Master 2013-2014 STAGE. Werkboek. Drs. Marco Otten Rosanna van Oudenaarden Mirte Schreuder Hes Drs. Hans Tenwolde



Vergelijkbare documenten
STAGEWERKBOEK Master alle varianten. Werkboek. Marco Otten. Rosanna van Oudenaarden Germaine Poot Hans Tenwolde

Master Humanistiek 2011/2012 ED4C: VERSTERKING VAN DE IDENTITEIT VAN EDUCATIEVE INSTELLINGEN. Coördinator: Wiel Veugelers.

INLEIDING IN DE WETENSCHAP EN SOCIAAL WETENSCHAPPELIJK KWALITATIEF ONDERZOEKCURSUSTITEL

Stagehandleiding. bedoeld voor studenten en docenten bachelor- en masteropleiding Rechtsgeleerdheid, Ondernemingsrecht en Fiscaal Recht

BEOORDELINGSFORMULIER STAGES BACHELOR NIVEAU 3

Faculteit der Geesteswetenschappen. Stagereglement masteropleidingen

Protocol Werkplekleren Student ESoE. Minor Educatie & Communicatie Variant II

10 Masteropleiding Filosofie & Maatschappij

Faculteit Geesteswetenschappen BASISGEGEVENS STAGE. onvoldoende voldoende. goed. goed. Eindoordeel (cijfer): Toelichting: ONDERTEKENING STAGEDOCENT

Handleiding Stageminor LET 2019/2020

Uitleg over de OER Alles wat iedere student moet weten over zijn of haar Onderwijs- en Examenregeling (OER)

Onderwijsregeling VI Keuzeonderwijs Bacheloropleiding Geneeskunde Curius+

BPV werkboek. Technicus elektrotechnische industriële installaties en systemen niveau 4 BBL Crebonummer: BPV-werkboek 25262/versie sept.

Wetenschappelijke stage in het Sint Lucas Andreas Ziekenhuis (SLAZ) voor geneeskunde studenten van het VUmc

Instructiedocument studenten Stageregeling. Bedrijfskunde.

TOEGEPASTE PSYCHOLOGIE PRAKTIJKGIDS JAAR 3

SW-B-K1-W2 (C) Maakt een plan van aanpak. Oefenopdracht C Niveau 4 Crebo: Cohort: Geldig vanaf

Kinderopvang Heyendael

Protocol Werkplekleren Student ESoE. Masteropleiding Science Education and Communication (SEC)

BPV Styling Design 3e jaars cohort

Postinitiële hbo-masteropleiding leraar HVO en Levensbeschouwing (HL)

WAGENINGEN UNIVERSITEIT STAGE CONTRACT

TOEGEPASTE PSYCHOLOGIE PRAKTIJKGIDS JAAR 3

Studiehadleiding. Opleiding: hbo-masteropleiding Islamitische Geestelijke Verzorging

Stagereglement Masteropleiding leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Godsdienst en Levensbeschouwing Tilburg School of Catholic Theology

Reglement Bachelorscriptie Geschiedenis Vastgesteld op , verbeterd en goedgekeurd door de examencommissie op

FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN

Stagewijzer. Stagiairs

Stichtse Vrije School Voortgezet onderwijs Socrateslaan GL Zeist Telefoon: mail:

Postinitiële hbo-masteropleiding leraar HVO en Levensbeschouwing (HL)

Stageprotocol FLOT. Bacheloropleidingen. Fontys Lerarenopleiding. Versie: februari 10 1/7

Stageregeling bachelor opleiding Afdeling Politicologie, NSM/Radboud Universiteit Nijmegen September 2014

Modulebeschrijving FINSLC0108

Stagereglement Masteropleiding Theologie Tilburg School of Catholic Theology

Reglement Onderzoekscollege en Bachelorscriptie Europese Studies

STAGEVERSLAG VMBO LEERLING INSTRUCTIE

Stagehandleiding Master Letterkunde

Handleiding Mbo-hbo doorstroomassessment jij en het hbo ..een succesvolle combinatie?

: Afstudeerproject BSc KI : Bachelor Kunstmatige Intelligentie Studiejaar, Semester, Periode : semester 2, periode 5 en 6

Internship & Communication Consultancy Masterprogramma Communicatie- en Informatiewetenschappen

Ik heb een stageplaats gevonden wat nu? Zie volgende pagina van de handleiding.

Doel stage. Clinical Masters Internship. Wat voor soort plekken zijn er? Masters BUL + Wanneer begin je aan een stage?

Protocol Werkplekleren Student ESoE. Masteropleiding Science Education and Communication (SEC)

Handboek maatschappelijke stage MAATSCHAPPELIJKE STAGES, BEST TE DOEN!

Het doet ons bijzonder genoegen dat u de opleiding KT 2 (KorfbalTrainer 2) gaat volgen.

Persoonlijk Ontwikkelings Plan (POP)

Inleiding maatschappelijke stage

MAATSCHAPPELIJKE STAGES, BEST TE DOEN!

Stagebrochure. Postinitiële hbo-masteropleiding leraar HVO en Levensbeschouwing (HL)

Instructiedocument studenten

Stagereglement Faculteit Rechtsgeleerdheid

Praktijk oriëntatie. Maatschappelijke zorg. Niveau 3 + 4

Stage als Keuzecursus vrije keuze in Bachelor B&O

PRAKTIJK EN STAGE JAAR 2 EN 3

BPV-praktijkboek. Arbeidsmarktgekwalificeerd assistent

Kwaliteitscriteria en Diepgang

Stagehandleiding. Faculteit der Sociale Wetenschappen

Stage handleiding ACW Erasmus School of History, Culture and Communication (ESHCC)

Informatiebrochure. Profielwerkstuk HAVO Colegio Arubano

SW-B-K1-W3 (C) Oefenopdracht C Niveau 4 Crebo: Cohort: Geldig vanaf

European Individual Accreditation Handleiding EIA-verlenging

me nse nkennis Competentiegericht opleiden in de BIG opleidingen Getting started

Leerjaar Doelstelling opdracht. Activiteit Betrokkenen Loopbaancompetenties. Motievenreflectie Kwaliteitenreflectie

Praktijkleerovereenkomst opleidingen in deeltijdse inrichtingsvorm die deelnemen aan de pilot flexibilisering

Stichtse Vrije School Voortgezet onderwijs Socrateslaan GL Zeist Telefoon: mail:

handvatten bij de begeleiding van stagiairs voor de MBO opleiding administratief medewerker

Gelet op artikel 12e, tweede lid, van de Wet op de architectentitel;

OER. Uitleg over de. Alles wat iedere student moet weten over zijn of haar Onderwijs- en Examenregeling (OER)

Gespreksdocument Inleiding Doel Werkwijze

STAGEHANDLEIDING Master Sociologie

Handleiding Assessment Startbekwaamheid

Modulebeschrijving FINSLC0106

Jaar 1 Studiejaar

Beoordeling Stage 2 Code: ST2

BACHELOR RECHTSGELEERDHEID AFSTUDEERRICHTING JURIDISCHE BESTUURSKUNDE. Bestuurskundig onderzoeksproject

Dit reglement is een extract uit de Onderwijs- en Examenregeling van NOVI Hogeschool.

BPV GIDS ICT Opleidingen

Keuzedeel Ondernemend gedrag (geschikt voor niveau 1 en 2)

Proeve van Bekwaamheid. kerntaak 2. Uitvoeren van taken ten behoeve van het jongerenwerk, de organisatie en het beroep

Algemene Informatie Profielwerkstuk Landsexamen Aruba Mavo/Havo/Vwo

[60738] Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Islam in de moderne wereld. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Praktijkstage Werken in de Zorg instituut Beleid en Management Gezondheidszorg (ibmg) Informatie voor stage-instellingen

SECTORWERKSTUK

Stappenplan om een stageplaats te vinden

Als stagebedrijf wilt u stagiairs uitgebreid kennis laten maken met uw vakgebied;

Toetsbekwaamheid BKE november 2016

Gespreksformulieren LA personeel Dommelgroep

Praktijkleerovereenkomst opleidingen in duale inrichtingsvorm die deelnemen aan de pilot flexibilisering

Alle competenties moeten met voldoende zijn beoordeeld

Instructie student. Ontwikkelingsgericht Praktijkbeoordelen.nl

Faculteit der Geesteswetenschappen Cluster Filosofie. Bachelor scriptiereglement voor de opleiding: Wijsbegeerte

Supervisiereglement van de Nederlandse Wetenschappelijke Vereniging voor Seksuologie

Maatschappelijke Stages

Post HBO opleiding Jobcoach/Trajectbegeleider

Stage map. Keuzevak: Recreatieve Activiteiten Docent: Marc Hollander. Leerjaar: 3

Inhoud. Inleiding 9. 5 Planning Leerdoelen en persoonlijke doelen Het ontwerpen van het leerproces Planning in de tijd 89

Transcriptie:

Master 2013-2014 STAGE Examinator: drs. Marco Otten Werkboek Auteur(s): Lindsay van Dijk Drs. Marco Otten Rosanna van Oudenaarden Mirte Schreuder Hes Drs. Hans Tenwolde 13 e druk, juni 2013

Titel Stage Auteur(s) Lindsay van Dijk, drs. Marco Otten, drs. Hans Tenwolde, Rosanna van Oudenaarden, Mirte Schreuder Hes Vormgeving Mirte Schreuder Hes Druk 13e druk, augustus 2013 Uitgave Universiteit voor Humanistiek Kromme Nieuwegracht 29 3512 HD UTRECHT Reeks werkboeken Master Humanistiek 2013/2014 Code 13/Ma/STAGE/wb UvH 2013 2

Inhoudsopgave VOORWOORD.5 ALGEMENE BESCHRIJVING MASTER HUMANISTIEK..7 1. CURSUSGEGEVENS..8 1.1 Algemene gegevens... 8 1.2 Plagiaatcontrole met Ephorus, fraude en richtlijn werkstukken... 8 1.3 Beoogd leerresultaat... 9 1.4 Werkvorm en studiebelastingsuren....8 1.5 Feedback... 9 1.6 Afronding... 10 1.7 Beoordeling... 12 1.8 Literatuur... 13 1.9 Leeswijzer... 13 1.10 Onderwijskwaliteitszorg... 13 2.CURSUSPROGRAMMA 13 1. Stage-ABC... 13 2. Wat voor alle stages geldt... 14 2.1. Oriëntatie, conceptstageplan en stageplaats... 14 2.2. Stagedocent, supervisor en stage coördinator... 16 2.3. Begeleiding... 18 2.4. Stageverslag en tussenverslag... 19 2.5. Afronding... 20 3. Bijzondere situaties... 24 3.1. Vrijstellingen... 24 3.2. Buitenlandstages... 24 3.3. Vergoedingen... 25 3.4. Problemen tijdens de stage... 25 3.5. Vertraging bij de afronding... 26 3.6. Combinatie van mastervarianten... 26 3.7 Combinatie van stage met afstudeeronderzoek 26 3.8. Bijzondere procedures bij justitie en defensie... 26 3.9 Bijzonderheden bij gecombineerde UvH-HVO-stages... 30 3. BIJLAGEN Bijlage I: Handleiding voor de werkbegeleider... 32 Bijlage II: Verklaring supervisor of coach... 35 Bijlage III: Beoordelingsformulier werkbegeleider... 37 3

Bijlage IV: Stage-afrondingsformulier... 41 Bijlage V: Algemene eisen waaraan iedere UvH-stage dient te voldoen... 45 Bijlage VI: Schema criteria stagevarianten... 47 Bijlage VII eindtermen master humanistiek....51 4

VOORWOORD De stage is een belangrijk onderdeel van de academische beroepsopleiding tot humanisticus. In dit werkboek wordt uiteengezet wat de UvH onder een stage verstaat, welke doelen worden nagestreefd, aan welke eisen een stage moet voldoen, en wat je moet doen om een stage te organiseren. Daarnaast vind je in dit werkboek veel nuttige en stimulerende informatie om je stage voor te bereiden. Dit werkboek geldt voor alle stages die beginnen in het studiejaar 2013-2014. In het studieprogramma staat de stage geroosterd in het tweede jaar van je masteropleiding. Het werkboek wordt op het studentenweb van de UvH gepubliceerd en is digitaal beschikbaar voor werkbegeleiders, stagedocenten en supervisoren. Mochten er tussendoor veranderingen in de tekst nodig zijn, dan worden deze op http://mijn.uvh.nl/onderwijs/master/stages gepubliceerd. Op deze website zijn ook beoordelingsformulieren en veel aanvullende informatie te vinden. Suggesties om de tekst van dit werkboek in volgende edities te verbeteren en aan te vullen zijn van harte welkom. We wensen je veel succes en plezier met dit unieke onderdeel van je opleiding. Mirte Schreuder Hes, assistent stagecoördinatie (M.SchreuderHes@uvh.nl) Marco Otten, algemeen stagecoördinator (MO@uvh.nl) 5

6

ALGEMENE BESCHRIJVING MASTER HUMANISTIEK De driejarige, ongedeelde master humanistiek kent een stevig programma gericht op het levensbeschouwelijk ambt van geestelijke begeleiding. Daarbij verstaan wij geestelijke begeleiding in brede zin: naast levensbeschouwelijke competenties, zijn hiervoor ook educatieve competenties en kennis van organisatie- en beleidsvraagstukken nodig. Geestelijk verzorgers werken immers in organisaties (zorgsector, defensie, justitie) waar zij ook educatieve taken verrichten (bijvoorbeeld op het terrein van ethiek). Bovendien is een eigentijdse invulling van het levensbeschouwelijk beroep of ambt nodig. Geestelijke verzorging ontwikkelt zich tot een professie die ook buiten de traditionele institutionele kaders haar werkterrein vindt. De UvH leidt haar studenten op tot professionals gespecialiseerd in de omgang met existentiële en ethische vragen in verschillende maatschappelijke contexten, inclusief wetenschappelijk onderzoek. 7

1 CURSUSGEGEVENS 1.1 Algemene gegevens Cursustitel: Stage Cursuscode: STAGE7,5/STAGE15A/ STAGE15B/ STAGE22,5/ STAGE 30/ /2- ST10* Ephorus inlevercode: STAGE-13-14 Studiejaar: 2013-2014 Periode: I t/m IV* Omvang: 7,5-30 EC* Aantal SBU: 210-840 * Onderdeel van: Master Humanistiek Doelgroep: masterstudenten Verplicht voor: alle masterstudenten/varianten Voorkennis: minimaal 30 EC uit de master, minimaal 2 studieonderdelen van de variant waardoor je de stage erkend wilt hebben/minimaal 37,5 EC uit de master* *afhankelijk van het cohort/opleidingsjaar waar je de master mee ingestroomd bent: zie voor meer informatie http://www.uvh.nl/mijnuvh/onderwijs/master/stages Examinator: Marco Otten kamer: 2.02 tel./ e-mail: 0302390146 / M.Otten@uvh.nl spreekuur: Op afspraak onderwerpen: Stage Docenten: kamer: tel./ e-mail: spreekuur: onderwerpen: zie http://www.uvh.nl/mijnuvh/onderwijs/master/stages zie http://www.uvh.nl/mijnuvh/onderwijs/master/stages zie http://www.uvh.nl/mijnuvh/onderwijs/master/stages op afspraak Stage 1.2 Plagiaatcontrole met Ephorus, fraude en richtlijn werkstukken De UvH heeft een actief beleid voor het controleren op plagiaat. Elk afrondend schriftelijk werkstuk levert de student in via mijnuvh.nl met een specifieke Ephorus inlevercode (zie 1.1 Algemene gegevens). Het werkstuk wordt dan automatisch gecontroleerd en komt in een persoonlijke map van de examinator terecht. Het gebruik van uitspraken, teksten, illustraties en meningen van een ander zonder 8

vermelding van de bron, waarbij de schrijver de indruk wekt alsof deze van hem of haar zelf zijn, wordt beschouwd als plagiaat. Bij schriftelijke werkstukken en tentamens wordt dit gezien als een ernstige inbreuk op academische normen omdat een juiste beoordeling van de kennis en vaardigheden van de student dan niet goed mogelijk is, en omdat het oneerlijk is tegenover medestudenten. Op tentamenfraude kunnen zware sancties volgen, tot aan het uitsluiten van de studie toe. Zie voor meer informatie: http://mijn.uvh.nl/onderwijs/examencommissie/tentamenfraude-en-plagiaat.voor meer informatie over het schrijven van een goed werkstuk zie: http://mijn.uvh.nl/onderwijs/master 1.3 Beoogd leerresultaat Na deelname aan dit onderdeel volgens de eisen kun/toon je: 1. cliënten, al naar gelang de stage-activiteiten, begeleiden, adviseren, opleiden en/of onderzoeken. (mastereindterm 8) 2. gedegen kennis van en inzicht in de voor de beroepspraktijk relevante werkinhouden en processen te hebben. (mastereindterm 9 ) 3.functioneren op verschillende niveaus binnen de organisatie en effectief beleid ontwikkelen binnen de organisatie (mastereindterm 10) 4. een doorleefd normatief kader te hebben ontwikkeld met de bijbehorende (zelf)onderzoekende houding, en in staat te zijn de eigen inspiratie en visie op het werk te ver(ant)woorden. (mastereindterm 11) 5. onder woorden brengen wat je geleerd hebt en nog moet leren tegen de achtergrond van de eindtermen op het gebied van de professionele vorming en beroepsuitoefening en daarbij een relatie leggen met relevante theorie (mastereindterm 7) 6. een stage verslag schrijven dat voldoet aan de inhoudelijke eisen (oorspronkelijke gedachten over de beoefende praktijk, de methodiek, de organisatorische inbedding of de maatschappelijke context van het werk, verband leggend met discussies en thema s in het beroepsveld; correct gebruik van vaktermen en theoretische begrippen; helderheid en leesbaarheid) (mastereindterm 7) 1.4 Werkvorm en studiebelastingsuren Werkvormen: praktijkervaring Doel en samenhang van de werkvormen in deze cursus: De praktijkervaring is gericht op het oefenen en reflecteren op de leerdoelen die de stagiair zichzelf gesteld heeft en die een relatie hebben met de doelstellingen van dit studieonderdeel. Samenstelling studiebelastingsuren (SBU): Zie voorbeeldstageplannen op: http://www.uvh.nl/mijnuvh/onderwijs/master/stages Schema voor het berekenen van de uren nodig voor literatuurstudie 9

Aantal bladzijden literatuur per studie-uur 1 Doelen anderstalig artikel in wetenschapp elijk -schrift) artikel in wetenschap pelijk - schrift) populariserend artikel roman Licht 8 9 13 16 20 Midde l 6 7 10 12 15 Zwaar 4 5 7 8 10 1.5 Feedback Bij feedback wordt een onderscheid gemaakt tussen formatieve en summatieve feedback. Formatieve feedback wordt gegeven tijdens het onderwijs zelf en is bedoeld om je inzicht te geven over je leerproces. Wat weet en kun je al wel en wat niet? In dit studieonderdeel vindt formatieve feedback plaats tijdens het hele verloop van je stage en met name ook bij de tussenreflectie in de vorm van feedback door je werkbegeleider, supervisor en stagedocent op de praktijk en op je verslagen. Summatieve feedback vindt vaak plaats op het einde van een studieonderdeel. Het laat zien wat je op het einde van het studieonderdeel weet of kunt. Vaak zijn aan deze feedback consequenties verbonden, meestal in de vorm van een cijfer. In dit studieonderdeel vindt summatieve feedback plaats in de vorm van een stageverslag en eindbeoordelingsformulier m.b.t. je stagepraktijk. Zie voor meer informatie over de summatieve feedback ook het volgende onderdeel Afronding. 1.6 Afronding Voorwaarden Vanzelfsprekend dient voor de afronding van het studieonderdeel stage aan het aantal studiebelastingsuren waarvoor dit contract is getekend te zijn voldaan. Het studieonderdeel is gestart na ondertekening van het stagecontract door de stage-coördinator. Eventuele afspraken in het zgn. studieplan dienen te zijn nagekomen. Er dient volgens de voorwaarden het benodigd aantal supervisie/begeleide intervisiebijeenkomsten te zijn gevolgd, ook dient een tussenverslag bij werkbegeleider en stagedocent te zijn ingeleverd. Afronding 1: Soort afronding: Inhoud afronding: Stageplan Stageplan waarin leerdoelen, een beschrijving van de 1 Zie voor berekening van de totale studielast de Richtlijn berekening studielast van een cursus te vinden op http://www.uvh.nl/mijnuvh/faciliteiten/onderwijs-en-studentenzaken/productie-onderwijsmateriaal 10

Uitvoeringsdatum: Herkansingsdatum: Cijferbepaling: Datum uitslag Datum inzage en nabespreking activiteiten en overige bijlagen worden beschreven voor contractdatum uiterlijk twee maanden na de eerste inleverdatum voldaan/niet voldaan uiterlijk een maand na de inleverdatum in overleg Afronding 2: Soort afronding: Deelname/praktijk Inhoud afronding: Stage activiteiten gedurende de stage Uitvoeringsdatum: volgens contractdatum Herkansingsdatum: in overleg Cijferbepaling: onderdeel van eindcijfer op de schaal van 1 tot 10 Datum uitslag uiterlijk een maand na de inleverdatum van verslag Datum inzage en nabespreking in overleg Afronding 3: Soort afronding: Reflectie op leerdoelen Inhoud afronding: reflectie op de leerdoelen, beschreven in stageverslag Uitvoeringsdatum: volgens contractdatum Herkansingsdatum: uiterlijk twee maanden na de eerste inleverdatum Cijferbepaling: onderdeel van eindcijfer op de schaal van 1 tot 10 Datum uitslag uiterlijk een maand na de inleverdatum Datum inzage en nabespreking in overleg Afronding 4: Soort afronding: Stageverslag Inhoud afronding: Stageverslag waarin naast een reflectie op de leerdoelen, een beschrijving van de activiteiten en overige bijlagen worden beschreven Uitvoeringsdatum: volgens contractdatum Herkansingsdatum: uiterlijk twee maanden na de eerste inleverdatum Cijferbepaling: onderdeel van eindcijfer op de schaal van 1 tot 10 Datum uitslag uiterlijk een maand na de inleverdatum Datum inzage en nabespreking in overleg 11

1.7 Beoordeling De docent geeft een advies voor het cijfer op grond van drie deelbeoordelingen. Ten eerste de praktijk, mede afgaand op de beoordeling door de werkbegeleider, de mate van onderstaande aantoont: 1. cliënten, al naar gelang de stage-activiteiten, te kunnen begeleiden, adviseren, opleiden en/of onderzoeken. 2. gedegen kennis van en inzicht in de voor de beroepspraktijk relevante werkinhouden en processen te hebben. 3.te kunnen functioneren op verschillende niveaus binnen de organisatie en effectief beleid te ontwikkelen binnen de organisatie 4. een doorleefd normatief kader te hebben ontwikkeld met de bijbehorende (zelf)onderzoekende houding, en in staat te zijn de eigen inspiratie en visie op het werk te ver(ant)woorden. Ten tweede worden leerresultaten beoordeeld. - Allereerst in hoeverre de leerdoelen zijn gerealiseerd. Het is van belang dat je op een aantal leerdoelen vorderingen hebt gemaakt, maar niet vanzelfsprekend dat je álle doelen bereikt hebt. Je dient in dat geval wel in je stageverslag aan te geven waar je van doelen hebt afgezien, wat je niet gelukt is, hoe dat volgens jou komt en in hoeverre je daar wat aan hebt proberen te doen. - Verder wordt ook beoordeeld, indien van toepassing, welke onvoorziene leerresultaten zijn geboekt. De stagedocent zal bij dit alles ook de beoordeling door werkbegeleider en supervisor betrekken. - Niet alleen worden je vorderingen op zich beoordeeld, maar ook de manier waarop je ze beschrijft. Een algemeen criterium is daarbij dat je helder onder woorden kunt brengen wat je hebt geleerd en nog moet leren tegen de achtergrond van de UvH-eindtermen en literatuur hebt verwerkt. Ten derde wordt de kwaliteit van het stageverslag beoordeeld (oorspronkelijke gedachten over de beoefende praktijk, de methodiek, de organisatorische inbedding of de maatschappelijke context van het werk, verband leggend met discussies en thema s in het beroepsveld; correct gebruik van vaktermen en theoretische begrippen; helderheid en leesbaarheid en plagiaat-). Op het moment dat het stageverslag en alle daarbij behorende documenten worden ingeleverd bij de stage coördinator dient het verslag ook geüpload te worden t.b.v. een plagiaatcontrole. De hele stage wordt met een cijfer op de schaal van 1 tot 10 beoordeeld. De supervisor gaat uit van de volgende beoordelingscriteria: Met betrekking tot de begeleide intervisie, supervisie of coaching zelf Het aangaan van een leerrelatie; het inbrengen van zinvol en relevant materiaal; daarover open communiceren en systematisch reflecteren. Kortom, het is duidelijk 12

dat de stagiair de verantwoordelijkheid heeft genomen voor het leerproces en bekwaam omgaat met deze vorm van reflectie. Met betrekking tot de beroepsontwikkeling Werkstijl en interventies kunnen verantwoorden; daarbij verbindingen kunnen leggen tussen werkvragen, methodische aanpak, levensbeschouwelijke en wetenschappelijke thema s, persoonlijke motieven en emotionele beleving. De supervisie/begeleide intervisie dient met voldaan te zijn afgetekend, eventueel zijn extra zittingen of extra verslaglegging nodig. 1.8 Literatuur Verplichte literatuur Dit stagewerkboek 1.9 Leeswijzer Lees dit stagewerkboek voorafgaand aan het zoeken naar een geschikte stageplek. Je krijgt hierdoor inzicht in de procedure en de verschillende betrokkenen bij het studieonderdeel stage 1.10 Onderwijskwaliteitszorg Aan het eind van de cursus kan je gevraagd worden een evaluatieformulier in te vullen. Het evalueren van het onderwijs is een onderdeel van ons kwaliteitszorgsysteem. Elk onderwijsonderdeel wordt minimaal één keer per drie jaar geëvalueerd. De evaluatieresultaten worden bekeken door de opleiding, de coördinator en de studentenvertegenwoordigers. In de bibliotheek liggen de onderwijsevaluaties in mappen ter inzage. Hier wordt periodiek informatie aan toegevoegd met verbetermaatregelen als vervolg op de evaluaties. Voor vragen en informatie kun je je wenden tot de verschillende studentafgevaardigden (jaarvertegenwoordigers, Universiteitsraad), of tot de beleidsmedewerker kwaliteitszorg Sophie Wils te bereiken via onderwijsevaluatie@uvh.nl. 13

2. CURSUSPROGRAMMA 1. Stage-ABC Een stage is een onderwijsperiode waarin je deelneemt aan een beroepspraktijk buiten de UvH onder begeleiding en op verantwoording van een ervaren professional. Je leert veel door actief mee te doen en bovendien krijg je een goed beeld van waar je staat in je persoonlijke en professionele ontwikkeling. De manier van leren in een stage heeft specifieke kenmerken. Het gaat om praktisch werken in een lopende beroepspraktijk. Je leert dan op twee manieren: door mee te kijken en door onder begeleiding te werken. - Meekijken - Leren van een voorbeeld. Je ziet een ervaren professional, voor en achter de schermen; het interessantste is misschien nog wel dat je van gedachten kunt wisselen over zijn of haar aanpak, twijfels, problemen en overtuigingen. Jouw commentaar op de professional wordt besproken. - Onder begeleiding werken - Leren door doen. Je krijgt taken toevertrouwd, waarbij de professional (je werkbegeleider) achteraf met je van gedachten wisselt over jouw aanpak, twijfels, problemen en overtuigingen. Nu ontvang je commentaar van de professional. Een goede stage bevat deze twee elementen in een passende verhouding. Andere onderwijsvormen - bijvoorbeeld sommige practica en projecten, of het afstudeeronderzoek - hebben wel eens vergelijkbare eigenschappen, maar nooit alle tegelijk. In het oog lopende kenmerken zijn: een persoonlijk leerplan, een andere locatie, deelname aan ( meelopen met ) een activiteit van een ander die ervoor verantwoordelijk blijft. De leerervaringen betreffen niet alleen praktijk in direct contact met cliënten en opdrachtgevers, maar ook je functioneren in de context van de betreffende arbeidsorganisatie, in de positie van medeverantwoordelijke collega: wat breng je mee als werknemer, als collega, als aankomend lid van een professionele beroepsgroep? Binnen de UvH-opleiding passen vier soorten stage, overeenkomstig de deskundigheidsprofielen/studievarianten/werkvelden* van de opleiding: GB Geestelijke begeleiding (onderverdeeld in Zorg, Defensie, Justitie, en overige); ED Educatie (onderverdeeld in HVO en Levensbeschouwing via het Centrum HVO, en overige); KOIS Kritische Organisatie- en Interventiestudies; L&O Levensbeschouwing & Onderzoeksleer; In die stages kun je ervaring opdoen met het werk van geestelijk begeleiders (geestelijk verzorger, raadsvrouw of -man), allerlei soorten opleiders (docent, trainer, voorlichter), allerlei soorten adviseurs (organisatieadviseur, personeelsadviseur, beleidsmedewerker, 14

coach), voorlichters (bijvoorbeeld bij een omroep) of wetenschappers (onderzoeker, wetenschappelijk adviseur, universiteitsdocent). Omvang van stages Voor studenten die in het studiejaar 2012-2013 aan de master begonnen is er in principe sprake van één stage van 22,5 EC (630 uur). Daarnaast bestaat de mogelijkheid tot invulling van een keuzeonderdeel van maximaal 7,5 EC met een stage. Deze ruimte kan benut worden om een stage te verlengen tot 30 EC. Studenten die in het studiejaar 2012/2013 aan de master zijn begonnen dienen uiterlijk 15 november 2013 aan te vangen met hun stage. Voor studenten die in het studiejaar 2011-2012 aan de master beginnen is er sprake van één stage (30 E), indien in één variant wordt afgestudeerd (indien in meerdere varianten wordt afgestudeerd mogen maximaal 2 stages binnen de stageperiode worden gevolgd). Voor studenten die eerder aan de master begonnen kan dit één heel grote stage zijn (aanbevolen), maar kan de stageperiode ook bij het volgen van één variant eventueel twee stages omvatten met een omvang van twee maal 15 EC (420 uur) of van 7,5 EC (210 uur) en 22,5 EC (630 uur). Daarnaast bestaat de mogelijkheid tot invulling van een keuzeonderdeel van maximaal 7,5 EC met een stage. Deze ruimte kan ook benut worden om een stage te verlengen, echter niet tot een grotere omvang dan 30 EC. Bij korte stages is de verhouding tussen activiteiten ter plekke en begeleiding en zelfstudie elders ongeveer 3:1, bij langere stages 4:1. Studenten die voor het studiejaar 2012/2013 aan de master zijn begonnen wordt ten zeerste aangeraden uiterlijk 15 november 2013 aan te vangen met hun stage. Voor studenten die in het studiejaar 2012-2013 aan de master begonnen bestaat de mogelijkheid tot invulling van een keuzeonderdeel van maximaal 15 EC HVO stage indien in de reguliere stage geen educatieve activiteiten plaatsvinden. Aangeraden wordt dit in het derde opleidingsjaar vanaf september 2014 in te vullen. 2. Wat voor alle stages geldt 2.1 Oriëntatie, conceptstageplan en stageplaats Oriëntatie Het onderwijsonderdeel stage begint met het bedenken welk soort werkveld(en) je interessant vindt, of welke beroepen je interessant lijken. Daarvoor kun je, als je dat nog niet door werkveldenmiddagen, of praktijkoriëntatiebijeenkomsten weet, gesprekken voeren met medestudenten, docenten en mensen 'in het veld'. Goede informatiebronnen zijn ook de stageverslagen in onze bibliotheek. Als een stage is afgerond met een voldoende zorgt de stagecoördinator ervoor dat het verslag wordt opgenomen in de bibliotheeklijst. De meest recente catalogus is te raadplegen op http://mijn.uvh.nl/onderwijs/master/stages/algemene-informatie. Verder zijn ook afstudeerscripties (eveneens in de bibliotheek) niet zelden informatief en stimulerend. Onder bepaalde voorwaarden kun je een deel van deze activiteiten zelfs opnemen in je 15

stageplan en als uren laten gelden voor je stage. Neem daarvoor vooraf contact op met de stagecoördinator. Als je al weet welk soort werkveld(en) je interessant vindt of welke beroepen je interessant lijken, is het goed om na te gaan onder welke variant deze beroepen en/of werkvelden vallen (KOIS, GB, Educatie of L&O). Als je dat niet zeker weet kun je in het stagewerkboek en op http://mijn.uvh.nl/onderwijs/masterbeschrijvingen de criteria lezen voor erkenning door de verschillende varianten (soms kan er zelfs sprake zijn van erkenning door meerdere varianten tegelijkertijd). Een conceptstageplan schrijven Vervolgens kun je het beste een voorbeeldstageplan van de betreffende variant downloaden via http://mijn.uvh.nl/onderwijs/master/stages/onderwijsmateriaal. Daarin zul je zien dat je gevraagd wordt een sterkte/zwakte analyse te maken. Welke competenties bezit je al, en aan welke zou je nog moeten werken om werkzaam te kunnen zijn in het betreffende beroep/werkveld? Vervolgens formuleer je op basis van die sterkte/zwakte analyse leerdoelen. Wat zou je in je stage willen leren? De beste manier om dat leerproces te faciliteren is je leerdoelen ook daadwerkelijk te laten beginnen met de woorden: 'Ik wil leren...'. Dat geeft je bij de reflectie in je stageverslag ook de ruimte om op je leerproces te reflecteren en niet (alleen) op je prestaties. Pas daarna komt een mogelijke stageplaats in beeld. Een stageplaats zoeken Het is de bedoeling dat je zelf op zoek gaat naar een stageplaats. Daarbij ontvang je de steun van de UvH, maar je moet er zelf moeite voor doen, soms niet weinig. Actuele informatie over stagemogelijkheden, vind je op http://mijn.uvh.nl/onderwijs/master/stages/vacatures-stageplaatsen. Aan het prikbord in de gang worden soms aangeboden stageplekken aangekondigd. Je kunt ook kijken op de stage website voor lijsten met eerder gelopen stages en, m.n. voor GB stages, lijsten met contactgegevens van HGW-ers: http://www.uvh.nl/mijnuvh/onderwijs/masterhumanistiek/stages/begeleiding-en-intervisie De docenten van de verschillende mastervarianten hebben hun eigen netwerk en weten soms ook stagemogelijkheden op een deelterrein. Jaarlijks wordt een werkveldenmiddag georganiseerd. Dan laten professionals uit verschillende werkvelden van de humanistiek zich door UvH-studenten ondervragen over hun activiteiten en opvattingen. Hier worden vaak ook contacten gelegd voor toekomstige stages. Wanneer je een GB-stage in de zorg zoekt kun je ook een stagevacature te plaatsen op http://www.vgvz.nl/actueel/stageplaatsen. Voor GB-stages bij justitie en defensie zijn aparte procedures. Heb je plannen om een educatiestage te gaan lopen die je ook wilt laten gelden voor de HVO-opleiding (waarmee je een onderwijsbevoegdheid HVO en levensbeschouwing verwerft), neem dan contact op met Marco Otten, die in dienst is van het organiserende Centrum HVO. 16

Het benaderen van de stageplaats Een advies: zoek allereerst naar een persoon bij wie - in plaats van een instelling waar - je stage kunt lopen. De onderwijsvorm stage is het meest leerzaam wanneer je meedoet in de praktijk van een ervaren professional die jou kan inspireren. Het beste resultaat geeft meestal diegene direct aanspreken, bellen is een goede tweede optie. Het mailen van contactpersonen is de laatste jaren ook steeds gebruikelijker. Wees in dat geval formeel in je woordkeuze, vermeld in ieder geval hoe je aan zijn/haar gegevens bent gekomen en stuur als bijlage je (concept)stageplan op. Dat geeft de lezer de indruk dat je je al serieus hebt beziggehouden met de stage. Verwijs ook naar de UvH-website waar informatie voor stage-instellingen te vinden is: http://www.uvh.nl/onderwijs/masterhumanistiek/stages (raadpleeg wanneer mogelijk ook de website van de potentiële stageinstelling). Geef in een mail altijd aan dat je binnenkort ook telefonisch contact op zult nemen of vraag of dit mogelijk is. Als de contactpersoon bereid is om een verkennend gesprek te voeren, vindt dit meestal plaats op de potentiële stageplek. Omdat de contactpersoon meestal ook je potentiële werkbegeleider wordt is het zaak je conceptstageplan ook te bespreken tijdens dit gesprek. Neem de tijd voordat je ja tegen een stageplek zegt. (...) Zorg dat je in een kennismakingsgesprek een beeld krijgt wat ze van jou verwachten en wat jij hun te bieden hebt, kijk of dit op elkaar aansluit. Mochten er nog punten van aandacht zijn, vraag dan om een vervolggesprek. Is de werkbegeleider in staat om je te begeleiden bij je doelen: wat is wel en wat is niet mogelijk? Zie het als een soort sollicitatiegesprek waarbij beide partijen na afloop besluiten of ze in zee met elkaar gaan. Andere belangrijke vragen tijdens dit gesprek zijn of de mogelijkheid bestaat de kunst af te kijken bij de werkbegeleider. En of het mogelijk is op termijn (deels) zelfstandig te werken. Verwacht de stage-instelling een tegenprestatie van jou en waar bestaat die dan uit (qua werkzaamheden of product)? Is het mogelijk om een eigen werkplek en eigen faciliteiten te krijgen (mailadres, computer etc.)? Is het mogelijk om regelmatig overleg te hebben? Soms is er sprake van een stagevergoeding binnen een stage-instelling, of is er sprake van reis- of onkostenvergoeding: vraag daarnaar en voeg deze regeling bij je stagecontract. Soms heeft de stage-instelling een eigen stagebeleid: vraag daar ook naar en bekijk of dat beleid niet strijdig is met UvH stagebeleid. Als je denkt dat dat het geval is neem dan contact op met de stagecoördinator. Geschikte werkbegeleider op de stageplaats In het algemeen verwachten we als begeleider in de stage-instelling een ervaren professional, die bereid is tot dialoog over beroepsvisie en levensbeschouwing - dat wil zeggen niet alleen die van de stagiair, maar ook die van haar of hem zelf. Omdat de UvH een wetenschappelijke beroepsopleiding is, dient de werkbegeleider ook op academisch niveau te functioneren. Dat is niet hetzelfde als het hebben gevolgd van een universitaire opleiding - veel mensen zonder die opleiding functioneren op academisch niveau en velen mét universitaire opleiding onder dat niveau. We denken bij academisch 17

niveau aan vakkennis en vakkundigheid met overzicht van theoretische discussies in een vakgebied, met een onderzoekende houding tegenover de eigen praktijk en met bijdragen aan de wetenschappelijke bevraging en onderbouwing van de beroepspraktijk. Omdat de UvH opleidt tot humanisticus, dient de werkbegeleider ook iemand te zijn die een soortgelijk beroep uitoefent, en verbindingen kan leggen met humanisme en humanistiek. Als je werkbegeleider akkoord gaat met je plan en aan de randvoorwaarden voor een goed stage is voldaan dan kan hij/zij het contract tekenen waarin hij/zij beloofd je te ondersteunen bij je stageplan. 2.2 Stagedocent, supervisor en stage coördinator Het benaderen van een stagedocent De stage is een individueel onderdeel van de opleiding en je hebt dan ook een eigen docent voor jouw stage, de stagedocent. Die heeft als voornaamste taak de kwaliteit van je stage te bewaken en te bevorderen: is het plan voor deze stage van voldoende niveau en is de stageplek geschikt voor dat plan? Doen stagiair en werkbegeleider ook wat de bedoeling was? Zijn de doelen haalbaar? Het is de bedoeling dat je zelf contact opneemt met een stagedocent uit de betreffende variant/werkveld en stuur hem of haar als bijlage je conceptstageplan op. Als je stagedocent akkoord gaat met je plan en aan de randvoorwaarden voor een goed stage is voldaan dan kan hij/zij het contract tekenen waarin hij/zij beloofd je te begeleiden en beoordelen bij je stageplan. Mocht je beoogde stagedocent geen begeleidingsuren meer hebben, dan kan deze je doorverwijzen naar een andere stagedocent. Eventueel kun je dan ook contact opnemen met de stage coördinator. Zie voor een lijst met stagedocenten ook: http://www.uvh.nl/mijnuvh/onderwijs/master-humanistiek/stages/begeleiding-en-intervisie Het benaderen van een supervisor voor individuele supervisie of begeleide intervisie Voor indeling in een intervisiegroep dien je ruim voorafgaand aan je stage contact op te nemen met Mirte Schreuder Hes (M.SchreuderHes@uvh.nl). Vermeld in je e-mail voor hoe veel EC je stage gaat lopen én wat je begin- en einddata zullen zijn. Je krijgt dan van Mirte te horen bij welke supervisor/intervisiegroep je bent ingedeeld. De naam van die supervisor zet je op je stage contract (zij krijgt dan een kopie van je uiteindelijke contract). De begeleide intervisiegroep heeft een omvang van max. 6 personen. Waar mogelijk ingedeeld op werkveld, waar nodig ingedeeld op beschikbaarheid van studenten. Er is sprake van een doorlopende intervisiegroep; studenten kunnen gedurende het jaar in- en uitstromen. Let op: er is in principe aanwezigheidsplicht! Je dient dus aansluitende intervisiebijeenkomsten te volgen! Deze intervisiebijeenkomsten zullen plaatsvinden om de drie weken op dagen dat de studieonderdelen beroepsvaardigheden voor MA2 2013-2014 plaatsvinden. Zie voor een 18

actueel datumoverzicht: http://www.uvh.nl/mijnuvh/onderwijs/masterhumanistiek/stages/begeleiding-en-intervisie In het geval van stages in het buitenland of op advies van de begeleider van intervisie kan het zo zijn dat een stagiair individuele supervisie ontvangt. In dat geval verzorgt Mieke van Wijck de individuele supervisie. Voor toewijzing om deze redenen van individuele supervisie dien je ruim voorafgaand aan je stage contact op te nemen met Mirte Schreuder Hes (M.SchreuderHes@uvh.nl). Tot slot; de stagecoördinator. Voor aanvang van de stage stuur je ook de stagecoördinator je conceptplan. Als de stagecoördinator, werkbegeleider, stagedocent en supervisor akkoord gaan met je conceptstageplan, dan kun je deze hardcopy te samen met een volledig ingevuld stagecontract (verkregen hetzij bij OSZ, hetzij gedownload) en een uitdraai van progress inleveren bij Gerard Linde. Die controleert je documenten en laat vervolgens de stage coördinator als laatste tekenen. Je stage kan nu beginnen! WAARSCHUWING!! Het is absoluut nodig om een stagecontract af te sluiten vóór het begin van de stage. Mocht je uitgaan van een soepel hanteren van regels (zoals op de UvH wel eens voorkomt): in dit geval is er echt een strikt beleid, zonder aanzien des persoons. Geen afgetekend stagecontract betekent geen erkende stage. Zonder afgetekend contract begonnen stages dienen onmiddellijk te worden afgebroken. Onder een afgetekend contract wordt een volledig ingevuld contract (lees deze goed door!!) verstaan met handtekening van je werkbegeleider, jouzelf, de stagedocent, de stagecoördinator daarop, daarnaast een uitdraai van progress/akkoordverklaring van OSZ en een hardcopy stageplan (eventueel bewijs stagevergoeding/interne stage regeling van organisatie). Wanneer je bij het verzamelen van de handtekeningen van werkbegeleider en docent moeite hebt en in tijdnood raakt: neem dan contact op met de stagecoördinator. 2.3 Begeleiding Ter plekke: werkbegeleiding In het algemeen verwachten we als begeleider in de stage-instelling een ervaren professional, die bereid is tot dialoog over beroepsvisie en levensbeschouwing - dat wil zeggen niet alleen die van de stagiair, maar ook die van haar of hem zelf. Het is zaak dat je niet wordt ingeschakeld als voordelige arbeidskracht. Er mag van een stagiair best wel een tegenprestatie worden verwacht voor de begeleiding, maar in principe is een stageplaats een plek waar je onder begeleiding een vak kunt leren. Het is dus denkbaar dat een stage waarin je met grote zelfstandigheid prachtige werkprestaties levert, toch heel matig wordt beoordeeld omdat je er weinig hebt bijgeleerd. Het belang van de stage-aanbieder is niet in de eerste plaats productie, maar bijdragen aan de opleiding van vakgenoten en profiteren van onbevangen reflectie. Dit betekent dus ook dat we verwachten dat je werkbegeleider je introduceert in de organisatie, een werkplek voor je 19

creëert, wekelijks tijd neemt om je stage door te spreken en bereid is samen met jou en de stagedocent een eindgesprek met eindbeoordeling te voeren. Persoonlijke begeleiding: begeleide intervisie, supervisie of coaching Het gaat er bij de persoonlijke begeleiding om dat je op eigen initiatief praktijkgevallen, ervaringen en werkvragen inbrengt, dat je effectief en efficiënt aan deze vragen werkt, dat je feedback kunt ontvangen en gebruiken, en dat je leert om dat te zijner tijd op eigen kracht of met andere buitenstaanders te doen. In de gesprekken worden - in relatie tot je functioneren in de stage - persoonlijke onderwerpen besproken: je twijfels, je waardering voor mensen en situaties, je verlangens, je talenten, je blinde vlekken en tere plekken. En je zou geen humanistiek studeren als je ook niet zou zoeken naar de samenhang met existentiële thema s en humanistische inhouden. Begeleide intervisie en supervisie passen goed bij beroepen waarin met mensen wordt gewerkt, zoals in onderwijs, maatschappelijk werk, training en geestelijke begeleiding. Opleiding: stagedocent De stage is een individueel onderdeel van de opleiding en je hebt dan ook een eigen docent voor jouw stage, de stagedocent. Die heeft als voornaamste taak de kwaliteit van je stage te bewaken en te bevorderen: is het plan voor deze stage van voldoende niveau en is de stageplek geschikt voor dat plan? Doen stagiair en werkbegeleider ook wat de bedoeling was? Zijn de doelen haalbaar en worden er vorderingen gemaakt? De stagedocent kan betrokken partijen bij elkaar roepen als er iets mis gaat. De stagedocent bewaakt ook de voortgang van je verslaglegging en bespreekt tijdens je stage je tussenverslag En ten slotte geeft de docent, net als bij andere vakken, een beoordeling van je prestaties in een advies aan de stagecoördinator. Omdat de docent de stage zal beoordelen en omdat we geen van allen een stage met een onvoldoende beoordeeld willen zien, is het aan te bevelen de docent halverwege te vragen naar een informele tussenbeoordeling, bijvoorbeeld als je tussenverslag is ingeleverd. Op die manier heb je de kans nog in de stage te werken aan zwakke punten. Het is bovendien een goede gelegenheid voor de docent om tussentijds eens bij de werkbegeleider te informeren. Bij een gemiddelde stage heb je met de stagedocent de volgende contacten: - Enkele weken voor aanvang: contacten in verband met de goedkeuring van je stageplan (met leerdoelen en activiteiten) (bij voorkeur, maar niet altijd mogelijk, gezamenlijk met de werkbegeleider) - een kennismakingsgesprek op je stageadres met je werkbegeleider, vaak binnen twee maanden: jij doet datumvoorstellen! - Een bespreking van het tussenverslag; jij levert dat tijdig aan! - Een bespreking van (het concept van) je stageverslag en -praktijk samen met de werkbegeleider); - Een toelichting op de beoordeling van je stage. In totaal kun je voor deze contacten acht tot twaalf uur opnemen in je urenbegroting. Bij sommige stages is een regelmatiger contact nodig. 20

2.4 Stageverslag en tussenverslag Verslaglegging is een belangrijk hulpmiddel voor de verwerking en bespreking van stageervaringen. Het is bovendien een belangrijk hulpmiddel bij de beoordeling van de stage, en tegelijk op zichzelf ook een van de zaken die worden beoordeeld. De stageverslagen zijn daarnaast - als te raadplegen bronnen in onze UvH-bibliotheek - onontbeerlijk bij de oriëntatie van UvH-studenten op werkvelden en mogelijke stageplekken. Tussenverslag Al tijdens de stage ben je verplicht een tussenverslag te bespreken met je stagedocent. Dit bevat een tussentijdse reflectie op je leerdoelen. Het tussenverslag zal natuurlijk ook nog veel lacunes vertonen en vragen onbeantwoord laten. Het is te beschouwen als een eerste conceptversie van je stageverslag. We raden aan om een bespreking van dit verslag op te nemen in je stageplan, halverwege de stageperiode. Jij levert dat tijdig aan! Inhoud Elk stageverslag is anders, maar er zijn onderwerpen die in elk stageverslag aan de orde komen. Het is verplicht om in het verslag aandacht te besteden aan: Een feitelijke beschrijving van de stageplaats in zijn omgeving (bijvoorbeeld een korte historische schets van de instelling, de doelstellingen van de instelling, de verdeling van de verantwoordelijkheden, de positie van de werkbegeleider binnen de instelling, het beleid op het terrein van je stage); Een samenvattend feitelijk overzicht van de stageactiviteiten; Je visie op het doel en beleid van de organisatie en op de aard van het door je werkbegeleider (en jou) verrichte werk; Het belangrijkste onderdeel: een overzicht van leerresultaten. Waar deze niet relevant zijn voor andere lezers dan de stagedocent kunnen ze worden opgenomen in een vertrouwelijke bijlage; Bijlagen, waarin je bewijsstukken verzamelt (bijvoorbeeld een organogram van de organisatie, voorbeelden van lesopzetten/trainingsontwerpen, een door jouw ontwikkelde folder, een verslag van een overleg/vergadering etc.) Een urenoverzicht waarbij je een vergelijking maakt tussen de oorspronkelijke urenplanning in het stageplan en de daadwerkelijke uitvoering. Stijl, vormgeving, oplage Om de stageverslagen beschikbaar en nuttig te maken voor studenten die zich op een stage oriënteren zijn ze in de bibliotheek te raadplegen. Het verslag dient met het oog hierop zo geschreven te zijn dat het voor buitenstaanders toegankelijk is. Bijlagen met persoonlijke ervaringen en conclusies die je niet zo maar met anderen wilt delen, worden niet in de collectie stageverslagen van de bibliotheek opgenomen. Geef dit aan door in de titel van een dergelijke bijlage de term persoonlijke bijlage op te nemen. Werkervaringen met cliënten dienen geanonimiseerd te worden weergegeven. Hetzelfde geldt voor eventuele persoonlijke mededelingen over medewerkers van de stage-instelling. 21

Het uiteindelijke stageverslag dient te voldoen aan de algemene eisen die de UvH stelt aan werkstukken (laatste versie van De vormgeving van werkstukken, te vinden op UvHstudentenweb). De maximale omvang van je stageverslag beslaat 40 pagina s, exclusief bijlagen. 2.5 Afronding Beoordeling door supervisor of coach bij individuele supervisie of begeleide intervisie Bij de meeste stages is er begeleide intervisie, supervisie of coaching en je kunt een stage alleen afronden als je je daar naar het oordeel van de supervisor voldoende voor hebt ingezet. De beoordeling met een voldoende wordt gegeven en toegelicht op de verklaring supervisor of coach De supervisor gaat uit van de volgende beoordelingscriteria: Met betrekking tot de begeleide intervisie, supervisie of coaching zelf - Het aangaan van een leerrelatie; het inbrengen van zinvol en relevant materiaal; daarover open communiceren en systematisch reflecteren. Kortom, het is duidelijk dat de stagiair de verantwoordelijkheid heeft genomen voor het leerproces en bekwaam omgaat met deze vorm van reflectie. Met betrekking tot de beroepsontwikkeling - Werkstijl en interventies kunnen verantwoorden; daarbij verbindingen kunnen leggen tussen werkvragen, methodische aanpak, levensbeschouwelijke en wetenschappelijke thema s, persoonlijke motieven en emotionele beleving. Het is niet denkbaar dat je stage slaagt als de supervisie mislukt. In de opleiding is afgesproken dat supervisie of coaching met een voldoende moet zijn beoordeeld om de stage met succes te kunnen afronden. Bezwaar tegen de beoordeling door de supervisor. Mocht je het niet eens zijn met de beoordeling van de supervisor, dan kun je bezwaar aantekenen bij de stagecoördinator. Je moet dan wel beschikken over een ingevuld beoordelingsformulier met de motivatie voor de beoordeling. Het oordeel van de stagecoördinator is bindend. Beoordeling door de werkbegeleider De werkbegeleider heeft het meeste van de praktijk gezien en kan hierover oordelen, de stagedocent beoordeelt het geheel van de stage, dus: de praktijk, de zelfstudie én het stageverslag. De werkbegeleider geeft naast mondeling commentaar ook een beknopte beoordeling op schrift via het beoordelingsformulier. Beoordeling door de stagedocent De docent geeft een advies voor het cijfer op grond van drie deelbeoordelingen. Ten eerste de praktijk, mede afgaand op de beoordeling door de werkbegeleider, de mate waarin onderstaande aantoont: 22 07/STAGE/wb

1. cliënten, al naar gelang de stage-activiteiten, begeleiden, adviseren, opleiden en/of onderzoeken. 2. gedegen kennis van en inzicht in de voor de beroepspraktijk relevante werkinhouden en processen te hebben. 3.functioneren op verschillende niveaus binnen de organisatie en effectief beleid ontwikkelen binnen de organisatie 4. een doorleefd normatief kader te hebben ontwikkeld met de bijbehorende (zelf)onderzoekende houding, en in staat te zijn de eigen inspiratie en visie op het werk te ver(ant)woorden. Ten tweede worden leerresultaten beoordeeld. - Allereerst in hoeverre de leerdoelen zijn gerealiseerd. Het is van belang dat je op een aantal leerdoelen vorderingen hebt gemaakt, maar niet vanzelfsprekend dat je álle doelen bereikt hebt. Je dient in dat geval wel in je stageverslag aan te geven waar je van doelen hebt afgezien, wat je niet gelukt is, hoe dat volgens jou komt en in hoeverre je daar wat aan hebt proberen te doen. - Verder wordt ook beoordeeld, indien van toepassing, welke onvoorziene leerresultaten zijn geboekt. De stagedocent zal bij dit alles ook de beoordeling door werkbegeleider en supervisor betrekken. - Niet alleen worden je vorderingen op zich beoordeeld, maar ook de manier waarop je ze beschrijft. Een algemeen criterium is daarbij dat je helder onder woorden kunt brengen wat je hebt geleerd en nog moet leren tegen de achtergrond van de UvH-eindtermen. Ten derde wordt de kwaliteit van het stageverslag beoordeeld (oorspronkelijke gedachten over de beoefende praktijk, de methodiek, de organisatorische inbedding of de maatschappelijke context van het werk, verband leggend met discussies en thema s in het beroepsveld; correct gebruik van vaktermen en theoretische begrippen; helderheid en leesbaarheid) Alle drie de onderdelen worden met onvoldoende/voldoende/ruim voldoende/goed beoordeeld. De hele stage wordt met een cijfer op de schaal van 1 tot 10 beoordeeld. Afronding bij stagecoördinator De stage wordt afgetekend door de stagecoördinator. Deze geeft het cijfer, op advies van de stagedocent, en tekent het tentamenbriefje. De stage coördinator tekent alleen indien de supervisie met voldaan is afgerond. De stagiair dient zelf alle documenten voor de afronding in te leveren bij de stage coördinator inclusief een digitale upload t.b.v. de plagiaat controle, en wel tegelijk. Dat wil zeggen: het cijferadvies van de stagedocent (op een stage-afrondingsformulier ), de schriftelijke verklaringen van werkbegeleider en supervisor, een ingevuld tentamenbriefje, twee exemplaren van het verslag, waarvan één schoon bibliotheekexemplaar én een akkoordverklaring dan wel een studiekaart waaruit blijkt dat aan de ingangseisen is voldaan. De uiterlijke inleverdatum van de vereiste stukken is de op het stagecontract vermelde einddatum van de stage. De enige en laatste herkansing is twee maanden na deze 23

einddatum waar het het stageverslag en de reflectie op leerdoelen betreft. Herkansingen van het praktijkgedeelte worden in overleg vastgesteld. Bij het vaststellen van deze termijnen is ervan uitgegaan dat een docent er maximaal een maand over kan doen om het stageverslag te beoordelen. Omdat het kan voorkomen dat hier vertraging ontstaat buiten jouw invloed, raden we je aan om de inleverdatum te noteren en bij vertraging de stagecoördinatie en stageadministratie op de hoogte te stellen. Nogmaals de stappen bij de afronding Resumerend, je moet het volgende doen wil je jouw stage beloond krijgen met studiepunten: a. Ervoor zorgen dat de stagedocent op tijd de ingevulde en ondertekende verklaring supervisor of coach en een ingevuld en ondertekend beoordelingsformulier werkbegeleider kan inzien. b. De beoordeling door de stagedocent inclusief het cijferadvies op een stageafrondingsformulier laten ondertekenen c. ZELF de vereiste documenten in één pakketje bezorgen bij de assistent van de stage coördinator, Mirte Schreuder Hes (dus voor of op de einddatum van je stage contract). Dat wil zeggen: de verklaring supervisor of coach, het beoordelingsformulier werkbegeleider, het stage-afrondingsformulier van de stagedocent, een compleet exemplaar van het stageverslag, een bibliotheekexemplaar van het stageverslag, d. De stage coördinator vult vervolgens voor jou een tentamenbriefje in en zorgt voor verwerking in progress! 24

3. Bijzondere situaties 3.1 Vrijstellingen Voor masterstages is vrijstelling van stage op grond van relevante werkervaring mogelijk voor 7,5 of 15 EC*, als je in de afgelopen vijf jaar meer dan 210/420 uur * werkzaam bent geweest in een functie die past in het beroepsprofiel van een van de mastervarianten van de UvH. Studieonderdelen en assistentschappen bij de UvH komen hiervoor niet in aanmerking. *afhankelijk van het cohort/opleidingsjaar waar je de master mee ingestroomd bent: zie voor meer informatie http://www.uvh.nl/mijnuvh/onderwijs/master/stages Een vrijstelling kan vervolgens worden verleend op grond van een reflectieverslag over deze werkervaring met conclusies voor de doelen van de resterende stageperiode. Uit dit verslag moet blijken dat de werktijd een leerresultaat heeft opgeleverd dat vergelijkbaar is met een eerste stage. In dat geval wordt het tentamenbriefje afgetekend met vrijstelling, dus zonder cijfer. Het vervangende verslag bestaat uit: 1. Een beschrijving van de werkplek 2. Een beschrijving van de verdeling van verantwoordelijkheden: aan wie precies verantwoordelijk? 3. Een beschrijving van de werkzaamheden 4. Een beschrijving van de leerinzichten waarbij een relatie wordt gelegd met de in paragraaf 2.4 genoemde eindtermen. 5. Een beschrijving van de relatie tussen de verrichte werkzaamheden en werkzaamheden geschikt voor een humanisticus. 6. In de bijlagen dient een urenoverzicht te worden bijgevoegd met een verklaring van de werkgever dat die uren behaald zijn. Verder dient het verslag te voldoen aan de vormgeving van een werkstuk. Voor de procedure bij het aanvragen van een vrijstelling wordt verwezen naar: http://www.uvh.nl/mijnuvh/onderwijs/examencommissie/een-verzoekindienen/vrijstelling-aanvragen 3.2 Buitenlandstages Het volgen van een stage in het buitenland kan zeker waardevol zijn en wordt waar mogelijk ondersteund. In de praktijk blijkt echter dat de begeleiding een probleem kan zijn, alsmede de aansluiting op de opleiding. Overigens gelden de genoemde problemen in veel mindere mate voor stages in Vlaanderen, en die behandelen we dan ook als binnenlandse stages. Ook bij stages in Suriname, op de Nederlandse Antillen en bij onderzoeksstages wegen de nadelen minder zwaar en zijn uitzonderingen mogelijk. 25 07/STAGE/wb

De eisen die verder aan stages in het buitenland worden gesteld zijn: De werkplek heeft een humanistiek karakter; Er is een werkbegeleider van academisch niveau, wiens deskundigheid vergelijkbaar is met een van onze deskundigheidsprofielen, en die een taal spreekt die ook door de stagiair gesproken wordt; Omdat een deel van de supervisie of coaching per e-mail/telefoon/skype gaat is er een voortraject en een na-traject; er is bovendien een internetverbinding ter plaatse; Wanneer je een stage in het buitenland overweegt, is het zaak in een vroeg stadium contact op te nemen met de stage coördinator. Je dient de toekomstige instelling eveneens vroegtijdig te informeren over de aard van ons onderwijs, bijvoorbeeld door betrokkenen te wijzen op onze deels Engelstalige internetpagina s. Je dient ook in een vroeg stadium te vragen naar eventuele bijzondere voorwaarden, bijvoorbeeld op het punt van verzekeringen. Bij de stage administratie is een Engelstalige versie van het stage contract te krijgen. Op http://www.uvh.nl/mijnuvh/onderwijs/master/stages/onderwijsmateriaal staat een Engelstalige samenvatting van het stage werkboek. Een uitgebreider model-stage contract in het Engels is te vinden op de webpagina s van de Universiteit van Utrecht. In een aantal gevallen is het mogelijk om van fondsen financiële ondersteuning te ontvangen voor reis- en verblijfkosten in verband met een buitenlandstage. Voor een stage in het buitenland kan een Erasmusbeurs via de UvH verkregen worden. Als je voor een Erasmus stage beurs in aanmerking wilt komen, moet je daarnaast nog aan een aantal extra voorwaarden voldoen. Onderstaand beleid is nog in ontwikkeling. Voor zaken die hier (nog) niet geregeld zijn volgt de UvH in principe de regels van de UU, waarbij deze zo nodig vertaald worden naar de situatie van de UvH. Belangrijkste voorwaarden voor de toekenning van een Erasmus stage beurs (2013-2014) je hebt niet eerder een Erasmus stage beurs ontvangen de stage vindt plaats in een van de deelnemende landen, die te vinden zijn op: http://www.nuffic.nl/levenlangleren het moet gaan om een fulltime stage van minimaal 3 en maximaal 12 maanden de stageperiode begint op z n vroegst op 1 juni 2013 en eindigt uiterlijk 30 september 2014 (bij uitzondering op 31 oktober 2014) je mag geen gebruik maken van andere Europese gelden voor de kosten van de stage e mag geen stage lopen bij: Europese instellingen inclusief de agentschappen van de EU; organisaties die EU-programma s beheren; nationale diplomatieke vertegenwoordiging van jouw land van herkomst/staatsburgerschap én van het land van de thuisinstelling (Nederland) je blijft bij de UvH ingeschreven als student je moet gedurende de stageperiode in het gastland wonen 26 07/STAGE/wb