stu die minerva academie voor popcultuur

Transcriptie

1 stu die gids minerva academie voor popcultuur

2 1. Inleiding De Organisatie Minerva Academie voor Popcultuur Hanzehogeschool en School Management Minerva Academie voor Popcultuur Wie en Wat bij Minerva Academie voor Popcultuur Meepraten en evalueren 8. Inspraak 8. Evaluatie-instrumenten Communicatie 9. Informatievoorziening 9. Ziekmelden 9. i n h o u 3. Het Onderwijs Missie, Visie en Strategie Onderwijskundige opzet Het lesprogramma Studie-informatie, Examencommissie en Vrijstelling De Onderwijsregeling: Een selectie Keuzemomenten Bindend Studie Advies (BSA) Toetsing en Beoordeling Puntenregistratie Aanwezigheidsplicht Studiebegeleiding 26. d

3 i n h o u d 5. Algemene voorzieningen/diensten, huisregels en kosten Algemene voorzieningen/diensten 28. Openingstijden gebouw 28. Kopiëren en printen 28. Uitleen apparatuur 28. Helpdesk 30. Software (met educatieve licentie) 31. Mediatheek 31. Decanaat 31. Catering Huisregels 33. Toegang, orde en netheid 33. Roken, drank- en drugsgebruik in en rond het gebouw 33. Persoonlijke Uitrusting Student (PSU) Vaste en bijkomende kosten aan de opleiding 34. Apparatuur en studieboeken 34. Lokalen en ruimtes in het hoofdgebouw 34. Atelier Scheepstra 35. Bijlagen: Plattegronden 35. Plattegrond begane grond 36. Plattegrond tussen verdieping 37. Plattegrond eerste verdieping 38.

4 Voor je ligt de studiegids van Minerva Academie voor Popcultuur (AvP). Deze gids is bedoeld als informatiebron voor je studie aan de AvP. In de studiegids vind je de praktische informatie voor je studie en voor je activiteiten en werkzaamheden op de Academie De studiegids is samen met de formele regels en afspraken uit de Onderwijsregeling Minerva Academie voor Popcultuur de basis voor de organisatie van het onderwijs op de Academie. In de Onderwijsregeling vind je o.a. het beroeps- en opleidingsprofiel, een uitgebreide beschrijving van het onderwijsmodel en het curriculum, de studiepuntentabel en de regels voor in- en uitstroom. In deze studiegids vind je een selectie uit de Onderwijsregeling. In het studentenstatuut en de examenregeling van de Hanzehogeschool Groningen vind je alle rechten en plichten van studenten tijdens de studie en de examens/beoordelingen. Deze regelingen en statuten kun je vinden op intranet, onder Academie Minerva> Minerva Academie voor Popcultuur: of Buiten informatie en verwijzingen over de formele regels en afspraken vind je in deze studiegids vooral praktische informatie over het lesprogramma, de structuur van de opleiding, de organisatie en interne communicatie, faciliteiten en huisregels. Daarnaast worden de uitgangspunten van het onderwijs aan de AvP beschreven en toegelicht. Minerva Academie voor Popcultuur is één van de opleidingen die valt onder de Academie voor beeldende kunst, vormgeving en popcultuur MINERVA. Academie MIN- ERVA maakt met nog 17 andere Schools 3. A P V

5 deel uit van Hanzehogeschool Groningen (HG). Minerva Academie voor Popcultuur heeft specifieke onderwijswerkvormen ontwikkeld. Daarmee is de AvP niet uitontwikkeld maar blijft steeds in ontwikkeling en zal zichzelf net als de popcultuur continu blijven vernieuwen. Daarnaast zijn het Hoger Beroepsonderwijs en beroepenveld ook volop in beweging. Daarop willen we als opleiding zoveel mogelijk inspelen. Daarvoor is het noodzakelijk dat studenten, het docententeam, management en externe betrokkenen niet afwachten, maar actief bijdragen aan het vormgeven van en meedenken over de opleiding. Door die samenwerking is en blijft Minerva Academie voor Popcultuur een kwalitatief hoogstaande opleiding met een hoge waardering van zowel de onderwijswereld als het beroepenveld. Om jullie zo optimaal mogelijk te kunnen informeren wordt deze gids ieder studiejaar bijgesteld en aangevuld. De meest recente versie van de studiegids vind je op het Intranet van de Hanzehogeschool Groningen: intranet.hanze.nl/. Via houden we je op de hoogte van eventuele relevante wijzigingen gedurende het studiejaar. in lei ding Albert van der Kooij Leeuwarden, september

6 2.1 minerva academie voor popcultuur or ga ni sa tie Minerva Academie voor Popcultuur kent twee erkende hboopleidingen: Bachelor Muziek (voltijd) Bachelor Vormgeving (voltijd) Post en bezoekadres Achter de Hoven 23, 8933 AG Leeuwarden Telefoon +31 (0) Fax +31 (0) Website

7 2.2 hanze hogeschool en school Hanzehogeschool Groningen is de grootste hbo-instelling in het noorden van het land met ruim studenten en medewerkers. Studenten uit binnen en buitenland studeren aan ruim zeventig opleidingen. Ook buiten het reguliere hboonderwijs heeft de hogeschool een breed scholingsaanbod. Hanzehogeschool Groningen heeft in 2004 haar verschillende opleidingen ingedeeld in zeventien Schools. In deze Schools wordt het onderwijs naar internationaal voorbeeld ingericht en flexibel vormgegeven. De student krijgt meer keuzevrijheid en kan daarbij putten uit het totale aanbod van de hogeschool. De Hanzehogeschool kan in de volle breedte expertise bundelen en combinaties maken en speelt hiermee in op de toegenomen diversiteit van de onderwijsvraag en de mogelijkheden binnen de bachelor-masterstructuur. Eén van de Schools is de Academie voor Beeldende kunst, Vormgeving en Popcultuur MINERVA. De Minerva Academie voor Popcultuur maakt deel uit Academie MIN- ERVA. De gebouwen van de Hanzehogeschool staan voor een groot deel op het Zernikecomplex, een stadsdeel aan de noordkant van de stad Groningen. De overige gebouwen staan verspreid over de stad. Eén locatie is te vinden in Leeuwarden, namelijk Minerva Academie voor Popcultuur. Gegevens Hanzehogeschool Groningen: Post en bezoekadres Zernikeplein 7 Postbus 30030, 9700 RM Groningen Telefoon +31 (0) Gegevens Academie voor Beeldende kunst, Vormgeving en Popcultuur MINERVA: Post en bezoekadres Preadiniussingel 59 Postbus BH Groningen Telefoon +31 (0) Website academieminerva Website 6.

8 2.3 management minerva academie voor popcultuur Het kernteam van Minerva Academie voor Popcultuur bestaat uit: Directeur: Albert van der Kooij Coördinator Hoofdfase: Jan Pier Brands Coördinator Propedeuse: Hendrik Jan Vermeulen Coördinator SLB: Ellis Meulen-Boom Kim Bary ondersteunt het kernteam vanuit het secretariaat. Je kunt in contact komen met het kernteam via het secretariaat: of +31 (0) wie en wat bij minerva academie voor popcultuur Naast de docenten en het ondersteunend personeel heeft de AvP een aantal commissies waarin het onderwijs en gerelateerde zaken worden besproken: In de curriculum commissie worden zaken betreffende het onderwijsprogramma besproken. In de toetscommissie gaat het over toetsing en beoordeling van het genoten onderwijs. In de communicatiecommissie worden zaken betreffende interne en externe communicatie besproken. 7. De commissie kwaliteit en accreditatie bespreekt zaken betreffende evaluatie- en accreditatieprocessen. De opleidingscommissie adviseert over de onderwijsregeling en alles wat daarmee samenhangt. Je kunt in contact komen met de commissies via het secretariaat (zie 2.3 voor contactgegevens). De samenstelling van de verschillende commissies kun je vinden via

9 2.5 meepraten en evalueren De AvP stelt je mening over en bijdrage aan de ontwikkeling van het onderwijs zeer op prijs. Naast dat je docenten en management kunt aanspreken over zaken die je opvallen zijn er een drietal formele kanalen waarlangs je je mening kunt geven: 1. Schoolmedezeggenschapsraad (SMR); 2. Opleidingscommissie (OC); 3. Blokenquêtes, panelgesprekken en de Nationale Studenten Enquête (NSE). Inspraak De SMR: Jaarlijks worden de leden van de School Medezeggenschapsraad gekozen. De School Medezeggenschapsraad bestaat uit studenten en personeelsleden van de verschillende opleidingen van de school. De SMR heeft instemmings- en adviesrecht op terrein van beleid en personeel. De SMR is te bereiken via het secretariaat van de School Minerva (zie 2.2 voor contact gegevens). De OC: Jaarlijks wordt de opleidingscommissie samengesteld uit docenten en studenten van de opleiding. Wanneer je in de OC wordt opgenomen kun je de opleiding adviseren over de onderwijsregeling en verwante zaken. De OC is te bereiken via het secretariaat (zie 2.3 voor contactgegevens). Evaluatie-instrumenten De mening van studenten over het onderwijs wordt jaarlijks gepeild via enquêtes en panelgesprekken. Het onderwijs in de propedeuse en hoofdfase wordt door middel van blok enquêtes en panelgesprekken geëvalueerd. De resultaten van deze evaluaties worden via internet ( nl) gepubliceerd. Jaarlijks wordt het onderwijs van de opleiding ook door de overheid geëvalueerd. Dit gebeurt door middel van de Nationale Studenten Enquête, de zogenaamde NSE. Je krijgt hiervoor een link via je Hanze adres (zie 2.6; communicatie). De resultaten van deze enquête worden gepubliceerd in de Keuzegids HBO. Zie ook 8.

10 2.6 communicatie Informatievoorzieningen Voor informatie over het onderwijs maken we gebruik van de elektronische leeromgeving Blackboard Learn, informatie over de organisatie wordt via intranet verspreid (beiden te vinden via Via mijnhanze kun je ook in je persoonlijk inbox komen. Via webmail wordt geregeld informatie (zoals beoordelingsresultaten, informatie over (gast)colleges, etc.) verstrekt. We verwachten dat je dagelijks je inbox checkt. Je mailadres en inlogcode worden door de organisatie verstrekt. Ook via de sociale media met name Facebook wordt informatie verstrekt en gedeeld. Om ook op deze manier op de hoogte te blijven kun je lid worden van de openbare groep Minerva Academie voor Popcultuur. Naast de digitale wegen zijn er ook fysieke middelen om informatie te delen. De belangrijkste wegen om informatie op old school wijze te delen zijn: Het beeldscherm in de hal (boven de balie). Hierop staan actuele mededelingen zoals ziekmeldingen van docenten en roosterwijzigingen. De mededelingenborden in de (aankomst)hal. Uitsluitend de officiële mededelingenborden in de entreehal zijn bestemd voor mededelingen, aankondigingen, affiches, posters en dergelijke. Het maken van reclame voor particuliere bedrijven en instellingen, politieke partijen, kerkelijke instellingen en dergelijke is niet toegestaan. In overleg met de directie kan voor bepaalde vormen van reclame met een algemeen doel van deze regel worden afgeweken (daartoe bij voorkeur een schriftelijk verzoek indienen via het secretariaat). Op de daarvoor bestemde plaatsen mogen studenten gebruik maken van het mededelingenbord voor mededelingen die niet in strijd zijn met bovenstaande regels. Van degene die een mededeling aanbrengt op het mededelingenbord, wordt verwacht dat hij haar zelf weghaalt wanneer het niet meer actueel is. Naast het bord in de aankomsthal bevinden zich in de hal verschillende borden waarop informatie te vinden is. De postvakjes. Docenten en overige medewerkers hebben ieder een postvakje op de tussenverdieping in de docentenkamer. Je kunt van die postvakjes gebruik maken voor het toesturen van schriftelijke informatie aan een docent. Het Hanze Magazine. Dit is een orgaan voor de gehele hogeschool wat vaak belangrijke en interessante informatie voor studenten bevat. Het magazine wordt verspreid in het Academiegebouw (het ligt vaak in de aankomsthal). Ziek melden Ben je ziek, dan geef je dit uiterlijk voor 10:00 door aan het secretariaat via het nummer Stel ook direct de docenten waar je een afspraak mee hebt op de hoogte.

11 3.1 missie, visie en strategie onder Wijs De Academie voor Popcultuur is een opleiding (bestaande uit de bachelors Muziek en Vormgeving) met 247 studenten, 22 docenten, 6 coaches/(hoofd)instructeurs (dit is de situatie in augustus 2013). De opleiding staat middenin de samenleving. Studenten, docenten en werkveld werken samen in en aan de opleiding om deze actueel en van goede kwaliteit te houden. De missie van de Academie voor Popcultuur luidt: De Academie voor Popcultuur leidt op tot popartiest: interdisciplinair werkende kunstenaars, die experimenteren met cul- In de vertaling van missie naar uitvoering staan maatschappelijke betrokkenheid, duurzaamheid, ondernemingszin, internationalisering, artistieke ontwikkeling en vernieuwing in de voorhoede van de popcultuur centraal. De Academie voor Popcultuur is een lerende en producerende gemeenschap in de popcultuur, die met gebruikmaking van adequate onderwijskundige methodes, een stimulerende en initiërende rol ten behoeve van de ontwikkeling en functie van de popcultuur in de samenleving vervult. In de ontwikkelingsmethodiek van AvP wordt aandacht besteed aan basisvorming van ambachtelijke vaardigheden, het tussen en afhankelijkheid van verschillende kunstdisciplines; zij heeft het concept als maatgevend criterium, en is door de marktgerichtheid van de popcultuur, altijd in de context van de samenleving. De driehoek in het figuur op de volgende pagina is het uitgangspunt voor het handelen van het team en de organisatie. De waarden duurzaamheid, vertrouwen, authenciteit en grass roots staan in het midden van de driehoek en vormen de onderliggende waarden voor de opleiding. Deze waarden worden gebruikt als criteria bij het kiezen van partners, deelname aan turele vernieuwing (innovatie) in een publieke omgeving en die tevens deel uitmaken van de creatieve industrie stimuleren van de creativiteit en het vermogen tot conceptualiseren. Daarnaast kenmerkt de opleiding zich door samenhang 10. projecten en de wijze waarop de opleiding wordt ingericht.

12 voorhoede DUURZAAM VERTROUWEN AUTHENTIEK GRASS ROOTS sociaal economisch regionaal/ internationaal 11.

13 3.2 onderwijskundige opzet Het onderwijs dat bij AvP wordt gegeven is een bijzondere vormvan kunst onderwijs. Het onderwijsconcept is uniek: praktijk en vraag gestuurd, competentieen studentgericht. Als enige in Nederland biedt de Academie voor Popcultuur de bachelors Vormgeving en Muziek binnen één multi- en interdisciplinair programma aan, waarbij niet de discipline maar de popcultuur inhoudelijk centraal staat. De opleidingen Vormgeving en Muziek in Leeuwarden zijn qua curriculum nauw met elkaar verweven en leiden beide, elk met een eigen profilering, op tot het beroepsprofiel van de Popartiest. Deze gezamenlijkheid in curriculum weerspiegelt open en leergierige houding verwacht. In de visie van de opleiding dat het curriculum de praktijk betekent studeren aan de Minerva Academie voor Popcultuur een tijdsin- net als de beroepspraktijk van de popcultuur veelzijdig is en cross-overs maakt tussen vestering van meer dan 40 uur per week, de verschillende verschijningsvormen van vergelijkbaar met die van de uiteindelijke de popcultuur. Het team van medewerkers beroepspraktijk. De student wordt daarom werkt intensief samen aan een curriculum gestimuleerd in een authentieke, leergierige en onderzoekende houding. dat zich kenmerkt door nauwe verbondenheid met het werkveld op het gebied van de popcultuur. 2. Een lerende en producerende gemeenschap In onderwijskundige zin is de Academie voor De hoofdtaak van de AvP is het bieden van Popcultuur voortdurend in ontwikkeling. Als randvoorwaarden waarmee de ontwikkeling van alle betrokkenen optimaal wordt basis van het onderwijskundig model geldt het competentiegericht leren, praktijk- en gefaciliteerd. Daarbij wordt samenwerking vraag gestuurd onderwijs en projectmatig tussen studenten onderling en samenwerking tussen studenten en docenten nadruk- werken. Het doel daarbij is om de ontwikkeling van de student op persoonlijk, technisch, artistiek en organisatorisch vlak te ontstaan vanuit deze gemeenschap (en kelijk gestimuleerd. Op organische wijze stimuleren. Het lesprogramma is op deze sub-gemeenschappen) concepten, ideeën uitgangspunten gebaseerd. Twee aspecten en concrete producten die een bijdrage komen hierin in het bijzonder aan de orde: leveren aan de ontwikkeling van de popcultuur. Daarbij wordt er zoveel mogelijk naar 1. Een intensief en veelzijdig lesprogramma gestreefd producten aan publiek te tonen, gebaseerd op zelfsturing door evenementen te organiseren en door Studenten maken vaak op eigen initiatief kennis met en verdiepen zich in een Het gebouw dient daarvoor als laborato- het uitvoeren van opdrachten voor derden. groot aantal verschillende onderdelen. Van rium, repetitie- en bouwruimte. de student wordt daarom een actieve, 12.

14 3.3 het lesprogramma Propedeuse Tijdens de propedeuse leer je op basisniveau te werken aan de kerntaken en competenties van het opleidingsprofiel. De ontwikkeling hierin wordt getoetst door middel van assessments. Hierin wordt bekeken in hoeverre je voldoet aan de bij kerntaken en competenties gestelde eisen. Projecten eerste jaar In de propedeuse wordt het onderwijs georganiseerd rondom vier door de opleiding georganiseerde projecten. Rondom deze projecten worden verschillende vormen van flankerend onderwijs georganiseerd. De projecten vormen samen een gemeenschappelijk programma voor zowel studenten uit de richting muziek als vormgeving. Je werkt samen in projectgroepen van gemiddeld vijf studenten aan de projecten. De inhoud van de projecten en de eisen en voorwaarden die daarbij worden gesteld zijn vastgelegd in projecthandleidingen. Productiehuis propedeuse Het onderwijs in de propedeuse wordt georganiseerd vanuit een productiehuis. Een productiehuis propedeuse bestaat uit een aantal projectgroepen die gecoacht worden door verschillende docenten. In het productiehuis propedeuse staat de organisatorische voortgang van het project en de artistieke ontwikkeling van jou als student centraal. Werkvormen die gebruikt worden zijn onder anderen werk- en hoorcolleges, presentaties, intervisie, consulten en excursies. Coaching binnen het productiehuis is de cruciale verbinding tussen het project, flankerend onderwijs en toetsing. Coaching vindt plaats vanuit verschillende invalshoeken. Daarbij zijn drie onderdelen te onderscheiden die gezamenlijk de kern van het onderwijs vormen: 1. Research & Development (R&D) Deze lessen zijn bedoeld om je onderzoeksvaardigheden en artistieke ontwikkeling van tijdens het project te stimuleren en te helpen monitoren. R&D wordt gegeven door de R&D docent. 2. Projectmanagement (PM) De administratieve, organisatorische en sociale kant van het projectmatig werken komt tijdens deze lessen aan de orde. 13. Samenwerken, communiceren, plannen en verslaglegging komen onder andere aan bod. Projectmanagement wordt gegeven door de projectcoach. 3. Studieloopbaanbegeleiding (SLB) Hierbij staat de persoonlijke ontwikkeling en studievoortgang van jou als student centraal. Iedere student krijgt een studieloopbaanbegeleider (de SLB-er ) toegewezen. Met deze SLB-er wordt het Persoonlijk Ontwikkelingsplan (POP) opgesteld. In het POP wordt beschreven aan welke projecten je werkt en welke competenties er behaald moeten worden. Ook het niveau van competentieontwikkeling en de wijze waarop dit aangetoond wordt is in het POP beschreven. De SLB-er geeft goedkeuring aan het POP en houdt de uitvoering en continuïteit in de gaten. Middels reflectie (vastgelegd in verslagen) kijk je terug op persoonlijke groei ten aanzien van de competenties en stel je zelf op basis van deze reflectie nieuwe leerdoelen. De SLB-er ondersteunt je hierin en geeft feedback op je reflectievaardigheden. Studieloopbaanbegeleiding is bij de AvP geïntegreerd in het curriculum.

15 3.3 het lesprogramma Om je verder te ondersteunen bij het uitvoeren van de projecten wordt het volgende (flankerend) onderwijs aangeboden (waarbij vormgeving en muziek zowel geïntegreerd als specifiek aan bod komt): Sound, Vision en Brainwaves Werkcolleges waarin vanuit auditief, visueel en filosofisch perspectief naar de thematiek van de projecten wordt gekeken. Daarbij ligt de nadruk op het in de praktijk herkennen, toepassen en ontwikkelen van theoretische concepten. Instrumentals (Music & Design cafés) Deze lessen hebben als doel de uitvoerende vaardigheden van jou op je instrument (zowel muziek als vormgeving) te vergroten. In principe zijn deze lessen aan het project gekoppeld maar worden ook gebruikt voor de algemene ontwikkeling op het gekozen instrument. Consults Je kunt met verschillende (vak)docenten afspraken maken voor consultgesprekken of lessen. In een consult kun je specifieke vragen en problemen voorleggen aan een docent. Deze docent ondersteunt en ad- viseert daarbij. Je moet hierbij rekening houden met een beperkte beschikbaarheid van docenten omdat deze vaak meerdere afspraken hebben. Naast het hiervoor beschreven flankerend onderwijs worden er tijdens de projecten verschillende (gast)colleges, trainingen en workshops georganiseerd die aansluiten bij de thematiek van de projecten. Hoofdfase Gedurende de hoofdfase werk je aan competentieontwikkeling op gevorderd en expert niveau. De trajecten die je doorloopt resulteren uiteindelijk in een afstudeerproject waarin je aantoont aan de eindkwalificaties van de opleiding te voldoen en daarmee als beginnend creatief professional je loopbaan voort te kunnen zetten. Net als in de propedeuse wordt ontwikkeling getoetst door middel van assessments. Projecten in het tweede, derde en vierde jaar In de hoofdfase is het onderwijs georganiseerd rondom projecten van buiten. Deze projecten worden zowel door het werkveld aangeboden als door studenten zelf geïni- 14. tieerd en georganiseerd. De opleiding speelt hierbij een faciliterende rol. Rondom de projecten worden verschillende vormen van flankerend onderwijs georganiseerd. De studenten en het werkveld (o.a. in de vorm van gastcolleges, stages, etc.) hebben hierbij in toenemende mate een initiërende en sturende rol. Je werkt samen met elkaar en/of met het werkveld aan de projecten. Eisen en voorwaarden die aan projecten op gevorderd of expert niveau worden gesteld zijn vastgelegd in de handleiding onderwijs hoofdfase. Productiehuis hoofdfase Het productiehuis is de plek waarbinnen het delen en stimuleren van leerervaringen plaatsvindt. In de hoofdfase bestaat een productiehuis uit een groep studenten met eigen ideeën en projecten die gecoacht worden door verschillende docenten. De werkvormen die in de propedeuse worden toegepast (werk- en hoorcolleges, presentaties, intervisie, consulten, excursies etc.) worden ook in de hoofdfase gebruikt. Omdat de projecten niet meer per definitie door de opleiding worden georganiseerd ligt de nadruk in het productiehuis hoofdfase op de individuele student en zijn

16 3.3 het lesprogramma project. Werkvormen zullen daarbij in toenemende mate door studenten zelf worden georganiseerd en uitgevoerd. Coaching binnen het productiehuis is ook in de hoofdfase de cruciale verbinding tussen het project, flankerend onderwijs en toetsing. Daarbij vormen de onderdelen R&D, Projectmanagement en SLB net als in de propedeuse de kern van het onderwijs. Ook de invulling van deze onderdelen is in principe dezelfde waarbij een paar accentverschillen te vermelden zijn: 1. Research & Development (R&D) Deze lessen zijn bedoeld om je onderzoeksvaardigheden en artistieke ontwikkeling tijdens het project te stimuleren en te helpen monitoren. R&D wordt gegeven door de R&D docent. In de hoofdfase neemt de sturing door de R&D docent geleidelijk aan af. Dit betekent dat je onderzoek en artistieke ontwikkeling in toenemende mate zelfstandig gaat opzetten en uitvoeren. 2. Projectmanagement (PM) De administratieve, organisatorische en sociale kant van het projectmatig werken komt tijdens deze lessen aan de orde. Samenwerken, communiceren, plannen en verslaglegging komen onder andere aan bod. Projectmanagement wordt gegeven door de projectcoach. Ook hier geldt dat je, naar mate je op gevorderd en uiteindelijk op expert niveau leert werken, steeds meer zelfstandig projecten gaat organiseren. De rol van de projectcoach verschuift daarmee steeds meer naar consultant en/of adviseur. 3. Studieloopbaanbegeleiding (SLB) In de hoofdfase blijft de persoonlijke ontwikkeling en studievoortgang van de student centraal staan. SLB in de hoofdfase heeft als doel je te begeleiden bij het maken van keuzes in jouw studietraject zodat je je ambitie kunt verwezenlijken en als beginnend creatief professional kunt afstuderen. Het kiezen van de juiste rollen en daarbij behorende kerntaken en competenties is daarbij een belangrijk middel. Het afstemmen van de mogelijkheden binnen het opleidingsprofiel enerzijds en de talenten, dromen en ambities van jou als student anderzijds staat daarbij centraal. Net als bij R&D en PM neem jij in toenemende mate de regie bij het opstellen van het POP en het uitvoeren daarvan. 15. De SLB-er blijft je in de hoofdfase ondersteunen bij de studievoortgang en reflectie daarop. Omdat studenten in de hoofdfase grotendeels zelf de normering opstellen aan de hand waarvan ze competenties ontwikkelen, heeft de SLB-er een monitorende rol bij het beoordelen van de kwaliteit van deze normering. Hierbij vindt nauw overleg plaats met andere docenten die betrokken zijn bij jouw leerproces. Flankerend onderwijs Voor projecten in de hoofdfase wordt in principe geen flankerend onderwijs door de opleiding georganiseerd. Flankerend onderwijs vindt in de hoofdfase van de AvP plaats op basis van de vraag van studenten. Studenten organiseren in toenemende mate zelf het onderwijs en maken op basis van het POP afspraken met docenten over consults. Doorgaans gebeurt dit aan het begin van een semester. Workshops, trainingen en/of colleges die voor alle studenten interessant zijn worden gecommuniceerd via (Hanze)mail, Blackboard Learn en/of sociale media.

17 3.4 studie-informatie, examencommissie en vrijstelling Studie-informatie is informatie over je studie en de zaken daar omheen en wordt verspreid via verschillende formele en informele bronnen. Wat betreft de formele bronnen zijn van belang: het Studentenstatuut en de Examenregeling van de Hanzehogeschool en de Onderwijsregeling van de opleiding. Studentenstatuut Het Studentenstatuut van de Hanzehogeschool Groningen is voor alle studenten hetzelfde. Het beschrijft de rechten en de plichten van de student die ingeschreven staat bij de Hanzehogeschool. Het Studentenstatuut is te vinden op intranet onder regels & regelingen (zie hanze.nl). Examenregeling De Hanzehogeschool kent een uniforme Examenregeling welke te vinden is in het Studentenstatuut. Deze Examenregeling geldt voor alle studenten van de Hanzehogeschool. Wanneer een opleiding afwijkt van deze regeling, dan wordt die afwijking genoemd in de Onderwijsregeling van de opleiding. Onderwijsregeling Iedere opleiding kent een eigen Onderwijsregeling. Daarin staat beschreven wat de essentie van de opleiding is en hoe de opleiding er uit ziet in studiepunten, lesopbouw en qua lesinhoud. De uitgewerkte project en onderwijshandleidingen zijn te vinden via Blackboard Learn. In deze handleidingen staat ook aangeven hoe en waarop er wordt beoordeeld. NB de Onderwijsregeling van de opleiding en de Examenregeling uit het Studentenstatuut van de Hanzehogeschool vormen tezamen de Onderwijs en Examenregeling, ook wel bekend als de OER. Examencommissie De Examencommissie als bedoeld in artikel 7.12 lid 1 van de Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek (WHW) bewaakt de uitvoering van de Onderwijsregeling en de Examenregeling en daarmee de kwaliteit van het geboden onderwijs. De examencommissie functioneert bij Academie voor Beeldende Kunst, Vormgeving en Popcultuur MINERVA (waarvan de AvP deel uitmaakt) op schoolniveau. 16. Een vrijstelling wordt in geen geval zonder meer verleend, maar altijd op basis van een assessment. Vrijstelling Als je meent dat je recht hebt op vrijstelling voor een bepaald studieonderdeel, dan kan je een verzoek voor vrijstelling indienen bij je studieloopbaanbegeleider. Een vrijstelling wordt in geen geval zonder meer verleend, maar altijd op basis van een assessment dat al dan niet wordt georganiseerd na overleg tussen je SLB-er en de onderwijs coördinatoren (bij de AvP zijn dat Hogeschooldocenten).

18 Sele ctie onderwijsregeling : een 4.1 keuzemomenten De voltijd opleidingen binnen de Hanzehogeschool Groningen hebben een majorminor structuur. Dat betekent dat je naast de major (de hoofdrichting) in de regel wanneer je in de hoofdfase bent beland een minor kan volgen. In de meeste gevallen omvat de major 210 studiepunten en de minor 30 studiepunten. De Minor Een minor is een samenhangend aanbod van keuzeonderwijs gericht op verbreding. Een minor volg je buiten de major. De omvang is 30 studiepunten, bestaande uit twee samenhangende blokken binnen een semester. Minoren worden vaak in blokvorm aangeboden. De minor wordt op het diplomasupplement vermeld. De hogeschool heeft een veelzijdig aanbod van minoren ontwikkeld, waaruit (via de Digitale Onderwijs Planner ofwel de DOP, te vinden via gekozen kan worden. Je kunt de minor binnen en buiten de eigen School volgen. In de DOP is zichtbaar welke minoren aanbevolen worden door de opleiding. Je dient je keuze altijd te verantwoorden op basis van het Persoonlijk Ontwikkelings Plan (POP), dat in het kader van de studieloopbaanbegeleiding wordt opgesteld. Het is ook mogelijk om een minor buiten de hogeschool te volgen. Bijvoorbeeld bij de Rijksuniversiteit Groningen (een schakelprogramma naar een masteropleiding), 17.

19 4.1 keuzemomenten een andere hogeschool (via kiesopmaat.nl) of bij een instelling in het buitenland. Voor een externe minor (buiten de HG) dien je vooraf toestemming te vragen bij de examencommissie. NB bij de AvP fungeert de SLB-er hierbij als afgevaardigde van de examencommissie. Maximale keuzevrijheid en flexibiliteit doet bovendien recht aan het onderwijsconcept van de opleiding. Door te kiezen voor een door jezelf samengesteld pakket van keuze onderwijs van binnen of buiten de opleiding. Een Je bent niet verplicht een minor te volgen. De minorruimte van 30 studiepunten kan ook op een andere manier ingevuld worden, namelijk: zelf samengesteld pakket kan bijvoorbeeld bestaan uit vijf HG keuzemodules van 3 studiepunten in combinatie met een keuzeblok, of uit twee losse blokken die de Door te kiezen voor een (extra) student bij een andere opleiding volgt (HG keuzeblokken). specialisatie. Een specialisatie is een samenhangend pakket van (minimaal) 30 studiepunten waarmee je verdieping aanbrengt binnen de opleiding. Deze volg je binnen de major of als extra specialisatie in de minorruimte. Alleen door het CvB (College van Bestuur) vastgestelde minoren en als zodanig vastgestelde specialisaties (samenhangende pakketten met een minimale omvang van 30 studiepunten) worden vermeld op het diplomasupplement. 18. Samengevat: je kunt kiezen tussen verbreding (een minor), verdieping (een specialisatie of extra specialisatie) of een vrij keuzepakket van onderdelen binnen en/of buiten de opleiding. Deze keuzes dienen met inachtneming van hoofdstuk 3 van het studentenstatuut te worden verantwoord op basis van de POP en te worden goedgekeurd door de SLB-er. De AvP kiest voor maximale keuzevrijheid en flexibiliteit. Dit is gebaseerd op haar visie op popcultuur, die inter- en multidisciplinair, dynamisch en flexibel is. Maximale keuzevrijheid en flexibiliteit doet bovendien recht aan het onderwijsconcept van de opleiding.

20 4.1 keuzemomenten Major AvP De Academie voor Popcultuur kent een major van 210 EC. Deze major omvat twee Crohoopleidingen uit het Kunsten domein: Vormgeving en Muziek. Je kiest aan het begin van je studie voor een van beide richtingen. Van de 210 EC zijn 105 EC gedefinieerd in termen van competenties, gedragsindicatoren en normering en daarmee het te verwerven niveau. 60 EC van het verplichte deel zijn terug te vinden in de propedeuse; 15 EC in het kernprogramma van de hoofdfase (totaal kernprogramma 30 EC); 15 EC als verplicht onderdeel van de stage (stage totaal 30 EC); 15 EC als verplicht onderdeel van het afstuderen (afstuderen totaal 30 EC). De overige EC zijn in te vullen met een individuele profilering, maar zijn altijd gekoppeld aan competenties en gedragsindicatoren uit het beroepsprofiel. Het niveau en de normering wordt in overleg met de SLBer vastgesteld. Een specialisatie met een omvang van 30 EC maakt deel uit van de hoofdfase. Individuele profilering Aansluitend op het kernprogramma kan je jezelf profileren middels het verwerven van competenties naar keuze. In totaal kunnen 30 EC op deze wijze worden verworven. Criteria voor het vaststellen van projectactiviteiten individuele profilering: 19. Verbreding of verdieping van eerdere activiteiten/projecten; Sluit aan bij de gekozen opleiding; Sluit aan bij ambitie van de student; Biedt genoeg uitdaging aan de student; Is realistisch en haalbaar; Indien van toepassing: verplichte competenties uit de propedeuse of het kernprogramma passen in het project, mits deze passen binnen de projectactiviteiten. Criteria voor het vaststellen EC s individuele profilering: Altijd in eenheden van 3 EC s per competentie; In de hoofdfase is het competentieniveau verplicht gevorderd of hoger; Relatie met complexiteit en tijdsinvestering in project.

21 4.1 keuzemomenten Specialisatie Een student kiest tenminste één specialisatie. Een specialisatie is altijd een verdieping van de eigen opleiding, zij het Muziek of Vormgeving. De Academie biedt studenten twee maal 30 EC ruimte om zich te specialiseren. De specialisaties zijn met ingang van het studiejaar opnieuw benoemd. Specialisaties die gelden voor studenten die ingestroomd zijn in het cursusjaar en eerder zijn de hierna volgende. Opleiding Muziek (Crohonummer 34739C): Compositie Uitvoerend muzikant Producer/technicus Opleiding Vormgeving (Crohonummer 39111C ) Grafische vormgeving Ruimtelijke vormgeving Mediavormgeving Specialisaties die gelden voor studenten die ingestroomd zijn per 1 september 2011 en daarna zijn de hierna volgende. Opleiding Muziek (Crohonummer 34739C) Popcompositie (Pop Composition) Opleiding Vormgeving (Croho nummer 39111C ) Popvormgeving (Pop Design ) Specialisaties worden in principe in twee blokken met een omvang van 15 EC georganiseerd. Dat maakt 30 EC totaal per specialisatie. Afwijken van deze regel gaat in overleg met de SLB-er. Een student kiest tenminste één specialisatie. Een specialisatie is altijd een verdieping van de eigen opleiding, zij het Muziek of Vormgeving. Een specialisatie is altijd gekoppeld aan competenties uit het opleidingsprofiel op minimaal gevorderd niveau. De keuze van gedragsindicatoren en de invulling van 20. normering is afhankelijk van de inhoud gekozen projecten en individuele keuzes van de student. Een specialisatie wordt op het diplomasupplement vermeld. Minoren voor studenten AvP De Academie voor Popcultuur biedt de mogelijkheid om naast de major, een minor te volgen buiten de opleiding. Een minor is altijd 30 EC en wordt in blokken van minimaal 15 EC aangeboden door externe opleidingen. Aan het volgen van een minor worden de volgende voorwaarden gesteld: Een minor is gerelateerd aan de persoonlijke ontwikkeling en ambitie van de student. De SLB-er als gedelegeerde van de examencommissie - moet toestemming voor het volgen van de gekozen minor geven. Een student kan in plaats van een minor twee keuzeblokken van 15 EC bij andere opleidingen volgen of één van de twee keuzeblokken invullen met vrije keuze onderwijs bestaande uit eenheden van 3 EC.

22 4.1 keuzemomenten Schematisch ziet de major-minorstructuur bij de AvP er als hierna volgend uit. 30 EC Minor Ruime keuze binnen en buiten de Hanzehogeschool zolang deze keuze gerelateerd is aan het POP van de student Of verdere invulling van de vrije keuzeruimte Of een tweede specialisatie op minimaal gevorderd niveau 30 EC Afstuderen 15 EC verplicht te verwerven en vooraf gedefinieerde competenties, gedragsindicatoren en normering op expert niveau 15 EC eigen keuze voor competenties en gedragsindicatoren uit het beroepsprofiel welke door de student worden genormeerd op expert niveau 30 EC Specialisatie 30 EC eigen keuze voor competenties en gedragsindicatoren uit het beroepsprofiel welke door de student worden 30 EC Stage genormeerd op minimaal gevorderd niveau 15 EC verplicht te verwerven en vooraf gedefinieerde competenties, gedragsindicatoren en normering op gevorderd niveau 15 EC eigen keuze voor competenties en gedragsindicatoren uit het beroepsprofiel welke door de student worden genormeerd op minimaal gevorderd niveau 30 EC Individuele Profilering 30 EC eigen keuze voor competenties en gedragsindicatoren uit het beroepsprofiel welke door de student worden genormeerd op minimaal gevorderd niveau 30 EC Kernprogramma 15 EC verplicht te verwerven en vooraf gedefinieerde competenties, gedragsindicatoren en normering op gevorderd niveau 15 EC verplicht te verwerven en vooraf gedefinieerde competenties en gedragsindicatoren welke door de student worden genormeerd op minimaal gevorderd niveau 60 EC Propedeuse Alle competenties uit het beroepsprofiel verplicht te verwerven op basisniveau 21.

23 4.1 keuzemomenten Excellentie De Hanzehogeschool Groningen streeft naar een ambitieuze studiecultuur en biedt extra uitdaging aan studenten die (willen) uitblinken. Studenten die het beste uit zichzelf willen halen en zich graag laten uitdagen kunnen ook binnen Academie Minerva en de opleiding terecht. In het kader van excellentiebeleid biedt de Academie voor Popcultuur de volgende door het CvB vastgestelde excellentieprogramma s aan: Het honours talentprogramma (inclusief de interdisciplinaire module Creativity & Entrepreneur ship, voor honours studenten van buiten de opleiding/school); Een honoursproject; Een honours stage. Honoursminoren worden evenals reguliere minoren hogeschoolbreed aangeboden en staan open voor studenten van verschillende schools. Informatie over alle honoursminoren die binnen de hogeschool worden aangeboden is te vinden in de DOP. Voor de excellentieprogramma s word je geselecteerd. Meer informatie over de excellentieprogramma s, de toelatingsvoorwaarden en de selectieprocedure is te vinden in hoofdstuk 4 van de Onderwijs en Examenregeling (de OER) van de opleiding. De Hanzehogeschool Groningen streeft naar een ambitieuze studiecultuur en biedt extra uitdaging aan studenten die (willen) uitblinken 22.

24 4.2 bindend studie advies (BSA) Aan het eind van de Propedeuse geeft de opleiding een advies over de voortgang van de studie. Dat komt er in de meeste gevallen op neer dat je gewoon wordt toegelaten tot het tweede jaar van de opleiding. Maar het kan ook zijn dat er een negatief studieadvies wordt gegeven. Zo n negatief BSA wordt verstrekt als er in het eerste jaar van inschrijving minder dan 48 EC s zijn behaald. Een negatief BSA wordt aan het eind van het tweede jaar van inschrijving gegeven als de 60 EC s van de Propedeuse dan nog niet zijn behaald. Het is duidelijk dat een negatief studieadvies niet zo maar wordt gegeven. Je wordt in de periode daarvoor een keer officieel gewaarschuwd, zodat je de kans hebt je resultaten indien nodig te verbeteren. Het negatief BSA wordt ook opgelegd als je je al uitgeschreven hebt als student. Alleen als je je hebt laten uitschrijven vóór 1 februari van het eerste inschrijvingsjaar, wordt er geen BSA opgelegd. In het Studentenstatuut op (Regels en regelingen > Studentenstatuut) vind je de precieze procedure voor het geven van een negatief bindend studieadvies. 23.

25 4.3 toetsing en beoordeling De inrichting van de beoordeling (toetsing middels assessments) is vastgelegd in een schoolbreed toetsbeleid. Dit toetsbeleid is vertaald naar een opleidingspecifiek toetsplan. Studenten worden tijdens assessments getoetst op competentieontwikkeling. Deze assessments vinden plaats in de laatste week van elke onderwijsperiode. Een periode bestaat uit de helft van een semester. Er zijn dus vier periodes en daarmee toets momenten per studiejaar. Tijdens de assessments word je beoordeeld op het competent zijn en wordt vastgesteld welke competenties je hebt verworven. Op basis van het assessment worden de aan competenties gekoppelde EC s toegekend. Niveau (basis, gevorderd, expert, excellent), criteria en normering geven context en richting bij de beoordeling van competent zijn. De inhoud van de assessments kerntaken, competenties, gedragsindicatoren, normering, niveau en bijbehorende bewijsvoering worden voorafgaand aan het assessment vastgelegd in het POP. In de propedeuse ligt per periode vast welke competenties per assessment beoordeeld worden. Deze competenties worden op basisniveau ontwikkeld en beoordeeld. Het staat je vrij om daarnaast een assessment van andere competenties aan te vragen mits deze in het project aan de orde kunnen komen. Je moet dit aan het begin van de periode in je POP aangeven. Voor de hoofdfase gelden in principe dezelfde regels met betrekking tot toetsing als voor de propedeuse. Het verschil is als volgt: Beoordeling van competent zijn vindt plaats op minimaal gevorderd niveau; Met uitzondering van de studieonderdelen kernprogramma, stage (50%) en afstuderen (50%) kiezen studenten zelf de competenties die ze willen laten beoordelen; Studenten formuleren zelf - in samenspraak met docenten - de normering voor de gekozen competenties. Daar waar in de propedeuse aan het eind van iedere periode een assessment plaatsvindt, is het in de hoofdfase mogelijk per semester een assessment te doen. Elke periode wordt zoals gezegd afgesloten met een assessmentweek. Je hebt daardoor elke periode de mogelijkheid om een assessment te doen. Ook is het mogelijk om tijdens een assessmentweek meerdere assessments te doen. Wanneer je gedurende een assessment er niet in slaagt een of meerdere competentie(s) te behalen, dan kun je daarvoor in het algemeen in de periode daarna weer een assessment aanvragen. In bepaalde gevallen kan in overleg met de assessmentcommissie een reparatieopdracht worden uitgevoerd en beoordeeld. Het gaat dan om kleine, maar essentiële punten waarop je onvoldoende hebt gescoord. Elke periode wordt afgesloten met een assessmentweek 24,

26 De resultaten van assessments (uitgedrukt in EC) worden vastgelegd in het registratiesysteem Progress (te vinden via Indien je van mening bent dat de studievoortgang zoals die blijkt uit Progress niet overeenkomt met de resultaten van je assessment(s) dan wel dat er nog geen registratie heeft plaatsgevonden neem je zo spoedig mogelijk contact op met je SLB-er. Hoewel de opleiding streeft naar een snelle verwerking van de assessmentresultaten kan er altijd iets misgaan 4.4 puntenregistratie daarom is het van belang om na assessments te checken of je punten daadwerkelijk zijn bijgeschreven. 4.5 aanwezigheidsplicht De Academie voor Popcultuur kent geen aanwezigheids- plicht maar gaat uit van eigen verantwoordelijkheid en onderling vertrouwen. De verantwoordelijkheid voor je eigen leerroutes en studieloopbaan is de basis van het onderwijssysteem van de opleiding. Om aanwezigheid te borgen worden afspraken gemaakt binnen productiehuizen en projectgroepen, tussen docenten en studenten en tussen studenten onderling over samenwerking en aanwezigheid. Afmelden met reden bij afwezigheid is een eerste verantwoordelijkheid van jou als student. Het elkaar aanspreken op het niet nemen van verantwoordelijkheid behoort tot de cultuur die we bij de opleiding nastreven. 25.

27 4.6 studiebegeleiding De studieloopbaanbegeleider (SLBer) begeleidt je bij het realiseren van zelfreflectie en het maken van keuzes ten aanzien van je studie en beroep. Hij levert hierdoor een bijdrage aan het opleiden van zelfbewuste creatieve professionals die in staat zijn tot life long learning. De SLB-er richt zich op een drietal aandachtsgebieden: 1. Voortgang in de competentieverwerving en het leerproces van de student: De SLB-er als Coach bespreekt de voortgang in en reflectie op competentieverwerving. De docenten van de andere onderwijseenheden zorgen voor de inhoudelijke feedback van de studieonderdelen. De assessmentcommissie kent de studiepunten toe voor de in het assessment beoogde competenties. 2. Studieroutes en studie-informatie: De SLB-er als Consulent wordt geraadpleegd over flexibele leerwegen, profielen en andere keuzemogelijkheden. De SLBer als Contactpersoon geeft gevraagd of ongevraagd informatie of verwijst de student desgevraagd naar documenten (studiegids, DOP, OER, BB-documenten), diensten of functionarissen (frontoffice kleine kwaliteit, bureau roostering en planning, examencommissie, decanaat, studenteninschrijving, directie) die hem verder kunnen helpen (beleefde kleinschaligheid). 3. Contractering tussen student en opleiding: De SLB-er als Contractpartner beoordeelt het portfolio en POP en SOK (voor keuzeonderwijs) en kent credits voor SLB toe. Hij sluit namens de opleiding / hogeschool een studieovereenkomst (SOK voor keuzeonderwijs) met de student af. Aan de start van elke periode worden studieloopbaangesprekken georganiseerd. Daarnaast maak je met je SLB-er afspraken indien nodig. Je verwerkt de uitkomsten van deze gesprekken in je verslagen. Zie ook het studentenstatuut, artikel

28 AL ge me ne voorzieningen/diensten huisregels kosten 27.

29 5.1 algemene voorzieningen en diensten Openingstijden gebouw Het gebouw is geopend van maandag t/m vrijdag van 07.30uur tot uur. Op dinsdag en woensdag is het gebouw tot uur geopend. In de roostervrije perioden gelden afwijkende openingstijden. Deze tijden worden tevoren per mail bekend gemaakt. Kopiëren en printen Het voor studenten beschikbare printer/ kopieerapparaat staat in het lokaaltje tegenover lokaal 1.19 (halverwege de gang op de bovenverdieping, zie bijlage plattegronden). Op de Hanzewerkplekken (de PC s) is deze printer geïnstalleerd. Op de Macs moet je via je Hanz een mail sturen naar Het te printen (pdf) bestand moet dan in de bijlage zitten. De kosten per print zijn: Zwart/wit A Zwart/wit A Kleur A Kleur A Voor ondersteuning bij problemen kun je bellen met (Helpdesk Hanze) of langskomen bij Django ten Zijthof op locatie. Uitleen apparatuur De apparatuur van de AvP is in principe voor alle studenten beschikbaar. Met het oog op behoud en optimale beschikbaarheid van de spullen zijn er uitzonderingen: 1) Er zijn l artikelen die uitleg behoeven. Het gaat bijvoorbeeld over de duurdere microfoons en de schoudercamera. Voordat deze apparatuur geleend kan worden moet er eerst een cursus worden gevolgd bij een deskundig docent. 2) Van studenten wordt verwacht dat ze hun eigen instrumenten meenemen. Zo moet bijvoorbeeld een gitarist zijn eigen gitaar, een drummer zijn eigen bekkens en de fotograaf zijn eigen toestel meenemen. Uitleeninstrumenten zijn bedoeld voor studenten die deze willen leren bespelen/ gebruiken, maar niet meteen kunnen investeren in een eigen instrument. Wil (bijvoorbeeld) de gitarist toch een gitaar lenen dan betaalt hij daarvoor 2 euro per dag. Apparatuur/instrumenten boeken en het niet komen ophalen kost je eveneens 2 euro. De volgende voorwaarden zijn van toepassing op het uitlenen van apparatuur en instrumenten: gebruik van apparatuur ten be hoeve van lessen gaat altijd voor op individueel gebruik; reserveren is noodzaak voor iedereen: Studenten én docenten; spullen worden alleen uitgeleend na overleg van een kopie van de WA verzekering (aan het begin van het jaar tekenen alle studenten een overeenkomst met het uitleencentrum waarop de student aansprakelijk wordt gesteld voor alles wat hij/zij leent); apparaten worden niet langer dan 15 minuten na de afgesproken tijd vastgehouden (niet afhalen van gereserveerd materiaal betekent een boete); bij het afhalen van de apparatuur wordt je studentenkaart gescand; 28.

30 5.1 algemene voorzieningen en diensten bij het afhalen wordt als eerste gecheckt of alles in goede staat is en werkt. Is dit niet het geval, dan wordt dit gemeld bij de uitleenbalie. De vorige gebruiker is dan nog verantwoordelijk; nadat de student de spullen in ontvangst heeft genomen, draagt deze de verantwoordelijkheid voor de apparatuur. Je kunt apparatuur boeken door je in te tekenen voor een bepaald blok in het uitleenprogramma. Voor de uitleen van fototoestellen en videocamera s geldt een termijn van 2 dagen. Wanneer een toestel vrijdag geleend wordt, mag het maandag worden geretourneerd. De lener is aansprakelijk voor schade bij nalatigheid en/of slordig of onverantwoord gebruik (met nalatigheid wordt onder andere bedoeld: apparatuur in een auto achterlaten, in een tas die daar niet voor bedoeld is vervoeren of onbeheerd in een niet afgesloten lokaal achterlaten).als tijdens gebruik de apparatuur het begeeft moet je dit direct melden bij de uitleenbalie. De apparatuur mag alleen worden gebruik voor AvP onderwijs en/of opdrachten/ projecten.apparatuur met uitzondering van de 3-delige lichtset, de foto- en filmcamera s mag het pand niet verlaten. In het geval van AvP projecten van het projectbedrijf kan hiervoor een uitzondering worden gemaakt. Stuur hiervoor een mail naar Bob Kolsters (r.kolsters@pl.hanze.nl) met een gespecificeerde lijst van te lenen materiaal en een goede motivatie. De apparatuur moet na afloop weer worden ingeleverd bij de uitleenbalie. Daar wordt het apparaat wederom gescand. Wanneer de volgende bezoeker bij aanvang gebreken constateert zijn deze voor rekening van de vorige lener. Worden spullen niet (op tijd) ingeleverd, onbeheerd op de balie achtergelaten of zijn er gebreken, dan zijn de gevolgen altijd voor rekening van de lener. De kosten van defecten zijn ook altijd voor rekening van de lener mits duidelijk kan worden aangetoond dat de oorzaak van het defect in het object zelf gevonden kan worden. 29. Uitleentarieven Om de uitleen mogelijk te maken, wordt een minimale bijdrage gevraagd van studenten. Deze bijdrage wordt gebruikt om nieuwe apparatuur aan te schaffen of voor reparatie en vervanging van de huidige materialen en apparatuur. De standaarduitrusting blijft gratis (2 microfoons, 2 xlr s, 1 jack). Aanvullende zaken moeten worden geleend tegen onderstaande tarieven. Instrumenten/microfoons 2,- per dag Fotocamera 2,- per dag Kleinste videocamera 2,- per dag Grote schoudercamera 2,- per dag De uitleen van camera s geldt voor maximaal 2 dagen. Afwijking hiervan alleen in speciale gevallen en in overleg met Bob Kolsters. Als je veel en vaak apparatuur leent, willen we je het iets gemakkelijker maken: Voor 70,- kun je het uitleentarief afkopen voor