus te voldoen aan de eisen van het veld. Uitzonderingen hierop vormen voor directeuren de praktijkbegeleiding en voor leraren het MKVS. Bij dat laatste dient opgemerkt te worden dat de positie van het MKVS een lastige is omdat het enerzijds een door de NMV erkend instrument is, maar anderzijds door slechts 20% van de aangesloten scholen gebruikt wordt. Een aandachtspunt vormt altijd de aansluiting tussen theorie en praktijk: de spanning tussen opleiding en werkveld is er een van alle tijden en lijkt onontkoombaar. Tegelijk houdt dit spanningsveld de opdracht in om te zorgen voor betere aansluiting en voor betekenisvol onderwijs. Dit leidt tot de volgende aanbevelingen: Zorg ervoor dat het programma eenduidig, actueel en betekenisvol is. Betrek de verwachtingen van studenten (bijvoorbeeld over diepgang, tempo en relatie tot de dagelijkse praktijk) bij de vormgeving van het programma. Geef vernieuwingen in de montessoribeweging zoals het MKVS een duidelijk plaats in de opleiding. Onderzoek de vorm en plaats van de praktijkbegeleiding. Het imago van de opleidingen Veel van de punten die hierboven besproken zijn hebben te maken met het imago van de opleidingen. Hieronder volgen nog aanbevelingen die tegemoet kunnen komen aan de gehoorde kritiek op een zekere mate van starheid en teveel aandacht voor het lesjes maken, knippen en plakken. Geef gehoor aan de vraag naar meer gerichtheid op doel (toepassing, integratie) dan op middelen (lesjes voordoen, nadoen, maken) Investeer in verbetering van het imago van de opleiders door een bewust op vernieuwing gericht beleid, onder meer via een opleiding voor opleiders. 15

Zet experts uit de montessoripraktijk in voor diverse onderdelen in de opleiding. Zorg voor een goed digitaal systeem waarin het programma, relevante documenten en studieproducten en scripties beschikbaar zijn. Onderzoek de mogelijkheden van interactieve toepassingen. Met bovenstaande aanbevelingen hopen we de vragen die we gesteld hebben in de probleemstelling beantwoord te hebben. In het ambitieplan van de NMV uit 2009 stelt het bestuur als doelstelling: In 2012 is er in Nederland een kwalitatief hoogwaardig aanbod aan opleidingen en bij- en nascholingscursussen, dat erkend en gecertificeerd is door de NMV. Voor wat betreft het opleiden van montessorileraren basisonderwijs moet deze doelstelling geherformuleerd worden. De toekomst van het opleiden van montessorileraren vraagt om een actief beleid van de NMV. Door zelf het voortouw te nemen kan de vereniging ervoor zorgen dat er binnen enkele jaren een vernieuwde opleiding is die inhoudelijk aansluit bij een hedendaagse visie op montessori-onderwijs en die structureel een stevig fundament heeft. De huidige situatie op de arbeidsmarkt maakt het mogelijk om een dergelijke opleiding enigszins in de luwte te ontwikkelen en te zorgen dat de ontwikkeling ervan voltooid is op het moment dat de vraag weer gaat toenemen. Naar ons idee liggen er derhalve voldoende kansen om ervoor te zorgen dat er ook in de toekomst een kwalitatief sterke opleiding voor montessorileraren in het basisonderwijs zal zijn. 16

Bronnen en middelen Bij het schrijven van deze notitie is gebruik gemaakt van de volgende bronnen: Professionalisering in het montessori-onderwijs: opleiding, begeleiding en cursussen, Montessori Kenniscentrum, 2009 Het Montessorionderwijs in de 21 e eeuw, Wetenschappelijk Bureau NMV, 2001 Examenreglement montessori-opleiding, NMV, 2008 Raamleerplan montessori-opleidingen, NMV, Bekwaamheidseisen montessorileraar, NMV, 2008 Kwantitatieve gegevens over opleidingen en examens, secretariaat NMV 2012 (bijlage 1) Websites van de diverse Hogescholen Nota van OCW uit 2010: De toekomstige arbeidsmarkt voor onderwijspersoneel. Om de veldpeiling vorm te geven is gebruik gemaakt van de volgende middelen: Vraaggesprek met opleiders (bijlage 2). Enquête onder directies van montessoribasisscholen in Nederland (bijlage 3). Enquête onder leraren die recent (minder of gelijk aan 3 jaar geleden) de opleiding hebben gevolgd ( bijlage 3). (Telefonische) gesprekken met directeuren en leraren. Schriftelijke opgaven studentenaantallen van NMV secretariaat (oktober 2011) Bijlage 1 Er zijn in Nederland verschillende opleidingsmogelijkheden voor het behalen van het montessoridiploma. De meeste hogescholen bieden dagopleiding, om- en nascholing aan. Een aantal biedt alleen om- en nascholing aan. Amsterdam, Utrecht en Twente bieden ook een verkorte opleidingsroutes. Hogescholen Stenden hogeschool PABO De Eekhorst Assen Hogeschool Utrecht, Instituut Theo Thijssen Academie Fontys Pabo Eindhoven initieel x Gestopt post initieel x x x Hogeschool van Amsterdam / x x Centrum voor Nascholing Hogeschool Rotterdam e.o. x x Haagse Hogeschool afdeling Pabo Hogeschool Leiden PABO Thomas More Rotterdam Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, Pabo Arnhem Hogeschool Edith Stein/Onderwijscentrum Hengelo Gestopt x x x x x x 17

In de onderstaande tabel staat per hogeschool aangegeven hoeveel studenten er een volledig diploma (v.d.) en hoeveel studenten er een onvolledig diploma (o.d.) hebben ontvangen. Bij een onvolledig diploma ontbreekt de aftekening van het praktijkdeel. Hogescholen Aantal afgestudeerden 2006-2007 Aantal afgestudeerden 2007-2008 Aantal afgestudeerden 2008-2009 Aantal afgestudeerden 2009-2010 Aantal afgestudeerden 2010-2011 v.d. o.d. v.d. o.d. v.d. o.d. v.d. o.d. v.d. o.d. Stenden hogeschool PABO 4 5 3 1 0 10 5 3 3 0 De Eekhorst Assen Hogeschool Utrecht, Instituut 30 1 39 2 25 2 22 0 22 2 Theo Thijssen Academie Fontys Pabo Eindhoven 4 11 3 11 3 11 2 6 3 17 Hogeschool van Amsterdam / 31 1 18 0 14 0 26 0 36 0 Centrum voor Nascholing Hogeschool Rotterdam e.o. 7 16 14 0 10 3 14 2 8 2 Haagse Hogeschool 1 7 3 15 4 13 3 17 4 8 afdeling Pabo Hogeschool Leiden PABO gg gg 1 2 0 1 5 0 3 0 Thomas More Rotterdam Hogeschool van Arnhem en 0 5 2 8 2 11 2 6 0 15 Nijmegen, Pabo Arnhem Hogeschool Edith Stein/Onderwijsc 6 7 4 2 13 13 7 0 2 2 entrum Hengelo 83 53 87 41 27 64 86 35 81 46 subtotaal: totaal 136 128 91 121 127 2006-2007 2007-2008 2008-2009 2009-2010 2010-2011 totaal herexamens 10 10 1 5 4 totaal afgewezen 3 1 3 3 2 18

Bijlage 2 Bijeenkomst met opleiders, 26 september 2011 1: Swot Willen jullie ter voorbereiding van de bijeenkomst en vanuit het kader opleiden nu en in de toekomst nadenken over het onderstaande kwadrant. Wat zijn interne sterke en zwakke punten van de opleiding( zowel dagopleiding als nascholing) en wat zijn externe bedreigingen en kansen? In de bijeenkomst wisselen we deze punten uit. Wat zijn de sterke punten van de opleiding? Wat zijn de zwakke punten van de opleiding? INTERN Waar liggen kansen voor de opleiding? Waar liggen bedreigingen voor de opleiding? EXTERN 2 : Leidraad groepsinterview opleiders: Waarin kenmerkt zich een hoog gekwalificeerde montessorileraar? Hoe ontwikkel je dat? Waarin kenmerkt zich een hoog gekwalificeerde opleiding/ opleider? Waarin vinden en binden de opleidingen elkaar? Hoe groot mogen verschillen tussen opleidingen zijn in: curriculum(wat?) wijze waarop (hoe?) studielast/duur( hoeveel?) toetsing? Enz. Welke door de NMV/ visitatie/enz. erkende documenten moeten in ieder geval herkenbaar zijn in de opleiding? Wat is de houdbaarheidsdatum van het huidige model? Hoe ziet de opleiding er over 15 jaar uit? Wat vraagt dit van de diverse ketenpartners? W.v.t.t.k. 19

Bijlage 3 Enquêtevragen voor de directie: Naam: School: Collega s zijn vooral opgeleid via: nascholing /dagopleiding 1. Hoe tevreden bent u over de tijdsinvestering die de cursisten moeten leveren om het diploma te behalen? 2. Hoe tevreden bent u over de duur/lengte van de opleiding? 3. Hoe tevreden bent u over de praktijkbegeleiding? 4. Hoe tevreden bent u over het aanbod en opbrengst van de theoretische kennis (van de pedagogische, psychologische en filosofische achtergronden van Montessori) die wordt aangeboden? 5. Hoe tevreden bent u over het aanbod en opbrengst van de didactische kennis( van aanbiedingen, vragen stellen, beslissingen nemen, overzicht van en inzicht in inhouden en ontwikkelingsmomenten,enz.) die wordt aangeboden? 6. Hoe tevreden bent u over de inhoud van het totale curriculum? 7. Hoe tevreden bent u over het aanbod en opbrengst van kennis en vaardigheden t.a.v. het MKVS? 8. Hoe tevreden bent u over de wijze waarop geëxamineerd wordt? 9. Hoe tevreden bent u over de aansluiting tussen de opleiding en de dagelijkse praktijk? 10. Hoe tevreden bent u over de inspiratie die cursisten opdoen op de opleiding? 11. Hoe tevreden bent u over de nieuw opgeleide collega s als vernieuwers voor het team? 12. Waar liggen volgens u kansen voor de opleiding? 13. Waar liggen volgen u bedreigingen voor de opleiding? 14. Welke aanbevelingen heeft u voor de opleiding? Enquêtevragen voor de leraren: Naam: Pabo opleiding: nascholing/dagopleiding Jaar van afstuderen: 1. Hoe tevreden bent u over de organisatie van de opleiding? 2. Hoe tevreden bent u over de duur/lengte van de opleiding? 3. Hoe tevreden bent u over de inhoud van het curriculum op het domein: Perioden van groei? 4. Hoe tevreden bent u over de inhoud van het curriculum op het domein: rekenen? 5. Hoe tevreden bent u over de inhoud van het curriculum op het domein: geometrie? 6. Hoe tevreden bent u over de inhoud van het curriculum op het domein: waarneming? 7. Hoe tevreden bent u over de inhoud van het curriculum op het domein: motoriek? 8. Hoe tevreden bent u over de inhoud van het curriculum op het domein: taal? 9. Hoe tevreden bent u over de inhoud van het curriculum op het domein: kennisgebieden(kosmisch onderwijs)? 10. Hoe tevreden bent u over de praktijkbegeleiding? 20

11. Hoe tevreden bent u over de inhoud van de theoretische kennis (van de pedagogische, psychologische en filosofische achtergronden van Montessori) die wordt aangeboden? 12. Hoe tevreden bent u over de inhoud van de didactische kennis( van aanbiedingen, vragen stellen, beslissingen, overzicht van en inzicht in inhouden en ontwikkelingsmomenten) die wordt aangeboden? 13. Hoe tevreden bent u over de kennis van de inhoud en werkwijze van het MKVS? 14. Hoe tevreden bent u over de wijze waarop het curriculum wordt aangeboden? 15. Hoe tevreden bent u over de wijze waarop getentamineerd wordt? 16. Hoe tevreden bent u over de wijze waarop geëxamineerd wordt? 17. Hoe tevreden bent u over de aansluiting tussen de opleiding en de dagelijkse praktijk? 18. Hoe tevreden bent u over de opleiding als inspiratiebron voor uw praktijk? 19. Welke aanbevelingen heeft u voor de opleiding? 20. Bent u bereid om over dit onderwerp mee te doen aan een eenmalig (landelijk)groepsinterview met andere (nieuw afgestudeerde)collega s? 21