Topsectoren in beeld. De innovativiteit van de topsectoren in dr. Y.M. Prince

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Topsectoren in beeld. De innovativiteit van de topsectoren in 2012. dr. Y.M. Prince"

Transcriptie

1 Topsectoren in beeld De innovativiteit van de topsectoren in 2012 dr. Y.M. Prince Zoetermeer, april 2013

2 ISBN: Rapportnummer: A Dit onderzoek is gefinancierd door het programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap ( Panteia BV Panteia BV Bredewater 26 P.o. box CA Zoetermeer 2701 AA Zoetermeer The Netherlands Voor alle informatie over MKB en Ondernemerschap: De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen, scripties en boeken is toegestaan mits de bron duidelijk wordt vermeld. Vermenigvuldigen en/of openbaarmaking in welke vorm ook, alsmede opslag in een retrieval system, is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van EIM. EIM aanvaardt geen aansprakelijkheid voor drukfouten en/of andere onvolkomenheden. The responsibility for the contents of this report lies with EIM. Quoting numbers or text in papers, essays and books is permitted only when the source is clearly mentioned. No part of this publication may be copied and/or published in any form or by any means, or stored in a retrieval system, without the prior written permission of EIM. EIM does not accept responsibility for printing errors and/or other imperfections.

3 Inhoudsopgave Samenvatting 5 1 Inleiding 7 2 Innovatie-inputs Investeringen in tijd en middelen Gebruik van fiscale innovatieregelingen 12 3 Innovatieproces Samenwerking Topsectorenbeleid 19 4 Innovatie-outputs Introductie nieuwe producten/diensten Vernieuwing van het productieproces Aanpassing in de organisatie van bedrijfsprocessen 26 Bijlagen I Toelichting op het Topsectorenpanel 29 II De vragenlijst 31 3

4

5 Samenvatting In het najaar van 2012 is het Nederlandse Topsectorenpanel van start gegaan. In de eerste telefonische meting zijn enkele vragen gesteld over de innovativiteit van bedrijven verspreid over de negen topsectoren. Er zijn drie grootteklassen onderscheiden: het kleinbedrijf met 1-9 werkzame personen, het middenbedrijf met werkzame personen en het grootbedrijf met 100 of meer werkzame personen. Indicatoren Innovativiteit is een meerdimensionaal begrip dat idealiter gemeten wordt met meerdere indicatoren die iets zeggen over verschillende aspecten van innovatie: de innovatie-inputs, de innovatie-outputs alsmede het innovatieproces. Het innovatieproces geeft zicht op de wijze waarop innovatie-inputs omgezet worden in innovatie-outputs. Voor deze drie categorieën indicatoren zijn de volgende gegevens in kaart gebracht: innovatie-inputs: investeringen qua tijd en middelen in de ontwikkeling van nieuwe producten of diensten of de verbetering van het productieproces, en het gebruik van fiscale innovatieregelingen; innovatieproces: samenwerking bij de ontwikkeling van nieuwe producten of diensten of de verbetering van het productieproces, en de motivatie door het topsectorenbeleid; innovatie-outputs: introductie van nieuwe producten/diensten, vernieuwing van het productieproces, en aanpassingen in de organisatie van de bedrijfsprocessen. Resultaten Het blijkt dat twee derde van de bedrijven in de topsectoren in de afgelopen 12 maanden tijd geïnvesteerd heeft in de ontwikkeling van nieuwe producten of diensten of de verbetering van het productieproces. Daarvan heeft meer dan de helft van de bedrijven in dezelfde periode ook middelen daarin geïnvesteerd. De tijd die aan deze vernieuwingsactiviteiten wordt besteed, varieert enorm; bijna een derde besteedt er 10 tot 25% van de arbeidsinzet aan. Een op de tien bedrijven maakt gebruik van de WBSO, de RDA en/of de Innovatiebox. Samenwerking bij vernieuwingsactiviteiten komt bij een derde van de bedrijven in de topsectoren voor. Daarbij wordt met name samengewerkt met toeleveranciers. Twaalf procent van de bedrijven geeft aan dat de belangrijkste samenwerkingspartner in het buitenland gevestigd is. Een op de vijf bedrijven is op de hoogte van het topsectorenbeleid, en daarvan geeft eveneens een op de vijf aan gemotiveerd te zijn om door dit beleid in de eigen organisatie meer aandacht aan vernieuwingen te besteden. In de topsectoren heeft 43% van de bedrijven in de afgelopen drie jaar nieuwe producten of diensten geïntroduceerd. In zes van de negen topsectoren heeft de helft tot twee derde van de bedrijven in de afgelopen drie jaar nieuwe producten of diensten op de markt gebracht. De meeste bedrijven in de topsectoren (een derde) geven aan 10-25% van hun omzet te realiseren met deze nieuwe producten of diensten. Ruim een derde van de bedrijven in de topsectoren heeft in de afgelopen drie jaar het productieproces vernieuwd. In vrijwel dezelfde mate (37%) is de organisatie van de bedrijfsprocessen aangepast. 5

6 Beeld per topsector De topsectoren laten een grote variëteit in de mate van innovativiteit zien, die mede samenhangt met de heterogeniteit van de topsectoren. Deze variëteit komt tot uiting in de diverse aspecten van innovatie: de innovatie-inputs, het innovatieproces en de innovatie-outputs. De topsectoren Chemie en Energie zijn op alle fronten innovatief. In de sector Agro & Food komen diverse aspecten van innovatie minder voor. Dat geldt ook voor de Creatieve industrie. Zo besteedt de Agro & Food relatief weinig tijd en middelen aan vernieuwingsactiviteiten. De sectoren Water en de Creatieve industrie zijn opvallend, omdat deze sectoren wel veel middelen (Water) en tijd (Creatieve industrie) investeren in vernieuwingsactiviteiten en behoorlijk vaak vernieuwingen in producten/diensten en het productieproces doorvoeren, maar relatief minder actief zijn in het innovatieproces. De sector Transport en Opslag is actief in het innovatieproces, maar deze sector realiseert relatief weinig innovatie-outputs. Ook de sector Tuinbouw en uitgangsmaterialen laat relatief weinig innovatie-outputs zien, terwijl zij wel behoorlijk vaak tijd investeren in en samenwerken bij vernieuwing. Tot slot zijn de relatief innovatieve sectoren High tech systemen en materialen, en Life Sciences & health relatief minder actief in het innovatieproces. Verschillen tussen grootteklassen Vernieuwingsactiviteiten nemen toe met de omvang van de bedrijven. Dat geldt voor de investeringen in de ontwikkeling van nieuwe producten en diensten of de verbetering van het productieproces, de samenwerking bij dergelijke vernieuwingsactiviteiten, het gebruik van de fiscale innovatieregelingen, de bekendheid met het topsectorenbeleid, de introductie van nieuwe producten of diensten, de vernieuwing van het productieproces, en de aanpassing van de organisatie van de bedrijfsprocessen. Maar als het kleinbedrijf investeert in vernieuwingen dan zetten deze kleinbedrijven daar relatief vaak 50% of meer van de arbeidsinzet voor in, en realiseren zij relatief vaak meer dan de helft van de omzet met nieuw ontwikkelde producten en diensten. De gemiddelde omvang van de bedrijven in de topsectoren varieert enorm. De bovengenoemde verschillen tussen de topsectoren kunnen hierdoor voor een deel verklaard worden, maar lang niet alle verschillen. 6

7 1 Inleiding Innovativiteit meten met behulp van diverse indicatoren Innovativiteit is zoals bekend geen ééndimensionaal begrip dat met één alleszeggende indicator gemeten kan worden. In praktijk dienen daarom meerdere indicatoren die iets zeggen over verschillende aspecten van innovatie beschouwd te worden om uitspraken te doen over de mate van innovativiteit. Idealiter worden de indicatoren van innovativiteit zodanig gekozen dat zij zo goed en volledig mogelijk iets zeggen over de innovatie-inputs, de innovatie-outputs alsmede het innovatieproces. Belangrijke innovatie-inputs zijn de middelen die specifiek ingezet worden voor de totstandkoming van vernieuwingen: hoeveel menstijd en middelen worden eraan besteed? De innovatie-outputs worden gevormd door onder andere product- en dienstinnovaties, procesvernieuwingen, organisatieveranderingen en octrooien. Tevens is de betekenis van de vernieuwingen van belang: welk percentage van de omzet wordt behaald met nieuwe producten/diensten, of wat is de mate van nieuwheid van de innovatie (nieuw voor het bedrijf, bedrijfstak, Nederland etc.). Het innovatieproces geeft zicht op de wijze waarop innovatie-inputs omgezet worden in innovatie-outputs. Daarbij is zowel de kwaliteit van het interne proces als de externe gerichtheid van het bedrijf in de vorm van samenwerking en klant- en marktoriëntatie van belang. Telefonische meting onder bedrijven met 1 of meer werkzame personen in de topsectoren In de eerste telefonische meting van het nieuw opgerichte Nederlandse Topsectorenpanel zijn in het najaar van 2012 enkele vragen gesteld over de innovativiteit van bedrijven verspreid over de negen topsectoren. In het Topsectorenpanel zijn alle grootteklassen opgenomen, dus ook kleine bedrijven met 1-9 werkzame personen. Zie Bijlage I voor een korte toelichting. Zie Hoevenagel (2013) voor een uitgebreide beschrijving. 1 De meerwaarde van deze rapportage ten opzichte van de in september 2012 verschenen Monitor topsectoren van het CBS 2 betreft de volgende aspecten: 1 De gegevens in deze rapportage hebben betrekking op bedrijven in de topsectoren met 1 of meer werkzame personen. Dat betekent dat het kleinbedrijf met 1-9 werkzame personen in deze rapportage wordt meegenomen, terwijl de innovatiegegevens in de Monitor topsectoren van het CBS betrekking hebben op 10 werkzame personen of meer. 2 De gegevens zijn verzameld in het najaar van 2012 en kennen daardoor een hoge actualiteitswaarde. De gegevens in de Monitor topsectoren van het CBS betreffen het jaar 2011 of 2010, waarbij de innovatiegegevens ontleend zijn aan de CISenquête 2010 die betrekking heeft op de periode Beide enquêtes maken gebruik van een andere methode van gegevensverzameling, een andere vragenlijst, een andere steekproef en betreffen een andere periode, waardoor er verschillen op kunnen treden. Omdat de metingen gebaseerd zijn op steekproeven is er bij beide metingen sprake van een zekere mate van onzekerheid. 1 Ruud Hoevenagel (2013), Topsectorenpanel: methodologische verantwoording, Panteia, Zoetermeer. 2 CBS (2012), Monitor topsectoren. Uitkomsten eerste meting, Den Haag. 7

8 Indeling naar topsectoren: sectorale benadering De indeling naar topsectoren is gebaseerd op een sectorale benadering. Dit betekent dat voor de topsector Logistiek is uitgegaan van een sectorale benadering Transport en Opslag waarbij de logistieke activiteiten in de industrie, handel, bouw en andere (top)sectoren niet zijn meegenomen. Voor de topsector Tuinbouw en uitgangsmaterialen houdt de sectorale benadering in dat de gegevens betrekking hebben op alle productieprocessen van de branches binnen de topsector Tuinbouw en uitgangsmaterialen, inclusief de geproduceerde nevenactiviteiten door de tuinbouw, zoals akkerbouwproductie door tuinbouwbedrijven. Verder is voor de sector Agro & Food uitgegaan van de smalle definitie. Daarbij gaat het om de primaire productie van levensmiddelen en de verwerking hiervan in de voedingsmiddelenindustrie. Zie voor een nadere toelichting op het onderscheid tussen de sectorale en functionele benadering de Monitor topsectoren van het CBS. Nulmeting: in toekomst zicht op ontwikkelingen In deze rapportage worden de topsectoren (nog) in onderling perspectief geplaatst. Het betreft een nulmeting waardoor ontwikkelingen nog niet in kaart kunnen worden gebracht, en een benchmark van de gepresenteerde innovatiegegevens met niet-topsectoren is vooralsnog niet voorhanden. Bij volgende metingen onder het Topsectorenpanel kunnen ontwikkelingen in de tijd zichtbaar gemaakt worden. Voorts zullen we in de toekomst voor zover mogelijk - dezelfde innovatiegegevens meten onder het Nederlandse MKB; dat zou een goede benchmark voor het MKB in de topsectoren kunnen zijn. Beschikbare indicatoren zijn ingedeeld naar innovatie-inputs, innovatieproces en innovatie-outputs Vanwege de mix van diverse onderwerpen die in de eerste meting aan de bedrijven zijn voorgelegd (zie Bijlage II voor de vragenlijst), is niet op alle bovengenoemde innovatie-indicatoren ingegaan. Het is echter wel mogelijk de beschikbaar gekomen indicatoren onder te verdelen in de drie categorieën die licht schijnen op de innovativiteit: innovatie-inputs: investeringen qua tijd en middelen in de ontwikkeling van nieuwe producten of diensten of de verbetering van het productieproces, en het gebruik van fiscale innovatieregelingen (zie hoofdstuk 2); innovatieproces: samenwerking bij de ontwikkeling van nieuwe producten of diensten of de verbetering van het productieproces, en de motivatie door het topsectorenbeleid (zie hoofdstuk 3); innovatie-outputs: introductie van nieuwe producten/diensten, vernieuwing van het productieproces, en aanpassingen in de organisatie van de bedrijfsprocessen (zie hoofdstuk 4). De vragenlijst is opgenomen in Bijlage II; het betreft de vragen INNOVATIE01 tot en met INNOVATIE15. Voor enkele beschrijvende analyses is ook gebruikgemaakt van enkele andere variabelen zoals de bedrijfsgrootte en of een bedrijf wel of niet exporteert. 8

9 2 Innovatie-inputs 2.1 Investeringen in tijd en middelen Meer dan de helft investeert tijd én middelen in vernieuwingen In het najaar van 2012 geeft 65% van de bedrijven in de topsectoren aan in de afgelopen 12 maanden tijd geïnvesteerd te hebben in de volgende vernieuwingsactiviteiten: de ontwikkeling van nieuwe producten of diensten of de verbetering van het productieproces. Daarnaast heeft van deze 65% meer dan de helft (58%) van de bedrijven in dezelfde periode ook middelen daarin geïnvesteerd. Tabel 2.1 Mate van investeringen in vernieuwingen qua tijd en middelen in de topsectoren, in de afgelopen 12 maanden, gemeten in najaar 2012 Topsector afgelopen jaar tijd geïnvesteerd in vernieuwingen naast tijd ook middelen geinvesteerd in vernieuwingen Agro & Food Chemie Creatieve industrie Energie High tech systemen en mat Life Sciences & health Transport en Opslag Tuinbouw en uitgangsmat Water Totaal 65% 58% Bron: Panteia/EIM, Topsectorenpanel, najaar 2012 Tabel 2.1 laat zien dat zich behoorlijke verschillen tussen de topsectoren voordoen. Enkele bevindingen: De bedrijven in de Chemie investeren zowel qua tijd als qua middelen het meest frequent in vernieuwing. Bedrijven in de sector Energie investeren relatief vaak tijd, en die in de sector Water juist relatief vaak middelen in vernieuwingen. Agro & Food besteedt zowel het minste qua tijd als qua middelen aan vernieuwingsactiviteiten. Transport en Opslag investeert weinig tijd in vernieuwingen maar de bedrijven besteden daar wel relatief vaak middelen aan. 9

10 Gemiddelde bedrijfsomvang varieert van 2-37 werkzame personen De Monitor topsectoren van het CBS laat zien dat de gemiddelde omvang van de bedrijven in de topsectoren in 2010 varieerde van 2 tot 37 werkzame personen. 1 Gemiddeld zijn de bedrijven het kleinst (2 tot 7 werkzame personen) in de sectoren Agro & Food, Creatieve industrie, High Tech systemen en materialen, en Tuinbouw en uitgangsmaterialen. Een relatief middelgrote gemiddelde omvang (14 tot 17 werkzame personen) hebben de bedrijven in de Life Sciences & health, en Transport en Opslag. In de sectoren Chemie, Energie en Water is de gemiddelde bedrijfsomvang relatief groot met 31 tot 37 werkzame personen. Investeringen in vernieuwing nemen toe met de bedrijfsgrootte Het percentage bedrijven in de topsectoren dat tijd investeert in vernieuwingsactiviteiten, evenals het percentage dat daarnaast ook middelen daarin investeert, neemt duidelijk toe met de grootteklasse. Zie figuur 2.1. Hierdoor kan een deel van de verschillen tussen de topsectoren verklaard worden, maar lang niet alle verschillen. Figuur 2.1 Mate van investeringen in vernieuwingen qua tijd en middelen in de topsectoren, naar grootteklasse, in de afgelopen 12 maanden, gemeten in najaar kleinbedrijf (1-9 wp) middenbedrijf (10-99 wp) grootbedrijf (>-100 wp) tijd ook middelen Bron: Panteia/EIM, Topsectorenpanel, najaar 2012 Enorme variëteit in arbeidsinzet voor vernieuwingsactiviteiten De bedrijven die tijd hebben geïnvesteerd in product/dienstontwikkeling of de verbetering van het productieproces, hebben een schatting gegeven van de hoeveelheid tijd die daarmee gemoeid was. Zie figuur 2.2. Daarin is te zien dat er een enorme variëteit bestaat in de arbeidsinzet die besteed wordt aan deze vernieuwingsactiviteiten. Bijna een derde besteedt er 10 tot 25% van de arbeidsinzet aan. Meer dan de helft van de tijd wordt erin ge- 1 Gegevens 2010 ontleend aan: CBS (2012), Monitor topsectoren. Uitkomsten eerste meting, Den Haag. 10

11 stoken door 12% van de bedrijven in de topsectoren. Daarentegen besteedt een vijfde van de bedrijven er minder dan 5% van de arbeidsinzet aan. Figuur 2.2 Geschat % van de arbeidsinzet besteed aan vernieuwingsactiviteiten in de topsectoren, door de bedrijven die in de afgelopen 12 maanden tijd in vernieuwingen hebben geïnvesteerd, gemeten in najaar < 5% 5-<10% 10-<25% 25-<50% 50% of meer weet niet/wil niet zeggen 5 Bron: Panteia/EIM, Topsectorenpanel, najaar 2012 Figuur 2.3 Geschat % van de arbeidsinzet besteed aan vernieuwingsactiviteiten in de topsectoren, door de bedrijven die in de afgelopen 12 maanden tijd in vernieuwingen hebben geïnvesteerd, naar grootteklasse, gemeten in najaar kleinbedrijf (1-9 wp) middenbedrijf (10-99 wp) grootbedrijf (>-100 wp) < 5% 5-<10% 10-<25% 25-<50% 50% of meer weet niet/wil niet zeggen Bron: Panteia/EIM, Topsectorenpanel, najaar 2012 In vernieuwing investerend kleinbedrijf besteedt relatief vaak meer dan 50% van de arbeidsinzet aan vernieuwingsinspanningen Figuur 2.3 laat de verschillen tussen het kleinbedrijf (1-9 werkzame personen), het middenbedrijf (10-99 werkzame personen) en het grootbedrijf 11

12 (100 of meer werkzame personen) zien. In het kleinbedrijf wordt door de bedrijven die tijd investeren in vernieuwingen - relatief vaak meer dan 50% van de arbeidsinzet besteed aan vernieuwingsactiviteiten. Het grootbedrijf zet relatief vaak minder dan 5% in bij deze activiteiten. Dit moet uiteraard in relatie gezien worden tot de relatieve omvang van de arbeidsomvang in deze bedrijven. In vier topsectoren wordt voor vernieuwing relatief vaak meer dan 50% van de arbeidsinzet ingezet Van de bedrijven die tijd investeren in vernieuwingsactiviteiten, steken in de Chemie, Energie, High Tech systemen en materialen, en Water relatief veel bedrijven (ongeveer 1 op de 6 bedrijven) maar liefst 50% of meer van de arbeidsinzet in vernieuwingsactiviteiten. Zie tabel 2.2. In de sectoren Transport en Opslag, Agro & Food, en Tuinbouw en uitgangsmaterialen bevinden zich relatief veel bedrijven (meer dan de helft) die minder dan 10% van de arbeidsinzet aan vernieuwingsactiviteiten besteden. Tabel 2.2 Geschat % van de arbeidsinzet besteed aan vernieuwingsactiviteiten in de topsectoren, door de bedrijven die in de afgelopen 12 maanden tijd in vernieuwingen hebben geïnvesteerd, per topsector, gemeten in najaar 2012 Topsector < 5% 5-<10% 10-<25% 25-<50% 50% of meer weet niet/ wil niet zeggen Agro & Food Chemie Creatieve industrie Energie High tech systemen en mat Life Sciences & health Transport en Opslag Tuinbouw en uitgangsmat Water Bron: Panteia/EIM, Topsectorenpanel, najaar Gebruik van fiscale innovatieregelingen Een op de tien bedrijven gebruikt WBSO, RDA of Innovatiebox Voor drie fiscale innovatieregelingen is het gebruik door de bedrijven in de topsectoren gemeten. Het blijkt dat in het najaar % van de bedrijven gebruikmaakt van de WBSO, de RDA en/of de Innovatiebox. De meest gebruikte regeling is de WBSO, gevolgd door de RDA. Drie procent gebruikt de WBSO en één van de twee andere regelingen. 12

13 De WBSO, ofwel de Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk is een fiscale stimuleringsregeling waarmee de Nederlandse overheid een deel van de loonkosten voor speur- en ontwikkelingswerk (S&O), ook wel Research & Development genoemd, compenseert. Dit betekent dat ondernemingen minder loonheffing hoeven af te dragen. Zelfstandigen krijgen een vaste aftrek voor S&O. Daarnaast is er nog een extra tegemoetkoming voor starters. De RDA is bedoeld om naast de loonkosten (via WBSO) ook de overige kosten en uitgaven voor speur- en ontwikkelingswerk, ook wel Research & Development genoemd, te verlagen. De RDA biedt fiscaal voordeel, namelijk een aftrekpost voor de aangifte inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting. De Innovatiebox is ingevoerd om innovatief onderzoek door ondernemers fiscaal te stimuleren. Alle winsten die behaald worden met innovatieve activiteiten vallen in deze box. Voor winsten en verliezen uit immateriële activa waarvoor een octrooi of een buitenlands patent is verkregen, of waarvoor een S&Overklaring is verkregen, geldt op verzoek een effectieve heffing van 5%. Ook kwekersrechten voor nieuw ontwikkelde plantenrassen worden aangemerkt als octrooi. De innovatiebox geldt niet voor merken, logo's en dergelijke. Vanaf 2013 kan gekozen worden voor een vast bedrag (forfait) waarop men de Innovatiebox wil toepassen. Het vaste bedrag betreft 25% van de totale winst. Bron: Agentschap NL, Handleiding WBSO-RDA 2013, Ministerie van Economische Zaken, en voor de Innovatiebox: k/winst/vennootschapsbelasting/innovatiebox/ Veel gebruik van fiscale innovatieregelingen in Chemie In de topsectoren wordt in het najaar van 2012 in verschillende mate gebruikgemaakt van de fiscale innovatieregelingen. Zie tabel 2.3. In de Chemie maken de bedrijven in grote mate gebruik van alle drie de regelingen: WBSO, RDA en Innovatiebox. De bedrijven in de sectoren Agro & Food, Creatieve industrie en Transport en Opslag maken relatief weinig gebruik van de regelingen. Uit tabel 2.3 kan ook opgemaakt worden welke sectoren relatief veel gebruik van welke regeling maken. De bedrijven in de Chemie en Life Sciences & health maken van alle drie de regelingen opvallend meer gebruik dan gemiddeld. De bedrijven in de Tuinbouw en uitgangsmaterialen maken naast de WBSO relatief vaak gebruik van de RDA en de Innovatiebox. Onder exporteurs duidelijk meer WBSO-gebruik In de regel zijn exporterende bedrijven innovatiever dan niet-exporteurs. De resultaten in hoofdstuk 4 zullen laten zien dat dit ook geldt voor de topsectoren. Bij gevolg maken bedrijven die hun producten of diensten exporteren (17%) veel meer gebruik van de WBSO dan niet-exporteurs (3%). Voor een deel komt dit doordat exporteurs gemiddeld een grotere bedrijfsomvang kennen (zie hieronder), maar dat verklaart zeker niet alle verschillen tussen exporteurs en niet-exporteurs. 13

14 Tabel 2.3 Mate van gebruik van fiscale innovatieregelingen in de topsectoren: de WBSO, RDA of Innovatiebox, per topsector, gemeten in najaar 2012 Topsector WBSO RDA Innovatiebox Agro & Food 2,1 1,3 0,6 Chemie 31,2 10,4 9,5 Creatieve industrie 2,4 0,6 0,7 Energie 20,7 2,8 4,8 High tech systemen en mat. 17,6 6,3 2,7 Life Sciences & health 14,2 7,2 4,2 Transport en Opslag 3,6 0,9 0,4 Tuinbouw en uitgangsmat. 8,8 4,9 5,8 Water 11,2 4,4 3,1 Totaal 6,9 2,6 1,6 Bron: Panteia/EIM, Topsectorenpanel, najaar 2012 Instrumentgebruik stijgt met de grootte van het bedrijf Onder de kleine bedrijven met 1-9 werkzame personen wordt van de WBSO procentueel gezien veel minder vaak gebruikgemaakt dan in het middenbedrijf met werkzame personen. Zie figuur 2.4. Het WBSO-gebruik is relatief het hoogst onder de bedrijven met meer dan 100 werkzame personen. Hetzelfde geldt voor het gebruik van de RDA en de Innovatiebox. Figuur 2.4 Mate van gebruik van fiscale innovatieregelingen in de topsectoren: de WBSO, RDA of Innovatiebox, naar grootteklasse, gemeten in najaar , , ,5 15,4 13,8 11,3 4,8 1,8 0,6 kleinbedrijf (1-9 wp) middenbedrijf (10-99 wp) grootbedrijf (>-100 wp) WBSO RDA Innovatiebox Bron: Panteia/EIM, Topsectorenpanel, najaar

15 3 Innovatieproces 3.1 Samenwerking Relatief veel samenwerking in de Energie, en relatief weinig in de Creatieve industrie en Water Gemiddeld werkt in de topsectoren in 2012 een derde van de bedrijven samen met andere partijen bij de uitvoering van hun vernieuwingsactiviteiten. Zie figuur 3.1. Het betreft vernieuwingsactiviteiten gericht op de ontwikkeling van nieuwe producten/diensten of de verbetering van het productieproces. In de Energiesector werkt maar liefst bijna twee derde van de bedrijven daarbij samen. De bedrijven in de sectoren Chemie (45%) en Life Sciences & health (44%) werken ook behoorlijk veel samen bij vernieuwingsactiviteiten. Aan de andere kant wordt in de Creatieve industrie (30%) en de sector Water (29%) relatief weinig samengewerkt bij vernieuwingen. Figuur 3.1 Mate van samenwerking in de topsectoren bij vernieuwingsactiviteiten die de afgelopen 12 maanden verricht zijn, gemeten in najaar Agro & Food 36 Chemie 45 Creatieve industrie 30 Energie 64 High tech syst. en mat. 37 Life Sciences & health 44 Transport en Opslag Tuinbouw en uitgangsmat Water 29 Totaal 34 Bron: Panteia/EIM, Topsectorenpanel, najaar 2012 De mate van samenwerking bij vernieuwingsactiviteiten neemt toe met de grootteklasse van het bedrijf. Zie figuur 3.2. In het grootbedrijf met meer dan 100 werkzame personen werkt bijna de helft (48%) van de bedrijven op dit gebied samen; in het kleinbedrijf met 1-9 werkzame personen is dat bij een derde van de bedrijven het geval (34%). 15

16 Figuur 3.2 Mate van samenwerking in de topsectoren bij vernieuwingsactiviteiten die de afgelopen 12 maanden verricht zijn, naar grootteklasse, gemeten in najaar kleinbedrijf (1-9 wp) middenbedrijf (10-99 wp) grootbedrijf (>-100 wp) Bron: Panteia/EIM, Topsectorenpanel, najaar 2012 Bij vernieuwing veel samenwerking met toeleveranciers De bedrijven in de topsectoren werken bij hun vernieuwingsactiviteiten met veel verschillende partijen samen (figuur 3.3). Er wordt relatief veel samengewerkt met toeleveranciers (44%). Ook wordt ten behoeve van product- of dienstontwikkeling of verbetering van het productieproces veel samengewerkt met collegabedrijven (30%) en externe adviseurs (25%). Met klanten wordt minder vaak samengewerkt (16%). 15% van de bedrijven werkt samen met kennisinstellingen. Figuur 3.3 Type samenwerkingspartners in de topsectoren bij vernieuwingsactiviteiten die in de afgelopen 12 maanden verricht zijn, gemeten in najaar 2012 (meerdere antwoorden mogelijk) toeleveranciers 44 collegabedrijven 30 externe adviseurs 25 klanten 16 kennisinstellingen 15 brancheorganisaties 2 overige 2 Bron: Panteia/EIM, Topsectorenpanel, najaar 2012 Veel samenwerking in de keten in de Transport en Opslag De verschillende topsectoren werken niet in dezelfde mate met de bovengenoemde partijen samen op het gebied van vernieuwingsactiviteiten. Zie ta- 16

17 bel 3.1. De bedrijven in de sectoren Chemie, en Transport en Opslag werken relatief vaak samen met klanten. In de Transport en Opslag wordt ook relatief veel samengewerkt met toeleveranciers (circa 7 op de 10) ten behoeve van vernieuwing. Samenwerking met collegabedrijven komt relatief vaak voor in de Energie (de helft). Sectoren die meer dan gemiddeld (kwart tot een derde) samenwerken met kennisinstellingen zijn: Transport en Opslag, Water, Tuinbouw en uitgangsmaterialen, en Chemie. Externe adviseurs worden met name ingezet door de Agro & Food en High tech systemen en materialen (een derde). Brancheorganisaties zijn met name van belang in de Agro & Food en Water. Tabel 3.1 Type samenwerkingspartners in de topsectoren bij vernieuwingsactiviteiten die in de afgelopen 12 maanden verricht zijn, per topsector, gemeten in najaar 2012 (meerdere antwoorden mogelijk) toeleveran- collega- externe kennis- branche- Topsector ciers bedrijven adviseurs klanten instellingen organisaties Agro & Food Chemie Creatieve industrie Energie High tech systemen en mat Life Sciences & health Transport en Opslag Tuinbouw en uitgangsmat Water Bron: Panteia/EIM, Topsectorenpanel, najaar 2012 Samenwerking bij vernieuwing wordt bijna even vaak nationaal als regionaal gezocht De belangrijkste samenwerkingspartners bij vernieuwingsactiviteiten door de topsectoren bevinden zich vrijwel even vaak op nationaal (46%) als op regionaal niveau (42%). Zie figuur 3.4. Circa een op de acht bedrijven (12%) geeft aan dat de belangrijkste samenwerkingspartners bij vernieuwingsactiviteiten zich in het buitenland bevinden. 17

18 Figuur 3.4 Geografische locatie belangrijkste samenwerkingspartners in de topsectoren bij vernieuwingsactiviteiten die in de afgelopen 12 maanden verricht zijn, gemeten in najaar % 42% 46% regionaal nationaal buitenland Bron: Panteia/EIM, Topsectorenpanel, najaar 2012 Als de topsectoren onderling vergeleken worden (zie tabel 3.2), dan bevinden in de Transport en Opslag de belangrijkste samenwerkingspartners zich relatief vaak op nationaal niveau. In de sectoren Agro & Food, Creatieve industrie, en Tuinbouw en uitgangsmaterialen worden deze relatief vaak gevonden in de regio. In de Chemie, Energie, High Tech systemen en materialen, en Life Sciences & health worden de belangrijkste samenwerkingspartners relatief vaak gevonden in het buitenland. Tabel 3.2 Geografische locatie belangrijkste samenwerkingspartners in de topsectoren bij vernieuwingsactiviteiten die in de afgelopen 12 maanden verricht zijn, per topsector, gemeten in najaar 2012 Topsector regionaal nationaal buitenland Agro & Food Chemie Creatieve industrie Energie High tech systemen en mat Life Sciences & health Transport en Opslag Tuinbouw en uitgangsmat Water Bron: Panteia/EIM, Topsectorenpanel, najaar

19 Figuur 3.5 laat zien dat in het grootbedrijf met meer dan 100 werkzame personen relatief weinig in de regio wordt samengewerkt. Het grootbedrijf en het middenbedrijf (met werkzame personen) kennen relatief veel meer samenwerking met buitenlandse partijen dan het kleinbedrijf. Het kleinbedrijf werkt relatief vaak samen op regionaal niveau. In zowel klein-, midden- als grootbedrijf bevinden de belangrijkste samenwerkingspartners zich echter toch nog het meest op nationaal niveau. Figuur 3.5 Geografische locatie belangrijkste samenwerkingspartners in de topsectoren bij vernieuwingsactiviteiten die in de afgelopen 12 maanden verricht zijn, naar grootteklasse, gemeten in najaar kleinbedrijf (1-9 wp) middenbedrijf (10-99 wp) grootbedrijf (>-100 wp) regionaal nationaal buitenland Bron: Panteia/EIM, Topsectorenpanel, najaar Topsectorenbeleid Een vijfde is op de hoogte van het topsectorenbeleid Voordat de ondervraagde bedrijven aan het onderhavige onderzoek meededen, was een vijfde (21%) van hen op de hoogte van het bestaan van het topsectorenbeleid. De verschillen tussen de topsectoren zijn echter groot. Zo zijn de bedrijven in de sectoren Energie, en Tuinbouw en uitgangsmaterialen relatief goed geïnformeerd. In de Agro & Food waren relatief weinig bedrijven op de hoogte van het topsectorenbeleid. en daarvan wordt een vijfde gemotiveerd door het beleid Van de 21% die op de hoogte is van het topsectorenbeleid, geeft eveneens 21% aan gemotiveerd te zijn om door het topsectorenbeleid in de eigen organisatie meer aandacht te besteden aan vernieuwingen. Ook in de mate van gemotiveerd raken door het topsectorenbeleid doen zich verschillen tussen de topsectoren voor. Bedrijven in de Transport en Opslag en Energie voelen zich het meest gemotiveerd om door het topsectorenbeleid in de eigen organisatie meer aandacht aan vernieuwingen te besteden; de bedrijven in de Life Sciences & health het minst. 19

20 Topsectoren kunnen worden ingedeeld in vier groepen Op basis van de bekendheid met, en motivatie verkregen door het topsectorenbeleid om meer aandacht aan vernieuwing te besteden, kunnen de sectoren ingedeeld worden in vier groepen: Grote mate van gemotiveerd zijn om door het topsectorenbeleid in het eigen bedrijf meer aandacht te besteden aan vernieuwingen, en een gemiddelde tot hoge bekendheid met dit beleid: Energie, en Transport en Opslag. Gemiddelde mate van gemotiveerd geraakt zijn door het topsectorenbeleid, en een gemiddelde tot grote bekendheid met dit beleid: Chemie en High tech systemen en materialen. Lage mate van motivatie gekregen door het topsectorenbeleid, en een gemiddelde tot hoge bekendheid met dit beleid: Creatieve industrie, Life Sciences & health, en Tuinbouw en uitgangsmaterialen. Lage mate van motivatie gekregen door het topsectorenbeleid, en een lage bekendheid met dit beleid: Agro & Food, en Water. Kleine bedrijven minder bekend met topsectorenbeleid De bekendheid met het topsectorenbeleid neemt flink toe naarmate een bedrijf groter is. Maar indien bekend met het beleid worden kleine bedrijven met 1-9 werkzame personen iets vaker gemotiveerd door het topsectorenbeleid dan middelgrote en grote bedrijven. Exporteurs beter op de hoogte maar niet vaker gemotiveerd Exporterende bedrijven blijken beter op de hoogte te zijn van het topsectorenbeleid dan niet-exporteurs in de topsectoren, maar indien bekend met het beleid dan verschilt de mate waarin zij motivatie opdoen door het topsectorenbeleid niet tussen exporteurs en niet-exporteurs. 20

21 4 Innovatie-outputs 4.1 Introductie nieuwe producten/diensten Grootbedrijf introduceert twee keer zo vaak nieuwe producten/diensten als het kleinbedrijf in de topsectoren Gemiddeld heeft 43% van de bedrijven in de topsectoren in de afgelopen 3 jaar nieuwe producten of diensten geïntroduceerd. De introductie van nieuwe producten en diensten neemt duidelijk toe met de grootteklasse (zie figuur 4.1): in het grootbedrijf (met 100 of meer werkzame personen) hebben in de afgelopen drie jaar ruim twee keer zo veel bedrijven nieuwe producten of diensten op de markt gebracht als in het kleinbedrijf (met 1 tot 9 werkzame personen). Figuur 4.1 Introductie nieuwe producten/diensten in de topsectoren in de afgelopen 3 jaar, naar grootteklasse, gemeten in najaar kleinbedrijf (1-9 wp) middenbedrijf (10-99 wp) grootbedrijf (>-100 wp) Bron: Panteia/EIM, Topsectorenpanel, najaar 2012 Exporterende bedrijven introduceren vaker nieuwe producten of diensten dan niet-exporterende bedrijven Er bestaat een duidelijk verschil in de mate waarin exporterende en nietexporterende bedrijven nieuwe producten en diensten introduceren op de markt. Exporterende bedrijven doen dat bijna twee keer zo vaak als bedrijven die niet exporteren. Voor een deel is dit te verklaren door een grootteklasse-effect omdat het percentage bedrijven dat exporteert stijgt met de grootteklasse. Daarnaast bestaat er een exporteffect: binnen dezelfde grootteklassen introduceren exporterende bedrijven vaker nieuwe producten of diensten dan niet-exporterende bedrijven. De causaliteit is echter niet duidelijk. Er is sprake van een positieve correlatie tussen de variabelen export en nieuwe producten/diensten geïntroduceerd, maar zetten exporterende bedrijven vaker nieuwe producten of diensten in de markt, of expor- 21

22 teren bedrijven die vaker nieuwe producten of diensten introduceren frequenter dan bedrijven die dit minder vaak doen? 1 In zes topsectoren introduceert de helft tot tweederde van de bedrijven nieuwe producten/diensten In deze rapportage hebben we al vele malen laten zien dat er behoorlijke verschillen tussen de topsectoren bestaan. Dit geldt ook voor de introductie van nieuwe producten en diensten. Zie figuur 4.2. De bedrijven in de sectoren Chemie, Water, Energie, en Life Sciences & health doen dit het vaakst. In de Creatieve industrie, en High tech systemen en materialen heeft in de afgelopen drie jaar de helft van de bedrijven nieuwe producten of diensten in de markt gezet. In de Agro & Food lanceerden in de afgelopen drie jaar relatief weinig bedrijven nieuwe producten of diensten. Figuur 4.2 Introductie nieuwe producten/diensten in de topsectoren in de afgelopen 3 jaar, gemeten in najaar Agro & Food 24 Chemie 70 Creatieve industrie 51 Energie 60 High tech syst. en mat. 50 Life Sciences & health 59 Transport en Opslag 34 Tuinbouw en uitgangsmat. 41 Water 62 Totaal 43 Bron: Panteia/EIM, Topsectorenpanel, najaar 2012 Nieuwe producten/diensten dragen behoorlijk bij aan de omzet Van de bedrijven die in de afgelopen drie jaar nieuwe producten of diensten hebben gelanceerd, schrijft een derde van de bedrijven in de topsectoren 10-25% van hun omzet toe aan deze nieuwe producten en diensten. Zie figuur 4.3. Bijna een vijfde deel van de bedrijven genereert zelfs 50% of meer van de omzet uit de verkoop van nieuwe producten en diensten. 1 Zie voor meer informatie over deze causaliteit Hoofdstuk 2 The link between innovation and export and import: evidence from Dutch SMEs in: Jolanda Hessels (2008), International Entrepreneurship: value creation across national borders, PhD, ERIM, Erasmus Universiteit Rotterdam. 22

23 Figuur 4.3 Percentage van de omzet uit nieuwe producten of diensten die in de topsectoren in de afgelopen drie jaar gelanceerd zijn, gemeten in najaar minder dan 10% 10 tot 25% 25 tot 50% 50% of meer weet niet/wil niet zeggen Bron: Panteia/EIM, Topsectorenpanel, najaar 2012 Tabel 4.1 laat per topsector zien welke percentage van de omzet gerealiseerd is met producten of diensten die in de afgelopen drie jaar op de markt geïntroduceerd zijn. Opvallende afwijkingen ten opzichte van het gemiddelde beeld in de topsectoren doen zich met name voor in de volgende topsectoren: Tuinbouw en uitgangsmaterialen: in deze sector wordt relatief vaak minder dan 10% van de omzet gegenereerd uit nieuwe producten en diensten die in de afgelopen drie jaar op de markt zijn gebracht. Chemie en Water: bedrijven in deze sectoren genereren daarmee relatief vaak 25-50% van de omzet. Energie: waarin de bedrijven relatief zeer frequent meer dan 50% van de omzet behalen uit nieuwe producten en diensten. 23

24 Tabel 4.1 Percentage van de omzet uit nieuwe producten of diensten die in de topsectoren in de afgelopen drie jaar gelanceerd zijn, per topsector, gemeten in najaar 2012 weet niet/ minder dan 50% of wil niet zeg- Topsector 10% 10 tot 25% 25 tot 50% meer gen Agro & Food Chemie Creatieve industrie Energie High tech systemen en mat Life Sciences & health Transport en Opslag Tuinbouw en uitgangsmat Water Bron: Panteia/EIM, Topsectorenpanel, najaar 2012 Relatief vaak 50% of meer van de omzet uit nieuwe producten en diensten bij kleine bedrijven in de topsectoren De grootbedrijven in de topsectoren realiseren relatief vaak minder dan 10% van hun omzet met nieuwe producten en diensten, in vergelijking met middelgrote en kleine bedrijven. Zie figuur 4.4. De middelgrote bedrijven behalen relatief vaak 25 tot 50% van hun omzet met dergelijke producten en diensten, en bij de kleine bedrijven is dat zelfs relatief vaak 50% of meer van hun omzet. Kleine bedrijven (met 1-9 werkzame personen) zetten dus relatief minder vaak nieuwe producten of diensten in de markt, maar als zij dat doen dan genereren zij daar relatief vaak meer dan de helft van hun omzet mee. 24

25 Figuur 4.4 Percentage van de omzet uit nieuwe producten of diensten die in de topsectoren in de afgelopen drie jaar gelanceerd zijn, naar grootteklasse, gemeten in najaar kleinbedrijf (1-9 wp) middenbedrijf (10-99 wp) grootbedrijf (>-100 wp) minder dan 10% 10 tot 25% 25 tot 50% 50% of meer weet niet/wil niet zeggen Bron: Panteia/EIM, Topsectorenpanel, najaar Vernieuwing van het productieproces Ruim een derde heeft productieproces vernieuwd In ruim een derde (35%) van de bedrijven in de topsectoren is in de afgelopen drie jaar het productieproces vernieuwd. Hoe groter het bedrijf, des te groter de kans dat dit heeft plaatsgevonden (zie figuur 4.5). Figuur 4.5 Vernieuwing in het productieproces in de topsectoren in de afgelopen drie jaar, naar grootteklasse, gemeten in najaar kleinbedrijf (1-9 wp) middenbedrijf (10-99 wp) grootbedrijf (>-100 wp) Bron: Panteia/EIM, Topsectorenpanel, najaar 2012 Tevens blijkt dat exporterende bedrijven iets vaker het productieproces hebben vernieuwd dan niet-exporterende bedrijven in de topsectoren. 25

26 Figuur 4.6 laat de verschillen tussen de topsectoren zien. In de Chemie en Life Sciences & health hebben relatief veel bedrijven het productieproces vernieuwd. In de Transport en Opslag is dit veel minder aan de orde geweest in de afgelopen drie jaar. De sector Agro & Food doet goed mee wat betreft de vernieuwing van productieprocessen. Figuur 4.6 Vernieuwing in het productieproces in de topsectoren in de afgelopen drie jaar, gemeten in najaar Agro & Food 36 Chemie 52 Creatieve industrie 41 Energie 36 High tech syst. en mat. 32 Life Sciences & health 44 Transport en Opslag 17 Tuinbouw en uitgangsmat. 34 Water 41 Totaal 35 Bron: Panteia/EIM, Topsectorenpanel, najaar Aanpassing in de organisatie van bedrijfsprocessen Ruim een derde past de organisatie van de bedrijfsprocessen aan Terwijl de productieprocessen in 35% van de bedrijven in de topsectoren is vernieuwd, geldt dat in de afgelopen drie jaar - gemeten in het najaar 2012 in vrijwel dezelfde mate (37%) de organisatie van de bedrijfsprocessen is aangepast. De frequentie van aanpassing van de bedrijfsprocessen neemt toe met de grootteklasse (figuur 4.7). Bij meer dan driekwart van de bedrijven met 10 werkzame personen of meer, is in de afgelopen drie jaar de organisatie van de bedrijfsprocessen aangepast. 26

27 Figuur 4.7 Aanpassing in de organisatie van bedrijfsprocessen in de topsectoren in de afgelopen drie jaar, naar grootteklasse, gemeten in najaar kleinbedrijf (1-9 wp) middenbedrijf (10-99 wp) grootbedrijf (>-100 wp) Bron: Panteia/EIM, Topsectorenpanel, najaar 2012 De mate waarin de organisatie van de bedrijfsprocessen aangepast wordt laat geen grote verschillen tussen de topsectoren zien (figuur 4.8). In de Chemie is dit relatief het vaakst voorgekomen in de afgelopen drie jaar en in de Creatieve industrie het minst vaak. Figuur 4.8 Aanpassing in de organisatie van bedrijfsprocessen in de topsectoren in de afgelopen drie jaar, per topsector, gemeten in najaar Agro & Food 44 Chemie 51 Creatieve industrie 32 Energie 47 High tech syst. en mat. 39 Life Sciences & health 47 Transport en Opslag 34 Tuinbouw en uitgangsmat. 37 Water 45 Totaal 37 Bron: Panteia/EIM, Topsectorenpanel, najaar

28

29 BIJLAGE 1 Toelichting op het Topsectorenpanel In het kader van het onderzoeksprogramma MKB en Ondernemerschap heeft Panteia in 2012 een Topsectorenpanel opgezet. In 2012 is de eerste telefonische enquête van het Topsectorenpanel uitgevoerd. De afgenomen vragenlijst is opgenomen in Bijlage II. Grofweg bestaat de vragenlijst uit zes groepen vragen, te weten: vragen over het bedrijf (profiel- en basisvragen); vragen over het ondernemingsklimaat (klimaatvragen); vragen over het topsectorenbeleid (topvragen); vragen over innovatie (innovatievragen); vragen over economische prestaties (prestatievragen); afsluitende vragen (panelvragen). De samenstelling van het Topsectorenpanel is vastgesteld op basis van de afbakening van de negen topsectoren door het CBS en volgt de sectorale benadering 1. Het steekproefplan van het Topsectorenpanel is disproportioneel opgezet, zowel ten aanzien van de negen topsectoren als ten aanzien van de grootte van de bedrijven. Bij de steekproeftrekking zijn in de verschillende cellen van het steekproefplan de bedrijven aselect getrokken. In totaal zijn complete gesprekken gevoerd met ondernemers en directeuren van bedrijven uit de negen topsectoren. Tabel B.1 geeft een overzicht van het steekproefresultaat. Tabel B.1 Steekproefresultaat Topsectorenpanel 2012 (wp=werkzame personen) Topsectoren 1 wp 2-9 wp wp 100+ wp Totaal Agro&Food Chemie Creatieve industrie Energie High tech systemen en materialen Life sciences & health Transport en Opslag Tuinbouw en uitgangsmaterialen Water Totaal Bron: Panteia/EIM, Topsectorenpanel, 2012 Het aantal van in tabel B.1 correspondeert niet met de gesprekken die zijn gevoerd. Dit heeft te maken met overlappingen (dubbele SBI-codes) tussen de verschillende topsectoren. In totaal zijn 190 gesprekken twee keer meegeteld. 1 CBS (2012), Monitor topsectoren, Methodebeschrijving en tabellenset, Den Haag. 29

30 Het veldwerk heeft plaatsgevonden tussen 23 juli 2012 en 31 augustus De gemiddelde gesprekstijd van de vragenlijst bedroeg 14,5 minuten. Door de disproportionele opzet zitten in de steekproef verhoudingsgewijs minder kleine bedrijven en meer grote bedrijven. Daarnaast is de verdeling over de negen topsectoren in de steekproef gelijkmatiger dan in de populatie. Dit is gebeurd om gegeven de totale omvang van de steekproef op het niveau van de afzonderlijke topsectoren en over de grote bedrijven toch betrouwbare uitspraken te kunnen doen. In de analyses is een herweging toegepast om voor de in de steekproef bewust aangebrachte scheefheid te corrigeren. Zie voor een uitgebreide beschrijving van het Topsectorenpanel het rapport Hoevenagel (2013). 1 1 Ruud Hoevenagel (2013), Topsectorenpanel: methodologische verantwoording, Panteia, Zoetermeer. 30

31 BIJLAGE 2 De vragenlijst Van een groot deel van de in deze vragenlijst opgenomen onderwerpen wordt in dit rapport geen verslag gedaan, maar in de afzonderlijke publicatie: W.D.M. van der Valk (2013), Bekendheid met het topsectorenbeleid en beleving van het ondernemingsklimaat, Panteia/EIM, Zoetermeer. INTRO Goedemorgen/-middag/-avond mevrouw/mijnheer. U spreekt met... van EIM, het Economisch Instituut voor het Midden- en Kleinbedrijf. Het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw & Innovatie heeft ons gevraagd onderzoek te doen naar de ontwikkeling in het ondernemingsklimaat in Nederland. Zou ik u in verband met dit onderzoek een aantal vragen mogen stellen? Vraag PROFIEL00 (deze vraag is later vervangen door vraag NPROFIEL00) Bent u actief in de sector...? 1: ja 2: nee --> EINDENID Vraag NPROFIEL00 Als eerste wil ik u enkele algemene vragen stellen over uw bedrijf om de nodige basisinformatie te verzamelen. Tot welke sector behoort uw bedrijf? Vraag PROFIEL01 In welk jaar is uw bedrijf opgericht? Vraag PROFIEL02 Wat is uw rol in de onderneming? 1: (mede)eigenaar/ondernemer 2: partner of een familielid van de eigenaar/ondernemer 3: directeur (niet eigenaar), bedrijfsleider, filiaalmanager e.d. 4: marketing directeur/-manager 5: sales directeur 6: anders, namelijk: 7: wil niet zeggen 8: weet niet 31

32 Vraag PROFIEL03 Exporteert uw bedrijf producten of diensten? 1: ja 2: nee 3: weet niet/wil niet zeggen Vraag BASIS01 Hoeveel personen - inclusief uzelf - waren er eind 2011 in uw bedrijf werkzaam? Enq.: LET OP dat respondent ZICHZELF en eventuele meewerkende gezinsleden meetelt. Vraag BASIS02 Hoeveel personen - inclusief uzelf - zijn er momenteel in uw bedrijf werkzaam? Enq.: LET OP dat respondent ZICHZELF en eventuele meewerkende gezinsleden meetelt. Vraag BASIS03 Hoeveel van de... werkzame personen werken op full-time basis, hoeveel op part-time basis maar 12 uur of meer en hoeveel op part-time basis 11 uur of minder per week? - aantal fulltimers (32 uur of meer per week): - aantal parttimers (12 t/m 31 uur per week): - aantal parttimers (minder dan 12 uur per week): Vraag KLIMAAT01 De volgende vragen gaan over het ondernemingsklimaat. Hieronder verstaan we de omstandigheden in Nederland die van invloed zijn op de economische prestaties van bedrijven. (ENQ: Denk aan wet- en regelgeving, financiële of fiscale stimuleringsmaatregelen, arbeidsmarktbeleid, etc.) Wat is uw oordeel over de ontwikkeling van het algehele ondernemingsklimaat voor uw bedrijf in de eerste helft van 2012 ten opzichte van 2011? Is het ondernemingsklimaat voor uw bedrijf... 1: sterk verbeterd 2: iets verbeterd 3: niet veranderd 4: iets verslechterd 5: sterk verslechterd 6: wil niet zeggen 7: weet niet 32

33 Vraag KLIMAAT02 Wat is uw verwachting dan voor de tweede helft van 2012 ten opzichte van de eerste helft van 2012? (ENQ: het gaat om het algehele ondernemingsklimaat) Verwacht u voor uw bedrijf een... 1: sterke verbetering 2: lichte verbetering 3: geen verandering 4: lichte verslechtering 5: sterke verslechtering 6: wil niet zeggen 7: weet niet Vraag KLIMAAT03 Heeft u vertrouwen in het door de Nederlandse overheid gevoerde economische beleid? 1: ja 2: enigszins 3: nee 4: wil niet zeggen 5: weet niet Vraag KLIMAAT04 Zijn de administratieve lasten waar uw bedrijf mee te maken heeft het afgelopen jaar... 1: sterk toegenomen 2: licht toegenomen 3: ongeveer gelijk gebleven 4: licht afgenomen 5: sterk afgenomen 6: wil niet zeggen 7: weet niet Vraag KLIMAAT05 Wat is uw mening over de ruimte die u als ondernemer in Nederland krijgt om te ondernemen? Is deze ruimte het afgelopen jaar... 1: sterk toegenomen 2: licht toegenomen 3: ongeveer gelijk gebleven 4: licht afgenomen 5: sterk afgenomen 6: wil niet zeggen 7: weet niet 33

Topsectoren in beeld Ontwikkelingen van de innovativiteit van de topsectoren

Topsectoren in beeld Ontwikkelingen van de innovativiteit van de topsectoren Topsectoren in beeld Ontwikkelingen van de innovativiteit van de topsectoren 2012-2014 ISBN : 978-90-371-1135-4 Rapportnummer : A201430 Dit onderzoek is gefinancierd door het programmaonderzoek MKB en

Nadere informatie

Topsectoren in beeld Ontwikkeling van de innovativiteit van de topsectoren in najaar 2012-voorjaar 2013

Topsectoren in beeld Ontwikkeling van de innovativiteit van de topsectoren in najaar 2012-voorjaar 2013 Topsectoren in beeld Ontwikkeling van de innovativiteit van de topsectoren in najaar 2012-voorjaar 2013 S.T. Doove MSc en dr. Y.M. Prince Zoetermeer, januari 2014 Dit onderzoek is gefinancierd door het

Nadere informatie

MKB-index april 2017

MKB-index april 2017 MKB-index april 2017 Zoetermeer, 4 mei 2017 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen, scripties en

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2011. Dienst inburgeren Universiteit van Amsterdam, INTT

Tevredenheidsonderzoek 2011. Dienst inburgeren Universiteit van Amsterdam, INTT Tevredenheidsonderzoek 2011 Dienst inburgeren Universiteit van Amsterdam, INTT Zoetermeer, zaterdag 4 februari 2012 In opdracht van Universiteit van Amsterdam, INTT De verantwoordelijkheid voor de inhoud

Nadere informatie

Bijdrage van buitenlandse werknemers aan innovatie in het MKB. drs. A. Bruins T. Span MSc drs. P. Gibcus

Bijdrage van buitenlandse werknemers aan innovatie in het MKB. drs. A. Bruins T. Span MSc drs. P. Gibcus Bijdrage van buitenlandse werknemers aan innovatie in het MKB drs. A. Bruins T. Span MSc drs. P. Gibcus Zoetermeer, december 2013 ISBN : 978-90-371-1096-8 Rapportnummer : A201363 Dit onderzoek is gefinancierd

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2011. Dienst inburgeren Studiecentrum Talen Eindhoven bv

Tevredenheidsonderzoek 2011. Dienst inburgeren Studiecentrum Talen Eindhoven bv Tevredenheidsonderzoek 2011 Dienst inburgeren Studiecentrum Talen Eindhoven bv Zoetermeer, zaterdag 4 februari 2012 In opdracht van Studiecentrum Talen Eindhoven bv De verantwoordelijkheid voor de inhoud

Nadere informatie

Bouwers en hun gemeente

Bouwers en hun gemeente Bouwers en hun gemeente E e n pe iling in de aanloop naar de Gemeenteraadsverkiezinge n 2014 1 2 Bouwers en hun gemeente E e n pe iling in de aanloop naar de Gemeenteraadsverkiezinge n 2014 drs. Pim van

Nadere informatie

Samenwerken bij vernieuwing in de topsectoren

Samenwerken bij vernieuwing in de topsectoren Samenwerken bij vernieuwing in de topsectoren dr. Y.M. Prince Zoetermeer, februari 2014 Dit onderzoek is gefinancierd door het programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap (www.ondernemerschap.nl) ISBN 978-90-371-1112-5

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2014 / Accessio Inburgering

Tevredenheidsonderzoek 2014 / Accessio Inburgering Tevredenheidsonderzoek 2014 / 2015 Accessio Inburgering Zoetermeer, woensdag 5 augustus 2015 In opdracht van Accessio Inburgering De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik

Nadere informatie

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Fryslân

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Fryslân Personeelsmonitor Provincies Benchmarkrapport Zoetermeer, september 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren Hogeschool Inholland Amsterdam/Diemen

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren Hogeschool Inholland Amsterdam/Diemen Tevredenheidsonderzoek 2011 Dienst inburgeren Hogeschool Inholland Amsterdam/Diemen Zoetermeer, zaterdag 4 februari 2012 In opdracht van Hogeschool Inholland Amsterdam/Diemen De verantwoordelijkheid voor

Nadere informatie

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Zeeland

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Zeeland Personeelsmonitor Provincies Benchmarkrapport Zoetermeer, september 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Gelderland

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Gelderland Personeelsmonitor Provincies Benchmarkrapport Zoetermeer, september 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Drenthe

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Drenthe Personeelsmonitor Provincies Benchmarkrapport Zoetermeer, september 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Zuid-Holland

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Zuid-Holland Personeelsmonitor Provincies Benchmarkrapport Zoetermeer, september 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Limburg

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Limburg Personeelsmonitor Provincies Benchmarkrapport Zoetermeer, september 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Bedrijvendynamiek en werkgelegenheid 1998-2012

Bedrijvendynamiek en werkgelegenheid 1998-2012 Bedrijvendynamiek en werkgelegenheid 1998-2012 drs. K.L. Bangma drs. A. Bruins drs. D. Snel drs. N. Timmermans Zoetermeer, 5 juli 2013 Rapportnummer : A201337 Dit onderzoek is gefinancierd door het programmaonderzoek

Nadere informatie

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Flevoland

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Flevoland Personeelsmonitor Provincies Benchmarkrapport Zoetermeer, september 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Heliomare

Tevredenheidsonderzoek Heliomare Tevredenheidsonderzoek Heliomare Naar Werk Meetjaar 2017/2018 Zoetermeer, 4-5-2018 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Noord-Holland

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Noord-Holland Personeelsmonitor Provincies Benchmarkrapport Zoetermeer, oktober 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

BNA Conjunctuurmeting

BNA Conjunctuurmeting BNA Conjunctuurmeting September 2011 Koninklijke Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst Bond van Nederlandse Architecten Jollemanhof 14 Postbus 19606 1000 GP Amsterdam T 020 555 36 66 F 020 555 36

Nadere informatie

Stemming onder ondernemers in het MKB

Stemming onder ondernemers in het MKB Stemming onder ondernemers in het MKB ISBN : 978-90-371-1130-9 Rapportnummer : A201424 Dit onderzoek is gefinancierd door het programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap (www.ondernemerschap.nl) Panteia

Nadere informatie

Ergernissen van ondernemers in het MKB Minirapportage

Ergernissen van ondernemers in het MKB Minirapportage Ergernissen van ondernemers in het MKB Minirapportage drs. C.M. Wiggers Zoetermeer, augustus 2003 Nummer: M200304 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM. Het gebruik van cijfers en/of teksten

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2012. Jobcoach organisatie Trace Daelzicht

Tevredenheidsonderzoek 2012. Jobcoach organisatie Trace Daelzicht Tevredenheidsonderzoek 2012 Jobcoach organisatie Trace Daelzicht Zoetermeer, maandag 4 februari 2013 In opdracht van Jobcoach organisatie Trace Daelzicht De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Fox AOB

Tevredenheidsonderzoek Fox AOB Tevredenheidsonderzoek 2015 Fox AOB Zoetermeer, zondag 14 februari 2016 In opdracht van Fox AOB De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting

Nadere informatie

De stand van Mediation in Nederland

De stand van Mediation in Nederland De stand van Mediation in Nederland drs. R.J.M. Vogels Zoetermeer, 17 november 2011 In opdracht van het Nederlands Mediation Instituut (NMI). De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Stratus.

Nadere informatie

De Watersector Exportindex (WEX)

De Watersector Exportindex (WEX) De Watersector Exportindex (WEX) Prognose 2005 drs. P. Gibcus drs. W.H.J. Verhoeven Zoetermeer, februari 2006 Dit onderzoek is gefinancierd door het programma Partners voor Water. De verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Financieringsproblemen in de binnenvaart

Financieringsproblemen in de binnenvaart Financieringsproblemen in de binnenvaart Drs. M.J. Overweel Drs. P.Th. van der Zeijden Zoetermeer, 26 maart 2014 ISBN : 978-90-371-1120-0 Rapportnummer : A201414 Dit onderzoek is gefinancierd door het

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2014 / 2015. Regionaal Autisme Centrum onderdeel Autismewerk.nl

Tevredenheidsonderzoek 2014 / 2015. Regionaal Autisme Centrum onderdeel Autismewerk.nl Tevredenheidsonderzoek 2014 / 2015 Regionaal Autisme Centrum onderdeel Autismewerk.nl Zoetermeer, vrijdag 13 november 2015 In opdracht van Regionaal Autisme Centrum onderdeel Autismewerk.nl De verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Exportontwikkeling van het industriële MKB

Exportontwikkeling van het industriële MKB Exportontwikkeling van het industriële MKB Ro Braaksma Zoetermeer, 3 september 2003 Bestelnummer: M200305 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM. Het gebruik van cijfers en/of teksten als

Nadere informatie

De Watersector Exportindex (WEX)

De Watersector Exportindex (WEX) De Watersector Exportindex (WEX) prognose 2006 drs. P. Gibcus drs. W.H.J. Verhoeven Zoetermeer, februari 2007 Dit onderzoek is gefinancierd door het programma Partners voor Water. De verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Topsectoren in beeld. Bekendheid met het topsectorenbeleid en beleving van het ondernemingsklimaat. drs. W.D.M. van der Valk

Topsectoren in beeld. Bekendheid met het topsectorenbeleid en beleving van het ondernemingsklimaat. drs. W.D.M. van der Valk Topsectoren in beeld Bekendheid met het topsectorenbeleid en beleving van het ondernemingsklimaat drs. W.D.M. van der Valk Zoetermeer, mei 2013 ISBN : 978-90-371-1064-7 Rapportnummer : A201322 Dit onderzoek

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Hogeschool van Amsterdam

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Hogeschool van Amsterdam Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 Hogeschool van Amsterdam Zoetermeer, woensdag 9 november 2016 In opdracht van Hogeschool van Amsterdam De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Heliomare

Tevredenheidsonderzoek Heliomare Tevredenheidsonderzoek Heliomare Werkfit maken Meetjaar 207/208 Zoetermeer, 4-5-208 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek De Opstap, Leerwerktraject van De Kapstok

Tevredenheidsonderzoek De Opstap, Leerwerktraject van De Kapstok Tevredenheidsonderzoek 2014-2015 De Opstap, Leerwerktraject van De Kapstok Zoetermeer, maandag 3 augustus 2015 In opdracht van De Opstap, Leerwerktraject van De Kapstok De verantwoordelijkheid voor de

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2014 / Fontys Hogescholen - Talencentrum

Tevredenheidsonderzoek 2014 / Fontys Hogescholen - Talencentrum Tevredenheidsonderzoek 2014 / 2015 Fontys Hogescholen - Talencentrum Zoetermeer, dinsdag 4 augustus 2015 In opdracht van Fontys Hogescholen - Talencentrum De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust

Nadere informatie

Aanscherpingen glijdende schaal. Geschatte resultaten van recente en voorgenomen aanscherpingen. Samenvatting

Aanscherpingen glijdende schaal. Geschatte resultaten van recente en voorgenomen aanscherpingen. Samenvatting Aanscherpingen glijdende schaal Geschatte resultaten van recente en voorgenomen aanscherpingen Samenvatting WODC, Ministerie van Veiligheid en Justitie 2014 Drs. Zosja Berdowski; Ir. Alexandra Vennekens

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2012 / A&P Partners

Tevredenheidsonderzoek 2012 / A&P Partners Tevredenheidsonderzoek 2012 / 2013 A&P Partners Zoetermeer, zaterdag 3 augustus 2013 In opdracht van A&P Partners De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015. AM Werk Reïntegratie BV

Tevredenheidsonderzoek 2015. AM Werk Reïntegratie BV Tevredenheidsonderzoek 2015 AM Werk Reïntegratie BV Zoetermeer, zondag 14 februari 2016 In opdracht van AM Werk Reïntegratie BV De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van

Nadere informatie

Kunnen MKB-ondernemers de weg nog vinden? Veranderingen in de sociale zekerheid

Kunnen MKB-ondernemers de weg nog vinden? Veranderingen in de sociale zekerheid Kunnen MKB-ondernemers de weg nog vinden? Veranderingen in de sociale zekerheid Peter Brouwer Zoetermeer, april 2003 Dit onderzoek maakt deel uit van het programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap, dat

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2014 / De Nieuwe Werkgever

Tevredenheidsonderzoek 2014 / De Nieuwe Werkgever Tevredenheidsonderzoek 2014 / 2015 De Nieuwe Werkgever Zoetermeer, dinsdag 4 augustus 2015 In opdracht van De Nieuwe Werkgever De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek ROC De Leijgraaf

Tevredenheidsonderzoek ROC De Leijgraaf Tevredenheidsonderzoek 2015 ROC De Leijgraaf Zoetermeer, zondag 14 februari 2016 In opdracht van ROC De Leijgraaf De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Wajong Talenten B.V.

Tevredenheidsonderzoek Wajong Talenten B.V. Tevredenheidsonderzoek 2015 Wajong Talenten B.V. Zoetermeer, zondag 14 februari 2016 In opdracht van Wajong Talenten B.V. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek. ROC Drenthe College meetperiode: 1 januari 2018 tot en met 31 december 2018 Definitief rapport

Tevredenheidsonderzoek. ROC Drenthe College meetperiode: 1 januari 2018 tot en met 31 december 2018 Definitief rapport Tevredenheidsonderzoek ROC Drenthe College meetperiode: 1 januari 2018 tot en met 31 december 2018 Definitief rapport In opdracht van ROC Drenthe College Zoetermeer, donderdag 22 maart 2018 De verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Conjunctuurpeiling BNA Voorjaar 2015

Conjunctuurpeiling BNA Voorjaar 2015 Conjunctuurpeiling BNA Voorjaar René Vogels Zoetermeer, 10 april De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen,

Nadere informatie

De oudere starter in Nederland Quick Service

De oudere starter in Nederland Quick Service De oudere starter in Nederland Quick Service Heleen Stigter Zoetermeer, januari 2003 Dit onderzoek maakt deel uit van het programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap, dat wordt gefinancierd door het Ministerie

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Jobcoach Company

Tevredenheidsonderzoek Jobcoach Company Tevredenheidsonderzoek 2014 Jobcoach Company Zoetermeer, vrijdag 13 februari 2015 In opdracht van Jobcoach Company De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of

Nadere informatie

MKB Rating: smaakt naar meer Onderzoek naar bekendheid en gebruik van ratings door MKB-bedrijven

MKB Rating: smaakt naar meer Onderzoek naar bekendheid en gebruik van ratings door MKB-bedrijven MKB Rating: smaakt naar meer Onderzoek naar bekendheid en gebruik van ratings door MKB-bedrijven Lia Smit, Ro Braaksma, Pieter Fris Zoetermeer, december 2013 ISBN : 978-90-371-1108-8 Rapportnummer : A201374

Nadere informatie

Benchmark klanten Qredits

Benchmark klanten Qredits Benchmark klanten Qredits Lia Smit Zoetermeer, maart 2013 Rapportnummer: A201308 Dit onderzoek is mede gefinancierd door het programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap (www.ondernemerschap.nl). Voor alle

Nadere informatie

Innovatie in het MKB in Noord-Nederland

Innovatie in het MKB in Noord-Nederland Innovatie in het MKB in C10978 Petra Gibcus en Yvonne Prince Zoetermeer, 16 juli 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Nieuwland Opleidingen B.V.

Tevredenheidsonderzoek Nieuwland Opleidingen B.V. Tevredenheidsonderzoek 2015 Nieuwland Opleidingen B.V. Zoetermeer, zondag 14 februari 2016 In opdracht van Nieuwland Opleidingen B.V. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik

Nadere informatie

Belasting over de winst verdeeld naar sector en grootteklasse

Belasting over de winst verdeeld naar sector en grootteklasse Belasting over de winst verdeeld naar sector en grootteklasse Minirapportage ir. C.C. van de Graaff drs. W.H.J. Verhoeven drs. P. Vroonhof K. Bakker Zoetermeer, 18 september 2002 Dit onderzoek is uitgevoerd

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015 ROC A12

Tevredenheidsonderzoek 2015 ROC A12 Tevredenheidsonderzoek 2015 ROC A12 Zoetermeer, zondag 14 februari 2016 In opdracht van ROC A12 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 BABEL

Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 BABEL Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 BABEL Zoetermeer, donderdag 4 augustus 2016 In opdracht van BABEL De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Twintaal Trainingen

Tevredenheidsonderzoek Twintaal Trainingen Tevredenheidsonderzoek 2015 Twintaal Trainingen Zoetermeer, woensdag 17 februari 2016 In opdracht van Twintaal Trainingen De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2010 / Olympia uitzendbureau

Tevredenheidsonderzoek 2010 / Olympia uitzendbureau Tevredenheidsonderzoek 2010 / 2011 Olympia uitzendbureau Zoetermeer, donderdag 4 augustus 2011 In opdracht van Olympia uitzendbureau De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015 / TAMA TalentCentrum

Tevredenheidsonderzoek 2015 / TAMA TalentCentrum Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 TAMA TalentCentrum Zoetermeer, donderdag 4 augustus 2016 In opdracht van TAMA TalentCentrum De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren Landstede

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren Landstede Tevredenheidsonderzoek 2011 Dienst inburgeren Landstede Zoetermeer, zaterdag 4 februari 2012 In opdracht van Landstede De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2014. STE Languages

Tevredenheidsonderzoek 2014. STE Languages Tevredenheidsonderzoek 2014 STE Languages Zoetermeer, vrijdag 13 februari 2015 In opdracht van STE Languages De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten

Nadere informatie

Zoetermeer, 28 februari 2018

Zoetermeer, 28 februari 2018 Cliëntenaudit BWRI Zoetermeer, 28 februari 2018 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen, scripties

Nadere informatie

Vertrouwen in eigen bedrijf keldert Ondernemersvertrouwen door de jaren heen

Vertrouwen in eigen bedrijf keldert Ondernemersvertrouwen door de jaren heen Vertrouwen in eigen bedrijf keldert Ondernemersvertrouwen door de jaren heen Bram van der Linden Zoetermeer, december 2013 ISBN : 978-90-371-1107-1 Rapportnummer : A201373 Dit onderzoek is gefinancierd

Nadere informatie

De innovativiteit van het MKB in 2013

De innovativiteit van het MKB in 2013 De innovativiteit van het MKB in 2013 S.T. Doove MSc, dr. Y.M. Prince Zoetermeer, september 2013 Dit onderzoek is gefinancierd door het programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap (www.ondernemerschap.nl)

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek totaal inburgering bv

Tevredenheidsonderzoek totaal inburgering bv Tevredenheidsonderzoek 2015 totaal inburgering bv Zoetermeer, zondag 14 februari 2016 In opdracht van totaal inburgering bv De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2014 / Stichting VluchtelingenWerk Zuidwest Nederland

Tevredenheidsonderzoek 2014 / Stichting VluchtelingenWerk Zuidwest Nederland Tevredenheidsonderzoek 2014 / 2015 Stichting VluchtelingenWerk Zuidwest Nederland Zoetermeer, donderdag 13 augustus 2015 In opdracht van Stichting VluchtelingenWerk Zuidwest Nederland De verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Fontys Hogescholen - Talencentrum

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Fontys Hogescholen - Talencentrum Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 Fontys Hogescholen - Talencentrum Zoetermeer, dinsdag 19 juli 2016 In opdracht van Fontys Hogescholen - Talencentrum De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij

Nadere informatie

Conjunctuurpeiling BNA. Voorjaar René Vogels

Conjunctuurpeiling BNA. Voorjaar René Vogels Conjunctuurpeiling BNA Voorjaar 2014 René Vogels Zoetermeer, 22 april 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek ROC Kop van Noord-Holland bedrijfsopleidingen

Tevredenheidsonderzoek ROC Kop van Noord-Holland bedrijfsopleidingen Tevredenheidsonderzoek 2013 ROC Kop van Noord-Holland bedrijfsopleidingen Zoetermeer, dinsdag 4 februari 2014 In opdracht van ROC Kop van Noord-Holland bedrijfsopleidingen De verantwoordelijkheid voor

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Piblw-Reïntegratie BV.

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Piblw-Reïntegratie BV. Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 Piblw-Reïntegratie BV. Zoetermeer, dinsdag 19 juli 2016 In opdracht van Piblw-Reïntegratie BV. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek ROC Alfa-college, unit Educatie

Tevredenheidsonderzoek ROC Alfa-college, unit Educatie Tevredenheidsonderzoek 2014 ROC Alfa-college, unit Educatie Zoetermeer, vrijdag 13 februari 2015 In opdracht van ROC Alfa-college, unit Educatie De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia.

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Friesland College, FC-Extra,School voor Volwasseneneducatie

Tevredenheidsonderzoek Friesland College, FC-Extra,School voor Volwasseneneducatie Tevredenheidsonderzoek 2014 Friesland College, FC-Extra,School voor Volwasseneneducatie Zoetermeer, vrijdag 13 februari 2015 In opdracht van Friesland College, FC-Extra,School voor Volwasseneneducatie

Nadere informatie

Kostenontwikkeling binnenvaart 2015 en raming 2016

Kostenontwikkeling binnenvaart 2015 en raming 2016 Kostenontwikkeling binnenvaart 2015 en raming 2016 Uitgave januari 2016 Rapport uitgebracht aan: Centraal Bureau voor de Rijn- en Binnenvaart W. van der Geest C11540/2016/0188 Zoetermeer, 29 januari 2016

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren ROC Mondriaan

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren ROC Mondriaan Tevredenheidsonderzoek 2010 Dienst inburgeren ROC Mondriaan Zoetermeer, vrijdag 4 februari 2011 In opdracht van ROC Mondriaan De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren ROC Midden Nederland Participatieopleidingen

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren ROC Midden Nederland Participatieopleidingen Tevredenheidsonderzoek 2010 Dienst inburgeren ROC Midden Nederland Participatieopleidingen Zoetermeer, vrijdag 4 februari 2011 In opdracht van ROC Midden Nederland Participatieopleidingen De verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015. Rijn IJssel, Educatie & Integratie

Tevredenheidsonderzoek 2015. Rijn IJssel, Educatie & Integratie Tevredenheidsonderzoek 2015 Rijn IJssel, Educatie & Integratie Zoetermeer, zaterdag 27 februari 2016 In opdracht van Rijn IJssel, Educatie & Integratie De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij

Nadere informatie

Cliëntenaudit Bureau ABC

Cliëntenaudit Bureau ABC Cliëntenaudit Bureau ABC 2014 Zoetermeer 17 april 2015 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen, scripties

Nadere informatie

Effecten BTW-verandering op het. gedrag van consumenten in de. Schilders- en stukadoorsbranche. drs. K.L. Bangma drs. D. Snel

Effecten BTW-verandering op het. gedrag van consumenten in de. Schilders- en stukadoorsbranche. drs. K.L. Bangma drs. D. Snel Effecten BTW-verandering op het gedrag van consumenten in de Schilders- en stukadoorsbranche drs. K.L. Bangma drs. D. Snel Zoetermeer, 23 maart 2012 Dit onderzoek is gefinancierd door CNV Vakmensen, FNV

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Pappenheim Re-integratie en Outplacement

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Pappenheim Re-integratie en Outplacement Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 Pappenheim Re-integratie en Outplacement Zoetermeer, dinsdag 19 juli 2016 In opdracht van Pappenheim Re-integratie en Outplacement De verantwoordelijkheid voor de inhoud

Nadere informatie

Brancheonderzoek BNA. Conjunctuurpeiling voorjaar Koninklijke Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst Bond van Nederlandse Architecten

Brancheonderzoek BNA. Conjunctuurpeiling voorjaar Koninklijke Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst Bond van Nederlandse Architecten Brancheonderzoek BNA Conjunctuurpeiling voorjaar 2012 Koninklijke Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst Bond van Nederlandse Architecten Jollemanhof 14 Postbus 19606 1000 GP Amsterdam T 020 555 36

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2011. BHP Groep Loopbaanadvisering

Tevredenheidsonderzoek 2011. BHP Groep Loopbaanadvisering Tevredenheidsonderzoek 2011 BHP Groep Loopbaanadvisering Zoetermeer, zaterdag 4 februari 2012 In opdracht van BHP Groep Loopbaanadvisering De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia/Stratus.

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015. Stap.nu Reïntegratie & Counseling

Tevredenheidsonderzoek 2015. Stap.nu Reïntegratie & Counseling Tevredenheidsonderzoek 2015 Stap.nu Reïntegratie & Counseling Zoetermeer, zaterdag 27 februari 2016 In opdracht van Stap.nu Reïntegratie & Counseling De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia.

Nadere informatie

Topsectoren in beeld. Internationale oriëntatie topsectoren. drs. Bram van der Linden drs. Nicolette Tiggeloove drs. Paul van der Zeijden

Topsectoren in beeld. Internationale oriëntatie topsectoren. drs. Bram van der Linden drs. Nicolette Tiggeloove drs. Paul van der Zeijden Topsectoren in beeld Internationale oriëntatie topsectoren drs. Bram van der Linden drs. Nicolette Tiggeloove drs. Paul van der Zeijden Zoetermeer, juli 2013 ISBN : 978-90-371-1074-6 Rapportnummer : A201333

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Wajong Talenten B.V.

Tevredenheidsonderzoek Wajong Talenten B.V. Tevredenheidsonderzoek 2014 Wajong Talenten B.V. Zoetermeer, zondag 3 mei 2015 In opdracht van Wajong Talenten B.V. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2013-2014. Stichting ActiefTalent

Tevredenheidsonderzoek 2013-2014. Stichting ActiefTalent Tevredenheidsonderzoek 2013-2014 Stichting ActiefTalent Zoetermeer, donderdag 21 mei 2015 In opdracht van Stichting ActiefTalent De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van

Nadere informatie

Kengetallen ondernemerschap

Kengetallen ondernemerschap Kengetallen ondernemerschap Tabellenboek drs. N.G.L. Timmermans R. in 't Hout K. Bakker drs. W. H.J. Verhoeven Zoetermeer, 14 augustus 2009 Dit onderzoek is gefinancierd door het Ministerie van Economische

Nadere informatie

Brancheonderzoek BNA. Conjunctuurmeting oktober 2012. Koninklijke Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst Bond van Nederlandse Architecten

Brancheonderzoek BNA. Conjunctuurmeting oktober 2012. Koninklijke Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst Bond van Nederlandse Architecten Brancheonderzoek BNA Conjunctuurmeting oktober 2012 Koninklijke Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst Bond van Nederlandse Architecten Jollemanhof 14 Postbus 19606 1000 GP Amsterdam T 020 555 36 66

Nadere informatie

Administratieve lasten Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten Nulmeting 2002

Administratieve lasten Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten Nulmeting 2002 Administratieve lasten Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten Nulmeting 2002 Frits Suyver Zoetermeer, 17 februari 2004 Dit onderzoek is gefinancierd door het Ministerie van Landbouw, Natuur en

Nadere informatie

Global Entrepreneurship Monitor 2002

Global Entrepreneurship Monitor 2002 Global Entrepreneurship Monitor 2002 Niels Bosma Zoetermeer, 14 november 2002 Dit onderzoek maakt deel uit van het programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap, dat wordt gefinancierd door het Ministerie

Nadere informatie

Van goede naar betere dienstverlening. Tevredenheids- en behoefteonderzoek voor het Vervangingsfonds en Participatiefonds

Van goede naar betere dienstverlening. Tevredenheids- en behoefteonderzoek voor het Vervangingsfonds en Participatiefonds Van goede naar betere dienstverlening Tevredenheids- en behoefteonderzoek voor het Vervangingsfonds en Participatiefonds Inge van den Ende, Mandy Goes en Roxanne de Vreede Zoetermeer, 26 april 2018 De

Nadere informatie

Uitgevoerd in opdracht van. Rapportage beoordelen en incidenteel belonen 2013 Provincies

Uitgevoerd in opdracht van. Rapportage beoordelen en incidenteel belonen 2013 Provincies Uitgevoerd in opdracht van Rapportage beoordelen en incidenteel belonen 2013 Provincies Zoetermeer, 17 september 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Lest Best

Tevredenheidsonderzoek Lest Best Tevredenheidsonderzoek 2014-2015 Lest Best Zoetermeer, maandag 3 augustus 2015 In opdracht van Lest Best De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten

Nadere informatie

Gebruik van datasets programmaonderzoek in 2012

Gebruik van datasets programmaonderzoek in 2012 Gebruik van datasets programmaonderzoek in 2012 S.P. Meppelink Zoetermeer, april 2013 Rapportnummer: R201302 Dit onderzoek is mede gefinancierd door het programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap (www.ondernemerschap.nl).

Nadere informatie

Omvang en prestaties van het MKB in de topsectoren

Omvang en prestaties van het MKB in de topsectoren Omvang en prestaties van het MKB in de topsectoren drs. P. Fris Zoetermeer, april 2014 ISBN : 978-90-371-1122-4 Rapportnummer : A201416 Dit onderzoek is gefinancierd door het programmaonderzoek MKB en

Nadere informatie

Evaluatie campagne Doe meer met Afval. mening betrokken gemeenten

Evaluatie campagne Doe meer met Afval. mening betrokken gemeenten Evaluatie campagne Doe meer met Afval mening betrokken gemeenten Zoetermeer, 10 maart 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Plan B Loopbaanbegeleiding en re-integratie

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Plan B Loopbaanbegeleiding en re-integratie Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 Plan B Loopbaanbegeleiding en re-integratie Zoetermeer, donderdag 4 augustus 2016 In opdracht van Plan B Loopbaanbegeleiding en re-integratie De verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Profunda Loopbaancoaching

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Profunda Loopbaancoaching Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 Profunda Loopbaancoaching Zoetermeer, donderdag 4 augustus 2016 In opdracht van Profunda Loopbaancoaching De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Bijstand naar Werk

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Bijstand naar Werk Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 Bijstand naar Werk Zoetermeer, dinsdag 19 juli 2016 In opdracht van Bijstand naar Werk De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Gezamenlijke ID Stichting (GIDS)

Tevredenheidsonderzoek Gezamenlijke ID Stichting (GIDS) Tevredenheidsonderzoek 2014 Gezamenlijke ID Stichting (GIDS) Zoetermeer, vrijdag 13 februari 2015 In opdracht van Gezamenlijke ID Stichting (GIDS) De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia.

Nadere informatie

Topsectorenpanel. Methodologische verantwoording. dr. R. Hoevenagel

Topsectorenpanel. Methodologische verantwoording. dr. R. Hoevenagel Topsectorenpanel Methodologische verantwoording dr. R. Hoevenagel Zoetermeer, juni 2013 ISBN : 978-90-371-1073-9 Rapportnummer : A201332 Dit onderzoek is gefinancierd door het programmaonderzoek MKB en

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Solvid Ondernemen BV

Tevredenheidsonderzoek Solvid Ondernemen BV Tevredenheidsonderzoek 2014 Solvid Ondernemen BV Zoetermeer, vrijdag 13 februari 2015 In opdracht van Solvid Ondernemen BV De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Voorzet Arbeid B.V.

Tevredenheidsonderzoek Voorzet Arbeid B.V. Tevredenheidsonderzoek 2015 Voorzet Arbeid B.V. Zoetermeer, zondag 14 februari 2016 In opdracht van Voorzet Arbeid B.V. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers

Nadere informatie